)erde Blad Bakpoeder 20 Maart 1925 ZONDAGS-LAETARE. isclare, -Jerusalem verblijd U, Jeru- Zoo begint de Introitus van den r(!ell Vasten-Zondag. En 't is of plot- bet zonlicht breekt door den grau- êrnst van den Vastentijd. Het Epistel ;t ons naar het geestelijk Jerusalem u'do H. Kerk en van daar richten we Je blikken op het hemclsch Jerusalem, iarTvij zullen komen, indien wij vrij ge- iakt zullen zijn door Christus. Het Evangelie vertelt van de vcrmenig- ,yiguig der brooden en de spijziging van lizeuden, voorafbeelding van het Eucba- tlbcb wonder. Hooft den Heer, want Hij is goed!" ixbt bet Offertorium en de Gommunio ngl opnieuw van Jerusalem, waarheen i vlanunen opgaan, zinnebeeld van den waarheen op zullen gaan alle na- in ec tongen, dio den Hoer dienen, ft Is allés weer vreugde op dezen vierden ndag in Quadragesima, iel hoogaltaar is feestelijk versierd; het gel bruist weer en zendt zijn breede of merende aecoorden door den tempel, priester mag de paarse plechtgewaden Tangen door het roserootl, dat zooals we ilcn ook gebruikt mag worden op Zon- ■Gaudete van den Advent. Is alles kleur en geur en jubel en zon. komt het, dat de ernst van den Vas- jlijd zoo opeens gebroken wordt? De historie der Kerk geeft hierop 't ant- crd. moeten ons verplaatsen in 't leven oude kerk. lelijk we hier reeds vroeger opmerkten, do Vastentijd ten doel, de catechume- do geloofsleerlingen te onderrichten de geloofswaarheden en hen voor te be ien voor het ontvangen van het H. isel in den Paaschnacht. )e gejachte, dat de catechumenen met phea in het mystieke Lichaam van islus zouden worden opgenomen, ver- de de geloovigen met vreugde.. En die gold in do eerste plaats het feit, do catechumenen voor de tweede maal een onderzoek werden onderworpen, cp deze plechtigheid bevredigend, dan td er een tweede aan verbonden, n.l. de eritio Aurium of het openen der ooren. [ierbij werden de Apostol'sche Geloofs- jdonis en het Gebed des Heeren aan do uwe bekeerlingen medegedeeld. Men ete niet dat de kerk inden oertijd in iddensche wereld haar mysteriën ver- sn moest houden voor vijandige mach- 'cu niet overging- tot liet mededeplen van, voor zij op "goede gronden kon r ach ten, dat het den bekeerlingen ernst met hun -overgang. lier, reeds in de 7de eeuw, werden deze htigkeden verplaatst naar den Woens- rolgende op Zondag Laetare. 'o weten, dat nieuwe bekeerlingen op tijd van liet jaar kunnen overgaan alles wat herinnert aan de Aperitio ium heeft plaats onmiddellijk voor de liening van het Doopsel. :h zal de Kerk op Zondag Laetare feestkleed blijven behouden en zal er id reden bb'jven den vierden Zondag in te vieren. bals we reeds opmerkten, beweegt het co zich vooral om Jerusalem, het histo- he symhol'.sch voor het hémelsch Je- 'em der Apocalypse. ien dit Officie ontstond, hield de Paus io 'q de Baziliek Sancta Croco in Geru- mmo. het H. Kruis van Jerusalem, Iweg Jerusalem genaamd. Dc geloovi- trokken dien dag in feestelijke proces- naar die Baziliek, gelijk eens de Joden gen stemming naar Sion op trók- lietPaaschfeest te vielen. Het Paaschfeest herinnerde aan do ocht der Israël'etcn uit Egypte. Zondag tare kan beschouwd worden als een nnering aan dat heugelijk feit. Men naar Jerusalem, de H. Stad. Voor ons kan die herinnering nog "Èel-- den. Het Godsplan wilde immers, dat Chris tus naar den menscli zou voortkomen uit het Israëlietiscke volk, als dit na droeve ballingschappen weer in het oude