Vierde Blad Zaterdag 4 April 1925 Buitenl. Weekoverzicht. Er hebben gedurende de laatste dagen een paar flinke ongelukken plaats gehad, fn Frankrijk een paar ernstige spoorweg ongelukken en één in Rusland. Verder het ongeluk bij de oefeningen van de rijksweer bij Minden, waar 'n 80-tal jonge kerels den- dood vonden in de golven van den Obor- Weseor. En ten slotte de jongste mijnramp bij Newcastle in Engeland, waar 'n kleine ■40 mijnwerkers om bet leven kwamen, doordat de mijn als een rattenval onder water werd gezet. Zoo ziet men, dat ook in een, goed. ge- ordenden staat met al z'n perfectie van machinerieën en Organisatie een ramp niet voorkomen kan w'O'rden, al gaat het' bij ens nooit zóó in 't groot als bijv. in Amerika, waar een tornado maar liefst een duizendtal slachtoffers maakte; of in To kio, waar een brandje zich nooit met één huis tevreden stelt, .maar steeds een paar hondord tegelijk in de asch legt. Dit treu rig rijtje ongelukken heeft evenwel de aan dacht wat afgetrokken van de buitenland- sche politiek, die trouwens niet bijster in teressant is. Of het mqet gedurende deze dage» nog komen, als men er in Frankrijk in slaagt Herriot nit het zadel te wippen; waarvoor de kans vrij groot is, want hij heeft het op het oogenblik danig verbruid, zoowel bij de Katholieken, als bij de Elzas- sers, bij de studenten en bij den Senaat. Als <e Senaat hem werkelijk met zijn mi nisterie naar huis wil zenden, is er een mooie gelegenheid bij de behandeling van den post voor de ambassade ten Vaticane, waarbij Herriot do vertrouwenskwestie heeft gesteld. Of het moest zijn, dat het dreigende conflict bezworen wordt door een gedeeltelijk toegeven van Herriot, en daar is wel kans op, nu senator De Monzie lid van de regeering is geworden. hoorden dezer dagen iemand den naam Herriot uitspreken als „herrie- jood". Nu heeft de Fransche premier met de Joden wel niet zoo heel veel uit te staan, maar „herrie" weet hij ongetwij feld rondom zich te verwekken. Be studenten relletje e. Een van de manieren waarop de linksche hee- ren, die over niets anders praten dan over vrede en nog eens vrede, de aanleiding worden van een heftige verzet-actie, toont ons de beweging rondom de benoeming van proL Scelle. De linksche regeering heeft hem benoemd als professor in het in ternationaal recht aan de Parijsche uni versiteit ondanks het feit, dat hij niet als nummer 1 op de'voordracht stondr - Maar nummer 1 was politiek rechts georiën teerd, volgens de „Msb." Katholiek, en Soelie was een vriendje van dé linksche regeering.. Dus een zuivere partij-benoe ming. Daartegen hebben zich de meeren- deels rechtsche studenten verzet en zij hebben de colleges van Scelle onmogelijk gemaakt. Dat werd zoo erg, dat de gewa pende macht door Scelle's partij vrienden te hulp werd geroepen, maar de deken van de juridische faculteit steunend op de trar. ditie dat alleen de universiteitsautoriteiten de orde binnen de muren van de hooge- school hebben te bandhaven weigerde do fewapende macht toe te laten. De wraak leef niet uit, deken Barthelemy werd ge schorst. De studenten beantwoordden deze daad met de proclamatie van een algemee ns staking aan alle Fransche hoogescho- len, een stakingsparool, dat trouw wordt opgevolgd. En dat dit relletje zoo maar niet een onbekookte actie is van eenige heethoofdige jongelui, bewijst het feit, dat vrijwel alle professoren het met hun stu denten eens zijn en hun alle faciliteiten verleenen, opdat de examens hun gewonen loop kunnen hebben. Eet gaat dan ooi niet om den persoon vr» prof. Scelle, inaar het gaat tegen de streving van de vrijdenkersregeering door partijbenoemingen daAr langzaam in te dringen, waar hun ideeën geen ingang kun- FEÜSLLSTOK', ZOfolSO, DE SLAAF. 