INGEZONDEN IHEDEDEELING.
men in do vorige vergadering hierover.
Voor waren toen do hoeren Boonekamp,
Groenowegen en Scheer, tegen de heeren
Bos, Groenheide en Schaeffer.
De raad was nu voltallig en het voor
stel werd nu aangenomen met 4 tegen 3
gommen. De heer Duinisveld voegde zich
hij de voorstemmers.
Herstelling dorpsbrug. De Voorz. herin
nert er aan, dat in een vorige vergadering
'door den heer Schaeffer de vrees werd
geuit dat, indien tusschen de poortstijlen
beton werd gestort het ijzer spoedig zou
gaan roesten. De gemeente-architect, de
heer Goldberg is nogmaals geraadpleegd
en deze zeide, dat die vrees niet behoeft
te bestaan. De gehouden inschrijving heeft
het volgende resultaat opgeleverd: de heer
v d. Toom 865, met beton 907.50;
'Jongcirius resp. 825 en 875: Koole
831 en 881; de begrooting van den
heer Goldberg was f 735 zonder en f 835
met beton. De firma Elderhorst is daarna
nog uitgenoodigd in te schrijven, wat zij
'Ideed resp. voor f 640 en 710. Het verf-
t werk zou volgens opgave van den heer
(Horwijnen f 90 moeten kosterw; met be
gonnen 75. Do heer Schaeffer heeft ten
opzichte van den heer Goldberg een ge-
schokt vertrouwen, omdat deze er velerlei
j meeningen on na heeft gehouden Is de
heer Goldberg een werk bekend waar ge-
handeld is, zooals nu met de dorpsbrug
i. wordt voorgesteld te doen .Spr. heeft ge-
gronde reden om te meenen dat het be
ltonnen niet alleen niet noodig maar zelfs
slecht en schadelijk is. De heer Groenewe-
'gen zegt. dat de heer Goldberg heeft aan
geraden de. stijlen te betonnen. De meer
dere kosten zijn spoedig terug verdient,
'doordat het verven minder zal kosten, De
heer Duinisveld vindt liet betonnen nood
zakelijk ter voorkoming van groote ongeluk
lien. Ook al zou het betonnen der stijlen
kwee maal zooveel moeten kosten dan nog
moet het zoo gebeuren. De heer Schaeffer
"is van meening, dat er bij de inschrijving
e^n onregelmatigheid is geschied. Gebr.
I'Herhorst hebben nog in kunnen schrij-
'i na het onenen der eerste ingekomen
li Ifen. De Voorz.; dat is gedaan in het
helang der gemeente. Wil de raad het
werk evenwel in de gemeente houden, dan
is het mij ook goed. De heer Schaeffer
blijft er hij, dat er iets verkeerds is ge
beurd. Elderhost kan b.v. door het bijwerk
hoog te rekenen, zijn lage inschrijving
weer goed maken. De heer Groenewegen
wijst op de laksche en gekke houding van
de inwoners dezer gemeente, die hebben
ingeschreven. Na nog eenige discussies
wordt besloten met 2 stemmen tegen, de
stijlen der brug met beton te vullen en een
•n ander aan B. en W. over te laten.
Vermenigvuldigingscijfer inkomstenbe
lasting. B. en W. stellen den raad voor
het cijfer te bepalen op 1.4 of 1.5 (vorig
jaar was het 2.2:) De heer Schaeffer kan
zich niet veveenigen met het voorstel van
B en W. Volgens spr. kan met een cijfer
ad 1.3 worden volstaan. Spr. betoogt dit
door oen lange Teeks van cijfers voor te
lezen waaruit ten slotte blijkt, dat B. en
Voorz. valt den heer Schaeffer midden in
diens cijfer-redevoering in de reden en
stelt voor een oogenblik te pauseeren en
koffie te drinken. De heer Schaeffer had
'deze interrumptie liever gehad bij een
punt. Spr. vindt de voorzitter onbeleefd.
