f|HB ÏöEBIAD. f
evenwol niet gelden: hij was 28 jaar, dus
volgens het privilegie oud genoeg. Of hij
dus maar zitting wilde nemen! Hij gaf
toe, legde den door den secretaris voorge
lezen eed af en bleef meteen.
't Ging meer zoo. In 1588 had zekere
Cornell's Claes Lambrechlsz. zich na dus
danige verkiezing „zoek" gemaakt; de
onvindbare werd evenwel door burgemees
ters „geïnsinueerd" te verschijnen en den
eed af to leggen, waarop hij toegaf.
Voor menigeen tegenwoordig om te wa
tertanden!
Soms gebeurde het echter wel, dat men
lien, die bezwaren hadden tegen den af te
leggen eed, ontsloeg van hun verplichting
om zich de keuze te laten welgevallen,
Die eed luidde na 1581 aldus:
„lek gelove ende swere, dat ick den Co
ning van Spangen met alle zyne adheren-
ten verclare ende houde voor myne vyan-
den 1); dat iek de graeflickheydt van de
landen van Hollandt, Seeland ende West-
vrieslandt ende zulex oock deselve landen,
mitsgaders deser stadt Leydcn goed ghe-
hou ende getrou sal wezen; deselve graef
lickheydt, hoge overheyt, lande ende stadt
1) Deze tirade, tijdens het Twaalfjarig
I3e8tand (1609^-1621) tijdelijk geschrapt,
verviel na 1648.
tfe3
BESCHRIJVING DER PLAAT.
No. 171. Het voorjaar is de tijd voor de
elegante ensembles. Deze hceten zoo, omdat
Zf bestaan uit een japon met een bijbehoo-
rende drie kwart lange mantel. Beiden
zijn meestal van dezelfde stof en op gelijke
wijze gegarneerd. We zien er hier een
voorbeeld van Voor de uitvoering neme
men een grijze kasba, terwijl voor de gar-
iioering (de donkere strooken) dezelfde
stof in staalblauwe tint genomen kan wor
den. De japon heeft, zooals men zien kan,
een naad om de taille en een dwars over
do borst: de eerste wordt van een passe-
poile voorzien. De mouwen zijn kort tot
even boven den elleboog. Drie blauwe, op
genaaide strooken, loopen over de borst en
de middelste hiervan is de langste en heeft
van boven en onderlangs z'n zoom tien
blauwe knoopjes, waarvan de rij links bo
ven tot shuting moet dienen Op den man
tel loopt de dwarse blauwe strook over den
rug dóór en zijn ook de zakkleppen van
een blauwe omboordi'ng voorzien. Hoed
van bijpassend blauw stroo: kousen grijze
fil on schoepen zwart Patroon f 1 55
No. 172. Deze jurk een tuniek-japon
bestaat uit twee verschillende stoffen:
een effen groen zijdelinnen voor den rok
en een zelfde stof, maar met roode ruiten
bedrukt voor de tuniek. Het schootgedeelte
dezer laatste is tot een breedte van onge
veer 16 c.M. in plooien gelegd. De ceintuur
van een bijpassend roode stof, gaat bier
onderdoor. Een aardiger en origineele gar
neering ziet men langs de halsopening: ze
is nl. afgezet met een snoer van groene
ovale steenen, hetwelk vervolgens als een
lus over de borst hangt. Hieronder zit een
kleine split met sluiting van drukknoopjes
De hoed bijpassend groen, kousen beige
en schoenen bruin. Patroon 1.35.
No. 173. Dit is een gekleede robe voor
den namiddag Men gaat er mee uit of
legt er visites in af. Als stof gebruike men
een gedekt blauw satijn. Rok en tuniek
kunnen gescheiden gemaakt, worden. De
eerste is, zooals men ziet, glad en eenigs-
zins vernauwend en behoeft dus geen ver
dere beschrijving. De tuniek heeft vanaf
den schouder over de linkerborst een slui
ting, dewelke gemarkeerd is door een
breede band van licht beige getint satijn
Van onderen wordt de band begrensd door
een strookje van heel fijne fronsjes die be
nedenwaarts verloopen in eenige platte
plooien. De onderrand der tuniek bestaat
eveneens uit de beige satijn en ook is de
kraag uit deze stof gemaakt. Alle knoopen
zijn van blank glas. Hoed beige stroo, kou
sen beige fil en schoenen zwart of beige
Patroon f 1.35.
