Een tegenvaller.
Hoe oud schat jc mijn aanstaande?
Dertig jaar.
Woel je dun niet. dat men er hij de
threes n!l:ifl tien jaar afrekent?
-O, dal heb ik gedaan.
Een goed antwoord.
Pastoor (de Ic.s behandelend hel
dcnf-el)Kan iemand van do kinderen mij
zeggen, wat Cr al zoo noodig is voor hel
J)( tf&l?
Mindere h-< -ilingcn Iegelijk: Water, pas
toor.
Prachtig. Maar Weet nu iemand Avat
er nog meer noodig is?
bangdurfg stilzwijgen
Pastoor (lot een dor kleinen, die bedeesd
zijn vinger opsteekt/: Toe /.eg jij liet maar.
Keu kindje, pastoor.
Bij den slager.
Dienstbode (hij den slagor): ..Hebt u
oen kalfskop?''
Slager(eerst driftig willendo worden,
<lf.i*h zich bodenkond): „Neen, beste meid,
av 'I eon iTiensrlieffhoofd."
Meisje: Nee, dht mol ik niet hebben, er
motto hersens in zitten."
Hebberig.
„Heeft de kleiue al mazelen gehad,
mijnheer Smit?
„Ss(Praat niet zoo hard! AL hij hoor!
dal ie iets niet gehad heeft, gaat hij er om
schreeuwen."
Schoonmaak!
Moester: „Waarom zie je er. de laatste
weken toch zoo verwaarloosd en onge-
was.schen uit, jongen."
Schooljongen: „Omdat ze thuis aan de
groole schoonmaak bezig zijn, meester."
Een handige bediende.
Woedende klant (in oen boekwhikol:
Ii ik kan geen woorden vinden om
mijn afkeer van je uit te drukken.
Handige bediende: Mag ik u dan een
woordenboek verknopen, mijnheer?
Tc luchtig gekleed.
Een afgedankt minister, die ,,'t loei ijk
had laten zitten", haalde eens, a's op zijn
persoon toepasselijk, don versregel van Ho
ra li us aan:
Ik hul mij in mijne deugd.
Toen hij kort daarna kou vatte, zei
iemand: Pat komt ervan als jc zoo luchtig
gekleed gaat?
Wat voor hef land noodig ïs.
Kamerlid (in een politieke bijeenkomst):
Het land heeft in de eerste plaats behoefte
aan mannen mei ruimen blik en gezonde
opvattingen, aan mannen mei energie en
werkkracht
Hoer (onder de toehoorders): Die kerel
vvèet er ook al niets van. Het tand moet
mest Imbben; dat hebben we oor alles
noodig!
Poëzie en proza.
Enthousiaste, maar bijziende damc-
avtisi: Mijn goede man. zeg mij eens,
wat zijn dal daar die fraaie, wuivende
voorwerpen, daar bij die boomen, die a's "t
ware strijd vueren met deze- laatste in
sehoonhivd van lijn en die zulk een mooie,
variatie aan hei landschap geven en 'die
schijnen te hangen lussc-lnn hemel en
aarde.
Boer (barsch): Hemden!
Twee broers.
Twee vacantiercizigers loopen op de
Avenue de Messint te Parijs.
Kijk. daar staal een standbeeld van
Shakespeare, zegt de een.
Ah. jtrsl. zeker oen broer van Rnbbe-
spier!
Niet vlug van begrip!
Hierbij zestig gulden, schrééf een va
der aan zijn to Leidon studeerenden zoon,
maar hij legde voorbedachtelijk een bank
biljet van honderd gulden in liet couvert,
nadat hij nog eenmaal den brandbrief van
den student gelezen had, waarin deze drin
gend cm toezending van zestig gulden ge
vraagd had.
Por koerende post komj hel antwoord:
Lieve papa, ik heb me blind getuurd
naar hel hi'jet van zestig guldon, dat zeker
bij vergissing thuis op uw sclirijflaiel is
blijven liggen. Wees zoo goed, liet ru'j per
omgaande nog !e zendon voor hel inge
sloten bankje van honderd mijn beste dank*
Een deugdelijke auto.
De vertegenuoord'ger van óen auto-fa
briek prees op de en too» sH ling den be
zoeker zijn wagen ter. 'zeerste aan. - tfel
is de auto, welke u noodig hebt, mijnheer,
verklaarde hij XI behoeft er nooit onder te
kruipen om iels te onderzoeken.
