A n ecdoten. 1
■worst, jam, gedroogd fruit, rauw fruit
en fruitmoes, in bier, in cider, in alcoho
lische en niet alcoh. wijnen en in vruch
tensappen:
ibenzoczuur is veroorloofd in:
koffie-extract. in niet alcohol, wijnen,
in vruchtensappen, in limonades en gem
berbieren.
Het comité wil bet gebruik van conser
veermiddelen in boter en margarine ge
heel verbieden, omdat deze stoffen gekoeld
bewaard kunnen worden. In het algemeen
raadt bet comité bet gebruik van koude
als conserveermiddel sterk aan, in dit op
zicht is nog veel in den levensmiddelen
handel te veranderen en te verbeteren.
(Tbc Brit. Med. Journal).
CHRISTUS' GEBOORTE.
25 December!
Christus is geboren! De beloofde, ver
langde Messias, Die den hemel zal openen
en als zoenoffer voor onze zonden zal
eterven aan het kruis, is geboren!
Daar ligt Hij
En geen paleis is er, waar een Koning
dient, zijn leven te beginnen, en geen
wiegje, met zijden dekens en met donsge-
vulde kussens staat klaar om Hem te
•ontvangen; geen vriendelijke omgeving, die
.past aan den Schepper van het heelal,
neen. een stal is er en een kribbe en een
omgeving, waarin en waarvan alles ge
tuigt van armoede en nederigheid en een
voud, maar toch heerscht daar in dien stal,
op dat oogenblik een innerlijke vrede, een
innerlijk geluk, een zalige voldaanheid en
liefde, zoo groot, dat voor ons die nederige
kribbe, gevuld met stroo en hooi wordt
els een wiegje van satijn en zijde; en ge
vuld met warme dekens en donzen kleeren;
en die omgeving wordt voor onze vefbeel-
ding een paleis, waarin weelde straalt en
-schittert, waar men het oog ook wendt.
Daar ligt Hij en de engelen zingen: „Glo
rie zij God in den Hooge en vrede op
aarde den menschen van goeden wille."
En wat de Engelen ftongen daar ih dien
stillen nacht dat zongen ook onze harten
en alleen de menfechen van goeden wille
jubelen het uifc in hun dank en huldeliede-
ren ter eere van Hem. die verlossing, bren
gen zal en heil »aan heel de wereld.
En zie, -nauwelijks is het lied der enge
len verstomd, of de herders, die vol ver
rukking geluisterd hebben, naar dien he.-
melschen zang, laten de schapen rustig
liggen op de heide en gaan me.t spoed naar
Bethlehem, de stad van David en om te
zoeken dat Kind, in doeken gewonden en
liggende in eene kribbe, zooals de Engel
hun dit was komen berichten. En zij vinden
den stal en de kribbe en het kind en zijn
nu overtuigd van de. waarheid, die hun
door den Engel is meegedeeld en God
lovende en verheerlijkende keaxen zij terug
naar de schapen op de heide en terug naar
hunne woonplaatsen, waar zf? alles in kleu
ren en geuren vertellen wat geschied is en
welk geluk hun is te beurt gevallen.
Kort daarna zien we een anther groepje
menschen naderen: Het zijn naar hun
uiterlijk te oordeelen, geen eenvoudige ar-
ine herders, zooals wij zagen voor eenige
dagen knielend en biddend voor de voeten
van het kindje Jezus, het zijn nu de
grooten. de machtigen, de mannen van
aanzien en naam; mannen, die verheven
zijn onder de hunnen en de eerste plaats
innemen in hun vaderland,
Het zijn de wijzen, die Zijn ster. de ster
van den Verlosser, gezien hebben in het
verre Oosten. Ook zij treden nader en
komen aanbidden den Heiland, en Heer en
•hebben zijn ster gevolgd tot hier in Jeru
salem toe.
..Waar is de nieuwgeboren Koning der
Joden", vragen zij aan Herodes en deze
die voor zijn troon vreesde en lieel
Jerusalem met hem kon hierop niets
antwoorden.
,.Tk weet het niet. maar gaat heen en
zoekf Hem en als gij het kind zult gevon
den hebben, boodschapt het mij, opdat ik
ook komen en het aanbidde. (Tn waarheid
echter, wilde hij het laten dooden).
