Tweede Blad
LUK Mo. V.
Dinsdag 5 Mei 1925
UIT DE PERS
GODSDIENST EN ZEDELIJKHEID.
De Volkskrant schrijft:
Professor mr. Leo Polak heeft voor de
vrijdenkersvereeniging „De Dageraad" de
stelling ontwikkeld, dat godsdienst niets
met zedelijkheid, d.w.z. met goed en
kwaad te maken heeft.
Godsdienstige zedelijkheid is volgens
hem even onbestaanbaar als godsdienstige
roodheid of blauwheid.
De zedelijkheid hangt niet af van
iemands godsdienst, maar van iemands
karakter.
Niet door den godsdienst, maar door
eigen kennis en gevoel van goed en kwaad
moet men gedreven worden.
Indien de vrijdenkers met dergelijke
stellingen tevreden zijn, moeten zij het
weten.
Maar men zou hun willen vragen, eens
om zich heen te zien.
Zij zullen niet tegenspreken, integen
deel met voldoening toestemmen, dat het
godsdienstig besef en het godsdienstig
leven aanmerkelijk zijn afgenomen.
De zedelijkheid is inderdaad in zeer
veel gevallen los komen te staan van den
godsdienst.
Welnu, is de wereld, is ons land in ze
delijk opzicht vooruitgegaan, minstens op
hetzelfde peil gebleven, zoodat althans
geen verlies of achteruitgang te consta-
teeren valt?
Wel niemand zal dit durven beweren.
Het begrip zedelijkheid is in veel geval
len op bedenkelijke wijze verduisterd,
zedelijkheidin den ruimsten zin genomen
en zedelijkheid in den meer beperkten
van goede zeden.
En wat zegt professor Polak van het
feit, dat we noemen maar één, doch
sterk sprekend geval door ouders en
hoofden van onderwijsinrichtingen zoo
bitter geklaagd wordt over de toenemende
onzedelijkheid onder het opkomend ge
slacht, over de vunze lectuur die in hun
bezit wordt aangetroffen, een zoo vaak
voorkomend verschijnsel, dat ook de libe
rale pers op strenge maatregelen daarte
gen lieeft aangedrongen.
Indien dit de vrucht is en dat is het
van het wegvallen van den steun, dien
'den godsdienst schenkt, hebben we hier
dan niet met een allerjammerlijkst ver
schijnsel te maken, dat met het verkondi
gen van een paar stellingen niet uit de
wereld is te helpen?
Maar bovendien, indien de godsdienst
geheel zou verdwijnen, wat voor wereld
zou men dan krijgen?
Zeker, men zou nog rechtschapen en
zedelijk-goede individuen overhouden, in
■wie de vlam van hst goddelijke onbewust
zou uitslaan, maar de massa zou teugel
loos voorthollen, er enkel op bedacht om
•tot eiken prijs van het korte aardsche be
staan te profiteeren en te genieten.
Zelfzucht zou de wereld verscheuren,
'de eene mensch zou tegen den ander op
staan, over heel de linie zou de strijd om
het bestaan wreed en meedoogenloos ont
branden.
Laten professor Polak en „De Dage-
taad" blij zijn, dat millloenen en millioe-
nen zich laten leiden' door den godsdienst
en hieruit de kracht putten voor daden
van zelfopoffering en naastenliefde en in
getogenheid, want werd het menschdom
zooals zij het zich wenschen, dan zou de
aarde een hel worden.
BIMfaEMLfifêD
R.-K. Bond voor Groote Gezinnen.
De belastingwetten.
Het bestuur van boven genoemden bond.
vertegenwoordigd door zijn voorzitter, den
heer J. M. F. van Meegeren uit Venlo, en
door den heer J. M. H. v. d. Ven, inspec
teur der belastingen uit Heerlen, heeft een
onderhoud gehad met de R.-K. Kamer
fractie, die als haar woordvoerder had
aangewezen, het Kamerlid J. B. v. Dijk.
Naar voren werd gebracht het verzoek
om in de naaste toekomst door ons gehee-
le belastingstelsel heen, meer dan tot nu
toe, het beginsel te huldigen van „belasting
naar draagkracht".
