Tweede Blad Maandag 22 Juni 1925 HET PROGRAM. F i. Handhaving en doorvoering der Christelijke beginselen in de huwelijks wetgeving. 2. Handhaving, zoo mogelijk doorvoe ring, van de gelijkstelling van openbaar en bijzonder onderwijs. Zoo spoedig mogelijk invoering van het levende leerjaar, mede in verband met 5e Arbeidswetgeving. 3. Voortgezet herstel en behoud van het financieel evenwicht. Verlaging allereerst van die belastin gen, welke het zwaarst op de on- en min vermogenden drukken, of de noodzakelijke kapitaalvorming het meest tegenhouden. Meer vrijstelling of aftrek voor groote gezinnen. Geleidelijke afschaffing van indijrecte lelastingen op eerste levensbehoeften. Vermindering van de successiebelasting lij vererving in de rechte lijn en in de erste graden van bloedverwantschap. Invoering van verteringsbelastingen op niddelen van gemka en weelde. Herziening van het Bezoldigingsbesluit oor zoover daarin onbillijkheden of on- oistheden voorkomen. 4. Krachtige medewerking met de plan- ion van den Volkenbond die met de oorstellen van Benedictus XV volkomen voreenstemmen ter oplossing van in- trnationale geschillen door schoidsrech- prlijke uitspraken en ter gelijktijdige en rederzijdsche vermindering van bewape- ingen. 5. De organisatie van leger en vloot ient beperkt te zijn tot hetgeen noodza- elijk is voor de handhaving der neutra- iteit en de verdediging der onafhanke- ijkheid binnen de grenzen door ventueele internatianale regelingen te tollen. Zoo mogelijk samenvoeging van de (wirtemenfen van Oorlog en Marine. 6. Bevordering van zoodanige ontwikke- 1 ing der arbeidswetgeving.' dat steeds meer Ie regelingen betreffende de arbeidsver- oudingen in bedrijf en onderneming efroffen kunnen worden door de ogani- ities van werkgevers éh werknemers, 1 of niet door speciaal daartoe gekozen ellege's, behoudens goedkeuring en toe- 1 icht door de overheid binnen de grenzen oor de wet gesteld. Wettelijke regeling van de collectieve ikidsovereenkomst, inclusief de moge- iheid tot verbindend-verklaring. De uitvoering der sociale verzekeringen orde, voor zoover^ mogelijk, opgedragen de samenwerkende organisaties van erkgevers en arbeiders. Met dien ver- ande, dat de Staat aansprakelijk is voor uitbetaling der schadeloosstelling en beroep openstaat op een buiten de irtijen van overheidswege aangewezen chter. Doorvoering der Arbeidswet 1919, naar ste de economische toestand dit moge- maakt. De belemmering van de vrijheid van ;odsdienstoefening, nedergelegd in arti- '123 van het Regeeringsrhglement- voor i' ed-Tndië, worde weggenomen. Meer overheidszorg voor het behoud le schoonheid van stad en land. Waarom wij dit program weer 'na af- uiken? Omdat alle Katholieke kiezers het moe- kennen, terwijl het zeer gewenschi zou ala ook anderen er van kennis na- i. ns program mag en moet worden ge- d. Eerstens, om de punten van dit •program If. Het ia volkomen waardig de grootste •litieke partij, de Katholieke Staata- Tweedena, omdat de Katholieke Staats partij dit program niet beschouwt als een blinkende-woorden-kraam, waardoor kie zers moeten worden gelokt, maar dat pro gram opvat als een inhoud-volle belofte voor de naaste toekomst Katholieke kiezers kent zelf het program van actie uwer partij en doet het ook anderen kennenl UIT DE PERS OP VOOR DE EENE R.