Wie de "weelderig gekleedo schutter- icier en van voorbeen aanschouwt, zal villicht denken, dat zij minstens met burge meesters gelijk stonden. Toch is dit niet zoo. Zij werden geenszins uit de regenten kringen, zelfs niet uit de vroedschapsleden gekozen,'behoorden veeleer tot die catego rieën van bedieningen, welke vanouds de smalle diensten" heetten. Wel namen de kapiteinen, hooftmans of hoplieden der schutterij daarbij de eerste plaats in. Tijdens het beleg waren deze overeen komstig het getal der schuttersvendel, •vier in getal; hij de vermeerdering der be volking op het eind der 16e eeuw werden er zes aangesteld, welk aantal tijdens het Twaalf-jarig Bestand na de moeilijkheden over den nieuwen eed -waarover straks op negen werd gebracht; later waren er weer eens zes, in de tweede helft der 17e eeuw acht, terwijl bij het dreigend ooHogsgevaar in 1672 bet getal schutters vendels en daarmede dat der kapiteins zoo was eindelijk hun naam op zestien werd gebracht. Zooals men ziet was reeds vroeger reoTgamsafie der weermacht niet van de. lucht. Do kapiteins- werden tegen Nieuwjaar door het gerecht (.schout en schepenen) gekozen, sedert 1672 uit een nominatie, door de schutters zelf opgemaakt. Dn kapiteins kozen hun onderbevelheb bers ieder vendel bestond uit 4 kwar tieren evenals de schutters zelf; zij hielden toezicht op het doen der nacht wacht door de schutterij vorens de daar voor beslaande keuren en ordonnantiën en hielden Dinsdagsmiddags krijgsraad ter behandeling deT door de schutters beloo- pen correctiën of boelen, welke laatste bij parate executie door den majoor of wacht meester werden geïnd, waaromtrent reke ning en verantwoording-moest worden ge daan aan een burgemeester. Do kanitems stonden onder toezicht van den deken der schutterij, aanvankelijk een afzonderlek ambtenaar, later een der vier burgemeesters, die na drie maanden door een ambtgenoot werd afgelost, zoodat zij per jaar alle vier dat eerebaantje bekleed den. De deken had het opperbevel over de schutterij en de kapiteins waren gehou den, zijn aanwijzingen te volgen. Ter verdediging der stad waren er voorts n«?g twee artilleriemeesters, insgelijks door het gerecht gekozen, sinds 1672 uit de afgetreden kapiteins. Zij hadden het beheer dw stedelijke artillerie en der in het stadhuis bewaarde wapenen, uit welke voorraad in tijden van_ nood de ingezetenen en de aangenomen waard gelders werden bewapend: ook hadden zij toezicht over het kruU en lood. Z'j deden rekening aan de royeermeesters. De schutterij, die haar samenkomsten en oefeningen hield in de Schuttersdoelen -«-vandaar nu nog de naam Doel en- kazerne" had haar hoofdwacht ten stadhuize, later tot in 't begin dezer eeuw gebruikt als hoofdwacht van het garnizoen; thans dient dit vertrek lot nachtverblijf voor de zwervers, wat juist geen promotie is. Boven werd gewaagd van moeilijkheden, bij het afleggen van den schutterlijken eed. Dit was n 1618 en sproot voort uit de kerkelijke twisten tusschen Arminianen (Remonstranten) en Gomaristen (Contra remonstranten), welke twisten niet vrij bleven van de landspoiitiek Van Olden- barnevelds staatkunde werd immers ver eenzelvigd met de zienswijze der Arme- nianen, waartegenover de Prinsgezanden zich aansloten bij de Gomaristen. Het stadsbestuur nu was Remou- strantsch, de schutterij in groote meerder heid (zulks overeenkomstig de stemming onder de burgerij) Contra-remonstrantsch. Gevolg: ongehoorzaamheid en tuchteloos heid onder de schutters, die slecht opkwa men voor de gewone poortwackt, onvol doende wacht betrokken, ronden verzuim den en daarbij nog de discipline onder