Hoestsiropen
r Be heer Knuttel: Bes te erger
r Be heer van E ck wil daarom het
blaadje niet al te ernstig nemen. Spr.
beeft van den burgemeester vernomen,
idat dit blaadje was toegezonden met ver-
teoek 052 het uit te reiken aan de Raads
leden. Be burgemeester bad van den in
houd geen nota genomen, doch het blaadje
Idoen doorzenden.
Spr. neemt 'het den burgemeester niet
kwalijk, dat hij het niet gelezen heeft; hij
kon zijn tijd wel beter gebruiken.
Toch is de zaak daarmee niet afgedaan
Als stukken van tegenovergestelden in
houd waren toegezonden, b.v. met on
waardige taal over bet Oranjehuis, waren
idie dan ook doorgezonden? Of wanneer
het betrof de aansporing tot strafbare da
lden?
De heer Knuttel: Of reclame voor
Blue-Band.
De heer v. E c k wijst er verder op, dat.
b.v. een ernstig tooneelstuk „Allerzielen"
niet mag opgevoerd worden, om een deel
Ider ingezetenen te kwetsen, en meer der
gelijke dingen. Bat is toch wel in tegen
spraak met de onderhavige daad van B.
ten W.
Nu heeft een der plaatselijke bladen,
Be Leidsche Courant, geschreven:
hè, we dachten, dat de S.B.A.P. tegen
teensuur was. Spr. is inderdaad tegen
teensuur. Als iemand van meening is, dat
b.v. de rooden gespuis zijn, dan mag bij
'dat gerust schrijven en verspreiden.
Doch spr. is er tegen, dat dit stuk als
dienstbrief wordt rondgezonden. Het gaat
niet aan, dat stukken, die niets met de
gemeentezaak te maken hebben en bo
vendien beleedigend zijn voor een deel
Van de inwoners der gemeente, officieel
worden rondgezonden. Daarom wil spr.
Vragen, op welke wijze B. en W. een her
haling van het gebeurde zullen voorkomen
Be Voorz. beeft zich verbaasd over
hetgeen de heer v. Eek gezegd heeft. Spr.
heeft niets anders dan zijn plicht gedaan:
Spr. is verplicht een brief aan den Raad,
al is bij nog zoo gek en al staat er nog
zooveel nonsens in, door te zenden aan
ide leden. Iedere brochure, die komt,
wordt door spr. doorgezonden. Dat ge
beurt toch ook bij de leden der Eerste en
Tweede Kamer.
Spr. kan op zijn woord van eer de ver
teekering geven: als het hier een stuk be
trof van een andere richting, had spr.
evenzoo gehandeld. Of wil de Raad een
motie aannemen, stukken voor den Raad
bestemd, niet meer te verzenden, maar in
de leeskamer ter lezing te leggen?
Spr. heeft niets gedaan dan zijn plicht,
idien de Wet hem oplegt, gevolgd.
Doch stel nu eens het omgekeerde ge
val. Als spr. stukken, die hij ontvangen
had, eens niet had doorgezonden, dan
hadden de Raadsleden het recht gehad te
vragen: Waarom hebt u ze achtergehou
den?
De heer v. E c k is niet voldaan door
het antwoord van den Voorzitter. Het
standpunt van den Voorzitter is onhoud
baar. Als het eens algemeen bekend werd,
izou het best kunnen, dat op die wijze al
lerlei reclame werd toegezonden om gra
tis door te zenden aan de Raadsleden.
Zoo ook, wanneer het opruiende ge
schriften betreft. Spr. zou niet willen,
dat de Voorz. censuur oefende, doch wel
dat hij zich afvroeg: staat het met het
belang der gemeente in verband?
Als de Voorz. het stuk ter visie had
gelegd in de leeskamer, had niemand daar
aanstoot aan genomen. Het heeft een on-
aangenamen indruk op spr. en zijn par
tijgenooten gemaakt, dat dit stuk is door
gezonden en bovendien zou het, wanneer
bet algemeen bekend werd, een onhoud
bare toestand worden.