-K. STAATSPARTIJ. De Voorhoede schrijft: Het over-groote deel van ons katholieke volk is bij de vorige verkiezingen trouw gebleven aan de Kath. Staatspartij. Tweo-en-dertig vertegenwoordigers dier Kath. Staatspartij bracht het bij de vorige verkiezingen in de Tweede Kamer. Ook bij de verkiezingen van dit jaar zal, naar onze vaste overtuiging, het over- over-groote deel van ons kath. volk de éóne groote Kath. Staatspartij trouw blij ven. Eenheid maakt macht! ook op politiek terrein. .En daarom zijn wij op politiek terrein veel sterker en. zullen wij veel meer kun nen bereiken, als wij in één verband ge zamenlijk optrekken, dan wanneer wij ons in kleinere groepjes splitsen gaan. Enkele katholieken meenen heil te moe ten zoeken bij de zoogenaamde R. K. Volkspartij, een groep die, als zij er dit jaar in slagen een ver tegen woordigea in liet Parlement te brengen, daarin toch weinig of niets zal kunnen uitrichten. Een eenling kan in het Parlement niets bereiken. Maar bovendien: is het optreden der zoogenaamde Volkspartij nu werkelijk zóó, dat men er door aangetrokken wordt om met zulke stuurlui in zee te gaan? Voor de curiositeit knippen we een ver slagje van een vergadering te Oldenzaal, waar de groote voorman, Mr. Arts en de heer Van Steden, het woord voerden, uit het „Overijselsch Dagblad". Dit verslagje spreekt voor zich zelf. We nemen er het slot van over: „Bij het debat zei de heer Johannink, o.m. dat hij meende op een R. K. verga dering te zijn; tenminste men schermde op reclamebiljetten met R. K. Hij ver wonderde zich dan ook, evenals de vorige debater, dat de vergadering niet met den Cliristelijken groet geopend was. Toen hij echter den heer van Steden hoorde, dacht hij, dat Wijnkoop hier *'n redevoering liiqjd. Het was dan ook de zuiverste klassenstrijd, dien* de heer van Steden hier verkondigde. Het lust hem niet op al die dikke woorden in te gaan, hij zal zich be palen tot het rechtzetten van enkele schee- ve voorstellingen. Gij, mijnheer van Ste den, schermt met Rerum Novarum en Graves d<e communi.re, maar dan moet ge toch ook weten dat in R. N.' de klassen- slrijd voor ons katholieken verboden is. In Graves de communi re staat ook: „Maar van groot belang is Jiet dat in zulk een gewichtige zaak de katholieken eens gezind denken, willen en handelend op treden." Dit hadt gij ook moeten weten! Gij verzette u zoo tegen de 48-urige werkweek. Nu, gij moest weten en gij kunt dat weten, want gij hebt dat zelf aan den lijve gevoeld, dat de tijdsomstandigheden hierin een groote rol spelen. Bovendien is op het congres te Washington ook met de stemmen der socialisten besloten tot de 48-urige werkweek. De heer Arts is gematigder en het doet spr. genoegen dat hij gemerkt heeft dat onze Twentenaren niet zoo gemakkelijk warm te krijgen zijn. Spr. is er dan ook vast van overtuigd dat de katholieken U zullen antwoorden op uw groote woorden. De heer v. Steden beantwoordde de de baters. Hij zeide, dat deze vergadering niet met den Christ, groet was geopend omdat zij de zaal van St. Joseph niet haddon kunnen krijgen. Op de aanmerkin gen van den heer Johannink antwoordde hij alleen met eenige persoonlijke steken, als: gij kent niets van het communisme en zijt te onervaren enz. enz. - Dan beantwoordde de heer Arts de de baters.. Hij zelf, zegt spr., had geadvi seerd om deze vergadering, waar ook an dersdenkenden tegenwoordig waren, niet met gebed te openen en laakte het in de beide debatera dat zij dat durfden aanha len. De vergelijking van Washington met Nederland was dwaasheid, men kon toch geen stad met een land vergelijken. De heer Johannink spreekt zoo voor de Staatspartij om in de politiek ta blijven wat b\j ia. De prachtige sociale wetgeving is van de Kath. Staatspartij, waarvoor wij dank baar zijn. (De heer