rTweed@ Blad KLEINE TROTT. Woensdag 14 Januari i925 sfapëMïËuws INTREE-REDE VAN PROF. ALBERT VERWEIJ. Van Jacques Perk tot nu. De nieuwbenoemde hoogleeraar prof. Al bert Verweij heeft hedenmiddag zijn ambt aanvaard met een rede over boven gemeld onderwerp. Na een korte inleiding ter verklaring :der keuze van onderwerp en titel zijner oratie sprak de redenaar in het kort als [volgt: Toen in het voorjaar van 1879 Jacques Perk begon met het schrijven van zijn ge dichten, opende hij daarmee een tijdperk Van dichterlijke ontwikkeling, dart ook nu 'nog niet is afgesloten. De bewondering voor de republiek der zeven provinciën, het bezielende element van Potgieter's ar beid scheen verdwenen en vervangen door een vaderlandlooze liefde voor na tuur cn kunst. Men ziet dirt het bost, wan neer men zich voorstelt, hoe Potgieter zou hebben deelgenomen aan het 3de eeuw feest van Hooft, en hoe Perk dit deed. De ijvaarheid is dat noch door Perk noch door idio der anderen het Vaderland werd los- I gelaten. Maar, wat wij in die jaren met zeldzame verrukking beleefden, was een 1 bevrijding: het kwam ons voor dat in de dichters, die aan ons voorafgingen, de ver beelding meer dan de onze dooi* overleve- ring gebonden was. Dit inderdaad revolutionaire besef is de Oorsprong geweest, van de Nieuwe Gidsbe weging. Overal zien wij na 1880 het redeneerend element in de poöz:e teruggeweken en het verbeeldingselement, het concrete beeld, op het eerste plan gébracht. Een wijsgeerige en historische rechtvaardiging zoekend voor deze ontwikekling, grijpt men aller eerst terug naar Shelley's Defense of Poe try. Voor de klass-eke dichters en de hij hen geschoolde renaissancegeleerden was de verbeeélding een macht, dm tusschen de zinnen en de rede instaat. De rede moet keuren, of de voorstellingen, door de ver beelding uit de gewaarwordingen gevormd, al of "niet heilzaam zijn. Wordsworth is do eigenlijke dichter van <de verbeelding; van de „Imagination", die bij stelt tegenover de .Fancy". Shelly, [Wordsworth en Coleridge waren van grooten invloed op ons, jongeren van 1880. Door hen eigenlijk werden wij opgenomen in die Europeesch^ strooming, die zoowel de klass:eke Duiitsche dichtkunst als de Engelsche van na Dryde bevrucht heeft, aan wier zichtbare oorsprong Rousseau 6tond en die haar verborgen bron in Spi noza had Niemand zal*zeggen, dat wij iets onva- derlandsch deden, toen wij poogden die stroom terug te leiden naar het land waar uit hij welde. Wij moesten hoe langer hoe moer, vader- landsch leven betrekken in den Europee- echen verbeeldingsgroeiDit gebeurde on middellijk door bet voortbrengen van een nieuwe Nederlandsche dichtkunst. Tege lijkertijd groefde' onze belangstelling voor de vroegere Nederlandsche letteren. Naast do grammatische en de historische liitera- tuur-beschouwing was de aestetische op gekomen, die zich. naar Flaubert's woor den, zoo doordringend mogelijk voor het werk op zichzelf interesseert. Niet aan de Hoogescholen ontstond deze, maar hij de dichters. Toch bestond er tusschen hoogescholen. dichters en leeken een on- mskenbare wisselwerking. Wij komen nu echter voor de vraag te staan, of het bijzondere, <L w. z. het kunst werk op z:chzelf als eenmalig verschijn sel, leerbaar is. Of het eigenlijk wel aan de Universiteiten gedoceerd kan worden. Het algemeen eis leerbaar, maar "het bijzon dere. hoe zal dat worden medegedeeld, daar het toch niet anders gekend kan wor den dan doordat men het ziet en ervaart? Dit zien n.l. vereisebt aanleg en vermogen. JTot geschiedt alleen in de bewondering. FEUILLETON. door ANDRé LICHTENBERGER. (Bekroond door de Fransche Akademie). Nadruk verboden. 