En zie! De wijzen gaan heen en
daar staat weer de ster en brengt hen,
waar zij vinden zullen, wat al hun ge
dachten en al hun weuschen en aï hun ver-
langers sedert dagen in beslag nam.
Daar houdt de ster stil hoven de plaats,
waar het kindje is geboren. En zij vinden
het Kind met zijn moeder Maria en zij val
len neer ter aarde en aanbidden het en zij
■leggen aan zijn voeten kostbare geschen
ken: goud. wierook en mirre.
En zij nemen het Kind, den Schepper
van hemel -en aarde in vervoering in hun
armen en zij danken Maria en Jozef en
gaan heen naar hun land en naar de hun
nen envertellen wat wonderbaar
lijks zij zagen. En hunne harten juichen
en zingen, want gezien hebben zij den be
loofden Messias, en een hemelscii© Vrede
daalt in hunne zielen en vol liefde denken
zij terug aan dat onvergetelijk bezoek aan
de kribbe, waarin de Koning aller Konin
gen wilde geboren worden.
En dan verheugen zij zich ook bij de
gedachte, dat ze Herodes niet zijn gaan
zeggen, waar ze het Kindje gevonden had
den want nu wisten ze en begrepen ze de
hooze plannen van dien vreeselijken Hero
des. die naar het leven stond van den
kleinen Jesus, Die met Zijn leven, heb
leven van zijn eigen Schepselen, wilde red
den en gelukkig maken.
God vermaande hen in een droom im
mers om niet naar Herodes terug te kee-
ren en zij gingen langs een anderen weg
naar hun land terug.
fca - ma.- Jj
Te sprekende gelijkenis.
Grootmoeder: Mijn lieve jongen, je
bent het levend evenbeeld van je vader
geworden. Je hebt je vader's oogen, zijn
neus, mond, en
Jimmy (neerslachtig): Ja, en zijn
broek ook
Zoo'n opmaker!
Man: Jij beschuldigt mij van buiten
sporige uitgaven Wanneer heb ik ooit
iets onnoodigs gekocht?
Vrouw: En die snelblusscher die je
een jaar geleden gekocht hebt. Wij hebben
het ding nog niet één keer gebruikt.
En nu wij? Wij, die Jesus kennen en
geen ster en geen Engel, noodig hebben om
tot Hem te gaan in de kribbe; laten ook
wij aan zijn voeten neerleggen al onze
wenschen en verlangens en Hem beloven,
steeds braaf te zijn en te doen. wat wij
moeten doen om eenmaal bij Hem te ko
men, in den schoonen hemel,'dien Hij voor
ons me.t zijn dood weer heeft geopend
en beloofd heeft aan alle menschen van
goeden wille
De Redacteur.
RAADSELWEDSTRIJD.
Lieve Kinderen,
Wat leven we toch verbazend snelHet
heugt me nog zoo goed, alsof het gisteren
gebeurde, dat ik jullie oprie.p na de
groote va can tie ten strijde aan den wed
strijd. dien wij uitschreven voor alle kinde
ren, die de Leidsclie Courant lazen en die
vooral ons hoekje met meer dan gewone
belangstelling bestudeerden.
En nog zie ik den regen van brieven en
briefkaarten van jullie al maar aanhouden
tot ik het respectabel getal van hij de
driehonderd in mijn bezit had.
Kog zie ik dien berg correspondentie voor
me; brieven van mijn vriendjes in en bui
ten de stad; van bekende en onbekende
gezichten en ik maakte jullie mijn com
pliment toen. en drukte mijn groote tevre
denheid uit én over het aantal, die kwamen
opdagen om mee. te strijden in onze gelede
ren, én over het geleverde werk dab gezien
mocht worden, én over den inhoud, die
meestendeels getuigde van zorg en nauwge
zetheid en orde.
Kijk! dat waren Jrie dingen van belang.
Met zorg werd gewerkt; met nauwgezet
heid werden alle raadsels opgelost en met
orde. werd alles aan liet juiste adres be.-
zorgd.
En thans staan we weer voor eenzelfden
wedstrijd
En hierover willen we samen even pra
ten. Spitst beide «oren en luistert.
