Je Leidsche Courant"
Tweede Blad
Gramofoonlief hebbers
Weet IJ, dat het nieuwste model „His Masters Voice
Gramofoon slechts HONDERD GULDEN kost
10 jaar garantie op alle onderdeelen.
Deze Machine is door zijn keurige uitvoering, geluid
en degelijke constructie van den motor tienmaal
goedkooper dan eenig ander merk.
EENIG AGENT VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN
H. G. VAN LUIJKEN, Nieuwe Rijn 87. Telef. 35
Dinsdag 2 December 1924
STADSNIEUWS
GEMEENTERAAD
(Vervolg).
De lieer Eikerhout sluit zich aan bij
'de hulde aan B. en W. gebracht. Het staat
er met de financiën niet slecht voor, mede
gezien de voorgestelde opheffing van de
Zakelijke bedrijfsbelasting. We hadden
zoon grooten sprong niet verwacht. Spr.
hoopt dan ook op spoedige belastingverla
ging in het algemeen en ook op een ge
makkelijke regeling van de betaling der
belastinggelden, zulks ten gerieve van de
piinder gesitueerden.
Spr. uit zijn verwondering over de wijze
fraarop thans het ophalen van de belasting
i3 geregeld. In ge-en geval acht Spr. dit,
zooals B. en W. doen, de taak van de
yakvereenigingen.
Spr. bespreekt ook de algemeene prijs-
itijging, met het oog waarop Spr. reeds
bij voorbaat de waakzaamheid van het
gemeentebestuur inroept. De huren der
nieuwe woningen acht Spr. te hoog, waar
om hij dan ook in vereeniging met den
heer Zuidema een motio heeft ingediend,
freeds vermeld), welke hij toelicht.
Spr. iö er niet zeer zeker van, dat B. en
iW. deze motie zullen steunen, gezien en
kele uitlatingen. Spr. wijst er evenwel op,
dat het hier niet slechts een arbeiders-,
maar ook een gemeentebelang betreft, want
het is in liet belang der gemeente dat de
bouwvereenigingen zoo lang mogelijk in
tact blijven. Den woningbouw zelve zou
Spr. nog willen bevorderen door voor re
kening der gemeente straten en riolen te
laten aanleggen. Spr. beeft gezien dat ook
'de heer Wilbrink inmiddels een voorstel in
&ien geest heeft ingediend. Spr. verdedigt
die maatregelen, o.m. met het argument dat
steunverleening in den vorm van werkver
schaffing de voorkeur verdient boven gel
delijke uitkeering.
In dit verband komt spr. nogmet een
motie inzake de uitgifte van erfpacht op
grond voor arbeiderswoningbouw; moge
lijk een nieuw geluid in dezen raad.
De heer Knuttel: 't Is bier al tien
keer besproken.
De Vo 01*zi titer: Dat hoeft niets te
[Verwonderen, minheer Knuttefll, er ko-
men bier meer dingen tien maal (ge
lach).
r De heer Eikerbout staaft met
tal van cita.ten van deskundigen op dit
gebied zijn betoog waarin hij pleit voor
het verstrekken van erfpacht. Het is van
groot belang dat de gemeente de beschik
king houdt over baar grond, al moet de
ontwikkeling van het particulier initia
tief daaronder geen schade lijden. Spr.
meent dat nog niet genoeg bet besef in
'den Raad leeft dat er nog tal van krot
woningen zijn die noodig moeten ver
dwijnen. Spr. hoopt dat bet vraagstuk
yan erfpacht in zeer ernstige overweging
zal worden genomen.
Spr. behandelt cPan eenige der ingeko
men stukken zooals de instelling van een
permanente Schoonheidscommissie. Meer
'zindelijkheid en meer zorg voor de rein
heid, o.m. van de straten, is wel ge-
wensckt. Zouden b.v. de sproeiwagens
'ook niet eens kunnen gebruikt worden
öin de gevaarlijk glibberige straten
6choon te spoelen. Spr. dringt ten slotte
fean op de instelling van een permanente
Schoonheidscommissie en op verbetering
ïan de situatie bij de sociëteit Musis
Sacrum" waarvan bet bestuur in tegen
stelling met sommiger bewering wel de-
celijk bereid is om in de kosten tegemoet
■fi komen.