De Voorz. gelooft dat hij niet eer
lijker en billijker kan doen dan door al
les, wat hem toegezonden wordt voor de
Raadsleden, ook inderdaad rond te zen
den, zooals dat ook bij de Eerste en Twee
de Kamer gewoonte is.
De heer Dubbeldeman zou willen,
dat de Anti-Revolutionairen en de Cliris-
telijk-Historischen, uit den kring wier
Jongeren dit voorkomt, eens verklaarden,
of zij den inhoud van dit blaadje met uit
drukkingen als „rood gespuis" voor hun
rekening nemen.
De Voorz. zegt, dat deze zaak niet
aan de orde is; het gaat alleen maar om
de doorzending door B. en W.
De heer Z'uidema wff naar aanleiding
van da woorden van den heer Dubbelde
man uiteenzetten, dat het een onbewezen
beschuldiging is, dat het onderhavige ge
schrift van partijgenooten van spr. afkom
stig zou zijn.
Wel wil spr. verklaren, dat het op hem
een oubenulligen, onbeduidenden indruk
beeft gemaakt en dat er onbehoorlijke
uitdrukkingen in voorkomen.
Toch kan spr. wel weer begrijpen, aan
gezien hij uit den aard van zijn werk
veel met de socialistische pers in aanra
king komt, dat ook aan den anderen kant
jongelieden het hoofd kwijt raken en din
gen neerschrijven, die noodt gedrukt moes
ten worden.
Wat de zaak zelve betreft, begrijpt spr.,
dat B. en W. het stuk moesten door
zenden. Want over de vraag, of iets met
het gemeentebelang verband houdt, kan
verschil van meening bestaan.
De heer Wilbrink verklaart, dat jon
gens, die dergelijke dingen schrijven, niet
Ghristelijk-Historisch kunnen zijn.
De heer v. d. Wall spreekt een woord
van afscheid tot den Voorz. en de leden
van den Raad. Het is de laatste maal,
dat hij de raadsvergadering bijwoont. Ge
durende 7 jaar heeft bij in de stad ge
woond en nu gaat bij wegens een verbe
tering in zijn maatschappelijke positie
de stad verlaten. Spr. spreekt den wensch
uit dat de gemeente onder de leading van
den burgemeester moge groeien en
bloeien.
De V oorz. wensckt den beer v. d.
Wall met de verbetering zijner positie
geluk.
Spr. heeft den heer v. d. Wall als een
werkzaam lid leeren kennen en spreekt
den wensch uit, dat bij een goede herin
nering mag behouden, niet slechts 'aan
zijn verblijf in Lelden, maar ook aan de
raadsleden, zooals omgekeerd bij dezen
steeds een prettige herinnering aan bem
zal blijven bestaan.
Mevr. v. 11 a 11 i e vestigt er de aan
dacht op, dat in een gebouw der gemeen
te een moreel-laags taande vertooning
plaats heeft. Spr. zou willen dat B. en W
daarvoor de zaal niet meer beschikbaar
stelden en geen toestemming meer gaven
daarvoor.
De heer Dubbeldeman vraagt,
waarom bij gelegenheid van de 3 Octo-
berfeesten de bordjes onbewoonbaar-ver
klaard van de huizen in de Korevaar-
straat zijn verwijderd en de ongeverfde
schutting groen geverfd.
Is dat, omdat de Koningin in de stad
kwam, dan acht spr., dat de Koningin,
als zijnde een hoogstaande vrouw, in
dien zij 't wist, daarover verachtelijk de
schouders zou hebben opgehaald.
De Voorz. antwoordt, dat de bordjes
door de bewoners zelf zijn verwijderd.
Wat de schutting betreft, dat is geschied
omdat 't er te smerig uitzag bij gelegen
heid van de feesten.