12) Weer zet het ventje onnoozele oogen op Dat zal het dus ook niet zijn. Waarom hv*: ge dan niet te lunchen gehad? Het jongetje spuwt op den grond tot groote verbazing van Trott, krabt zich met eene hand op het hoofd en wroet met het grootste gedeelte van de andere hand i in zijn neus. Een serfe onverstaanbare klanken wellen op uit zijn keel. i Hebben ze je niets gegeven? j Het kind maakt een bevestigend gebaar Waarom heb je dan niets aan je ma ma gevraagd? 1 Dat heb ik al gedaan. j:En heeft zij jo niets gegeven? Daar was niets meer in de kluis. Deze tijding komt Trott ongelooflijk voor. Waartoe dienen in hemelsnaam dan de buffetten en de provisiekasten? Tel kens wanneer men die in de gang of in de keuken opent, ziet mo hoopen lekkere din gen. Onmogelijk. Die kleine jongen moet oen leugenaar zijn. Zijn mama heeft hem alleen maar gezegd dat er niets meer is om hem te straffen. Trott richt zich tot hem met strenge stem: Je bent niet braaf geweest. Wat hebt Je aangevangen? Enkel bewonderend verzinken wij ons in het eene bijzondere voorwerp, gevoelen ons één ermeo en beleven het. Hoe kan het be reiken van zulk een zien betrokken worden onder hert leerbare? Om die vraag te be antwoorden herinner ik aan een van de oudste begripsbepalingen, waarmee ooit getracht werd het wezen van kunstvoor werpen te omgrenzen: eenheid in verschei denheid. Geen vingerwijzing is voor leeken ijllichtender, dan die him aanwijst dat en waarom er tusschen de deel en van het werk een karakter iseerbare eenheid be staat. Gaande langs den weg van onder scheiding tusschen het geheel en zijn dee- len, kan bij, die smaak heeft, hert rhythms ten minste van zijn al gemeen e zijde, doen benaderen, en trachten het in zijn bijzon derheid te doen gevoelen. Dit is weinig, maar het is voor hert onderricht niet waar deloos. Het spant de aandacht, het door breekt de beperktheid van den persoon. De waarde van dichters en kunstenaars ligjt hierin, dat zij in duizenden vormen telkens weer een nieuw gezicht geven op het leven. Tegenover de verstelsel'ing, waar het verstand ons toe dringt, richten zij het ideaal op van den volledigen mensch; het ideaal van een schoonere wereld. Potgieter verwachtte de herboorte van een vernieu wing tot 17de eeuwsh vaderlander. Perk zocht in innige gemeenschap met de na tuur een gelukkig, een vroom mensch te zijn. Na hem is. ingevouwen in d9 Natuur, ook de Maatschappij, de heele menschc- lijke samenleving in deze vrome liefde op- gnomen. Liefde voor het leven, bewonde ring voor zijn verschijnselen, eerbied voor zijn ondoorgrondelijk wezen, is de eersite les, die uit de dichtkunst van na 1880 opklinkt. Ook op dit oogenblik leeft in da poëzie, zejfs in die van de jongste dich ter®, nog de nawerking van diezelfde vormdrift, diezelfde drang naar verheer lijking van leven en werkelijkheid, die in hen heit eerst uitbrak. Met de gebruikelijke toespraak tot cura toren, hoogleeraren en studenten eindigde de hoogleeraar zijn met citaten verduide lijkte rede. Met een afzonderlijk woord van hartelijke waardeering werd