18) Wiggins, ofschoon hij in dan beginne zeer ontsteld was, liet zich na de ter aar- debestelling van Lydia hoe langer zoo zeldzamer in de woning van Morgan zien, want wat was nu naar zijne koopmans berekeningen aldaar nog te zoeken. Morgan, die altijd in zijn eigen belaag rekende, en die, ware hij in de plaats van Wiggins geweest, hetzelfde zou gedaan hebben hield zioh thans, alsof hij over de hardvochtigheid van Lydia's voormaligen bruidegom zeer beleedigd was hij, die nimmer het minste blijk getoond had, dat hij een voor het lief en leed zijner mede- ïoenschen toegankelijk hart in zijnen boe zem omdroeg. De beker des ongeluks, door een som ber noodlot voor Morgan ingeschonken, Was echter nog op verre na niet tot den bodem geledigd; het verschrikkelijkste, wat een rijken vrek kan overkomen, ar moede namelijk moest hem nog treffen. De vergiften, die Zombo in den nacht Van de roode rota bij don wreker gehaald bad, begonnen nu'ook hunne verderfelijke Werking in de aan dé zee gelegene plan tage van Morgan aan te richten; de kud den bezweken, en de slaven stierven in me fligte, zoodat er de schrik en verwarring hl zulk een hooge mate onder de negers fen de blanke bedienden ontstonden, dat wegliepen om zich naar alle richtingen Verstrooiende, om een wrekende hand te tmtwijken, welke zij voelden doch niet tornden. nen vindén. Zelfs de „Tel." een onver dachte getuige! ziet dezen dieperen on dergrond, wanneer het constateert: „Wij hebben in deze affaire eigenlijk te zien een overbrenging van den kamp tusschen clericalen 8n vrijdenkers naar de hoogeschool." De benoeming van Scelle staat niet al leen. Ook aan de medische faculteit is zulk een partij-benoeming te verwachten. Het betreft de schepping van een nieu wen leerstoel voor kinderziekten, die spe ciaal zou worden opgericht voor doctor Weill Hallé, die een bijzondere vriend zou zijn van den socialistischen leider Blum. En dit in afwijking van het advies der fa culteit, die dezen nieuwen leerstoel overbo dig acht. Door dergelijke practijken maakt de link sche regeering zich overal vijanden. De Katholieken had zij reeds lang tegen zich gekregen door maatregelen als de invoe ring der leekenscholen in den Elzas en de opheffing van het gezantschap bij het Va- ticaan maatregelen dit uitsluitend anti- clericaal zijn en waarbij geen enkel staats belang gediend wordt, integendeel. De op positie wordt hoe langer hoe sterker. Don derdag kwam dit duidelijk tot uiting zoowel in den Senaat als in de Kamer. In de Kamer verliet de geheele opposi tie de zaal en in den Senaat leed de re geering bij" de behandeling van de begroo ting zulk een nederlaag, dat Clementel, do minister van financiën, af moest treden. De diepere, niet aan den dag gekomen oorzaak van de kortstondige partieele cri sis in Herriot's kabinet schijnt geweest te zijn dat Herriot en zijn collega's aanstu ren op een belasting van het kapitaal tot verbetering van dén financieelen tpestand, waartegen Cl£mehtel zich verzette. Hij wordt nu, zooals men weet, opgevolgd door senator De Monzie, wiens benoeming in dit kabinet wel merkwaardig is, an ïge- zien van hem bekend is, dat hij een voor stander is van goede betrekkingen met het Vaticaan. De Monzie heeft verklaard, dat hij deze benoeming niet zou hebben aangenomen, als Herriot aan zijn.bezwaren tegen de op heffing van de Fransche ambassade bij het Vaticaan niet tegemoet gekomen was. Her riot schijnt dus op dit punt te hebben toe gegeven. De franc ondervond van deze crisis dade lijk de terugslag en daalde gisteren scherp. De positie van Herriot's kabinet blijft nog-uiterst precair. Het rijkspresidentschap. Zooals te verwachten was, heeft de ver kiezing van LI. Zondag in Duitschland niets opgeleverd. Geen der 7 candidaten voor het presidentschap behaalde de abso lute meerderheid. Uit de stemming bleek, dat de uiterste partijen de communisten en de Völkischen heel wat achteruitge gaan zijn, vergeleken bij het stemmenaantal van de vorige rijksdagverkiezingen. Dui zenden