„Se leilÉCiril"
Vierde Blad.
Zaterdag 29 November 1924
De Nederlandsche Staats
inrichting.
STAAT VAN OORLOG EN BELEG.
k Niet om elk wissewasje. Tame-
v lijk groote gevolgen. Een alge-
meene opinie, -r- Nniet zoo, onbe
perkt. 'n Haartje ernstiger.
'n Woordje mee,te spreken.
Zonder dat het eohrt oorlog is of som
mige steden of dorpen of streken een be
leg te verduren hebben, kan elk gedeelte
van Nederland's grondgebied in staat
van oorlog of beleg verklaard worden, in
een buitengewonen, abnormalen rechts
toestand geplaatst worden.
't Spreekt van zelf, dat zulk een bui
tensporige daad nieit om elk wisse-wasje
plaats beeft. Alleen als er oorlog of oor
logsgevaar ontstaan is of als binnenland-
sclie onlusten de inwendige of uitwendige
veiligheid van het Rijk geheel of gedeel
telijk bedreigen, alleen dan kan toit zulk
een noodmaatregel worden overgegaan.
„Ter handhaving aldus artikel 189
der Grondwet van de uit- of inwen
dige veiligheid kan door of vanwege den
Koning elk gedeelte van het grondgebied
des Rijks in staat van oorlog of in staat
van beleg verklaard worden."
Afkondiging van den Staat van oorlog
en beleg beeft voor de betrokken bevol
king tamelijk groote gevolgen. Vooreerst
toch gaan de grondwettelijke bevoegd-
beden van bet burgerlijk gezag ten op
zichte van de openbare orde en de politie
geheel of ten deele op het militair gezag
over en worden zelfs de burgerlijke over
heden aan de militaire ondergeschikt,
(vgi art. 189. Nu willen we heelemaal
geen kwaad spreken over militaire autori
teiten, maar dat er katjes bij zijn, die
niet zonder handschoenen zijn aan te
pakken, is wel een algemeene opinie.
Wat dat baas zijn der militaire over
heid "betreft, diit is bij den staat van oor
log niet zoo onbeperkt, als bij den staat
van beleg.
Rij den staat van oorlog zijn wel de be
sturen en ambtenaren der diverse staats
deel en, zooals provinciën en gemeenten,
verplicht aan het militaire gezag alle ge
vraagde inlichtingen te verstrekken, maar
overleg met het burgerlijk gezag wordt
toch vereischt, als de krijgsoverheid nieu
we verordeningen wil scheppen, bestaan
de wijzigingen of schorsen, of maatregelen
wil nemen ter voorziening in het onder
houd der inwoners en de behoeften der
bezetting. Aan haar is verder de be
voegdheid. sommige rijkswetten, als Hin
derwet, Veiligheidswet, buiten werking
te stellen.
Als de burgers roerig worden, samen
scholingen houden of op welke wijze ook
de openbare orde storen, dan slokt het
militair gezag een groot deel van de bur-
gemeesrterlijke macht in, terwijl zelfs
i)iet-militairen bij sommge strafbare fei
ten onderworpen worden aan de inge
stelde krijgsraden.
Bij deD staat van beleg wordt de toe
stand 'n baantje ernstiger geacht.
Met de burgerlijke overheid wordt dan
heelemaal geen rekening gehouden en de
militaire autoriteiten kunnen dan zoo
eigenmachtig optreden, zoo op eigen
houtje drijven, dat zij zelfs niet tot boven
genoemd overleg verplicht zijn, m. a. w.
het hoogste gezag is in hun handen.
Kan het bij den staat, van oorlog al ver
boden worden door de drukpers of op
andere wijze militaire maatregelen be
kend te maken, bij den srtaat van beleg
gaat het militaire gezag wel eens nog een
stapje verder. Zij mag toch in dit geval
beperkende bepalingen vaststellen om
trent het drukken uitgeven enz. van ge
schriften en teekeningen, ja zelfs dit ge
heel verbieden.
Wanneer lastige portretten voor de
rust of algemeene veiligheid gevaar op
leveren, spreken zij een soort banvonnis
over hen uit. zoodat dezen binnen het in
FEUBLLSTOW
HET tPSCHSETENDE KOREN
door
RENé BAZIN,
Lid der Fransche Academie
(Eenige geautoriseerde vertaling)
28)
Dat is verschrikkelijk. Maar u is
bleek, mijnheer, Wat een laffe daad?
