Vierde Blad
Zaterdag 4 April 1925
Buitenl. Weekoverzicht.
Er hebben gedurende de laatste dagen
een paar flinke ongelukken plaats gehad,
fn Frankrijk een paar ernstige spoorweg
ongelukken en één in Rusland. Verder het
ongeluk bij de oefeningen van de rijksweer
bij Minden, waar 'n 80-tal jonge kerels den-
dood vonden in de golven van den Obor-
Weseor. En ten slotte de jongste mijnramp
bij Newcastle in Engeland, waar 'n kleine
■40 mijnwerkers om bet leven kwamen,
doordat de mijn als een rattenval onder
water werd gezet.
Zoo ziet men, dat ook in een, goed. ge-
ordenden staat met al z'n perfectie van
machinerieën en Organisatie een ramp
niet voorkomen kan w'O'rden, al gaat het'
bij ens nooit zóó in 't groot als bijv. in
Amerika, waar een tornado maar liefst een
duizendtal slachtoffers maakte; of in To
kio, waar een brandje zich nooit met één
huis tevreden stelt, .maar steeds een paar
hondord tegelijk in de asch legt. Dit treu
rig rijtje ongelukken heeft evenwel de aan
dacht wat afgetrokken van de buitenland-
sche politiek, die trouwens niet bijster in
teressant is. Of het mqet gedurende deze
dage» nog komen, als men er in Frankrijk
in slaagt Herriot nit het zadel te wippen;
waarvoor de kans vrij groot is, want hij
heeft het op het oogenblik danig verbruid,
zoowel bij de Katholieken, als bij de Elzas-
sers, bij de studenten en bij den Senaat.
Als <e Senaat hem werkelijk met zijn mi
nisterie naar huis wil zenden, is er een
mooie gelegenheid bij de behandeling van
den post voor de ambassade ten Vaticane,
waarbij Herriot do vertrouwenskwestie
heeft gesteld. Of het moest zijn, dat het
dreigende conflict bezworen wordt door een
gedeeltelijk toegeven van Herriot, en daar
is wel kans op, nu senator De Monzie lid
van de regeering is geworden.
hoorden dezer dagen iemand den
naam Herriot uitspreken als „herrie-
jood". Nu heeft de Fransche premier met
de Joden wel niet zoo heel veel uit te
staan, maar „herrie" weet hij ongetwij
feld rondom zich te verwekken.
Be studenten relletje e. Een
van de manieren waarop de linksche hee-
ren, die over niets anders praten dan over
vrede en nog eens vrede, de aanleiding
worden van een heftige verzet-actie, toont
ons de beweging rondom de benoeming
van proL Scelle. De linksche regeering
heeft hem benoemd als professor in het in
ternationaal recht aan de Parijsche uni
versiteit ondanks het feit, dat hij niet als
nummer 1 op de'voordracht stondr - Maar
nummer 1 was politiek rechts georiën
teerd, volgens de „Msb." Katholiek, en
Soelie was een vriendje van dé linksche
regeering.. Dus een zuivere partij-benoe
ming. Daartegen hebben zich de meeren-
deels rechtsche studenten verzet en zij
hebben de colleges van Scelle onmogelijk
gemaakt. Dat werd zoo erg, dat de gewa
pende macht door Scelle's partij vrienden te
hulp werd geroepen, maar de deken van de
juridische faculteit steunend op de trar.
ditie dat alleen de universiteitsautoriteiten
de orde binnen de muren van de hooge-
school hebben te bandhaven weigerde do
fewapende macht toe te laten. De wraak
leef niet uit, deken Barthelemy werd ge
schorst. De studenten beantwoordden deze
daad met de proclamatie van een algemee
ns staking aan alle Fransche hoogescho-
len, een stakingsparool, dat trouw wordt
opgevolgd. En dat dit relletje zoo maar
niet een onbekookte actie is van eenige
heethoofdige jongelui, bewijst het feit, dat
vrijwel alle professoren het met hun stu
denten eens zijn en hun alle faciliteiten
verleenen, opdat de examens hun gewonen
loop kunnen hebben.
