Tweede Blad
Hst reclit der motos muziek.
i i
Donderdag 30 October 1924
Voor eon paar weken gaven we het voor
nemen te kennen, over het recht der
piodeme muziek oni gehoord to worden
een en ander in het midden te zullen
(hengen.
Leerzaam is het, vooraf nog een en
ider te vertellen over Beethoven's Vierde
Jpiaiio-Concert, in G.-dur, dat heden
avond te Leiden zal worden uitge
roerd.
Dit werk, dat, zooals men weet, de grens
pvtr Sympihonie nadert, werd pl.m. 1805 ge
componeerd. ïoch werd het eersit in 1808
uitgegeven. Beethoven, de man van slordig
jjchrift, slordige taal, slordige kleeding,
plordige omgangsvormen, was bij het af
werken zijner composities uiterst correct:
'geen nont te veel of te weinig en alles op
de juiste plaats. Jarenlang bleef hij aan
lommige werken veranderen, totdat hij ze
jjefinitief aan den drukker gaf.
Het G-dur-concert was dus betrekkelijk
)g al vlug klaar.
In April 1807 was het voor den eer aten
keer uitgevoerd in het paleis van Vorst
Lobkowitz voor een kleinen kring muziek
liefhebbers. Ik heb er niet achter kunnen
len, of de uitvoering een succes is ge-
...jst. Een tweede uitvoering volgden in
December 1808. Daarna werd het tijdens
Reelhovens leven niet meer gespeeld.
Wat kan daarvan de oorzaak zijn?
Vermoedelijk heeft het werk geen waar-
peering gevonden en is het den (tijdgenoot
.nietszeggend voorbijgegaan, uitgezonderd
natuurlijk enkelingen die verder zagen dan
hun neus lang was.
Het is niet ondenkbaar dat men de vrij
wel doorloopend lyrische stemming vaq
het werk niet heefit kunnen begrijpen.
Reeds toen was men van Beethoven ge
woon, dat er in zijn werken conflicten
woelden, dat er soms een geweldig drama
tische kracht in werkte. Ook deze werd
evenwel niat altijd aangevoeld en gewaar
deerd.
In het G-dur-concert is evenwel alles
poëzie, alles innigheid, terwijl bijv. het
yivace zeldzaam geestig en sChalksch is.
We ontmoeten hét werk voor liet eerst
weer op hat programma van het Gewaud-
haus te Leipzig op 3 Nov. 1836, daarna
nogmaals in 1837. terwijl het 14 Jan. 1841
Verd herhaald. Telkenmale werd het ge
speeld door Mendelsohn-Barbholdy, .,be-
geistert und begeisternd" zooals Schumann
in zijn Verzamelde geschriften" getuigit.
men weet was Mendelsohn een
fijnzinnig keurder van vergeten schoon
heid. Men weet dat hij ook voor 't eerst
aa 100 jaren de Mattheüspassion van
{Bacli uitvoerde. Na zijn uitvoeringen zijn
werken nooit meer van het program
ma verdwenen.
In de geschriften van Schumann vind
nog een dagboek notitie van de toenmalige
zangeres Henriëtte Voigt. Zij schrijft 3
Nov. 1836. ..Heden speelde Mendelsohn bet
G-dur-concert van Beethoven met een
meesterschap en volmaaktheid, die allen
medesleepte. Ik had een gevoel als zelden
In dit. leven en ik zat daar bijna ademloos,
ronder een lid te verroeren. *uit vree3 voor
Jk veroorzaken van stoornis. O. de angst.
$at ik bij het einde met mensclien moest
praten en domme en scheeve opmerkingen
en oordeelvellingen zou moeten hooren. Ik
moest de zaal verlaten en mij in de fris-
ache lucht begeven."
Er schijnt met de beoordeeling van 't
G-dur-concert iets niet in den baak te zijn
reest; maar een dertig jaar later als
romantische idealen van Schumann en
Mendelsohn 't muzikale leven beheerschen,
yindt Beei'hoven eindelijk erkenning.
De zelfde Henriette Voigt schrijft 31
lug. 1836 de volgende passage:
„Ik kan het niet helpen; ik zie het het
tegenwoordig drijven en jagen der- muziek
slechts als een overgangsperiode, waaruit
?leh iets beters en klaarders moet ontwik
kelen bet is een strijden en worstelen
en de zege is nog ver."
