„I Leitt Coni"
Tweede Blad
Woensdag 3 December 1924
STADSNIEUWS
GEMEENTERAAD.
(Vervol)?).
Replieken.
De Voorzitter verzoekt niet op iede-
te kleinigheid in te gaan, en namens
iedere partij slechte één of twee personen
te laten spreken.
De heer v. Stralen valt den heer Zui-
'dema aan
De Voorzitter: Ga nu niet onderling
kibbelen. Huurt dan de Stadszaal liever
af (Teekenen van instemming).
De heer Dubbeldeman: Dat hadt u
gis'eren moeten zeggen.
De Voorzitter: Ik vind in het hand
haven van de orde nooit eenige medewer
king!
De heer v Stralen gelooft niet dat
Rijk en Gemeente Christelijk worden be
stuurd; anders zou hij daar geen bezwaar
tegen hebben.
De heer Knuttel: Och, kom.
De heer v. Stralen gebruikt de critiek
ran de Staatk. Geref. partij om te bewij
zen dat de A. R. politiek niet meer deugt.
De heer Wilbrink: Dus daar ben jij
roor? (Gelach).
De Voorzitter verzoekt „u" tegen
sikaar te zeggen.
Onder een regen van interrupties be
weert Spr. dat Amsterdam democratisch
wordt bestuurd. Het optreden van weth. de
Miranda moet men niet als maatstaf ne
men.
Er wordt hier niets voor sociale maat
regelen uitgegeven, dus is do waarschu
wing van de Miranda hier niet noodig. In'
'Amsterdam is dat anders.
De heer Wilmer: Noemt u een paar
foorbeelden.
De heer v. Stralen vindt het vreemd
3at menschen met een loon van f 16 nog
belasting betalen, terwijl men bezwaar
maakt tegen de zakelijke bedrijfsbelasting
die maar een halve cent per arbeider be
draagt, 4
De heer Oostdam: Dat is niet juist
gesteld:
De Voorzitter: U heeft toch mijn
verdediging van de afschaffing gehoord?
Het gaat niet om een cent meer of minder,
maar om vermeerdering van den a 1 g e~
me en en welvaart.
Do heer v. Stralen vindt het vreemd
Bat het college van B. en W. voor eenige
Jaren eenstemmig voor de Zakelijke Be-
Brijfbelasting was.
De Voorzitter: Toen was ik er te
gen. maar ik was ziek.
De heer Oostdam: De minderheid
Was ziek.
s De lieer v. Stralen pleit dan voor een
Verhoogden aftrek voor het noodzakelijk
levensonderhond. In andere plaatsen,
fooral Amsterdam is d:e veel hooger
De Voorzitter: Nu, laat eens hoo
ien. hoeveel dan
Stemmen: Ja, toe nou, hoeveel?
p De heer v. Stralen heeft de cijfers
ïiet bij zich.
De heer Dubbeldeman: Breng ze
Vanavond mee, Jan! -
De Voorzitter merkt op, dat door
i W groote percentage van minder gesi-
Üeerde inwoners hier ter stede het pro-
gressieverschil n"tet groot genoeg is. Dat
komt ervan als men de rijke lui weg
jaagt.
De heer v. Stralen bestrijdt verder
i*n heer Zuidema wien hij verwijt dat
lij slechts in naam democraat is en niet
voor de arbeidersbelangen opkomt
Het Burgerlijk Armbestuur noemt Spr.
buitengewoon krenterig hij de nitkeering.
Vroeger nam de heer Heemskerk die noT-
aen ook niet voor zijn rekening, en, dat
bij er nu blijkens zijn zwijgen geen be-
toaar meer tegen heeft, acht Spr. een
lympfoon van. „afzakken". (Gelach).
Het aanwoz'ge pauperisme is volgens
FEUILLETON
HET OPSCHIETENDE KOREN
door
RENé BAZIN,
i Lid der Fransche Academie
(Eenige geautoriseerde vertaling)
81)
Het werk voor de maaiers van roggeen
haver was veel lastiger dan andere jaren
to zou maar weinig winsten afwerpen.
Hierop dacht pastoor Roubiaux, toen hij
legen dén middag van Fonteneilles naar
Be Wol vengracht ging. Tegen zijn gewoon
te in ldep hij langzaam en met neerge-
wgen hoofd. Toen hij voorbij het kasteed
kwam, richtte hij het hoofd omhoog en
to? Michel de Meximieu, geleund op den
bitten slagboom. De jonge man gaf met
to hand het teek en: „Kom mij bezoeken^.
