Tweede Blad LUK Mo. V. Dinsdag 5 Mei 1925 UIT DE PERS GODSDIENST EN ZEDELIJKHEID. De Volkskrant schrijft: Professor mr. Leo Polak heeft voor de vrijdenkersvereeniging „De Dageraad" de stelling ontwikkeld, dat godsdienst niets met zedelijkheid, d.w.z. met goed en kwaad te maken heeft. Godsdienstige zedelijkheid is volgens hem even onbestaanbaar als godsdienstige roodheid of blauwheid. De zedelijkheid hangt niet af van iemands godsdienst, maar van iemands karakter. Niet door den godsdienst, maar door eigen kennis en gevoel van goed en kwaad moet men gedreven worden. Indien de vrijdenkers met dergelijke stellingen tevreden zijn, moeten zij het weten. Maar men zou hun willen vragen, eens om zich heen te zien. Zij zullen niet tegenspreken, integen deel met voldoening toestemmen, dat het godsdienstig besef en het godsdienstig leven aanmerkelijk zijn afgenomen. De zedelijkheid is inderdaad in zeer veel gevallen los komen te staan van den godsdienst. Welnu, is de wereld, is ons land in ze delijk opzicht vooruitgegaan, minstens op hetzelfde peil gebleven, zoodat althans geen verlies of achteruitgang te consta- teeren valt? Wel niemand zal dit durven beweren. Het begrip zedelijkheid is in veel geval len op bedenkelijke wijze verduisterd, zedelijkheidin den ruimsten zin genomen en zedelijkheid in den meer beperkten van goede zeden. En wat zegt professor Polak van het feit, dat we noemen maar één, doch sterk sprekend geval door ouders en hoofden van onderwijsinrichtingen zoo bitter geklaagd wordt over de toenemende onzedelijkheid onder het opkomend ge slacht, over de vunze lectuur die in hun bezit wordt aangetroffen, een zoo vaak voorkomend verschijnsel, dat ook de libe rale pers op strenge maatregelen daarte gen lieeft aangedrongen. Indien dit de vrucht is en dat is het van het wegvallen van den steun, dien 'den godsdienst schenkt, hebben we hier dan niet met een allerjammerlijkst ver schijnsel te maken, dat met het verkondi gen van een paar stellingen niet uit de wereld is te helpen? Maar bovendien, indien de godsdienst geheel zou verdwijnen, wat voor wereld zou men dan krijgen? Zeker, men zou nog rechtschapen en zedelijk-goede individuen overhouden, in ■wie de vlam van hst goddelijke onbewust zou uitslaan, maar de massa zou teugel loos voorthollen, er enkel op bedacht om •tot eiken prijs van het korte aardsche be staan te profiteeren en te genieten. Zelfzucht zou de wereld verscheuren, 'de eene mensch zou tegen den ander op staan, over heel de linie zou de strijd om het bestaan wreed en meedoogenloos ont branden. Laten professor Polak en „De Dage- taad" blij zijn, dat millloenen en millioe- nen zich laten leiden' door den godsdienst en hieruit de kracht putten voor daden van zelfopoffering en naastenliefde en in getogenheid, want werd het menschdom zooals zij het zich wenschen, dan zou de aarde een hel worden. BIMfaEMLfifêD R.-K. Bond voor Groote Gezinnen. De belastingwetten. Het bestuur van boven genoemden bond. vertegenwoordigd door zijn voorzitter, den heer J. M. F. van Meegeren uit Venlo, en door den heer J. M. H. v. d. Ven, inspec teur der belastingen uit Heerlen, heeft een onderhoud gehad met de R.-K. Kamer fractie, die als haar woordvoerder had aangewezen, het Kamerlid J. B. v. Dijk. Naar voren werd gebracht het verzoek om in de naaste toekomst door ons gehee- le belastingstelsel heen, meer dan tot nu toe, het beginsel te huldigen van „belasting naar draagkracht". Toegezegd werd dat in het a.s. najaar de kwestie der belastingen in haar geheel door de R.