sprekers voorganger, prof. G. Kalff, herdacht. UIT DE FEftS RENTELOOZE STAATSLEENINGEN OF IETS ANDERS? De Maasbode schrijft: Bij zijn brochure tot toelichting van do wenschen van ,,St. Michaë'" voot het pro gram van actie der R. K. Staatspartij, doet prof. Veraart ten aanzien van het punt der rentelooze leeningen een beroep op zijn critici om mede te werken tot 'n heldere en verhelderende behandeling van dit vraagstuk, opdat het niet in een lou teren stroom van woorden van het terrein deT pracfiisehe politiek worde weggevoerd. Vreemd kb'nkt dit beroep van dien kant, waar* het geheele plan der rentelooze lee ningen zelf nfets anders schijnt dan een loutere woordenstroom, een poging om een eenvoudigen maatregel van belasting-poli tiek voor te stellen en in te voeren onder de voor sommigen meer aantrekkeb'jke vlag der rentebes tri j ding. Door deze om standigheid wordt ^tusschen de behoefte aan een verhelderende behandeling van het geval er slechts grooter op en wordt het te meer noodzakehjk hier woorden en zaken te onderscheiden. Waartoe wij onze medewerking niet zullen onthouden. Volgens het door Prof. Veraart ontwor pen concrete plan, zouden allen, d:e meer dan een ton vermogen bezitten, in de ren telooze leening .muerten deelnemen. De ontwerper vraagt zich af: „Wat zullen nu de economische gevolgen van dezen maatregel rijn? Bezien wij dat eerst voor de kapitaal- bezittende burgers. Dezen, als één geheel genomen, zten een stuk kapitaal, dat geen andere beteekenis had dan dat het zijn bezitters inkomen opleverde, omzetten in een kanitaa1. dat voortaan veen inkomen geeft. Dit betee- kent, dat de rijkere bez:tters zich voortaan iets meer in hun be hoef te1 even zullen moe ten beperken, waarom het natuurlijk te doen is!" Ofwel, verhelderend uitgedrukt: de bezit ters van meer dan een ton zouden extra worden belast door de. derv'ng van de in komsten. die zij anders zouden hebben knnn"n trekken ir't liet TvdT-a"'. waiTvoor zij in de rentelooze lceling moesten deel nemen. Maar, als men dit gevolg wenscht te bereiken, waarom dan niet zijn toe vlucht genomen tot een formeele beiast ing- verhooging?, waarom niet een wijziging der Wet op de Vermogensbelasting voorge staan. die hetzelfde effect zou sorteeren? De heer Veraart houdt rekeniDg met den eisch, dat in dezen tijd in het belang der geheele Nederlandsche volkshuishouding aan de kapitaalvorming geen belemmering in den weg moet worden gelegd. Hij be oogt, dat de rijkere bezitters door den nieuwen op hen te leggen last zich in hun behoefteleven zullen beperken. Maar wel ken waarborg bedt het rentelooze-lee- ningplan-Veraart, dat de gedwongen deel nemers inderdaad zich in hun behoefte leven zullen beperken en hun verteringen zuïïen inkrimpen en dat zij niet hun be sparingen en hun kapitaalvorming zuilen verminderen? Waarom dan niet liever openlijk en on omwonden de bedoeling uitgesproken, dat men geld in do Staatskas wil brengen door inkrimping van de weeldeverteringen der rijkere bezitters? Waarom dan dat ge- coquetteer met de rentebestrijding? Mmisfer Colijn wenscht blijkens de aankondiging van een onlwerp-belasting op weeldeverferingen ook te gaan in de door prof. Veraart eigenlijk bedoelde rich ting van een heff:ng, die gepaard gaat met inperking der luxe-consumptie. Eu de idee van een ai gem eene verteringsbelas ting, die, met