Hij leek erg kalm te zijn. Niets deed
tormocden dat hij wat ziek was geweest,
Jïn de bleekheid om zijn neus en het
toiuwachtig getik van zijn vingers op den
jksboom. AI de wilskracht van zijn ras
torleefde in hem, gpheel veranderd, stil
411 meester over zijn droefheid. Toen pas-
t°0r Roubiaux hem vroeg: „Hoe gaat het
•tot u?" antwoordde hij: „slecht".
Doch dit werd op een heel koudon on-
itoschilligen toon gezegd. En hij voegde
tobij
Ik wacht op het voorbijgaan van den
Jtourijver, om hem over een zending ossen
spreken. U ziet, ik ben boer van top
W te* teen. En gij? Ik raad, wat u gaat
wo
Spr. de 9chuld van de beruchte Leidsche
werkgevers.
Wanneer men het in nog meerdere mate
liet aankomen op de kerkelijke of burger
lijke philantropie, zouden de arbeiders
nog slechter af zijn dan nu.
Spr. heeft den heer Sanders leeren be
schouwen als een tegenstander van ge
meentelijke werkverschaffing.
Het lag niet in Spr.'s bedoeling een mo
tie van wantrouwen tegen het Burg. Arm
bestuur te laten aannemen. (Teekenen van
verwondering).
Wat het Georg. overleg betreft kan Spr.
niet inzien waarom de arbeider niet even
goed tot de vergaderingen van de bedrijfs-
commissies kan worden toegelaten als de
bedrijfsleider. De commissarissen weten er
toch ook niet altijd genoeg van af, en de
directeur vertolkt ook wel eens louter de
meening van den adjunct-directeur of zoo
iemand
Spr. heeft gehoord dat men niet altijd te
vreden is over de dienstcommissies.
De Voorzitter: „Men" is nooit te
vreden.
De heer v. Stralen heeft het ook
slechts gehoord.
De heer Huurman: Dan moet je het
hier ook niet zeggen.
De heer v. Stralen vaart nog even uit
tegen weth. Mulder, waarbij de Voori.
hem aanraadt eenige zelfkennis te be
trachten.
De heer W i t m a n s zal aan hot ver
zoek van den Voorz. om kort te zijn, vol
doen. (Geroep: wat 'n brave jongen.) Spr.
laakt het indienen van de moties en voor
stellen v. d. Heuvel. Spr. kan wel zien
dat de heer v. d. Heuvel nog weinig er
varing heeft. Ieder weet dat de door hem
genoemde verbeteringen noodig zijn, maar
voorloopig is dit veilig genoeg in handen
van het dag. bestuur. De heer Zuidema
heeft veel gezegd dat buiten de politiek
dezer gemeente omgaat. Spr. bestrijdt de
cijfers van den Voorz. inzake de woning-
voorziening.
In de eerste 9 maanden van dit jaar
hebben 154 menschen, die wegens huwe
lijk of vestiging een woning zochten, er
geen kunnen vinden. In aanbouw of voor
bereiding zijn 768 woningen. Spr. acht
het gewenscht dat zoo noodig in '26
een geheel nieuw blok wordt bijgebouwd.
Spr. besluit met zijn afkeuring uit te
spreken over de huidige regeling van de
opcenten op de inkomstenbelasting.
De heer Dubbeldeman stelt weth.
Mulder aansprakelijk voor onvoldoende af
werking van de gemeentewoningen.
D© V o o r z i 11. e r: Daar heeft u in eer
ste instantie niets over gevraagd. Begin
nu niet over 'n paar kolken.
De heer Dubbeldeman zegt slechts
op meer ijver te willen aandringen ten aan
zien van den woningbouw. Spr. herhaalt
zijn bezwaar terzake van de gebrekkige ge
gevens die door den weth. worden ver
strekt. Er zijn voot de nieuwe 248 wonin
gen wel 1500 liefhebbers.
De Voorzitter: Dat zegt niets.
De heer Heemskerk: We willen al
len wel een mooie woning hebben voor een
rijksdaalder,
De Voorzitter: Er zijn er genoeg in
aanbouw.
