Tweede Blad het geheim van de zee. Zaterdag 20 Juni 1925 Pe Bondsvoorzitter over de Verkiezingen. Heden wordt te Utrecht een vergadering gehouden van den Alg. Bond van R.-K. Rjjfckieskringorganisaties in Nederland, welke gevolgd wordt om 2 uur door een politieleen „Landdag." Op de Bondsvergadering, die om 12 uur werd geopend, hield de voorzitter, Jfr. A. Baron v. Wijnbergen, de volgende lede: Een maand geleden werd mij het voor recht geschonken een woord te mogen spreken te Rome op het graf van onzen onvergetelijken Doctor Schaepman, in her innering. te brengen ook hetgeen land <}n jolk aan den politieken arbeid van hem (e danken hebben, in bijzondere mate te jnogen wijzen op de emancipatie der ka tholieken van Nederland, waarvan de eere voor een zoo groot deel onbetwist baar aan Schaepman toekomt, om dan de hoop en de verwachting uit te spreken, dat op politiek terrein de door hem aan geven lijn zou worden doorgetrokken, op den door hem gewezen weg zou blijven voortgegaan. Gelet op den stand van zaken op dit jogehblik bestaat, naar ik meen, alle grond om aan te nemen,, dat de uitge sproken verwachting zal worden verwezen lijkt- Ik zeg met nadruk: op dit oogen- bük. "Wie aandachtig beeft nagegaan het geen de laatste maanden op katholiek-po litiek terrein ten onzent ls voorgevallen, kan weten, dat ook nu weer. en zelfs in sterker mate dan voorheen, pogingen zijn aangewend, die, voorzien of niet voor een. moesten uitloopen op een afwijken van de tot dusverre gevolgde lijn, op een verlaten van den tot dusverre betreden weg. zonder dat men zich rekenschap gaf van de gevolgen daarvan. Met groote voldoening en met dank baarheid mag echter geconstateerd, dat hel bij een pogen gebleven ia, terwijl thans achteraf, zoo niet allen, dan toch de over-, groote meerderheid van ons katholieke volk oDenlijk blijdschap betoont over het inmiddels vprkregen resultaat. Slechts ééne opmerking zij naar aan leiding daarvan gemaakt. Uit andere landen wordt steeds met be- vondering opgezien naar de positie der Mnlieken van Nederland ook op staat- hindig terrein. Wie de historie kent, weet, dat opvoltrende generaties daaraan go- werkt hebben; dat het voor een overgroot doel aan den politieken arbeid van Dr. Scliaenman te danken is, dat op heden de katholieken van Nederland op politiek ter- ren zijn, wat ze zijn. Welnu, dat eenmaal verkregen goed te bewaren, het tot verdere ontwikkeling te brengen, het met kracht te verdedigen en te beschermen, wanneer het in gevaar zich bevindt, mag niet aan zeer enkelen worden overgelaten. Is een taak, rustend op het katholiek volksdeel in zijn geheel. In de toekomst worde ziilks tijdig be dacht, ondat niet enkelen een te zwaren last te dragen krijgen, maar vooral ten einde zich te vrijwaren voor gegrond zelf- rerwiit, wanneer de uitslag eens minder gunstig wezen mocht, dan thans het ge val is. hl^er zal ik er niet van zeggen. Wio eenmaal na zware, moeizame be stijging don ton heeft bereikt, vergeet o too gennkVnliik de onaangenaamheden en de moeilijkhoden van den afgelegden weg En zoo staat dan weder op heden de Katholieke partij in Nederland gereed om op 1 Juli a.s. deel te nemen aan den poli- liiken strijd, gelijk zij het deed tot dus- mof do hoon en de verwaohting. dat straks zal worden voortgezet de christe lijke politiek. En wanneer ik zeg de katholieke par tij, dan bedoel ik daarmede niet alleen de in den Algemeenen Bond georganiseer de kiezers, maar ook de zoovelen, die zich helaasl wel niet aansloten bij onze orga nisatie, niettemin blijk gaven tot de ka tholieke partij gerekend te willen worden door trouw te stommen op de katholieke lijst, hetgeen ik mag verwachten, dat ze ook ditmaal weder zullen doen. nu vast is komen te staan, dat in de naaste