Welk een laagheid?Ik was dezen
morgen met mijn rijtuig naar Fonteneilles
gekomen om inkoopen te doen. Ik ben
nieuwsgierig. Ik had deze machine in be
weging willen zien, waarover men in de
streek maai1 al te veel gesproken heeft
En dan ook om u weder te zien.Gij her
innert u mijn belofte.zit hier bij mij
neder aan den voet van den boom.Niet
'Ik verzeker u, dat ge rust noodig heb.
Neen, ik voel er behoefte aan een
vriendenhand te drukken.
Welnu, neem de mijne.
Michel vond dit kind, gewoon leed te
verzachten, dat zij niet begreep, hier even
lief terug als zij op de Vaucreuse was. Zij
bezag hem met een ongeruste teederhoid,
met zijn groote oogen, het gelaat als ver
guld door de weerkaatsing van. zijn
strooien hoed en in den glans van den
jongen morgen. Zij zei niets; doch het
scheelde zoo weinig, of zij zou gezegd heb
hen: „Ik bemin u", dat Michel bang was
voor deze stilte, waarin de bekentenis te
gemakkelijk zou komen. Door zich een
6tap te verplaatsen, brak hij de bekoring.
De handen, die elkander omvat' hielden,
staat van beleg verklaarde gebied geen
verblijf mogen houden. Wat smokkelaars
van meerdere personen te verhinderen,
hun verheffend (I) ambt uit te oefenen.
Als men openbare godsdienstoefenin
gen uitzondert, die steeds geoorloofd
blijven en die trouwens juist in tijden van
ernst en nood een allorheilzaamsten in
vloed uitoefenen, is het militaire gezag
bevoegd, zoo ongeveer allo samenkomsten
van merdere personen te verhinderen.
Want openbare vergaderingen en bijeen
komsten zijn dan alleen geoorloofd, als
zij schriftelijk toestemming geeft, ter
wijl de deuren en poorten van schouw
burgen, koffiehuizen, werkplaatsen en
fabrieken eenvoudig kunnen gesloten
worden.
Maar deze muilkorverij wordt nog niet
voldoende geacht. Want zelfs brieven en
telegrammen zijn in zulke donkere dagen
niet veilig voor het speurend oóg der
machthebbers. Het recht om die in te zien
i$ huu verleend; overigens valt hét niet
moeilijk, aangezien het militaire gezag
do beschikking krijgt over posterij, tele
grafie en telefonie.
Vraagt men nu, hoe zulk eene gewel
dige inbreuk op grondwettelijke rechten
toch mogelijk is, dan geeft harerzijds de
grondwet zelf het antwoord.
Volgens de Grondwet (art. 189) im
mers, kan bij den staat van oorlog en
beleg worden afgeweken van de anders
zoo heilige rechten van vrijheid van druk
pers (art. 7), het recht tot vereeniging en
vergadering (art. 9), 6nschendbaarheid
der woning (art. 159), en het briefge
heim (art. 60).
De staat van oorlog en beleg, waar
mee geen heusche oorlog of geen heuseh
beleg behoeft samen te gaan, wordt bij
Koninklijk besluit afgekondigd, zooals
verschillende deelen van ons land tijdens
de mobilisatie ondervonden hebben. Ech
ter, opdat deze abnormale staat van za
ken niet langer dure, dan noodzakelijk
is, heblpn, behalve wanneer het een vij
andelijken inval betreft, voor de besten
diging ervan de volksvertegenwoordigers
een woordje mee te spreken.
FR. GUNIBERTUS SL00T3 O.F M.
Weert.
Buiten!. Weekoverzicht.
De twee groote feiten Yan doze week
zijn: vooreerst de behouden aankomst en
glorieuze ontvangst van onze vliegers te
Batavia en vervolgens het conflict tusschen
Engeland en Egypte.
Maandagmorgen kwam reeds het be
richt, dat de vliegers des middags waren
aangekomen. Dat was geen gave van pro
fetie, maar gevolg van het feit, dat onze
tijd maar liefst 6 uren hij den Indischen
tijd ten achter is. Zoodoende had*men te
Batavia reeds Maandagmiddag toen het
hij ons nog vroeg in den morgen was.Zooals
men in exbenso heeft kunnen lezen, zijn
de kranige vliegers enthousiast in Indië
ontvangen en zelfs de koude Hollander
met zijn kikker-temperament geraakte in
vuur.