De heer Dubbeldeman keurt het af
dat de Voorz. ronduit heeft durven zeggen
dat men maar ongestoord doorgaat met
trouwen omdat de steun rxx) gemakkeh'ik is
De Voorzitte r houdt dit vol. (Tee
kenen van instemming.)
Wat de gesteldheid der woningen be
treft, Spr. kwam eenigen tijd geleden bij
een oud vrouwtje met een minder mooie
vvoning en toen Spr. vroeg of 't beviel,
kreeg hij ten antwoord: dominee, we zijn
maar arme menschen (Daverend ge
lach).
De heer S p e n d e 1: Dat pleit voor je!
De Voorzitter: 't Mensch wist niet
wie u was natuurlijk.
De heer Dubbeldeman: 'k Had ook
niet gezegd, dat ik dominee was(Her
nieuwd gelach). Spr. zal zich liever aan 't
advies van de gezondheidscommissie hou
den.
De Voorzitter: *k Zie 't nog liever
zelf.
De heer Dubbeldeman betoogt dat
de huisvaders de stamkroeejes worden in
gedreven door de ongeriefelijke woningen.
Den heer Zuidema antwoordt spr. dat
spr.'s fractie niet meer zulke ver-gaande
eischen stelt, omdat de mentaliteit van den
raad zulks vruchteloos maakt. Ate 'f wat
Helaas
Waar begint gij?
Langs den kant van de Wolvefigxacht.
Vijf huizen, geen christenen. Ik haast mij,
want het is etenstijd en uu zijn de werk
lieden thuis of zij keeren huiswaatrs.
Miohel groette lachend.
Veel succes mot uw zending. Mijn
heer pastooor, kom mij vanavond over uw
inzameling vertellen. Ik heb er vertrou
wen in.
Werkelijk?
Ziet u, mijnheer pastoor, wij hebben
in ons lichaam acht liter bloed; welnu, in
het armste bloed van Frankrijk is nog een
druppel geloof.
Zij drukten elkaar de hand en de pas
toor haastte zich heen langs een voetpaad
je midden in het weiland.
Het eerste huis, waar hij binnentrad,
was dat van Gilbert CUoquet. De daglooner
was daags te voren bji het korenmaaien
door de warmte ongesteld geworden. Hij
was naar huis gegaan; nog was hij te
zwaik en lag met de kleederen aan te bed
Toen bij iets hoorde aan de deur, sprong
hij op en bleef staan voor 't bed. Dan
stak hij zijn voeten in de klompen, die
er onder stonden.
i—Hé, onze pastoor, zei hij. Verschoo-
ning. Ik verwachtte geen bezoek van u;
ik dacht niet aan u
Het spijt mij, u lastig te moeten val
len, Gilbert. Doch ik kom om een bepaalde
reden.
Dat zal wel zijn, mijnheer pastoor.
Nooit heb ik uw voorganger bij mij gezien
vóór den dag, dat hij het lijk van mijn
vrouw is komen halen, om het le begraven
Ga toch zitten.
gaf zou Spr. nog wel een groofor mond op
zetten. (De hoer Zuidoma: daar bent u
nooit bang van geweest). Spr. merkt nog
tegenover den heer Wilmer op dat vele pa
troons van het bestaan en do levenswijze
van hun arbeider® geen kemvs dragen.
Spr. slaat nog altijd op hef standpunt van.
den klassenstrijd. Echter predikt hij hem
niet, doch constateert alleen dat hij er
is. (De heer Zuidema: u durft veel te zeg
gen!)
De heer Knuttel: Is dat sociaal de
mocratisch?
De heer Dubbeldeman: Och. in
Rusland propageeren ze den klassenstrijd
toch ook niet.
De heer Knuttel: Daar hebben ze 't
gedaan.
De Voorzitter: Gaat u naar Rusland;
dan kunt u 't zien.
De heer Dubbeldeman: Iemand met
een meer bezonken geest zooals Trotzky
wordt dadelijk weggetrapt.
De Voorzitter: Och, laat Trotzky nu
maar rusten. Spr. kan dat gekibbel niet la
ten doorgaan, 't Duurt veel te lang.
De heer DubbeTdeman: Dan hadt u
gisteren den heer Zuidema het woord moe
ten ontnemen.
De Voorzitter: Die sprak tenminste
in eerste instantie.
De heer Dubbeldeman zegt dat 't
uitsluitend tegen den rooden hoek gaat,
wat ntet rechtvaardig is.