Niemand meer iets hebbende voor de
vergadering, sluit de Voorz. te 10 over
5 de zitting, op welk moment mevr. van
Itaille er haar verwondering en ont
stemming over uitspreekt, dat haar vragen
niet beantwoord zijn.
De Voorz. doet deze zaak verder per
soonlijk met baar af.
De salarisactie van hst Rijkspersoneel.
Vergadering R.-K. Overheids
personeel.
Zaterdag vergaderde de R.-K. Centrale
van Burgerlijk Overheidspersoneel te Am
sterdam, teneinde den stand van zaken be
treffende de salarisactie onder de oogen
te zien
De Centrale sprak baar ernstige ont
stemming uit over bet feit, dat mededee
lt ngen, welke vertrouwelijk aan de afdee-
lingsbesturen zijn verstrekt, in de pers
2djn, gepubliceerd, waardoor schade wordt
toegebracht aan de actie.
Verder werd besloten, om met kracht te
blijven ijveren voor datgene, wat op 13
October j.l. met de R.-K. Kamerfractie
werd besproken.
Eindelijk werd in beginsel vastgelegd,
dat op 16 November a.s. een vergadering
zal worden gehouden met afgevaardigden
voor Kinderen
Mijnhardt's Thijmsiroop. 75o
Mijnhardt's Borstsiroop. 60c
Anga-slroop (bij Kinkhoest) f 1.75
8125 By Apothekers en Drogisten.
van af deelingen der aangesloten organisa
ties, waarop de salaris-politiek der regee
ring, en de in verband daarmede gevolgde
gedragslijn der Centrale, zullen worden
besproken.
Het" Ned. Gorresp.-Bureau bericht:
In een van bevoegde zijde ontvangen
mededeeling wordt becijferd, dat de saïa-
rieering van de brievehbesteUea-s zelfs na
de laats tp korting zeker niet ongunstiger
is dan op 1 Januari 1920 en dat bij eene
vergelijking met October 1920 geen sprake
van achteruitgang is, zelfs al zou de daling
van het indexcijfer thans b.v. 20 inplaats
van 24.1 zijn.
Voor de zetters en drukkers der Alge
meens Landsdrukkerij beeft eenzelfde be
rekening ten aanzien van een werkman,
die op zijn maximum staat en drie kinde
ren beeft, het resultaat, dat 1 October 1924
tegenover 1 Januari 1920 een verminde
ring oplevert van 5.6 pCt. bij een daling
van het indexcijfer met 15.3 pOf. en]
tegenover October 1920 een vermindering
van 16.3 pCt. bij een daling van 't index
cijfer met 24.1.
Het Adviseerend College.
De samenstelling.
Toetst men het Adviseerend College op
de maatschappelijke beroepen der leden,
dan komt men, aldus bet „Hsgz.", tot de
ze indeeling van het Bondsbestuur (de
eene helft):
Tot de algemeene groep, met inbegrip
van de vrije beroepen (waaronder één
jouruabsO 1 1 vu 12 leden: Baron Van
Wijnbergen, mr. Pastoors, mr. E. baron
van Voorst tot Voorst (Beek), mr Van der
Velden, prof. Veraart, mr. Geseling, mr.
Leesberg, mr. Heerkens Tbijssen, G. van
Spanje, pastoor Overmeer, mr. G. baron
van Voorst tot Voorst Zwolle), Vienings.
Tot de industrieelen 8 leden: Hellebre
kers, mr. Teubings, Verheijen.
Tot de middenstanders 4 leden, Van
Hout, IJsselmuiden, Wubben en Ter
Steege.
Tot de ambtenaren (waaronder twee on
derwijzers) 6 leden: Oostdam, Ten Braak,
Aarts, Geelen, Veltman en Ohms.