mijnden door heftige kerkelijke disputen, welke trouwens ondier heel de burgerij aan de orde van den dag waren. De stadsregeering, welke aan weerszij den van bet stadhuis reeds versterkingen had aangebracht over de gansche breedte der straal (de zgn. „Armeniaansche schans") en daar waardgelders (huurtroe pen) gelegerd had, naan fceT meerdere vei ligheid nog een derde vendel waardgelders in dienst, wat de stemming onder de schut terij natuurlijk niet verbeterde. Dit leidde tot het burgemeesterlijk be sluit, genomen in overleg met de hoplie den, om den schutters man voor man een nieuwen eed af te nemen, gelijk in de ge vaarlijke dagen der beeldstormerij ook al was gebeurd. De schutters moesten zweren: „den bur gemees teren en regeerders deser steede alle assistentie, hulp ende bijstand te doen, deselve mitsgaders de gerechticheden, pri vilegiën ende vrijheden deser steede te hel pen defendeeren ende beschermen, alle destruction, berovingen, oproer ende com motie binnen deser stede voorvallende te beletten ende te verhinderen." Maar ziet: meer dan 500 weigerden de zen eed af te leggen, tenzij burgemeesteren schriftelijk verklaarden, dat bij niet zou gelden in de zaak van reanonstrantisane of contra-remonstrantisme, van „religie en consciëntie". De stadsregeeriug, deze verklaring niet willende geveD, ontsloeg de weigerachtige schutters en legde hun een zware, jaarlijks te betalen boete op ter bekostiging van an dere verdedigers der stad en van nieuw aan te wijzen schutters, die tot diepe ergernis der Gereformeerden! ook uit de Roomsche en Menniste burgers werden gerecruteerd. Of dit laatste gewichtige feit den emmer deed overloopen staat niet vast, maar wel is bekend, dat. deze se.hutterlijke quaestie tot in den Hoogen Raad ter spra ke kwam, welk college er evenwel volgens de vroedschap niets mede te maken had, zijnde het een zuiver stedelijke aangelegen heid. De Statenvergadering, waarin de aan hangers van Oklenbarneveld nog de meer derheid hadden, gaf de Leideche overheid gelijk, waarop deze vooral ook wijl de „doleante" schutters collecteerden om hun onkosten te bestrijden strenge maatre gelen namen om de rust te bewaren, o.a. door het dragen van wapenen te verbieden en het verschijnen op de loopplaatsen (plaats van aantreden) door niet-vschutlers te verbieden. Een en ander gaf heel wat gestrubbel in de stad, waaraan pas een einde kwam toen Prins Maurits tusschenbeide trad en de vroedschap „verzette", zijn woord met sol- datenvertoon gezag bijzettend. De vroed schap had dit zien aankomen en de gemoe deren trachten te bedaren door aan den schutterlijken eed de gevraagde verklaring toe te voegen, dat die niet ten. nadeele van een der partijen mocht strekken, waarop de meeste onwilligen dien aflegden; voorts werd de „Arminiaansche schans" opge broken en werden de waardgelders ontsla gen. maar de Pt ins hield niet van halve maatregelen. Hij kwam persoonlijk de za ken regelen waarbij de Remonstranten het onderspit dolven en liet zich door de schutterij-officieren met handslag beloven, dat zij de eendracht zouden bewaren. Men siet uit een en ander, dat de schut terij vroeger heel wat. in de melk te brok ken had. waardoor pas recht verklaarbaar wordt, hoe de schutterlijke overlieden er toe konden komen, zich zoo kostelijk te la ten portretteeren. En nu is de schutterij er heelemaal niet meer. Slechts wat stoffige uitrustingstuk ken, enkele wapens en een paar vaandels vormen in de Lakenhal de laatste herinne ringen aan liet corps in zijn negentiend' eeuwsche gedaante. Aan fleurige schutter- stukken dacht men toen al niet meer Zoo gaat alles