heimat teruggekeerd zou zijn, dat Christus te Je rusalem Zijn Verlossingswerk zou volbren gen. „Jerusalem, eer ik U vergde; eer vergete mijn rechterhand zich zelve", zoo zong de dochter Sions .aan Eupkraats hoorden in ballingschap. Het is nog de klacht van Israël. Het is ook de verzuchting van den Christen. •Maar deze denkt de stad des historie meer als symbool en hij denkt aan het vi sioen van den H. Joannes. Zoo trekt Zondag-Laetare onze gedach ten naar het eind onzer dagen en het begin naar we hopen, van ons ware leven. Op Zondag Laetare heeft to Rome een eigenaardige plechtigheid plaats, omtrent welker ontstaan geen positief historische gegevens zijn aan tc voeren, n.l. de wij ding der Gouden Roos. De lit urgisten vermoeden, dat een oor spronkelijk heidensch gebruik aan deze ceremonie ten grondslag ligt. Zooals men weet tooiden in ouden tijd, ook in ons land, omstreeks hot begin van het voorjaar de heidenen zich met bloe men. En het ligt zoo voor de hand, dat ook de Christenen dit deden. Bloemen belmo ren immers tot hel schoonste wat de le- vendo natuur oplevert. Bloemen zijn het schoonsto symbool van het herleven der natuur na den langen winterslaap. Aanvankelijk schijnt het gewoonte ge weest le zijn, dat de Paus een natuurlijke roos wijdde en zegende. Daarna werd een predicatie gehouden over do schoonheid der bloem, haar symboliek, haar verganke lijkheid. Vervolgens werd ze in een kleu rige processie door de stad rondgedragen en ten slotte aan ëen der aanwezigen van hoogen rang of stand geschonken. In dc 11de eeuw kwam het gebruik in zwang, een roos van goud te doen vervaar digen, tc wijden en als meer blijvend ge denkstuk weg te schenken. Ook thans nog heeft geregeld do plech tigheid plaats. Een predikatie wordt even wel niet gehouden en de processie Inlijft beperkt tot de zalen van het Vaticaan. De roos wordt nog altijd telken jare ge schonken aan een Katholiek vorst, vorstin of aan een kerk. N. J. H. S. Uw gysees is een® welluidende stem van gróót be lang. Gebruikt daar om vóór het zingen cn spreken de ver- frisschende WYBiKT r)TABLËY7£N Groote doozen 65 Ct UBT DE PEÏ8S DE PROTESTANTEN EN DE VIJF VASTENBRIEVEN. "Wij lezen in Onze Courant: „De Nederlander"', liet orgaan van de Christelijk-Historischc Unie, een protes- tantsch blad derhalve, heeft met veel zorg de vijf vastenbrieven van onze Bisschoppen gelezen. - Om er critiek op uit te oefenen, denkt ge? Neen, om met instemming verschil lende gedeelten te citeeren. „De kennisname van deze vastenbrie ven is ook belangrijk voor andere krin gen dan voor wie ze zijn bestemd. Hier toch blijkt, hoe deze mannen, die in zoo nauw contact staan met hun gansche kerk en met het volk in breede lagen, den zedelijken en godsdienstigon toe stand van een bepaald oogenblik zien. „Het spreekt vanzelf, dat ook dc vijf mandementen, thans in Nederland ver schenen, zich "bezighouden met het zedelijk leven, het godsdienstig leven en het ver band, dat er tussclicn deze beide wezen moet. Maar de wijze, waarop dit een en ander wordt behandeld, maakt, dat ook dit jaar do kennismaking met de bijzonder heden zich zeer loont." Dan wordt allereerst gewezen op de bisschoppelijke vermaningen inzak de onvoegzame kleeding. Vervolgens citeert het blad, wat Z. D. H. de Bi i schop van Roermond schrijft over het bezoek aan bals, looncel on bioscpop. (/ok de waarschuwing tegen de gemengde huwe-. lijken wordt afgedrukt; in ?