communistische stemmen zijn nu de gelederen der socialisten komen verster ken, terwijl de Völkische overloopers bij de Duitsch-nationalen terecht kwamen. Zoo doende kregen Jarres (candidaat van het rechtsche bloc) en Braun (socialist) de meeste stemmen van de overige candidaten. Dat wil evenwel niet zeggen, dat bij de tweede stemming de strijd nu tusschen deze beide candidaten zal worden uitgevoch ten. Want waarschijnlijk zal Braun in 't geheel geen candidaat zijn, terwijl ook de candidatuur van Jarres nog geenszins ze ker is. Degene, die de meeste kans heeft, ts Marx, van wien het zoo goed als zeker is, dat hij als gemeenschappelijk candi daat van de linksche partijen zal uitkomen En wanneer socialisten, democraten en Centrum zich op Marx vereenigen, krijgt hij de meerderheid. Dezer dagen isoVer de candidatuur-Marx tusschen genoemde partijen onderhandeld en het resultaat van dezen „KuhKandel" is geweest, dat de socialisten Marx willen steunen, als het Centrum meewerkt om Braun als Pruisisch minister-president te doen verkiezen. Men heeft dit laatste nog een beetje willen maskeeren door voor de leus een democraat als minister-president va?i Pruisen te doen kiezen, wiens eenige taak het zou zijn den Pruisisch en Landdag te ontbinden. Dan kon hij heengaan. Maar deze, dr. Hopker-Asclioff, beeft voor de eer bedankt, zoodat men nu dit tusschensta- dium ineens kon overslaan. Gisteren is der halve Braun als Pruisisch premier gekozen. Wanneer alles dus ver loopt langs de lijnen, die de teeke- Zombo alleen, de stichter van al dit naamloos onheil, bleef; bij bleef en aan den rouw des mans die hij geheel ten on der wilde brengen schijnbaar deelnemen de, noemde Morgan hem zijn getrouwen zoon. De werkplaatsen en suikeïfnolens ston den nu stil, en noch In de magazijnen, noch op eenige andere plaats, waar nog kort te voren de grootste bedrijvigheid heerschte, ontwaarde men een mensche- lijk wezen. Onkruid bedekte de vroeger tot wandeldreven aangelegde paden, en in gebouwen die thans verlaten daar ston den, klonk de echo van den voetstap op eeno akelige wijze. Maar do wraak van den heiden was op. verre na niet bevredigd; want evenals elk levend wezen dat Morgan in eigendom toe kwam, sterven moest, zoo moesten ook alle gebouwen die hij deed optrekken en al de kostbare boomen, welke nij liet planten, kortom alles wat Morgan zich door zijn geld bad aangeschaft in puin en asch ne- derstorten; zóó had dit verschrikkelijk mensch besloten. Daarom ontstond er dan ook plotseling op zekeren nacht een hevige brand, en de wijl er niemand was, om dien te blus- schen, waren spoedig alle magazijnen, suikermolens en overige gebouwen in een asohhoop veranderd, Het heerenhuis al leen, hetwelk op tamelijk verren afstand verwijderd stond, bleef verschoond, hoe wel de boomen der plantage in den wijden omtrek door die van den wind landwaarts voortgestuwde vlammen gedeeltelijk ver nield, gedeeltelijk verschroeid werden. Morgan was nu eensklaps van een trotsch overmoedig mcnscli, die steunen- nen nu uitwijzen, dan zullen we binnen kort Marx als tweeden rijkspresident de teugels in handen zien nemen. Maar, men weet het, verrassingen zijn in de Duilsche politiek allerminst uitgesloten. T r o t s k i. Den laatsten tijd doet Trotski weer eens van zich spreken. Er gingen geruchten dat hij uit zijn buitenver blijf in do Kaukasus vordwenen was. Aller lei redenen werden daarvoor opgegeven. De een zei, dat hij gevlucht was naar het bui tenland; de ander, dat hij vermoord was; weer een ander, dat hij op weg was naar Moskou. Een officieele tegenspraak bleef niet uit, maar men liet toch doorscheme ren, dat er wel iets aan de hand was met Trotski. Hij zou n.l. weer iets beter zijn, d.w.z. zijn verstandhouding tot de Sovjet leiders zou er op vooruitgegaan zijn. Wie weet? De berichten zijn in ieder geval uiterst onbetrouwbaar. Echtscheidingen. Bij