De Voorz. zegt, dat hij er dan een punt
achter zet. Spr. houdt niet van het onder
'den neus draaien van papieren. (De heer
Schaeffer schijnt de secretaris iets te heb
ben overhandigd.) De heer Schaeffer
windt zich op en verzoekt den Voorzitter
hem geen standje te geven maar den se
cretaris, die spr. er om gevraagd heeft.
Na het koffiedrinken vraagt de heer
Schaeffer of hij door mag gaan; de Voorz.
geeft toestemming.
De heer Schaeffer vervolgt zijn rede om
i kot do conclusie te komen, dat een cijfer
van 1.3 genoeg is. Hierdoor zou, althans
voor één jaar, de banvloek, die over Zoc-
/termeer ligt worden opgeheven en het cij-
•"fcr gelijk zijn aan dat van Zegwaard. De
Voorz. meent te spreken namens allen,
wanneer hij de heer Schaeffer dankt voor
de moeite die hij zich heeft getroost om
al die cijfers te verzamelen en uit te wer-
ken Spr. heeft ze evenwel niet zóó kun-
nen volgen, dat hij nu direct in staat is
('aan den raad voor te stellen ,om met den
♦'(heer Schaeffer mee te gaan. Spr. wil de
cijfers gaarne aan een nadere beschouwing
onderwerpen en in een volgende vergade-
i' ring beslissen. De heer Scheer merkt op,
{'dat Burgemeester en secretaris aan een
'cijfer van 1.4 zijn gekomen en dat spr. en
de heer Groenewegen voor 1.5 waren om
i aan den hoogen kant te blijven teneinde
i, later niet in moeilijkheden te geraken bij
eventueele tegenvallers. De heer Groene
nwegen merkt op, dat bet niet gaat om Zoe-
(termeer met Amsterdam te vergelijken
zooals de heer Schaeffer doet. In Amster-
I 'dam worden de aanslagen opgesteld vol
gens de boeken, welke daar algemeen wor
den hijgehouden. In Zoetermeer wordt ge-
I werkt met het z.g. „piepsysteem". Daarom
is het bedrag der kwade posten hier veel
i hooger in verhouding met Amsterdam,
j Hierna wordt nog besloten aan de wa-
ïerleidingcomhinatie te verzoeken, het bui-
Sennet op den Broekweg te verlengen tot
tWed. Huisman.
Vervolgens sluiting.
Buitenl. Berichten
Mijngasontploffing in Henegouwen.
'5 arbeiders levend verbrand.
Een mijngasontploffing heeft plaats
gehad in de schacht Bas-Longpré, behoo-
yendo tot de mijn Monceau-Fontaine te
iMarchiennes-au-Pont. Een arbeider was
met yuur bezig, toen plotseling een gewel
dige ontploffing plaats had. Vijf arbeiders
(werden gedood. Zes andere arbeiders van
"(jDen reddingsbrigade liepèn ernstige brand
wonden op. Van twee hunner is de toe-
Ciand zorgwekjjg^ -
Het moderne Perzië
Een medewerker van de Vossische Ztg.
is naar Perzië gereisd en geeft thans in
zijn blad een overzicht van den soeiaal-eco-
nomischen toestand van dit land.
De helft der Perzische bevolking, vooral
de vrouwen, leeft nog net zooals in de
overoude tijden. Tusschen Eva en de „mo
derne" Perzische vrouw is er eigenlijk
slechts één verschil, namelijk dat de vrou
wen in het tegenwoordige Perzië bij alle
warmte gekleed gaan als een Eskimo in
wintertijd. Zij leven eigenlijk als de sla
vinnen hunner echtgenooten; geld hekomen
ze nooit in handen; ook niet in rijke hul
zen, waar de eerste knecht'voor alles zorgt.
Bezit een vrouw een zeker vermogen, dan
wordt het in baar goud of zilver volkomen
renteloos bewaard.
Iedere stad heeft een eigen stelsel van
maten en gewichten en een eigen munt
stelsel. Zilver wordt natuurlijk overal aan
vaard. De groote banken geven eigen bil
jetten uit, waarvan de waarde in iedere
stad verschilt.