-K. Kamerfractie onder de oogen zal gezien worden. Dan zullen we gelegen heid krijgen onze principes nader te ont wikkelen. Gelet op het feit, dat reeds in 1918 en evenzoo bij de verkiezingen in 1922 en thans weer in 1925 in het program van actie staat opgenomen, meer verlichting in de belastingen voor groote gezinnen, meende ons bestuur, dat het blijk zou ge ven van ernstig willen om daadwêrkelij- ken steun aan 't groote gezin te verleenen, door gedaan te krijgen, dat nog in deze zittingsperiode het ontwerp „weeldebelas ting" in behandeling zal worden getfomen. Daardoor zal het groote gezin eenigszins directen steun ondervinden. Tenslotte werd door ons het verzoek om genoemd ontwerp door den invloed der R.-K. Kamerfractie binnenkort in het Staatsblad te krijgen, nog eens schriftelijk ingediend. Een gelijkluidend schrijven werd bovendien gericht tot Z.Exo. den mi nister van Financiën en tot den voorzitter der Tweede Kamer. Uit de besprekingen bleek voldoende dat van de zijde der R.-K. Staatspartij slechts een gering kansje werd mogelijk geacht dat de stervende Kamer dit onderwerp nog zal aansnijden. Maar in ieder geval beloofde het Kamerlid v. Dijk dat a.s. Woensdag 6 Mei nog eens in de R.-K. Kamerfactie de aandacht op deze zaak zal worden geves tigd. Laten we hopen, nu er zulke verwach tingen zijn gewekt, doordat de minister van Financiën het ernstig voornemen heeft het groote gezin te steunen, dat de bespre kingen in de R.-K. Kamerfactie tot goede resultaten mogen voeren. Ter nagedachtenis van Belgische Soldaten-Mijnwerkers Onthulling van een monument te Heerlen Zondagmiddag heeft op het kerkhof te Heerlen onder grooto belangstelling plaats gehad de onthulling van het monument van de „Souvenir Beige", opgericht voor de nagedachtenis van de Belgische solda ten, die gedurende den oorlog ln de mijnen gewerkt hebben. Het aantal vereenigingen van Belgische oudstrijders was groot. Onder de aanwezigen merkten wij op den heer Smit, militair attaché bij het Bel gisch gezantschap te Den Haag, vertegen woordiger der Belgische regeering, den Belgischen consul uit Maastricht het col lege van B. en W., doken Nicolaye, Mgr. Poels, den burgemeester van Maastricht en Hoensbroek, den garnizoens-comman- dant van Maastricht, Kolonel Ochsendorf. Het eerst werd het woord gevoerd door den heer Mousset, president van de „Sou venir Beige" te Brussel, die een indruk wekkende rede hield en dank bracht aan allen, die hebben medegewerkt aan de tot standkoming van dit monument. Spreker draagt het monument aan de gemeente over en vraagt den burgemeester, dat deze de zorg ervoor op zich zal nemen. De Belgische vlag, welke met monu ment bedekt, valt dan neer, de Nederl. militairen lossen driemaal een salvo vuur, de „Brabangonne" groet. De burgemeester van Heerlen, mr. Was zink, aanvaardde het monument met een hartelijke rede, legde namens het gemeen tebestuur een krans neer en drukte den wensch uit,dat de vriendschap tusschen Ne derland en België onvergankelijk mocht zijn. Nu klonk het „Wilhelmus", waarna ver schillende der aanwezigen het woord voer den. Het zangkoor der Oranje Nassau- mijnen zong zeer stemmig „Ceux qui sont pieusement mort pour la patrié". Vervolgens werd gedefileerd voor het monument, dat omgeven was van veel bloemen. Mgr. Seipel