A n ecdoten. 1 ■worst, jam, gedroogd fruit, rauw fruit en fruitmoes, in bier, in cider, in alcoho lische en niet alcoh. wijnen en in vruch tensappen: ibenzoczuur is veroorloofd in: koffie-extract. in niet alcohol, wijnen, in vruchtensappen, in limonades en gem berbieren. Het comité wil bet gebruik van conser veermiddelen in boter en margarine ge heel verbieden, omdat deze stoffen gekoeld bewaard kunnen worden. In het algemeen raadt bet comité bet gebruik van koude als conserveermiddel sterk aan, in dit op zicht is nog veel in den levensmiddelen handel te veranderen en te verbeteren. (Tbc Brit. Med. Journal). CHRISTUS' GEBOORTE. 25 December! Christus is geboren! De beloofde, ver langde Messias, Die den hemel zal openen en als zoenoffer voor onze zonden zal eterven aan het kruis, is geboren! Daar ligt Hij En geen paleis is er, waar een Koning dient, zijn leven te beginnen, en geen wiegje, met zijden dekens en met donsge- vulde kussens staat klaar om Hem te •ontvangen; geen vriendelijke omgeving, die .past aan den Schepper van het heelal, neen. een stal is er en een kribbe en een omgeving, waarin en waarvan alles ge tuigt van armoede en nederigheid en een voud, maar toch heerscht daar in dien stal, op dat oogenblik een innerlijke vrede, een innerlijk geluk, een zalige voldaanheid en liefde, zoo groot, dat voor ons die nederige kribbe, gevuld met stroo en hooi wordt els een wiegje van satijn en zijde; en ge vuld met warme dekens en donzen kleeren; en die omgeving wordt voor onze vefbeel- ding een paleis, waarin weelde straalt en -schittert, waar men het oog ook wendt. Daar ligt Hij en de engelen zingen: „Glo rie zij God in den Hooge en vrede op aarde den menschen van goeden wille." En wat de Engelen ftongen daar ih dien stillen nacht dat zongen ook onze harten en alleen de menfechen van goeden wille jubelen het uifc in hun dank en huldeliede- ren ter eere van Hem. die verlossing, bren gen zal en heil »aan heel de wereld. En zie, -nauwelijks is het lied der enge len verstomd, of de herders, die vol ver rukking geluisterd hebben, naar dien he.- melschen zang, laten de schapen rustig liggen op de heide en gaan me.t spoed naar Bethlehem, de stad van David en om te zoeken dat Kind, in doeken gewonden en liggende in eene kribbe, zooals de Engel hun dit was komen berichten. En zij vinden den stal en de kribbe en het kind en zijn nu overtuigd van de. waarheid, die hun door den Engel is meegedeeld en God lovende en verheerlijkende keaxen zij terug naar de schapen op de heide en terug naar hunne woonplaatsen, waar zf? alles in kleu ren en geuren vertellen wat geschied is en welk geluk hun is te beurt gevallen. Kort daarna zien we een anther groepje menschen naderen: Het zijn naar hun uiterlijk te oordeelen, geen eenvoudige ar- ine herders, zooals wij zagen voor eenige dagen knielend en biddend voor de voeten van het kindje Jezus, het zijn nu de grooten. de machtigen, de mannen van aanzien en naam; mannen, die verheven zijn onder de hunnen en de eerste plaats innemen in hun vaderland, Het zijn de wijzen, die Zijn ster. de ster van den Verlosser, gezien hebben in het verre Oosten. Ook zij treden nader en komen aanbidden den Heiland, en Heer en •hebben zijn ster gevolgd tot hier in Jeru salem toe. ..Waar is de nieuwgeboren Koning der Joden", vragen zij aan Herodes en deze die voor zijn troon vreesde en lieel Jerusalem met hem kon