Van de nieuwe afgevaardigden in het Ad
viseerende College bebooren tot de alge
meene groep met inbegrip van de vrije be
roepen (waaronder twee journalisten) 8
leden: prof. v. d. Grinten, prof. Steger,
prof. Aengenent, jhr. Von Fisenne. notaris
Van Crahenburg, Hendrikse, Van der Kal
len en Nieuwenhuis.
Tot de industrieelen 8 leden: Assel-
bergs, De Jong en Schoemaker.
Tot de middenstanders 2 leden: Ninte-
man en Bouma.
Tot de arbeidersgroep 6 leden: Foppe-
le, Van Rijen, .Nivard, Sohaaper, H G. Nij-
fcómp en Donné.
Tot de landbouwersgroep 4 leden: v. d.
Ven, deken Van der Waarden (adviseur
van den A, B, T, B,), Groen en Ver heg
gen,
Tot de vrouwen: mevrouw Steenberghe-
Engeringh,
De volledige samenstelling van het Ad
viseerend Ccwlege geeft deae groep eerinl-
gen:
Algemeene groep met inbegrip der
vrije beroepen 20
Industrieelen 6
Middenstanders 6
Ambtenaren 6
Arbeiders 6
Landbouwers 4
Vrouwen 1
R.-K. Bond van Handelaren In melk en
melkproducten.
V ij f-j a r i g bestaan.
Zondag heeft de R.-K. Bond van Han
delaren in Melk en Melkproducten in
Nederland te s-Gravenhage zijn vijf-jarig
bestaan gevleid.
In de kapel van „Groenestein" werd te
12 uur een plechtige H. Mis opgedragen
1 'door den Bondsadviseur, den WelEerw.
heer W. D. J. Janus, uit Delft, met assis-
etentie van de WelEerw. hoeren. Rector
J. B. Möl'ler en L. C. van de Nouweland,
geestelijk adviseur der Haagscbe afdeeling
Na het Evangelie hield de WelEerw.
heer Janus een predicatie, waarin hij de
leden tot een waar godsdienstig leven aan
spoorde.
Na de H. Mis vereenigde de f eestgen oo-
ten zich aan een gemeenschappelijk ontbijt
in Huize „Do Twee Steden", Nieuwstraat
Daarna hield het Bondsbestuur receptie
voor vertegenwoordigers der verschillende
afdeelingen en zustervereenigingen
De voorzitter van de feestcommissie, de
heer J. G. van Rijn, verwelkomde de aan
wezigen en huldigde het bondsbestuur,
vooral het dagelijksch bestuur, bestaande
uit de hoeren A. J. Voskuil, voorzitter;
A. J. van Schle, secretaris en G. A. van
Swieten, penningmeester, wien hij namens
de organisatie elk een feestgeschenk als
herinnering aan dezen dag overreikte.
De bondsvoorzitter, de heer Voskuil,
bracht daarvoor dank.
De bondsadviseur, kapelaan Janus, wees
op den band, welke de leden eener R.-K.
organisatie samenbindt, n.l. het katholiek
•bewustzijn, het heilig geloof.
Eerste feestredenaar was de heer Chr.
H. Jansen, directeur van het Centraal
Hanze-Bureau, die, na een inleidend
woord, waarin hij den bond gelukwenschte
met zijn jubileum, de aandacht vestigde op
een feit, dat bet bestaan van den bond en
van zijn leden aantast en een schaduw
werpt op dit feest. De spreker bedoelde de
voordracht van B. en W. van Amster
dam, om een gemonopoliseerd gemeente
lijk melkbedrijf op te richten. In den
breede toonde de spreker aan, dat bdj deze
voordracht geen rekening is gehouden met
de practijk; dat alleen gerekend wordt raet
de belangen van het voorgestelde bedrijf
en niet met de gerechtvaardigde eischen
van het publiek. De invoering van dit be
drijf, waarbij de overheid zich begeeft op
een haar onbekend terrein, wordt, ook uit
hygiënisch oogpunt, door deskundigen on-
noodig genoemd. Maar het socialistisch
drijven der wethouders bedreigt ten zeer
ste de melkhandels.en in bun bestaan,
weshalve hij opwekte tot een krachtige ac
tie tegen deze voordracht.