Mgr. dr. Seipel heeft Zaterdag, ia gezel schap van dr. Duffek, den Oostenrijkschen zaakgelastigde in Den Haag, een bezoek aan Tilburg gebracht. Het gemeentebe stuur heeft hen ten stadhuize ontvangen. Des avonds hield hij een lezing over: Wirt- schaftkrieg und Friedeswirtscbaft. Mgr. Seipel is hedenochtend 11 uur 68 min. aangekomen aan het station D.P. te Rotterdam. Hij was vergezeld van gene raal Kalff, voorzitter van do Neder- landsch-Oostenrijksche vereeniging, en den heer Van der Mandere, secretaris van het ontvangstcomité. Namens het gemeentebestuur ontving mr. James de gasten aan het station. Mgr. Seipel ging eerst een paar bezoe ken afleggen, en werd daarna door het ge- heele dagslijksche bestuur der gemeente ontvangen in de burgerzaal van het stad huis. Vervolgens wa3 er een lunch in het ge bouw van de Koninklijke roei- en zeilveiv eeniging de Maas, van waaruit het gezel schap te 3 uur met de Stad Rotterdam een boottocht maakte, waaraan ook de haven meester, de heer Willinge, de directeur van gemeentewerken, de heer De Roode, en de leden van het Rotterdamscbe comité van ontvangst deelnamen. De boottosht zou tot half 6 uur duren. Vanavond spreekt mgr. Seipel in de Han- delshoogeschool. Een held! Onder de rubriek „Hors d'Oeuvre" lezen we in „De Maasbode": Aan den vooravond van den eersten Mei dag voelde Kleerekoper als de „Oproerige Krabbelaar" zijn lyrisch hart popelen van roode Mei-vreugde. Hij zou ook als Kamerlid een dag va cantia nemen, en met een roole bloem op z'n beste kleeren met het schorem mee marcheeren. En hij dichtte enthousiast: „Klop maar, Kooien, met je hamer, Maling morgen aan de Kamer, Maling aan de groene banken, Maling aan de dooie klanken Van de suffe burgerij, Mórgen vier ik d' Eersten Mei". Er mocht gebeuren wat er wilde. JKlee- rekoper zegt, dat hij met geen stok naar de Kamer te krijgen is: „De ministers met hun allen Mogen morgen voor mij vallen, En een ander stel meneeren Kan in hun plaats gaan regeeren. Daar blijf ik Siberisch bij, Morgen vier ik d' Eersten Mei". En nu was 't de eerste Mei, maar wie niet met het schoren uit wandelen ging, dat was de koene A. B. Klerekoper alias de Opoerige Krabbelaar. Buiten plaste 't van je welste en bij par tijgenoot Heijermans in zijn Jiddische Schelven kan men lezen hoo een bepaalde oategorie van menschen den dood gezien hebben aan het natte water. Ze mogen al overmoedig beweren, dat zij zich zullen gaan verdrinken; die ze ken nen lachen er om, wetend dat deze helden nog hun voet niet in het koude water dur ven steken. Dies gezien regen en wind, ging ook Kleerekoper niet uit wandelen met het „schorem", maar borg zich veilig op in de suffe Tweede Kamer en zag verlangend uit naar den kloppenden hamer van Kooien, toen sommige leden den dichterlijken held wat in de maling wilden nemen. LEGER EN VLOOT Herhalingsoefeningen. In 1925 moeten voor herhalingsoefenin gen opkomen: le. de lichtingen '19 en '21 van de re gimenten infanterie der n© en IVe divisie, de 3e en 4e schoolcompagnie van het re giment wielrijders, de le en 2e compagnie hospitaal-soldaten (met uitzondering van de ziekenverplegers der lichting '21) voor 17 dagen; 2e. de lichting '22 van alle regimenten infanterie, compagnieën wielrijders en hospitaalsoldaten (zonder de ziekenver plegers) voor 17 dagen; 8e. de lichting '18 van de onder ls. ge noemde onderdeelen voor zoover betreft de dienstplichtigen