Toegezegd werd dat in het a.s. najaar
de kwestie der belastingen in haar geheel
door de R.-K. Kamerfractie onder de oogen
zal gezien worden. Dan zullen we gelegen
heid krijgen onze principes nader te ont
wikkelen.
Gelet op het feit, dat reeds in 1918 en
evenzoo bij de verkiezingen in 1922 en
thans weer in 1925 in het program van
actie staat opgenomen, meer verlichting
in de belastingen voor groote gezinnen,
meende ons bestuur, dat het blijk zou ge
ven van ernstig willen om daadwêrkelij-
ken steun aan 't groote gezin te verleenen,
door gedaan te krijgen, dat nog in deze
zittingsperiode het ontwerp „weeldebelas
ting" in behandeling zal worden getfomen.
Daardoor zal het groote gezin eenigszins
directen steun ondervinden.
Tenslotte werd door ons het verzoek om
genoemd ontwerp door den invloed der
R.-K. Kamerfractie binnenkort in het
Staatsblad te krijgen, nog eens schriftelijk
ingediend. Een gelijkluidend schrijven
werd bovendien gericht tot Z.Exo. den mi
nister van Financiën en tot den voorzitter
der Tweede Kamer.
Uit de besprekingen bleek voldoende dat
van de zijde der R.-K. Staatspartij slechts
een gering kansje werd mogelijk geacht dat
de stervende Kamer dit onderwerp nog zal
aansnijden. Maar in ieder geval beloofde
het Kamerlid v. Dijk dat a.s. Woensdag 6
Mei nog eens in de R.-K. Kamerfactie de
aandacht op deze zaak zal worden geves
tigd.
Laten we hopen, nu er zulke verwach
tingen zijn gewekt, doordat de minister
van Financiën het ernstig voornemen heeft
het groote gezin te steunen, dat de bespre
kingen in de R.-K. Kamerfactie tot goede
resultaten mogen voeren.
Ter nagedachtenis van Belgische
Soldaten-Mijnwerkers
Onthulling van een
monument te Heerlen
Zondagmiddag heeft op het kerkhof te
Heerlen onder grooto belangstelling plaats
gehad de onthulling van het monument
van de „Souvenir Beige", opgericht voor
de nagedachtenis van de Belgische solda
ten, die gedurende den oorlog ln de mijnen
gewerkt hebben. Het aantal vereenigingen
van Belgische oudstrijders was groot.
Onder de aanwezigen merkten wij op
den heer Smit, militair attaché bij het Bel
gisch gezantschap te Den Haag, vertegen
woordiger der Belgische regeering, den
Belgischen consul uit Maastricht het col
lege van B. en W., doken Nicolaye, Mgr.
Poels, den burgemeester van Maastricht
en Hoensbroek, den garnizoens-comman-
dant van Maastricht, Kolonel Ochsendorf.
Het eerst werd het woord gevoerd door
den heer Mousset, president van de „Sou
venir Beige" te Brussel, die een indruk
wekkende rede hield en dank bracht aan
allen, die hebben medegewerkt aan de tot
standkoming van dit monument. Spreker
draagt het monument aan de gemeente
over en vraagt den burgemeester, dat deze
de zorg ervoor op zich zal nemen.
De Belgische vlag, welke met monu
ment bedekt, valt dan neer, de Nederl.
militairen lossen driemaal een salvo vuur,
de „Brabangonne" groet.
De burgemeester van Heerlen, mr. Was
zink, aanvaardde het monument met een
hartelijke rede, legde namens het gemeen
tebestuur een krans neer en drukte den
wensch uit,dat de vriendschap tusschen Ne
derland en België onvergankelijk mocht
zijn.
Nu klonk het „Wilhelmus", waarna ver
schillende der aanwezigen het woord voer
den. Het zangkoor der Oranje Nassau-
mijnen zong zeer stemmig „Ceux qui sont
pieusement mort pour la patrié".
Vervolgens werd gedefileerd voor het
monument, dat omgeven was van veel
bloemen.
Mgr. Seipel
Mgr. dr. Seipel heeft Zaterdag, ia gezel
schap van dr. Duffek, den Oostenrijkschen
zaakgelastigde in Den Haag, een bezoek
aan Tilburg gebracht. Het gemeentebe
stuur heeft hen ten stadhuize ontvangen.