Johannink interrum peert en zegt: blijf er dan inl) Neen, zegt do heer Arts, wij gaan er uit om. dat te behouden. Daarna-wordt aan den heer Johannink nog 2 minuten voor het debat toegestaan. De heer Johannink zegt, dat uit h$t debat de groote onkunde op sociaal terrein van den heer Arts blijkt. Hij, de groote volks man, weet niet eens dat er te Washington een groot internationaal congres heeft plaats gehad, waar alle landen aan heb ben deelgenomen. Ook durft hij, omdat er eenige niet-katholieken tegenwoordig zijn, de vergadering niet met den Christ, groet openen. Maar begrijpt de heer Arts dan niet dat hij in een zonderling licht komt te staan als hij zoo optreedt voor ophef fing van het processieverbod? De heer Arts beeft spr. toegevoegd, dat spr. zoo sprak ,ora in de politiek te blijven wat hij was, maar, zegt spr., gij mr. Arts, hebt de Volkspartij noodig om te worden in de politiek wat ge tot nu toe niet hebt kun nen bere'ken. Hierna krijgt de heer Huiskes (commu nist) nog even het-woord. Deze protesteert tegen de rnaniei waarop de sprekers cle- bateeren. Ze beantwoorden de debaters met persoonlijke hatelijkheden, zonder op de zaak zelf in te gaan. Het heeft hem als communist rog getroffen, dat men hier den moed n!ei heeft de vergadering met gebed te openen Met den beer Johannink is hij het eens dat v<m Steden een zuivere communistische redevoering heeft gehou den, alleen vindt hij het jammer, dat hij de consequenties daarvan niet durft te aanvaarden. Hierna sluit de heer van Steden, zonder de debaters te beantwoorden, de vergade ring. Waf dunkt u van dit verslag? Was deze avond een succes voor de zoogenaamde R. K. Volkspartij of een ne derlaag? Als gij mei ons van gevoelen zijt, dat door zulk een vergadering de zoogenaam de R K. Volkspartij zich zelf veroordeeld heeft, maakt dan het vaste besluit 1 Juli a.s. te stemn en op de groote R. K. Staats partij, die het geheele volk in al zijn lagen omvat. DE R.-K. STAATSPARTIJ. De Bondsvergadering. (Vervolg). De rede van den voorzitter werd toege juicht. Vervolgens werden telegrammen gezon den aan de Koningin en den aartsbis schop. De voorzitter merkte op, dat de veelge- maakte opmerking, dat er zoo weinig be langstelling voor de politiek is, Oorzaak mag zijn»ora vast te stellen, welk moeilijk en ondankbaar werk wordt verricht door de genen, die wèl belangstelling toonen. Voor al op het platteland werken de kieskrin gen met grooten ijver. Uit naam van het bondsbestuur bracht spr. al dezen werkers dank. (Applaus). Vervolgens betoogde spr. dat het noodig is, de menschen wegwijs te maken op het stembiljet, waar het stemmen vaak onder zoo ongunstige omstandigheden geschiedt. Het staat volstrekt niet gek, nauwkeurige inlichtingen te vragen of te geven. De voorzitter deelde verder mede, dat hij jiOn avond vóór de verkiezingen van 9.50 u. tat 10.10 u. een politieke rede voor den draadloozen omroep te Hilversum zal hou den. De penningmeester, mr. J. N. E. Heer- kens Thyssen, bracht hierop het finan- cieele verslag uit. Spr. bracht dank aan Gelderland, dat een belangrijken achter stand had weten in te halen. De totaal-cijfers luiden: ontvangsten: f21,689.79, uitgaven: f7.213.2014, batig saldo: f 14.476 5914. Hierop volgde de rondvraag. Bij de rondvraag vroeg de afd. Dor drecht aandacht van politieke sprekers voor liet platteland. Er is wel een lijstje verstrekt met be schikbare sprekers, doch met vermelding van het honorarium en dat kan het platte land niet betalen. De voorzitter laakt de practijken, die door sprekers erop na gehouden