Do zelfde woorden zou men haar thans
weer kunnen nazeggen. De muziek ver
keert in een overgangsperiode.
Nog altijd hooren wij gaarne de oude
muziek, vooral die van genieën als Mo zant
en Beethoven.
Het gaat met muziek als met wijn en
sigaren. De elecht-e kwaliteiten zijn voor
spoedig gebruik en verbruik geschikt en
verdwijnen evengauw als ze gekomen zijn.
De goede kwaliteiten kunnen door den
tijd slechts winnen aan smaak en gehalte.
Maar ze blijven soms langer dan noodig
en wenscbelijk is aan 't gebruik onttrok
ken.
Ik gaf onmiddellijk toe dat mijn verge
lijking slechts voor een derde (toepasse
lijk is.
Muziek van zeer groote verdienste
wordt bij haar eerste ontslaan gewoon
lijk niet begrepen. De oudere muziek uit
een vroegere periode vindt meer waardee
ring en begrip.
'it. Is eigenlijk heel verklaarbaar
Muziek is de onzinnelijkste der kunsten.
Zij werkt niet met zinnelijke vormen,
kleuren, begrippen. Bouwkunst, beeld
houwkunst. schilderkunst, dichtkunst, het
is alles materiëeler dan de muziek. Muziek
is veel minder material, vrij uitstroo
mend innerlijk gevoel Zelfs is muziek, die
niet meer is dan een echo der naituurstom
men, geen ware muziek meer.
Er is geen kunsit, waariu men minder
steUigheid vindt. En nu deuk ik voorloopig
alleen aan instrumentale muziek, waarbij
geen eomhinat:es met bet woord plaats
vinden.
De meeste stelligheid heefit voor ons
muziek, die men veel gehoord heeft of
wel die, welke men. ze voor het eerst boo-
rende onmiddellijk onder de oudere mu
ziek kan rangschikken. Het karakter der
melodieën, de volgorde der verschillende
onderdooien, de leidende lijnen, niet min
der de" opvatting van harmonie en contra
punt, geheel de muzikale sfeer is zoodanig'
de onze geworden,, dat we er ons onmid-
deUijk in thuis gevoelen.
N. J. H. S. -
(Wordt vervolgd.)
Z. Em. Kardinaa' van Rossum en het
R. K. Vakbureau.
Het R. K. Vakbureau heeft het volgende
schrijven ontvangen:
Rome, Paleis der Propaganda,
25 October 1924.
Aan het Bureau van de R. K. Vak
organisatie te Utrecht,
Gedurende de afwezigheid van Z. Em.
Kardinaal Van Rossum werd alhier ont
vangen het 14e jaarverslag van ITw Bu
reau. Zijne Eminentie draagt mij op, U
daarvoor nog Hoogdeszelfs bi'jzonderen
da uk te betuigen.
Met groote belangstelling doorleest de
Kardinaal telleen jare Uw verslag, omdat
Hem het welzijn der arbeidende klasse,
hetwelk uit Uwe organisatie geboren
wordt, zoo innig ter harte gaat.
Ofschoon het scheiden van zoovele leden
uit de R. K. Vakorganisatie dit jaar weer
een zwart punt is, omdat daaruit blijkt,
dat vele Roomsche vakarbeiders nog niet
geleid worden door hoogere- beginselen,
heeft van den anderen kant die afschei
ding toch iets bemoedigends, omdat al
weer blijkt, dat. er toch nog honderddui
zend zijn, die wel voor hoogere belangen
strijden, en verder omdat na de zuivering
de Vakorganisatie sterker staat; want on
deugdelijke elementen brengen meer na-
dan voordeel en verzwakken de organisa
tie. Intusschen wekt Z. Em. TT op. met
groot vertrouwen op God op den ingeslagen
weg voort te gaan en meer en meer de ar
beiders er" toe te brengen, dat zij de eco-
nonv'sche goederen wel als middelen, maar
dan ook niet meer als middelen beschou
wen, welke hen en hun 'huisgezin en hun
ne nakomelingschap moeten voeren tot on
eindig kostbaarder goederen voor dit en
vooral voor het andere leven.
Z. Em. zegent U en Uw werk van harte
en b'dt en vertrouwt, dat. deze Zegen het
onderpand moge wezen van overvloedige
hemelsche zegeningen.