Des avonds hield hij een lezing over: Wirt-
schaftkrieg und Friedeswirtscbaft.
Mgr. Seipel is hedenochtend 11 uur 68
min. aangekomen aan het station D.P. te
Rotterdam. Hij was vergezeld van gene
raal Kalff, voorzitter van do Neder-
landsch-Oostenrijksche vereeniging, en den
heer Van der Mandere, secretaris van het
ontvangstcomité.
Namens het gemeentebestuur ontving
mr. James de gasten aan het station.
Mgr. Seipel ging eerst een paar bezoe
ken afleggen, en werd daarna door het ge-
heele dagslijksche bestuur der gemeente
ontvangen in de burgerzaal van het stad
huis.
Vervolgens wa3 er een lunch in het ge
bouw van de Koninklijke roei- en zeilveiv
eeniging de Maas, van waaruit het gezel
schap te 3 uur met de Stad Rotterdam een
boottocht maakte, waaraan ook de haven
meester, de heer Willinge, de directeur
van gemeentewerken, de heer De Roode,
en de leden van het Rotterdamscbe comité
van ontvangst deelnamen.
De boottosht zou tot half 6 uur duren.
Vanavond spreekt mgr. Seipel in de Han-
delshoogeschool.
Een held!
Onder de rubriek „Hors d'Oeuvre" lezen
we in „De Maasbode":
Aan den vooravond van den eersten Mei
dag voelde Kleerekoper als de „Oproerige
Krabbelaar" zijn lyrisch hart popelen van
roode Mei-vreugde.
Hij zou ook als Kamerlid een dag va
cantia nemen, en met een roole bloem op
z'n beste kleeren met het schorem mee
marcheeren.
En hij dichtte enthousiast:
„Klop maar, Kooien, met je hamer,
Maling morgen aan de Kamer,
Maling aan de groene banken,
Maling aan de dooie klanken
Van de suffe burgerij,
Mórgen vier ik d' Eersten Mei".
Er mocht gebeuren wat er wilde. JKlee-
rekoper zegt, dat hij met geen stok naar
de Kamer te krijgen is:
„De ministers met hun allen
Mogen morgen voor mij vallen,
En een ander stel meneeren
Kan in hun plaats gaan regeeren.
Daar blijf ik Siberisch bij,
Morgen vier ik d' Eersten Mei".
En nu was 't de eerste Mei, maar wie
niet met het schoren uit wandelen ging,
dat was de koene A. B. Klerekoper alias
de Opoerige Krabbelaar.
Buiten plaste 't van je welste en bij par
tijgenoot Heijermans in zijn Jiddische
Schelven kan men lezen hoo een bepaalde
oategorie van menschen den dood gezien
hebben aan het natte water.
Ze mogen al overmoedig beweren, dat zij
zich zullen gaan verdrinken; die ze ken
nen lachen er om, wetend dat deze helden
nog hun voet niet in het koude water dur
ven steken.
Dies gezien regen en wind, ging ook
Kleerekoper niet uit wandelen met het
„schorem", maar borg zich veilig op in de
suffe Tweede Kamer en zag verlangend uit
naar den kloppenden hamer van Kooien,
toen sommige leden den dichterlijken held
wat in de maling wilden nemen.
LEGER EN VLOOT
Herhalingsoefeningen.