No. 174. Robe voor meisje van 814
jaar. Men make haar van licht blauwe
popeline Het borststuk is opgenaaid even
als twee driehoekige stukjes die de plooien
van het rokje bekronen. De garneering be
staat verder uit een gestrikt rood zijden
lint voor den hals en een loeren ceintuur
in hetzelfde rood. Kousen rose, schoenen
zwart en een hoed in bijpassend blauw
stroo. Patroon 1.
No. 175. Meisjes jurkje van beige kaslii-
nette met ingezette strooken van dezelfde
stof in rose rood. De zakken zijn door een
smal bandje, hetwelk over de middelste
rr se strook doorloopt, gemarkeerd. Kraag
je wit batist. Kousen rose en schoenen
zwart Patroon tot 14 jaar 1.
No. 176. Tailleercos.tuum voor meisje in
grijze serge. De japon is van boven tot een
vestvorm geknipt, maar blijft niettemin
één geheel. Zij ia gegarneerd met een rood
leeren ceintuurtje en een omboording
langs de sluiting en den hal9, van roode
serge. De rok heeft van voren twee plooien
en de zakken van den mantel zijn met
grijze tres omboord. Hoed rood stroo: kou
sen grijs en schoenen zwart. Patroon
J 1.55.
MODERNE REIS- EN REGENHOEDEN.
Als wij ons voorzien hebben van lichte,
luchtige voorjaarskle eding, waarbij wij
hoopvol het zachte lenteweer verwachten,
moeten wij daarna toch ook onze aan
dacht schepkon aan de klceding voor de
zonlooze, de regendagen.
Wij zorgen een stel kleederen gereed te
hebben ook voor de reis.
Wij zijn allen toch gesteld op een ver
zorgd uiterlijk, al houden wij niet van
sal gehoorsamen ende assisteeren naer
myn uyterste vermogen legens elcke ende
yegelicken der voorsz. graeflicheyts, hoge
overheyts, landen ende stadts vyanden.
Dat ik voorts als veertige gheropen synde
om mefe helpen verkiezen tsy de Sestien"
(nominatie van Schepenen) of oock Bur-
gemeesteren ende Tresoriers, sal kiosen de
eerbaerste, beste ende verstandlichste ter
eere van der graoflicheyt ende welvaren
deser stede dienende. Van gliclyken dat
ick, geropen synde als veertnghe, met en
beneffens die van de vroetschappe, omrae
te opinieren in 't gemeene lants of deser
stede affairen naer mijn beste wetenschap
opinieren, stemmen ende raden sal ter
eeren van de graeflicheydt, hoge ove-
richeyt ende landen, mitsgaders dere stadt
Leyden welvaren. Ten laetsten dat ick
a'inhouden van de ordonantiën ende beve
len vander graeflicheyt ende hoge ove-
richeyt naer myn beste vermogen volco-
men ende onderhouden sal".
Dat was 'n hcele geschiedenis!
Tegenwoordig om even een paar
eeuwen over te springen moeten nieuwe
Raadsleden deze twee eeden (of beloften)
afleggen:
lo. ,Jk zweer (beloof) trouw aan de
Grondwet en aan de wetten des Rijks en
dat ik de belangen der gemeente Leiden
met s! mijn vermogen zal voorstaan en
bevorderen".
2o. „Ik zweer (verklaar), dat ik om tot
lid van den Raad te worden benoemd, di-
rectelijk of indirectelijk, aan geen per
soon, onder wat naam of voorwendsel ook,
eenige giften of gaven beloofd of gegeven
heb.
„Ik zweer (beloof)), dat ik, om iets hoe
genaamd in deze betrekking te doen of te
laten, van niemand hoegenaamd eenige
beloften of geschenken aannemen zal, di-
rectelijk of indirectelijk".
Heel wat eenvoudiger, niet waar, en
wat de tweede eed aangaat ook wel an
ders van geest en strekking. We leven
waarlijk in een anderen tijd.
Om tot vorige eeuwe terug te keeren:
gelijk gezegd, koos men bij voorkeur per
sonen uit de reeds in de Stadsregeering
bekende geslachten vandaar het woord
regentenfamilies terwijl ook ter stede
gevestigde doktoren en advocaten, zoo
mede hoogere ambtenaren (weesmeesters,
schutter-kapiteins, enz.) en voorname in-
dustrieelen (inzonderheid lakenbereiders),
in aanmerking kwamen.
Te Leiden was evenwel het aantal der
oude, in de stad gevestigde aanzienlijke
familiën niet groot, zoodat voortdurend
nieuw bloed in de Vroedschap moest wor-
den aangevoerd, Dientengevolge stond
omstreeks 1650 de Leidsche Raad bekend
als van een in 't oog vallende democrati
sche samenstelling, waarbij de uit bet la-
kenbedrijf opgekomen personen bijzonder
sterk vertegenwoordigd waren. Er ver
scheen toen zelfs een pamflet, waarin ge
sproken werd van opgekomen ambachts
lieden en ander „eenvoudig volk", dat zich
door enkele weinigen „laet leyden als ge
ringde buffels".