Do verbinding met Indië is weer het ge
sprek van den dag. Natuurlijk moet men
zich dat niet zóó voorstellen alsof men in
één vliegtuig dezelfde route zou moeten
volgen als v. d. Hoop. Dan zou men beter
per schip kunnen reizen, -want op die
manier gaat een schip even gauw. Neen,
,men moet zich die luchtverbinding voor
stellen als een vlucht in étappes, waar
men telkens van vlieger en toestel kan
verwisselen. Maar dan mag men de toe
stellen wel behagelijk inrichten, andere is
het geen uithouden. Een zeereis aan boord
van èen luxueus ingericht zeekasteel is
al criant vervelend.
Vraagt men nu naar het nut van de
vliegtocht naar Batavia, of de tocht iets
heeft bewezen, dan kan geantwoord wor
den: Ja er zijn verschillende dingen be
wezen. Vooreerst, dat er nog Hollanders
zijn, waarin pit en durf zit. Vervolgens
dat de Fokker-toestellen vliegtuigen zijn,
welke het zwaarste werk schitterend kun
nen volvoeren. Ten derde, dat het vliegen
zelfs over onbeschaafde landstreken tegen
woordig veilig kan geschieden als men
maar goede toestellen en bekwame piloten
heeft. En ten vierde kan men als lang niet
het minste resultaat noemen, de hernieuw-
lieten zich los. En het was een vaarwel,
dart, slechts een van heiden begreep.
- Dan heb ik goed gedaan met te ko
men. Dan was het niet een al te kinder
achtige gedachte, zooals u beweert?
Neen, integendeel, een lieve attentie,
waarvoor ik u dank. Ik kan u niet zeggen,
hoezeer ik getroffen ben door uw bezoek
op Fonteneilles.
Acht dagen geleden ben ik nog eens
tot aan den slagboom van het kasteel ge
komen. Ik heb u van verre gezien. Doch
ik had miss Margaret Brown, mijn onder
wijzeres, bij me en ik zou u dan niet zoo
vriendschappelijk hebben kunnen toespre-
keri Waartoe dient een koud „goeden
dag", een geveinsde verrassing en de spijt
voorbijgegaan te zijn zonder een hoofd,
dat denkt en luistert? Waarvoor is dat
goed, niet waar?
Hij ving de woorden op, het een na het
andere, als zoovele pijlen, die dezelfde
wonde doordringen. Doch hij nam den
schijn aan, als had hij het niet gehoord
en hernam:
1 Ja, u deed goed met hier te komen,
wijl ik zelf u het goed kan toonen, waar
van ik elk stukje liefheb Ziehier, deze
lange weide loopt tot aan het kasteel, 't Is
bijna een vallei, niet waar? Hoe golft de
helling mooi, is 't niet?
En gansch in. bloei. Morgen zal zij
minder mooi zijn. Met het gras, dat afge
maaid wordt, verdwijnt het lieve. Ik sluit
de oogen, als men op de Vaucreuse maait.
Dit is het seizoen bij ons, dat bet land
schap erg wijzigt. Wij hebben thuis dat
groote. kreupelhout niet.
U zal het eens 'nebben.
do belangstelling in Holland voor het vlieg
wezen.
Dat is de verdienste geweest van onze
drie kranige vliegers en dat zij door H.M
de Koningin met onderscheidingen zijn
vereerd, is alleszins rechtvaardig.
Het Britse h—E gyptisch con
flict. Het tweede sensationeele nieuws
is dat van het conflict tusschen Egypte en
Engeland. Men weet de oorzaak ervan,
n.l. de moord op den sirdar, sir Lee Slack
De Engelsche regeering stelde de Egypti
sche regcering aansprakelijk voor het ge
beurde en noemde de .moord een noodza
kelijk gevolg Van de politiek van Zaghloel
Pasja. En daar heeft zij geen ongelijk in.