De heer Hurrraan krijgt het woord
om zich te verdedigen tegen het verwijt
van den heer v. Straten als zou hij vroeger
voor do Zak. bedrijfsbelasting hebben ge
stemd. Spr. zal nanfoonen hoe onbetrouw
baar de heer v. Stralen is in het geven van
cijfers.
De heer v. Stralen: Dan praat n den
wethouder naar na!
De heer Huurman: Ik zal aantoonen
dat u hebt zitten liegen! (De Voorzitter
hamert).
Stemmen: dat is geen woord!
De heer Dubbeldeman: 't Zijn
maar roeten.
De heer Huurman citeert de hande
lingen van den raad, waaruit, overtuigend
blijkt dat Spr. beide malen, dat over de
zakelijke bedrijfsbelasting, beslist is, heeft
tegengestemd.
De heer Knuttel protesteert tegen de
houding van den Voorzitter. In alte plaat
sen heeft de Raad voldoende vrijheid om
z'ch in de alcemeene beschouwingen uit
f© spreken. Ten aanzten van het voorstel
tot verlenging der anniuteiten der met ge-
meentes'eun gebouwde arbeiderswoningen
tracht Spr. aan te toonen dat de berekenin
gen van den Voorz. ten dezen niet juist ge
weest zijn.
De Voorzitter: Met uw theorie ben
ik het volkomen eens Maar of men betaalt
in den vorm van rente of aflossing is in de
practijk eender. Een verlenging met 25
jaren geeft op pen huurprijs van f 5.per
week een verschil van 20 cent.
De heer Knuttel bespreekt don de z.g.
half onbewoonbare woningen. Een goede
kamer die uitziet op de Bouwe'ouwe-
steeg acht spr. een onmogelijkheid. Al zette
men daar spli n tern f etrwe huizen neer, zou
den ze nog ntet deugen.
De Voorzitter: Nonsens, „Dan is
heel Venetië onbewoonbaar."
De heer Knuttel dringt nogmaals aan
op de instelling voor een Schoonheidscom
missie. Wat den belastingdruk betreft w'jst
Spr erop dat de gedachten, daaromtrent
door Spr. ontwikkeld, centraal en interna
tionaal worden gepropageerd. Naarmate
zij meer macht krijgt zal de C. P wel zor
gen dat dn» kapitalistische misstanden ver
dwijnen. Wat 't antwoord van weth. Meij-
nen inzake de invoering van 't 8ste leerjaar
betreft vindt spr. dat hij daarin niet ge
noeg de schuld van den Raad heeft laten
uitkomen. Niemand belet ons het 8ste leer
jaar in te voeren, als we 't maar willen be
talen; daar komt het slechts op aan. Wat
de drievoudige regeling van het 0. L. on
derwijs betreft, meent spr. dat de scholen
alléén in naam veranderd zijn. De kinde
ren van de bourgeoisie komen op de betere
scholen al zijn ze te dom om voor den
duivel te dansen, en arbeiderskinderen, al
hebben ze goede hersens, worden op de
derde-klas scholen gehouden, waar het on
derwijs kinderachtig en primitief is. De
aardrijkskunde wordt er behandeld zonder
boekje en zonder aflas.
De debatten overziende stelt het Spr.
teleur dat men debatteert over onzin van
ondergeschikt belang. Men zit een sfeteel
Dank u.
Een glas wijn? Gij hebt misschien
dorst? 't Is u gegund. Maar ik zelf mag
vandaag niet drinken.
Neen, ik kom voor een heel ernstige
zaak. Ik ga de geheele parochie bezoeken
en ik begin met de Wolvengracht. Gilbert
Cloquet, gij weet, dat de Staat ons niet
meer betaalt?
Inderdaad, ik heb het in de bladen
geleeen.
Welnu, ik kom u en al de menschen
van mijne parochie vragen: Wilt gij iets
geven opdat de priesters leven kunnen, de
anderen en ik, ofwel wrilt gij den gods
dienst vaarwel zeggen? Gij zijt vrij,
Gilbert, antwoord mij volgens uw gewe
ten.
De priester stond rechtop, hij was zeer
ontroerd en beefde onwillekeurig. Hij had
deze woorden, die hij ook tot de andere
gezinshoofden wilde spreken voorbereid.
Het kwam hem voor, als had hij hier het
geheele platteland voor zich met zijn ge
dachten en streven.