toe komst de katholieke partij zich zal blij ven voortbewegen in de tot dusverre ge volgde richting en der traditie trouw zal blijven. Met leedwezen moet worden geconsta teerd, dat naast de katholieke lijst, een lijst van katholieke candidaten werd in gediend. Of velen daarop hun stem zullen uit brengen? Tk verwacht het niet. Pogingen mijnerzijds om alsnog hen, die zulks mochten willen doen. daarvan terug te houden, zal ik niet aanwenden. Voor wie het gezaghebbend woord, ge sproken op den Tweeden Neaerlandschon Katholiekendag te Nijmegen: „Wij ver trouwen, dat na -deze verklaring alle ka tholieken, mannen en vrouwen, op de of- ficieele lijst der Katholieke Staatspartij hun stem zullen uitbrengen", niet vol doende is, zal mijn woord gewis geen waarde hebben. Laat mij daarom in het algemeen een krachtig beroep mogen doen op de katho lieken van Nederland om 1 Juli a.s. hun stem uit te brengen op de officieele ka tholieke lijst. O geker, ik weet het, niettegenstaande de gegeven politieke voorlichting bestaan nog altijd grieven tegen de reeeering, te gen de Kamer, tegen de gevoerde politiek en do daarmede verkregen resultaten, grieven gerechtvaardigd, ja dan neen. Vergeten we echter niet, dat tegen ieder onzer ook grieven bestaan, en dat, zelfs voor zooveel we ze gegrond moeten erken nen, we toch niet gaarne zien. dat ze al te breed uitgemeten worden. Maar bovendien: Op 1 Juli a.s. gaat het vóór alles om de groote principieele vraag, in welke richting, naar welke beginselen de volgende vierjarige periode ons land zal worden geregeerd en bestuurd. Kort en bondig is het uitgedrukt in on ze verkiezin^splaat waarvoor gaarn© hier ter plnatse den heer Collette een woord van hulde zij gebracht. Van bnitengemeene waarde ook voor het staatkundig leven zijn de lessen, neer gelegd in de Encycliek TJbi arcano Dei. Die lessen in practijk te doen brengen, daaraan willen wij, katholieken, dienst baar maken mede onzen politieken arbeid, overtuigd op die wijze tot heil van Kerk en Staat, van maatschappij en huisgezin werkzaam te zijn. Maar willen wij dat, dan vraag ik toch, of één katholiek zal kunnen weigeren zijn steun te verleenen tot het bereiken van dat verheven doel? Ik weet het, wij kunnen het door ons beoogde niet bereiken alleen. Samenwer king met anderen is noodig, gelijk ande ren, hetgeen zij nastreven, niet zullen kunnen erlangen zonder ons. Van de wijsheid, van het beleid, van den goeden wil, van het wederkeerig vertrouwen der afgevaardigden zal het straks afhangen, of, indien de drie reeht- sche partijen de meerderheid behalen, weer zal kunnen optreden en zich hand haven een rechtsch, een christelijk kabi net. Aan hel niet mogelijk blijken daaraan wensch ik zelfs niet te denken. Herhaaldelijk wordt voorcreliouden, dat men toch d© teekenen des tijds heeft te verstaan. Welnu, wie dat vermag, zal moeten er kennen, dat, wil ter wereld weder komen een geordende samenleving, vóór alles de christelijke beginselen zullen ten grond slag geleed-moeten worden aan wetgeving en staatsbestuur. In gelukkige tegenstelling met hetgeen we elders waarnemen, is het hier te lande in het verleden reeds gelukt eene zooda nige politieke constellatie in het leven te roepen, waaronder het mogelijk zou we zen ernstig te streven naar eene staatsin richting, gelijk die naar christelijke begin selen behoort te zijn. Hoe zou men, let tend op het beeld, dat de huidige wereld te aanschouwen geeft, een oogenblik zelfs er maar aan kunnen denken zulks niet te bestendigen en voort te zetten!! Zeker, men bleef en zal wel blijven een goed stuk beneden het ideaal. Wanneer we echter bezien de tot he den gevoerde principieele christelijke politiek, door samenwerking van partijen, alle rangen en standen omvattend, en