Wie aan C meedoet, d. w. z. wie een ver.
haal of sprookje naar eigen keuze maakt,
moet zorgen, dat dit geschreven wordt op
losse velletjes en dan slechts aan één kant
beschreven: Ik zei liet reeds vaker Let
daar nu eens dezen 'keer bijzonder op! Zie
je. dat staat beter; dat geeft zoo'n cachet
van weten hoe 't boort vanja hoe zal
ik het zeggen, van.... literaire ontwikke
ling. al raakt deze ontwikkeling dan ook
slechts den buitenkant van den inhoud,
waar het tenslotte op aan komt. Het is
toch in ieder geval wat. En dan.... het
oog wil ook wat hebben.
Geloof maar stellig en vast, dat kinde
ren, die altijd net en ordelijk werken, veel
voor hebben op <Je sloddervossen en knoei
potten: van de laatste twee groepen houd
ik niet bijster veel. Dat zijn ook de slordi-
gen. de onverschilligen, de sloffers en half-
werkers in het latere leven Neen. dan
boud ik bt liever met de eersten. Zij zul
len later bij elke sollicitatie een streepje
voor hebben en in bet gewone leven zullen
de ordelijken en netten een prettigen in
druk maken en gezocht zijn en worden in
elk gezelschap. Het schrift is de weerspie
geling van iemand-s karakter. Ik hoop dan
ook dat ik na afloop van dezen wedstrijd
van de daken kan verkondigen, dat mijn
vrienden en vriendinnetjes van Leiden en
Omstreken niet alleen mijn stem gehoord
hebben maar ook naar die stem luisterden.
En zoo zullen we een dubbel doel bereiken.
Jullie gaan ©en mooi verhaal o£ sprookje
fantaseeren, wat is een uitstekende denk
en taaloefening, en dan gaan jullie dat
verhaal of dab sprookje keurig en netjes
afwerken, wat is pen uitstekende oefening
om orde en netheid te leeren en een oefe
ning in het schoonschrijven wat heden ten
dage wat meer mocht beoefend worden.
Dat is goed begrepen niet waar en daar
om kunnen we hier gevoeglijk een punt
zetten.
En nu een woord over de raadsels A en B
Ze zijn voor beide groepen niet te moeilijk.
Voor de kleintjes zijn ze al heel gemak
kelijk. Dat moet ook, is niet zoo? Een
klein kind heeft maar een kleinverstand
en een kleine ontwikkeling en nog geen of
weinig routine in het oplossen van die
..kynstjes", wat ze eigenlijk in door
snee zijn.
Maar voor de Grooten staat de zaak
anders.
De Grooten zitten in de 5e en '6e en nog
hoogere klasse; zijn verstandelijk veel
beter ontwikkeld; hebben veel meer routine
in het oplossen van raadsels, omdat zij het
al vaker deden, .summa summarum" moe
ten en kunnen ze de opgaven moeilijker
hebben, wil er bij zoo'n wedstrijd gelijk
heid en rechtvaardigheid voor beide groe
pen zijn.
Toch vrees ik. dat No. '4 voor de Groo
ten (groep B) voor velen een nachtmerrie
01 hl] ook pienter was.
Buurman: Dab jongetje van jou, 16
een pienter kereltje, zeg oude!
Vader: Nou! Ik wou, dat ik half zoo
goed met zijn moeder kon omgaan als....
hij.
Geen overbodige moeite.
Hannes komt in de stad en vraagt in een
apothekerswinkel:
Zeg, juffrouw, hedde gij ook insecten
poeier?
Zeker wel, meneer.
Geef me dan voor een dubbeltje.
De juffrouw vraagt gedienstig of zij de
poeder in een fleschje of in een doosje
moet doen.
Waorveur zoove.ul moeite juffrouw,
zegt Hannes, schud het hier maor direct
langs mijn hals af
zal worden en heel wat hoofdbrekens zal
kosten, eer dit „kunstje" gevonden is.
In dit verband wil ik zeggén, dat jullie
toch do raadsels kunt inleveren, al zouden
er ook al een of twee desnoods ontbreken.