Want niet alleen is een regeering verant
woordelijk voor de 'rust en de veiligheid
in het land, maar wanneer een regeering
haar onderdanen voorgaat met een poli
tiek welke bij de bestaande toestanden
uiterst gevaarlijk is, in casu spreekt van
de bevrijding van het land van de Engel-
schen, dan is het niet te verwonderen als
do een of andere heethoofd de conclusie
trekt, dat hij maar meteen met die bevrij
ding een aanvang moet maken. Waar
schijnlijk zit de zaak nog dieper. Want
er schijnt een heel complot te bestaan,
waaronder vooraanstaande persoonlijkhe
den, allen aanhangers van Zaghloel Pasja
Dat de Engelschen onder zulke omstan
digheden krasse maatregelen nemen, is
dan ook niet to verwonderen De nieuwe
Britsche regeering heeft inderdaad krach
tig aangepakt. De conservatieven hebben
laten zien, dat er nu een andere geest op
de ministeries huist, dat de Britsche leeuw
nog klauwen heeft, al heeft hij onder Mac
Donald mooi gezeten en pootjes gegeven.
Volgens internationaal gebruik had En
geland volkomen recht, te eischen: ver
ontschuldigingen van de regeering van
Egypte, financieole schadeloosstelling (i
millioen pond sterling) en strenge bestraf
fing van de moordenaars. Daartegen
maakte de Egyptische regeering dan ook
geen bezwaar. Maar de Engelsehen gin
gen verder en eischton, dat Egypte bin
nen 24 uur alle Egyptische officieren en
zuiver Egyptische troep on een heden van
het Egyptische leger uit den Soedan zou
terugtrekken en dat de bescherming der
buitenlandsche belangen aan de Engel
schen zou worden overgelaten. Verder zeg
gen zij aan, dat de beperkende bepalingen
ten aanizien van den omvang van het be-
vloeiingsgebied langs den Nijl nabij Ge-
zira zouden worden opgeheven.
Aan deze laatste 3 punten wilde de
Egyptische regeering zich niet onderwer
pen.
Wegens de dreigende houding der Brit
ten is Zaghloel Pasja afgetreden en heeft
een meer gematigd man, Zïwar Pasja, het
bewind van hem overgenomen.
Dat bracht meteen ontspanning in den
toestand. Er werd onmiddellijk eer. begin
gemaakt met de ontruiming der Egypti
sche troepen in den Soedan. Over de an
dere punten wordt nu nog beraadslaagd.
Wanneer de Engelschen overtuigd zijn
van den goeden wil der tegenwoordige
Egyptische regeer'ng, zal er met hen wel
weer te praten z;jn.
Maar al is het ministerie van goeden
wil, daarmede is het verzet in Egypte nog
niet gebroken. De jongste arrestaties heb
ben veel kwaad bloed gezet.
Over het bo'.engenoeirde bevloeiings-
gebied van den Nijl bij Gezira nog een en
kel woord, omdat deze kwestie het hart
raakt van het Soedan-probleem.
Toen een jaar of vier geleden het irri
gatie-plan van dit gedeelte van den Soe
dan voor het eerst vasten vorm aannam, is
in Egypte groote vrees ontstaan, dat de
afdamming van den Blauwen Nijl Egyp
te van den noodigen watervoorraad zou
berooven. Een commissie van experts,
waarvan onder meer een bekend deskun
dige op het gebied van irrigatie in Indië
en een vooraanstaand Amerikaansch inge
nieur deel uitmaakten, is toen benoemd,
Deze hpeft toen een rapport uitgebracht,
dat er bij uitvoering van het plan prac-
tisch geen gevaar zou ontstaan voor ver
mindering van den watervoorraad van
Egypte. Het genoemde Amerikaansche
commissielid voegde bij dit rapport een.
afzonderlijke nota, waarin hij op afwij
kende gronden tot dezelfde conclusie kwam
Zulk? Dat is onmogelijk.
i—Wie weet?
Ik weet hetEr zijn eeuwen voor
noodig, ten minste één. Hoe oud zijn uw
eiken? Deze? En die andere, die dootjle
takken draagt voor de wilde duiven?
Honderd zestig jaar en tweehonderd
jaar. Mijn grootvader heeft ze geplant.
Wij bewonen de Vaucreuse zoo lang
nog niet. Hier heeft de tijd zijn werk ge
daan. Uw kastefel is bijna half door bos-
Qcben omgeven en het lijkt mij.