hierop niets antwoorden. ,.Tk weet het niet. maar gaat heen en zoekf Hem en als gij het kind zult gevon den hebben, boodschapt het mij, opdat ik ook komen en het aanbidde. (Tn waarheid echter, wilde hij het laten dooden). En zie! De wijzen gaan heen en daar staat weer de ster en brengt hen, waar zij vinden zullen, wat al hun ge dachten en al hun weuschen en aï hun ver- langers sedert dagen in beslag nam. Daar houdt de ster stil hoven de plaats, waar het kindje is geboren. En zij vinden het Kind met zijn moeder Maria en zij val len neer ter aarde en aanbidden het en zij ■leggen aan zijn voeten kostbare geschen ken: goud. wierook en mirre. En zij nemen het Kind, den Schepper van hemel -en aarde in vervoering in hun armen en zij danken Maria en Jozef en gaan heen naar hun land en naar de hun nen envertellen wat wonderbaar lijks zij zagen. En hunne harten juichen en zingen, want gezien hebben zij den be loofden Messias, en een hemelscii© Vrede daalt in hunne zielen en vol liefde denken zij terug aan dat onvergetelijk bezoek aan de kribbe, waarin de Koning aller Konin gen wilde geboren worden. En dan verheugen zij zich ook bij de gedachte, dat ze Herodes niet zijn gaan zeggen, waar ze het Kindje gevonden had den want nu wisten ze en begrepen ze de hooze plannen van dien vreeselijken Hero des. die naar het leven stond van den kleinen Jesus, Die met Zijn leven, heb leven van zijn eigen Schepselen, wilde red den en gelukkig maken. God vermaande hen in een droom im mers om niet naar Herodes terug te kee- ren en zij gingen langs een anderen weg naar hun land terug. fca - ma.- Jj Te sprekende gelijkenis. Grootmoeder: Mijn lieve jongen, je bent het levend evenbeeld van je vader geworden. Je hebt je vader's oogen, zijn neus, mond, en Jimmy (neerslachtig): Ja, en zijn broek ook Zoo'n opmaker! Man: Jij beschuldigt mij van buiten sporige uitgaven Wanneer heb ik ooit iets onnoodigs gekocht? Vrouw: En die snelblusscher die je een jaar geleden gekocht hebt. Wij hebben het ding nog niet één keer gebruikt. En nu wij? Wij, die Jesus kennen en geen ster en geen Engel, noodig hebben om tot Hem te gaan in de kribbe; laten ook wij aan zijn voeten neerleggen al onze wenschen en verlangens en Hem beloven, steeds braaf te zijn en te doen. wat wij moeten doen om eenmaal bij Hem te ko men, in den schoonen hemel,'dien Hij voor ons me.t zijn dood weer heeft geopend en beloofd heeft aan alle menschen van goeden wille De Redacteur. RAADSELWEDSTRIJD. Lieve Kinderen, Wat leven we toch verbazend snelHet heugt me nog zoo goed, alsof het gisteren gebeurde, dat ik jullie oprie.p na de groote va can tie ten strijde aan den wed strijd. dien wij uitschreven voor alle kinde ren, die de Leidsclie Courant lazen en die vooral ons hoekje met meer dan gewone belangstelling bestudeerden. En nog zie ik den regen van brieven en briefkaarten van jullie al maar aanhouden tot ik het respectabel getal van hij de driehonderd in mijn bezit had. Kog zie ik dien berg correspondentie voor me; brieven van mijn vriendjes in en bui ten de stad; van bekende en onbekende gezichten en ik maakte jullie mijn com pliment toen. en drukte mijn groote tevre denheid uit én over het aantal, die kwamen opdagen om mee. te strijden in onze gelede ren, én over het geleverde werk dab gezien mocht worden, én over den inhoud, die meestendeels getuigde van zorg en nauwge zetheid en orde. Kijk! dat waren Jrie dingen van belang. Met zorg werd gewerkt; met nauwgezet heid werden alle raadsels opgelost en met orde. werd alles aan liet juiste adres be.