No 1 lijkt Chineesch. is echter bij nauw
keuriger ..beschouwing" goed Hollandsch
en wat No. 3 betreft, deze. som moet voor
een jongen van twaalf jaar geen ernstige
moeilijkheden opleveren, laat staan voor
iemand boven dien leeftijd, en danwie
het niet weet, en het graag zou weten in
formeert eens bij dezen of genen'en zoo
worden die bezwaren en moeilijkheden met
vereende krachten wel opgelost. Begrepen?
En wat ik nu schreef bij C, geldt natuur
lijk voor zoover dit ging over orde. netheid,
en zindelijkheid, ook voor A en B. Dat
spreekt!
En nu een enkel woord*over de prijzen.
Ie prijs: Schrijfgarnituur bestaande uit:
inktkoker, vloeidrukker, enz.
2e prijs: Een familielijst.
3e prijs: Een déjeunertje.
'Ie prijs: Een Rozenbowl.
5e prijs: Een servetband.
6© prijs: Een schilderijtje.
7e, 8e en 9e prijs: Boeken.
Wat dunkt U? Heb ik hieraan nog iets
toe te voegen?
Neen niets! Deze prijzen spreken voor
zich zelf genoeg.
Goede wijn behoeft geen krans!
En ten slotte zal ik jullie eens gauw zeg
gen, op welken datum we uiterlijk alles
binnen verwachten. De uiierste termijn is
7 Januari. Nu hebben jullie tijd genoeg
vooral voor C.
En thans aan het werk Ik verwacht alle
oude bekenden en vele nieuwelingen. Als
ik meer dan drie honderd blieven krijg,
geef ik een schooltasch ter loting erbij, als
troostprijs.
DE RAADSELS.
A Voor de Kleinen van 6 tot 10.
No. 1.
Vul eens in met het luiste woord:
Een aap is een vies b
Een brief is wat men 1
Een verjaardag is-een f
Van kleine kinderen houd ik li»*: m
No. 2.
Hoeveel is 5Vi meer dan de helft van 6
dozijn pennen?
No. 3.
Men eet het niet met een vork. terwijl
het omgekeerd hetzelfde is Ra, ra, wat is
dat?
No. 4.
Zoek eens 15 namen van dieren, die vlie
gen kunnen.
No. 5.
Met r werkt het zeer vlug, dus
Met d is het een dier. dus
Met b maakt het muziek, dus n Ti'
Met g geeft het ons licht, dus
B. Voor de Grooten van 10 tot 10 jaar.
No. 1.
Wie verstaat deze taal?
Gnid redei nee tpook raam eiw,
Gnineker ed nav re tal tkirhee.
No. 2.
Mijn eerste deel is roo«l als bloed.
Men drinkt het uit mijn tweede:
Dat vormt nu samen mijn geheel,
Deel 't antwoord mij nu mede.
No. 3
Hendrik vroeg zijn vader: ..Vader, hoe
oud is u?"Deze antwoordde:: Wij tweetjes
zijn samen 60 jaar. Ik en uw grootvader
zijn samen 120 jaar, maar uw ouderdom
bij grootvaders jaren gerekend, geeft sa
men 100 min 4 jaar. Reken nu eens uit, hoe
oud ik ben".
No. 4.
Vier erven moeten een stuk grond van
bovenstaanden vorm gelijkelijk verdeelen.
Zij doen dit zoo. dat iedea* hunner een
stuk van denzelfden vorm als het grootste
krijgt. Ho© is dat mogelijk?
No. 5.
Wat schrijft men met
1 c, 1 h, 1 r, 1 t-, 1 n, 2 s. 2 ee en 2 oo?
C. Voor allen.
Een Sprookje of Verhaaltje naar eigen
keuze, minstens drie. bladzijden lang en....
eigen werk.
Opgepast nu! Allen meedoen! Netjes
werken en ordelijk! Bijtijds alles aan heb
bekende adres inzenden. En nu allen veel
succes enZalig uiteinde en Zalig
Nieuwjaar voor U en Uwe Ouders.
De Redacteur van de Kinderrubriek
„Leidsclie Courant"
Rapenburg, Leiden.
CORRESPONDENTIE.
Rooie Kees, Leiden. Zoo
Een modem" huisgezin.
A. (pas getrouwd): Aan wie geeft u de
voorkeur, aan jongens of meisjes?
B. (lang getrouwd): Aan jongens!....
Mijn dochters gappen mijn sigaretten!