Den heer Dubbeldeman gaat de
oplossing van bet woningvraagstuk niet
isnel genoeg. Spr. begrijpt niet hoe
„onze vriend Mulder", die took een
braaf man is, soms zulke vage, ja, niets
zeggende antwoorden kan geven. We
moeten bier dikwijls „zwammen" omdat
fte niet over de noodige gegevens be-
FEUILLETON
HET OPSCHIETENDE KOREN
door
RENé BAZIN,
Lid der Franscke Academie
(Eenige geautoriseerde vertaling)
80)
Zoudt gij willen gelooven, zei pastoor
Roubiaux, dat ik een groot offer moet
brengen en dat ik lang geaarzeld heb?
Maar zonder offers komt niets tot bloei.
Zoo zijn vreugden, onze lusten, onze rust,
afgehaklo stammen, vertrapt onder de
toeten, en die ons leed doen, doch die op
Wonderbare wijze herleven. Ik ben laf ge
weest. Zoudt gij willen gelooven, dat. mijn
bisschop mij gevraagd heeft.
Wat?
Om een collecte voor den eeredienst
'e doen. In Fonteneilles.
Arme pastoor.
Hij heeft bet mij twee keer gevraagd
Ik heb geweigerd. Ik heb geschreven: „Ik
zal het in de Hoogmis mededeelen; ik zal
jta giften, die eenige parochianen mij wil-
ko geven, in dank ontvangen om to voor
keu in de afschaffing der toelagen van
,'ct concordaat. Doch om van huis tot huis
e gaan, ia onnoodig. Wel zou men mij
"Una overal goed ontvangen, doch mij
Ergens iets geven".
Wat beeft de bisschop geantwoord?
Hij heeft geantwoord- „Doo toch een
JMIecte, al is het maar om uw parochie
kennen". Ik ben naar hom toegegaan
schikken, zegt spr. Er zijn nog zooveel 1
menschen, die een woning zoeken
De lieer Heemskerk: 't Is zoo erg
niet meer.
De lieer Dubbeldeman: Ik
weet er nog veel
De beer Hecmske r k: Om de hooge
huur fte ontkomen!
De beer Dubbeldeman: Dat doet
er niet toe. Ik heb het over „geschikte"
woningen. Als particulieren liet niet
kunnen doen, wie moet het dan anders
doen dan de gemeente? roept spr. uit (tee-
kenen van verwondering). Spr. zegt dat
er nog veel onbewoonbare krotwoningen
zijn en daarmede is bij 't niet eens met
den heer Wilmans.
De heer W i t m a n s betoogt dat veel van
de woningen nog wel meekunnen.
De lieer Dubbeldeman: Nee, nee,
schei nou uit, je kunt. 'n knappe belasting
ambtenaar geweest zijn, maar.... (gelach).
Spreker zegt nogmaals dat" er nog veel
sneller moet worden gebouwd. Dat be.t
zoo lang geduurd heeft, komt door den
wethouder, wiens houding spreker „stum
perig" vindt.
Spreker is voorts van meening, dat de
beer Eikerbout met zijn voorstel in zijn
fractie wel alleen zal staan.
Stemmen: de heer Zuidema heeft bet
ook geteekend!
De beer Dubbeldeman: (ge
lach).
Spreker dringt aan op wegneming van de
krotwoningen. Als de heer Knuttel die
eisclien nog wat aandikt, zegt spreker:
wenschen heb ik plenty, maar wat heb ik
eraan, als die niet vervuld kunnen worden?
De heer Zuidema: Je gaat vooruit
hoor!
De keer Knuttel Hij wordt verstan
dig op z'n ouwe dag.
De beer Dubbeldeman verdedigt
dan verder het verlengen van annuïteiten
der leeningen op de gebouwde arbeiderswo
ningen. Als deze kapitalistische maatschap
pij niet in elkaar valt; (en spreker gelooft
niet dat dit gauw gebeuren zal) zal de
waarde van dien grond stijgen, en valt de
risico weg, meent spreker.
De heer' Eerdmans Waarom is u
geen wethouder geworden!
De beer Dubbeldeman protesteert.
Wat beeft dat er mede te maken, .zegt spr.
(gelach). Spreker zou best kans zien dat
woningvraagstuk bier in orde te brengen.
Spreker zal hiermee eindigen.
De Voorzitter: U is nog langer geweest
dan de heer E'lkerbout!