Zij wees naar het leiendak, dat niet
zoo hoog was als de boomen.
Het lijkt mij, dat het in den
herfst, als het met doodo bladeren bedekt
is, deel zal uitmaken van het woud; dan
is er een oude eik meer.
Houd er van, ik bid het u.
Maar ja.ik heb het lief.evenals
de gansche streek.
Verlaat het land nooit, om wille van
Parijs.
Moet ik het zweren? Ik ben er on
middellijk toe bereid.
Lacht niet. Neem het niet al te
schertsend op. Ik spreek ernstiger dan gij
meent. Ik bid er u om, juffrouw Antoi
nette. al was ik uw oudste broeder, blijf
in dit land, waar gij persoonlijk bemind
zijt. Wil het land niet vervloeken, omdat
het zieker is dan andere streken van
Frankrijk, maAr beloof voor dit land te
doen wat onze oudere er niet hebben kun
nen doen; blijf er leven, en vertoeven. Met
er te blijven wonen, zult gij veel goed
stichten, gij zult inderdaad een edele da
me zijn, een gratievol en medelijdemi we
zen
Volgens het zuiver Egyptische stand
punt moet het Nijlwater dringend onder
controle worden gesteld. De rivier wast
snel van Juli tot September en valt daar
na tot Januari, om in Juni haar laagste
punt te bereiken. Gedurende den was gaan
groote voorraden water welke uit econo
misch oogpunt behoorden te worden op
gestuwd en over den Egyptischen bodem
verdeeld, in de Middellandsche Zee teloor
De constructie van den dam bij Makwar
beoogt deze waterverepilling tegen t©
gaan. Deze dam wordt door do regeering
van den Soedan met door de Britsche re
geering gewaarborgde geldmiddelen opge
worpen.
De aandacht der Egyptische autoriteiten
is op deze omstandigheid gevestigd, doch
de publieke opinie in Egypte, welke zich
in deze geheel laat leiden door gevoelsar
gumenten, heeft in dier mate geprotes
teerd, dat lord Allenby vrijwillig hééft toe
gestemd in een voorloopige regelipg,' waar
door do hoeveelheid water, welke dopr den
dam bij Makwar wordt opgestuwd, niet
meer zal bedragen dan noodig is voor de
irrigatie van 300.000 acres (ongeveer
120.000 H.A., gelijk aanvankelijk ook in
de bedoeling lag), terwijl het geheele
terrein in Gezira, dat geschikt is voor den
verbouw van katoen 3 millioen acres meet
By Asthma
ah veel siijm vastzit, bewijst
Aider's Abdijsiroop onschat
bare diensten dcor de weerga
loos slijmoplossende werking.
Doze regeling was indertijd getroffen
onder voorwaarde, dat een gemengde En-
gelachEgyptische commissie zou worden
benoemd, ten einde het vraagstuk in ziin
vollen omvang te bestudeeren, dooh de
Egyptische regeering heeft steeds gewei
gerd vertegenwoordigers in deze commis
sie aan te wijzen. De commissie is dan
ook nog nimmer bijeengekomen.
Do houding van den Volken
hond. Even voordat de Egyptische
Kamer voor een maand verdaagd werd,
heeft zij nog kans gezien, om een protest
te sturen aan den Volkenbond met ver
zoek te willen intervenieeren. Maar de
Volkenbond wil daar niets van weten Hij
durft niet, 'zeggen de menschori. Maar
men moet niet vergeten, dat Egypte aan
Engeland zijn onafhankelijkheid, te dan
ken heeft. Eenige jaren geleden heeft En
geland aan Egypte de onafhankelijkheid
(zij hert in naam en feitelijk maar half)
gegeven plus een koning op den koop toe.
Maar Engeland heeft eenig voorbehoud
gemaakt en zich de positie voorbehouden
van voogd, belast met de bescherming der
buitenlandsche belangen in Egypte. Dat is
indertijd goedgevonden. Welnu, krachtens
dat voogdijschap kan Engeland zich heel
wat veroorloven in Egypte. De Volkenhond
heeft dus geen reden om in te grijpen. Zij
heeft zich te houden huiten verdragen, die
reeds bestaan, en buiten rechtens erkende
toestanden en verhoudingen.