Met ware hoogachting verblijf ik
UEd.'s dienstwillige dienaar in Chris to,
JOS. MARIA DREHMANS C.sü.R.
De karaktertrekken van Koningin
Wi l helm ina.
Groothertogin Marie van
Mecklenburg over haar
sohoondoebter.
Niemand zal willen beweren, dat de mé
moires vau de Mecklenburgsohe hofdame
Paula von Bülow, geboren gravin Von
Lmde, die dezer dagen het licht zagen,
een bijzondere plaats innemen in de o ver-
rijke raémoiren-literatuur der laatste ja
ren. Wat „die Reiohstante" zij dankt
dezen naam aan den invloed, dien zij tij
dens het kanselier schap van den vorst v.
Biilow uitoefende als eigen ervaring
vertelt, is nogal zoetsappig.
Daarentegen zijn van interesse enkele
aan haar gerichte brieven, die zij publi
ceert. Daaronder zijn er twee van de groot
hertogin Marie von Mecklenburg, dlie be
trekking hebben op onze koningin., In den
eersten brief zegt. de groothertogin over
Koningin Wil hel mi na, naar aanleiding
van het huwelijk van Prins Hendrik,
waardoor zij de schoonmoeder van onze
Koningin werd:
..Koningin Wil'helmina is tamelijk
klein, heeft een mooi, f'jn profiel; met
een zeer vast en resoluut karakter ver-
een'gt zij groote vrouwelijkheid en liefe
lijkheid".
"Vijftien jaar later schreef de groother
togin over haar schoondochter:
Hoe vrouwelijk haar uiterlijk wezen
ook gebleven mag rijn, zoo mannelijk is-
haar karakter geworden. Zij is zeer bij
dehand. heeff een heldeT en vèr z:end
verstand en groote politieke begaafd-
li e:d. Zooals van zelf spreekt, hebben
dergelijke sterk geprononceerde persoon
lijkheden ook harde kanten. Haar wil is
sterk als ijzer, zii wordt in baar land
bemind en tegelijk gevreesd. Ik meen
echter, dat dit Voor een regent -lof hetee-
kent.» „Tel."
STAT EK-GËHËRAilL
TWEEDE KAMER.
Vergadering van gisteren
Wijziging artikel 26 Arbeidswet.
Aan de orde is een voorstel om art. 26
der Arbeidswet te wijzigen (verlenging
van den termijn voor 10-urigen arbeids
dag voor 14- en 15-jarigen).
De heer Schaper (S. D.) verklaart
zich tegen dit voorstel dat zeer gewichtig
is en in strijd met den geest van de ar
beidswet. Deze bepaling is niet noodig en
de industrie moet zich bij de Arbeidswet
aanpassen.
De heer Smeenk (A.-R.) zal, met het
oog op de tijdsomstandigheden vóór dit
ontwerp stemmen, maar hij hoopt, dat op
den duur een eind aan deze bepaling zal
komen.
De Minister van Arbeid, de heer A a 1-
berse, heeft ook noode dit voorstel ge
daan. De wijze, waarop deze bepaling tot
nu toe is toegepast, had naar spr.'s oor
deel het vertrouwen van den heer Scha
per verdiend. Van de 6117 overwerkver-
gunningen, die verleend zijn, zijn er
slechts 29 krachtens deze bepaling gege
ven. SpT. heeft nu en dan te kiezen tus-
scken het verleenen van overwerkvergun-
ning, of het stopzetten van het bedrijf. Hij
kiest dan het eerste. Alle vergunningen
worden gegeven voor zeer korten termijn,
en spr. stelt zich telkens op de hoogte van
den toestand. Hoe de toestand over 3 of 6
maanden zal zijn weet niemand, maar
spr. zal het punt steeds ernstig overwe
gen.
Het wetsontwerp wordt goedgekeurd
■met 61 tegen 19 stemmen.
De nieuwe Tarisfwet.
Voortgegaan wordt met de behandeling
van de nieuwe Tariefwet.
Art. 83. (Mangels, waschmachines)
De heer IJ z e r m a n (S. D.) acht het
onbillijk dat deze machines voor huishou
delijk gebruik op 8 pGt. staan. Waarlijk
is het geen pleizier dat men deze machi
nes gebruikt. Hij acht 5 pCt., gelijk als
voor die in de industrie, billijk.