Wat zouden de menschen zeggen? Hij
bad. Het dorp lag vreedzaam stil in dit
heete midaguur. Een krekel sjirpte onder
het wijnvaatje. Gilbert, in hemdsmouwen
en broek gekleed, overdacht met neerge
bogen hoofd de woorden, die hij wikte en
woog, als ging het om het gewicht van een
bundel schors.' Hij zette een gezicht als in
de dagen van heftige besprekingen. Welke
herinneringen gingen aan zijn geest voor
bij. Welke redenen deden hem beslissen?
Het bleef geheimzinnig. Hij sprak maar
over één ding, het geringste wellicht van
de vele, die hij overdacht. Hij richtte zich
op en zijn blik bleef ernstig.
1 op fe lappen dat uitgeleefd is, dat
nieuwe wereldoorlogen zal brengen en
moet vastloopen. Het is Spr. een be
hoefte de arbeiders wakker te roe-
pon tot den strijd tegen het kapitalisme.
De heer Zuidema brengt een woord
van dank aan Mevr. v Hall ie voor haar
politiek-opvoedkundige les. Betreffende de
medezeggenschap is Spr. geneigd zich af
te vragen of do heeren van de overzijde
zelf niet bang zijn van dit stelsel. Worden
de kranfenloopere van „het Volk" ook
De heer Dubbeldeman: Dat is een
Naamlooze Vennootschap! (Daverend ge
lach).
De heer Zuidema dankt den heer D.
voor deze opmerking, waaruit voldoende
blijkt dat men zelf niet in staat is te geven
wat men van de gemeente vraagt.
Daarbij: hebben de arbeiders er zelf om
gevraagd? Neen, maar men kan aannemen,
dat zij het bijwonen der beraadslagingen
als regel liever overlaten aan de hoofdbe
stuurders. Wat den kinderaftrek bij de be
lastingheffing betreft, die acht Spr. hier,
in 't algemeen niet zoo kwaad. Na de toe
lichting van den Voorzitter waaruit blijkt
dat hij voortdurend contact heeft met de
regeering betreffende het verlengen van
annuïteiten, vindt Spr. vrijheid zijn desbe
treffende motie in te trekken. Hetzelfde
deelt Spr. mede ten aanzien van zijn an
der motie.
De heer W i 1 b r i nk acht het in 't be
lang der gemeente gewenscht dat voldoen
de aandacht wordt geschonken aan zijn
plan betreffende den aanleg van een nieuw
industrieterrein. Aanvankelijk heeft Spr.
geaarzeld met het oog op de kosten, maar
het is een noodige zaak. en de beslissing
behoeft ook niet dadelijk te worden geno
men. Spr. laakt de critiek, op den weth.
v. fabricage uitgeoefend betreffende enkele
■niet goed afgewerkte riolen van eenige
huizen aan den Heerenelngel. Wanneer
men aan de overzijde van de wethouders
gaat eischen dat ze dergelijke kleinighe
den gaan naloopen kan Spr. zich begrij
pen dat daar het advies wordt gegeven:
wordt geen wethouder, want dat houdt je
nooit vol. Spr. had gaarne gezien dat de
weth. Mei'jnen in zijn beantwoording van
de vraag van den heer v. Stralen inzake
de gemeentelijke levensmiddelen voorzie
ning wat meer principieel was geweest.
Weth. Meïjnen heeft het nu laten voorko
men alsof de gemeente wèl een bedrijf uit
de handen van andere maatschappelijke
krachten mag nemen als er geen nadeel
aan verbonden is, terwijl Spr. er uit prin
cipe tegen is.
Spr. betoogt tegenover den heer Knut
tel dat het Communisme Juist d&ar iets
heeft bereikt waar de massa het domst
was. -
De heer Knuttel: En ze zijn er nu
maar w&t blij mee. (Groote hilariteit).
De heer Verwey pleit voor splitsing
van de motie-Knuttel, daar het Dalton-
sysfeem nog niet voor invoering rijp is.
De heer Knuttel heeft daartegen geen
bezwaar.
De Voorzitter heeft in de debatten
van hedenmiddag al zooveel herhalingen
gehoord, dat hij nogmaals antwoorden
door de wethouders niet meer noodig acht.
Vanavond komt dus eerst de stemming
over de verschillende moties aan de orde.
Spr. schorst dus do vergadering tot 8
uur 15.
Avondvergadering.