de Algemeens Beschouwingen over de Staatsbegrooting yoor 1925 heeft de leider der Katholieke .fractie, Z.Eio. Dr. Nolons, uiteengezet welke punten z.i. door de Katholieke Staatspartij in de eerstvol gende legislatieve periode op den voor grond zouden kunnen worden gesteld. „Ook in ons land aldus de spreker al moge het minder zijn dan in andere landen (ik geef hier een zeer korte moti veering waarom ik een bepaald punt op den voorgrond breng) is een streven merkbaar, o.a. ter vergemakkelijking van de echtscheiding, waardoor het gevaar vermeerderd wordt van ontwrichting van het gezinsleven. Dat gezinsleven is na.ar onze overtuiging de onmisbare grondslag van een geordende samenleving. Daarom zou ik als eerste punt op ons program willen zetten: handhaving van de chris telijke beginselen in de huwelijkswetge ving". Naar aanleiding van dezo woorden geeft mr. K. in „De Nieuwe Eeuw" eenige fei ten en beschouwingen. Inderdaad is het aantal echtscheidingen in de laatste jaren zóó toegenomen, dat meer doelmatige bestrijding van dit \waad noodzakelijk en urgent is. De doel matigheid der bestrijding kan echter eerst worden gosteld nadat het kwaad is ont leed, niet alleen in zijn uiterlijke verschij ning, in zijn omvang en diepte is gecon stateerd, doch ook nagespeurd in zijn oor zaken. Wat den omvang en den groei van het aantal echtscheidingen betreft, kan gezegd worden, dat de toeneming begon nen is omstreeks 1880. Uit de Amsterdam- sche statistiek blijkt dit duidelijk: hadden, daar in 1852 slechts 23 echtscheidingen plaats, in 1870: 28, in 1890 werd de eerste groote uitbreiding merkbaar: n.L 107 en bij ieder volgend tiental jaren stijgt de lijn scherper: in 1900: 171, in 191Ö: 226, in 1920: 447. Wij geven toe: deze cij fers zijn absolute cijfers en zeggen daar om nog niet zoo heel veel, omdat in die jaren ook de bevolking en ook het aantal huwelijken is toegenomen. Doch ook met betrekking tot deze laat ons de Amster- damsche statistiek niet in het onzekere: op de tienduizend gehuwde personen was het aantal echtscheidingen en ontbindingen na scheiding van tafel en bed, welke laatste echter zelden voorkomen, in 1880: 2.5, in 1890: 7.6, in 1900: 9.4, in 1910: 11.6 en In 1920: 19.4. Wanneer men de gedetailleerde cijfers voor zich ziet, valt een merkwaar digheid terstond op: is de „groei" van L910. tot 1920 vrij geleidelijk, al van 11.6 per duizend gehuwde personen tot 13,8, de sprong van 13.8 in 1919 op 19.4 in 1920 is abnormaal. Brengt men dit echter In verband met hetgeen de bekwame statist!-' cus, Mr. Dr. van Zanten, opmerkt, en wat hij aan andere cijfers demonstreert, dat het voornamelijk de ontbindingen zijn van huwelijken, reeds langer dan vier ja ren bestaande, die in 1920 zoo sterk zijn vermeerderd, dan is het vermoeden niet gewaagd, dat de zeer talrijke oorlogshu welijken tot die abnormale stijging hebben meegewerkt. Nu is het natuurlijk niet alleen Amster dam, dat inzake het' groot aantal echt scheidingen blaam treft, maar in het al gemeen wel:, da groote steden. Dit blijkt, wanneer men de cijfers van Amsterdam, da op zijne macht, alles geloofde ,te mogen doen wat hem goeddacht, vreesachtig en schuw geworden. Bij het minste geritsel, wat hij in zijne nabijheid hoorde, sidderde hij en ging hij soms voorbij een spiegel, waarin hij plotseling zijn eigen persoon zag, dan huiverde hij van zichzelven; zoo zeer hadden de opeenvolgende rampen zijn gelaat misvormd. Zoo was er sedert den dood van Lydia nog geen maand verloopen, en de afschu welijke ha$t van Zombo had binnen dien tijd meer schade berokkend, dan de vree- selijke orkaan zou hebben kunnen aan richten. Deze duivel in menschengedaante stond thans in de kamer van mevrouw Morgan, waarin de ondergaande zon hare stralen in schdinsche richting nederschoot. Zij lag op het ziekbed, en haar doodsbleeke echt genoot in diepen rouw