Mevr. B a k k e r-N o r t (V.-D.) verde
digt een volkomen gelijkluidend amende
ment.
De heer Van G ij n (V. B.) wenscht de
belasting voor deze artikelen geheel te
schrappen.
Mej. Meyer (R.-K.) ondersteünt het
amendement Bakker-Nort.
De Min. van Financiën, de heer Go-
lij n is bereid het amendement-Bakker-
Nort over te nemen omdt daarvoor van
alle kanten steun komt.
Het artikel wordt goedgekeurd met 51
tegen 31 stemmen.
Art. 85. (Manufacturen, weefsels, stof
fen, enz.)
De heer Van Gijn (V.B.) wenscht al
lereerst het percentage voor manufactu
ren van 8 op 5 pCt. te brengen. In de
tweede plaats wenscht hij onder de bij
zondere bepalingen ook op te nemen het
ongebleekte katoen ten dienste van ka
toendrukkerijen, ververijen en bleekerïjen
en het wollenflanel ten gebruike bij de
katoensterkerijen.
De Minister zegt, dat verlaging van
het percentage zou beteekenen een vermin
dering van opbrengst met 3 millioen, 3 ton
Feitelijk is dat punt bij de algemeene be
schouwingen afgedaan. Van protectie is
hier geen sprake, want de voorsprong die
Nederland heeft, wordt niet noemens
waard verkleind. Het betrekken van de
bleekerijen in de bijzondere bepalingen
moet spr. afwijzen. Drukkerijen en verve
rijen blijven vrijstelling genieten, omdat
zij daarop reeds vele jaren zijn ingericht.
Het gaat echter niet aan die vrijstelling
uit te breiden tot de bleekerijen. Ware
het niet dat -de drukkerijen en ververijen
reeds jarenlang de vrijstelling hadden,
dan zou spr. er voor zijn ze niet toe te
staan.
Het derde amendement wil spr. wel
overnemen.
Het eerste en tweede amendement-van
Gijn worden verworpen met zitten en op
staan.
Art. 90 (Muziekinstrumenten).
De heer Ter Hall (V. B.) wenscht da
muziekinstrumenten die als gereedschap
zijn te beschouwen van muzikanten, vrij
te stellen.
De Minister laat deze beslissing aan
de Kamer. Het amendement wordt ver
worpen.
Art. 92 (Naai-, brei-, stop- borduurma-
chnies enz.)
Mevr. B a k k e r—N o r t (V.D.) verde
digt een amendement om de naaimachi
nes voor huishoudelijk gebruik op 5 pet.
te laten.
De heer van Gijn (V.B.) wenscht al
leen de machines op salonkastjes te be
lasten en de overige vrij te laten.
De heer IJ z e r m a n (S.D.) verdedigt
een amedement om voor eenvoudige naai
machines de 5 pet. te laten.
Mevr. Bronsvel d—V i t r i n g a (R.-
K.) ondersteunt dit laatste voorstel.
De Minister gevoelt iets voor het
laatste voorstel, dat alleen de eenvoudige
machines waarmede de naaisters haar
brood verdienen, wil .ontlasten. Hij is be
reid dit amendement over te nemen.
Alles te zamen gaat het hier over klei
ne bedragen.
De heer Boon (V.B.) becijfert dat het
voor groote fabrieken geen. kleine bedra
gen meer zijn. Garen, naaimachines en
naalden worden alle belast en dat geeft te
zamen wel een belangrijk bedrag.
Mevr. B a k k e r—N o r t (V.D.) trekt
haar amendement in.
De amendementen die overblijven wor
den bij zitten en opstaan verworpen.
Art. 92 (naalden en spelden).
De heer IJ z e r m a n (S.D.) wenscht
dit artikel op 5 pet. te laten en alleen de
siernaalden enz. op 8 pet. te stellen.
De beer Boon (V.B.) zegt, dat deze
post alweer een verzwaring is voor de
industrie. Hij wenscht alle breimachine-
naalden, zoowel tongen- als hakennaal-
den, vrij te stellen.