wel ker staatkunde steunt op geestelijk begin sel wanneer we bezien de daarmede verkregen resultaten, dan kan het in het bijzonder in dezen tijd van steeds verder gaande gezagsondermijning niet anders dan plichtmatig heeten alle krachten In te spannen, opdat kunne blij ven voortgezet de christelijke politiek, dje in 't verleden land en volk zoozeer ten ze gen is geweest. Van ons katholieke kiezers wordt slechts gevraagd, dat wij, door allen zonder uit zondering 1 Juli a.s. te stemmen op de ka tholieke lijst, ons aandeel leveren in het geen noodig Is om te komen tot het ge noemde doel. En dan hopen en vertrouwen we, dat straks zal optreden en zich zal kunnen handhaven een kabinet, dat de christe lijke vaan zal heffen, en dienovereenkom stig handhaven zal. Dan zal ook op staatkundig terrein vóór allés aan God de eere worden gege ven, die Hem toekomt, tevens gevoerd worden de beste welvaartspolitiek, wijl ook in het openbare leven mag vertrouwd worden, dat het overige zal worden toege worpen, indien eerst'het Rijk Gods en Zij ne gerechtigheden zal worden gezocht. Nog slechts eenige dagen scheiden ons van den beslissenden slag. Bidden en werken wij, opdat de uitslag gunstig zij Buitenl. Weekoverzicht. Amundsen teruggekeerd! Met een juichkreet werd dit bericht vernomen, zelfs hier in het nuchtere wa terlandje. Men vreesde voor het leven der koene luchtvaarders, die met zulk een ijl en broos vaartuig, als de vliegmachine is, den tocht naar het onbekende witte pool gebied hadden ondernomen En hoe lancer ze wegbleven des te stelliger werd de vrees, dat er. iets niet in de haak moest zijn met de vliegtuigen. Doch na een af wezigheid van hiina een maand zijn de pontvoerders toch heelhuids teruggekeerd. Hebben ze de Pool bereikt? Neen, zij zijn er wel dichtbij geweest, n.l. op een afstand van „slechts" 275 K.M. van de Pool verwijderd, maar hun eigen lijke doel, de Pool, hebben zij niet be reikt. Elders in ons blad kan men een ge heel relaas lezen van hun tocht en van hun behouden terugkeer. Uit hun waarne mingen is gebleken, dat er zich daar geen vasteland bevindt, maap slechts zee on driifiis Dat maakt een fochfie naar do Po*l nu niet be.uaaid aanlokkeliik Voor de uitgezonden hulpexpedities is de behouden terugkeer van Amundsen in zeker onzicht een stron. Misschien kriigt een van do hulpexpedities nog lust om maar meteen door te vliegen. Ze zijn nu to'-b in huurt. Doch laten wij naar de meer hewoonha- re streken teru "koeren. Ook daar zijn avonturen te beleven, politieke avonturen, d'.e echter minder gevaarlijk zijn. Het P e 1 g i s c h e kabinet. Na een langdurige crisis, schijnt thans het kabinet gevonden te zijn in Beleië. dat vnorloonig althans eenige levensvat baarheid heeft Weer onder premierschap van Poullet. Deze naam wekt een oneer- hiediee bijgedachte on. daar noulet in 't Fransch ..kuiken" heteekent. Wii dachten de vorig© week, flat het ooeenblik a an co- broken was. waaron dit kieken als slacht offer zou vallen. Fn werkeliik stierf het ook een politieken dood: maar het boest- ie bleek een fenixie te zün. dat terstond herrees uit zijn assohe. Want nauweliik.s was door den tegenstand der moer con servatieve Katholieken, onder aanvoering van Segers, het Katholiek-socialistische miniserie een onmogelijkheid geworden, of 'n paar dagen later verrees Poullet weer als formateur van oen drie-par'iien- kabinet. Het herrozen kieken heeft zich nu snel ontwikkeld tot haan en aanvoerder van een toom.... kippen kar men zelfs in deze beeldspraak niet zeggen, maar wel: een stel vogels van diverse pluimage. Want, zooals gezegd, het kabi net bedoelt te zijn: een drie-partijen-kahi- net, n.l. bestaande uit katholieken, socia listen en liberalen, de 3 groote partijen in België. Dat