De beer Dubbeldeman": Dit komt
door de interrupties!
De beer V er we ij bad meer belangstel
ling bij B. en W. willen zien. voor bet Dal
ton-systeem bij het L. O., en meer eerbied
voor bet streven der onderwijzers die door
bet onderwijs in de wereld-taal, de vredes-
ge cl ach te onder de jeugd willen bevorderen
De Voorzitter acht bet niet noodig
dat hierover' thans langer wordt gesproken
De beer V e r w e ij gaat daarmede ac-
coord, mits hij bij de behandeling van de
onderwijzersparagraaf nog gelegenheid zal
kunnen krijgen.
De Voorzitter zegt dit toe.
De beer Zuidema zegt dat wanneer
we deze bcgrooting vergelijken met die
van vorige jaren en van andere gemeen
ten, zeker niet kan gezegd worden dat de
financieele toestand der gemeente ongun
stig is. maar dat er reden is tot tevreden
heid.
Niet alleen toch, dat onlangs de tarieven
van gas en electriciteit konden worden
verlaagd, maar bovendien kon worden
voorgesteld de Zakelijke bedrijfsbelasting
af te schaffen en verlaging van het haven
geld in uitzicht te stellen terwijl bet in
de bedoeling ligt het vermenigvuldigings-
cijfer van den H. O. tot 0,9 (voor enkele
jaren nog 1,2) terug te brengen.
Dab zijn gunstige verschijnselen en waar
het gewoonlijk aan critiek op hot beleid
van B. en W. niet ontbreekt, wil spr. deze
gelegenheid aangrijpen om B. en W. een
woord van hulde te brengen, voor de re
sultaten onder hunne leiding bereikt
Is er dus reden tot tevredenheid, als we
niet alleen op de eindcijfers letten, dan
blijkt dat de financieele toestand toch
nog ver van gunstig is.
Wanneer we de ontvangsten wegens
vroegere diensten buiten rekening laten
en de post voor onvoorzien tot een meer
normaal bedrag terugbrengen, dan blijkt
dat er een exploitatietekort is van pl.m.
7 ton.
en heb zelf met den bisschop gesproken:
ik heb hem gesmeekt, ik heb neon gezegd:
„Maar ik ken deze parochie. Waarom iets
vragen aan deze mannen en vrouwen, die
zelfs .geen Mis kooren, die Zondags wer
ken, die vloeken als duivels en enkel ver
maken najagen? Trachten lien te verbe
teren? Ik wil bet. Hen dienen? O, uit ge
heel mijn hart, dat geen werk viudt. Hun
onbegrepen, misprezen, ja misschien ge
slagen vriend zijn, ook. Doch 't antwoord
van de onverschilligheid of van den haat
uitdagen en ieder keer moeten zeggen:
„Weer een, die zijn God verloochent.
Nog een. En nog een". Dit is oen foltering
boven mijn krachten, monseigneur''.
Heeft hij de zwakheid gehad, naar u
te luisteren?
Neen, hij heeft herhaald: „Ik gelast
u, voor den derden keer, overal naar toe
te gaan. Het uur is gekomen, dat aan
Frankrijk rekenschap gevraagd moet wor
den over zijn doopsel. Ga, mijn vriend, en
vreest niets".
En toen?
U ziet, ik ben besloten, ik bereid mijn
lijden voor.
Er heerschte stilte.
Mijnheer pastoor, zei Michel, ik moet
u een geschiedenis vertollen, die op de uwe
gelijkt. Ook ik heb vrees gehad voor een
offer, dat mij gevraagd werd.
Is bet zoo pijnlijk als het mijne? O,
dan beklaag ik u.
Nog meer, misschien.Doch, ik ge
loof, vooral sedert dezen morgen, dat ik
het gelaten brengen kan. Ik kom het u toe
vertrouwen, om des te meer zekerheid te
hebben, dat ik het volbracht heb. Mijn
Nu meent spr. dat de inkomsten aan
den lagen kant zijn geraamd, terwijl de
"uitgaven zeer voorzichtig geraamd wor
den, maar dat neemt niet weg dat de toe
stand niet bepaald gunstig is.