Eet gaat dan ooi niet om den persoon
vr» prof. Scelle, inaar het gaat tegen de
streving van de vrijdenkersregeering door
partijbenoemingen daAr langzaam in te
dringen, waar hun ideeën geen ingang kun-
FEÜSLLSTOK',
ZOfolSO, DE SLAAF.
18)
Wiggins, ofschoon hij in dan beginne
zeer ontsteld was, liet zich na de ter aar-
debestelling van Lydia hoe langer zoo
zeldzamer in de woning van Morgan zien,
want wat was nu naar zijne koopmans
berekeningen aldaar nog te zoeken.
Morgan, die altijd in zijn eigen belaag
rekende, en die, ware hij in de plaats van
Wiggins geweest, hetzelfde zou gedaan
hebben hield zioh thans, alsof hij over de
hardvochtigheid van Lydia's voormaligen
bruidegom zeer beleedigd was hij, die
nimmer het minste blijk getoond had, dat
hij een voor het lief en leed zijner mede-
ïoenschen toegankelijk hart in zijnen boe
zem omdroeg.
De beker des ongeluks, door een som
ber noodlot voor Morgan ingeschonken,
Was echter nog op verre na niet tot den
bodem geledigd; het verschrikkelijkste,
wat een rijken vrek kan overkomen, ar
moede namelijk moest hem nog treffen.
De vergiften, die Zombo in den nacht
Van de roode rota bij don wreker gehaald
bad, begonnen nu'ook hunne verderfelijke
Werking in de aan dé zee gelegene plan
tage van Morgan aan te richten; de kud
den bezweken, en de slaven stierven in me
fligte, zoodat er de schrik en verwarring
hl zulk een hooge mate onder de negers
fen de blanke bedienden ontstonden, dat
wegliepen om zich naar alle richtingen
Verstrooiende, om een wrekende hand te
tmtwijken, welke zij voelden doch niet
tornden.
nen vindén. Zelfs de „Tel." een onver
dachte getuige! ziet dezen dieperen on
dergrond, wanneer het constateert: „Wij
hebben in deze affaire eigenlijk te zien
een overbrenging van den kamp tusschen
clericalen 8n vrijdenkers naar de
hoogeschool."
De benoeming van Scelle staat niet al
leen. Ook aan de medische faculteit is
zulk een partij-benoeming te verwachten.
Het betreft de schepping van een nieu
wen leerstoel voor kinderziekten, die spe
ciaal zou worden opgericht voor doctor
Weill Hallé, die een bijzondere vriend zou
zijn van den socialistischen leider Blum.
En dit in afwijking van het advies der fa
culteit, die dezen nieuwen leerstoel overbo
dig acht.
Door dergelijke practijken maakt de link
sche regeering zich overal vijanden. De
Katholieken had zij reeds lang tegen zich
gekregen door maatregelen als de invoe
ring der leekenscholen in den Elzas en de
opheffing van het gezantschap bij het Va-
ticaan maatregelen dit uitsluitend anti-
clericaal zijn en waarbij geen enkel staats
belang gediend wordt, integendeel. De op
positie wordt hoe langer hoe sterker. Don
derdag kwam dit duidelijk tot uiting zoowel
in den Senaat als in de Kamer.
In de Kamer verliet de geheele opposi
tie de zaal en in den Senaat leed de re
geering bij" de behandeling van de begroo
ting zulk een nederlaag, dat Clementel, do
minister van financiën, af moest treden.
De diepere, niet aan den dag gekomen
oorzaak van de kortstondige partieele cri
sis in Herriot's kabinet schijnt geweest te
zijn dat Herriot en zijn collega's aanstu
ren op een belasting van het kapitaal tot
verbetering van dén financieelen tpestand,
waartegen Cl£mehtel zich verzette.
Hij wordt nu, zooals men weet, opgevolgd
door senator De Monzie, wiens benoeming
in dit kabinet wel merkwaardig is, an ïge-
zien van hem bekend is, dat hij een voor
stander is van goede betrekkingen met het
Vaticaan.