Aan de orde is de stemming over het
voorstel-van Eek, om een onderzoek te
doen instellen naar de gevolgen van een
verhooging van don aftrek voor noodzake
lijk levensonderhoud bij de vaststelling
van -den belastingaanslag.
De heer v. Stralen vraagt het woord
voor een persoonlijk feit, n.l. naar aanlei
ding van de uitdrukking van den heer
Huurman als zou spr. gelogen hebben dat
de heerr H. indertijd voor de zakel. be
drijfsbelasting zou hebben gestemd. Spr.
geeft op de toen gevoerde discussie een
toelichting, volgens welke de heer Huur
man slechte om enkele zakelijke bezwaren
heeft tegengestemd. Dit geeft echter vol
gens spr. geen recht om zóó uit te varen,
want over 't algemeen steunde de heer H.
het betoog van den heer De Lange, die
sterk vóór de belasting was.
De heer Huurman citeert nogmaals
de handelingen van de bewuste zitting. Spr
heeft alleen gestemd vóór het voorstel van
den heer Sanders, om de behandeling van
dit punt te verdagen. Spr wil niet meer
Mijnheer pastoor, ik maak er nau
welijks gebruik van; doch geen god»
dienst te hebben, gaat niet. Ik wil op ge-
wijden grond begraven wordJeru evenals
mijn overleden familie.
De pastoor, die meende te danken,
merkte door zijn ontroering niet, dat hij
het zwijgend begonnen gebed, luide voort
zette: Sancta Maria, Mater DedDe dog
looner merkte het niet. Hij had zich om
gedraaid; hij tastte onder het hoofdkus
sen en haalde er een ouden geldbundel
onder uit Toen schonk hij zijn gift aan
pastoor Roubiaux, zeggende:
Ik ben niet rijk meer. Ik kan niet
veel geven. U moet het mij niet kwalijk
nemenDe inboedel van mijn arme
Marie wordt Zondag verkocht.
De pastoor, zeer bleek, namhet stuk
van twee frank tusschen zijn vingers,
hief hei omhoog en maakte er het toeken
des kruises mede.
God zegene u, zei hij. Dank u, Gil
bert. Hij zal u niet verlaten.
Ik heb Hem noodig, anbwoodde de
man.
Wellicht had hij meer willen zeggen,
doch de priester ging heen en den bosch-
weg doorgaande, trad hij bij Rovoux bin
nen, in een klein laag kamertje, waar vijf
kinderen, de vader en de moeder juist met
het eten klaar waren. Op de tafel lagen
enkele korsten brood en vele druppels ge
storte melk.
Ravoux stond op. fronste de wenkbrau
wen en staarde evenals Gilbert, den pries
ter aan. Doch tusschen hen ln lag de lec
tuur, die het hoofd van den werkman op
hal had gebracht. De pastoor begon
schuchter zijn vraag to herhalen.
UIT DE RADIO-WERELD.
Vat nr vanavond te hoeren is.
5.05 uur Radio-Paria, 1780 M. Concert.
5.20 uur: Brussel, 205 M, Concert.
5.20 uur Hamburg. 390 M. Uitvoering van
„Tlans en Grietje".
6.20 uur Eiffeltoren. 2600 M. Concert.
6.35 uur Berlijn 500 M. Uitvoering van
,J)ie Lustigen Weibor von
Windsor."
7.20 uur Alle Engelscho stations: Tijd
sein Big Ben en nieuws.
7.20 uur Hamburg, 390 M. Concert.
7.50 uur Londen 365 M. Chelmsford 1600
M. Kamermuziek, voordracht en
zang.
7.50 uur Cardiff, 350 M. Concert en too-
neel.
7.50 uur Manchester. 375 M. Concert en
zang.
7.50 uur Newcastle 400 M. Opera-concert.
7.50 uur Aberdeen. 495 M. Muziek en lie
deren op de zee.
8.35 uur Brussel, 265 M. Opera-concert.
9.20 uur Radio-Paris, 1780 M. Concert.
10.26 uur Alle Engelsche stations: Dans
muziek van het. Savoy# Hotel te
Londen.
zeggen dat de heer v. Stralen heeft gel»
gen omdat de Voorz. hem deswege tot dl;
orde heeft geroepen, maar buitengewoon
vrijmoedig vindt hij do handelwijze van
den heer v. Stralen wM. Spr. vindt hel
dun
De Voorzitter: Dat mag u ook niei
zeggen.