Zoo luidt het in de Statuten van den
Bond.
Het zou dus onbillijk zijn den Volken
bond maar dadelijk van vrees to beschul
digen nu het er op aan zou komen op te
treden tegen een machtig lid.
UIT DE ISESSEVIEiQ
ALPHEN.
Fokkerij. Door den heer Dr. Lovink,
voorz. van de Commissie die alhier op 4
September jl. een fokveedag organiseerde,
zijn de aldaar behaalde prijzen uitgereikt.
Ter gelegenheid van de prijsuitdeeling i«
een vergadering van fokkers gehouden, ter
bespreking van verschillende zaken de fok
kerij betreffende. Do vergadering besloot
een Commissie te benoemen, die voorstel
len zal doen, op welke wijze tusschen de in
<le Rijnstreek bestaande rundvee fokveree-
Ik verzeker u, mijnheer, dat dit
mijn streven is, zooals het dat van iedere
vrouw- zou zijn in mijn plaats. Doch u
spreekt zoo zonderling.
- Waarom?
Als over iets, waarnaar gij verlangt,
maar dat gij niet zult zien.
Dat is waar. Ik zal het niet zien.
Mejuffrouw Jacquemin boog zich ver
wonderd.
U zult er niet meer zijn? Waar zult
gij dan zijn?
Michel voelde, dat de blik van Antoinet
te op hem gevestigd was en zag haar
glimlach verdwijnen en de onrust groeien
naarmate de stilte langer duurde. Hij deed
zich geweld om zijn stem to bedwingen,
die weigerde te antwoorden. Zijn gelaat
bleef naar het verre Fonteneilles gericht
Beloof mij een geheim te bewaren.
Ja.
—•Ik ben verloofd.
Zij week achteruit alsof de dood tus
schen hen in stond.
Een andere Antoinette stond daar, geen
kind meer, maar een gekwetste, een verbit
terdo vrouw, even sterk als hij in de
smart der liefde. Neen, zij zou niet weenen
Hij kon de diepte niet peilen van de pijn,
die hij veroorzaakt had. Geheel bleek,
haar trotsche hoofd fier rechtop en haax
oogen in verachting neergeslagen, vond
zij woorden om te antwoorden.
Ik wensch u geluk. Doch ik zie niet
in, waarom ik het eerste daarmee in ken
nis wordt gesteld. Dat is waarlijk te veel
eer. Is zij jong?
Michel schudde het hoofd.
Zij is zeker rijk? Een Meximieu kan
nigingen betere samenwerking en organisa
tie is to bereiken.
Tot voorzitter van dere Commissie werd
aangewezen de heer Dr. Lovink, en tot se
cretaris de rijksveeteeltconsulent voor Zuid
Holland, de beer J. G. Tukker.
LEIDSCHENDAM.
De Hanze. Woensdag 26 Nov.,
's avonds 8 uur, hield de R.-K. Midden
standsver. „De Hanze", afd. Leidschen-
dam een buitengewone ledenvergadering,
waartoe ook alle R.-K. Gemeenteraads
leden van Stompwijk en Veur waren uit-
genoodigd. Het onderwerp van bespreking
was: de houding van den Burgemeester
ten opzichte yan de Hanze inzake het go-
vraagde advies betreffende de verorde
ning op de winkelsluiting.
Om pl.m. 8 uur opent de Voorz., de
heer Scholtes, de Vergadering met een
Ghr. groet eri heet allen van harte wol
kom, in het hijzonder de Wèth. en Ge
meenteraadsleden.
De reden, aldus do Voórz., waarom deze
vergadering is belegd, is u allen wel be-
k«id en het bestuur heeft dan ook ge
meend niets beters te kunnen doen dan
dezo vergadering bijeen te roepen; hij
wil hier echter allereerst naar voren
brengen, dat do heeren Weth. en de Rond
niet aansprakelijk gesteld kunnen worden,
dat do zaak zoo geloopen is, do schuld
ligt geheel bij den burgemeester Do
Voorz. baalt de geheele geschiedenis nog
eens aan, leest het schrijven voor van B.