De Monzie heeft verklaard, dat hij deze
benoeming niet zou hebben aangenomen,
als Herriot aan zijn.bezwaren tegen de op
heffing van de Fransche ambassade bij het
Vaticaan niet tegemoet gekomen was. Her
riot schijnt dus op dit punt te hebben toe
gegeven.
De franc ondervond van deze crisis dade
lijk de terugslag en daalde gisteren scherp.
De positie van Herriot's kabinet blijft
nog-uiterst precair.
Het rijkspresidentschap.
Zooals te verwachten was, heeft de ver
kiezing van LI. Zondag in Duitschland
niets opgeleverd. Geen der 7 candidaten
voor het presidentschap behaalde de abso
lute meerderheid. Uit de stemming bleek,
dat de uiterste partijen de communisten
en de Völkischen heel wat achteruitge
gaan zijn, vergeleken bij het stemmenaantal
van de vorige rijksdagverkiezingen. Dui
zenden communistische stemmen zijn nu
de gelederen der socialisten komen verster
ken, terwijl de Völkische overloopers bij de
Duitsch-nationalen terecht kwamen. Zoo
doende kregen Jarres (candidaat van het
rechtsche bloc) en Braun (socialist) de
meeste stemmen van de overige candidaten.
Dat wil evenwel niet zeggen, dat bij de
tweede stemming de strijd nu tusschen deze
beide candidaten zal worden uitgevoch
ten. Want waarschijnlijk zal Braun in 't
geheel geen candidaat zijn, terwijl ook de
candidatuur van Jarres nog geenszins ze
ker is. Degene, die de meeste kans heeft,
ts Marx, van wien het zoo goed als zeker
is, dat hij als gemeenschappelijk candi
daat van de linksche partijen zal uitkomen
En wanneer socialisten, democraten en
Centrum zich op Marx vereenigen, krijgt hij
de meerderheid.
Dezer dagen isoVer de candidatuur-Marx
tusschen genoemde partijen onderhandeld
en het resultaat van dezen „KuhKandel" is
geweest, dat de socialisten Marx willen
steunen, als het Centrum meewerkt om
Braun als Pruisisch minister-president te
doen verkiezen. Men heeft dit laatste nog
een beetje willen maskeeren door voor de
leus een democraat als minister-president
va?i Pruisen te doen kiezen, wiens eenige
taak het zou zijn den Pruisisch en Landdag
te ontbinden. Dan kon hij heengaan. Maar
deze, dr. Hopker-Asclioff, beeft voor de eer
bedankt, zoodat men nu dit tusschensta-
dium ineens kon overslaan. Gisteren is der
halve Braun als Pruisisch premier
gekozen. Wanneer alles dus ver
loopt langs de lijnen, die de teeke-
Zombo alleen, de stichter van al dit
naamloos onheil, bleef; bij bleef en aan
den rouw des mans die hij geheel ten on
der wilde brengen schijnbaar deelnemen
de, noemde Morgan hem zijn getrouwen
zoon.
De werkplaatsen en suikeïfnolens ston
den nu stil, en noch In de magazijnen,
noch op eenige andere plaats, waar nog
kort te voren de grootste bedrijvigheid
heerschte, ontwaarde men een mensche-
lijk wezen. Onkruid bedekte de vroeger tot
wandeldreven aangelegde paden, en in
gebouwen die thans verlaten daar ston
den, klonk de echo van den voetstap op
eeno akelige wijze.
Maar do wraak van den heiden was op.
verre na niet bevredigd; want evenals elk
levend wezen dat Morgan in eigendom toe
kwam, sterven moest, zoo moesten ook alle
gebouwen die hij deed optrekken en al de
kostbare boomen, welke nij liet planten,
kortom alles wat Morgan zich door zijn
geld bad aangeschaft in puin en asch ne-
derstorten; zóó had dit verschrikkelijk
mensch besloten.