gehuld, onder steunde het hoofd der kranke, terwijl Zombo met eenen grooten waaier de in secten verjoeg van de legerstede waarop diepe droefheid de deugdzame lijderes geworpen had. Langen tijd lag mevrouw Morgan geheel onbeweeglijk; nauwelijks kon men hare ademhaling bespeuren; eindelijk opende zij de oogen; haar eerste blik viel op haar echtgenoot die haar met oplettendheid en bekommering gadesloeg. Hoe bevindt gij u? vroeg Morgan. Beter, doch zeer vermoeid; maar gij, gij ziet er zoo verschrikkelijk bleek uit. Morgan antwoordde niet en zijn hoofd zonk in sombere wanhoop op de borst neder. Schep moed, mijn vriend, fluisterde nu de diep ademhalende zieke vrouw, met Rotterdam, Den Haag, Utrecht en Gfonin- gen vergelijkt met de cijfers van het ge heele land. Laten wij het abnormaal hooge cijfer van 1920 buiten rekening en bezien we alleen do geleidelijk tot stand gekomen cijfers van 1919, dan viiiden we voor het geheele land, gerekend op tien duizend gehuwde personen, het cijfer 6.6/ doch voor Amsterdam 13.8, voor Rotterdam 14, voor Den Haag 21.8, voor Utrecht. 8.6 en voor Groningen 9.1 of voor deze vijf groo te gemeenten tezamen 14.9, dat is meer dan tweemaal het cijfer van het geheele land. Wanneer men dus maatregelen over weegt ter bestrijding van het kwaad der echtscheiding, dat immers naar het woord van.dr. Nolens het gezinsleven ontwricht en daardoor den onmisbaren grondslag van een geordende samenleving verzwakt, dan zal men daarbij ongetwijfeld de ze delijke en economische gesteltenis in de groote steden in aanmerking behooren te nemen. Het spreekt van zelf, dat Dr. No- lens het woord voerende als staatsman en in een wetgevend college daarbij al lereerst gedacht heeft aan wettelijke maat regelen. vOp welk gebied deze zouden moe ten worden toegepast is duidelijk, wan neer men de houding der rechterlijke macht, inzake echtscheidingen waarneemt. Zooals men weet kan volgens art. 263 B. W. schetscheiding nimmer door onderlin ge toestemming plaats hebben. Er moet dus altijd een rechterlijke uitspraak zijn en deze kan alleen berusten op vier bij de wet limitatief genoemde gronden: a) overspel, b) kwaadwillige verlating, o) veroordeeling wegens misdrijf tot een vrij heidsstraf van vier jaren of langer, na het huwelijk uitgespoken, en d) zware verwon dingen of zoodanige mishandeling door den eenen echtgenoot jegens den anderen gepleegd, waardoor diens leven wordt in gevaar gebracht of waardoor hem gevaar lijke verwondingen zijn toegebracht. Met deze bepalingen wordt er echter een be denkelijk spel gespeeld. De regel van het burgerlijk procesrecht, dat, wanneer de gedaagde niet verschijnt of, wel versche nen zijnde, do door de eischen gestelde fei ten erkent, de eisch wordt toegewezen zonder dat nader onderzoek naar de waarheid der ingestelde feiten plaats heeft, indien de eisch maar In het alge meen op de wet Is gegrond, deze regel wordt sinds een arrest van den Hoogen Raad van 1883 toegepast bij de echtschei dingsprocedures met dit bekende gevolg, dat, hoewel feitelijk de bovengenoemde wettelijke gronden niet aanwezig zijn, de echtscheiding toch wordt uitgesproken: de eischer stelt overspel, de gedaagde laat verstek gaan, de rechter neemt zonder na der onderzoek het bestaan van overspel aan en spreekt echtscheiding uit. Met ze kere virtuositeit is op de bedenkelijk stra mien voortgeborduurd en talrijk zijn de gevallen, waarin met gebruikmaking van deze praktijd tegen do wet in huwelijken zijn ontbonden en na ontbinding wederom gesloten. Hoe groot het aantal van der gelijke ontduikingen geweest ia, valt moei lijk te zeggen, omdat ook wanneer een der partijen wegblijft de grond van echtschei- ding toch wel aanwezig kan zijn. Doch een aanwijzing voor den omvang der ontduiking vindt men in de Aihster- damsche statistiek. Van 1900 tot 1920 werd 91 pet. der echts'cheidings-vonnissen bij