vrijlating van een flink be drag per lid van een gezin voor bet gewone levensonderhoud, door een sterke progres sie naarmate het verteerde bedTag stijgt, een krachtigen prikkel schept tot soberder levPTLSvoering. begint zich baan te breken. Zu'k een nleemeene ver ter i ngs-belas Ing zou ongefwiifeld in groote mate aan prac- tische uitvoerbaarheid winnen bij door voering van het plan, dat op het oogenblik bij den minister van 'F'nanciën in over weging is, n.l. om de heffing van de In komsten- en van de Vermogensbelasting voortaan te doen geschieden door de amb tenaren van eenzelfde dienstvak, alsook door beperking van hare beffing tot die verteerd*» bedragen, waarbij zonder meer vaststaat, dat van wee'devertering moet worden gesproken. Deze laatste verteerde bedragen worden immers ook nu reeds meestal door de be- lasting-admin-'sHatie berekend ter con- tToVerin? van de aangifte der belasting schuldigen. Nogmaals: in bet rentelooze-leening- plan-Veraart kunnen wij niets anders zien dan een gevaarlijke vermoTmtr'iig, die een sympathieke gedachte tot onvrucht- baarhe:d doemt. BIEriKF.lll.AND HET WERK VAN G.G.G. 'Mooie cijfers. In de pa® verschenen vierde catalogus van het GPert-Groote-Gonootschap wor den enkele cijfers gegeven over het werk, door G.G G. gedurende de eerste 3 jaren van zijn bestaan verricht. We ontleenen er het vo7gende aan: Gedrukt werden: 19211922 brochuren 45 000 1922—1923 117 000 1923—1924 1344.342 Totaal 29fi 342 300 000 354.720 120.600 1921—1922 b'aadjes 1922—1923 1923—1924 Totaal 1.275 320 In deze cijfers zit een merkwaard-'ge groei. Ze geven echter slechts aan hoeveel ex. er gedrukt zijn. Van meer belang is bet te vernemen hoeveel ex. over ons land zi jn verspreid. Ook hierover vinden we mooie, van groeikracht getu'gende cijfers. Verspre:d werden: 1921—1922 brochuren 19.916 1922—1923 55 783 1923—1924 75.861 1921—1922 blaadje® 19221923 1923—1924 Totaal 151 560 113.100 286 083 268.730 Totaal 667 913 9,20 10.20 10,30 UIT DE RADIO-WERELD. Wal er vanavond te hooren is. uur Radio Paris. 1780 M Concert. Brussel, ,265 M. Concert. h Alle Britse he Stations. Tijdsein Big Bon en nieuws. Londen, 865 M. Light British Music. Rachel Hunt (Contralto). Ernest Jones (Solo Banjo). Er nest Pike (Tenor). Nora Drake and George Bolton (Entertai ners). The Wireless Orchestra. The Orchestra: March. „The Middy" (Alford), Intermezzo, „Fairy Dreams" (Arthurk „Three Yorkshire Dale Dances (Wood). Naro Drake and Geor ge Bolton, Entertaining. Rachel Hunt with Orchestra: „Sweet as Her Roses" (Cowen) (5), „Fai ry Pipers" (Brewer) (1), Ernest Jones: „Gavotte de Concert" (Morley), „Marche Americaine" (Kirby). The Orchestra: Punch and Judy Ballet from „The Punch Bowl". Hornpipe (Nor man O'Neill) Ernest Pike: ,,Sin eerity" (Clarke), Parted" (Tos ti). The Orchestra: Selection, ,,San Toy" (Sidney Jones). Ra chel Hunt: ,J Be Ho pin' You Remember" (Coningsby-Olarke) „Whene'er a Snowflake Leaves the Sky" (Lehmann), „A Fairy Went a-Marketing" (Goodhart) Ernest Pike: „Dear Old Pal of Mine" (Rice), „Maire, My Girl" (Aitken) Ernest Jones: „Pompa dour" (Morley), Swanee Echoes (Kirby) The Orchestra: Suite, ,,From the Countryside" (Erio Ooates). Birmingham 475 M. Operette. Newcastle 400 M Concert. Hilversum 1050 M. Zang en re devoeringen. Brussel 265 M. Fr&gm. Cavalle- ria Rusticana. Radio Paris 1780 M Jazz