Ook een compliment.
Johanna: De meeste menschen bewon
deren mijn mond. Jij ook?
Johan (verstrooid): Zoo zoo! Ja
hij is reusachtig!
Kinderlijk.
,,Ts dat geen lief diertje, Johan", vroeg
Mina aan haar jongste broertje, toen zij
voor het hek van den luipaard in Artis
stonden.
„Zeker'', antwoordde de -kleine Johan.
goedig, „jammer dat hij zooveel sproeten
op zijn huid heeft".
mijn jongen, heb jij die mooie geschiedenis
zelf bedacht? Durf je dat zoo maar zon
der blikken of blozen, zeggen? Maar die
geschiedenis van „De Smid van Geut" kent
iedereen vriendje en is zoo oud, als de
weg naar Kralingen. Nu weet je het, hé
Keesje! Zonde van den tijd eraan besleed.
Doch weet je wat je eens doen moest? Pro
beer eens in werkelijkheid zelf een verhaal
te maken? Ik wed. dat jij dat kunt. We
hebben immers zoo vaak reeds gelezen van
„Rooie Kees", al noemde hij zich vroeger
anders! Dag Kees! Zie naar de prijsraad
sels en roep allen rooie en zwarte en witte
Keezen op, om mee t© doen aan dezen on-
bloedigen strijd, dien w© nu zullen begin
nen Wil je?
Annie G o d d ij n en Miep Grim
bergen, K a t w ij k a. d. R ij n.
Wat vind ik dat aardig van jullie tweetjes!
Welkom beiden in ons midden! En zoo
saampjes te studeeren en te fantaseeren
wel. wel. wat lijkt mij dat aardig! Of ik
jullie verhaal laat plaatsen? Wis en zelcer!
En.... niet alleen om mijn twee vriendin
netjes een pleiziertje te doen. maar ook
omdat het verhaal ecu plaats waard is
Zie je, dat is andore koek als peperkoek.
Vinden jullie dat niet fijn Neuzen jullie
vandaag eens
En zullen jullie ook alle vriendinnetjes
aansporen om met ons mee te doen en de
raadsels op te lossen en ook eens wat, te
maken, hetzij dan in proza of in poëzie.
Dag Annie en Miep! Ik verwacht alleKat-
wijkprs. die onze Rubriek zoo mooi vinden,
zooals jullie me zegt.
Carl Wester man. Leiden.
Zie je nu wel Carl; heb ik het niet gezegd?
Versjes maken is routine; is een kwestie
van doen.... als men tenminste een klein
beetje aanleg heeft Ik laat jouw Winter"
plaatsen en geef je hierbij stof voor iets
nieuws, bijv. Jesus' Geboorte; Oud-jaar,
Nieuwjaar. Driekoningen. Kerstvacantie
enz. En nu verwacht ik je ook met al je
vrienden van je klas bij het oplossen van
de raadsels. Dag Carl! Groetjes thuis!
Lous B o u g e 1 s d ij k. Warnion d.
Nog even geduld mijn jongen! Je opstel
komt de volgende week aan de beurt. Zul
je oolc alle vriendjes en vriendinnetjes at
tent maken op "onzen wedstrijd De prijzen
zijn wat inspanning en moeite waard. Dag
Lous Veel groeten aan alle huisgenoo-
ten!
De Redacteur.
Henkie's Heldendaad.
II
't Was stil in de kamer, moeder naaide,
zusje sluimerde zachtjes en Henk speelde
op den vloer met beertje, zijn trouwe beer!
Henk was onafscheidelijk van zijn beer.
waar Henk was daar was zijn beer. Des
nachts sliep hij in Henk's bed, kortom
Henk en zijn beer waren onafscheidelijke
makkers, 't Was ook nog een cadeau van
vader! Henk keek eens op naar moeder,
wat naaide ze hard. „Aja". dacht Henk,
„dat moet wel anders krijgen we geen
soep" Maar eergisteren toen hadden ze
geen soep gehad, alleen een sneedje oud
brood en toen had moeder gehuild, ja on
wat had*ze toen gedaan? Toen had ze die
mooie Schilderijtjes van de wand gehaald
en toen was ze met hem, Henk ie naar een
groot huis gegaan en daar zat achter een
raampje een mijnheer met. strenge oogen
en een groote bril. Ze had hem de schilde^
rijtjes gegeven en hij had haar geld gege
ven maar zeker niet genoeg dacht Ilcnkie,
want toen ze op straat waren had moesje
weer gehuild. En wat zag hij nu, een paar
heldere tranen vielen uit haar oogen op
het blanke liune.n waaraan ze zat te wer
ken. Zag hij goed, ach ja, ze huilde weer
die lieve moes, „zeker weer om die schil
derijtjes" dacht Henk.