Hoe is dat mogelijk? vroeg de vcrr
AvoiidiTfic kooplustige.
Wp|, zei de ander, bij hel •geringste
defect, dat aan de machine komt. s'aal de
wagen direct op zij:
Man en vrouw zijn één.
Meneer (betaalt zijn huishonds ter haaf
driemaandelijksch salaris): En nu, Jcm
lianna, nu wil je me toch ook wel zeggen,
hoe je over mijn voorstel denkt. Ik heb je
den lijd gelaten 0111 er over na te denken.
Wil jo mijn vrouw worden?
Johanna (bedeesd, gelukkig, nauw hoor
baar): Ja. Franco's.
Meneer: Nu, geef 111e dan liet geld
maar terug!
Hij wist raad.
Meester: „Jan. vertel mij eens hoe je
nar New Found la ad zou gaan."
Leerling: „Eerst zou ik gaan naar Rot
terdam."
Meester: „Ja. En dan?"
Leerling: „Dan zou ik aan boord van
een schip gaan!...."
Meester: „Goed. Vertel verder."'
Leerling:.... ..dan.... dan zou ik 't
aan den kapitein vragen./... wam tüo
weel 't natuurlijk beter ciau ik."
Het spreekuur.
Reiziger: G" -wou mijnheer der: dok'.er
een offerte mak.
Dien-Jnioisje: De -lokte: is niei ie spre
ken -- tiet is zi.io. «spreekuur.
VRAGENBUS.
V ra a g 20: Vertel iets over do papier
fabricage?
Antwoord: flc vertelde reeds (lat do
Ehineezcn eigenlijk de oudste vervaardi
gers van papier schijnen geweest te zijn.
Ifot oudste papier werd gemaakt van
moorboivezel zooals de oude Egyptenaren,
dii (.leden door kloppen van papyrus vezels:
Daarna werd perkament gebruikt en nog
t. ter ia de middeleeuwen lompen: op bet
'oogonblik echter wordt het meeste papier
ei maakt uit hout, hoe vreemd dat ook
K.'ijikc. Hoe dal precies in zijn werk gaat,
hoort go Inter wel eens. Tn den ouden tijd
werd het panier uil de hand gemaakt. De
1- iiiDen werden gesorteerd: geslagen op een
-orfc zeis: allo vreemde bestanddeelen gin
gen eruit: dan werden ze" gekookt in kalk:
vi-rvolgens 'werd do massa met houten ha
mers gestampt: en de dan ontstane brei
in water omgeroerd: uit do verdunde brei
a'. erd het papier geschept op een raam van
koper vervaardigd' Vervolgens moest hel
rog oonige hnwerkingen ondergaan oer
men li«>l geschikte na nier had- hetzij men
a loeirvanu r ol' jrclansd papier of een an
der soort verlangde.
Ons laud heeft altijd good en solied pa
pier geleverd. Ook het toestel ter vo.vvan-
gfiv van het oude stampanparaal is van
NederlanJ.-i he vinding: ..Hollander" ge
naamd en is oen dor voomttamslo machi
nes lui de jMMierv'M-v.nirdieing.
0>i het oogonblik cebrnikl men vooral in
Tudië stroo naast bout of ihplaals van
I.OUt om ojipier te ver vaardigen. Tn Pada-
laranT hij J':uidoen«r is een dergelijke fa-
brink ongereicht. Waar hebben avo in ons
laud papierfabrieken? Tedere jongen van
de ."e on f),. klasse moet dal weten,
Vraag "O Zijn er veel joden op de:
1 wereld en waar wnnoiï de mééste?
A n t as" o o r d Op het oogonblik ziin
Aol-'- ns de laatste statistieken (wat zijn
hof? In school vragen!) ruim 15 millioeni
joden, aa iarvan de profits te liêlft in Euro-'
pa. uve-i in Oosl-Eurooa woont.