De tweede feestredenaar, Rector Jansen,
uit Amsterdam, vestigde de ..auJacht op
den goeden geest, die steeds in de kringen
der z.g. kleine middenstanders heerscht,
tot welke ook de leden van dezen Bond
zich rekenen: een geest van broederlijke
gezelligheid en een "oed begrip van het
hoogere doel, dat ons bindt.
Nog sprak mr. Hubar namens het Na
tionaal Hanze-Bureau oen woord van ge-
lukwensch en van opwekking.
Na de feestvergadering volgde een ?e-
meenschappebjke ..laalti-1 en daarna een
feestavond.
RECHTZAKEN.
H00GE RAAD.
De procureur-generaal bij den Hoogen
Raad, mr. Ledeboer, concludeerde tot ver
werping van het cassatie-beroep van:
J. A. D., door 'het Gerechtshof te 's-Gra-'
venhage veroordeeld tot 2 maanden ge
vangenisstraf wegens beleediging van den
burgemeester van Zoetermeer in het
Nieuwsblad voor Zoetermee rZ e g-
waard.
De kachels van Jamln.
De advocaat-generaal bij den Hoogen
Raad, mr. Ledeboer, beeft conclusie geno
men inzake het cassatieberoep van den
officier van justitie te Amsterdam naar
aanleiding van een vonnis der rechtbank
aldaar, waarbij de leden der firma Jamin
ontslagen werden van alle rechtsvervol
ging ten aanzien van de bekende kwestie
der winkelverwarming door middel van
petroleumkachels. In dit speciale geval
gaat bet om de formeele vraag, of de Mi
nister van Arbeid, Handel en Nijverheid
de bevoegdheid bezit om nader terug te
komen op een eenmaal door hem gewe
zen beslissing inzake een bij hem opge
steld hooger beroep tegen door de Arbeids
inspectie krachtens het Arbeidsbesluit ge
geven voorschriften.
De rechtbank te Amsterdam bad deze
vraag ontkennend beantwoord; Cen
slissing, waarvan het 0. M. in cas<
ging hij den Hoogen Raad.
De advocaat-generaal bij dit col|(
zijn conclusie nemend, sloot zich ter
Ie van de rechtszekerheid bij de zjj
wijze der rechtbank aan. Ook hij acht
eenmaal door don Minister in hooger
roep gegeven beslissing definitief, fe* v(
aan den Minister uitdrukkelijk de bcvi* nï
heid zou zijn verleend om later zijn
slissing nog aan te vullen of te wijzk
Dit is echter niet het geval. De eer
weg voor den Minister zou dan ook 2i
dat de Arbeidsinspectie nieuwe
schriften gaf. Wordt daartegen dan J?
der beroep ingesteld, dan staat hef,"
Minister vrij een nieuwe beslissing te
ven. Indien men dit stelsel niet huldi
dan zou de Minister feitelijk de zaak
lijd aan zich kunnen houden. Spr. achi
dan ook de uitspraak van de rechlha
juist, het cassatie-middel ongegrond
concludeerde mitsdien tot verwerping
het beroep.
Uitspraak 1 December a.s.
KANTONGERECHT TE LEIDEN.
Voor de openbare zitting komen op
rol voor 38 zaken, voor niet openbare
handeling 4 zaken.
A. v. H., tapper te Leiden, isl
laste gelegd, dat hij in rijn gelegener x
tot verkoop van sterken drank voor j roi
bruik ter plaatse aan een juffrouw <i
hoeveelheid van minder dan 10 L. in e ji
fleschje heeft verkocht. v
Bekl. is niet verschenen, doch voor de
treedt als gemachtigde op Mr. A verlw1
die het feit ontkent, doch, evenals
bekl. zou hebben gedaan, zich van be;^,
woorden van te stellen vragen zal ot
houden.