De begrooting kon toch alleen sluitend
worden gemaakt door op de burgerij
zeer zware lasten te leggen. In bet
laatste jaar voor den oorlog werd aan di
recte belastingen opgebracht ruim f553,000
terwijl in 1923 de opbrengst van dezelfde
belastingen wa3 ruim f 2,821.000, waarbij
dan nog kwam ruim f 83ÖOO aan zakelijke
bedrijfsbelasting Per hoofd der bevolking
werd in 1913 betaald ruim f 9terwijl
nu, na de voorgestelde verlaging ruim
f 33 betaald zal moeten worden.
Verlaging der belastingdruk acht spr.
dan ook dringend noodzakelijk, temeer,
omdat in tal van andere plaatsen die als
woonplaats meer aantrekkelijks hebben,
de belasting veel lager is.
Spr. geeft toe, dat men met vergelijkin
gen voorzichtig moet zijn. In Amsterdam
b.v. wordt op de bedrijven een winst ge
maakt van f 10 per hoofd der bevolking,
terwijl aan straatbelasting ongeveer f 3
per hoofd der bevolking betaald wordt.
Werd dit voorbeeld in Leiden gevolgd,
dan zouden de directe belastingen zeer be
langrijk verlaagd kunnen worden.
Dit alles neemt echter niet weg. dat
belastingverlaging noodig blijkt en spr.
waardeert het, dat B. en W. in deze rich
ting werkzaam zijn. De opmerking die
gemaakt werd, dat bet streven van B. en
W. zou zijn de zwaarste lasten te leggen
op de zwakste schouders, acht spr. onjuist.
De uitkeeringen aan de werkloozen
waarop gewezen was worden vastge
steld door het crisiscomité dat evenals
het B. A. alle credieten ontvangt die het
vraagt, Nu is hier meer dan eens, over
het optreden van het B. A. geïnterpelleerd
maar die interpellaties maakten steeds
den indruk, dat op lichtvaardige wijze
met cijfers werd gewerkt, en dat de cri
tiek in elk geval zeer eenzijdig was. Dat
voor Armenzorg oen g«r bedrag 13 uit
getrokken, behoeft niet te verwonderen.
Te Amsterdam is, op dezelfde gronden als
hier aangegeven, op deze post mede be
langrijk bezuinigd, en aan een uitspraak
als in de motie van-Stralen gevraagd, be
staat z. i dan ook niet de minste behoefte.
Spr. ontkent dat er een streven zou zijn
het onderwijs te verslechteren terwijl hij
de critiek op den pensioenaftrek zeer over
dreven acht.
Spr. wijst in dit verband op Amsterdam
volgens de Miranda, het culminatiepunt
van de gemeentepolitiek, en waar de lieer
Wibaut nadrukkelijk constateerde dat de
vraag of de arbeidsvoorwaarden van het
gemeentepers oneel ten allen tijde in ver
houding moeten blijven tot die in het par
ticuliere bedrijf, niet enkel bij stijging,
doch ook bij daling, zonder voorbe
houd bevestigend moet worden beant
woord.
In dit verband wijst spr. op oen uit
spraak van den heer de Miranda, dat het
wel gemakkelijk is den royalen Piet uit te
hangen, maar dat dit moet leiden tot
zwaardere belastingen voor de arbeiders
bevolking en den kleinen middenstand.
Et is dus geen enkele reden B. en W.
verwijten te maken en spr. hoopt dat ze
op den ingeslagen weg zullen doorgaan,
temeer daar in de toekomst door afschrij
heer pastoor, ik hen erg ziek.
Mijn vriend, gij zijt wat ziek.
Wanhopig, ziedaar de waarheid; mijn
geneesheer heeft me laten raden, ik heb
in boeken over geneeskunde gelezen en
overigens, ik voel het maar al te wel.
Spaar mij niet; ontken niet; 't is nutte
loos. Sedert een half uur kent u me be
ter. Ik had u willen helpen om doze pa
rochie op te beuren; ik had al die fouten
willen herstellen, die de familie Mcximieu
tegenover u, uw voorgangers en de kerk
begaan heeftZonder moeite zou ik
rechtvaardig en broederlijk geweest zijn,
dunkt mij. Dit ware bet beste geweest,
ongetwijfeld.Ik zal den tijd niot heb
ben. Mijnheer pastoor, zeg mij ronduit,
indien gij gelooft, dat de aanvaarding van
den naderenden dood veel vermag bij God?
Oneindig veel, antwoordde de her
der, evenals de moeilijkste gehoorzaam
heid en het verb evens te gebed.