De Minister meent dat de naalden,
die de heer Boon bedoelt, al vrij zijn,
maar hij is bereid dit duidelijker in het
artikel tot uitdrukking te brengen. Het
amendement-IJzerman brengt een moei
lijkheid, omdat het niet mogelijk is ver
schil te maken tusschen spelden en sier
spelden.
De beer Boon (V.B.) trekt zijn amen
dement in.
Het amendement-IJzerman wordt ver
worpen.
Art. 93. (Naaldenkokers, enz.)
De heer IJzerman (V.D.) doot een
beroep op de vrouwen der rechterzijde om
UIT DE RADIO WERELD.
Wat cr vanavond te hoeren is
5.05 uur Radio-Paris, 1780 M. Concert.
5.20 Brussel, 265 M. Concert.
7.20 Alle Engelsche stations: Tijd-
sein Big Ben en nieuws.
7.20 Hamburg, 392 M. Concert.
7.50 Londen, 3G5 M. Chelmsford.
1600 M. en andere Engelsche
stations: Een uur met den dich
ter John Masefield.
7.50 Berlijn, 500 M. Concert" en zang
8.20 Alle Engelsche'-stations': Concert
8.35 Brussel, 265 M. Lichte muziek.
9.20 Radio-Paris, 1780 M. Concert.
9.20 Berlijn. 500 M. Dansmuziek.
zijn amendement te steunen, dat hier weer
het percentage op 5 wil brengen. (Gelach)
De Minister zegt, dat de kostbare
soorten niet te onderscheiden zijn van de
goedkoope en hij is dus er tegen dat bet
percentage 5 wordt.
De heer IJ z e r m a n (V.D.) trekt het
dan maar weer in.
Art. 94. (Naturaliën enz.)
De heer Bierema (V.B.) wenscht de
opgezette dieren enz. vrij te laten, gelijk
vroeger het geval was.
De Minister zegt, dat de tellurium's
enz. ook zijn belast en dat deze belasting
dan ook billijk is.
Het amendement wordt verworpen.
Art. 96. (Oliën en vetten, zeepen, reu
zel, enz.)
De heer De Groot (V.B.) wil de oude
rechten op deze artikelen handhaven, om
dat dat artikelen zijn, die niemand kan
missen.
De heer Van der Waerden (S.D.)
wenscht den last op petroleum, benzine en.
aanverwante artikelen terug te brengen tot
het bestaande bedrag. De petroleum is
onmisbaar voor de kleinere luiden en voor
een deel van het platteland.
De Minister zegt, dat deze verhoo
ging zuiver fiskaal is, maar nu ook afge
wezen wordt. De verhoog'ng ral zijn een
cent per liter petroleum. De benzine
dient gedeeltelijk voor luxe. Spr. laat deze
42 millioen gulden niet schieten. Deze
heffing zal niet drukkend zijn, maar zelfs
voor een deel van de weeldeartikelen ge-=
beven worden.
De beide amendementen worden ver
worpen.
Art. 97. (Papier).
De heer Staalman (V.B.) wenscht
alle papier, buiten de algemeene omschrij
ving vaUend, met 5 inplaats van 8 pet. to
belasten.
De heer De Groot (V.B.) wenscht
transfers, waarmede figuren op schilders-
of lakwerk worden overgebracht, vrij te
De Minister neemt dit laatste amen
dement over. Het amendement-Staalman
kan hij niet aanvaarden.
Het amendement-Staalman wordt ver
worpen.
Art. 103. (Rookersbenoodigheden).
De heer Staalman (V.B.) wil de
branders, koppen, doppen, sluitingen en
roeren uitschakelen.
De Minister zegt, dat dat niet kan,
omdat men dan de pijpen in stukken ging
invoeren.
De heer Staalman (V.B.) trekt het
in.
Art. 108. (Schoenen, laarzen, enz.)
De heer Bierema (V.B.) acht de
schoenen een belangrijk artikel, ook voor
de armste "klassen, en wil dus de 5 pet.
daarvoor handhaven.
De heer Fleskens (R.-K.) wil de
vrijsteUing vaü. de klompen laten verval
len. De klompen zijn geen gebruiksmid
del, meent hij. Op het platteland draagt
men klompen en in de steden schoenen.
De klompen-industrie hier te lande heeft
het hard- te verantwoorden en daarom wil
spr. den invoer wat beperken.