die het vorig jaar door overplaatsing aan de herhalingsoefenin gen onttrokken zijn, voor 17 dagen; 4e. de lichtingen '19 en '21 van de re gimenten infanterie der Ie en Ille divisie, de le en 2e compagnie wielrijders en de 3e en 4e compagnie hospitaalsoldaten (zonder de ziekenverplegers van '21) voor zoover betreft dienstplichtigen die hot vo rig jaax door overplaatsing aan de her halingsoefeningen onttrokken zijn, voor 17 dagen; 5e. de lichting '18 van de huzaren voor 18 dagen; 6e. de lichting '22 van de huzaren, de paardenverzorgors voor 17 en de overigen voor 24 dagen; 7e. van de lichting '18 do dienstplich tigen afkomstig van do cavalerie thans in gedeeld bij de treinafdeeling der artillerie brigades, voor 13 dagen; 8e. lichting '19 van de veld- en rijdende artillerie, voor 18 dagen; 9e. lichting '22 van de veld- on rijdendo artillerie, voor 17 dtfgen; 10e. lichtingen '19 en '22 van de vesting artillerie voor 13 dagen; 11e. lichtingen '19 en '22 van de kust- artilierie, voor 13, resp. 17 dagen; 12e. lichtingen '19 en '22 van de lucht doelartillerie, de pontonniers, de genie, de schoolcompagnie van den motordionst en de intendancetroepen, voor 17 dagen; 13e. lichting '22 van de torpedisten, voor 17 dagen. N.B. Bij alle onderdeelen komen de on derofficieren 7 dagen langer op dan hier boven genoemd. Aan de herhalingsoefeningen wordt niet deelgenomen door dienstplichtigen der lichtingen '19 en '21 die bij de onder le. genoemde onderdeelen zijn overgeplaatst nadat zij het vorig jaar de herhalings oefeningen bij andere onderdoelen hebben volbracht; en ook niet door dienstplichti gen van de administratietroepen wier eerste oefening langer dan 8l maand heeft geduurd. Vrijgesteld zijn zij dio elders wonen dan in Nederland, België, Hannover, Westfo- len en de Rijnprovincie, of die verder dan drie uur gaans buiten de Nederlandsche grens wonen en daaromtrent tevoren een verklaring van het hoofd der t>olitie of een Nederlandsch consulair ambtenaar in zenden, zoomede zij die tijdens de oefe ningen voor, zeevaart (niet voor zeevis- scherij) buitenslands zijn. Op aanvraag kan door den minister van Oorlog vrijstelling worden verleend aan hen, die zoolang vrijwillig hebben gediend, dat herhalingsoefening voor hen niet noo- dig is, of in dringende gevallen wegens onmisbaarheid in ambt, betrekking of als kostwinner. De aanmelding voor de herhalingsoefe ningen moet gesohieden 's morgens voor acht uur voor hen die in de plaats van opkomst wonen of deze zonder openhaar middel van vervoer bereiken. De overige in Nederland verblijvenden moeten hun reis voor 8 uur 's morgens aanvangen op don dag van opkomst. De buiten Nederland verblijvenden moeten zich voor 4 uur des middags aanmelden. Gemengde Berichten De ramp van de Schelde. Nabij den Zuidpler te Hoek van Hol land is het lijk aangespoeld van den 22-ja- rigen Jan Sas uit Vlaardingen. omgeko men bij de ramp van De Schelde. Hot lijk zal te Vlaardingen ter aarde worden be steld. De ontploffing te Zutphon. De toestand van het 8-jarige knaapje A. Casteman, dat tengevolge van de ontplof fing op de stortplaats aan den Tadema- singel te Zutphen hevige brandwonden be- kwam, isshoogst ernstig. Een oog is reeds weggenomen. Men vreest voor zijn leven. Door den stroom gedood. De vijftienjarige zoon van den kopersla ger R. te Lichtenvoorde, was bezig oen electrische verlichting aan te brengen in zijn duivenhok. Met beide handen greep hij den kabel, die onder stroom stond, vast. Hij bleef aan den draad hangen^ De moeder, die alleen thuis was, deed ver- goefsche pogingen hem te bevrijden. Het 5.36 6.60 6.45 660 7.36 7.60 7.50 7.60 7.50 7.50 8.06 8.10 8.60 10.20 UIT DE RADIQ-WEÜZLD. Wat er vanavond ie he uren is. uur: Hilversum 1050 M. Vóór* avondconcert. 