Vriendelijk is anders.
Behalve deze familiaire of huiselijke
verkiezingen, voor rustige tijden bestemd,
was er ook een buitengewone manier, zij
het dan niet overeenkomstig de oude wet
ten en privilegiën, waarop men lid van de
Vroedschap kon worden. In den grafelij
ken tijd geschiedde dit soms door de vrije
keus van den vorst, die dan het privilegie
van coöptatie tijdelijk buiten werking stel
de. In navolging daarvan handelde prins
Willem I, toen hij na 't beleg bij „proVi-
sioneele ordannantie" een nieuwe Stads
regeering aanstelde, welke regeering twee
jaren aanhield. Zoo deed ook prins Mau-
rits in 1618, toen hij naar aanleiding der
kerkelijk-staatkuudige twisten eveneens de
Stadsregeering veranderde, ditmaal met
den uitslag, dat de onderliggende partij
voorgoed v. n het kussen werd gedrongen.
En zoo handelde opnieuw prins Will*n|
III in het rampjaar 1672.
Met 't bovenstaande lijkt me echter de
stemdag van morgen voldoende ingeleid.
AJO.
PRIESTERPLICHT.
Vermoeid van bet huisbezoek, dat hij in
den nam'ddag bij verschil'ende parochia
nen had afgelegd, keerde kanelaan San
ders terug naar de pastorie. De landweg,
die z'cb voortslingerde tusschen kostbare
akkers waarop het gewas in rijken bloei
stond, wachtend op 'n heilzamen, verfris-*
sching-brengenden regen, was als 't ware
bepoeierd met witte, fijne stof, (lie stuivend
omhoog dwarrelde bij den sloffigen gang
van den priester. Ja, hij was moe, voelde
dat hij rust noodig had. En huisbezoek af-,
loggen, vooral b'j zoo'n ondragelijke hi tie.
maakte je loom, alsof 'n zware, looden ïasi
je neerdrukte, en verlamde den geest.
Straks hoopte hij rust te vinden op z'n
6tille kamer. Hij had vandaag 'n zware
taak gehad, maar die schrikte hem nooii
af, vooral n:e! als-ie troosten kon en moed
inspreken. Dat was soms zoo noodig, d'r
was zooveel ellende in de wereld, zelfs ook
hier in 't stille, afgelegen dorpje, waar de
een s, n< ngi-maakto prei en de kippen
lever en maag, die men te voren met wat
boter heeft bruin gefruit. Maal alles door
een vleeschmolên, kneed het met wat peper
en zout en 100 gram wittebrood zonder
korst met een heel ei er dooreen, maal het
nog eens door do molen, vul de kip met,
dit vulsel, bind dan de poten op de ge
wone manier, die ik vroeger al eens héb
voorgedaan of prik niet oen naald eenige
gaatjps in de kip. Besmeer een braadslee
met boter, leg er de kip op, doe nog een
goed stuk boter er op en Iaat het in de
oven gaarbraden. De oven mag niet te
beet zijé. Bedruip de kip dikwijls Na een
half uur is het gaar. Neem hot voorzich
tig uit de slee. Laat de jus. met bijvoeging
van wat sterke bouillon, nog wat inkoken
op het vuur en giet de jus door een punt-
zeef. in een juskom. Nu snijdt men de kip,
na haar van do touwtjes ontdaan te heb
ben, eerst langs de borst aan dunne plak
jes aan een kant op een schotel. Aan de
andere kant legt men plakjes gekookte
ham. In het midden hot vulsel en aan de
boven- en ondereind van don schotel de
vleugels en pootjes. Bedruip de kip en
vulsel met jus en dien de schotel op.
L. G. B01
PATRONEN NAAR MAAT.
Papieren patronen op maat gemaakt,
kunnen besteld worden onder toezending
of bijvoeging van het bepaaldebedrag
plus 15 cent porto, aan het Comptoir des
Patrons, Molenstraat 48 B. Den Haag Do
maten op te geven volgens on lerstaandö
buitensporige overdrijving, alsof de mode
ons de baas was, maar meedoen in be
scheiden mate, willen wij allen wel.
Het kleine, diep-in-het-hoofd-sluitende
reishoedje staat ons uitstekend, .de eenvou
dige rechtlijnige mantel kleedt ons goed,
een paar nappa- of castor-handschoenen
zijn zeer geschikt, fijn-geweven wollen
kousen en een paar stevige, bruine of
zwarte schoenen, liefst met platte hakken,
voltooien ons eenvoudig, doch smaakvql
reistoilet.