de liberalen er ook in verte genwoordigd zijn, is eigenlijk meer schijn dan werkelijkheid, want de 2 heeren, die daarvoor doorgaan, zijn van een zeer on bestemde kleur. De 10 ander© ministeries zijn gelijkelijk verdeeld tusschen katholie ken en socialisten. In de vorige combinatie was dat ook zoo; daar hadden katholieken en socialisten ook Ieder 5 zetels en de 11de man (toen bestond het kabinet nog uit 11 portefeuilles, thans heeft men er 12 van gemaakt) was ook van onbestemde kleur, (n.l. generaal Kostens.) Toch is er wel verschil te merken. De katholieken verzetten zich tegen do vorige combina tie, omdat zij meenden, dat de socialisten er een overwegende rol in speelden. In dezp nieuwe combinatie is de rol der 5 socialisten wat minder belangrijk gewor den on inzooverre heeft het optreden van Segers c.s. succes gehad. Niet alleen .is door de uitbreiding van het aantal por tefeuilles de verhouding van socialisten tot niet-socialisten van 5 6 gebracht op 5 7, maar is hun ook het belangrijke mi nisterie van binnenlandsche zaken ont nomen en gegeven aan een der „liberalen." Bovendien is do heer Vandevijvere in dit nieuwe ministerie de katholieke partij aanmerkelijk komen versterken. Dat de socialisten desniettemin na eenige aarze ling toch genoegen hebben genomen met de huidige samenstelling, vindt zijn oor zaak in de omstandigheid, dat hun thans het ministerie van buitenlandscho zaken is toegewezen. Crisis in F r a n k r ij k. Zooals men weet, heeft de Fransch© minister-pre sident dezer dagen een vluchtig reisje ge maakt naar Marokko. Als motief werd op gegeven, dat hij gegevens moest verzame len. om de socialisten te overtuigen met argumenten, dat de oorlog in Marokko heusch noodzakelijk was. Natuurlijk was deze reis meer dan een studiereis, maar dat de heer Pamlevé eens wat doorslaand© argumenten ging halen tegen de socialis ten, was inderdaad dringend gewenscht. Want deze heeren maken het Painlevó den laatsten tijd zeer lastig. Zij loopen nu een maal graag te koop met hun vredelievend heid en gelooven de beweringen van Abd- el-Krim grif. wanneer hij pathetisch uit roept, dat hij.niets andera wil. dan zijn ongelukkig land bevrijden van het juk der vreemde overheersching. Waartegenover Pa'n'cvé heel aandoenlijk uitroept, dat Frankrijk geen-vrede kan sluiten, zoolang het niet het gebied heeft bevrijd, dat aan zijn zorgen is toevertrouwd. Men ziet het, beiden zijn met de edelste bevT'jdingsbe- dnel'ngen bezield. Men kan over die „bevrijdingspogingen" het zijne denken, doch men moet niet ver geten, dat een koloniale mogendheid nu eenmaal verplichtingen heeft, zoowel te genover eigen onderdanen, als tegenover het omringende hu:tenland; verplichtiugen, die het hij de eerste de beste aanval van een machtig stamhoofd met „bevriidings''- aspiraties zoo maar niet ineens kan liqui deeren. In dit opzicht houden de socialis ten er wel wat al te simplistische theo rieën op na evenals in de ontwapenings- kwestie. Doch met deze theorieën kunnen zij het den heer PainWÓ lastig genoeg maken Een interpellate in de Kamer is voorloopig uitgesteld, omdat do min;ster-pres;dent zoo kort na zijn thuiskomst nog geen m°dedee- lingen wi'de doen. Do kwestj© had teveel haken en ooeen: hij wilde eerst eens met zijn 'collega's overleg plegen, wat n:et en wat wol in het openhaar gezegd kan worden. Ondertusschen hoorpn w'j van het Ma- rokkannsohp front niet veel. T)e Franschen zijn hliikhanr niet erg fortuinhik eewoest wat tusschen de Tegels van de officiee'e berichten door wel te lezen was en bla zen nu een beetje uit. ferwril Abd-el-Krim zich weer iets meer met de Spanjaarden gaat bezig houden Dat het o.a. aan het Worgha-front (zoo genaamd naar het ri« viert'? de "WorehrO nïe! n'uis geweest