In 1925 moeten voor herhalingsoefenin
gen opkomen:
le. de lichtingen '19 en '21 van de re
gimenten infanterie der n© en IVe divisie,
de 3e en 4e schoolcompagnie van het re
giment wielrijders, de le en 2e compagnie
hospitaal-soldaten (met uitzondering van
de ziekenverplegers der lichting '21) voor
17 dagen;
2e. de lichting '22 van alle regimenten
infanterie, compagnieën wielrijders en
hospitaalsoldaten (zonder de ziekenver
plegers) voor 17 dagen;
8e. de lichting '18 van de onder ls. ge
noemde onderdeelen voor zoover betreft
de dienstplichtigen die het vorig jaar door
overplaatsing aan de herhalingsoefenin
gen onttrokken zijn, voor 17 dagen;
4e. de lichtingen '19 en '21 van de re
gimenten infanterie der Ie en Ille divisie,
de le en 2e compagnie wielrijders en de
3e en 4e compagnie hospitaalsoldaten
(zonder de ziekenverplegers van '21) voor
zoover betreft dienstplichtigen die hot vo
rig jaax door overplaatsing aan de her
halingsoefeningen onttrokken zijn, voor
17 dagen;
5e. de lichting '18 van de huzaren voor
18 dagen;
6e. de lichting '22 van de huzaren, de
paardenverzorgors voor 17 en de overigen
voor 24 dagen;
7e. van de lichting '18 do dienstplich
tigen afkomstig van do cavalerie thans in
gedeeld bij de treinafdeeling der artillerie
brigades, voor 13 dagen;
8e. lichting '19 van de veld- en rijdende
artillerie, voor 18 dagen;
9e. lichting '22 van de veld- on rijdendo
artillerie, voor 17 dtfgen;
10e. lichtingen '19 en '22 van de vesting
artillerie voor 13 dagen;
11e. lichtingen '19 en '22 van de kust-
artilierie, voor 13, resp. 17 dagen;
12e. lichtingen '19 en '22 van de lucht
doelartillerie, de pontonniers, de genie, de
schoolcompagnie van den motordionst en
de intendancetroepen, voor 17 dagen;
13e. lichting '22 van de torpedisten,
voor 17 dagen.
N.B. Bij alle onderdeelen komen de on
derofficieren 7 dagen langer op dan hier
boven genoemd.
Aan de herhalingsoefeningen wordt niet
deelgenomen door dienstplichtigen der
lichtingen '19 en '21 die bij de onder le.
genoemde onderdeelen zijn overgeplaatst
nadat zij het vorig jaar de herhalings
oefeningen bij andere onderdoelen hebben
volbracht; en ook niet door dienstplichti
gen van de administratietroepen wier
eerste oefening langer dan 8l maand
heeft geduurd.
Vrijgesteld zijn zij dio elders wonen dan
in Nederland, België, Hannover, Westfo-
len en de Rijnprovincie, of die verder dan
drie uur gaans buiten de Nederlandsche
grens wonen en daaromtrent tevoren een
verklaring van het hoofd der t>olitie of
een Nederlandsch consulair ambtenaar in
zenden, zoomede zij die tijdens de oefe
ningen voor, zeevaart (niet voor zeevis-
scherij) buitenslands zijn.
Op aanvraag kan door den minister van
Oorlog vrijstelling worden verleend aan
hen, die zoolang vrijwillig hebben gediend,
dat herhalingsoefening voor hen niet noo-
dig is, of in dringende gevallen wegens
onmisbaarheid in ambt, betrekking of als
kostwinner.
De aanmelding voor de herhalingsoefe
ningen moet gesohieden 's morgens voor
acht uur voor hen die in de plaats van
opkomst wonen of deze zonder openhaar
middel van vervoer bereiken. De overige in
Nederland verblijvenden moeten hun reis
voor 8 uur 's morgens aanvangen op don
dag van opkomst. De buiten Nederland
verblijvenden moeten zich voor 4 uur des
middags aanmelden.
Gemengde Berichten
De ramp van de Schelde.
Nabij den Zuidpler te Hoek van Hol
land is het lijk aangespoeld van den 22-ja-
rigen Jan Sas uit Vlaardingen. omgeko
men bij de ramp van De Schelde. Hot lijk
zal te Vlaardingen ter aarde worden be
steld.
De ontploffing te Zutphon.
De toestand van het 8-jarige knaapje A.
Casteman, dat tengevolge van de ontplof
fing op de stortplaats aan den Tadema-
singel te Zutphen hevige brandwonden be-
kwam, isshoogst ernstig. Een oog is reeds
weggenomen. Men vreest voor zijn leven.
Door den stroom gedood.
De vijftienjarige zoon van den kopersla
ger R. te Lichtenvoorde, was bezig oen
electrische verlichting aan te brengen in
zijn duivenhok. Met beide handen greep
hij den kabel, die onder stroom stond,
vast. Hij bleef aan den draad hangen^ De
moeder, die alleen thuis was, deed ver-
goefsche pogingen hem te bevrijden. Het
5.36
6.60
6.45
660
7.36
7.60
7.50
7.60
7.50
7.50
8.06
8.10
8.60
10.20
UIT DE RADIQ-WEÜZLD.
