Tweede Blad Hst reclit der motos muziek. i i Donderdag 30 October 1924 Voor eon paar weken gaven we het voor nemen te kennen, over het recht der piodeme muziek oni gehoord to worden een en ander in het midden te zullen (hengen. Leerzaam is het, vooraf nog een en ider te vertellen over Beethoven's Vierde Jpiaiio-Concert, in G.-dur, dat heden avond te Leiden zal worden uitge roerd. Dit werk, dat, zooals men weet, de grens pvtr Sympihonie nadert, werd pl.m. 1805 ge componeerd. ïoch werd het eersit in 1808 uitgegeven. Beethoven, de man van slordig jjchrift, slordige taal, slordige kleeding, plordige omgangsvormen, was bij het af werken zijner composities uiterst correct: 'geen nont te veel of te weinig en alles op de juiste plaats. Jarenlang bleef hij aan lommige werken veranderen, totdat hij ze jjefinitief aan den drukker gaf. Het G-dur-concert was dus betrekkelijk )g al vlug klaar. In April 1807 was het voor den eer aten keer uitgevoerd in het paleis van Vorst Lobkowitz voor een kleinen kring muziek liefhebbers. Ik heb er niet achter kunnen len, of de uitvoering een succes is ge- ...jst. Een tweede uitvoering volgden in December 1808. Daarna werd het tijdens Reelhovens leven niet meer gespeeld. Wat kan daarvan de oorzaak zijn? Vermoedelijk heeft het werk geen waar- peering gevonden en is het den (tijdgenoot .nietszeggend voorbijgegaan, uitgezonderd natuurlijk enkelingen die verder zagen dan hun neus lang was. Het is niet ondenkbaar dat men de vrij wel doorloopend lyrische stemming vaq het werk niet heefit kunnen begrijpen. Reeds toen was men van Beethoven ge woon, dat er in zijn werken conflicten woelden, dat er soms een geweldig drama tische kracht in werkte. Ook deze werd evenwel niat altijd aangevoeld en gewaar deerd. In het G-dur-concert is evenwel alles poëzie, alles innigheid, terwijl bijv. het yivace zeldzaam geestig en sChalksch is. We ontmoeten hét werk voor liet eerst weer op hat programma van het Gewaud- haus te Leipzig op 3 Nov. 1836, daarna nogmaals in 1837. terwijl het 14 Jan. 1841 Verd herhaald. Telkenmale werd het ge speeld door Mendelsohn-Barbholdy, .,be- geistert und begeisternd" zooals Schumann in zijn Verzamelde geschriften" getuigit. men weet was Mendelsohn een fijnzinnig keurder van vergeten schoon heid. Men weet dat hij ook voor 't eerst aa 100 jaren de Mattheüspassion van {Bacli uitvoerde. Na zijn uitvoeringen zijn werken nooit meer van het program ma verdwenen. In de geschriften van Schumann vind nog een dagboek notitie van de toenmalige zangeres Henriëtte Voigt. Zij schrijft 3 Nov. 1836. ..Heden speelde Mendelsohn bet G-dur-concert van Beethoven met een meesterschap en volmaaktheid, die allen medesleepte. Ik had een gevoel als zelden In dit. leven en ik zat daar bijna ademloos, ronder een lid te verroeren. *uit vree3 voor Jk veroorzaken van stoornis. O. de angst. $at ik bij het einde met mensclien moest praten en domme en scheeve opmerkingen en oordeelvellingen zou moeten hooren. Ik moest de zaal verlaten en mij in de fris- ache lucht begeven." Er schijnt met de beoordeeling van 't G-dur-concert iets niet in den baak te zijn reest; maar een dertig jaar later als romantische idealen van Schumann en Mendelsohn 't muzikale leven beheerschen, yindt Beei'hoven eindelijk erkenning. De zelfde Henriette Voigt schrijft 31 lug. 1836 de volgende passage: „Ik kan het niet helpen; ik zie het het tegenwoordig drijven en jagen der- muziek slechts als een overgangsperiode, waaruit ?leh iets beters en klaarders moet ontwik kelen bet is een strijden en worstelen en de zege is nog ver." Do zelfde woorden zou men haar thans weer kunnen nazeggen. De muziek ver keert in een overgangsperiode. Nog altijd hooren wij gaarne de oude muziek, vooral die van genieën als Mo zant en Beethoven. Het gaat met muziek als met wijn en sigaren. De elecht-e kwaliteiten zijn voor spoedig gebruik en verbruik geschikt en verdwijnen evengauw als ze gekomen zijn. De goede kwaliteiten kunnen door den tijd slechts winnen aan smaak en gehalte. Maar ze blijven soms langer dan noodig en wenscbelijk is aan 't gebruik onttrok ken. Ik gaf onmiddellijk toe dat mijn verge lijking slechts voor een derde (toepasse lijk is. Muziek van zeer groote verdienste wordt bij haar eerste ontslaan gewoon lijk niet begrepen. De oudere muziek uit een vroegere periode vindt meer waardee ring en begrip. 'it. Is eigenlijk heel verklaarbaar Muziek is de onzinnelijkste der kunsten. Zij werkt niet met zinnelijke vormen, kleuren, begrippen. Bouwkunst, beeld houwkunst. schilderkunst, dichtkunst, het is alles materiëeler dan de muziek. Muziek is veel minder material, vrij uitstroo mend innerlijk gevoel Zelfs is muziek, die niet meer is dan een echo der naituurstom men, geen ware muziek meer. Er is geen kunsit, waariu men minder steUigheid vindt. En nu deuk ik voorloopig alleen aan instrumentale muziek, waarbij geen eomhinat:es met bet woord plaats vinden. De meeste stelligheid heefit voor ons muziek, die men veel gehoord heeft of wel die, welke men. ze voor het eerst boo- rende onmiddellijk onder de oudere mu ziek kan rangschikken. Het karakter der melodieën, de volgorde der verschillende onderdooien, de leidende lijnen, niet min der de" opvatting van harmonie en contra punt, geheel de muzikale sfeer is zoodanig' de onze geworden,, dat we er ons onmid- deUijk in thuis gevoelen. N. J. H. S. - (Wordt vervolgd.) Z. Em. Kardinaa' van Rossum en het R. K. Vakbureau. Het R. K. Vakbureau heeft het volgende schrijven ontvangen: Rome, Paleis der Propaganda, 25 October 1924. Aan het Bureau van de R. K. Vak organisatie te Utrecht, Gedurende de afwezigheid van Z. Em. Kardinaal Van Rossum werd alhier ont vangen het 14e jaarverslag van ITw Bu reau. Zijne Eminentie draagt mij op, U daarvoor nog Hoogdeszelfs bi'jzonderen da uk te betuigen. Met groote belangstelling doorleest de Kardinaal telleen jare Uw verslag, omdat Hem het welzijn der arbeidende klasse, hetwelk uit Uwe organisatie geboren wordt, zoo innig ter harte gaat. Ofschoon het scheiden van zoovele leden uit de R. K. Vakorganisatie dit jaar weer een zwart punt is, omdat daaruit blijkt, dat vele Roomsche vakarbeiders nog niet geleid worden door hoogere- beginselen, heeft van den anderen kant die afschei ding toch iets bemoedigends, omdat al weer blijkt, dat. er toch nog honderddui zend zijn, die wel voor hoogere belangen strijden, en verder omdat na de zuivering de Vakorganisatie sterker staat; want on deugdelijke elementen brengen meer na- dan voordeel en verzwakken de organisa tie. Intusschen wekt Z. Em. TT op. met groot vertrouwen op God op den ingeslagen weg voort te gaan en meer en meer de ar beiders er" toe te brengen, dat zij de eco- nonv'sche goederen wel als middelen, maar dan ook niet meer als middelen beschou wen, welke hen en hun 'huisgezin en hun ne nakomelingschap moeten voeren tot on eindig kostbaarder goederen voor dit en vooral voor het andere leven. Z. Em. zegent