Radio Paris 1780 M. Fragm. „Manon" (Massenet.) Londen 365 M. Concert. The Or chestra: „Cheero 1", The Palace Girls' Dance (Finck), Nora Dra ke and George Bolton return The Orchestra: Selection, „The Rebel Maid" (Montague Phil- lips.) Close down. Leidsche Radlo-Vereeniging. D© in begin van Januari opgerichte Leid sche Radio Vereeniging hield gisteravond in het clublokaal van Den Burcht haar derde bijeenkomst, die door nrim dertig Personen was bezocht. In zijn openingswoord memoreerde de Voorz., de heer Snoek, dat hij ©en onder- houd heeft gehad met den heer Polak in Het is een respectabele hoeveelheid. En nog respectabeler is, dat ook de kwaliteit der brochuurtjes en blaadjes van G. G. G. doorgaans voortreffelijk is. G. G. G. heeft in de afgeloopen drie jaar krachtig werk verricht om „de ka tholieke waarheid op elk terrein te doen kentien en beminnen ..Ctr." KERKNIEUWS Pater Patritius Meijer O.F.M. t Gistermorgen is in het St. Franoiscus- Gasthuis te Rotterdam, waar hij vanaf 17 November van het vorig jaar ter verple ging was opgenomen, overleden de Zeer- eerw. Pater Patritius Meijer O.F.M. Pater MeijeT wend geboren te Zaltbom mel den 29sten Juli 1867 en trad den 3d en October 1885 te Maastricht in de orde der Minderbroeders. Op 4 Oct. 1887 geprofest, ontving hij de H. Priesterwijding den 2en September 1892. Gedurende een tiental jaren, van 1894 1903, is Pater Meijer dan te Rotterdam werkzaam als Kapelaan van de Leeuwen- straatsche kerk. Hier richtte hij de Ver eeniging „Do Gasthuispenning" op ter ondersteuning van het St. Franciscus- Gasthuis en werd van deze vereeniging do eerste directeur. Van Rotterdam vertrok pater Meijer Den Haag, vertegenwoordiger van de Ncd.# Radio Unie, die do vereeniging aanried.' zich aa,n te sluiten bij deze Unie eu niet bij de Ned Radio vereeniging. Bij de Unie toch bedragen de kosten veel minder dan bij de Ned. Ver. Op een vraag van den Voorz wat d© he©r Polak voor e©n lezing rekende, deelde deze med, dat zulks f 25 bedraagt doch als lid iaa' de Radio Uni© krijgt de vereeniging meerdere lezingen gratis. Wat de keuze van het clublokaal betreft zegt spreker dat er bij hem verschillende verzoeken zijn ingekomen om t© vergade ren in lokalen, waar geen verplichte coiv sumptie is. De Voorz hee^ft daarop aan de gemeente gevraagd over een lokaal van de Indische Postschool de beschikking te mogen heb ben, doch dez© school is thans geheel in gebruik bij Mathesis en eerst tegen Juni beschikbaar. Ook over het gebouw Grave- etein is gedacht, doch daar ontbreekt alle comfort. Het is moeilijk daar een antenn® aan t© brengen, er is geen vuur en licht noch zijn er stoelen Ook aan den R. K. Volksbond is gevraagd een lokaal te mom huren, doch dez© vroeg t© veel geld. Ten- slotte is men weer bij het gebouw Prediker terecht gekomen, waar men voor f 50 per jaar een» per week een lokaal ter beschik king h©efti De notulen der vorig© vergadering wor den hierna door den secretaris, den heer Van Hugten gelezen en onveranderd vast gesteld Bij de ingekomen stukken was er geen enkel© van groot belang, zoodat wij hiervoor niets nad©rs behoeven te ^ermri- den. In beepiydtlttg kwamen Morna utahr* e en huishoudelijk reglement, waarover op aan gename wijz© van gedachten werd gewis seld. Tn ©en der volgende verwtderm.ee n ral een beslissing hieromtrent, genomen worden Tenslotte kwam