Als getuige wordt gehoord de verbai
sant v. Veen, die mededeelt, dat de
frouw, die de drank gehaald heeft,
fleschje van iemand heeft ontvangen, u
liever onbekend wenschte te blijven, tv
de Kantonrechter bevreeimdde, doch' mi
gemachtigde interrumpeert, dat het bi
een geval van provocatie is en men er
tapper heeft willen laten inloopen.
Mededeeling volgde hierop dat het
broer van de vrouw geweest was, genaan eg
van T.
De vrouw is de herberg ingegaan
is daarna op de straat door de politie aai ke
gehouden, die 't feit geconstateerd hebbs st:
Juffrouw v. Weerloo wordt, alvorens
getuigen, door den Kantonrechter er t id
gewezen, de waarheid te zeggen. Toen i ?a;
later beweerde, dat een zoontje van has lei
broer baar groepen had en zij niet dire Ie
verklaarde dat haar broer het fleschje gi ml
geven had en de gulden, wees de Kantoi ge:
rechter haar nogmaals daarop en gaf has
in overweging geen gevaarlijk spel
spelen. Zij had op de N. Rijn van has
broer, een voddenkoopman, een fleschje e gei
de gulden gekregen, was toén naar d B
Groenesteeg gegaan en had bekl on er
drank gevraagd. Deze wilde het eerst nii vo
geven, maar zij had hem er toe bewogei de
door te zeggen, dat het. voor een zieke w ia
Mr. Averbec'k geeft, naar aanleiding va
het ontkennen van zijn cliënt, de mogelij!|et
heid aan, dat het ergens anders gehaald
om deze man er in te laten loop en. Er
rekening mede te houden, dat het een j
val van provocatie is.
Mejuffr. v. Venetië die er tegenovf
woont, heeft wel de vrouw met de polili er
zien binnengaan, doch niet alleen, v
even daarvoor langs de zaak van II.
Na deze komen nog twee getuigen
decharge Jos. Springei en P. Vermont oo',
die er tot elf uur hadden zitten jassei Sc
Deze kurtnen niet verklaren dat de vrouw i
geweest, anders dan met de politie. Mogf
lijk zou het zijn, doch waarschijnlijk nio„u.
daar de kastelein meespeelde en men vod sl
het helpen van klanten moest ophoudt: on
met het spel.
De Ambtenaar meent dat het bewijs
leverd is, al is het schenken niet gerien,
eisclit f 80 of 10 dagen.
De verdediger verschilt van meent,
met den Ambtenaa. cn toont uit do situati
aan dat er meer te zoggen is voor liet dot™,,
hem aangevoerde dan voor de verklarit '31
gen van de juffrouw, die in het famili; ger
complot zat dat bekl. wilde nemen, omd rCn
eenigen tijd geleden een familielid in di Bij
zaak herrie had gemaakt wat tot ruiten ie
breken en procesverbaal aanleiding wi
geweest en wat voor .de Rechtbank zal
handeld worden.
FEUILLETON
DE NIEUWE DOKTER
IE'! Naar het Fransch van
JULES PRAVIEUX.
(Eenige geautoriseerde vertaling.)
16)
Een uitvlucht zou zijn aan
staande schoonvader verzinnen om
Ssich met eere te redden uit den toestand,
IWaarin hij dezen keer noodzakelijkerwijs
Inoest tusschenbeide komen en waarin
ffijn heerschappij van hardvochtigen, on-
jteerbiddelijken man in het gedrag zou ko-
jgien. Door haar zoon op de hoogte ge
bracht van het karakter van dokter Ghau-
Seau, had mevrouw Bravières voorzichtig
heidshalve aan haar broeder den aarts
bisschop volmacht verleend en aangezien
&lj de gouden mond van de familie was,
hem belast om in baar naam 't woord te
Toeren en op die wijze den overleden va-
0er vervangen. En om die reden bereidde
4e eerw. heer Perrière onderweg de inlei
ding voor, de twee punten en het besluit
Tan de kleine toespraak die hij in zijn
hoedanigheid van hoofd der familie Bra-
Tièrea aan dokter Ohanteau wilde richten.