verstek gewezen! Met het toenemen van bet aantal echtscheidingen vermin derde het begrijpelijkerwijze eenigermate, n.1. tot 88 pet. in 1910—'1914 en tot 86 pet. in 19151919 En een andere wijziging is deze, dat de grond voor de dagvaarding in de jaren 1900-1904 in 80 pet. der ge vallen was overspel, welk getal in de jaren 19051909 steeg tot 81 pet, in de jaren 19101914: 82 pot. én in de Jaren 1915 1919: 89 pet: O.i. mag dan ook wel als ze ker worden aangenomen, dat het arrest van den Hoogen Raad funeste gevolgen heeft gehad, waartegen reeds prof. Ha maker, die overigens ook het arrest zelf bestreed, waarschuwde (zie Verspreide Geschrtften I pag. 382). Zullen nu wettelijke maatregelen dit kwaad kunnen beteugelen? Het is de vraag welke maatregelen men beoogt en daarover heeft Dr. Nolens zich niet uitgelaten. In dertijd is er een ontwerp-Nelissen inge diend d.d. 24 Januari 1910, waarbij werd bepaald, dat de rechter de vordering tot echtscheiding niet meer zou mogen toewijzen, zoo hij niet door wetteljke be wijsmiddelen van rle waarheid der gestel een holle zachte stem. In plaats van te antwoorden, knikte de planter met het hoofd, want hij had allen moed verloren; zacht drukte hij de beven de hand zijner vrouw. Moed, mijn vriend, terwijl zij met den vinger op het kruisbeeld wees, het welk in haar ledikant hing WeldraNben ik bij Lydia, dan zullen wij vereenigd voor u bidden. Zij wenkte en de neger verwij derde zich. Zwaar, sprak zij vervol gens, mijn gemaal, Is de schuld die op u drukt, voor veel reeds hebt gij op eene verschrikkelijke wijze geboet. Al wat de nqenschonhandql en uw koopmansspecula- tiën u hebben opgebracht, uwe goederen voorraad en uwe werktuigen, alles is ver woest geworden; ja, zqlfs uwe Lydia, ons eenigst, ons geliefd kind is ons ontnomen De arme moeder sprak den naam Lydia met eenen doordringenden gil uit, die hare laatste krachten scheen uit te putten. Morgan zelf zwak en bevende, ondersteun de haar, en trachtte haar weder tot haar zelve te'brengen. Uit al wat u overkomt, mijn vriend, vervolgde zij eenige oogenblikken daarna, ziet gij, welk een armzalig rekenmeester de mensch is tegenover de plannen der Voorzienigheid. Door rijkdom hooptet gij uw geluk te vestigen maar gij hebt mis- gerekend, want gij teldet de verwensc hin gen en de tranen niet bij hetgeen gij be zat. Gij bedacht niet dat deze ook afreke ning zouden houden. Vergeef het mij, dat ik u door zulke woorden bedroef; maar ik voel don dood, die mij reeds met koude en ijzige hand aangrijpt, en mijn plicht vordert, dat ik nog vóór mijn sterven zoo met u spreke, zooals mijne ziel, die dik- de feiten is overtuig'. Ts dit v !on te gen woord icon tijd ini Hah.1 i- doel treffend middel? Wij betwijfel.-n het. Ze ker, indien e$>n dergelijk onlw rp als van wijlen minister Nel is sen wed rom werd ingediend, dan zoude het verdienen te worden aangenomen". Niet echter omdat wij daarvan heilrijke gevolgen zouden Eer wachten in de bestrijding van de echt- scheidings-epidcmie, doch louter om juri dische redenen, die prof. Hamaker ln genoemd opstel aangaf, ten betooge, dat de procesrechterlijkn regelen in zake be kentenis en verstek bij een echtscheidings procedure niet van toepassing zijn. Doch afdoende beteugeling van het kwaad ver wachten wij daar niet van. Een praktijk van langer dan veertig-jaren wordt door een „strengere" procedure niet zoo maar afgesloten. Reeds in 1910 twijfelde prof. Struyoken daaraan (zie zijn Politieke Opt stellen pag. 128) en sindsdien zijn de ze den er niet beter op geworden; wij meenen om het duidelijker te zeggen dat sinds 1910 de zeden zóó geworden zijn, dat in dien thans voor echtscheiding geëischt wordt het bewijs van de waarheid der ge stelde feiten, men zich niet zal ontzien het bewijs ook inderdaad mogelijk te maken! Al zullen er natuurlijk gevallen voorkomen, waarbij de eisch van het be