Perzië heeft nog zoo goed als geen spoor
wegen. Alle transport heeft er plaats met
kameelen of hoogstens met wagens. De
prijs van allo dingen, behalve de eerste
levensbenoodigdheden, is er dan ook bui
tengewoon hoog. Toch zijn de Europeesche
of Amerikaansche fahrieksvoortbrengselen
in zeer vele gevallen nog goedkooper dan
de producten van het binnenlandsch hand
werk.
Graan verbouwt Perzië alleen voor eigen
gebruik. Perzië heeft buren, die gTaag zijn
overschot aan graan zouden koopen. maar
in verband met de verouderde landbouw
methodes, het volkomen gebrek aan kunst
mest-en de jammerlijke verkeersmiddelen
is er echter nog steeds geen Perzische
graanuitvoer. Het gevolg van dien achter
lijken toestand is een vrij sterke emigratie.
Ook rijst, thee en tabak worden uitsluitend
voor eigen gebruik verplant. Suiker'is een
belangrijk importartikel. Rusland en Enge
land concurreeren op de Perzische suiker
markt. De suiker is er echter slecht. Men
beweert, dat de „Russische" suiker eigen
lijk uit Tsjecho-Slowakije komt. Opium
wordt veel verbouwd, niet alleen voor eigen
gebruik, maar ook voor export. De Geneef-
sclie controle over de opiumproductie zal
een aantal zeer hoog betaalde Volkenbonds-
amhtenaren naar Perzië doen komen: ver
der blijft alles natuurlijk onveranderd
Een groot deel der Perzische bevolking
is thans nog nomadisch. Hot. vee is echter
slechts van geringe waarde. De uitvoer van
levende dieren is zeer gering en de Perzi
sche huiden spelen geen rol op de inter
nationale markt.
De wol uit Perzië heeft een groote rol
gespeeld in den tijd van den Amerikaah-
sclien burgeroorlog. Thans echter verwerkt
het land zijn eigen wol en worden er zelfs
nog heel wat wollen goederen uit Engeland,
Frankrijk en Japan ingevoerd. Ook Rus
land geeft zich veel moeite om weer textiel-
waren in Perzië in te voeren. Vroeger, toen
de groote textielstad Lodz nog Russisch
was, spoelde de Russische wol een groote
rol in Perzië, thans echter is Rusland er
overen; alhoewel de regeering daartoe alle
middelen aanwendt en b.v. zoo ver gaat een
Perzische textielfahriok te koopen en stil
te leggen, ten einde de vraag naar buiten-
landsche waren te vergrooten. De Engelsch-
Indische import is in de laatste maanden
zelfs nog grooter geweest dan de Engelsche
Perzische wol doet natuurlijk, denken aan
Perzische tapijten. Bij het vervaardigen
daarvan speelt de aniline een groote rol.
De oude trots, die aniline verachtte, is ge
weken. Twee derde der Perzische kleedeu
zijn met aniline gekleurd. De tapijtennij
verheid is weer volop aan 't werk. De voor
naamste afnemers zijn Amerika, dat naar
eigen patronen laat werken; Turkije, dat de
kleeden verder verkoopt en Engeland.
Van de netto-winst der Engelsche pe-
troleum-maatschappij, die in Perzië werkt,
krijgt de regeering 16 pCt.; het kapitaal ls
een half milliard marken. De stichtersaan-
deelen geven meer dan 100 pCt. dividend.
Hoeveel de regecring krijgt, na allerlei fi-
nancieele manipulaties, is piet precies te
zeggen. Heel veel is het zeker niet.
De achterlijkheid van het Perzische ver
keerswezen en van den economischen toe
stand in 't algemeen wordt voor een deel
geweten aan de bewuste politiek van En
geland, dat geen krachtig Perzië wil.
I.AWD- EN TUINBOUW
UIT DE LANDB9UWWERELD.