1. Strauss March (Mezzaoapo); 2. Anakremi (Ouverture) Chorubini; 3. Rfive do Printemps (Strauss) 4. Eló* gie (Rachmanikoff); 5. Hoff manns Vertellingen (Offen bach); 6. Musikalisehe Seifon* btasen (ïïrbach); 7. Czardas du Ballet Coppelia; 8. La Beloto Wals; 9. It had tot be you; 10. Finale. Eiffeltoren 2600 M Concert. Mönchen 485 M. Populair con* eert Alle Britse he stations: Tijdsein Big Ben en nieuws. Londen 365 M. Muziek. Berlijn 500 M. „Fidel'o", opera. M Alle andere Britacho stations, behalve Ghelmsford: Sympho* nie-conoert van Ixmden. Hamburg 895 M. TannhSusoif und der S&ngerkrieg aus drnr Wartburg. Zürich 515 M Musikalischem Maifeier. Brussel 265 M. Gala-concert. Ghelmsford 1600 M. Gonoort. Frankfurt 470 M. Conoert. Münchon 485 M. Knmerimw ziekavond. H Münater 410 M. Concert. H Rome 425 M. Nieuws on con* cert. Radio-Paria 1780 M. Tsjocho* Slowaaksche muziek. Hilversum 1050 M. Concert. 1. Spaniseh Polniach Marsch: 2. a. Morgenzang, b. Dametje 8. a. One, two, three, four. b. Ha* waiian Rainbow. 4. Liederen van Tosti. a. Ici bas. b. Ideale. 5. Ouverture (Flotow). 6. Bede (A. Heinze). 7. a. Mellow Moon, b Hawaiian Melody 8. Aria uit „Elias". 9 Sur los Remparts (A. Sainlos). 10. Deamy. 11. An der schónen grfinen Naronta (Komzak). 12. a. Die Vesper (Beethoven), b. O, Pepita (Muffler) 13. Walzer- iraum (Strauss). Ghelmsford 1600 M. Rede van den len minister v Engeland. h Petit Parisian 348 M. Concert Alle Britsdhe stations: Dans muziek uit S-n-OT Hotel 1§ Londen mocht haar echter mot g«?iToen eindelijk meer hulp kwam opdagen, was het reeds te laat. Do ontboden geneesheer constateerdo den dood. Het auto-ongeluk te Amsterdam. De dame uit Rotterdam, dio Vrijdag avond met vier andore personen in een auto gezeten in het Rokin, to Amsterdam, te water geraakte en wier levensgeesten pas na een uur opgewekt konden wordnn, is in het Binnengasthuis overleden. Da toestand van de andere dame is ernstig. Hot lijk is door do justitie in beslag geno men. Het auto-ongeluk bij Hardenbcrg. Hot tweede slachtoffer van het auto-on* geval te Baaider is in het ziekenhuis to Hoogeveen overleden. Een kind verbrand. In het gezin M. in do Prins Hendrik* straat te IJmuidep had men de kinderen Zaterdag een oogenblik alleen in het huis gelaten. Eon 4-jarig zoontje kwam te dicht bij de brandondo kachel, waardoor zijn kleeren in brand geraakten. Met ernstigs brandwonden overdekt word do kleino Tiaar de Johannes de Deo te Haarlem vor* voerd, waar hij is overleden Slecht water. De keuringsdienst van wa«-en te Zut phen hoeft oen onderzoek ingesteld nanr de deugdelijkheid van hot water, Iwlwelk door de bakkers in hot ressort van den dienst wordt gebruik). Het resultaat was, dat bij 17 van de 18 bakkers het gebruikte water ondeugdelijk Jileek. Besmettelijke huidziekte. Op geneeskundig advies is de openhar# FEUILLETON. 