Toen de huisknecht van de familie
Chant eau hen in het salon had gelaten,
behoefden rij niet lang te wachten. Dok
ier Chanteau verscheen, op den voet ge
volgd door zijn vrouw en zijn dochter. De
teude geneesheer was bleek, vermagerd;
lijn lange baard, thans geheel wit, gaf
fan zijn trekken iets eerbiedwaardigs, iets
aartsvaderlijks dat in zijn uiterlijk het
harde, het afstooiende verzachtte. Hij
schreed voort met den langzamen tred van
'n herstellende, reikte Pierre de 'hand, ter
wijl de jonge man de gebruikelijke voor
stellingen deed. Men wisselde groeten,
handdrukken, beleefdheidszJmien en daar
na op uitnoodiging van mevrouw Chan
teau nam de aartspriester plaats in den
grooten leuningstoel, die meer dan hon
derd frank gekost 'bad (beschikten de
echtelieden Gourotte dan over zoo'n fij
nen speurzin?) Het gesprek opende zich
als naar gewoonte met praatjes over
koetjes en kalfjes, over bet weer, over de
grillen van dezen winter. Het onderwerp
echter was dra uitgeput en een qlgemeene
stilte heerschte. Iedereen begreep, dat het
oogenblik gekomen wa-s en als bij instinct
richtten aller blikken zich naar den eer
waarden Perrière.
Mijnheer do dokter, sprak hij, ter
wijl hij zich tot dokter Chanteau wendde
met een stem, die een plechtigen toon aan
sloeg, daar zijn in het leven handelingen,
die door den terugslag welke zij uitoefe
nen op het heele bestaan des menschen,
de belangrijkheid van een gebeuren aan
nemen: het is een van die handelingen,
die ik vandaag verricht. Daarom is het
met een zeer levendig gevoel van plichts
besef, dat mij als vertegenwoordiger van
wijlen mijn zwager en met de vriendelijke
toestemming van mevrouw Bravières,
mijn zuster, ten deel valt dat Ik bij u een
ernstigen en gewichtigen stap kom doen,
een 6lap, die wel zoet is aan mijn hart.
Dokter Chanteau had deze inleiding
aanhoord met gebogen hoofd, zichtbaar
verlegen, in de war. De dames Chanteau
en Pierre vroegen zich af of hij de toe
spraak tot het einde zou laten voortduren
Hun onzekerheid duurde niet lang. Ter
wijl de aartspriester weer het woord nam
na een zeer korte pauze, onderbrak dokter
Chanteau plots: Wel een groote vreugde is
het voor mijne zuster en mij.toen de
oude geneesheer inviel met: „Och, wat
mijnheer pastoor, als ge gekomen rijt om
mijn dochter voor ,uw neef ten huwelijk
te vragen, dan zeg ik u liever dadelijk dat
ik daar niets mee te maken heb".
Een weinig van zijn stuk gebracht bleef
de aartspriester een oogenblik het ant
woord schuldig; daarna zich van zijn ver
wondering herstellende, zei hij:
Inderdaad, mijnheer de dokter, ik
heb de eer u de hand ,te vragen van me
juffrouw Frangoise voor mijn neef mijn
heer Pierre Bravières.
De oude geneesheer wendde zich tot
zijn dochter, die aan rijn linkerzijde was
gezeten.
=-* Welnu, deugniet, zei hij met een
toon van een man die een norschen toon
aanslaat om zijn ontroering te verbergen,
welke is uw meening? Ik behoef niet te
trouwen. Denk eens na.