- zorgd. En thans staan we weer voor eenzelfden wedstrijd En hierover willen we samen even pra ten. Spitst beide «oren en luistert. Wie aan C meedoet, d. w. z. wie een ver. haal of sprookje naar eigen keuze maakt, moet zorgen, dat dit geschreven wordt op losse velletjes en dan slechts aan één kant beschreven: Ik zei liet reeds vaker Let daar nu eens dezen 'keer bijzonder op! Zie je. dat staat beter; dat geeft zoo'n cachet van weten hoe 't boort vanja hoe zal ik het zeggen, van.... literaire ontwikke ling. al raakt deze ontwikkeling dan ook slechts den buitenkant van den inhoud, waar het tenslotte op aan komt. Het is toch in ieder geval wat. En dan.... het oog wil ook wat hebben. Geloof maar stellig en vast, dat kinde ren, die altijd net en ordelijk werken, veel voor hebben op <Je sloddervossen en knoei potten: van de laatste twee groepen houd ik niet bijster veel. Dat zijn ook de slordi- gen. de onverschilligen, de sloffers en half- werkers in het latere leven Neen. dan boud ik bt liever met de eersten. Zij zul len later bij elke sollicitatie een streepje voor hebben en in bet gewone leven zullen de ordelijken en netten een prettigen in druk maken en gezocht zijn en worden in elk gezelschap. Het schrift is de weerspie geling van iemand-s karakter. Ik hoop dan ook dat ik na afloop van dezen wedstrijd van de daken kan verkondigen, dat mijn vrienden en vriendinnetjes van Leiden en Omstreken niet alleen mijn stem gehoord hebben maar ook naar die stem luisterden. En zoo zullen we een dubbel doel bereiken. Jullie gaan ©en mooi verhaal o£ sprookje fantaseeren, wat is een uitstekende denk en taaloefening, en dan gaan jullie dat verhaal of dab sprookje keurig en netjes afwerken, wat is pen uitstekende oefening om orde en netheid te leeren en een oefe ning in het schoonschrijven wat heden ten dage wat meer mocht beoefend worden. Dat is goed begrepen niet waar en daar om kunnen we hier gevoeglijk een punt zetten. En nu een woord over de raadsels A en B Ze zijn voor beide groepen niet te moeilijk. Voor de kleintjes zijn ze al heel gemak kelijk. Dat moet ook, is niet zoo? Een klein kind heeft maar een kleinverstand en een kleine ontwikkeling en nog geen of weinig routine in het oplossen van die ..kynstjes", wat ze eigenlijk in door snee zijn. Maar voor de Grooten staat de zaak anders. De Grooten zitten in de 5e en '6e en nog hoogere klasse; zijn verstandelijk veel beter ontwikkeld; hebben veel meer routine in het oplossen van raadsels, omdat zij het al vaker deden, .summa summarum" moe ten en kunnen ze de opgaven moeilijker hebben, wil er bij zoo'n wedstrijd gelijk heid en rechtvaardigheid voor beide groe pen zijn. Toch vrees ik. dat No. '4 voor de Groo ten (groep B) voor velen een nachtmerrie 01 hl] ook pienter was. Buurman: Dab jongetje van jou, 16 een pienter kereltje, zeg oude! Vader: Nou! Ik wou, dat ik half zoo goed met zijn moeder kon omgaan als.... hij. Geen overbodige moeite. Hannes komt in de stad en vraagt in een apothekerswinkel: Zeg, juffrouw, hedde gij ook insecten poeier? Zeker wel, meneer. Geef me dan voor een dubbeltje. De juffrouw vraagt gedienstig of zij de poeder in een fleschje of in een doosje moet doen. Waorveur zoove.ul moeite juffrouw, zegt Hannes, schud het