Ik wilde U spreken over eenige nieuw
tjes op bet gebied der reishoeden.
Er zijn aardige variatie's in kleur en
vorm gebracht. De meeste reishoeden zijn
van een soepel, zacht leder met ingezette
lederfiguren van *een contrast-vormende
kleur. Andere zijn in effen tint gehouden,
doch zijn niet minder fraai. Vooral de
moderne modekleuren maken een schitte
rend effect; een nieuw soort rood, fuchsia,
flesschengroen en kaneelkleur dringen om
den voorrang. Al deze tinten zijn bijzonder
smaakvol en flatteeven iedere vrouw.
Natuurlijk houde men rekening bij het
kiezen der kleuren, met de kleur van clo
oogen en het haar!
Veel reishoeden zijn van een soepele,
zachte lederstof, waardoor deze gemakke
lijk in koffer of mantelzak op te bergen
zijn.
Nouveauté is het, wanneer een lederen
hoed een rand van soepele stroostof in
dezelfde of in een contrasteerende kleur
heeft. Ook een rand van slroogalon of
paardehaar is zeer nieuw.
Hef mutsmodel en het bekende model
met opgeslagen rand, is nog niet van het
moderepertoire, doch nieuwer is de klok-
en de helmvorm in alle denkbare mode-
tinten.
Vilthoeden zijn opmerkelijk veeltallig
vertegenwoordigd in de modemagazijnen.
Het opengewerkte paardeharen hoedje,
versierd met kleurige bord uunnoti even
wordt veel gedragen. Men treft daaronder
nieuwe, grillige klouren-eombinaties aan.
ANNIE M. M.
DE VROUW IN DE KEUKEN.
De Koningin onder alle vleeschdelica-
tessen weet u, geachte lezeressen, wat
ik daarmee bedoel? Het is de kip! Zij
troont op onze tafel als vertegenwoordig
ster van iets bijzonders. Waar zij op tafel
staat, daar wordt goed gemaaltijd. Geen
wonder dan ook dat zij overal wordt ver
zocht, bij feesten en partijen, en dat wel
over de geheele wereld. Zelfs maakt haar
vleesch in de tropen, den hoofdschotel uit,
bij gegoede standen. Hoe ook bereid, zij
zetelt altijd op tafel als een bijzondere de
licatesse. Het zal u zeker wel aangenaam
zijn, dames, hier een greep te doen van
de meer dan 70 manieren van bereiding
van een kip, die mij bekend zijn. Ik wil
alleen die met u bespreken, welke voor
onze Hollandscbe keuken geschikt zijn.
Wij zullen ons kippetje maar kooken of
braden zoo als wij dat zelf eten willen.
Om te beginnen, dames, willen wij eerst
eens aan onze zieken en zwakken denken
en een krachtige kippenbouillon
bereiden.
Daarvoor gebruikt men een driejarige
kip. Geslacht zijnde, snijd men de kip aan
stukken (ook strot en pooten) en laat haar
in koud water een paar uren uittrekken.
Neem de kip uit het water, spoel de
stukken nog eens flink schoon, doe ze in
een pan, giet er drie liter water op, waar
in een weinig 'zout en breng de kip aan
de kook. Na ze afgeschuimd te hebben,
laat men de stukken kip zachtjes koken
gedurende 2 uren en daarna nog een uur
trekken .Neem nu de stukken uit de bouil
lon, breng haar met zout op smaak, giet
de bouillon door een paardeharen zeefje,
giet ze terug in een schoone pan en laat
ze ongedekt inkoken, totdat er ongeveer
een of hoogstens anderhalve liter over
blijft. Deze bouillon is zeer geschikt voor
hen die krachtige, versterkende middelen
moeten gebruiken.
Op de stukken kip giet men nog H liter,
nu kokend, water en laat ze nog een uur,
met bijvoeging van wat zout, zachtjes ko
ken. Van deze tweede bouillon kan mpn,
met bijvoeging van wat vermicelli of rijst
met een blaadje foelie, nog een smakelijk
soepje maken voor dagelijksch gebruik.
Daarna is het kippenvleesch nergens meer
dienstig voor.
Nu nog iets anders voor onze zieken:
„Kip met r ij s t!"