Amerika telt onder ziin inwoners
3.850 0(10 ,f.i<lI-I»Tn .Azië en wel in Palesti
na wonen de Joden hel dichtst bii elkaar
en maken daar II pet. van de bevolking
uit. De grootste Jodengemeenten zijn: New
An'-Tr mig J.fUa OOO of ir> nel der bevol
king Warschau lieeft er betrekkeliik nog
meer. büna de helft der bevolking. Wennen
'15 VAct. Tn P usland zijn ook veel Joden en
naar is htm invloed, zooals trouwens in
aUe "Toole plaatsen onevenredig groot. Tn
ons 'and is hel Amsterdam, waar de mees-
t Joden wonen.
Vraag 3 1 Worden ook schoenen
gemaakt van slangen vel?
A tv t w 0 o i' (1 Zeker en mooie ook.
Maar.omdat die schoenen zoo duur
zijü ten to (oer, zullen schoenen van slan
gen vel nooit „eemoen-goed" worden. In
de. Vereenigde. «Stalen van N.-Amorika is
men ermoe begonnen om <1 amossehoentjes
van echt 5. langen vel te maken. Daartoe is
cpgerieht een slangen fokkerij waaraan
een var kens mes lor ij verbonden is. Hebben
deze slangen, da grootte van tl a 8 M. be
reik t. dan worden zü. gedood door con slag
op den kóp met oen hamer mol een langen
sleek I)an wordt het kadaver van de huid
ontdaan, zonder dat deze' ook maar oenï-
gerpAato geschonden wordt. En van dit \'el
wordt dan het bekende leer bereidt. Het
vleescli der slangen krijgen de varkens te
eten, terwijl omgekeerd de kleine varkens
den slangen als voedsel wordt toegewor
pen. Slangen en varkens eten zoodoende
elkaar afwisselend op. Zoo'n slangen vel
wordt daarna met de uiterste zorg be
werkt om liet vol zijn mooie glanzende
kleur te doen behouden en om de schubben
aan de. buigzame huid niet te beschadi
gen.
Vraag 3 2: Waar komt 't woordje
Mae. vandaan in MacMahon?
A n t vr 0 0 r d Ben jij een liefhebber
van geschiedenis mijn vriend. Nu dan! dan
zal ik jo eens gauw uit den droom helpen.
'Aan hot voorvoegsel Mac .herkent ge den
Schol.sehen oorsprong van do dragers van
dien naam Mac beteekenl zoon. Zoo heleo-
ïcent Mae Mahon. zoon Mahon. Bij vele
Terse die namen vindt men O' vooraan (bijv
O'Donnef. wat d.111 hetzelfde beteekent).
De volgende week beantwoord ik de vol
gende vragen
Vraag 33. Vader zegt: „de vogels zijn
weerprofeten". Is dat zoo?
Vraag 31. Zijrr er ook nog wilde honden
en waar leven die?
Vraag 35. Is do gorilla zoo sterk als een
mensch?
Vraag 30. Ik las ergens van de Zigeu
ners van liet Noorden. Wie zijn dat?
De R 0 d ac. t c u r.
CORRESPONDENTIE
T n en W i e s 5 e G 0 d d Ij 11. Leiden.
Wolkom in ons midden. Zeker To is .je op-
stelle' ie al heel aardig en daarbij jelie
hebt keurig en netjes geschreven. Dat ver
dient wel een pluimpje. Dag jongens! Ik
wensch jelie beidjes veel succes.
Gerard Gründemann, Leidon.
Wel Gerard, die raadseltjes heb jij goed
opgelost hoor! Als jij nu eens een prijsje
won, dat zou fijn zijn hè. Wie weet! Maak
mij wederkeerig ook voel groetjes aan va
der en moeder.! Dag Gerard!
A n n i e G 0 d d ij n ei» Mi e p G r i m-
borgon. Ik hoop ook, dat jelie twee
tjes met pen prijs uit de bus komen .Wie
wat verdient moet ook wat hebben, niet
waar? En ik ben over mijn twee vrien
dinnetjes uit Katwijk goed tevreden. Jo
helil gelijk, Annie, dat je protesteert, toen
je in je naam twee (I's vond. Dat mag ook
niet. En nu verwacht ik jelie verhaaltje
of versje. Dag jongens! Veel groetjes aan
uw ouders.
Nico 0 k k c r, Warmond. Is nog
je verhaaltje niet geplaatst? Ik begrijp er
niks van. Dan moet ik nog eens zoeken.