U en Uw werk van harte en b'dt en vertrouwt, dat. deze Zegen het onderpand moge wezen van overvloedige hemelsche zegeningen. Met ware hoogachting verblijf ik UEd.'s dienstwillige dienaar in Chris to, JOS. MARIA DREHMANS C.sü.R. De karaktertrekken van Koningin Wi l helm ina. Groothertogin Marie van Mecklenburg over haar sohoondoebter. Niemand zal willen beweren, dat de mé moires vau de Mecklenburgsohe hofdame Paula von Bülow, geboren gravin Von Lmde, die dezer dagen het licht zagen, een bijzondere plaats innemen in de o ver- rijke raémoiren-literatuur der laatste ja ren. Wat „die Reiohstante" zij dankt dezen naam aan den invloed, dien zij tij dens het kanselier schap van den vorst v. Biilow uitoefende als eigen ervaring vertelt, is nogal zoetsappig. Daarentegen zijn van interesse enkele aan haar gerichte brieven, die zij publi ceert. Daaronder zijn er twee van de groot hertogin Marie von Mecklenburg, dlie be trekking hebben op onze koningin., In den eersten brief zegt. de groothertogin over Koningin Wil hel mi na, naar aanleiding van het huwelijk van Prins Hendrik, waardoor zij de schoonmoeder van onze Koningin werd: ..Koningin Wil'helmina is tamelijk klein, heeft een mooi, f'jn profiel; met een zeer vast en resoluut karakter ver- een'gt zij groote vrouwelijkheid en liefe lijkheid". "Vijftien jaar later schreef de groother togin over haar schoondochter: Hoe vrouwelijk haar uiterlijk wezen ook gebleven mag rijn, zoo mannelijk is- haar karakter geworden. Zij is zeer bij dehand. heeff een heldeT en vèr z:end verstand en groote politieke begaafd- li e:d. Zooals van zelf spreekt, hebben dergelijke sterk geprononceerde persoon lijkheden ook harde kanten. Haar wil is sterk als ijzer, zii wordt in baar land bemind en tegelijk gevreesd. Ik meen echter, dat dit Voor een regent -lof hetee- kent.» „Tel." STAT EK-GËHËRAilL TWEEDE KAMER. Vergadering van gisteren Wijziging artikel 26 Arbeidswet. Aan de orde is een voorstel om art. 26 der Arbeidswet te wijzigen (verlenging van den termijn voor 10-urigen arbeids dag voor 14- en 15-jarigen). De heer Schaper (S. D.) verklaart zich tegen dit voorstel dat zeer gewichtig is en in strijd met den geest van de ar beidswet. Deze bepaling is niet noodig en de industrie moet zich bij de Arbeidswet aanpassen. De heer Smeenk (A.-R.) zal, met het oog op de tijdsomstandigheden vóór dit ontwerp stemmen, maar hij hoopt, dat op den duur een eind aan deze bepaling zal komen. De Minister van Arbeid, de heer A a 1- berse, heeft ook noode dit voorstel ge daan. De wijze, waarop deze bepaling tot nu toe is toegepast, had naar spr.'s oor deel het vertrouwen van den heer Scha per verdiend. Van de 6117 overwerkver- gunningen, die verleend zijn, zijn er slechts 29 krachtens deze bepaling gege ven. SpT. heeft nu en dan te kiezen tus- scken het verleenen van overwerkvergun- ning, of het stopzetten van het bedrijf. Hij kiest dan het eerste. Alle vergunningen worden gegeven voor zeer korten termijn, en spr. stelt zich telkens op de hoogte van den toestand. Hoe de toestand over 3 of 6 maanden zal zijn weet niemand, maar spr. zal het punt steeds ernstig overwe gen. Het wetsontwerp wordt goedgekeurd ■met 61 tegen 19 stemmen. De nieuwe Tarisfwet. Voortgegaan wordt met de behandeling van de nieuwe Tariefwet. Art. 83. (Mangels, waschmachines) De heer IJ z e r m a n (S. D.) acht het onbillijk dat deze machines voor huishou delijk gebruik op 8 pGt. staan. Waarlijk is het geen pleizier dat men deze machi nes gebruikt. Hij acht 5 pCt., gelijk als voor die in de industrie, billijk. Mevr. B a k k e r-N o r t (V.