worden. Het houden van politieke redevoeringen moet geen baantje worden. Dat men ver goeding voor onkosten vraagt is te billij ken, maar een honorarium eischen' moet geacht worden beneden de waardigheid. Een afgevaardigde van Leiden wees op de grieven, die bestaan tegen artt. 422 tot 432 B. W., houdende de benoeming van den toezienden voogd. De voorzitter ant woordde te zijner tijd de aandacht der Ka tholieke Kamerclub daarop te vestigen. Nadat nog eenige sprekers vragen had den gesteld, die de voorzitter beantwoord de, werd de vergadering gesloten. Politieke landdag. De Bondsvergadering werd gevolgd door een politieken landdag. Pater dr. Gassianus Hentzen O. F. M. hield een rede, waarin hij meesterlijk uit eenzette wat katholieke staatkunde is en eischt. Uit zijn principieele beschouwingen trok hij twee conclusies, waarvan de eer ste is: alle katholieken moeten 1 Juli stem men op de lijst der Katholieke Staatspar tij. De tweede^ conclusie gold de coalitie. We staan, aldus spr., voor het feit, dat geen enkele partij ook de onze niet de volstrekte meerderheid om alleen te kunnen regeeren, zal halen. Daarbij is er geen ernstig politicus, die een extra-parle mentair kabinet kan wenschen. Er moeten dus partijen samenwrken om een regeering te vormen. Deze samenwerking kan steu nen op enkele punten van practisch Staats beleid of op principieele grondslag. De eerste combinatie verhopen de socialisten met ons- saam te stellen. IJdele hoop. Ten zij in het alleruiterste geval 's lands be lang' het eischen zou, kan van een samen gaan met socialisten bij ons geen sprake zijn. De klove tusschen hen en ons, tus- schen rood en zwart, is te diep en te breed. Maar, als ik, zeide spr., tot nu toe heb uiteengezet, hoe diep principieel Christe lijk de Katholieke.Staatkunde is en in ge weten verplichtend, is er dan wel eigenlijk een andere samenwerking mogelijk dan die met partijen, die eveneens een Christelijk principieele staatkunde ten doel hebben? Verschillen mogen er zijn, diepgaande ver schillen zelfs, maar er is toch te veel prin cipieele overeenkomst, dan dat een vrucht bare, principieele samenwerking onmoge lijk.zou wezen. Dertig jaar duurt ze reeds. Neem b.v. het Chr.-Historisch verkiezings program en het onze, hoeveel overeen komst, zelfs in de onmiddellijke punten voor practisch staatsbeleid! De overeenkomst tusschen de Protea- tantsche partijen en de Katholieken voert als vanzelf tot hun coalitie: overeenkomst in vorm, overeenkomst in beginsel. Behalve de overeenkomst tusschen de rechtscbe partijen in vorm en grondslag, moet zucht tot zelfbehoud deze partijen zoo lang mogelijk bijeen houden. Want een gewijzigde partijgroepeering, althans van eenigen duur, zou noodzakelijk met zich brengen een wijzigde- partij-vorming. De rechtsche partijen zouden uiteenvallen in diverse groepen volgens economische op vattingen. terwiil daaronlegen de coalitie- groepeeringen dit heilzame in zich heeft, dat ze dwingt de schijnhare tegenstrijdig heden der economische helm gen in-hooger licht te zien. Doch. meende pator "Hentzen, hij do coalifie-groepeering zal men steeds twee punten in het oog moeten houden. V-or eerst, dat er een ruime neutrale zone blijft, waarop samenwerking voor het oogenh'ik met de overige partijen mogelijk is: want in zaken van practisch staatsbe leid behoeft men niet kunstmatig een schei- dingsliin te trekken: ik denk hier aan de defensie, de belastingen enz. Ton tweede hebben de coalitie-partijen, en vooral ook haar kiezers, zich te herin neren, dat als er gecoaliseerd wordt