Ja, moeder dacht aan do schilderijtjes.
Na haar mans dood Jia-J ze naaiwerk ge
zocht, en daar ze nogal vlug met de naald
was hoopte ze daarmee in het onderhoud
van haar en haar kinderen te kunnen voor
zien. Maar ach, niemand haast bezorgde
haar naaiwerk en de meeste dames hadden
al een naaister. Ze verdiende zoo bitter
weinig, ze leden haast gebrek. En toen was
ze er toe gekomen, ze had haar gouden
ring en de mooie schilderijtjes, die ze op
haar trouwdag gekregen had, weggebracht
naar deBank van Leening. 't Was haar
zwaar gvallen maar 't moest, ze mocht
haar lievelingen, toch geen gebrek laten lij
den. Een tijdje was het toen goedgegaan
maar nu. o, eeu half brooj lag e.r nog maar
in de kast. dat was alles. Ze hadden niets,
niets meer! Ze keek naar de lee.ge plekken
aan den wand, wat hadden die aquarelle
tjes daar altijd aardig gestaan, nu dwaal
den haar oogen naar de oude klok die ge
zellig zijn eentonig wijsje tikte, o wie weet
misschien hing ook die er spoedig niet
meer, nu ze mocht er niet aan denken, op
nieuw kwamen de tranen in liaav oogen.
Opeens voelde ze een zacht wangetje de
hare streelen.
„Moesje huilt u om Je schilderijtjes",
vroeg zacht Henkie's stemmetje. Ze schrok
op. verward keek ze Henk aan. en toen
gaf ze hem geroerd een kus. Kom. vent, ga
maar zoet spelen, moeder zal niet meer
huilen, hoor."
Henk ging wee r bcerlje. lang keek
hij naar de Iron- .aaloogen van zijn
Verstrooid.
De lieer B. houdt veel van schemeren
en zit dus nog wal in het donker op zijne
kamer. Zijn hospita komt de theeboel weg
halen; daar hot echter donker is en nog
al gevaarlijk om naar beneden te gaan, is
de heer B. bezorgd, rat zijn hospita van
de trappen zal tuimelen en zegt daarom:
„O! laat u do deur maar open, dan kunt
u zien".
De zelfzuchtige.
Zij: „Man, zorg toch, dat we plaatsen
in het circus bespreken, om er met de kin
deren te kunnen hèengaan!"
Hij: „Ik denk er in 't geheel niet aan;
ik ga naar geen circus".
Zij: En waarom niet?
Hij: „Omdat ik het niet kau aanzien
dat andere menschen voor mijn g^ld krom
me sprongen maken".
lieveling. Een plan kwam in hem op, als.
als hij beer nu eens naar die mijnheer met
de bril bracht, die zou hem daar zeker veel,
heel veel geld voor goven, want beer was
prachtig, alleen zijn linkerarmpje zat wat
los en er kwam af en toe een beetje zaag
sel uit, maar verder mankeerde er heusch
niets aan. Maar wat zon hij beertje missen,
nooit zou hij meer met hem spelen, hij zou
niet meer naast hem slapen, hij zou hem
nooit, nooit meer zien. Dat was bijna te
machtig voor den kleinen man, maar.
't was voor moeder; aan moeder zou liij al
het geld geven en dan zou ze niet moer
huilen en lekkere soep koken Ja. hij moest
het doen voor haar.
Stil sluipt hij de kamer uit met beerrje
in zijn armen, moeder merkt gelukkig niets.