Misschien dat het tusselien den berg copy
nog boel ivarmpje.s opgeborgen zit voor
later. Er is nog moer dat wacht op plaat
sing mijn vriend. E11 mi de raadsels? En
dan een prijs, en dan is Nico weer tevre
den. Dag vriendje! Veel complementen
thuis!
De-volgende week ga ik door met het
beantwoorden der brieven.
Onze Prijsraadsels.
Nog cenige dagen en dan is de deur
toe. Er zijn er veel binnen, maar nog ver
wacht ik er op visite. Zoodra ik klaar
hen, zal de uitslag bekend gemaakt wor-,
den. Vooruit nu, wie nog niet klaar is.
Denk aan I Mei.
De R e d a c t c u r.
DE REUS EN OE HOUTHAKKER.
Een sprookje van Oom Wim.
VIT.
Wat ziet hij, waf zijn aandacht boeit'?
Een opening in dén muur: een keldergat
voor dezen; nu door tal van spinnewobben
en bladeren eii stof en door het onkruid
bijna aan het oog onttrokken en onzicht
baar. Dit is een ontdekking van belang. Als
hij die opening grooler maakte: die ver
weerde sponning wegtrok, cenige steenen
Wegnam,' wol dan was misschien de ope
ning groot genoeg om er doof te kruipen
er. zoo in den kelder te komen. maar.
pas op inbreker!.... daar is onraad
daar slaat de toovcnaav net den hoek om,
en schudt zijn lange lokken als de leeuw'
zijn manen en snuift de lucht op met volle
teugen en 't is, alsof hij een voorgevoel
heeft van wat staat te gebeuren; hij ziet
onrustig naar alle kan Ion heen en Avcrpl
dan fier het hoofd in den nek. als schudde
hij af den last die hem drukte en
stapt voorbij den houthakker, die zich te
gen den grond drukt en door het lange on
kruid hcolemaal aan het peinzend oog van
den reus \A"ordt onttrokken.
.Dan gaat deze voort 011 slapt weer naar
boven, waar hij door zijn tooverkraebt tot
een hertje omgelooverd wordt, dat blatend
met groot e sprongen het hordes afhuppolt.
en het groole oorbosch doorkruist- in zor
geloos genieten.
E11 nauwelijks is hel hertje de poort uit
gewipt of de houthakker gaol voort met
Let uitbreken en vergrooten van dat wat
eenmaal een kolder venster was on.... nu
i.: het gat groot genoeg om hem den vrijen
toegang Ie verleent'» tot den donkeren kel
der, waar hij hoopt, dat hij vinden zal,
waf hij zoekt
Kn
hij a'indt en staat verbaasd.
Daar liggen schallen «opgetast Daar
glinster! hem in de donkerte 't goud en
net zilver tegen!
Daar fonkelen de diamanten steenen en
schitteren de ringen en als hij dadelijk
een kaarsje heeft opgestoken en bij dit
flauwe "schijnJicht een blik om zich heen
lean werpen, en zoo ©enigszins de schat
kan overzien, die daar als voor hel "grijpen
ligt, dan wrijft hij zich van pleizier de
haiiden en.... 1111 is zijn plan gemaakt:
hij zal maken voor dat de avond valt dit
hosoh uit te komen en den burgemeester
waarschuwen, wat hier te midden van dat
groote bosch nan waarde is verborgen.
Dan is vast alle armoede geleden! De
eerlijke vinder zal zeker een deel dier
schatten worden toegewezen en.... (le
daad Lij het woord voegende, springt hij
het keldergat uil: vlucht over den muur
vanwaar hij gekomen is, en ijlt zoo vlug
zijn boenen hem droegen weg van die bc-
taoverde plek enzoekt hol pad, dat
hem kuiten liet bosch brengén zal.
En hij denkt aan niets, dan aan do
schatten, die bii zag, doelloos on renteloos
opgestapeld. Hij zag zelf niet, dat een
hertje hem mei een paar groote oogen ga
desloeg alsof het zeegen wilde: ah, ha! bon
iij dat. die mij verontrust hier 00 rnmi erf
en toen als 'it pijl uit den boog naar 't slot
vluchtte om bom als tijger op de hielen 1e
zitten en hem trachten zal in te halen Voor
iiii huiten het "baseh zou treden.