Wat er vanavond ie he uren is.
uur: Hilversum 1050 M. Vóór*
avondconcert. 1. Strauss March
(Mezzaoapo); 2. Anakremi
(Ouverture) Chorubini; 3. Rfive
do Printemps (Strauss) 4. Eló*
gie (Rachmanikoff); 5. Hoff
manns Vertellingen (Offen
bach); 6. Musikalisehe Seifon*
btasen (ïïrbach); 7. Czardas du
Ballet Coppelia; 8. La Beloto
Wals; 9. It had tot be you; 10.
Finale.
Eiffeltoren 2600 M Concert.
Mönchen 485 M. Populair con*
eert
Alle Britse he stations: Tijdsein
Big Ben en nieuws.
Londen 365 M. Muziek.
Berlijn 500 M. „Fidel'o",
opera.
M Alle andere Britacho stations,
behalve Ghelmsford: Sympho*
nie-conoert van Ixmden.
Hamburg 895 M. TannhSusoif
und der S&ngerkrieg aus drnr
Wartburg.
Zürich 515 M Musikalischem
Maifeier.
Brussel 265 M. Gala-concert.
Ghelmsford 1600 M. Gonoort.
Frankfurt 470 M. Conoert.
Münchon 485 M. Knmerimw
ziekavond.
H Münater 410 M. Concert.
H Rome 425 M. Nieuws on con*
cert.
Radio-Paria 1780 M. Tsjocho*
Slowaaksche muziek.
Hilversum 1050 M. Concert. 1.
Spaniseh Polniach Marsch: 2.
a. Morgenzang, b. Dametje 8.
a. One, two, three, four. b. Ha*
waiian Rainbow. 4. Liederen
van Tosti. a. Ici bas. b. Ideale.
5. Ouverture (Flotow). 6. Bede
(A. Heinze). 7. a. Mellow
Moon, b Hawaiian Melody 8.
Aria uit „Elias". 9 Sur los
Remparts (A. Sainlos). 10.
Deamy. 11. An der schónen
grfinen Naronta (Komzak). 12.
a. Die Vesper (Beethoven), b.
O, Pepita (Muffler) 13. Walzer-
iraum (Strauss).
Ghelmsford 1600 M. Rede van
den len minister v Engeland.
h Petit Parisian 348 M. Concert
Alle Britsdhe stations: Dans
muziek uit S-n-OT Hotel 1§
Londen
mocht haar echter mot g«?iToen
eindelijk meer hulp kwam opdagen, was
het reeds te laat. Do ontboden geneesheer
constateerdo den dood.
Het auto-ongeluk te Amsterdam.
De dame uit Rotterdam, dio Vrijdag
avond met vier andore personen in een
auto gezeten in het Rokin, to Amsterdam,
te water geraakte en wier levensgeesten
pas na een uur opgewekt konden wordnn,
is in het Binnengasthuis overleden. Da
toestand van de andere dame is ernstig.
Hot lijk is door do justitie in beslag geno
men.
Het auto-ongeluk bij Hardenbcrg.
Hot tweede slachtoffer van het auto-on*
geval te Baaider is in het ziekenhuis to
Hoogeveen overleden.
Een kind verbrand.
In het gezin M. in do Prins Hendrik*
straat te IJmuidep had men de kinderen
Zaterdag een oogenblik alleen in het huis
gelaten. Eon 4-jarig zoontje kwam te dicht
bij de brandondo kachel, waardoor zijn
kleeren in brand geraakten. Met ernstigs
brandwonden overdekt word do kleino
Tiaar de Johannes de Deo te Haarlem vor*
voerd, waar hij is overleden
Slecht water.
De keuringsdienst van wa«-en te Zut
phen hoeft oen onderzoek ingesteld nanr
de deugdelijkheid van hot water, Iwlwelk
door de bakkers in hot ressort van den
dienst wordt gebruik). Het resultaat was,
dat bij 17 van de 18 bakkers het gebruikte
water ondeugdelijk Jileek.
Besmettelijke huidziekte.
Op geneeskundig advies is de openhar#
FEUILLETON.
19)
Maak je niet ongerust, kalmeerde
oom Schutz. Dat is nergens voor noodig.