voorbij. AJO. RANDBEPLANTING IN SIER- EN GROENTENTUINEN. Een zeer voornaam punt bij den aanleg of het veranderen van een tuin is de af scheiding van do paden of de z.g.n. rand- beplanting. In grootere tuinen gebruikt men met succes gras, maar gras geeft verbazend veel arbeid, wil men het tenminste mooi hebben en houden. Heeft men goed onder houden grasranden, die vooral niet te smal zijn (te smalle randen drogen te snel uit en sterven), dan is dit werkelijk mooi, maar, moet men zelf den tuin in orde hou den met bescheiden middelen, zooals met vele lezers het geval zal zijn, dan geeft gras te veel z org en displeizier. Goed onderhouden grasranden of grasveldjes mogen mooi zijn, slecht onderhouden dito ontsieren in hoogen mate den tuin. Randen, die beplant zijn met laagblij- vende vaste planten (randplanten), zijn daarom, voor de bezitters van kleine tui nen vooral, te verkiezen boven grasrandëb, de voordeelen ervan zijn werkelijk niet overdreven en men heeft er hoegenaamd geen arbeid aan; men behoeft niet iedere minuut die men thuis is naar de gras- schaar te grijpen. Ook het afsteken van de kanten, dat bij gras herhaaldelijk noo- dig is en waardoor niet zelden het grint pad bemodderd wordt, is niet noodig. In rechtlijnige tuinen blijft daarom gras beter op zijn plaats, omdat men daar ook graag scherpe lijnen ziet, die men met randplanten niet zoo gemakkelijk krijgt of men moest raudpalm (buxus) gebruiken; dat vereischt echter nogal vakkennis. Een van de groote voordeelen van rand planten is ook, dat er sommigen zijn, die schitterend bloeien; denk b.v. eens aan de prachtige, witte, rijkbloeiende gras anjelieren of aan het Engelsch gras (Ar- meria) met mooie rose bloemhoofdjes. De meesten munten echter uit door hun sierlijken bladvorm en door de eigenschap dat ze sierlijke polletjes vormen, als men ze zooveel mogelijk aan hun lot overlaat. Vooral mooi blad heeft Stachys lanata. Déze plant, die in de familie is van Edel weiss, heet in de volksmond: „Ezelsoor", omdat ze bladeren heeft, die dik zijn en zeer wollig; ze is zeer gemakkelijk te kwee ken. zooals trouwens de meeste randplan ten. Ook Saxifraga Andrewsi heeft elegant blad en daarbij in MeiJuni mooie bloem-, trossen. Heeft men schaduwtuinen, waar bijna niets groeien wil, dan proheere men het met de ordinaire (niet zooals we ordinair meestal vertalen) Sleutelbloemen (Primula Veris). Ze geven in AprilMei een schat van veelkleurige bloemen en gevoelen zich wel thuis eenigszins uit de zon. Ook het Onze-lieve-Vrouwe-bedstroo en de Maag- denpalm (Vinea) en de niet te snel groeiende klimop variëteiten zijn in de schaduw uitstekend te gebruiken alsook de lage Funkia's. Keuze is er. zooals men ziet genoeg, want aan dit lijstje kunnen nog verschil lenden worden toegevoegd b.v.: Arenaria, Aubrïètia (die zoo veel lijkt op de bekende Arabis Alpina. maar rose in plaats van wille bloemen heeft en veel lager blijft), Iberis. Tlvym, Aulenaria. Ajuga veptens (prachtig), vaste-plant-violen (viola cor- nuta) en uit de zon de wilde welriekende viool (viola odorata) enz enz. In groenten tuinen en in fruit tuin en zou men randen kunnen planten van aard beien; vooral in den bloeitijd mooi en eenigen tijd later lekker. Of men plante een rijtje zuring langs het pad. Overigens bezitten we in den groefen- of fru'ttuin niet veel rarrlmateriaal of men zou zijn toevlucht moeten nemen L specerijplanten, waarover echter een at dere maal. V. H. Vragen op 't gebied van land- en tui®, bouw aan de Redactie van ,De Leidsel* Courant." SCHAAKMAT. Meneer Lichtenvoorde ging over weken trouwen, en nu kwam z'n keurig