-D.) verde digt een volkomen gelijkluidend amende ment. De heer Van G ij n (V. B.) wenscht de belasting voor deze artikelen geheel te schrappen. Mej. Meyer (R.-K.) ondersteünt het amendement Bakker-Nort. De Min. van Financiën, de heer Go- lij n is bereid het amendement-Bakker- Nort over te nemen omdt daarvoor van alle kanten steun komt. Het artikel wordt goedgekeurd met 51 tegen 31 stemmen. Art. 85. (Manufacturen, weefsels, stof fen, enz.) De heer Van Gijn (V.B.) wenscht al lereerst het percentage voor manufactu ren van 8 op 5 pCt. te brengen. In de tweede plaats wenscht hij onder de bij zondere bepalingen ook op te nemen het ongebleekte katoen ten dienste van ka toendrukkerijen, ververijen en bleekerïjen en het wollenflanel ten gebruike bij de katoensterkerijen. De Minister zegt, dat verlaging van het percentage zou beteekenen een vermin dering van opbrengst met 3 millioen, 3 ton Feitelijk is dat punt bij de algemeene be schouwingen afgedaan. Van protectie is hier geen sprake, want de voorsprong die Nederland heeft, wordt niet noemens waard verkleind. Het betrekken van de bleekerijen in de bijzondere bepalingen moet spr. afwijzen. Drukkerijen en verve rijen blijven vrijstelling genieten, omdat zij daarop reeds vele jaren zijn ingericht. Het gaat echter niet aan die vrijstelling uit te breiden tot de bleekerijen. Ware het niet dat -de drukkerijen en ververijen reeds jarenlang de vrijstelling hadden, dan zou spr. er voor zijn ze niet toe te staan. Het derde amendement wil spr. wel overnemen. Het eerste en tweede amendement-van Gijn worden verworpen met zitten en op staan. Art. 90 (Muziekinstrumenten). De heer Ter Hall (V. B.) wenscht da muziekinstrumenten die als gereedschap zijn te beschouwen van muzikanten, vrij te stellen. De Minister laat deze beslissing aan de Kamer. Het amendement wordt ver worpen. Art. 92 (Naai-, brei-, stop- borduurma- chnies enz.) Mevr. B a k k e r—N o r t (V.D.) verde digt een amendement om de naaimachi nes voor huishoudelijk gebruik op 5 pet. te laten. De heer van Gijn (V.B.) wenscht al leen de machines op salonkastjes te be lasten en de overige vrij te laten. De heer IJ z e r m a n (S.D.) verdedigt een amedement om voor eenvoudige naai machines de 5 pet. te laten. Mevr. Bronsvel d—V i t r i n g a (R.- K.) ondersteunt dit laatste voorstel. De Minister gevoelt iets voor het laatste voorstel, dat alleen de eenvoudige machines waarmede de naaisters haar brood verdienen, wil .ontlasten. Hij is be reid dit amendement over te nemen. Alles te zamen gaat het hier over klei ne bedragen. De heer Boon (V.B.) becijfert dat het voor groote fabrieken geen. kleine bedra gen meer zijn. Garen, naaimachines en naalden worden alle belast en dat geeft te zamen wel een belangrijk bedrag. Mevr. B a k k e r—N o r t (V.D.) trekt haar amendement in. De amendementen die overblijven wor den bij zitten en opstaan verworpen. Art. 92 (naalden en spelden). De heer IJ z e r m a n (S.D.) wenscht dit artikel op 5 pet. te laten en alleen de siernaalden enz. op 8 pet. te stellen. De beer Boon (V.B.) zegt, dat deze post alweer een verzwaring is voor de industrie. Hij wenscht alle breimachine- naalden, zoowel tongen- als hakennaal- den, vrij te stellen. De Minister meent dat de naalden, die de heer Boon bedoelt, al vrij zijn, maar hij is bereid dit duidelijker in het artikel tot uitdrukking te brengen. Het amendement-IJzerman brengt een moei lijkheid, omdat het niet mogelijk is ver schil te maken tusschen spelden en sier spelden. De beer Boon (V.B.) trekt zijn amen dement in. Het amendement-IJzerman wordt ver worpen. Art. 93. (Naaldenkokers, enz.) De heer IJzerman (V.D.) doot een beroep op de vrouwen der rechterzijde om UIT DE RADIO WERELD. Wat cr vanavond te hoeren is 5.05 uur Radio-Paris, 1780 M. Concert. 