Meimaand kan een lieflijke maand zijn,
door dichters is zij bezongen als de
schoonste en lieflijkste. Bij den boer wekt
zij dan blijde verwachtingen op van een
rijken mild'en oogst. Maar ook wordt de
landbouwer in deze maand herinnerd aan
zijn verplich tingen a s staats
burger jegens den fiscus; door de
ontvangst van het aangifte-biljet voor de
Rijksinkomstenbelasting en de Vermogens
belasting. Met die aangifte zitten velen
nog verlegen: wat moeten zij invullen,
wat is hun werkelijk zuiver inkomen? Dat
is moeilijk vast te stellen, wanneer geen
aanteekening wordt gemaakt. Wie eerlijk
wil zijn tegenover den fiscus en zich zelf
ook niet wil te kort doen, dient boek te
te houden. Daarmee moet dan thans, met
de maand Mei, worden begonnen: hot op
maken van den inventaris, waarmee moet
worden aangevangen, is, nu de voorraad
schuren leeg zijn, het best te doen. Acht
men zich in staat, zelf de boekhouding
naar behooren hij te houden, dan sóhaffe
men zich een der eenvoudige landbouw
boekhoudingen aan, welke in den handel
zijn. Ziet men er tegen op, of heeft men
geen tijd er toe, dan wende men zich tot
zijn Organisatie: in de meeste provinciën
is thans een Bureau voor Landbouwboek-
houden gevestigd, waar men tegen zeer
billijke vergoeding het geheele jaar door
uit de gegevens, welke de boer opzendt,
een behoorlijke boekhouding samenstelt.
Men heeft dan geen zorg voor den fiscus;
wie den Keizer geeft, wat des Keizers is,
kan gerust slapen.
De Zomertijd houdt nog de gemoe
deren in beweging. Stad en platteland
staan nog scherp tegenover elkander.
Toch, nu het pleit andermaal door den
boer is verloren, gaan hier en daar stem
men op, die vóór een compromis, een
minnelijke schikking, zijn. Daartoe moet
het onzes inzien komen. Er is aan beide
zijden een niet-begrijpen, een niet-willen-
begrijpen vaak ook. De stedeling miskent
de nadeelen van den Zomertijd, de schade
en den, hinder daarvan, voor den boer,
den veehouder vooral; en meent, dat het
verzet daartegen voortvloeit uit boeren-
Kupi/iguwm; :mn)oer ziet veeiai mei m,
dat een uur méér zonlicht per dag, zooals
de zomertijd schenkt, door duizenden en
duizenden, nu zij het eenige jaren ach
tereen hebben genoten, noode wórdt ge
mist. Noch aan de eene, noch aan de an
dere zijde wil men toegeven; toch moet
het. Handhaving van den Zomertijd als
tot dusver zal bij een groot deel der vee
houders steeds op verzet blijven stuiten:
het is waarlijk te veel gevergd, om in 't
voor- en vooral in het najaar, bij koud
en guur weer, 's morgens in het duister
naar het land te gaan, om daar de koeien
te zoeken en te melken. Wordt evenwel de
Zomertijd beperkt tot drie maanden, dan
is er, dunkt ons, een basis tot verzoe
ning gelegd; dan zal de massa der boe
ren zich laten vinden en over verdere be
zwaren heenstappen; en de stedeling, die
dan goeddeels zijn zin krijgt, kan dan ook
tevreden zijn. Moge het spoedig in de Ka
mers tot zulk een compromis komen!
Met groote voldoening mag melding
worden gemaakt van het succes, dat onze
paardenfokkers hebben behaald op
de tentoonstelling te Milaan. Daar is de
energie, die ondernemingsgeest van de
Vereeniging „Het Nederlandsche Trek
paard" bekroond, doordat haar inzending
in een 6-tal categorieën niet minder dan
5 eerste prijzen verwierf, 't Is inderdaad
verdiend, want die vereeniging heeft ge
toond, durf te hebben, en wars te zijn vail
den Jan Salie-geest, die, helaas, in land-
bouwkringen nog zoo veelvuldig heerscht
en voorzit. Haar devies schijnt te zijn:
Vooruit! en: Excelsior! Er is gewerkt de
laatste jaren. Jaarlijks worden tentoon
stellingen georganiseerd, teneinde aan de
bezoekers uit het buitenland, die werden
genoodigd. te. laten zien, wat de paarden
fokkerij hier vermag. In 1922 werd een
collectie paarden naar Kopenhagen ge
zonden. En enkele weken geleden gingen
een 10-tal beste koudbloed-paarden uit
het Zuiden van ons land naar Italië. Daar
in de vruchtbare Po-vlakten, is wellicht
een afzetgebied te vinden. Men betrok
daar reeds fokdieren uit België en Frank
rijk; waarom zou de Nederlandsche fok
ker daar ook geen zaken kunnen doen?