|eloovig protestanlsche kringen blijkt u\cn al even afkeerig van de gemengde hv/welijken als bij ons. Wij herinneren in dit verband aan het artikel uit „Het Zoeklicht", een Amslerdamsch weekblad dat door zijn anli-papistische stukken nogal eens ge rucht gemaakt, doch inzake gemengde huwelijken onlangs zeer verstandige taal heeft gesproken. Met sympathie citeert „De Nederlander" verder,, wat de Bisschop van Breda schrijft over de versterking van het godsdienstig leven, -wat uit 's-Hertogenbosch is gezegd tegen de mammondienst, en over den plicht om door liet stembiljet „de groote weldaad der christelijke regiering aan Vaderland en Kerk te verzekeren." Merkwaardig is deze proteslanlscko aandacht voor de vastenbrieven onzer Bis schoppen. Is het een uiting eener tijdelijke stem ming? Of het bewijs dat de verschillende chris telijke richtingen in ons vaderland leeren waardccren, wat ieder voor zich aan den uitbouw der algemeone christelijke be schaving tracht te verheleren of in stand te houden? Het spreekt vanzelf, dat katholieken, wat de leer betreft, geen toenadering tot de Protestanten kunnen zooken. Op leerstellig gebied staan wij onverzet telijk tegenover elkander. Niettemin is er een terrein, waarop wij elkander kunnen waardeeren en zelfs steu nen, waar onderlinge hulp ook gewenscht is, omdat het dezelfde vijand is, welke daar zijn strikken legt. Dat is het terrein der algemeen christe lijke beschaving. Het terrein tier christelijke zedeleer, der openbare eerbaarheid bijvoorbeeld. Wij zouden ons zeer sterk moeten ver gissen, als „De Nederlander" cle vasten brieven onzer Bisschoppen had geciteerd om een andere reden dan deze: dat zij door deze brieven het gemeenschappelijk bezit der christelijke cultuur verdedigd en beschermd acht. Nu is het wel waar, dat ook op dit gebied dc protestantsehc opvattingen niet altijd slrooken met de katholieke: dat de een op bijzondere punten meer verlangt of minder eischt dan de andere. Doch als wij zoeken naar wat ons ver eent, dan zoeken wij toch misschien niet tevergeefs. In ieder geval is het dezelfde vijand, die op de geheelo christelijke linie zijn aan vallen richt, de geest van den modernen lijd, welke liet huwelijk aantast, het ge zinsleven ondermijnt, de openbare morali teit verslapt, en de christelijke ingetogen heid aanblaft. Dezelfde geest vair, den tijd, welke de menschen van God tracht af te trekken en de menschenlevens in het geroezemoes van vermaak en genotzucht aan het werkelijke levensdoel onttrekt. Wat tegen dezen geest van den tijd bij de verschillende richtingen der christe lijke godsdiensten wordt ondernomen kon door allen worden gewaardeerd, 't Wordt blijkbaar meer en meer gewaardeerd. Ge lijk uit bovengenoemd artikel van „De Nederlander" is gebleken. SLAKKEN EN WORMEN. Niettegenstaande het steeds toenemende aantal vereenigingen, die dierenbescher ming propageeren, zullen de tuinlieden, •door alle tijden heen, wel d e moordenaars van professie blijven. Z:j toch hebben of denken soms te heb ben, zulk oen groot aantal, dierh'jke zoowel als plantaardige vijanden, in den „struggle for life" dat het hun niet euvel le duiden is, als ze al eens een vriend voor een vijand aanzien of omgekeerd. Een van de waarachtige vijanden van tuinlieden en van allen, die aan tuinieren doen as de slak ih haar verschalende vor men en een van de m:nder gedecideerde vijanden.' soms zelfs een van de vrienden FEUILLETON, ZOMBO, DE