En de houthakker denkt niet aan het ge
vaar. dat hem dreigt: bij denkt aan geen
raaf en geen hert: aan geen avo If on geen
lUger: hij ijlt voort en bréékl "hier on-daar
(aktes af om morgen deh weg weerom io
vinden. De hoop op rijkdom smmrf hem
aan tot steeds grooler vlucht. En het is
goed, dat zijn weg haast ten einde is on
don rand van hel bosch is bejvikt. Luis
terde hij, dan kan bii hooren. hoe liet ge
hijg en gvjang van den woestea tijger, al
duidelijker £hif worden, hoe de afstand lus
sohen beiden steeds kleiner word; hoe do
liiger met oen laatste krachtsinspanning
ziin nróoi tracht in te halen, tot hij met
bloedbeloonen 'oogen en met de verhitte
tong uit'den bek brullend noernloft op" nog
'men tien 'meters afstand van den houthak
ker. die verschrikt 1111 pas ontdekt aan
welk gevaar liii ontsnant is en. zoo.be
reikt de houtbakker don zoom van 'het
bosch.
En 1111 gaat hot naar huis: naar 'i.in
buis. hoi eenzaam huisje even huilen het:
dorp. om morgen naoV den burgemeester
te "gaan en daar verslag uil le 1»rongen van
al liet wonderbaarliike, dat bii in den loop
der. week ondervonden hoeft.
E11 zie!
ZwöcJ is do lucht en drukkend. Den
breien dag is bet brandend beet geweest
Er is geen windie aan de lucht, de blaad
je- dor AAopulioron. ili-- anders hij het min
ste zuchtje ritselen en elkander vertellen
van hel a oh» dit ze dear boven aanschou
wen in de lange nachten, als duizenden
sterrolios fonkelen aan >hei firmament
waar de maan als de aanvoerder staal van
het slorrenhoir. of vertellen van rle kabon-
rs en de vlinders, van de krekels en de
kikkers en van zooveel nn-!'-r> inleressan-
i(. tre-' liiedenisies, die ze beluisterden heel
den (lag.
Nog is tiet drukkepd tiert, en hot zon
net ie is reeds aan de Wester!;im |c ruste*
waan.
Daar opeens is bet, alsof menseb en dier
veelt hot omveer, als een vorraib-rliik dier
nader sliiinen De krekels zwiigen ver
schrikt stil: de kikkers kruinen weg in
kroos! en groen: de vogels vlie"en onrus
tig heen en zoeken Imn nesten on: de land
man drijft haastig zijn vee naar den stal.
want cl* komt onweer zegt li ij.
Do R e(1 a c I eu r.
(Wordt vervolgd).
Bestrafte ijdclheid.
Liosj'e Renisen luul cgn snoezig eez/ohje,
in?l 'r bViido •ki'uben, en baar heldere kij
kers. Mmi' haar hartje was minder mooi;
ze was altijd éven koppig en oftheMioliik;
als ze b.v. con jurk aan moes! die nlot
naar haar zin was. trok ze een !'n en ïvas
den boelen dag mot !c spivk< n. Maar daar
trok inoriler zich natuurlik ivels van aan.
Op zekeren dag kwam Tv esje thuis mol
hoorn-node kleur van 't harde loopen.
„Waf is er. vroeg moeder?"
„O. moe. ik mag a.s. bondag hij Gréta
v. Wijnbeken komen spek n. dan is zo
jarig, en dan gaan we mei mevrouw» v.
Wij 11 bergen een roeitochtje maken. „Ja
mee. mag ik?"
Heerlijk, ze mocht.
„Maai* mno," begon zo wier. ..moet ik
nu mei d:o doodgewone jurk. die ik al on-
h-lbajv malen gedragen hel»? Toe mbo.
knop mij een nieuwe jurk", zeurde Lm-sje.
Om aan hot gezeur een einde te maken. 1
beloofde Mme en Pa er over Ie zullen
spreken
Van' dat oogenic ik af verzuimde Lh-sje
geen enkelen k-er de étalages nauwkeurig
te bekijken. Maar ui-ei een jurk vond zc
mooi genoeg. Eindelijk brak de gewichtige,
(lag aan, dat Liosje met moeder de stad in
ging om de jurk te koopofc, en na veel wik
ken on wegen werd de koop gesloten, maar
niet geheel naar den zin van Liosje.