19) Maak je niet ongerust, kalmeerde oom Schutz. Dat is nergens voor noodig. Geloof maar vrij, dat ik mijn woorden zou wikken, en wegen, als ik niet de zekerheid had dat Sidoine een buitengewone gezond heid geniet. Had ik die stellige zekerheid niet, die alle onrust wegneemt, dan zou ik er om zwijgen uit vrees je angst op het lijf te jagen met hetgeen ik je moet ver tellen. Hemel nog toe, zuchtte Jeanne, wat is er dan gebeurd? Om je de waarheid te zeggen, ik vraag mij af of ik straks niet stekeblind ben geweest en 'dit is een reden te meer om deze zaak koelbloedig te onderzoeken. Op het oogenblik dat madame Eulalie Si doine zag en met hem sprak want zij heeft met hem gesproken 'meende ik om je geen angst of vrees aan te jagen leg ik den nadruk op meenen meende ik Sidoine op een geheel andere plaats te hebben gezien. In het doodenhuis? kreet Jeanne angstig van een voorgevoel. Het komt er nu niet op aan, waar ik hem heb meenen te zien, zei oom Schutz op een gemaakten luchthartigen toon, om dat het zeker is, dat hij het niet was, om dat het zeker is dat hij op hot oogenblik bij madame Eulalie was of dat hij vandaar kwam.... Doch juist omdat dit geen be lang heeft, wil ik gaarno bekennen, dat het in het doodenhuis is, dat ik hem ge zien heb. Mijn God! Mijn GodI Meent ge Neen, zei oom Schutz met overtui ging, ik zal je den tijd niet geven om zul ke veronderstellingen ook maar even in je te laten opkomen. Het is onmogelijk, dat ik Sidoine in het doodenhuis gezien heb. Dat is een uitgemaakte zaak. Maar aangezien ik eerst vast en. zeker nleende hem daar gezien te hebben, berust op mij de plicht mijn vergissing uit te leggen. Hier kunnen jouw veronderstellingen nut tig zijn. Ik zoek het niet langs omwegen, de oplossing van de zaak is een dubbel ganger, die een rol speelt. Een dubbelganger? Ja. Ik verzeker je, dat hij, dien ik ge zien heb, als twee druppels water op Si doine leek. Overigens, je zal toch wel aan nemen, dat er gelijkenis moet bestaan om mij zoo te vergissen. Je zult het met me eens zijn, dat er gisteren dingen voorge vallen zijn, waarvoor geen uitleg te vin den is. En de veronderstelling van een dubbel ganger, behalve dat zij mijn vergissing van heden uitlegt, heeft het voordeel, ons ten minste den sleutel van het raadsel van gis teren te geven of tenminste ons er dicht bij te brengen. Herinner je alles goed en bedenk eens of iets, al is 't ook schijnbaar een onbe duidend iets, ons thans niet verder kan brengen. Een dubbelgangerl herhaalde Jeanne ontsteld, bijna ten prooi aan een verstands verbijstering. Oom Schutz hypothese had een geweldi gen indruk op haar gemaakt. Dit alles komt mij buitengewoon zonderling voor, zei zij*. Aangenomen, dat Sidoine een dubbelganger heeft, dan zou het toch wel een wonder zijn, dat hij van die gelijkenis tot in ons eigen huis komt gebruik maken. Zeker, dit is allemaal buitengewoon en juist omdat ik 't niet begrijp, probeer ik er uit wijs te worden. Zie jij soms een an dere verklaring? Neen, zei Jeanne, op een droeven toon, maar wat ik wel weet, dat is, dat ik opnieuw in angst zit. Kom, kom. Ga nu niet opnlouw be ginnen 1 Ik lier baal dat er geen reden tot ongerustheid bestaat. We hebben alleen een geheim te ontsluieren en ik ben spe ciaal teruggekomen, in de hoop, dat je mij zoudt kunnen helpen. Ik ben van plan naar het doodenhuis terug te gaan Ja, ja oom, onmiddellijkI In ieder geval moet ik er naar toe om een vergissing te herstellen. Maar ik zx)u al de noodige gegevens willen hebben om deze vergissing geheel uit den weg te rui men, zoowel voor jouw geruststelling als voor da mijne. Ik hoop, dat