is. blijkt uit het ontslag (of de ovc -'aa'sing) van den daar bevel™. renden gen-raai. Voor de curiositeit volgen uier eenige metled cel in gen, weke een EngeUch p.ule- inenlslid, kapitein-luitenant ter zee Ken- worlhy in de Daily Chronicle deel tner da eerst© verrassende aanval van Abd-el- Krim op het genoemde Wergha-front Wij laten zijn beweringen natuurlijk voor zijn rekening. De Engelsohnian deelt mede, dal Abd-el-Krim zijn eerste aanval deed met slechts 12 000 man en dat zijn strijdmacht middelerwijl tot 130 000 goed gewapend© krijgslieden is aangegroe:d. Hiertegenover zouden dan 00.000 Franschen staan met honderd vliegtuigen hij zich. De Fran* schen, zoo zegt hij verder, werden zoo vol-» komen overrompeld, dat 22 van hun pos sen vielen. Een andere ongelukkige omstandigheid d:e erbij moet gekomen zijn, was dat het verstikkende gas uit de projectielen d:e de Fransch© vliegtuigen wierpon. naar d© valleien afzakte en daar de Franschen aantastte. Daar de.zep van de Marokkanec geen gasaanval was te verwachten, waren zij niet voorzien van gasmaskers en moe* ten zij onder hun eigen gas geleden of er do wijk voor genomen hebben. Te tusschen ligt do Wergha nog altijd 'ussrhen Abd-el- Krim's linie en Fez en do groote oorlog heeft voldoende aangetoond, we'k een ster ke barrière zelfs een smalle rivier tusschen hare af- en oploopende oevers kan z:jn. Om nog even op de Fransche socialisten terug te komen: behalve de genoemde Marokkokwestie, hebben zij nog twee grie ven tegen de regeering-Painlevé. n.l. de kiesstelsplkwestie en de financieele kwes tie. Wat hot eerste betreft, daarin zijn zij juist Donderdagmiddag nog teleurgesteld, toen hun geliefde evenredige vertegonwonr diging in do Kamer werd afgestemd Wat de financiën betreft, daarover zijn zij het met den heer Gaiüaux hij voortduring on eens geweest. Do heer Cailïaux dreigt nu met aftreden, als de socialisten niet toe geven. Een breuk tusschen de socialisten en hot ministerie is waarschijnlijk, doch daar om behoeft het ministerie nog niet te val len Want als het geen meerderheid bij links kan vinden, is er toch groote kans, dat het met behulp van rechts wel een meerderheid vindt. Azië. Het onmetelijke Azië, met zijn talrijke, moerendeels zeer onontwikkel de bevolking, dat reeds jaren en jaren het f xploitatiegcbied- is geweest, der West* Europeesche mogendheden, begint zich in den laatsten tijd tn roeren en zich te ver zetten tegen de vreemdelingen, die er den I eoelen. Noemen wij slechts een paar na in i "-itsrh-Indiü en China. In Afghanistan hoeft Italië een appeltje te schillen met de regeering, die een Tta* liaanschen onderdaan liet terechtstellen, ofschoon op aandringen van de Ttaliaan- schö regeering hot vonnis gewijzigd wad in een geldboete. De geldboete is betaald, doch het doodvonnis werd daarna toch ton uit voer gelegd Men vreest tengevolge van de represaille-maatregelen van Italië to Afghanistan Cen enrn» '«"—i rL. vroom- dc-'ingen In China V 11 de I httlunü w r «r er ger dan beter. De viDudbro hewPgine tegon de vreemdelin mn slaat van streek op streek over. Eenige moorden zijn reeds voorgevallen, o.a op een pater en naar men vreest ook op mgr. Taecone. nposfo- lisch-vicarius. De beweging schijnt nidt spoedig te luwen, dank zij de steun der Sovjets. De troepen der buitenlandsch© mogendheden kunnen weinig uitrichten en moeten hun best doen, om zoo weinig provoceerend mogelijk op te treden. an ders wordt de herrie nog grooter. De En* gelschen houden ervan anderen de kastan jes uit hpt vuur te laten halen en probeo- ren nu ook de Chineezen onderling tegen elkaar op te zetten, waartoe zij bij d© concurreerende Pbineosche generaals kans genoeg hebben De nationalistische beweging in Britsch-' Tndië hpeft eon geduchte Irlnn gehad door den dood van haar leider Das Met het overlijden van Das verdwijnt oen figuur, die epn groot overwicht had op de niet onbeduidende extremistische elo- menten. die no" altiid sabotage on terroris me voorst;- mi ''o d"" an in Bengalen een o .