De hëer v. d. Heuvel (A.-R.) begrijpt
de verdediging van den heer Fleskens
niet. Hoe kunnen de klompenmakers er
mee gediend zijn, als de klompen niet duur
der zouden worden?
Moet de heffing dienen als invoerver
bod? Spr. kan zich niet met bet amende^
ment vereenigen.
De beer F r u y t i e r (R.-K.) is vóór
het amendement, omdat de buitenlandsche
klompenmakers hier goedkoop het hout
FSUHXËTON
HET OPSCHIETENDE KOREN
j door
RENé BAZIN,
Lid der Fransche Academie
(Eenige geautoriseerde vertaling)
j '~J Dit moet wel met zulke parochianen.
De generaal zocht zijn portemonnaie en
fcoolit er honderd frank uit.
Zeg Michel, wil hem dit briefje voor
EJQ armen ter handstellen. Noem mij
®10t, 't is onnoodig. Ik kom zoo weinig in
mfeneilles en ik moet er toch een kleine
Balmoes laten.
Toen Michel het briefje nam, drukte hij
franii de hand van zijn vader, die onmid-
flollijk hernam:
Je weet, dat ik niet van veel ontboo-
Jsmingen houd. Het is niet noodig mij te
«edanken.... Wat nog? de herstellingen?
ilk heb nu geen tijd meer erover te praten.
Helaas ja, ik heb het u geschreven.
'..H Ja, ik heb gezien, ik heb alles ge-
r1®11- den stal, het dak, de overdaken,
Bdes. Je moet het tot het einde van de
Baand verdagen. Vaarwel.
de Meximieu ging snel vooruit, stap-
m bet rijtuig:
Rijd vlug, Baptist.naar het sta-
van Crobigny.
j: het rijtuigraam' riep hij:
Han men in Corbigïiy auto's huren?
i Ja.
Den volgenden keer zal ik er een hu
ren. De tijd van de victoria is voorbij.
Vaarwel.
Het rijtuig rolde weg onder de beuken
laan, die even verlicht werd door de lan
taarns en dan weder in 't zwartste duister
stond. Dan kromde de weg en het rijtuig
verdween achter de struiken aan den weg.
Onmiddellijk na zijn sober maal ging
Michel naar zijn kamer en droomde luid
op over zijn jeugd, zijn toekomstplannen,
gezeten voor een venster, vanwaar men
een heerlijk gezicht had .op de weelde
rige bosschen in den helderen glans der
maan.
Ik ben bedroefd, dat ik éëne schen
dende hand aan uw schoonheid geslagen
heb.
En zijn hart, dat voor do mensclien ge
sloten bleef, was eindelijk vrij om zich te
luchten.
Eiken, en nog-eens eiken omkappen.
Oude en jonge. Ik kan niet weigeren. Ik
hen geen meester. Het boseh kan aan de
zen gedurigen geldnood niet weerstaan.
Maar moet ik blijven voortgaan met kap
pen, dan is het bosch voor altoos vernield.
En wat blijft er over voor mij? krijn va
der wil zich niet op de hoogte stellen van
verbeteringen, van nieuwe methodes, ont
ginningen, machines. Als ik hem er over
spreek, dan is 't voor later en dan ver
geet bij het. Maar ik zal er hem nog eens
goed over onderhouden bij zijn terugkomst
Liet hij me maar een gedeelte van het
landgoed over, zooals hij mij vroeger be
loofde, dan zou ik wel spoedig weten wat
ik deed. De hoeve van Fonteneilles bij
voorbeeld. Ik zou® leven kunnen, ik zou
werken en de noodige herstellingen doen.
Doch vader overtuigen gaat moeilijk. Zal
ik er ooit in slagen? MisschienZio-
hier wat ik zal doen.
De jonge man droomde voort en ont
wierp toekomstplannen. Zijn vader was
een echte militair. Hij handelde steeds
vlug en snel, zonder rijp nadenken. Ge
durig was hij in beweging om te hande
len en vooruit te draven, doch hij wist
de zaken niet op tijd te wegen en te wik
ken. Uitstel bij hem was verloren» tijd. Als
militair genoot hij geen familieleven en
ook kende hij geen hartelijke gevoelens.
Zoo kenden vader en zoon elkander bitter
weinig.
Philippe de Meximieu had flink en snel
een mooie militaire- loopbaan doorloopen.