Den volgenden dag ging Liosje hij al de
kinderen, die ook op liet partijtje kwamen,
iniormeeren welke jurk- zij aan zouden
hebben, en vertelde vol kleuren en geuren
hoe haar jurk was, en dacht bij zichzelf:
mijn jurk wint het tocli nog. Maar o wee,
daar kwam een groot© teleurstelling. Moe
der had de jurk 's avonds al op den stoel
111 haar slaapkamertje gelegd. Toen Liosje
's avonds naar bed ging, stond ze nog eens
vol genoegen de jurk van onder tot boven
To bekijken. Maar zij was zoo in haar nop
jes, dat ze geheel vergat de deur \-an haar
slaapkamertje te sluiten.
Victor, de hond, had van de gelegenheid
gebruik gemaakt, en was als een trouwe
hond, op 't mooie jurkje gaan liggen. Toon
de hond in slaap was gevallen, was Ivj
van de stoel gegleden en 'l jurkje waar-
schijnlijk aan zijn l>oot blijven haken, want
toen Lies je 's morgens wakker werd en npg
eens gauw naar haar mooie jurk wilde-
gaan z en, was de jurk geheel gescheurd.
Victor lag nog steeds achter de stoel, en
toen biesje hem ontdekte, begreep zij dat
hij de schuldige was. Ze pakte hem bij de
halsband en gooide |iem met woes! gebaar
de slaapkamer uit. Toen brak zij in tranen
los en ging naar moeder 0111 do gehavende
jurk te laten zien. Moeders tc'ou.rstcMIng
was groot, maar die Tan Liesje was nog
veel grooler. Nu zou ze toch. in d e oude
jurk naar 't partijtje moeien gaan, en daar
z'j al aati alle kinderen had gezegd, dat zij
Avel het mooist zou wezen, vond ze 'l nog
veel verschrikkelijker.
's Middags om twee uur ging ze toch in
haar gewone pakje naar '1 partijtje, lot
gröoté verwondering van alle kinderen, die
met groote niemvvgioi'iglieul*al uaar haar
sl' ndm uit te zien
Liesje vertelde de hee'o historie van d en
Ieelijken hond, met tranen in de oogen. Tie
kinderen, die hadden loègeUii-stcrd. vonden
■'t'wol jammer, voftva!- voor haar moeder,
die at de zorg aan haar jurk besteed had.
'maar 'och ook met-een' een goede -Je-s voor'
•f Lusje.
Ann'e Bisschop:
Mistrouwen.
Keu tuinman, die in bc» zweel zijns
aansehijns hel date-lijk*.- li broodje Avon,'
had sedert lang de chri-iclijke gewoonte,
het weinige, dat hij licspr»:-rdo, met (lc
armen te doelen.
Maar op eens Jiet hij zich kwellen door
angstige zorgen voor do toekomst. „Hoe
zal 'I met mij gaan, als ik morgen of over
morgen eens ziek of zuclitig word? En
waar moet ik op mijn ouden dag van le
ven?" zeide hij -tot zich zelf. "Hij trok
daarom do-milddadige hand van do avmen
terug, schraapte ht.i elkander, wat hij kon,
èn niet do grootste zorgvuldigheid ging
elk overgelegd s.lukje in den linnen snaar-
zak. Na verloop van een paar jaren wilde
hij eens weten, boo T met- do financiën
stond. Hij schudde den geldzak op de ta
fel om en stond versteld van zijn c-igen
rijkdom. „Ha, ha! Nu behoef ik ten min
ste voor de toekomst niet hang meer ie.
zijn", zeide hij En zoozeer maakte do
vreugde zich van hem .meester, dat hij.
zijne gCAvono bezigheid willende hervat
ten, de spade glad verkeerd hanteerde en
zich aan don rechtervoet verwondde.