Dan, wijl ik mijn voorbeeld en mijn
hart niet kon geven, geef ik mijn leven op
dat Fonteneilles herleve. Ik neem gelaten
mijn dood aan. Dit is alles, wat mij over
blijft, mijnheer pastoor, vaarwel.
Hij trachtte te glimlachen en hij kon
het. Zijne lippen, die den dood hadden ge
noemd, bleven half geopend; hij was held
haftig, de oogen zagen den dood, maar tril
den niet. Hij had het uitzicht van een
schildknaap voor' den vijand, ironisch,
lief, licht van gemoed, 't uitzicht, dat do
Meximieu's hadden, als zij to paard
sprongen, als de trompetten schalden en
zij het zwaard in den dienst van den ko
ning trokken. Arme jeugd. Hij had hun
leeftijd, hij had hun aard, hij ook glim
ving of verlenging der anniuteiten in elk
geval iets gedaan zal moeten worden om
de liooge huren van sommige woningen te
verlagen, wat voor de gemeente nieuwe
lasten zal meebrengen.
Energieke bezuiniging blijft dus gebo
den en spr. hoopt, dat B. en W. daarbij
steun zullen vinden bij den Raad
Intusschen verdient bet aanbeveling,
het betalen der belasting zoo gemakkelijk
mogelijk te maken; waartoe een gemeen
telijken ophaal- en stortingsdienst, z. i.
goede diensten kan bewijzen. Ook zou hij
met de verlaging van de tarieven voor de
lichtfabrieken niet verder willen gaan,
daar deze indirecte lasten gemakkelijker
betaald worden, dan directe.
Met de motie-van Eek inzake verhoo
ging van den aftrek voor noodzakelijk le
vensonderhoud kan spr. niet meegaan, al
doet het hem genoegen, dat nu slechts een
onderzoek wordt gevraagd.
Een aftrek van f 700 voor ongehuwden,
acht spr. niet onbillijk, terwijl wat de
gehuwden betreft, menschen met zeer
lage inkomens, zijn vrijgesteld. Wie vier
kinderen heeft en geregeld f 25 peT week
verdient, betaald geen belasting.
Tegen een onderzoek als door den lieer
van Eek bedoeld heeft spr. geen bezwaar,
maar den aanhef keurt hij af, omdat daar
in reeds op den uitslag van het onderzoek
wordfc vooruitgeloopcn Die aanhef zal dus
moeten verdwijnen, terwijl er aan toege
voegd zou raoetcn worden een onderzoek
naar de verhooging van den kinderaftrek.
Als er iets gedaan wordt, dan zullen in
elk geval do kinderrijke gezinnen daarvan
moeten profiteeren.
Na deze financieele beschouwingen,
maakte spr. nog enkele opmerkingen van
meer algeniecnen aard over de vraag naar
welke beginselen en in welke richting do
gemeente moet worden bestuurd.
Wie iets wil doen voor de toekomst
moet beginnen niet de werkelijkheid te
zien. De werkelijkheid dat de menschen
die voor de nieuwe maatschappij noodig
zijn, zonder fouten en zonden, niet bestaan
en dat alles hier onvolkomen zal blijveu.
Zal er verbetering in den toestand komen
dan moet men niet strijden om een be
paalde klasse of kaste, maar voor het al
gemeen belang, voor alle standen cn
partijen en groepen. Evenals een lichaam,
kan ook de malaschappij alleen dan goed
functionneoren indien alle organen in
hunne waarde worden erkend en harmo
nisch ontwikkeld en indien daarbij gehan
deld wordt, naar een vasten maatstaf die
we vinden in Gods Woord, dat een objec
tief gegeven biedt en een vast fundament.
De beginselen in dat Woord gegeven te
belijden en tot toepassing te brengen is de
taak van de A.-R.-partij, die evenals in,
het verleden ook in de toekomst zal mede
werken om het recht te bevorderen, het
algemeen belang te dienen, het gezag te
handhaven, de welvaart te vermeerderen
en de economisch zwakken te beschermen.
Wanneer spr. uit den R.-R. gcrichtslioek
het beleid van B. en W. beziet is hij niet
geheel voldaan Hij denkt hierbij inzonder
heid aan het vraagstuk van de Zondags
rust en het toestaan aan verschillende ar
beiders. waardoor z. i. het gezinsleven
wordt geschaad.