„.1 - T). had FEUILLETON. door ANDRé SAVIGNON Geautoriseerd© vertaling (Nadruk verboden) Aanvankelijk moest hij het weerspanni ge dier naar zijn tijdelijk verblijf sleuren. Maar langzamerhand schikte de hond er »ch in en volgde hem druipstaartend zon der tegenstand; doch den heelen dag lag hij te janken aan de ketting, die hem aan do vaste wal hield. De leden was dat Mengham geen hond aan boord duld©, als hij er was en hij Torkoos geen uitleg te geven van die hou- dinjT Want als Prigent daartegen in wacht, dat de kapitein aan boord de baas *as en daar mee kon nemen, wie of wat hij wilde al was 't een beer, dan zei Mengham, dat hij de eigenaar van het schip was en dat nog niemand zich in 't hoofd had gehaald om aan de rechten van ®an reeder te tornen. Toch kon men niet zeggen, dat Meng- r"11 1 land aan honden had; hij maakte jnimers geen bezwaar tegen Gendarme en tnaarme was een rekel, waarmee ze ak heel wat te stellen hadden. Dit was ook al weer een geheim, waarover me- -O0n zijn hoofd gebroken had. Doch mis- '•jiien vond die koppigheid van Mengham Cen°p Z^n 00rzfiak Di het feit, dat hij te- L "^onneau geen enkel ernstig be- to "ar n hebben dan alleen dat zijo baas oer op hem gesteld was. Het was een bron van eeuwige ruzaetje»- een wond, die altijd weer opnieu.w open ging en een onuitputtelijke kwestie om er over te discussieeren. Wat Prigent betreft, hij voelde dat Mengham geen enkel redelijk motief kon laten gelden, maar hij beschikte niet over woordenrijkdom of een stroom van argu menten om hem te overtuigen en daar leed hij beslist onder. Als de twist over het dier zijn toppunt bereikte, werd Meng ham plotseling doodkalm en zei dan met zijn spottonden glimlach die den ander schaakmat zette: Maak je toch niet zoo dik Prigent. Neem cen voorbeeld aan mij, ik behandel die kwestie zoo kalm mogelijk. Ofschoon verveeld door eeuwig en altijd hetzelfde liedje, legde Gorsen bij zulke ru- zie's steeds het bewijs af van de grootst mogelijke onpartijdigheid, en van zijn hu meur op dat oogenblik hing het af hoe de oplossing van het geschil uitviel. Want nu eens overtuigde hij^Prigent, dat 't niet de moeite waard was om zooveel koffie over eenhond te zetten, en dan weer wreef hij Mengham onder zijn neus, dat het geen pas had zijn menschen als slaven te behandelen. Nauwelijks aan wal ging Prigent regel recht naar zijn hond; en nauwelijks aan boord, of Mengham's eerste zorg was, dat de hond zou verdwijnen. Ik was al gauw op de hoogte van de groote liefde van mijn oom en op de da gen, dat de kapitein met andere bezighe den zijn handen vol had, had-ik opdracht te waken voor het wel en wee van den balling. Ik werd dan naar hem toegestuurd met een of andere lekkernij, waaraan de scheepskok had meegewerkt en zeer ou der den indruk van het gewicht van mijn zending, begaf ik mij naar het kleine huisjo, waar Ramonneau treurde over de afwezigheid van zijn baas. Maar wanneer Mengham in zijn hu meur was, deed hij vaak zelf het voorstel om gezamenlijk naar Gwalpac'h te wan delen om Ramonneau een bezoek te gaan brengen. We stapten dan stevig door, ik voorop, door de weiden en velden. Onder weg gingen de drie mannen door met ru ziemaken om het niet te verleeren. Overigens waren die dagen met een zwarte kool geteekend: de tegenwoordig heid van Mengham bedierf het plcizier van den kapitein, evenzeer als ze het mijne en dat van Ramonneau bedierf. Want men begrijpt dat er dan niet aau ge dacht kon worden het dier los te maken, dat op