Daarom ontstond er dan ook plotseling
op zekeren nacht een hevige brand, en de
wijl er niemand was, om dien te blus-
schen, waren spoedig alle magazijnen,
suikermolens en overige gebouwen in een
asohhoop veranderd, Het heerenhuis al
leen, hetwelk op tamelijk verren afstand
verwijderd stond, bleef verschoond, hoe
wel de boomen der plantage in den wijden
omtrek door die van den wind landwaarts
voortgestuwde vlammen gedeeltelijk ver
nield, gedeeltelijk verschroeid werden.
Morgan was nu eensklaps van een
trotsch overmoedig mcnscli, die steunen-
nen nu uitwijzen, dan zullen we binnen
kort Marx als tweeden rijkspresident de
teugels in handen zien nemen. Maar, men
weet het, verrassingen zijn in de Duilsche
politiek allerminst uitgesloten.
T r o t s k i. Den laatsten tijd doet
Trotski weer eens van zich spreken. Er
gingen geruchten dat hij uit zijn buitenver
blijf in do Kaukasus vordwenen was. Aller
lei redenen werden daarvoor opgegeven. De
een zei, dat hij gevlucht was naar het bui
tenland; de ander, dat hij vermoord was;
weer een ander, dat hij op weg was naar
Moskou. Een officieele tegenspraak bleef
niet uit, maar men liet toch doorscheme
ren, dat er wel iets aan de hand was met
Trotski. Hij zou n.l. weer iets beter zijn,
d.w.z. zijn verstandhouding tot de Sovjet
leiders zou er op vooruitgegaan zijn. Wie
weet? De berichten zijn in ieder geval
uiterst onbetrouwbaar.
Echtscheidingen.
Bij de Algemeens Beschouwingen over
de Staatsbegrooting yoor 1925 heeft de
leider der Katholieke .fractie, Z.Eio. Dr.
Nolons, uiteengezet welke punten z.i. door
de Katholieke Staatspartij in de eerstvol
gende legislatieve periode op den voor
grond zouden kunnen worden gesteld.
„Ook in ons land aldus de spreker
al moge het minder zijn dan in andere
landen (ik geef hier een zeer korte moti
veering waarom ik een bepaald punt op
den voorgrond breng) is een streven
merkbaar, o.a. ter vergemakkelijking van
de echtscheiding, waardoor het gevaar
vermeerderd wordt van ontwrichting van
het gezinsleven. Dat gezinsleven is na.ar
onze overtuiging de onmisbare grondslag
van een geordende samenleving. Daarom
zou ik als eerste punt op ons program
willen zetten: handhaving van de chris
telijke beginselen in de huwelijkswetge
ving".
Naar aanleiding van dezo woorden geeft
mr. K. in „De Nieuwe Eeuw" eenige fei
ten en beschouwingen.
Inderdaad is het aantal echtscheidingen
in de laatste jaren zóó toegenomen, dat
meer doelmatige bestrijding van dit
\waad noodzakelijk en urgent is. De doel
matigheid der bestrijding kan echter eerst
worden gosteld nadat het kwaad is ont
leed, niet alleen in zijn uiterlijke verschij
ning, in zijn omvang en diepte is gecon
stateerd, doch ook nagespeurd in zijn oor
zaken. Wat den omvang en den groei van
het aantal echtscheidingen betreft, kan
gezegd worden, dat de toeneming begon
nen is omstreeks 1880. Uit de Amsterdam-
sche statistiek blijkt dit duidelijk: hadden,
daar in 1852 slechts 23 echtscheidingen
plaats, in 1870: 28, in 1890 werd de
eerste groote uitbreiding merkbaar: n.L
107 en bij ieder volgend tiental jaren stijgt
de lijn scherper: in 1900: 171, in 191Ö:
226, in 1920: 447. Wij geven toe: deze cij
fers zijn absolute cijfers en zeggen daar
om nog niet zoo heel veel, omdat in die
jaren ook de bevolking en ook het aantal
huwelijken is toegenomen. Doch ook met
betrekking tot deze laat ons de Amster-
damsche statistiek niet in het onzekere: op
de tienduizend gehuwde personen was het
aantal echtscheidingen en ontbindingen na
scheiding van tafel en bed, welke laatste
echter zelden voorkomen, in 1880: 2.5, in
1890: 7.6, in 1900: 9.4, in 1910: 11.6 en In
1920: 19.4. Wanneer men de gedetailleerde
cijfers voor zich ziet, valt een merkwaar
digheid terstond op: is de „groei" van L910.