Geloof maar vrij, dat ik mijn woorden zou
wikken, en wegen, als ik niet de zekerheid
had dat Sidoine een buitengewone gezond
heid geniet. Had ik die stellige zekerheid
niet, die alle onrust wegneemt, dan zou ik
er om zwijgen uit vrees je angst op het
lijf te jagen met hetgeen ik je moet ver
tellen.
Hemel nog toe, zuchtte Jeanne, wat
is er dan gebeurd?
Om je de waarheid te zeggen, ik
vraag mij af of ik straks niet stekeblind
ben geweest en 'dit is een reden te meer om
deze zaak koelbloedig te onderzoeken. Op
het oogenblik dat madame Eulalie Si
doine zag en met hem sprak want zij
heeft met hem gesproken 'meende ik
om je geen angst of vrees aan te jagen leg
ik den nadruk op meenen meende ik
Sidoine op een geheel andere plaats te
hebben gezien.
In het doodenhuis? kreet Jeanne
angstig van een voorgevoel.
Het komt er nu niet op aan, waar ik
hem heb meenen te zien, zei oom Schutz
op een gemaakten luchthartigen toon, om
dat het zeker is, dat hij het niet was, om
dat het zeker is dat hij op hot oogenblik
bij madame Eulalie was of dat hij vandaar
kwam.... Doch juist omdat dit geen be
lang heeft, wil ik gaarno bekennen, dat
het in het doodenhuis is, dat ik hem ge
zien heb.
Mijn God! Mijn GodI Meent ge
Neen, zei oom Schutz met overtui
ging, ik zal je den tijd niet geven om zul
ke veronderstellingen ook maar even in
je te laten opkomen. Het is onmogelijk,
dat ik Sidoine in het doodenhuis gezien
heb. Dat is een uitgemaakte zaak. Maar
aangezien ik eerst vast en. zeker nleende
hem daar gezien te hebben, berust op mij
de plicht mijn vergissing uit te leggen.
Hier kunnen jouw veronderstellingen nut
tig zijn. Ik zoek het niet langs omwegen,
de oplossing van de zaak is een dubbel
ganger, die een rol speelt.
Een dubbelganger?
Ja. Ik verzeker je, dat hij, dien ik ge
zien heb, als twee druppels water op Si
doine leek. Overigens, je zal toch wel aan
nemen, dat er gelijkenis moet bestaan om
mij zoo te vergissen. Je zult het met me
eens zijn, dat er gisteren dingen voorge
vallen zijn, waarvoor geen uitleg te vin
den is.
En de veronderstelling van een dubbel
ganger, behalve dat zij mijn vergissing van
heden uitlegt, heeft het voordeel, ons ten
minste den sleutel van het raadsel van gis
teren te geven of tenminste ons er dicht
bij te brengen.
Herinner je alles goed en bedenk eens
of iets, al is 't ook schijnbaar een onbe
duidend iets, ons thans niet verder kan
brengen.
Een dubbelgangerl herhaalde Jeanne
ontsteld, bijna ten prooi aan een verstands
verbijstering.
Oom Schutz hypothese had een geweldi
gen indruk op haar gemaakt.
Dit alles komt mij buitengewoon
zonderling voor, zei zij*. Aangenomen, dat
Sidoine een dubbelganger heeft, dan zou
het toch wel een wonder zijn, dat hij van
die gelijkenis tot in ons eigen huis komt
gebruik maken.
Zeker, dit is allemaal buitengewoon
en juist omdat ik 't niet begrijp, probeer ik
er uit wijs te worden. Zie jij soms een an
dere verklaring?
Neen, zei Jeanne, op een droeven
toon, maar wat ik wel weet, dat is, dat ik
opnieuw in angst zit.