hier maor direct langs mijn hals af zal worden en heel wat hoofdbrekens zal kosten, eer dit „kunstje" gevonden is. In dit verband wil ik zeggén, dat jullie toch do raadsels kunt inleveren, al zouden er ook al een of twee desnoods ontbreken. No 1 lijkt Chineesch. is echter bij nauw keuriger ..beschouwing" goed Hollandsch en wat No. 3 betreft, deze. som moet voor een jongen van twaalf jaar geen ernstige moeilijkheden opleveren, laat staan voor iemand boven dien leeftijd, en danwie het niet weet, en het graag zou weten in formeert eens bij dezen of genen'en zoo worden die bezwaren en moeilijkheden met vereende krachten wel opgelost. Begrepen? En wat ik nu schreef bij C, geldt natuur lijk voor zoover dit ging over orde. netheid, en zindelijkheid, ook voor A en B. Dat spreekt! En nu een enkel woord*over de prijzen. Ie prijs: Schrijfgarnituur bestaande uit: inktkoker, vloeidrukker, enz. 2e prijs: Een familielijst. 3e prijs: Een déjeunertje. 'Ie prijs: Een Rozenbowl. 5e prijs: Een servetband. 6© prijs: Een schilderijtje. 7e, 8e en 9e prijs: Boeken. Wat dunkt U? Heb ik hieraan nog iets toe te voegen? Neen niets! Deze prijzen spreken voor zich zelf genoeg. Goede wijn behoeft geen krans! En ten slotte zal ik jullie eens gauw zeg gen, op welken datum we uiterlijk alles binnen verwachten. De uiierste termijn is 7 Januari. Nu hebben jullie tijd genoeg vooral voor C. En thans aan het werk Ik verwacht alle oude bekenden en vele nieuwelingen. Als ik meer dan drie honderd blieven krijg, geef ik een schooltasch ter loting erbij, als troostprijs. DE RAADSELS. A Voor de Kleinen van 6 tot 10. No. 1. Vul eens in met het luiste woord: Een aap is een vies b Een brief is wat men 1 Een verjaardag is-een f Van kleine kinderen houd ik li»*: m No. 2. Hoeveel is 5Vi meer dan de helft van 6 dozijn pennen? No. 3. Men eet het niet met een vork. terwijl het omgekeerd hetzelfde is Ra, ra, wat is dat? No. 4. Zoek eens 15 namen van dieren, die vlie gen kunnen. No. 5. Met r werkt het zeer vlug, dus Met d is het een dier. dus Met b maakt het muziek, dus n Ti' Met g geeft het ons licht, dus B. Voor de Grooten van 10 tot 10 jaar. No. 1. Wie verstaat deze taal? Gnid redei nee tpook raam eiw, Gnineker ed nav re tal tkirhee. No. 2. Mijn eerste deel is roo«l als bloed. Men drinkt het uit mijn tweede: Dat vormt nu samen mijn geheel, Deel 't antwoord mij nu mede. No. 3 Hendrik vroeg zijn vader: ..Vader, hoe oud is u?"Deze antwoordde:: Wij tweetjes zijn samen 60 jaar. Ik en uw grootvader zijn samen 120 jaar, maar uw ouderdom bij grootvaders jaren gerekend, geeft sa men 100 min 4 jaar. Reken nu eens uit, hoe oud ik ben". No. 4. Vier erven moeten een stuk grond van bovenstaanden vorm gelijkelijk verdeelen. Zij doen dit zoo. dat iedea* hunner een stuk van denzelfden vorm als het grootste krijgt. Ho© is dat mogelijk? No. 5. Wat schrijft men met 1 c, 1 h, 1 r, 1 t-, 1 n, 2 s. 2 ee en 2 oo? C. Voor allen. Een Sprookje of Verhaaltje naar eigen keuze, minstens drie. bladzijden lang en.... eigen werk. Opgepast nu! Allen meedoen! Netjes werken en ordelijk! Bijtijds alles aan heb bekende adres inzenden. En nu allen veel succes enZalig uiteinde en Zalig Nieuwjaar voor U en Uwe Ouders. De Redacteur van de Kinderrubriek „Leidsclie Courant" Rapenburg, Leiden. CORRESPONDENTIE. Rooie Kees, Leiden. Zoo Een modem" huisgezin. A. (pas getrouwd): Aan wie geeft u de voorkeur, aan jongens