Hij zal dus zoo nu en dan critiek moe
ten oefénen, maar in het algemeen zal hij
B. en W. cn met name bij den bezuini-
gingsarbcid gaarne steunen, welke, arbeid
lachte in dit aanschijn van het hoogste
gevaar, doch hij had geen ander getuige
dan oen dorpspriester; hij verwachtte noch
roem noch eer, en dè koning, voor wien
hij zou sterven, zou er nooit iets van weten
Het was con mooi jeugdgebaar, dat zoo
lang duurde als een vriendelij ko groet.
Dan vertrokken do lippen. Geen woord
meer werd gesproken.
De twee mannen waren opgestaan.
Zij spraken tot elkaar nog een weinig
met de oogen als menschen, voor wie woor
den te arm zijn aan beteekenis om liet
diepste van hun ziel bloot te leggen. Het
was geen weekheid, ook geen nuttelooz©
vertroosting. De pastoor leidde Michel tot
hij de tuinpoort. Beiden zagen even bleek
Doch het minste ontroerd leek de Mexi-
mieu.
Ik zal u komen bezoeken, zei pas
toor Roubiaux.Och, mijnheer Michel,
was er zoo maar één man op elk kasteel,
één man in elke parochie.
Michel was spoedig op den hoek van het
huis óp het plein. Hij daalde den weg af.
Eenige vrouwen schoven de gordijnen weg
met haar handen, die de naald vasthielden
en zeiden:
Hij is bij den pastoor geweest. Zij
hebben het op een akkoordje gegooid. Die
rijken hebben altijd tijd genoeg.
De hitto brandde over het veld, waar
het hooi sterk geurde. Over den weg
grijsden groolo wervelende stofwolken.
Een onweerswolk, gansch wit als met ko
per dooraderd, naderde met zijn koppen
boven de bosschen. De donder gromde.
Mieliel kwam terug op zijn kasteel. Ver
moeidheid drukte hem neder. Doch voor
niet alleen financieelo, maar ook c-uUa-
reelo en zedelijke beteekenis heeft
De heer Wilbrink constateert met
dankbaarheid den niet-slechteren toostand
der financiën, en den betrekkelijk geringon
invloed van de malaise, waarvoor zoozeer
werd gevreesd. Spr. licht zijn motio betref-
fande den aanleg van straten door de ge
meente toe. Spr. heeft haar ingediend uit
voorzorg voor de toekomst. Do gemeente
staat voor een financieele strop.
Van den minister is niet veel te verwach
ten, dus moet do gemeente voor zichzelf
zorgen. Spr. meent teveus dat de gemeente
meer gelegenheid moet gever, aan het par-c
ticulier initiatief. Vervolgens worden eenw
ge bezwaren ontwikkeld tegen de bestaan*
de bouwverordening, die den aanbouw be-i
moeilijkt. Het ligt voor de hand, dat par*
ticulieren ertegen opzien om vooruit een
groot bedrag te storten voor straten- en.
riolenaanleg. Wanneer do gemeente zelf
aanleiding ertoe geeft dat alle aanbouw
voor haar rekening wordt gebracht, zal dat
nadeelig zijn voor de gemeentefinanciën.
De toestand van het binnenwater is ool£
verre van gunstig. B. on W. zeggen dat de
sfacl reeds van veel binnenwateren door*
sneden is. Dat heeft Spr. al meer onder
vonden daar de Voorz. ervan geprofiteerd
heeft
De Voorzitter: U bedoelt toch nie^
dat ik er in gezwommen heb? (Gelach).
De heer Wilbrink betoogt verder d$
behoefte aan goede industrieterreinen. We
moeten er ook aan denken dat we eerlang
een andere beestenmarkt hebben, mede ge-o
zien de nieuwe veewet.
De heer -Knuttel: Kan het niet op eeni
schuit?
Do heer Wilbrink: Ja, maar dari
zouden alleen de communistische koeien
er maar op kunnen (daverend gelach), erf
er zijn er nog meer. Er vestigen zich hier,
tal' van arbeiders, door wie toch ook em
plooi moet worden gevonden.
Spr. weet niet hoeveel moties hij no^f
bij de alg. besch. kan bespreken. (De
voorzitter noemt zo op).
De heer Dubbeldeman: Je kunt van.'
het woord afzien!