Kom, kom. Ga nu niet opnlouw be
ginnen 1 Ik lier baal dat er geen reden tot
ongerustheid bestaat. We hebben alleen
een geheim te ontsluieren en ik ben spe
ciaal teruggekomen, in de hoop, dat je mij
zoudt kunnen helpen. Ik ben van plan
naar het doodenhuis terug te gaan
Ja, ja oom, onmiddellijkI
In ieder geval moet ik er naar toe om
een vergissing te herstellen. Maar ik zx)u
al de noodige gegevens willen hebben om
deze vergissing geheel uit den weg te rui
men, zoowel voor jouw geruststelling als
voor da mijne. Ik hoop, dat die dubbel-,
ganger de gelijkenis niet zoover zal drij
ven, dat hij hetzelfde pak als Sidoine
Jeanne gaf nu de meest volledige in
lichtingen en beschreef zelfs de kleinste
dingen, die do ware Sidoine ln zijn zak
ken kon hebben. En zij deed het allemaal
op 'n lamenteerenden toon om toch oom
Schutz maar te bewegen zoo vlug en zoo
voorzichtig mogelijk te handelen.
Nog gonsden oom'i ooren van haar
weegeklaag, toen hij naar het voorloopige
doodenhuis terugijlde.
Binnenkomend in den morgen zag hij
een man, die bezig was heel gewetensvol
de maat te nemen van lijk no. 5, en dan
alles in een notitieboekje opschreef.
Het was do bediende van den begra
fenisondernemer, die in het doodenhuis
de noodige schikkingen kwain nemen op
last van zijn patroon. Met een gelen meter
nam hij de lengte en breedte op. Om ge
makkelijker te kunnen werken, had hij zijn
zilveren ketting, die hem als bidder zoo
fraai stond bij een begrafenisstoet, op den
vloer neergelegd.
Oom Schutz, verwonderd, dat men zoo
vlug gevolg aan zijn instructies gaf, koek
den lijkbidder met een vragenden blik aan
en wist niet goed hoe hij het aan zou leg
gen om de bestelling van de doodkist in
te trekken. Hij was nog bij zich zelf aan
het overleggen toen do lijkbidder, gebo
gen over het doode lichaam, zich op
richtte. Oom Schutz zag nu het gelaat van
den overledene en op dezen afstand scheen
bet hem geheel anders als straks.
Hij trad nader, met eerbied*begroet
door den lijkbidder,'die in hem den goeden
klant zag, en toen zag oom Schutz dat
het lijk heelemaal niet op Sidoine geleek.
Het was een man, stellig van rond de vijf
tig jaar. Het verschil was zoo groot, dat
hij zelf niet eens aan een gelijkonis dacht.
Wel allemachtigl dat is krast sta
melde hij.
Kras, dat zegt iedereen, mijnheer, die
hier komt, iedereen is hier verbaasd en
verwonderd, zei de Lijkbidder.
Dit had ik niet kunnen droomen! riep
oom uit, die er zich zelf niet van verdacht
bijziende te zijn. En nochtans moest hij
nu bekennen, dat hij heel slecht gezien
had, en zelfs nog wel tweemaal.
Hij dacht een oogenblik na, terwijl da
lijkbidder hem argwanend bekeok.
Men heeft zo toch niet van plaats
veranderd? vroeg oom Schutz, wijzend op
de lijken, en aldus trachtte hij zijn vergis
sing uit te loggen.
Voor zoover ik weet, geloof ik van niet,
mijnheer.
Met een vastberaden stap ging de oude
heer langs do lijken en lichtte één voor
één do lijkwaden op.
Neen, neen, neenl riep hij uit, toon
hij zijn onderzoek geëindigd had. Ik be-
bogrijp er niets van, geen sikkepit.
Luister, zei hij tot den lijkbidder,
zooeven heb ik bij uw patroon oen dood
kist besteld.
Ja, een gebeeldhouwdo eiken kist
met zinken binnenkist. Een mooie bestel
ling.
Het was voor dit lijk.... Neenl vooi
'n ander. Het was voor ccn lijk dat op
deze plaats lag. Nu is het oen ander. D#
andere is niot dood.'Begrijp je mij?
Neen, zei do lijkbidder droogjes.
Zeker lag do uitlegging van oom Schuti
aan grooto onduidelijkheid.
Toch is alles dood eenvoudig, zoi hij.
Het was voor een ander en dio ander blijkt
niet dood te zijn. Dus heb ik geen kist
noodig.
liet zou ongetwijfeld tot een heftigo kib
belpartij tusschen oom en den lijkbidder
gekomen zijn, die do zaak alles bohalv#
kalm opvatte, als die niet was verhinderd
door de plotselinge verschijning van den
heer Tringle, die op hot hard gepraat
binnengekomen was.
(Wordt vervolgd).