en W, geeft een keurig verslag van do
gehouden vergadering, leest eveneens het
advies der Hanze aan B. en W. en vraagt
don de aanwezigen af, of door de Hanze
alles niet juist is weergegeven en of do
F - - r«f>k moor eenigszins oniuist heeft
i-,:en zijn bet volkomen eens
mi-t den Voorz
De Voorz. zegt ook. dat er geloopen is
•om handteekeningon rte krijgen en dat ge
zegd is. dat d't door den burgemeester
geadviseerd was: hij heeft echter den
burgemeester gevraagd, of dit waar was,
doch do burgemeester heeft hem pertinent
verklaard, dat dit niet waar was en hij
heeft daarop den burgenu .-"ter «relnofd
De burgemeester beeft ook openlijk ver
klaard. dat hert advies van de Hanze juist
was en hij daarnaar ook barna'm zou;
pertinent vciklaavde hij nog de.- Ma: nd -.^s-
morgens, dat deze zaak niet in den Raad
zou behandeld worden en nog denzonden
avond werd do zaak toch in den Raad
behandeld en werd de verorden:ng opge
heven, doch dit, aldus de Voorz.. is niet
zoo org on hier gaat het niet om, doch
het treurigste is. dat het gevraagde advies
van de Hanze niet eens behandeld of'
voorgelezen is; ook is deze zaak niet eens
in het college van B en W. behandeld en
is dezo zaak zoo maar op stel en sprong
onder drang van don burgemeester en do
fegenadressen er doorgehaald en bier-
mode werd de Hanze zonder meer door
den burgemêêgter in den hoek getrapt;
het kan wel niet zoo erg, bedoeld z:jn,
doch de trap is gegeven en deze is ge
voeld ook: het spijt den Voorz.. dait dit is
gebeurd, hij vindt het treurig, dat do
Hanze op een dorecliike manier ge
negeerd is
Do hoor de Lange, raadslid van Stomp
wijk, zegt, dat dit stuk toch in portefeuillo
heeft gelegen en dat alle leden d't hebben
kunnen zien; hij moet echter bekennen,
dat do zaak niet au sericx behandeld is:
hij vindt ook de handteekeningen op zegel
verstrekkender
De Voorz. antwoordt zeer terecht rlpt
het hierover niet gaat; het stuk dor Hanze
is niet boh.mdo'd: waarom de handtcekp-
ningen op zegel verstrekkender z;in is
don Voorz. een raadsel en terecht, want
waarom zou deze lijst op zegel meer in
vloed lrannen hebben dan het ndvtes ijer
Hanze
De heer de Lange hoeft nog vele vra
gen en bemerkingen, die echter allo heel
we'nig om het l'if hebben en heel gomaV-
k el-ik door den Voorz. worden beantwoord
en weerlegd; wel voegt de Voorz. er nog
aan toe, dat de door de Hanze gezovcd
zal worden ook voortaan alles on z»tc1 te
doen.
De hoer do Kon'n". raadslid van Veur,
kan begrijpen, dad de Hanze in zijn eer
getast is, doch vindt. dat zij hot wel
donker inziet: volgons zijn. meen-ng licft
do burgemeester geheel onder den drang
dor omeI"„d!"boden rrob-mdold doch on!;
niet anders dan een rijk huwelijk aan
gaan.
Ja. Zij heeft zooveel millioenen als
zij wil. Zij buigt zich neder en raapt ze
op.
Wat u zegt. En gij gaat ver weg
met haar, wijl gij Fonteneilles vaarwel
zegt?
Heel ver.
En het zal weldra gebeuren?
Miohel sloot de oogen.
Ik woet het niet.
U wordt hoe langer hoe vreemder.
Verschooning, ik ga mijn rijtuig halen,
ginds in het dorp. En van alles, wat ik u
gezegd heb, onthoud slechts één ding, één
ding, dat waar is.
Haar zenuwachtige lach stierf weg in
de ruimte.
Ik was slechts gekomen om u te her
halen, wat ik zeide: gij herinnert u, toen
ik u zoide. dat gij kunt behagen; ik had
gelijk, niet waar.
De punt van haar gele rijlaars trapt©
een bosje gras neer. Eerst nu durfde Mi
chel opnieuw Antoinette Jacqucmin in
de oogen zien. Hij zag haar nog verder
achteruit gaan. Langzaam sprak hij tot
haar, want hij verten :ie daarmede terzelf
der tijd zijn lijd-n .?n >.;:n laai hefdca-
visioen:
i