SLAAF. vermand was de smart, en koelbloedig onverschrokken laadde Zombo het lijk zijn vader op zijne schouderen; hij met den hem zoo dierbaren last snel het donkere bosch; daar zette bij 'og eens naast het lijk neder cn ver in diepe gedachten, op middelen mde hoe hij den moord zijns vaders vorschrikeklijkst zou kunnen wreken; '1 wraak geldt bij den zoon der woes- nij den armen met het Christendom ikenden heiden als eene deugd. IV. De slavenzweep. voor do zon zich in hot oosten bo de bergketen verhief, mensch en dier haren kokenden gloed kwellende, was "ho uit het bosch naar de plantage 8 meesters teruggekeerd, en mot den 'en klokslag trad hij do werkplaats !en' zijn altijd tevreden glimlach le bppeu. aki tl0k op z^n gelaat verried dc kracht, die in zijn binnenste gloci- ochthans wierp bij ter sluiks een Daar buiten, toen Morgan voorbij diens zijde bereed Wiggins zijn J' Wee negers gingen hun vooruit, rrevoets en slechts met cene eenvou- nnen broek gekleed waren. le saMSte waren iec*er mct cen breede Del gewapend, waarmede zij voor de ruiters" een beter pad moesten banen; hunne taak was distels en doornen af te kappen, en in liet algemeen struiken, die de-paarden konden'kwetsen, uit den weg te ruimen. Doch hoven alles moesten zij nauwkeurig letten op de kruipende gladde dieren, die in dit gedeelte der plantage veelvuldig werden aangetroffen, cn wier beet voor menschen en dieren doodelijk kon worden. Zoolang Zombo hen beiden zien kon, oogde hij hen na, en eerst toen zij ach ter een kreupelbosch verdwenen, werkte hij weer vlijtig en onverdroten door. Er verliepen oenige uren, voor Morgan, door zijn aanstaanden schoonzoon verge zeld, terugkwam; deze terugkomst had juist plaats op het oogenblik, dat men cenen, aan een paal vastgebonden neger, zweepslagen toedeelde. Wat heeft die knaap gedaan? vroeg Morgan aan den slavenopziener. Hij is lui, was het antwoord, en als men hem een paar zweepslagen toetelt, dan bromt hij, laat de tanden zien, en is bovendien nog zeer wild en slecht opge bracht; daarom heb ik gemeend hem cen vijftigtal zweepslagen tc moeten laten toe dienen, en daar er hem nog pas elf gege ven zijn, dient hij er nog negen en dertig te ontvangen. Goed zoo, ga voort, sprak Morgan koelbloedig. Hij reed vervolgens eenige stappen ver der en steeg toen af. Ook Wiggins steeg van zijn poney, en beiden traden nu in den suikermolen, waar Zombo zeer vlij tig arbeidde. Deze suikermolen is een werktuig, het welk uit twee groote sleenen cylinders be staat. welke voortdurend om hunne as wentelden, en wel zoo, dat daar tusschen oen ruimlo blijft, waarin men het suiker riet hundelsgewijzo schuift, welke bundels men dan gedurig verder voortduwt, opdat de onophoudelijk wentelende en draaien de stecnen ze in stukken wrijven cn ver pletteren. Terwijl Morgan en Wiggins over do palmbladen gingen, met welke de vloer dik bestrooid was, had noch Zombo, noch de negerjongen, die met hem aan de machine arbeidde, hunne treden gehoord. De in de slavernij geboren cn opge voede knaap die nooit cen beter leven had leeren kennen, was vroolijk en opgeruimd; liij praatte en hoert te, en met den rug naar den molen gekeerd, lette hij onder zijn ge babbel niet op het werk, cn terwijl de bei de steen cylinders voortdurend dc bun dels suikerriet naar zich toe trokken, schoof hij de overige gedachteloos voort. Morgan dio niet dulden kon, dal een slaaf lachte of schertste, zocht met liet oog den