tus schen partijen, die bij alle overeenkomst toch diep-aande verschil! i kennen, er steeds van weerszijden concessies zijn te doen. Onze kiezers mogen zich dat herin neren. als ze de parfii-wonsehen niet alle verwezenliikt zien. Als b.v. de processie- vriilmid slechts zou kunnen gekocht wor- 5.20 5.20 0 6.35 7 8.20 8.30 835 8.50 9.05 9.50 UIT DE RADIO-WERELD. Wai cr vaavond te hooien is. uur Hilversum 1050 M D.unes- causerie. Brussel 265 Af. Kamermuziek. Londen 365 M. Dansmuziek. Hilversum 1050 M Kinder- uurtje. m Hamburg 395 M. „Die Meistcr- 8inger" (Wagner). - Ei f feitoren 2600 M. Concert. Hilversum 1050 M. Concert. Marche Héroique, (Saint- Saëns). Le Carnaval Romain (Ouverture), Berlioz; Accelera- tionen (Walzer), Strausz; Ave Maria, (P. Kahn). Kleine •Nachtmusik. Mozart). Im Treue fest (Marsch), Tolko. An den Frühling, (Grieg). Travia- ta ('Opera Fantaisic), G. Vcrdi; 2me Valse, (B. Godard). Fi nale. Londen 365 M. en Chelmsford 1G00 M. Populaire klassieke mu ziek. Birmingham 475 M, Bourne mouth 385 MCardiff 350 M., Manchester 375 M. Concerten. Miinehen 485 M. „Der Heirats- vermittler." Hilversum 1050 M. Kurhaus- coneert Sehevoningcn, Ouver ture „Carnaval", (Dvorak) Symphonic It-moll (onvoltooide) Schubert. Concert voor violon cel en orkest in la-mineur, (Saint-Saens). Variationen üher ein Thema von Tschaikowskv. (A. Arenskv). Marche 'hon- groise uit „la Damnation de' Faust" (Berlioz") h Brussel 265 Af. Concert. Brussel 500 M. Danziger- Abend Münstor 410 M. Klassiker der Tonkunst. Radio-Paris 1750 M. Concert. Berlijn 500 Af. Lustige Weisen. den met de onherroep. Üeensnalling der coalitie, dan vraag ik me af, of die vrijheid dan :ct veel te duur gekocht zou zijn. Spr. betoogde, dat de katholieken, streng vasthoudende aan hun eigen spe- cifiek-katholieke beginselen, die met pru dentie moeten doorzetten, ejko onnoodige verwijdering tusschen do roalitie-gennoten vermijdend. Ik meen, dat sommigen van onze vurige kiezo:s <bbèn er over "eklaagd wij, Katholieken, in het verleden zeker niet aanmatigend zijn opgetreden, al waren wij alleen nog sterker dan de beide andere coa litie-partijen samen. Wij verwachten dan ook diezelfde gematigdheid van hunne zij de; wij verwachten, dat zij met ons be staan en ook met de gevoeligheid onzer kiezers rekening zullen houden. En als ik hier ten slotte uw gedachte mag uitspre ken, dan is hot wel deze; ons gezantschap bij den Paus is wel een Nedorlandscb be lang, en als zoodanig door iedereen, ook door niet-Katholieken onvoorwaardelijk te accepteeren, maar wij blijven ook als Katholieken voor het voortbestaan van dit gezantschap hijzonder gevoelig, en wij ver wachten dan ook stellig, dat de Qhrisi.'tük- Historische fractie onze teergevoeligheid op dit punt in den vcvol"e hij de bcroo- fiir- van r' 0(.,bio- digen Mr. dr. D. uor.. :i, voo:rittcr .au Tweede Kamer, hield een rede. waarin HJ er o.a. op wees, dat, zoo de Roomsrh-Ka- tholieken met ernst willen, dat hunne he in solen ook in het publieke leven tof uiting zullen komen, zij dan uilzien moeten naar andere Christelijke partijen. Er zijn natuur liik vorschi'oun'"n. maa«* het, ligt voer de hand dat de punten, die vereenigen, het eerst naar voren gebracht worden, en dan eerst de punten, die verdeelen. Telkens als het gaat om de princinieelc zaken, dan vinden elkaar de Katholieke, de Anti-Rovo- lutionaire en de Christelijk-Hfstoriseha partij (onderwijs, huwelijkswetgeving enzA Aren verwijf ons wel eens, zeide spr flat wij vele vonrdeelen zouden moeten opoffe ren voor de coalitie. Zoo b.v