5.20 Brussel, 265 M. Concert. 7.20 Alle Engelsche stations: Tijd- sein Big Ben en nieuws. 7.20 Hamburg, 392 M. Concert. 7.50 Londen, 3G5 M. Chelmsford. 1600 M. en andere Engelsche stations: Een uur met den dich ter John Masefield. 7.50 Berlijn, 500 M. Concert" en zang 8.20 Alle Engelsche'-stations': Concert 8.35 Brussel, 265 M. Lichte muziek. 9.20 Radio-Paris, 1780 M. Concert. 9.20 Berlijn. 500 M. Dansmuziek. zijn amendement te steunen, dat hier weer het percentage op 5 wil brengen. (Gelach) De Minister zegt, dat de kostbare soorten niet te onderscheiden zijn van de goedkoope en hij is dus er tegen dat bet percentage 5 wordt. De heer IJ z e r m a n (V.D.) trekt het dan maar weer in. Art. 94. (Naturaliën enz.) De heer Bierema (V.B.) wenscht de opgezette dieren enz. vrij te laten, gelijk vroeger het geval was. De Minister zegt, dat de tellurium's enz. ook zijn belast en dat deze belasting dan ook billijk is. Het amendement wordt verworpen. Art. 96. (Oliën en vetten, zeepen, reu zel, enz.) De heer De Groot (V.B.) wil de oude rechten op deze artikelen handhaven, om dat dat artikelen zijn, die niemand kan missen. De heer Van der Waerden (S.D.) wenscht den last op petroleum, benzine en. aanverwante artikelen terug te brengen tot het bestaande bedrag. De petroleum is onmisbaar voor de kleinere luiden en voor een deel van het platteland. De Minister zegt, dat deze verhoo ging zuiver fiskaal is, maar nu ook afge wezen wordt. De verhoog'ng ral zijn een cent per liter petroleum. De benzine dient gedeeltelijk voor luxe. Spr. laat deze 42 millioen gulden niet schieten. Deze heffing zal niet drukkend zijn, maar zelfs voor een deel van de weeldeartikelen ge-= beven worden. De beide amendementen worden ver worpen. Art. 97. (Papier). De heer Staalman (V.B.) wenscht alle papier, buiten de algemeene omschrij ving vaUend, met 5 inplaats van 8 pet. to belasten. De heer De Groot (V.B.) wenscht transfers, waarmede figuren op schilders- of lakwerk worden overgebracht, vrij te De Minister neemt dit laatste amen dement over. Het amendement-Staalman kan hij niet aanvaarden. Het amendement-Staalman wordt ver worpen. Art. 103. (Rookersbenoodigheden). De heer Staalman (V.B.) wil de branders, koppen, doppen, sluitingen en roeren uitschakelen. De Minister zegt, dat dat niet kan, omdat men dan de pijpen in stukken ging invoeren. De heer Staalman (V.B.) trekt het in. Art. 108. (Schoenen, laarzen, enz.) De heer Bierema (V.B.) acht de schoenen een belangrijk artikel, ook voor de armste "klassen, en wil dus de 5 pet. daarvoor handhaven. De heer Fleskens (R.-K.) wil de vrijsteUing vaü. de klompen laten verval len. De klompen zijn geen gebruiksmid del, meent hij. Op het platteland draagt men klompen en in de steden schoenen. De klompen-industrie hier te lande heeft het hard- te verantwoorden en daarom wil spr. den invoer wat beperken. De hëer v. d. Heuvel (A.