Zoo heeft men gedacht, en het bij die ge
dachte niet gelaten. Het behaalde succes
moge ook op ander terrein een prikkel
zijn, om de handen in een te slaan, en met
vereende krachten, door het brengen van
geldelijke offers ook, aan het buitenland
te laten zien het beste, dat wij kunnen
produceer en.
Er is laatst to Utrecht een twoedaagsch
Congres gehouden over vervolgon
derwijs. Tal van sprekers en spreek
sters voerden daar het woord over het
groote belang van onderwijs aan de niet-
leerplichtige jeugd, 't Wordt gevoeld, in
verschillende kringen, dat 'er voor die kin
deren iets moet worden gedaan, nu het
Vervolgonderwijs in verval is gekomen.
Dit onderwijs werd vóór enkele jaren ge
geven aan 968 openbare scholen, nu nog
slechts op 164 De vermindering bedraagt
bij bijzondere protestanlsche scholen 108,
bij bijzondere Kath. scholen 151. Over 't
geheel is er een teruggang van 80 pet. Dat'
kan schromelijke gevolgen hebben zoowel
in de stad als op het platteland. Het te
vroeg afgebroken onderwijs gaat voor een
groot deel weer verloren, door gedurige
bevestiging, door verwerking en uitbrei
ding van het geleefde, kan dit het werke
lijk bezit der leerlingen worden en blij
ven. Een der sprekers, de bekende land-
bouwman de heer Jac. WeÜeinan, burge
meester van Krabbendijke, vergeleek in
zijn „leekepraaije" de jonge menschen
met de planten; veel gewassen op het
veld hebben nog eenigen tijd van narij-
ping noodig, en Je landbouwer zorgt er
voor, aai uit proooo oruLpr de., gunstigste
omstandigheden kan plaats hebben; zoo
ook moet door voortgezet onderwijs de
kennis rijpen, welke de lagere school den
leerlingen heeft bijgebracht. Hij achtte
het onderwijs aan de niet leerplichtige
jeugd ook voor het platteland noodzake
lijk en klemmenu, en wees er terecht op,
evenals mej. Th Mansholt, directrice van
de Huishoudschool „de Rollecate", dat
zulk onderwijs algemeen vormend moet
zijn, en zich daar moet aanpassen bij de
omgeving, en meer nog dan het Lager
Onderwijs, in het volle leven moet staan.
Mevr. BuysKlein, Gbr. onderwijzeres
en leerares Nijverioidsondorwi js te Ze-sl,
pleitte met warmte voor een echt vrouwe
lijke opleiding van onze jonge meisjes.
Moge dit Congres vruchten dragen! De
drie Centrale Landbouworganisaties heb
ben eveneens beur aandacht op deze be
langrijke zaak gevestigd, en in een adres
aan den Minister van Binnenl. Zaken en
Landbouw, waarin gewezen wordt op de
ernstige bezwaren, welke het land- en
tuinbouwonderwijs door de afschaffing
van het Vervolgonderwijs ondervindt, Z.
Exc. dringend verzocht de mogelijkheid
in overweging te willen nemen, het Ver
volgonderwijs te herstellen.
VOOR ONZEN GROENTENTUIN.
Brusselsch Witlof en Schorseneeren.
Hoewel ze al meer en meer gegeten
worden en dientengevolge ook meer
en meer geteeld, hebben bovenstaande
groentesoorten nog niet die bekendheid
gekregen, welke hen eigenlijk toekomt.