de opheffing van het processieverbod. Af aar snr. vraagt zich af, of, als er processievrijhcid bestond, de Dekens van Amsterdam of Rotterdam dan een prociojsie zouden doen houden? FEUILLETON. T GEHEIM VAN DE ZEE. door ANDRé SAVIGNON Geautoriseerde vertaling (Nadruk verboden) Wel, zei Mengham, met z'n droog fhje, dat snap je niet, hè? Ik zal je eens ten zien, dat die hond, de gemeenste re- Ï9, die ik ken. )aarop nam hij weer plaats te midden de anderen en het gesprek werd ver lui terwijl Ik me een beetje terzijde Ham neervleide. Ik begreep, dat er avond sprake was van groote plan- n> want aldoor hadden ze 't over sche el en wrakken en tot tweemaal toe hoor- m 't einde van Le Dreff betreuren, ln zij dood in zijn hut hadden gevonden toaakten ze 'n toespeling op den brief, p deze laatste aan Prlgent had g*- broTen. p Om kort te gaan, zei Mengham ein- JJ*. ik ben er vlak voor om er op al te maar daar zijn heel wat gevaren n verbonden en daarom moeten we een ornchtig Bpel epelen. l,-: ct küis, waar ze deze bijeenkomst hiel la? op een geringen afstand van de nl.ra° ^nenou> 6011 eenzame plek, nog li l e' Lampaul dan van Stiff, een «^ezeii oord voor zeeschuimers en vonders. Het behoorde aan een f Ouessant, aan wie Prigent a to,, toevertrouwde eiken keer als de ^eeuw" in de buurt kwam met Aleng aan boord. Den geheelen dag zat het oude mensch voor de deur te breien met haar gezicht naar het eiland Keiler; maar daar ze met de kippen haar bed ging, liet ze gewoonlijk de sleutel op de deur zitten voor het geval Mengham en Prigent 's avonds kwamen, wat meestal gebeurde als ze hun gehelmzinnigen vriend moesten spreken, 't Is niet zonder reden dat ik hem zoo betitel. Want bij die gelegenheden ging dit heerschap nooit in gezelschap van de anderen naar Gwalgrach'h, maar altijd alleen en dan langs stille wegen als om elke nieuwsgierigheid op een dwaal spoor te brengen. Dien bewusten avond hoorde je de ouwe vrouw snorken want het was al tame lijk laat en van tjjd tot tijd het ge schuifel van de strandkeion, die een ster ke golf vooruit duwde als in een laatste apel voor zij op het strand «lierf. Ik liefkoosde. Ram en ójai hij me on rustig leek, fluisterde ik in zijn oor: Stil.. ..hou je bedaard, ouwe jon gen Er Is niets aan de laud. Pas op ze kijken naar je. Ik zei hem dat om hem te kalmeeren en hem een beetje ontzag in te boezemen. Maar feitelijk nam niemand notitie van hem en aan den ernstigen toon van hun gesprek begreep ik heel goed, dat ze op punt stonden om gewichtige besluiten te nemen. Ik geloof dat 't daar verduiveld diep is, zei de duiker nadenkend, ik denk niet, dat daar ooit iemand afgedaald ls. Bijna dertig vademen, zei'mijn oom. Maar dat maakte weinig indruk op Ramonneau, die hoe langer hoe onrusti ger werd en ik had alle mogelijke moeite om hem in bedwang to houden. Stil toch. Maar plotseling richte Ram zich op, en begon te grommen, terwijl hij strak tuurde naar een deur, die in het midden van een zijvertrek was. Ram, hou je koest. Maar 't hielp niet, de hond gromde nog woedender en deed plotseling een sprong. Ha, daar heb je weer die ellendige hond schold Mengham. Maar het onderhoud stokte onmiddel lijk. Afijn oom deed niet eens de moeite om te antwoorden; hij vloog naar de deur, rukte die open en drong in een klein ver trekje, dat flauw werd verlicht door een straal van de maan. Twee schaduwen, een man en een vrouw namen juist door het venster de vlucht. Ik op mijn beurt sprong eveneens naar buiten en riep: Ram, pak ze, pak ze. Ik meende Marie Naour herkend te hebben. En wat