opziener, om den onschuldig vroolij- ken knaap oen paar gedachtige zweepsla gen te doen toedienen, die niet bemerkte dat er geen suikerruit meer te malen was en juist op liet oogenblik, toen hij het vi'oolijkst lachte, zijne eigene handen tus schen de heide steenen schoot, die hunne beweging voortzetten en haar terstond ver plet terden. Reeds volgde op de hand de arm> toen Zombo uit zijne sombere gedachten gewekt door het angst geschrei, dat de knaap liet liooren, en met een vluchtigen blik liet ge vaar ziende, dat dezen bedreigde, naar de reddingsbijl greep en met een forsclien slag den onderarm nabij den elleboog af Heden geëtaleerd nieuwe modellen BRONZEN PENDULES. Speciaal aanbod uitstekend loopend Nikkel Heerenhorloge f5,--. W. BROUWER - Horloger, Haarlemmerstraat 23 - Telef. 2076 GOUDEN HORLOGES voor Jubileum. 10389 WEKKERS vanaf f2.50. van hen, is do worm in evenzooveel vois men. Wo hebben deze twee soorten "dieren in cen adem genoemd, omdat ze als wo ons niet vergissen beiden tot de weekdieren of tot de „Mollusca" belmoren. Dc slak dio tot de buikloopers (Gastro poda) behoort, is nog niet zoo'n eenvoudig wezen als wo wel denken, want, ze heeft een echte maag en oen lever en hoewel zo zoo oogensclrijnlijk cen hesje is, heeft zo 'n slordige 26800 tanden (in rijen van 160) ter beschikking om haar toch al niet te zware kost to vermalen. Dit zijn echter geen tanden zooals wij die ons zouden voorstellen, maar het zijn slechts eenigs- zins verstrekte verhevenheden, die tezamen zoo ongeveer dienst doen als cen rasp. Zooals wellicht hekend, hebben we ver- Schillende soorten en als ruwe scheiding (g'cen dierkundige) spreken we over tuin- slakken, kelderslakken en huisjesslakken. Op hun beurt zijn dezo drie vormen allo even schadelijk, om de voor de hand lig gende reden, dat ze zich met plantaardige sloffen voeden. De kelderslak leeft echter meer op donkere plaatsen (in aardappel- bergplaatsen, kelders enz.) en de huisjes slak kan nog al aardig klimmen; de luin- slak, die in graskanten, onder bladeren en onder aardkluitjes haar woning lieeft, als ze niet aan haar diner is tenminste, is echter voor ons de meest lastige en meest schadelijke. Ze zijn juist daardoor zoo lastig, dat zo zich bijna nooit bij daglicht (zonlicht) rertoonen, aangezien slqjke zonnestralen een zeer verderfelijken invloed hebben op haar slijmachtige, huid. Wö kunnen ze dus alleen waarnemen hij regen in den zomer of 's avonds met een lantaarn. Gaat de zon schijnen terwijl ze ilinêëron, clan zoeken zo in der haast een beschaduwde schuil plaats op. Hiervan gebruik makende kan men ze vangen, door b.v. groote bladeren, sinaasappelschillen en dergelijke in do huurt te leggen van planten die door hen geteisterd worden; ze kruipen er dan on der en men kan zo dooden in een zoutwa- terbgd. Op plaatsen waar het niet' regent of in regenlooze perioden (in hakken of kassen en in de kamer of serre) kan men zo af schrikken door zout, chilisalpeter, kainiet of kalk te strooien. Deze stoffen onttrek ken allen water aan de huid van dc slak, met als gevolg een ver veiling, die, ecnigo malen herhaald, den dood tengevolge heeft. Het beste middel dat nooit faait, is zo op to zoeken Js morgens vroeg, voor de zon sterkte -krijgj, en le dooden met een mes o£ in cen emmer met pekel wafer. Heeft men planten slaan, die, in 't voorjaar of in den zomer door onbekende vijanden geteisterd worden, dan kan men uit de