De heer Wilbrink: Dat zegt u
De Voorzitter: Dat zou ik niet doen.
(Gelach).
De beer Wilbrink: 'k Zal de twee
laatste moties laten rusten.
De Voorzitter: Dat vind ik aardig.
De heer Wilbrink zal tegen het
voorstel van den heer v. Eek stemmen in-»
zake medezeggenschap. Het is nu eenmaal
een onjuiste stelling, dat het personeel de-»
zelfde rechten heeft als de bedrijfshoofden.
Dat kan men alleen beweren als men staat
op socialistisch standpunt. Spr. is tegen
het voorstel-Elkerbout inzake de verlenging
van annuïteiten. Spr. zou zich wel eens
duidelijk willen zien gemaakt langs wolken,
weg dit voorstel werkelijk tot resultaat kan
leiden. Ook in andere plaatsen stapt men
reeds van het erfpacht-systeem af. Over
de schoonheidscommissie zal spr. zwijgen
al betreurt spr. ook meermalen een beslis*
sing zooals die thans wel eens door hef
dag-bestuur wordt genomen.
De heer Knuttel zegt dat de heer
Zuidema hem een pak van 't hart heeft
genomen, want die heeft er tenminste voot
gezorgd, dat 17 -,liju" ii de besprekingen
kwam. De S. D. A. P. vooral was ditmaal
erg negatief. Van de richting, waarin zich'
bier de gemeentepolitiek ontwikkelt zegi
Spr.: bedachtzaam voortschrijdend in de
reactionaire richting. Bedachtzaam, wan!
het gaat inderdaad langs een zachter lijn*
tje dan b.v. in Amsterdam met z'n roodö
wethouders. (Gelach).
Spr. oefent critiek op do z.i. onvoldoende
werkverschaffing en op do geringe capa-*
cileit, die het B. A. ontwikkelt. Spr. vindt
het kenmerkend dat men het eerst praat
over opheffing van de belasting op hot l>o-»
drijf, z.i. de eemigo, die niet op de arboU
ders drukt. Den toon van de sectie-versla
gen acht Spr. ditmaal buitengewoon reac*
tionair.
De gr-oote massa woel nog niet welken
weg zij moet inslaan om haar toestand te
veranderen. (De Vcorz.: dus 11, mijnheer
Knuttel, weet het alleen?) De kapitalist!-»
sche pers, de Chr. School en dergelijke din-»
gen houden de massa dom, zegt Spr.
Do Voorzitter: Dat kon men u ook
verwijten.
D? heer Knuttel schrijft het toe aan.
de partijen die telkens weer opnieuw do
regccring haar medewerking schenken, dat
de richting van Tftfr politiek niet meer in
democratische richting gaat. Het Burger
den eersten keer sedert jaren had hij den.
vredo des harten.
VIII.
Do collecte van Pastoor Roubiaux.
Do inwoners van Fonteneilles hadden
het erg druk over don verkoop op de Door
nenhoeve, die op Zondag 22 Juli zou
plaats hebbeh. Een rood plakkaat, dat te
gen het gemeentehuis aangeplakt was,
kondigde deze verkooping als „vrijwillig''
aan en vermeldde tevens al de te verkoo-
pen voorworpen.
Sedert dit plakkaat er hing, was Gilbert
nergens te zien. Hij vertoonde zich niot
meer in het dorp wegens dit rood blad pa
pier hij deed don oogst in een. ver verwij
derd dorp en kwam onkel Zaterdagsavonds
in zijn hutje in do "Wolvengracht. En dan
nam hij nog de kortste wegen cn dc meest
onbeloopen paadjes om geen vrienden to
ontmoeten, beschaamd en verlegen als hij
was over zijn gefailleerde kinderen
Pastoor Roubiaux was, naar zijn ;:ieko
moeder geroepen, enkele dagen xr pa
rochie afwezig geweest. To Fontciieille»
teruggkeerd, stelde hij de collecte, die hem
verontrustte, van den ecnen dag lot don
anderen uit.
Den lOen Juli, toen de zon aan de oos-
terkirame glansde, was de lucht nog zwoel
van den vorigen dag. Sedert zes weken
was het verschrikkelijk droog geweest. Do
bladeren hingen slap op de boomen; do
halmen lieten de korrels vallen en de men
schen vielen er bijna bij neer als zij zich
over het koren bogen.
(Wordt vervolgd).