tot 1920 vrij geleidelijk, al van 11.6 per
duizend gehuwde personen tot 13,8, de
sprong van 13.8 in 1919 op 19.4 in 1920
is abnormaal. Brengt men dit echter In
verband met hetgeen de bekwame statist!-'
cus, Mr. Dr. van Zanten, opmerkt, en wat
hij aan andere cijfers demonstreert, dat
het voornamelijk de ontbindingen zijn
van huwelijken, reeds langer dan vier ja
ren bestaande, die in 1920 zoo sterk zijn
vermeerderd, dan is het vermoeden niet
gewaagd, dat de zeer talrijke oorlogshu
welijken tot die abnormale stijging hebben
meegewerkt.
Nu is het natuurlijk niet alleen Amster
dam, dat inzake het' groot aantal echt
scheidingen blaam treft, maar in het al
gemeen wel:, da groote steden. Dit blijkt,
wanneer men de cijfers van Amsterdam,
da op zijne macht, alles geloofde ,te mogen
doen wat hem goeddacht, vreesachtig en
schuw geworden. Bij het minste geritsel,
wat hij in zijne nabijheid hoorde, sidderde
hij en ging hij soms voorbij een spiegel,
waarin hij plotseling zijn eigen persoon
zag, dan huiverde hij van zichzelven; zoo
zeer hadden de opeenvolgende rampen
zijn gelaat misvormd.
Zoo was er sedert den dood van Lydia
nog geen maand verloopen, en de afschu
welijke ha$t van Zombo had binnen dien
tijd meer schade berokkend, dan de vree-
selijke orkaan zou hebben kunnen aan
richten.
Deze duivel in menschengedaante stond
thans in de kamer van mevrouw Morgan,
waarin de ondergaande zon hare stralen
in schdinsche richting nederschoot. Zij lag
op het ziekbed, en haar doodsbleeke echt
genoot in diepen rouw gehuld, onder
steunde het hoofd der kranke, terwijl
Zombo met eenen grooten waaier de in
secten verjoeg van de legerstede waarop
diepe droefheid de deugdzame lijderes
geworpen had.
Langen tijd lag mevrouw Morgan geheel
onbeweeglijk; nauwelijks kon men hare
ademhaling bespeuren; eindelijk opende
zij de oogen; haar eerste blik viel op haar
echtgenoot die haar met oplettendheid en
bekommering gadesloeg.
Hoe bevindt gij u? vroeg Morgan.
Beter, doch zeer vermoeid; maar gij,
gij ziet er zoo verschrikkelijk bleek uit.
Morgan antwoordde niet en zijn
hoofd zonk in sombere wanhoop op de
borst neder.
Schep moed, mijn vriend, fluisterde
nu de diep ademhalende zieke vrouw, met
Rotterdam, Den Haag, Utrecht en Gfonin-
gen vergelijkt met de cijfers van het ge
heele land. Laten wij het abnormaal hooge
cijfer van 1920 buiten rekening en bezien
we alleen do geleidelijk tot stand gekomen
cijfers van 1919, dan viiiden we voor het
geheele land, gerekend op tien duizend
gehuwde personen, het cijfer 6.6/ doch
voor Amsterdam 13.8, voor Rotterdam 14,
voor Den Haag 21.8, voor Utrecht. 8.6 en
voor Groningen 9.1 of voor deze vijf groo
te gemeenten tezamen 14.9, dat is meer
dan tweemaal het cijfer van het geheele
land. Wanneer men dus maatregelen over
weegt ter bestrijding van het kwaad der
echtscheiding, dat immers naar het woord
van.dr. Nolens het gezinsleven ontwricht
en daardoor den onmisbaren grondslag
van een geordende samenleving verzwakt,
dan zal men daarbij ongetwijfeld de ze
delijke en economische gesteltenis in de
groote steden in aanmerking behooren te
nemen. Het spreekt van zelf, dat Dr. No-
lens het woord voerende als staatsman
en in een wetgevend college daarbij al
lereerst gedacht heeft aan wettelijke maat
regelen. vOp welk gebied deze zouden moe
ten worden toegepast is duidelijk, wan
neer men de houding der rechterlijke
macht, inzake echtscheidingen waarneemt.