zit-slaapkamer in 't nieuwe, groote huii -van Mevrouw de Bock vrij. Overmorgen doe ik ondertrouw, zei- de hij tegen Kapitein Broos, die, al twfi en half jaar, iederen morgen tusschen ach; en half negen naast hem aan de ontbijt, tafel zat. Ik feliciteer u, zei Broos, en ik hoop dat u zich, in figuurlijken zin door o» vrouw, niet zoo dikwijls zult laten schaal- mat zetten, als ik u dat in letterlijken zin op 't bord gedaan heb. Misschien is de man, die mijn h mer huurt, 'n sterker speler dan ik, woordde Lichtenvoorde, wien de toespe- ling op het schaakmat zetten door z'n komslige vrouw onprettig aandeed. We zulen zien, zei de kapitein, q hiermee was 't gesprek, dat aan 't ontbij nooit wilde vlotten, weer geslaakt. Lich tenvoorde moest zich iederen morgen rep. pen om niet te laat op de teekenkamer var de Machinefabriek te komen, en Broor de kapitein hij de administratie wij 's morgens meestal heel slecht gehumeurd Hij had 't liefst, dat niemand tegen sprak. Toch voelde hij zich gedrongen vragen: Heeft u 't mevrouw de Bock al g«. zegd? Ja, nog geen tien minuten geleden Ze gaat 'n advertentie in de krant zetten O, die kamer is gauw genoeg weer ver huurd. Dat moet u miet zeggen. Icdereej houdt tegenwoordig pension. Als ik maar geen proleet naast me krijg, want dat verhuis ik ook. Vijf minuten later zaten de beide* heera op hun fiets en trapten, naast elkaar, dt stad in. Mevrouw de Bock, in d'r donker blauw flweelen ochtendjapon met borduursels op de schouders en meneei de Bock in z'n grijs-luster jasje, op bruin- loeren pantoffels, kwamen nu de karce binnen, gingen zitten ontbijten. Ze spra ken de eerste oogenblikkjm geen woord, omdat mevrouw daar zoo even tegen me neer in dc keuken gezegd had: Lichtenvoorde gaat de vijftiende wcj Zóóó? had meneer geschrokken ge- vraagd, terwijl-ie de „roestjes" uit de k narie-kooi op 'n ouwe krant uitklopte boe komt dat zoo? Trouwen. Oóó. 'k Heb gevraagd, of-ie 'n advertent* plaatsen -wil. Pension aangeboden bij la milie van defligen stand geen beroeps pension BESCHRIJVING DER PLAAT. NACHTGOED. No. 195. Een elegant nachthemd van lila toile de eoie, dc bekende halfzijde, die Teeus tegen zeer goedkoone prijzen te krij gen ie. Het ie thans mode lila nacht- en ondergoed met gele kant te garneeren: zoo ook dit model. De kTaag, de strook langs da mouwen en den onderkant van gele kant, terwijl een in kleur bijpassende gele broderie or> het zakie voorkomt. Kleine broderie-motiefjes ziet men eveneens viak boven de strook langs den onderkant. De ceintuur is van de lila-et of en wordt door spleetjes in het hernd gevlochten. Patroon f135. No. 196. De moderne jonge vrouw of het dito meisje draagt tegenwoordig heel dikwijls de pyama, waarvan we hier een eenvoudig model zien afgebeeld. Neem voor stof een witte rose gestreepte zephir en maak den kraag met strik van een bij passend effen rose stof. Patroon f 1 35. No. 197. Model voor een elegante pya ma van lichtgrijze toile de soie. De hals opening, het zakje, onderkant van het jasje en de mouwen rijn gegarneerd met smalle randjes fijn wit haakwerk, met veel en groote plekken a jour. De overslag is ge garneerd met een jabot van witte toile de eoio en sluit op een groote witte knoop en eenige drukkertjes Patroon f 1.35. SCHABLONEEREN. "Wat dikke, met olie of vloeibare Arabi sche gom aangemengde verf en een scha- Lloneerkwast als op de teekenin" (F); ver- dor nog een sohabloon welke gij in een winkel kunt koopen; ziedaar de drie din gen, noodig om vliegensvlug, kussens, kleedjes, theemutscn enz. te versieren. Gij kunt echter ook zolf uw schabloon vervaar digen. Neem daarvoor een