wijs afsohrikkend zal werken. Het vraagstuk is er niet een, dat met wettelijke middelen alléén kan worden opgelost. BE RIJWSTREEK ALPHEN AAN OEN RIJN. Gemeenteraad. Overname grond van de Martha* Stichting. Benoeming adjunct-gs* meente-archltect. Vergadering van Donderdag 2 April. Voorzitter do burgemeester, de heer Dr. H. W. Lovink. Afwezig de heer v. Dijk. Na opening heeft goedkeuring plaats van de notulen. Vervolgens worden voorgelezen de ant* woorden op door enkele raadsleden in de vorige vergadering gestolde vragen. Met betrekking tot de aanbesteding van het bouwen eener M.U.L.O. school, deelen B. en W. mede, dat de bouw voorloopig niet is gegund. Het plan is vatbaar geble ken voor enkele bezuinigingen enz., waar- ra B. en W. het eerst nog eens willen herzien. - Ingekomen stukken. Naar aanleiding van een adres van J. A. Kromhout zegt de voorzitter dat de bouwverordening momenteel niet toelaat, dat vergunning wordt verleend tot het ge* bruik van onbrandbaar riet. Wel zijn B. en W. voornemens om binnenkort met een voorstel te komen tot wijziging van de ver ordening. 1. Voorstel van B. en W. om vergup* nlng te verloenen aan d^n heer P. J. Oost hoek voor den aanlog van straten. Goedgekeurd. 2. Voorstel van B. en W. tot wijziging van, het raadsbesluit d.d. 23 October 1924 waarbij aan G. Panne vis Sr. vergunning tot straataanlog word verleend. Goedgekeurd. 8. Voorstel van B. en W. tot overname van gedeelten groïtd van de Martha Stichting. De heer Noomen vindt het nogal duur. Verder vraagt spr. of het in de bedoeling ligt om bet geheele aan te koopen stuk grond to bestraten. De heer Herngreen vindt hot ook Vree- solijk duur. Spr. kan de houding van de Mart.ha-Stichting in dezen niet bewonde ren. Dat de voormalige gemeente Aarlan* derveen haar een hak heeft gezet, behoeft zb niet op ons te verhalen. De heer v. d. Bent zal tegenstemmen, omdat het te duur is. Dan moet de toe* stand maar zoo blijven. De Voorzitter vindt het beter er maaf niet meer over te spreken. Do beer nerngreen: Dus u vindt het toch ook hiet in den haak? De Voorzitter: Ik heb niets gezegd. Men kan de zaak van twee kanten bezien. Er ls voor beide iets te zeggen. De heer Gesman kan het standpunt van de Martha-sticbting wel begrijpen. Met 14 tegen 2 stemmen wordt tenslottd tot aankoop besloten. Tegen de hoeren 't Riet en v. d. Neut. wijls terugbeefde voor de wijze, waarop gij uwe rijkdommen verwierft, het mij voorschrijft te doen. Tracht voortaan niet meer, ik smeek het u om Godswil, nA&r rijkdom; maar verzoen u met God, met onzen Zaligmaker en Verlossor; pleeg boe te en berouw over uwe zonden en verlaat dit land, waar bijna alle menschen uitslul* tend voor het geld leven en koud en hard vochtig de gevoelens van medelijden met en liefde tot den evenmensoh verloochenen Verkoop wat gij nog aan grond bezit en scheep u in naar Europa, want het over- groote verlies, dat gij door het wegsterven uwer slaven en kudden, zoowel als door do vlammen geleden hebt, eischt waarlijk uw vertrek van hier; mocht het u ook geluk* ken, al die rampen eenigszina te hersteU len, dan zouden toch te veel smartelijk# herinneringon aan uw leven knagen. Steek daarom naar Europa over, bid ik u, en wendt van nu af uw hart en uw ge moed tot God; dit is de laatste bede eener stervende. Stem ze mij toe.... in den naam van ons te vroeg gestorvon kind. O God, zij sterft, zij, mijne eenigste vriendin, mijn goede engel, jammerdo Morgan; zij sterft, die ik miskend, be spot en op wier vermaningen ik geen acht geslagen heb. Bij don uitroep: zij sterft, trad Zombo ijlings de kamer binnen. Morgan wankelde, bedekte zijn gelaat met beide handen, en, door droefheid en hartzeer overmand, knielde hij neder voor het bed zijner echtgenoote, wier verzwak king van minuut tot minuut scheen toe to nemen. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1925 | | pagina 11