die dubbel-, ganger de gelijkenis niet zoover zal drij ven, dat hij hetzelfde pak als Sidoine Jeanne gaf nu de meest volledige in lichtingen en beschreef zelfs de kleinste dingen, die do ware Sidoine ln zijn zak ken kon hebben. En zij deed het allemaal op 'n lamenteerenden toon om toch oom Schutz maar te bewegen zoo vlug en zoo voorzichtig mogelijk te handelen. Nog gonsden oom'i ooren van haar weegeklaag, toen hij naar het voorloopige doodenhuis terugijlde. Binnenkomend in den morgen zag hij een man, die bezig was heel gewetensvol de maat te nemen van lijk no. 5, en dan alles in een notitieboekje opschreef. Het was do bediende van den begra fenisondernemer, die in het doodenhuis de noodige schikkingen kwain nemen op last van zijn patroon. Met een gelen meter nam hij de lengte en breedte op. Om ge makkelijker te kunnen werken, had hij zijn zilveren ketting, die hem als bidder zoo fraai stond bij een begrafenisstoet, op den vloer neergelegd. Oom Schutz, verwonderd, dat men zoo vlug gevolg aan zijn instructies gaf, koek den lijkbidder met een vragenden blik aan en wist niet goed hoe hij het aan zou leg gen om de bestelling van de doodkist in te trekken. Hij was nog bij zich zelf aan het overleggen toen do lijkbidder, gebo gen over het doode lichaam, zich op richtte. Oom Schutz zag nu het gelaat van den overledene en op dezen afstand scheen bet hem geheel anders als straks. Hij trad nader, met eerbied*begroet door den lijkbidder,'die in hem den goeden klant zag, en toen zag oom Schutz dat het lijk heelemaal niet op Sidoine geleek. Het was een man, stellig van rond de vijf tig jaar. Het verschil was zoo groot, dat hij zelf niet eens aan een gelijkonis dacht. Wel allemachtigl dat is krast sta melde hij. Kras, dat zegt iedereen, mijnheer, die hier komt, iedereen is hier verbaasd en verwonderd, zei de Lijkbidder. Dit had ik niet kunnen droomen! riep oom uit, die er zich zelf niet van verdacht bijziende te zijn. En nochtans moest hij nu bekennen, dat hij heel slecht gezien had, en zelfs nog wel tweemaal. Hij dacht een oogenblik na, terwijl da lijkbidder hem argwanend bekeok. Men heeft zo toch niet van plaats veranderd? vroeg oom Schutz, wijzend op de lijken, en aldus trachtte hij zijn vergis sing uit te loggen. Voor zoover ik weet, geloof ik van niet, mijnheer. Met een vastberaden stap ging de oude heer langs do lijken en lichtte één voor één do lijkwaden op. Neen, neen, neenl riep hij uit, toon hij zijn onderzoek geëindigd had. Ik be- bogrijp er niets van, geen sikkepit. Luister, zei hij tot den lijkbidder, zooeven heb ik bij uw patroon oen dood kist besteld. Ja, een gebeeldhouwdo eiken kist met zinken binnenkist. Een mooie bestel ling. Het was voor dit lijk.... Neenl vooi 'n ander. Het was voor ccn lijk dat op deze plaats lag. Nu is het oen ander. D# andere is niot dood.'Begrijp je mij? Neen, zei do lijkbidder droogjes. Zeker lag do uitlegging van oom Schuti aan grooto onduidelijkheid. Toch is alles dood eenvoudig, zoi hij. Het was voor een ander en dio ander blijkt niet dood te zijn. Dus heb ik geen kist noodig. liet zou ongetwijfeld tot een heftigo kib belpartij tusschen oom en den lijkbidder gekomen zijn, die do zaak alles bohalv# kalm opvatte, als die niet was verhinderd door de plotselinge verschijning van den heer Tringle, die op hot hard gepraat binnengekomen was. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1925 | | pagina 3