weer ter sprake of men zich zou aansluiten bij d© Ned Ver. van Radio Telegrafie of bij de Radio Unie. of dat <j© vereeniging voorloopig zelfstandig zal blijven bestaan. Na de voor. en nadee- l©n van een en and©r in hot licht t© hebben gesteld besloot men vooralsnog af te wach ten om te zien hoe beid© v©reenigingen d# belangen der radio-amateurs behartigen. Verder werd nog de sam©nst©lling van de Technische Oommissie besproken Som mige aanwezigen bepleitten geen opname van radio-handelaren in deze commissie, wijl rij ©r over het algemeen weinig meer van weten dan een doorsnee amateur an deren echter wez©n op d© voordeelen di© hun opname zou medebrengen. Het bestuur deelde tenslotte m©de, dat een lijst, mot namen opgesteld ral worden, waaruit de led©n «elf kunnen kiez©n. Nadat d© Voorz nog had medegedeeld, dat d© volgende vervadpring wordt gphon- den op Dinsdag 20 Januari te 8.15 uur in het clublokaal van Don Burcht, werd d© vergadering gesloten aST" mfiSldiraris naar de Franciscaanse he misise in Brazilië, waar hij ongeveer een 7-tal jaren werkzaam was. Teruggekeerd naar Nederland, werd hij aangesteld tot leeraar aan het gymna sium der Franciscanen to Ven ray, waarop zijn benoeming volgde tot kapelaan te Gorinchem (19151923). Bij de oprichting van do nieuwe parochie te Lochem in Oc tober 1923 werd Pater Meijer benoemd tot de eerste pastoor. Van Lochem uit word Pater MeijeT ten vorigen jare naar Rotterdam overge bracht en daar opgenomen in het St. Frau ciscus-Gasthuis, voor welks bloei hij als kapelaan van de S. Rosalia zoozeer had geijverd. SFORT VOETBAL. DIOO. HAARL. VOETBALBOND. Junioren-Competitie. District L e I d a Uitslagen van Zondag 11 Januari: Lisso—E M S I 1—5 LeidenS J O 2—0 Programma voor Zondag 18 Januari: 12,45 uur: LisseL©iden Th v. B©zu Hieronder laten wij den Comoerifio- De kleine kijkt hom aan met ronde, on noozele oogen. Geen antwoord komt over zijn lippen. Trott begint ongeduldig te worden. Bon je gulzig geweest? Onbeleefd soms? Heb je Miss gesard? Heb je je versje niet goed opgezegd? Nog maar steeds neen. Ben je ongehoorzaam geweest? Het kind laat de volgende bekentenis van de lippen vallen. Ik doe alles wat ik wil. Men beeft mij niets gecommandeerd. Maar wat hebben al die flauwe geintjes te beteekenjen? Trott herneemt met opko menden toorn: Waarom hebt ge dan geen lunch ge had? Opnieuw antwoordt bet kind met gela tenheid: Daar is niks meer in de keet. Het is dus waar. Trott is een en al ver bazing. Hoe is het mogelijk? Hoe kan een mama niets te eten hebben voor haar klei nen dreumes. Je zult dan wel honger hebben? De uitdrukking der oogen van het ventje laat aan duidelijkheid niets te wenschen over. 11 Als ik dat geweten had zou ik je een stukje van mijn broodje gegeven hebben, want ik had heelemaal geen honger. Maar nu heb ik het op, zie je? Met een uitdrukking van gelatenheid schudt het jongetje het hoofd. Inderdaad hij heft het heel goed gezien. Trott denkt een oogenblik na. Eindelijk stelt bij een ingewikkelde vraag. Maar waarom ia er niets in het buf fet bij je mama? Der is geen buffet. Hè I Hoe vreemd l. En in de kast? Vader verdient niet veel soeps. Moeder en broertje rijn ziek. Daarom ia er niet veel te bikken. Bikken 1 Foei tochl Wat een gemeen woord is dat! Trott weet dat hij niet met slecht opge voede kinderen mag praten. Hij staat op het punt rich