De wonde was van geen bofockonls,
dacht hij aanvankelijk. Ongelukkig werd
zij echter met den dag erger en erger. En
de dokter na alle middelen der kunst te
hebben aangewend, verklaarde eindelijk,
dat de dood onvermijdelijk zou"züu, indien
(le voet niet werd afgezet. Die uitspraak
was als een donderslag in het oor van den
tuinman, te meer. daar hij zijn laatslen
rijksdaalder moest aanspreken, om (1e ge
neesmiddelen te betalen. Volslagen armoe
de en onbekwaamheid om wat te verdie
nen, stonden dus voor do deur Tn den
nacht, die nu volgde kwam geen slaap zijn
oogen luiken. De zieke daelit 11a over do
dingen van het verledcne. Hoe dwaas liad
liij gehandeld, door zoo angstig voor de
toekomst le gaan zorgen. In plaats van lc
vertrouwen op Gods voorzienigheid! Had
God zijne Hand niet van bom terugge
trokken. toen hij zijne hand van den ar
men broeder terugtrok. „E11 waar is 1111
mijn geld!" riep hij uit, „dat geld. hctAvelk
ik met zooveel angst en zorg verzameld
heb. Bijna niets is er moer over en ook
de armen hebben er niets van. O. had ik
tenminste met hen gedeeld, ik zou thans
niet leeg aan verdiensten hij God zijn!
Ach Heer, vo'-w-of mij m'gi. mistw uwen,
help mij uil den »<ond, te. ik beloof ïk
zal tuij beteren!"
De- morgens beving den zieke oen
<-j--i:f'- liium-rin-.. Kn toen, eenigo uren
later de dokter bii hem kwam, was tol
beider groole verbazing de wonde werke
lijk beter. De voet behoefde niet meer af
gezet te worden.
Nog een week, en de goede man was
geheel genezen. lTij hervatte wederom zijn
werk Maar hij hield zich ook trouw aaw
zijne beloften en bleef in 't vervolg spaar
zaamheid me' christelijke weldadigheid
vereenigen.
üretha Bos, Hazerswotidc.
Wims reis in China.
V'uler zou naar China gaan
Wim]>ie mocht ook mee
Zij gingen samen met '11 schip
Ze stonden op de ree.
«Stadje werd vaarwel gezegd
Uitluiden kleine plaats
Daar ging 't in 't wijde sop
Wal had die Wim een praats
Zij kwamen eincTUjk in 'l Kanaal
Die gropte wijde stroom
'I. Ging, Vlug door zee en golf nu heen
Men zag geen huis, geen hoorn
Toen kwamen zij alras al aan
In de Middellundsehe Zee
Matrozen klommen in de mast
Of werkten op de ree.
;t «Sucz Kanaal kwam toen
Al duister in T zicht
Doch daar kwam. toen een
De wolken worden dicht.
De regen drupte nu al meer
"i Bliksemflits verscheen
Het vaartuig schommelde heen en
De wind joeg ieder vair dc been
De donder rolde door dc lucht
Men school iir de kajuit
Daar sloeg dc bliksem in '1 schip
De vkiipmc-n «sJoegen uil-
Toen sprong 't met een knal uitcei:
•De wrakken dreven weg
Gegil ontstond en Pa en Wim
Die dieven heel ver weg.
Zij landden aan een vreèmde ku-t
Eu gingen over land
En reisden met een karavaan
Naar den Ghineeseiien kant.
Zij stonden voor een groote muur
Open ging de poort;
Zi.) zagen loeu een mengelmoes
Vau menschen allerlei soort
Do een die had een langen staart
De andere had zulks niet
De een noemde Wim, die leuke snaak,
Jan, de andere noemde hij Piet.
Zi.i moesten voot de koning staan
Hij vroeg huu allerlei
Haar, toen men weer naar buiten moch'
Toen v aren zij lieel blij.
Daar kwamen zij nu bij een meer -
Een groole krokodil
K av uu op hun toegezwornmen en
Hij vroeg hun naar hun wil.
lvlein Wimpjo wilde zijn een prins
„E11 ik wil koning zijn,"
Zoo sprak de-vader fier en Irotsch
En drinken wil ik wijn.
„Goed", zoo sprak "t groote dier
..lk help jullie nou,
„Neem jij plaats .op je vaders ru
4,Dan zal ik dragon jou.
Zij kwamen nu weer aan
Bij 'I koninklijk paleis
De koning ziende 't wilde dier
Werd spoedig wit als ij*-
't Dier nu at do koning op
Zette- vader op den troon
„En jij", zoo zei hij nu tot Wim
Jij bent nu 's kouings zoon.
Doch spoedig ging 't weer ter:
Naar 't eigen Vaderland
En aangekomen hier bij ons
Gaf vader Wim een hand.
Zii gingen samen weer naar hu-.-;
En keuvelden hing en breed
Over alles wal zij zagen ginds
Eil beleefd -li zoo gr aavH.
P