aanwer gbêid van slijm b'j de planten slakken consta loe ren on 's morgens vroeg of 's avonds laat met oen lantaarn z'n maatregelen treffen of een van de andere middelen te baat ne men. Vindt _men in den win'er, in den grond of in graskanten enz. hoopjes Aan zend-witte, kogelronde eitjes van pl.m. 3 m.M. doorsnede dan moet men ze vernie len, aangezien liet dan slakkon eitjes zijn. Do wormen behooren eigenlijk tot do nuttige dieren voor den tuinbouw; hun werk bestaat in liet doorwroeten van den grond, wat nuttig voor den bodem is cn zo eten iret. zooals do slakken levend plant aardig voedsel, maar wel ar gestor ven of bijna afgestorven planaardig materiaal. Op gazons, tennisvelden enz., en ook in bloembakken en' bloempotten zijn ze echter zoo niet schadelijk, dan toch lastig. Vindt een leek een worm bij één van zijn potplanten, dan zegt hij: ..O nu begrijn ik waarom mijn palm of Clivia zoo slecht groeide." Nu geloof ik, dat we het beter om kunnen keeren en zeeeen: „omdat do palm of Clivia niet goed groc:dc (omdat de grond voor de palm of Gl'via nie deugde), daarom zat er een worm in dc pot." In zu ren grond zal men namelijk veel meer wor men vinden, dan in alcab'schon bodem en zuren grond ïs voor potplanten zeer n$» deolig. n Absoluut zeker kunnen we zeggen, dat wormen ndoit wortels van levende planten" oppeuzelen, zooals zoo dikwijls gedacht, iwordt. In grasvelden, tennisvelden enz. is do aanwezigheid van wormen onaangenaam,; omdat zo hun uitwerpselen in den vorm'; van kleino vettige hoopjes deponeer en', wat lastig is met het rollen enz. ff.' Men kan trachten zö uit den grond to ja-j gen door met kalkwalcr te sproeien of roet to strooien, do wormen komen dan boven en kunnen opgeraapt worden; ook schijnt men weieens to sproeien met een zeer zwakke sublimaatoplossing, wat echter ool^ wel schadelijk voor het gras kan zijn. In ieder geval sproele men als het een don-» kero dag is, ook met kalkwatcr. Op plaat sen waar geen planten staan (straatjes, paden enz.) kan men zo dooden met subli maat of wcedkilled; zo komen clan dood op den grond lo liggen. Men moet ze dan verzamelen en begraven, aangezien vergif tigde wormen ook giftig zijn voor vogels en kippen. Over 't algemeen behoeft men zich over do aanwezigheid van wormen niet zoo druk te maken, alleen in bloempotten is liet meestal een bewijs, dat do betrokken plant versche aarde moet hebben (of min der water). V. H. Wetenschappelijke Berichten EEN NIEUWE MOTOR-VOEDING. De ontdekking van een kind. Uilvindingen zijn romantische zaken, maar weinig ontdekkingen zijn op zoo on verwachte manier gedaan, als "dio van een jong meisje in Frankrijk, die do eerste in tuïtie van cen nieuw onlploffingsmiddel kreeg op het moment, dat zij haar jon gere broertje op cen klontje suiker zag knabbelen. Irene Laurent is 15 jaar. Met haar va der, cen chemicus, deed zij ook wat me© aan dc edele kunst van het scheiden en mengen. Ta pa zccht al lang naar een kool stofverbinding als oplosmiddel voor irol,. Wet meer dan 11.35 tot! 'n ndirvslseha Tulband ;>hkbi mi! Dr"Oefker's ccn voor direct gebruik gereed Gistpoedcr. Backin vervangt de gist. Met Backin rijst het deeg onder het bakken. 500 gram bloem0.16 250 gram krenten 0.20 50 gram sucadc0.12'/» 100 gram rozijnen0.12 250 gr. boter0.70, margar. 