te verwijderen, maar de nieuwsgierigheid behoudt de overhand. Waarom koopt je papa dan niets om op te eten? Daar is geen geld, sapristi. Aba! dat is een reden. Doch die gaat niet op. Therese immers koopt dikwijls zonder geld; zij laat alles op rekening van mama schrijven. Zeg dan dat ze op het boekje schrij- ven. Het kind schudt het hoofd. Het schijnt dat zoo iets niet gaat. Opnieuw laat hij het zand tusschen zijn vingers stroomen. Trott is overstelpt van verbazing, een verbazing, die aan schrik grenst. Daar zijn dus kinderen die volstrekt niet ondeu gend zijn m wier mama's niets hebben om hun eten te geven? Waar denkt O. L. Heertje toch aan? Hoe is het mogelijk? Trott izet zijn ondervragingen voort: En vraagt je papa niet iederen dag- aan O. L. Heer om u het dagelijksch brood te geven? Het jongetje schijnt niet te begrijpen. Trott herhaalt zijn vraag: Ik geloof van niet Trott herademt. De oorzaak van het mysterie is gevonden. Maar dat is een groot kwaad. WaaatlÜ Je papa verricht ziju go- bed niet? Ik geloof van niet. Spreekt hij dan nooit over don goe den God? Dat geloof ik niet. Ja, misschien tooh wel soms, wanneer bij vertoornd is en goed kwaad. Vreemd oogenblik om te bidden. Hoe bidt hij dan wel? Hij zegt: „Heere God in den hemel nog toel" en hij zet een keel op van be lang. Trott peinst. Dat moei toch geen goed gebed wezen. Nooit heeft mama hem ge leerd zoo te bidden. Doch groote men sch en misschien zouden. En jij, hoe bidt jij? Het jongetje begint te lachen met een gluiperig gezicht en antwoordt niet Zeg op hoe jij bidt. Hert jongetje, grinnikt steed® door. Ten slotte eindigt hij met te zoggen: 0. L. Heer is allemaal larie I Trot blijft een oogenblik als verstikt staan. O. L. Heer allemaal larie? 0. L. Heertje, waartoe mama hem geleerd heeft iederen avond te bidden; Hij, die zorgt dat papa daarginds op de groote zeeën, warop hij rondzwalkt geen onge luk overkomt; Hij, die aan Trott ziju da gelijksch brood geeft met zoetigheden, boter, gebakjes, chocolade! Trott voelt een blos naar rijn gezicht stijgen In twistgesprekken is Trott geen voor beeld van geduld. Hij neemt de schop, '-n doet een flinken slag nederdalen op het hoofd van den scepticus, die haar lijdelijk aanvaardt, terwijl hij zich met zijn elle boog beschermt en tersluiks, stom van verwondering toekijkt Je bent ondeugend en de goede God heeft groot gelijk je niet te eten te geven als je hem op zoo'n manier je dankbaar heid betuigt. Waarvoor moet ik Hem dankbaar zijn? dreint het ventje. Deze vraag brengt Trott in verlegenheid Dat ia waarachtig zoo: wanneer men on deugend is of al te ongelukkig, dan geeft men er weinig om tot don goeden God te bidden. Men is boos op iedereen en men gevoelt grooten lust te morren. Trott had reeds twee passen gedaan om zich te ver wijderen. Hij denkt na en keert op zijn schreden terug. Luister eens. Als jo je gebod niet ver richt, dan kan 0. L Heer je niet verhoe ren, dat is iets dat zeker is. Indien je Hem om eten vraagt, dan zal Hij je iets geven, maar ge moot het Hem vragen. Het jongetje staat in tweestrijd. Dat is niet zeker Wat Trot zegt, maar kom, men waagt er niets mee met te vragen. V ie weet wart er gebeuren kan? Dien anderen dar heeft hij twee stuivers verdiend met bedelen. Waar zit ie, 0. L. Heer? fWordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1925 | | pagina 3