Doe een kip in een pan, giet er 2 liter
water op, breng ze aan de kook, schuim ze
af, en laat ze een uur zacht koken. Haal
de kip uit het kooknat. Voeg nu bij het
kooknat een weinig zout, een stuk goede
boter, 300 gram beste caroliuerijst en een
blaadje foelie (naar verkiezing). Laat de
rijst langzaam gedekt gaar koken. Men
moet de rijst van tijd tot tijd omroeren
met een houten lepel. Men snijdt nu de
gare kip aan stukken, doe ze op een scho
tel en de gare rijst er overheen. Ook dit
is een versterkend voedsel voor herstel
lende zieken, die nog geen zware kost
kunnen verdragen.
Laten wij nu, dames, eens een paar
kippensoepen bereiden, vooreerst: gewone
Hollandscbe Kippensoep. Daarvoor
nemen wij 2 driejarige kippen, daags te
voren geslacht en dan een paar uren in
koud water gelegen hebbende, zet men de
kippen met 5 liter koud water te koken,
schuimt ze af, en laat ze gedekt 2 uren
zacht koken. Haal de kippen uit het kook
nat en leg die zoolang op een schotel om
te bekoelen. Voeg hij het kooknat een wei
nig zout, een blaadje foelie en 250 gram
vermicelli, en laat die een kwartier zacht
koken. Dan ontdoet msn de kippen van
haar vleesch, snijdt dit aan dobbelsteentje,
van 1 of 2 c.Mvoegt dit bij do soep, of
doet het vleesch in de soepterrine, de
soep er bovenop en dient ze op.
Koninginnesoep. Daarvoor ne
men wij 2 driejarige kippen en con kilo-
iiam kalfssoepvleesch. Snij de geslachte
kippen aan stukken en ook het kalfs-
vleesch, laat dit een paar uren in koud
water uittrekken en doet het in een pan.
Doe er 6 Liter koud water op en breng het
vleesch aan de kook. Na het afgeschuimd
Ie hebben, voegt men er een in vieren ge
sneden ui, een paar schóougcmaakte
preien, een paar wortelen en een struikje
selderij bij. Laat zoo het vleesch 2 a 3 uren
zachtjes ongedekt of met de deksel schuin
er op naast het vuur koken of trekken. Nu
schept men het vet van de soep en giet ze
in een andere pan over door een paarde-
haar-zeefje. Het kippenvleesch nonen wij
er uit en snijden dit aan dobbelsteentjes.
Kippenbeenderen en vel en kalfsvleesch
kan men weer met kokend water op het
vuur zetten en verder laten uitkoken voor
een gewoon soepje. Het eerste kooknat
brengt men weer aan de kook met een
blaadje foelie en een halve literbus fijn ge
hakte champignons. Ook het nat der
champignons, doe men in de bouillon en
zout naar smaak. Als de bouillon kookt
roert men er met een gard een pakje crème
de riz door en laat ze dan'aan den kant
van het fornuis gaaj trekken. Terwijl over
giet men 200 gram amandelen met kokend
water en ontdoet ze van hun schil. Hak ze
fijn, doe ze in een pannetje en giet er 1
liter kokende melk op en laat de amandelen
een half uur zacht koken. Snij een halve
literhus champignons overlangs aan
schijfjes, doe het nat iii de soep. Nu giet
men de soep weer door een paardeharen
zeef, breng ze nog eens aan de kook; giet
door een zeefje de amandelmelk er bij en
zet de soep af. Doe in een kom of schaal
4 eierdooiers, roer er met 'n gard een I L.
room door, alsook een paar soeplepels
soep en roer met de gard de geheele massa
door de soep. Doe in een of twee soep
terrines, de gesneden champignons en het
aan dobbelsteentjes gesneden kippen
vleesch. Dien de soep op met warme
flerans van korstdeeg en aan vieren ge
sneden hardgekookte eieren.
Ja. dames, nu zult ge wp! foeteren over
een duren en ingewikkelde bereiding maar
daarom heet het ook „Koninginnesoep" en
is het de fijnste soep. die van kippen ge
maakt wordt.
Nu hebben wij gekookte kip gehad, laat
ons nu eens een kip braden. Doodgewoon
en de moeite niet waard om er over te
spreken! Ja, dames, eenigszlns hebt ge ge
lijk, maar wij gaan het nu eens ongewoon
doen.
Gevulde gebraden kip met
ham Neem daarvoor een geslachte
jonge kip, verwijder de krop, snijdt de
strot tot de borst toe af, trek het vel over
de rug en naai het daar tusschen de vleu
gels vast, doch niet te strak. Niet van ach
teren haalt men de kip uit maar snijdt een
der pooten los, en haalt zoo het vuil uit,
lever en maag. Schoonmaken en apart
houden. De kip goed uitwasehen en uit
drogen. Neem nu 100 gram mager kalfs
vleesch, 100 gram mager gekookte ham,