Wat is liet druk op straat, maar hij weet
den weg wel, hij ij immers zelf mei uiocdci
me.egeweest. Paruin vig stapt het schran
dere ventje voort, heer stevig in zijn armen
gedrukt. Daar staat hij voor het gebouw
pog even aarzelt hij, beertje gaat weg,
nooit zal hij hem terugzien. Zijn oogjes
worden verdacht vochtig, maar neen. niet
huilen, hij is immers ee.n flinke jongen.
Snel geeft hij beertje twee stevige zoenen
en wil den stoep oceaan.
Ellen ''r-ovtée.
#(Slot volg:
Snoeplust gesirrr
De drie zoontjes van de Commissaris van
politie Wilkers zijn erge ondeugende ben
gels. Ze heeten Frans. Leo en Jozef, ze
zijn altiid juist eender gekleed en zoowat
even oud.
Bij hen thuis stonden in de keuken ho
ven op de kast een paar potten met inge
maakte pruimen waar de bengels reeds
dikwijls begeerig hadden naar staan kij
ken Maar ze stonden toch zoo hoog! Op
een morgen echter zagen ze de kans schoon
Mama was met de meid naar de groente
markt en Pa» was nog niet te zien geweest,
die zou dus nog wel slapen. Gauw samen
afgesproken! Leo die de slimste was. kwam
met. een plan voor den dag dat. door de,
beide anderen werd goedgekeurd en dal ze
dus maar dadelijk uitvoerden. Frans was
de sterkste en zou bok bok gaan staan. Jo
zef zou op zijn rug klimmen en eindelijk
Leo op Jozefs rug en vandaar op de ,kas!
klauteren en danja dan!Toen
Leo daar hoog en droog op de kast zat.
begon hij lekker te smullen, doch had niet.
veel trek zijn broers iets mee te deelen ..TV
alles en jullie niets", riep hij naar omlaag.
Frans n Jozef werden boos, schudden
hem de vuist toe en hieven zoo'n luid ge
schreeuw aan dat. dp keukendeur plotseling
open ging on hun Pa haastig kwam fncge-
loopen, in de meening dat een zijner lieve
lingen een ongeluk gekregen had
Ge begrijpt de verbazing van Papa en
de schrik der knapen. Of de beide schreeu
wers ook hard wegliepen! Maar Leo. dat-
was wat anders. Van schrik liet hij zim
pruimenpot nit. de handen vallen terwiil
hij ook de andere van de kast afstiet, die
evenals de eerste in duizend stukken viel
voor de voeten van Papa. En de rest van
de geschiedenis? Wel doodeenvoudig. Leo
kreeg zijn zin. Hij kreeg alles (maar dan
klappen) en de anderen niets.
Miep Grimbergen.
Annie Godijn.
Kerstnacht.
De klokken laten haar klanken hoorenj
Eu roepon: Gods Zoon is geboren.
Te Bethlehem in een armen stal,
Waar Hij Zijn leven beginnen zal
Hij ziet slechts armoede om zich heen
Dat teekent meteen Zijn leven.
Na drie en dertig jaren stie.rf Hij,
Aan 't Kruis in angst en heven
En dit leed Jesus voor de menschen,
Die nu toch vast en zeker wenschen.
Me.t hun volste vertrouwen.
Hem in den hemel te aanschouwen.
Emile Duym, Hooipark.
De Winter.
De winter is een booze man,
Je weet wel dat hij alles kan
Hij kan het laten vriezen.
En menschen la'en niezen,
De boomen geeft hij een pracht'g kleed,
En muschjes komen bij de vleet,
Tot aan de voordeur toe,
Waar zij krijgen brood van moe
En al6 het ijs- heel sterk is.
Dan denk ik stellig en gewis,
Dat alle kind'ren, groot e.n klein
Zich op het ijs aan 't vermaken zijn.
De een in 't schaatsenrijden
Een ander weer is aan 't glijden,
Ginds ziet men velen ballen,
En zoo vermaken zij zich allen.
TeAtenvrouwtje, Van der Kek,
Die heeft het nu ontzettend druk
De eierkoeken, nu ei hoor
Die gaan er ee.n, twee, drie van door,
En warme melk, waardoor anijs,
Wordt veel gedronken op het ijs
En zijn ze 's avonds moe van 't Tijden,
Dan caan ze blij en vroolijk scheiden.
C'arl Westerman,
Nieuwe Rijn 3(5. Leiden.