of meisjes? B. (lang getrouwd): Aan jongens!.... Mijn dochters gappen mijn sigaretten! Ook een compliment. Johanna: De meeste menschen bewon deren mijn mond. Jij ook? Johan (verstrooid): Zoo zoo! Ja hij is reusachtig! Kinderlijk. ,,Ts dat geen lief diertje, Johan", vroeg Mina aan haar jongste broertje, toen zij voor het hek van den luipaard in Artis stonden. „Zeker'', antwoordde de -kleine Johan. goedig, „jammer dat hij zooveel sproeten op zijn huid heeft". mijn jongen, heb jij die mooie geschiedenis zelf bedacht? Durf je dat zoo maar zon der blikken of blozen, zeggen? Maar die geschiedenis van „De Smid van Geut" kent iedereen vriendje en is zoo oud, als de weg naar Kralingen. Nu weet je het, hé Keesje! Zonde van den tijd eraan besleed. Doch weet je wat je eens doen moest? Pro beer eens in werkelijkheid zelf een verhaal te maken? Ik wed. dat jij dat kunt. We hebben immers zoo vaak reeds gelezen van „Rooie Kees", al noemde hij zich vroeger anders! Dag Kees! Zie naar de prijsraad sels en roep allen rooie en zwarte en witte Keezen op, om mee t© doen aan dezen on- bloedigen strijd, dien w© nu zullen begin nen Wil je? Annie G o d d ij n en Miep Grim bergen, K a t w ij k a. d. R ij n. Wat vind ik dat aardig van jullie tweetjes! Welkom beiden in ons midden! En zoo saampjes te studeeren en te fantaseeren wel. wel. wat lijkt mij dat aardig! Of ik jullie verhaal laat plaatsen? Wis en zelcer! En.... niet alleen om mijn twee vriendin netjes een pleiziertje te doen. maar ook omdat het verhaal ecu plaats waard is Zie je, dat is andore koek als peperkoek. Vinden jullie dat niet fijn Neuzen jullie vandaag eens En zullen jullie ook alle vriendinnetjes aansporen om met ons mee te doen en de raadsels op te lossen en ook eens wat, te maken, hetzij dan in proza of in poëzie. Dag Annie en Miep! Ik verwacht alleKat- wijkprs. die onze Rubriek zoo mooi vinden, zooals jullie me zegt. Carl Wester man. Leiden. Zie je nu wel Carl; heb ik het niet gezegd? Versjes maken is routine; is een kwestie van doen.... als men tenminste een klein beetje aanleg heeft Ik laat jouw Winter" plaatsen en geef je hierbij stof voor iets nieuws, bijv. Jesus' Geboorte; Oud-jaar, Nieuwjaar. Driekoningen. Kerstvacantie enz. En nu verwacht ik je ook met al je vrienden van je klas bij het oplossen van de raadsels. Dag Carl! Groetjes thuis! Lous B o u g e 1 s d ij k. Warnion d. Nog even geduld mijn jongen! Je opstel komt de volgende week aan de beurt. Zul je oolc alle vriendjes en vriendinnetjes at tent maken op "onzen wedstrijd De prijzen zijn wat inspanning en moeite waard. Dag Lous Veel groeten aan alle huisgenoo- ten! De Redacteur. Henkie's Heldendaad. II 't Was stil in de kamer, moeder naaide, zusje sluimerde zachtjes en Henk speelde op den vloer met beertje, zijn trouwe beer! Henk was onafscheidelijk van zijn beer. waar Henk was daar was zijn beer. Des nachts sliep hij in Henk's bed, kortom Henk en zijn beer waren onafscheidelijke makkers, 't Was ook nog een cadeau van vader! Henk keek eens op naar moeder, wat naaide ze hard. „Aja". dacht Henk, „dat moet wel anders krijgen we geen soep" Maar eergisteren toen hadden ze geen soep gehad, alleen een sneedje oud brood en toen had moeder gehuild, ja on wat had*ze toen gedaan? Toen had ze die mooie Schilderijtjes van de wand gehaald en toen was ze met hem, Henk ie naar een groot huis gegaan en daar zat achter een raampje