Op die manier aangesproken, sloeg
Frangoise de oogen op, die zij steeds had
neergeslagen en zei met een stem van
vroolijke gehaastheid:
Aangezien' mijn papa mijn meéning
vraagt, geef ik mijn meening. Ik heb reeds
nagedacht en mijn antwoord luidt: Ja.
1Deze woorden stelden allen tevreden
De opgeruimdheid keerde, terug op de ge
zichten, een oogenblik verontrust. De ver
wrongen trekken van dokter Chanteau ver
helderden, het gevaar scheen geweken.
Welnu, sprak hij, aangezien ge ja
zegt, zeg ik ook ja en uw moeder niet min
der natuurlijk.
En uit ganscher harte bovendien,
zei mevrouw Chanteau.
De aartspriester was een schrander
man, zeer geslepen onder zijn statig
voorkomen: zijn karakter geheel en al
zachtheid, deed hem naar lankmoedig
heid overhellen; hij had gauw begrepen,
dat indien dokter Chanteau rijn inleiding
plots 'had gestoord, hij dit gedaan had om
de eer te ontwijken en de marteling te
ontgaan van te antwoorden op een toe
spraak. Edelmoedig offerde hij zijn twee
punten en rijn besluit op:
1 Mijnheer do dokter, zei bij met een
glimlach van prelaat uit het gouden tijd
perk, ik zou u niet genoeg kunnen danken
mij ter hulp te zijn gekomen en uit lief
de voor mij een plechtigheid te hebben in
gekrompen, die aangenaam was zonder
twijfel, maar waarin ik gevaar liep
slechts figurant te zijn, zoo weinig was
ik voorbereid op de rol van vader des
huizes, die voor zijn zoon een jonge
dochter ten huwelijk vraagt.
Welnu, mijnheer pastoor, zei dokter
Chanteau, aangezien iedereen tevreden is,
trouw dan deze jongelui zoo spoedig mo
gelijk. Ik houd niet van huwelijken die
op de lange haan geschoven worden.
Waarom zou het niet binnen veertien da
gen kunnen gebeuren?
1 Ho, ho, ho, en de uitzet is nog niet
klaar, verklaarde mevrouw Chanteau. -|
Nou, dat is geen kleinigheid. Daar moe- l
k
ten lakens zijn en ik wil geborduurd
lakens tafelservet ten, handdoeken, en!
Alleen de tijd om alles te merken met di
letters der kinderen, geborduurde letter; a
een B en een G schiet er óverEn 1»
vendien moeten er nog stofdoeken zijt
een onmisbaar iets in een huishouden. L
Ah, dat is waar ook, zei dokte
Chanteau schertsend. Het is een gewoonj
om' aan kinderen geschenken te geven gj
zij trouwen. Ik schenk aan Frangoise
bruidschat van honderdduizend franc
mijn vrouw, die practisch is aangelegd
doet er een stel stofdoeken bij, g eb or duur
de stofdoeken, genoeg om alles te poels|
en op te wrijven in het huis,, geloof di
maar. Bovendien bied ik Bravières mi?
ontslag aan: dat is wel een das spel
een paar manchelknoopen waard,
schenk hem al de patiënten, die hij
niet heeft weggekaapt. Ik ben niets nreö
dan een wrak, alleen maar goed om
xuimd teworden
Al de omstanders protesteerden; Pier"
met meer heftigheid dan de anderen.
Daar Frangoise opstond met- de zeö
kennelijke bedoeling haar vader te ombel
zen, aangezien Pierre op hem toetrad m* odi
uitgestoken hand, begreep dokter Cliaj' [je:
teau het gevaar dat hem boven het hoo^ 0nl
hing, van ontroerd te worden. Dooi
vlucht wilde hij het veege lijf
Ach, het is niet altijd gemakkelijk
hart te verbergen wanneer men er
heeft.
(Wordt vervoll
ld'
3rd
len
k >rk
I;
erg,