Zooals men weet kan volgens art. 263 B.
W. schetscheiding nimmer door onderlin
ge toestemming plaats hebben. Er moet
dus altijd een rechterlijke uitspraak zijn
en deze kan alleen berusten op vier bij
de wet limitatief genoemde gronden: a)
overspel, b) kwaadwillige verlating, o)
veroordeeling wegens misdrijf tot een vrij
heidsstraf van vier jaren of langer, na het
huwelijk uitgespoken, en d) zware verwon
dingen of zoodanige mishandeling door
den eenen echtgenoot jegens den anderen
gepleegd, waardoor diens leven wordt in
gevaar gebracht of waardoor hem gevaar
lijke verwondingen zijn toegebracht. Met
deze bepalingen wordt er echter een be
denkelijk spel gespeeld. De regel van het
burgerlijk procesrecht, dat, wanneer de
gedaagde niet verschijnt of, wel versche
nen zijnde, do door de eischen gestelde fei
ten erkent, de eisch wordt toegewezen
zonder dat nader onderzoek naar de
waarheid der ingestelde feiten plaats
heeft, indien de eisch maar In het alge
meen op de wet Is gegrond, deze regel
wordt sinds een arrest van den Hoogen
Raad van 1883 toegepast bij de echtschei
dingsprocedures met dit bekende gevolg,
dat, hoewel feitelijk de bovengenoemde
wettelijke gronden niet aanwezig zijn, de
echtscheiding toch wordt uitgesproken: de
eischer stelt overspel, de gedaagde laat
verstek gaan, de rechter neemt zonder na
der onderzoek het bestaan van overspel
aan en spreekt echtscheiding uit. Met ze
kere virtuositeit is op de bedenkelijk stra
mien voortgeborduurd en talrijk zijn de
gevallen, waarin met gebruikmaking van
deze praktijd tegen do wet in huwelijken
zijn ontbonden en na ontbinding wederom
gesloten. Hoe groot het aantal van der
gelijke ontduikingen geweest ia, valt moei
lijk te zeggen, omdat ook wanneer een der
partijen wegblijft de grond van echtschei-
ding toch wel aanwezig kan zijn.
Doch een aanwijzing voor den omvang
der ontduiking vindt men in de Aihster-
damsche statistiek. Van 1900 tot 1920
werd 91 pet. der echts'cheidings-vonnissen
bij verstek gewezen! Met het toenemen
van bet aantal echtscheidingen vermin
derde het begrijpelijkerwijze eenigermate,
n.1. tot 88 pet. in 1910—'1914 en tot 86 pet.
in 19151919 En een andere wijziging
is deze, dat de grond voor de dagvaarding
in de jaren 1900-1904 in 80 pet. der ge
vallen was overspel, welk getal in de jaren
19051909 steeg tot 81 pet, in de jaren
19101914: 82 pot. én in de Jaren 1915
1919: 89 pet: O.i. mag dan ook wel als ze
ker worden aangenomen, dat het arrest
van den Hoogen Raad funeste gevolgen
heeft gehad, waartegen reeds prof. Ha
maker, die overigens ook het arrest zelf
bestreed, waarschuwde (zie Verspreide
Geschrtften I pag. 382).
Zullen nu wettelijke maatregelen dit
kwaad kunnen beteugelen? Het is de vraag
welke maatregelen men beoogt en daarover
heeft Dr. Nolens zich niet uitgelaten. In
dertijd is er een ontwerp-Nelissen inge
diend d.d. 24 Januari 1910, waarbij
werd bepaald, dat de rechter de vordering
tot echtscheiding niet meer zou mogen
toewijzen, zoo hij niet door wetteljke be
wijsmiddelen van rle waarheid der gestel
een holle zachte stem.