de man betreft, dat was stellig Le Louarn: hij was er veel te veel bij geïnteresseerd om te weten, wat Meng ham aan 't uitbroeden was, dan dat hij zich terzijde zou hebben kunnen houden. De anderen volgden ons nu op den voet. Wat hield Ram zich prachtig bij deze ge legenheid. Aller aandacht was op hem gevestigd. Hij blafte als een razende voortdurend en niemand dacht er aan hem het zwijgen op te leggen. Integendeel, ieder hitste hem aan en riep met mij mee: pak ze, pak ze. Mijn oom had een riek gegrepen, die hij hanteerde als de drietand van Nep- tunus, Mengham droeg een lantaarn en Corsen volgdo met zijn gespierde armen uitgestrekt, gereed om te grijpen als tus schen een geweldige tang, wie of wat hem in den weg zou komen. In eenen ren liepen we achter Rammon- neau aan en daalden een rotspad af, dat naar. een smal strand voerde. Het toeval wilde, dat de zee bijzonder hoog stond, wat de vlucht van degenen, die wij achtervolgen, niet weinig bemoei lijkte. Spoedig ontdekten we dan ook Le Louarn leunend tegen een rots. De jonge, vrouw, vlugger dan hij, had weten te ont snappen in den nacht. Mengham hield zijn lantaarn onder den neus van den matroos. Kijk, lachte hij, ben jij dat, m'n beste jongen? Een mooie plaats om zoo laat nog rond te wandelen. Maak dat je aan boord komt. Morgen zullen we 't daar eens over hebben. Le Louarn verwijderde zich zonder iets te zeggen. Teruggekeerd in huis, zette de eigenaar van de „Zeemeeuw", die onder hachelijke omstandigheden nooit een woord ver spilde, zich opnieuw aan tafel, waarop hij met zijn vingers in gepeins verzonken be gon te trommelen, terwijl de anderen voor zich uit staarden. Het komt er nu maar op aan te we ten of ze iets hebben kunnen verstaan van hetgeen wij met elkaar hebben besproken. Hij zweeg weer, maar toen zijn enormen hoed achteroverschuivend zei hij: Nou, dat noem ik iemand in zijn kaart willen kijken, heeren, is 't niet. Dat scheelde bliksems weinig of 't was hun ge lukt. Gelukkig, dat ze niet alles hebben kunnen zien of hooren, want alles hij el kaar hebben wij niets essentieels met el kaar behandeld. Maar 't was op 't kantje af. Wat mij betreft; ik liefkoosde Ramon neau en was een en al bewondering, dat het schrandere dier or in geslaagd was op een duisteren en kronkelenden weg zijn trouw aan Mengham te bewijzen, als om er aan te herinneren, dat men op dit on- dermaansche geen enkele hulp moet afwij- zenn en dat voor ieder onzer zelfs de laagst geplaatste, zijn uur komt oni zich nuttig te makén en zijn recht to toonen op een beetje voorkomendheid en sympathie. Na een nieuwe stilte hernam Mengham: Prigent, je hond heeft een pluimpje verdiend. Zoo, hen je daar eindelijk achter? zei do kapitein, een klein tikje aangedaan Ja, daar ben ik nou achter, erkends Mengham. En je zal merken, dat ik hel toonen zal ook Hij had gelijk om 't dier eerlijk te ge ven wat hem toekwam. Ram had 'n kunst stuk volbracht. Maar in tegonstelling met de meeste menschen triumfeerde de hond in stille. Doch dien avond mocht bij met ons me» aan boord. XII. In afwachting. Toen ik, een paar uur ua het gebeurde Le Ixmam terug zag, was bij wel iu zijn wiek geschoten, maar lang zoo erg niet als ik gedacht had. Een ander zou zich niet meer aan boord gewaagd hebben en bijna gestorven zijn van schaamte, maar deze kerel had 'n te dikke huid om zich van deze dingen veel aan te trekk- n. Hot eenige wat hij zich waarschijnlijk af vroeg, was, waarom hij niet op staanden voet W3JS pntslagen. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1925 | | pagina 3