-R.) begrijpt de verdediging van den heer Fleskens niet. Hoe kunnen de klompenmakers er mee gediend zijn, als de klompen niet duur der zouden worden? Moet de heffing dienen als invoerver bod? Spr. kan zich niet met bet amende^ ment vereenigen. De beer F r u y t i e r (R.-K.) is vóór het amendement, omdat de buitenlandsche klompenmakers hier goedkoop het hout FSUHXËTON HET OPSCHIETENDE KOREN j door RENé BAZIN, Lid der Fransche Academie (Eenige geautoriseerde vertaling) j '~J Dit moet wel met zulke parochianen. De generaal zocht zijn portemonnaie en fcoolit er honderd frank uit. Zeg Michel, wil hem dit briefje voor EJQ armen ter handstellen. Noem mij ®10t, 't is onnoodig. Ik kom zoo weinig in mfeneilles en ik moet er toch een kleine Balmoes laten. Toen Michel het briefje nam, drukte hij franii de hand van zijn vader, die onmid- flollijk hernam: Je weet, dat ik niet van veel ontboo- Jsmingen houd. Het is niet noodig mij te «edanken.... Wat nog? de herstellingen? ilk heb nu geen tijd meer erover te praten. Helaas ja, ik heb het u geschreven. '..H Ja, ik heb gezien, ik heb alles ge- r1®11- den stal, het dak, de overdaken, Bdes. Je moet het tot het einde van de Baand verdagen. Vaarwel. de Meximieu ging snel vooruit, stap- m bet rijtuig: Rijd vlug, Baptist.naar het sta- van Crobigny. j: het rijtuigraam' riep hij: Han men in Corbigïiy auto's huren? i Ja. Den volgenden keer zal ik er een hu ren. De tijd van de victoria is voorbij. Vaarwel. Het rijtuig rolde weg onder de beuken laan, die even verlicht werd door de lan taarns en dan weder in 't zwartste duister stond. Dan kromde de weg en het rijtuig verdween achter de struiken aan den weg. Onmiddellijk na zijn sober maal ging Michel naar zijn kamer en droomde luid op over zijn jeugd, zijn toekomstplannen, gezeten voor een venster, vanwaar men een heerlijk gezicht had .op de weelde rige bosschen in den helderen glans der maan. Ik ben bedroefd, dat ik éëne schen dende hand aan uw schoonheid geslagen heb. En zijn hart, dat voor do mensclien ge sloten bleef, was eindelijk vrij om zich te luchten. Eiken, en nog-eens eiken omkappen. Oude en jonge. Ik kan niet weigeren. Ik hen geen meester. Het boseh kan aan de zen gedurigen geldnood niet weerstaan. Maar moet ik blijven voortgaan met kap pen, dan is het bosch voor altoos vernield. En wat blijft er over voor mij? krijn va der wil zich niet op de hoogte stellen van verbeteringen, van nieuwe methodes, ont ginningen, machines. Als ik hem er over spreek, dan is 't voor later en dan ver geet bij het. Maar ik zal er hem nog eens goed over onderhouden bij zijn terugkomst Liet hij me maar een gedeelte van het landgoed over, zooals hij mij vroeger be loofde, dan zou ik wel spoedig weten wat ik deed. De hoeve van Fonteneilles bij voorbeeld. Ik zou® leven kunnen, ik zou werken en de noodige herstellingen doen. Doch vader overtuigen gaat moeilijk. Zal ik er ooit in slagen? MisschienZio- hier wat ik zal doen. De jonge man droomde voort en ont wierp toekomstplannen. Zijn vader was een echte militair. Hij handelde steeds vlug en snel, zonder rijp nadenken. Ge durig was hij in beweging om te hande len en vooruit te draven, doch hij wist de zaken niet op tijd te wegen en te wik ken. Uitstel bij hem was verloren» tijd. Als militair genoot hij geen familieleven en ook kende hij geen hartelijke gevoelens. Zoo kenden vader en zoon elkander bitter weinig. Philippe de Meximieu had flink en snel een mooie militaire- loopbaan doorloopen. Hij was dan ook vóór alles militair, want toen zijn vrouw, geboren Benoite de Mag- ny, hem niet naar Afrika wilde