In plaats van te antwoorden, knikte de
planter met het hoofd, want hij had allen
moed verloren; zacht drukte hij de beven
de hand zijner vrouw.
Moed, mijn vriend, terwijl zij met
den vinger op het kruisbeeld wees, het
welk in haar ledikant hing WeldraNben
ik bij Lydia, dan zullen wij vereenigd voor
u bidden. Zij wenkte en de neger verwij
derde zich. Zwaar, sprak zij vervol
gens, mijn gemaal, Is de schuld die op u
drukt, voor veel reeds hebt gij op eene
verschrikkelijke wijze geboet. Al wat de
nqenschonhandql en uw koopmansspecula-
tiën u hebben opgebracht, uwe goederen
voorraad en uwe werktuigen, alles is ver
woest geworden; ja, zqlfs uwe Lydia, ons
eenigst, ons geliefd kind is ons ontnomen
De arme moeder sprak den naam Lydia
met eenen doordringenden gil uit, die hare
laatste krachten scheen uit te putten.
Morgan zelf zwak en bevende, ondersteun
de haar, en trachtte haar weder tot haar
zelve te'brengen.
Uit al wat u overkomt, mijn vriend,
vervolgde zij eenige oogenblikken daarna,
ziet gij, welk een armzalig rekenmeester
de mensch is tegenover de plannen der
Voorzienigheid. Door rijkdom hooptet gij
uw geluk te vestigen maar gij hebt mis-
gerekend, want gij teldet de verwensc hin
gen en de tranen niet bij hetgeen gij be
zat. Gij bedacht niet dat deze ook afreke
ning zouden houden. Vergeef het mij, dat
ik u door zulke woorden bedroef; maar
ik voel don dood, die mij reeds met koude
en ijzige hand aangrijpt, en mijn plicht
vordert, dat ik nog vóór mijn sterven zoo
met u spreke, zooals mijne ziel, die dik-
de feiten is overtuig'. Ts dit v !on te
gen woord icon tijd ini Hah.1 i- doel
treffend middel? Wij betwijfel.-n het. Ze
ker, indien e$>n dergelijk onlw rp als van
wijlen minister Nel is sen wed rom werd
ingediend, dan zoude het verdienen te
worden aangenomen". Niet echter omdat
wij daarvan heilrijke gevolgen zouden Eer
wachten in de bestrijding van de echt-
scheidings-epidcmie, doch louter om juri
dische redenen, die prof. Hamaker ln
genoemd opstel aangaf, ten betooge, dat
de procesrechterlijkn regelen in zake be
kentenis en verstek bij een echtscheidings
procedure niet van toepassing zijn. Doch
afdoende beteugeling van het kwaad ver
wachten wij daar niet van. Een praktijk
van langer dan veertig-jaren wordt door
een „strengere" procedure niet zoo maar
afgesloten. Reeds in 1910 twijfelde prof.
Struyoken daaraan (zie zijn Politieke Opt
stellen pag. 128) en sindsdien zijn de ze
den er niet beter op geworden; wij meenen
om het duidelijker te zeggen dat sinds
1910 de zeden zóó geworden zijn, dat in
dien thans voor echtscheiding geëischt
wordt het bewijs van de waarheid der ge
stelde feiten, men zich niet zal ontzien het
bewijs ook inderdaad mogelijk te maken!
Al zullen er natuurlijk gevallen
voorkomen, waarbij de eisch van het be
wijs afsohrikkend zal werken.
Het vraagstuk is er niet een, dat met
wettelijke middelen alléén kan worden
opgelost.
BE RIJWSTREEK
ALPHEN AAN OEN RIJN.
Gemeenteraad.
Overname grond van de Martha*
Stichting. Benoeming adjunct-gs*
meente-archltect.
Vergadering van Donderdag 2 April.
Voorzitter do burgemeester, de heer Dr.
H. W. Lovink. Afwezig de heer v. Dijk.
Na opening heeft goedkeuring plaats
van de notulen.
Vervolgens worden voorgelezen de ant*
woorden op door enkele raadsleden in
de vorige vergadering gestolde vragen.