Beide, maar vooral het Bruselsch "Witlof
(Brusselsche sla, suikerij enz.) zijn een
zeer fijne, gezonde groentensoort. die
en dat is do voornaamste verdienste
juist geconsumeerd wordt ln een tijd, dat
er bijna geen versche groenten te krijgen
zijn. '4
Hoewel voor het kweeken van witlof
tamelijk veel komt kijken, is het voor den
liefhebber toch tamelijk wel te doen; wat
geeft het per slot van rekening, al worden
de kropjes misschien eens niet zoo groot
als die men koopt; de smaak blijft tocb
precies eender.
Men kan het zaaien in April of Mei,
zelfs nog in Juni, dus als nagewas voor
spinazie, raapstelen of als tusschen-gewas
tusschen tuinboonen of erwten.
Men kan op bedden zaaien of men kan
op één bed zaaien, om later de planten op
rijen uit te planten. Zaait men op bedden,
dan gebruike men ongeveer 1 gr. zaad per
M2., en, zoodra de plantjes boven den
grond staan, dunt men ze uit, zoodat ze
onderling ongeveer 15 cM. uiteen komen te
staan. Plant men ze op rijen, dan komen
de regels ongeveer 25 cM. uiteen en op den
regel komen ze weer 15 cM. uiteen.
In October, als het gevaar voor nacht
vorsten komt, dan begint het witlof pa.s
arbeid te vergen, want men eet niet de
wortel en ook niet het loof dat ln den
zomer gemaakt is?- maar msr. eet het loof,
dat in den y 'ui'flr wwdt ui Jat
we op de een of andere manier bleekon,
d. w. z. in het donker houden.
In October dan haalt men de wortels uil
den grond en men snijdt het loof eraf op
pl.m. 2 cM. na. Vervolgens zet men de
wortels bijna tegen elkaar kr'jgt, maar
kisten met losse aarde, ook kan men ze in
een schuurtje in goede losse aarde zetten
en vervolgens dekke men het geheel toe,
en wel zoo, dat de bovenste kopjes onge
veer 25 cM. toegedekt zijn; dan dekke men
het toe met alle koude-werende stoffen,
zakken, matten, bladeren, riet, stroo enz.
als men maar vinden kan en dan is wach
ten do boodschap. De wortels gaan nu
groeien en de bladeren, die ze vormen,
staan geheel in het donker, dus zulen ze
geel worden en de aarde zorgt meteen, dal
men gpen losse bladeren krijgt,, maar
kropjes.
Na 4 a 6 weken, dat hangt af van den
tijd waarin men het doet, grave men maar
eens een gaatje om te kijken of de kropjea
al groot genoeg zijn; de wortels die een
maal een kropje gegeven hebben zijn zoo
goed als waardeloos.
Stelt men niet zoo zeer prijs -op vaste
kropjes en is men tevreden met lossr bla
deren, die even smakelijk zijn als ki >pjes,
dan behoeft men de wortels slechts tot den
kop in losse aarde te zetten en meu behoeft
ze dan niet met aarde e. d. toe te dekken;
wel moet men zorgen, dat ze in het donker
staan opdat de Jdaderen geel worden, en
hoe warmer men ze kan zetten, des te eer
der heeft men oogstbare bladeren. Dit gaat
heel goed in vorstvrije kelders. De wortels
waarvan men bladeren gekweekt heeft,
kan men laten staan. u-nnt die geven latei
weer een oogst
Zoowel kroppen m;, bulderen kan men
kweeken, door de wortels op plaatsen
waar men weinig ruimte heeft, tegen een
muur of in een hoek op te stapelen mol
tusschen iedere raag pl.m. 1 c.M. losse
aarde; voor het kweeken van kroppen is
het nu natuurlijk weer noodig er nog 20
25 c.M. zand of aarde tegen te zetten ei
verder koudewerend materiaal. Voor he
kweeken van Schorseneeren, waarvan mer
de wortel eet, na die te hebben afgeschrapt
gebruike men evenals voor Brusselse!
witlof tamelijk losse, zeer voedzame aarde
Het gebruik van versche, lange mest is a
te raden, daar het er ons om te doen isj
flinke rechte, dikke wortels te kweeken
Men zaaie op bedden en men gebruike onJ
geveer 3 gr. zaad per M2. Wie het nojj
zaaien wil, die doe het heel gauw, daai
eigenlijk de tijd zoo'n beetje voorbij is: bi
te vroeg zaaien heeft men echter veel las
van zaadschieters, wat niet voordeelig is
De gewone zwarte Schorseneer is wel di
beste en de meest geteelde.