Hij was dan ook vóór alles militair, want
toen zijn vrouw, geboren Benoite de Mag-
ny, hem niet naar Afrika wilde volgen,
nam hij toch zijn bevordering aan en bleef
er tien jaren aan het hoofd, der jagers.
Deze lange afwezigheid vervreemden va
der en zoon, die heelemaal niet in de wieg
gelegd scheen om de militaire loopbaan
te omhelzen. Ook zijn moeder maakte er
hem afkeerig van. En zijn opvoeding leid
de hem op geheel andere wegen. Eindelijk
nam hij het besluit zich op den landbouw
toe te leggen. Hiermede volgde hij ook
het spoor van eenige zijner voorouders,
die zich steeds .bezig hadden gehouden
met bosch- en akkerontginningen. Hij vol
tooide zijn studie aan de landbouwschool
der Broeders van de Christenschol^n te
Beauvais. Na zijn soldatendienst vestigde
hij zich voor goed in 1900 te Corbigny,
waar hij zich spoedig thuis gevoelde. Vijf
jaren waren voorbijgegaan. Wat een op
offeringen. Wat een ontwerpen. Hij had
zich op de hoogte gesteld van zijn bedrijf.
En hij had berekend en uitgecijferd, wat
het landgoed bij goed beheer zou kunnen
opbrengen. Doch telkens kwam de Mexi
mieu met zijn geldnooden, die alle plannen
in duigen deden storten. Hoe goecL had dit
kapitaal op het kasteel zelf niet kunnen
gebruikt worden
Ook zijn moeder hield niet van het lan
delijk leven. Zij voelde noch begreep er
de schoonheid en de heerlijkheid van. Op
haar kon hij ook weinig steunen om zijn
plannen uit te voeren.
Slechts een paar maal was zij in Fon-
'teillcs geweest. En treurig keek Michel
over de bosschen, waarover de maau zil-
verde, en hij dacht over de zingende
houthakkers, die den generaal, den af
stammeling van een feodaal ras, uitdaag
den en kreten van haat door Imt bosch
hadden doen weergalmen.
Nuttig tot wat? fluisterde hij. Ik ben
niet hier gekomen om mij op te sluiten,
om er te leven en om er verlaten te ster
ven; ik heb steeds gewild en wil nog het
mijne er toe bijdragen om de landarbei
ders te verheffen. Ik wil hun lot verbeteren
en hen tevens verwijderd honden van de
nieuwe geluiden, die door de lucht gaan.
En ondanks hun opstand, hun haat, wil
ik hun toebehooren. Het moet. Ik houd
van hen.
De nacht was kalm en zacht, want de
westenwind had zich gelegd.
Op eenige honderden meters van het
venster, waar Michel droomde, lag een
gehucht vau eenige huizen. Hier ook
droomde -ecu man, een arme drommel.
Het was Gilbert Gloquet, die droomde
over zijn ellenden, zijn geldzorgen, de ver
kwistingen van zijn dochter, zijn werk bij
Michel, die hem weder een voorschot ge
geven had en waarvan hij de helft aan
zijn dochter zou geven.
De arbeider lag in bed te woelen; de
sobere gedachten lieten hem niet los.
Lange uren bleef hij wakend-denkend.Hij
hoorde hanengekraai, hondengeblaf, een
geloei van koeien.Dan weder een dood-
sclie stille.
v Steeds ging de arme man voort met zijn
overpeinzingen: Daar is niemand, die zich
•om mijn lot bekommert, buiten mijnheer
Michel, die mij zooveel mogelijk onder
steunt; en toch hij behoort tot den adel en
zij zeggen, dat de edelen nie(s waard zijn
II.
Het zedelijk leven van een armen man.
Gilbert Cloquet was in de jaren GO ter
school geweest bij den dorpsonderwijzer,
die hem had leeren lezen en schrijven.
Ook had hij een goed christelijk onder
wijs genoten. En toen hij zijn eerste H.
Communie 'gedaan had, zei moeder Cle-
quet:
Thans ben je groot, mijn Gilbert, je
bent elf jaar en je moet beginnen je brood
zelf te verdienen. Hoewel het me erg spijt
je van mij te scheiden, zullen wij naar
Bazolles gaan om je te verhuren.
(Wordt vervolgd.)