volgen, nam hij toch zijn bevordering aan en bleef er tien jaren aan het hoofd, der jagers. Deze lange afwezigheid vervreemden va der en zoon, die heelemaal niet in de wieg gelegd scheen om de militaire loopbaan te omhelzen. Ook zijn moeder maakte er hem afkeerig van. En zijn opvoeding leid de hem op geheel andere wegen. Eindelijk nam hij het besluit zich op den landbouw toe te leggen. Hiermede volgde hij ook het spoor van eenige zijner voorouders, die zich steeds .bezig hadden gehouden met bosch- en akkerontginningen. Hij vol tooide zijn studie aan de landbouwschool der Broeders van de Christenschol^n te Beauvais. Na zijn soldatendienst vestigde hij zich voor goed in 1900 te Corbigny, waar hij zich spoedig thuis gevoelde. Vijf jaren waren voorbijgegaan. Wat een op offeringen. Wat een ontwerpen. Hij had zich op de hoogte gesteld van zijn bedrijf. En hij had berekend en uitgecijferd, wat het landgoed bij goed beheer zou kunnen opbrengen. Doch telkens kwam de Mexi mieu met zijn geldnooden, die alle plannen in duigen deden storten. Hoe goecL had dit kapitaal op het kasteel zelf niet kunnen gebruikt worden Ook zijn moeder hield niet van het lan delijk leven. Zij voelde noch begreep er de schoonheid en de heerlijkheid van. Op haar kon hij ook weinig steunen om zijn plannen uit te voeren. Slechts een paar maal was zij in Fon- 'teillcs geweest. En treurig keek Michel over de bosschen, waarover de maau zil- verde, en hij dacht over de zingende houthakkers, die den generaal, den af stammeling van een feodaal ras, uitdaag den en kreten van haat door Imt bosch hadden doen weergalmen. Nuttig tot wat? fluisterde hij. Ik ben niet hier gekomen om mij op te sluiten, om er te leven en om er verlaten te ster ven; ik heb steeds gewild en wil nog het mijne er toe bijdragen om de landarbei ders te verheffen. Ik wil hun lot verbeteren en hen tevens verwijderd honden van de nieuwe geluiden, die door de lucht gaan. En ondanks hun opstand, hun haat, wil ik hun toebehooren. Het moet. Ik houd van hen. De nacht was kalm en zacht, want de westenwind had zich gelegd. Op eenige honderden meters van het venster, waar Michel droomde, lag een gehucht vau eenige huizen. Hier ook droomde -ecu man, een arme drommel. Het was Gilbert Gloquet, die droomde over zijn ellenden, zijn geldzorgen, de ver kwistingen van zijn dochter, zijn werk bij Michel, die hem weder een voorschot ge geven had en waarvan hij de helft aan zijn dochter zou geven. De arbeider lag in bed te woelen; de sobere gedachten lieten hem niet los. Lange uren bleef hij wakend-denkend.Hij hoorde hanengekraai, hondengeblaf, een geloei van koeien.Dan weder een dood- sclie stille. v Steeds ging de arme man voort met zijn overpeinzingen: Daar is niemand, die zich •om mijn lot bekommert, buiten mijnheer Michel, die mij zooveel mogelijk onder steunt; en toch hij behoort tot den adel en zij zeggen, dat de edelen nie(s waard zijn II. Het zedelijk leven van een armen man. Gilbert Cloquet was in de jaren GO ter school geweest bij den dorpsonderwijzer, die hem had leeren lezen en schrijven. Ook had hij een goed christelijk onder wijs genoten. En toen hij zijn eerste H. Communie 'gedaan had, zei moeder Cle- quet: Thans ben je groot, mijn Gilbert, je bent elf jaar en je moet beginnen je brood zelf te verdienen. Hoewel het me erg spijt je van mij te scheiden, zullen wij naar Bazolles gaan om je te verhuren. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1924 | | pagina 3