0.30 200 gram suiker0.12 5 of meer eieren0.18 1 kop melk0.04 2 theelepels fijne kancel 0.03 1 pakje Dr. Octkcr's Backin 0.07Va f 1.35 Bereiding: Men rocrc dc boter (ot room, voege suiker, eierdooiers, meel, hetwelk men met Backin vermengt, toe cn daarbij dc melk. Ten laatste krenten, rozijnen, sucade, kancelen het stijfgeklopte eiwit. Men bakke dit deeg in cen ingevcttcn tulbandvorm, in cen warmen oven, gedurende ca. l'/a uur- Vraagt gratis rcceptcnbockje bij dc Eenige Importeurs, E. Qdermann Co., A'dam. kapte, dio dan ook terstond tusschen do beide steenen vermorzeld werd. Op het geschreeuw "van den negerjongen schoot de opziener toe, aan Morgan vra gende, welke straf hem goeddacht. voor Zombo, die oorzaak was dat de knaap verminkt was geworden. Zombo heeft gered den kleinen neger antwoordde in allen ootmoed de beschul digde. Lomp flier, huiderde cle opziener, is liet niet uwe schuld, dat de lichtzinnige knaap niet oplette en in plaats van suiker riet do hand tusschen de steenen schoof? Haclt gij hem niet tot voorzichtigheid moe ten aanmanen, en moest gij niet op hem passen? "Wat weet gij daarop te antwoor den? Zombo zweeg; want hij wist, dat, als men een slaaf wil straffen, alle redenoc- ringen vruchteloos zijn. Daar staat ge nu met den mond vol landen, hervatte de opziener cn kunt geen woord uitbrengen. Zich vervolgens tot den heer Morgan wondende, vroeg hij: Hoe veel zweepslagen moet die slungel hebben? Wiggins, die Zombo niet lijden mocht, omdat deze zooveel vertrouwen en moed in den worstelstrijd met den hond had aan den dag gelegd, was van gevoelen, dat zulk cen vergrijp met ten minste honderd zweepslagen moest gestraft worden. Bij (loze woorden van den jongen bar baar, die den raad had gegeven tot den moord van Zombo's vader, kon de neger zijn opbruisende aandoening nauwelijks onderdrukken. Hij richtte zich op cn stond weder daar in afwachting van de straf, welke men over hem zou uitspreken. V.'at komt u in het hoofd. Honderd zweepslagen? lachte Merker. Zombo heeft toch den knaap niet opzettelijk verminkt, maar hij lieoft hem door den slag met do bijl weerhouden om levend gemalen to worden. Dat hij den lichtzinnigeu niet tot voorzichtigheid aanmaande, is slechts een kleine achteloosheid, weshalve ik in zoo danig geval niet meer dan vijf en twintig zweepslagen kan toestemmen, die hem oogenblikkolijk moeten worden toegeteld. Zombo boog zich, met de armen over dc borst gekruisd, cn ging toen met den op ziener naar builen, om zich daar aan een tot dergelijke strafoefeningen geplaatsten paal te laten hinden en inet dc slaven zweep to laten geeselen. Zulk eene zweep bestaat uit ongelooide ossenhuid, die in smalle riemen gesneden wordt, welke riemen vervolgens in don vorm van een gewonen wandelstok in el kaar gevlochten worden, zoodat het bene deneinde hoe langer zoo dunner uitloopt Deze zwcepen zijn zoo laai en hard, dat elk mensch van middelmatige sterkte met een enkelen slag cen diepen voor kan ma ken in een plank van dennenhout. Men oordoio nu over do werking van zulk een zweep op den naakten rug eens armen negers of negerin. Zombo stond aan den paal gebonden, het marteltuig snordo als een kogel door de lucht, en bij eiken slag gutste hem het bloed lungs den rug. Met die zeldzame smartbedwinging, welke alleen den wildo eigen is liet Zombo zich geeselen; geen en- kclo klaagtoon kwam over zijne lippen en niet do minste siddering ver ried zijne pijn; onderworpen zwoeg hij, lot hij den laatston slag ontvangen had. fWordfc vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1925 | | pagina 9