een mijnheer met. strenge oogen en een groote bril. Ze had hem de schilde^ rijtjes gegeven en hij had haar geld gege ven maar zeker niet genoeg dacht Ilcnkie, want toen ze op straat waren had moesje weer gehuild. En wat zag hij nu, een paar heldere tranen vielen uit haar oogen op het blanke liune.n waaraan ze zat te wer ken. Zag hij goed, ach ja, ze huilde weer die lieve moes, „zeker weer om die schil derijtjes" dacht Henk. Ja, moeder dacht aan do schilderijtjes. Na haar mans dood Jia-J ze naaiwerk ge zocht, en daar ze nogal vlug met de naald was hoopte ze daarmee in het onderhoud van haar en haar kinderen te kunnen voor zien. Maar ach, niemand haast bezorgde haar naaiwerk en de meeste dames hadden al een naaister. Ze verdiende zoo bitter weinig, ze leden haast gebrek. En toen was ze er toe gekomen, ze had haar gouden ring en de mooie schilderijtjes, die ze op haar trouwdag gekregen had, weggebracht naar deBank van Leening. 't Was haar zwaar gvallen maar 't moest, ze mocht haar lievelingen, toch geen gebrek laten lij den. Een tijdje was het toen goedgegaan maar nu. o, eeu half brooj lag e.r nog maar in de kast. dat was alles. Ze hadden niets, niets meer! Ze keek naar de lee.ge plekken aan den wand, wat hadden die aquarelle tjes daar altijd aardig gestaan, nu dwaal den haar oogen naar de oude klok die ge zellig zijn eentonig wijsje tikte, o wie weet misschien hing ook die er spoedig niet meer, nu ze mocht er niet aan denken, op nieuw kwamen de tranen in liaav oogen. Opeens voelde ze een zacht wangetje de hare streelen. „Moesje huilt u om Je schilderijtjes", vroeg zacht Henkie's stemmetje. Ze schrok op. verward keek ze Henk aan. en toen gaf ze hem geroerd een kus. Kom. vent, ga maar zoet spelen, moeder zal niet meer huilen, hoor." Henk ging wee r bcerlje. lang keek hij naar de Iron- .aaloogen van zijn Verstrooid. De lieer B. houdt veel van schemeren en zit dus nog wal in het donker op zijne kamer. Zijn hospita komt de theeboel weg halen; daar hot echter donker is en nog al gevaarlijk om naar beneden te gaan, is de heer B. bezorgd, rat zijn hospita van de trappen zal tuimelen en zegt daarom: „O! laat u do deur maar open, dan kunt u zien". De zelfzuchtige. Zij: „Man, zorg toch, dat we plaatsen in het circus bespreken, om er met de kin deren te kunnen hèengaan!" Hij: „Ik denk er in 't geheel niet aan; ik ga naar geen circus". Zij: En waarom niet? Hij: „Omdat ik het niet kau aanzien dat andere menschen voor mijn g^ld krom me sprongen maken". lieveling. Een plan kwam in hem op, als. als hij beer nu eens naar die mijnheer met de bril bracht, die zou hem daar zeker veel, heel veel geld voor goven, want beer was prachtig, alleen zijn linkerarmpje zat wat los en er kwam af en toe een beetje zaag sel uit, maar verder mankeerde er heusch niets aan. Maar wat zon hij beertje missen, nooit zou hij meer met hem spelen, hij zou niet meer naast hem slapen, hij zou hem nooit, nooit meer zien. Dat was bijna te machtig voor den kleinen man, maar. 