Met betrekking tot de aanbesteding van
het bouwen eener M.U.L.O. school, deelen
B. en W. mede, dat de bouw voorloopig
niet is gegund. Het plan is vatbaar geble
ken voor enkele bezuinigingen enz., waar-
ra B. en W. het eerst nog eens willen
herzien.
- Ingekomen stukken.
Naar aanleiding van een adres van J.
A. Kromhout zegt de voorzitter dat de
bouwverordening momenteel niet toelaat,
dat vergunning wordt verleend tot het ge*
bruik van onbrandbaar riet. Wel zijn B.
en W. voornemens om binnenkort met een
voorstel te komen tot wijziging van de ver
ordening.
1. Voorstel van B. en W. om vergup*
nlng te verloenen aan d^n heer P. J. Oost
hoek voor den aanlog van straten.
Goedgekeurd.
2. Voorstel van B. en W. tot wijziging
van, het raadsbesluit d.d. 23 October 1924
waarbij aan G. Panne vis Sr. vergunning
tot straataanlog word verleend.
Goedgekeurd.
8. Voorstel van B. en W. tot overname
van gedeelten groïtd van de Martha
Stichting.
De heer Noomen vindt het nogal duur.
Verder vraagt spr. of het in de bedoeling
ligt om bet geheele aan te koopen stuk
grond to bestraten.
De heer Herngreen vindt hot ook Vree-
solijk duur. Spr. kan de houding van de
Mart.ha-Stichting in dezen niet bewonde
ren. Dat de voormalige gemeente Aarlan*
derveen haar een hak heeft gezet, behoeft
zb niet op ons te verhalen.
De heer v. d. Bent zal tegenstemmen,
omdat het te duur is. Dan moet de toe*
stand maar zoo blijven.
De Voorzitter vindt het beter er maaf
niet meer over te spreken.
Do beer nerngreen: Dus u vindt het
toch ook hiet in den haak?
De Voorzitter: Ik heb niets gezegd. Men
kan de zaak van twee kanten bezien. Er ls
voor beide iets te zeggen.
De heer Gesman kan het standpunt van
de Martha-sticbting wel begrijpen.
Met 14 tegen 2 stemmen wordt tenslottd
tot aankoop besloten. Tegen de hoeren
't Riet en v. d. Neut.
wijls terugbeefde voor de wijze, waarop
gij uwe rijkdommen verwierft, het mij
voorschrijft te doen. Tracht voortaan niet
meer, ik smeek het u om Godswil, nA&r
rijkdom; maar verzoen u met God, met
onzen Zaligmaker en Verlossor; pleeg boe
te en berouw over uwe zonden en verlaat
dit land, waar bijna alle menschen uitslul*
tend voor het geld leven en koud en hard
vochtig de gevoelens van medelijden met
en liefde tot den evenmensoh verloochenen
Verkoop wat gij nog aan grond bezit en
scheep u in naar Europa, want het over-
groote verlies, dat gij door het wegsterven
uwer slaven en kudden, zoowel als door do
vlammen geleden hebt, eischt waarlijk uw
vertrek van hier; mocht het u ook geluk*
ken, al die rampen eenigszina te hersteU
len, dan zouden toch te veel smartelijk#
herinneringon aan uw leven knagen.
Steek daarom naar Europa over, bid ik
u, en wendt van nu af uw hart en uw ge
moed tot God; dit is de laatste bede eener
stervende. Stem ze mij toe.... in den
naam van ons te vroeg gestorvon kind.
O God, zij sterft, zij, mijne eenigste
vriendin, mijn goede engel, jammerdo
Morgan; zij sterft, die ik miskend, be
spot en op wier vermaningen ik geen
acht geslagen heb.
Bij don uitroep: zij sterft, trad Zombo
ijlings de kamer binnen.
Morgan wankelde, bedekte zijn gelaat
met beide handen, en, door droefheid en
hartzeer overmand, knielde hij neder voor
het bed zijner echtgenoote, wier verzwak
king van minuut tot minuut scheen toe to
nemen.
(Wordt vervolgd).