De heer Huurman: Nu, dan vind ik
het misleidend.
De Voorzitter vindt dat eb heer
Huurman wat al te dikke woorden heeft
gebruikt, maar de heer v. Stralen moet
erkennen dat hij te hohtónrug een be-
sohuldignig heeft uitgesproken. Hij heeft
zich vergist.
De heer v. Stralen geeft toe dat luid
de bewuste handelingen niet in haar go-
heel heeft gelezen, maar er was wel aann
leiding voor zijn opvatting.
De Voorzitter verklaart het inci-»
dent voor gesloten.
Nu wordt gestemd over het voorstel-v.
Eek, dat wordt verworpen met 1812
stemmen.
Het voorstel-v. Stralen om ook werklie
den toegang te geven tot de vergaderingen
van de raadscommissies voor de bedrijven,
wordt met dezelfde stemmenverhouding
veerworpen.
De heer Dubbeldeman trekt zijn
motie inzake het verlengen van annuïtei
ten op voorstel van den Voorzitter in.
Het voorstel-v. d. Heuvel, om een per
manente Schoonheidscommissie te beroe
men, wordt verworpen met 228 stemmen
Het voorstel-v. Stralen tot invoering
van het schriftelijk vragenrecht wordt mot
228 stemmen verworpen.
De motie-Wilbrink, om maatregelen te
nemen tot hot maken van plannen voor
den aanleg van een industrieterrein ach
ter den Mare- en Heerensingel, wordt op
verzoek van den voorz. gerenvoyeerd naar
B. en W. om prae-advies.
De motie-Wilbrink, betreffende hel
bouwrijk maken van terroinen, ondergaat
eenzelfde lot.
De motie-Verwev, welke bedoelt het on
derscheid tusschen de leerplannen der
verschillende typen van de O. L op te hef
fen, wordt met 228 st. verworpen. Vóór
de SJD.A.P. en de Communist.
In behandeling komt nu de begroeting
Bij het hoofdstuk „politic" stelt de heer
Kooistra voor, de poet voor salarissen
in het personeel met ruim f20.000 te ver-
hoögen, daar hij een verlenging van den
arbeidstijd tot 54 uur per week ongemoti
veerd acht.
Ter motiveering van zijn voorstel leest
spr. een rapport voor, waarin veronder
steld wordt dat de intensiviteit van den
arbeid der politie zal lijden onder een ver
lenging van den arbeid.
Die meerdere arbeidsijd zal voor een
Die meerdere arbeidstijd zal voor een
zen, maar dat is toch ook dienst, want
ze moeten processen-verbaal opmaken, ar
restanten bewaken, enz. Het bozuinigings-
argument van B. en W. kan spr. niet aan
vaarden, want op alles waarmede loons-
of arbeidsvoorwaarden samenhangen mag
z i. niet worden bezuinigd. Spr. krijgt na-
Neen, mijnheer, onderbrak Ravoux;
dit is niet noodig. Gij weet wel, dat dit
nutteloos is. Gij weet wel, dat L'k niet tot
uw partij behoor.
Maar ik behoor tot geen enkele par
tij, zei de priester.
Genoeg. Ik weet wat ik zeg. Ik geef
niet aan pastoors.
Pastoor Roubiaux hiefd do hand voor
den tweeden koer zegenend boven de hoof
den der verwonderde kinderen:
God zegene u.
Hij ging groen lende heen. Rauvoux volg
de hem. Hij was gejaagd, misschien zelfs
een beetje getroffen in zijn binnenste.
Als gij geen brood moer hebt, zei de
arbeider tot den priester, die heenging, zal
ik u niet weigeren. Ik weiger geen gift om
u, maar om de zaak.
De priester gaf e©n teek en. met het hoofd
zonder zich om te keeren, terwijl Ravoux
de moeder en de kinderen de kamer in-»
duwde.
Een wondere kerel, onze pastoor, zei
hij lachend. Hij gelooft in zijn godsdienst.
De pastoor ging voort met zijn inzame
ling. Hij trad bij de buurvrouw van Clo-
quet binnen en de dikke moeder Justa-
mond vroeg.
Ik zal u iots geven zonder dat mijn
man het weet. Hij is niet hier.
Neen. Gij moet hem dat integendeel
zeggen, opdat hij er zijn verdienste van
heek.
Dan kan ik niets geven.
Vaarwel, moeder Justamond
(Sïot volgfjr