Men kan de schorseneeren desnoodi
's winters buiten in den grond laten staan
maar als het dan vriest kan men ze van
wege de hardheid van den grond nie
rooien en niet eten, daarom verdient he
aanbeveling, ze in October-November voor
zichtig zonder breken op te rooien en oi
een vorstvrije plaats in zand b.v. op t
bergen. Ook kan men ze in den tuin oi
een hoop zetten en toedekken met blaij
stroo e.d.
Schorseneeren worden nioUzjjp groot a!
witlof, dus geeft men ze op de zaaibeddei
ook minder ruimte; ongeveer. 5 8 -c.M
uiteen is voldoende. V. H.
Vragen op 't gebied van land- en tuin
bouw aan de redactie van de „Leidsch!
Courant."
U8T EE PERS
WEEST OP UW HOEDE.
Mr. J. Brans Woltering schrijft ondei
bovenstaanden titel het volgende in Di
N e d e r 1 a n d s c li e Hanze, or gaai
-van den Ned. R. K. Middenstandsbond:
,,'t Is den laatsten tijd voor een meisj
moeilijk om aan een behoorlijke betrekkin]
te komen. Dat zult ge zelf ook wel he
merkt hebben. Vooral op kantoren en bu
reaux, waar vroeger menig middenstands
meisje een prettigen, goed-gesalarieerdei
werkkring vond, voelt men den laatste!
tijd opmerkelijk veel voor mannelijk
krachten. Natuurlijk hebt ge u al eens af
gevraagd: hoe komt dat? En tot welk
conclusie bent ge toen gekomen? Waar
schijnlijk tot de volgende; „Er zijn tegen
woordig zooveel huisvaders en toekomstig
huisvaders, die op een posiffè zitten l'
wachten dat men de weinig beschikbar
plaatsen liever aan hen gunt dan aan ee
meisje, dat het meestal niet broodnoodi;
heeft" Gedeeltelijk hebt ge het bij ht
rechte eind, maar och, er bestaan no
andere redenen, waarom men niet vei
meer voelt vcor vrouwelijk personeel.
Hoogst zelden worden die redenen open
hartig tegen de vrouwen gezegd. Mis
schien zijn ze u rog niet ter oore gekc
men, daarom wil ik ze u hier even vertel
len. Wellicht kunt gc er uw voordeel me
doeu. Nu dan, men vindt de meisjes nil
ernstig genoeg hij haar werk. De werkgi
vers klagen er over dat zo teveel babbelei
tengevolge waarvan fouten en vergissir
gen worden gemaakt. Men neemt het haa
kwalijk, dat ze in veel te dure. cbiml
toiletjes op het kantoor verschijnen, waal
door ze elkanders aandacht en vooral di
barer mannelijke collega's van hun taa
afleiden. Ook verdenkt men haar van wel
nig belangstelling in haar werk. omdi
haar gedachten zoo in beslag genoms
zijn door toiletaangelegenheden en stadl
nieuwtjes. Tenslotte bestaat er ontevredej
heid over haar plichtsbetrachting. Ze lid
hen den naam gauw thuis te blijven f
nooit eens uit zichzelf wat extra tijd vol
haar kantoorarbeid over te hebben.
Ik weet niet, of al deze klachten S1
grond zijn. Dat ze echter bestaan is t
ker. En wie der jonge meisjes onder
zoo gelukkig is nog een maatschappelij'
positie te hebben bemachtigd, zal go'
doen met deze klachten rekening te hoi
den. Men heeft op 't oogenblik de vrouW
op de bureaux en kantoren, niet noodi