vel teekenpapier toeken daarop een teekening als, bijv., een der op de plaat voorkomende, drenk het papier daarna in Mjnolie en snijdt met een scherp zakmes op een stuk vensterglas de /ersehillende doelen der teekenmg uit. zorg iragend dat deze z.g.n. niet, uit elkaar valt". Dit doet men door de teekening uit vele en vooral op zichzelf staande stnkies te doen bestaan. Lange vormen worden 4oor z.g.n. „laschjes" versterkt (zie bijv. Ü-. E). We kfinnen hier nog bijvoegen, dat bij 3et sell a blonee ren de kwast in stampende beweging gebruikt wordt (dus r.iet strij ken!!) Op de teekening zien we bij A eon ontwerp voor een theemuts: B en C zijn tafelkleedjes en D oen divan-lcuseen. A, I> ^n D zijn. reef ren koord gegarneerd dc laatste bovendien met een kwast: G heeft als omranding een geplooide strook. HAARD-KLEEDJES EN HAARD SCHERMEN OM ZELF TE MAKEN. Nu de kachel reeds lang is opgeborgen en al de bedrijvigheid van de schoonmaak voor de meesten onzer achter den rug is, hebt ge .wellicht weer wat meer tijd over, tot het vervaardigen van knutsel- of hand werkjes. De kachel is opgeborgen en liefst maar zoo ver mogelijk, want wij willen n'et aan haar herinnerd wordentot helaas wij wel weer gedwongen worden aan haar te denken. Maar zoover is 't nog lang niet! Zoo u de kachel in de nis opbergt, ont trekt go haar aan het oog door een insluit- baar scherm, een gordijntje of een los staand haardscherrapje. Prefereert ge een gordijntje? Niets is gemakkelijker te maken dan dit. Ge knipt hiervoor een soepele stof, die met Uw vloerkleed en linoleum harmo nieert. De kleur mag wel tegenstellend 'in, doch niet uit den loon van het meubilair vallen. Bevestigt go hel gordijntje aan eeu latje, dan voorziet ge het van een hoofdje; wordt het aan een roetje opgei: an een, zet ge de ringen met plooien aan, zoodat de stof wèl geplooid, doch niet met ruimte tusschen de ringen valt, waardoor ge in de nis zoudt kunnen zien. Een haardscherm is nog practischer. Het beschermt ons in den. winter tegen te felle hitte en in den zomer vult het de ru?mte aan, die ontstaan is door het verdwijnen van de kachel.. Het scherm bestaat nit een houten y—*vn, waarvan de twee standaards van platte onderstukken voorzien zijn, waarop 4 het scherm staaf Een stuk handwerklinnen of laken, waarop ge een aardig motief in wol of zijde borduurt, is reeds geschikt. Ook schab1 on en-werk leent zich uitste kend voor dit doel. Op grof linnen schablonoort ve met olie verf het best. Ook op zijde kunt ce scha- blonewerk aanbrengen, doch niet alvorens eerst de zijde in gewoon water gedompeld te hebben, waarna deze droog gestreken wordt. Deze behandeling is noodig opdat bij het schnblopeeren de kleuren niet door elkaar loopen. In plaats van een vierkant raam, kunt ge een rond of ovaal middenstuk k i. Ge doet het best den timmerman het hou ten geraamte te laten maken en dit zelf te beiteen of te verfen. Do stof wordt met koperen sierspijktrtjee opgespannen. Let echter "oed op, dat ge dit goed strak en recht doet. Het beste is het, die met z'n tweeën te doen. Zeer effectvol is zwart fluweel, waarop een bloem-motief of vogel-figuur in zijde geborduurd, het. midden-v :k van een haardscherm vormt. Ik wensch u goed succes! Met een beetje moed en ijver gelukt het zeker! ANNIE M M. PATRONEN NAAR MAAT. Papieren patronen op maat gemaakt, kunnen besteld worden onder toezending of bijvoeging van bet bepaalde bedrag plus 15 cent porto, aan het Comptoir des Patrons, Molenstraat 48 B, Den Haag. De maten op te geven volgens onderstaande teekening.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1925 | | pagina 8