een kleine binnenplaats vast lag en dat we om de beurt gezelschap gin gen houden. Maar als mijn oom en ik al leen waren, gave we den hond zijn vrij heid en we maakten vroolijke bokkespron gen door het gras. Soms bleven we tot laat in den avond in Gwalpac'h plakken en dan kregen we meestal gezelschap van een nieuw perso nage: een rijke inwoner van Lampaul. die, naar het me leek, zich met groote geheim zinnigheid bij ons voegde. Men bracht hem in een klein, laag zaaltje", waar in 't mid den eon tafel stond en de vier mannen bestudeerden er hun zeekaarten en praat ten heel ernstig. Die conferenties verveel den me al heel gauw, ^ant ik begon er aan to twijfelen of ze ooit iets van de be weerde schat zouden vinden, die dat ver beeldde ik me, tenminste het onderwerp van hun besprekingen uitmaakte en waar van 't geheim immers wel nooit ont- ontsluierd zou. worden. Als regel sloop ik daarom op mijn tcenen de kamer uit en zocht den ongelukkiger! gevangene op. Ik heb er vaak over nagedacht, dat we soms oen hevige begeerte hebben naar dingen, dio wo nooit zullen künnen herei ken en het ook niet van ons zelf afhangt, dat dit niet gebeurt, doch dat een of an dere# speling van het noodlot ons als het ware handelingen voorschrijft, die ons voortdurend afvoeren van het voorwerp onzer wenschen. Eveneens dragen wij al te vaak 'n mas ker voor het gelaat en nemen wij een hou ding aan, die onze ware natuur verbergen, alle vertrouwelijkheid van anderen af- stooteu en zoo de genegenheid en hartelijk heid van onze medemenschen van ons af houden, waarop wij toch heimelijk ten zeerste zijn gesteld zonder er ons misschien ten volle van bewust te zijn. En zoo blijft er rond sommige men schen, die heelemaal zoo'n slecht karakter niet hebben een soort van weefsel van misverstanden hangen, dat belet, dat men van hen houdt. Alles zou veel beter gaan, dat geloof ik vast, als er maar een beetje goeden wil werd gebruikt en wanneer van tijd tot tijd maar eens een gelukkig toeval er voor zorgde, dat do maskers worden afge rukt, die ons zoo'n onvriendelijk uiterlijk geven en de schellen van onze oogen vie len, dio ze verblindden. Een knaap en een hond waren in dit geval voorbeschikt om bij het wonder te helpen.... iets waarvan ik toen nog niet het geringste vermoeden had. Aangezien/ het ino geweldig hinderde, dat ik nog altijd tegen Mengham niets had durven vertellen van wat ik wist betref fende La Louarn, Yann en zoowel intri ges, omdat een zonderlinge angst mij van elke vertrouwelijkheid weerhield, over peinsde ik hot noodlot, dat me dwong even stom te zijn als Ram. En zoo klaagde ik eens den hond als .volgt mijn nood 't Is gek, jij en ik, we doen bijna precies 't zelfde. .Tij kan niet praten en ik durf niet. Want or zijn dingen, die ik hom niet durf vertellen. Maar wie weet? Mis schien kan jij vandaag of morgen in do gelegenheid zijn om hem 'n dienst te be wijzen. Want ik ben er zeker van, Ram, dat jij hem toch wel mag ouwe jongen. Maar zal de gelegenheid zich ooit voor doen?. Toen ik me omdraaide bemerkte ik Mengham, die zwijgend naar ons keek. En hij grijsluehte als altijd, maar ik kreeg den indruk, dat dit meer was uit- kracht van de gewoonte. Wat voer je daar weer uit? vroeg hij Altijd en eeuwig dio hond. Kom, maak 'm maar los en loopen jullie allebei eens met me mee. En hij ging ons voor in het vertrek waar mijn oom, Corsen en do geheimzinnig© vreemdeling bij elkaar zaten Op den drempel bleef ik aarzelend staan - Kom binnen, beval hij. Uit welk© duivelsehe berekening ora m© t© overtuigen van de kwaadaardigheid van Ramonneau, had hij dat gewild. Mijn oom vertrouwde zijn oogen niet; hij was zelfi heel ongerust. (Wordt vervolgd)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1925 | | pagina 9