't was voor moeder; aan moeder zou liij al het geld geven en dan zou ze niet moer huilen en lekkere soep koken Ja. hij moest het doen voor haar. Stil sluipt hij de kamer uit met beerrje in zijn armen, moeder merkt gelukkig niets. Wat is liet druk op straat, maar hij weet den weg wel, hij ij immers zelf mei uiocdci me.egeweest. Paruin vig stapt het schran dere ventje voort, heer stevig in zijn armen gedrukt. Daar staat hij voor het gebouw pog even aarzelt hij, beertje gaat weg, nooit zal hij hem terugzien. Zijn oogjes worden verdacht vochtig, maar neen. niet huilen, hij is immers ee.n flinke jongen. Snel geeft hij beertje twee stevige zoenen en wil den stoep oceaan. Ellen ''r-ovtée. #(Slot volg: Snoeplust gesirrr De drie zoontjes van de Commissaris van politie Wilkers zijn erge ondeugende ben gels. Ze heeten Frans. Leo en Jozef, ze zijn altiid juist eender gekleed en zoowat even oud. Bij hen thuis stonden in de keuken ho ven op de kast een paar potten met inge maakte pruimen waar de bengels reeds dikwijls begeerig hadden naar staan kij ken Maar ze stonden toch zoo hoog! Op een morgen echter zagen ze de kans schoon Mama was met de meid naar de groente markt en Pa» was nog niet te zien geweest, die zou dus nog wel slapen. Gauw samen afgesproken! Leo die de slimste was. kwam met. een plan voor den dag dat. door de, beide anderen werd goedgekeurd en dal ze dus maar dadelijk uitvoerden. Frans was de sterkste en zou bok bok gaan staan. Jo zef zou op zijn rug klimmen en eindelijk Leo op Jozefs rug en vandaar op de ,kas! klauteren en danja dan!Toen Leo daar hoog en droog op de kast zat. begon hij lekker te smullen, doch had niet. veel trek zijn broers iets mee te deelen ..TV alles en jullie niets", riep hij naar omlaag. Frans n Jozef werden boos, schudden hem de vuist toe en hieven zoo'n luid ge schreeuw aan dat. dp keukendeur plotseling open ging on hun Pa haastig kwam fncge- loopen, in de meening dat een zijner lieve lingen een ongeluk gekregen had Ge begrijpt de verbazing van Papa en de schrik der knapen. Of de beide schreeu wers ook hard wegliepen! Maar Leo. dat- was wat anders. Van schrik liet hij zim pruimenpot nit. de handen vallen terwiil hij ook de andere van de kast afstiet, die evenals de eerste in duizend stukken viel voor de voeten van Papa. En de rest van de geschiedenis? Wel doodeenvoudig. Leo kreeg zijn zin. Hij kreeg alles (maar dan klappen) en de anderen niets. Miep Grimbergen. Annie Godijn. Kerstnacht. De klokken laten haar klanken hoorenj Eu roepon: Gods Zoon is geboren. Te Bethlehem in een armen stal, Waar Hij Zijn leven beginnen zal Hij ziet slechts armoede om zich heen Dat teekent meteen Zijn leven. Na drie en dertig jaren stie.rf Hij, Aan 't Kruis in angst en heven En dit leed Jesus voor de menschen, Die nu toch vast en zeker wenschen. Me.t hun volste vertrouwen. Hem in den hemel te aanschouwen. Emile Duym, Hooipark. De Winter. De winter is een booze man, Je weet wel dat hij alles kan Hij kan het laten vriezen. En menschen la'en niezen, De boomen geeft hij een pracht'g kleed, En muschjes komen bij de vleet, Tot aan de voordeur toe, Waar zij krijgen brood van moe En al6 het ijs- heel sterk is. Dan denk ik stellig en gewis, Dat alle kind'ren, groot e.n klein Zich op het ijs aan 't vermaken zijn. De een in 't schaatsenrijden Een ander weer is aan 't glijden, Ginds ziet men velen ballen, En zoo vermaken zij zich allen. TeAtenvrouwtje, Van der Kek, Die heeft het nu ontzettend druk De eierkoeken, nu ei hoor Die gaan er ee.n, twee, drie van door, En warme melk, waardoor anijs, Wordt veel gedronken op het ijs En zijn ze 's avonds moe van 't Tijden, Dan caan ze blij en vroolijk scheiden. C'arl Westerman, Nieuwe Rijn 3(5. Leiden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1924 | | pagina 11