Hoestsiropen r Be heer Knuttel: Bes te erger r Be heer van E ck wil daarom het blaadje niet al te ernstig nemen. Spr. beeft van den burgemeester vernomen, idat dit blaadje was toegezonden met ver- teoek 052 het uit te reiken aan de Raads leden. Be burgemeester bad van den in houd geen nota genomen, doch het blaadje Idoen doorzenden. Spr. neemt 'het den burgemeester niet kwalijk, dat hij het niet gelezen heeft; hij kon zijn tijd wel beter gebruiken. Toch is de zaak daarmee niet afgedaan Als stukken van tegenovergestelden in houd waren toegezonden, b.v. met on waardige taal over bet Oranjehuis, waren idie dan ook doorgezonden? Of wanneer het betrof de aansporing tot strafbare da lden? De heer Knuttel: Of reclame voor Blue-Band. De heer v. E c k wijst er verder op, dat. b.v. een ernstig tooneelstuk „Allerzielen" niet mag opgevoerd worden, om een deel Ider ingezetenen te kwetsen, en meer der gelijke dingen. Bat is toch wel in tegen spraak met de onderhavige daad van B. ten W. Nu heeft een der plaatselijke bladen, Be Leidsche Courant, geschreven: hè, we dachten, dat de S.B.A.P. tegen teensuur was. Spr. is inderdaad tegen teensuur. Als iemand van meening is, dat b.v. de rooden gespuis zijn, dan mag bij 'dat gerust schrijven en verspreiden. Doch spr. is er tegen, dat dit stuk als dienstbrief wordt rondgezonden. Het gaat niet aan, dat stukken, die niets met de gemeentezaak te maken hebben en bo vendien beleedigend zijn voor een deel Van de inwoners der gemeente, officieel worden rondgezonden. Daarom wil spr. Vragen, op welke wijze B. en W. een her haling van het gebeurde zullen voorkomen Be Voorz. beeft zich verbaasd over hetgeen de heer v. Eek gezegd heeft. Spr. heeft niets anders dan zijn plicht gedaan: Spr. is verplicht een brief aan den Raad, al is bij nog zoo gek en al staat er nog zooveel nonsens in, door te zenden aan ide leden. Iedere brochure, die komt, wordt door spr. doorgezonden. Dat ge beurt toch ook bij de leden der Eerste en Tweede Kamer. Spr. kan op zijn woord van eer de ver teekering geven: als het hier een stuk be trof van een andere richting, had spr. evenzoo gehandeld. Of wil de Raad een motie aannemen, stukken voor den Raad bestemd, niet meer te verzenden, maar in de leeskamer ter lezing te leggen? Spr. heeft niets gedaan dan zijn plicht, idien de Wet hem oplegt, gevolgd. Doch stel nu eens het omgekeerde ge val. Als spr. stukken, die hij ontvangen had, eens niet had doorgezonden, dan hadden de Raadsleden het recht gehad te vragen: Waarom hebt u ze achtergehou den? De heer v. E c k is niet voldaan door het antwoord van den Voorzitter. Het standpunt van den Voorzitter is onhoud baar. Als het eens algemeen bekend werd, izou het best kunnen, dat op die wijze al lerlei reclame werd toegezonden om gra tis door te zenden aan de Raadsleden. Zoo ook, wanneer het opruiende ge schriften betreft. Spr. zou niet willen, dat de Voorz. censuur oefende, doch wel dat hij zich afvroeg: staat het met het belang der gemeente in verband? Als de Voorz. het stuk ter visie had gelegd in de leeskamer, had niemand daar aanstoot aan genomen. Het heeft een on- aangenamen indruk op spr. en zijn par tijgenooten gemaakt, dat dit stuk is door gezonden en bovendien zou het, wanneer bet algemeen bekend werd, een onhoud bare toestand worden. De Voorz. gelooft dat hij niet eer lijker en billijker kan doen dan door al les, wat hem toegezonden wordt voor de Raadsleden, ook inderdaad rond te zen den, zooals dat ook bij de Eerste en Twee de Kamer gewoonte is. De heer Dubbeldeman zou willen, dat de Anti-Revolutionairen en de Cliris- telijk-Historischen, uit den kring wier Jongeren dit voorkomt, eens verklaarden, of zij den inhoud van dit blaadje met uit drukkingen als „rood gespuis" voor hun rekening nemen. De Voorz. zegt, dat deze zaak niet aan de orde is; het gaat alleen maar om de doorzending door B. en W. De heer Z'uidema wff naar aanleiding van da woorden van den heer Dubbelde man uiteenzetten, dat het een onbewezen beschuldiging is, dat het onderhavige ge schrift van partijgenooten van spr. afkom stig zou zijn. Wel wil spr. verklaren, dat het op hem een oubenulligen, onbeduidenden indruk beeft gemaakt en dat er onbehoorlijke uitdrukkingen in voorkomen. Toch kan spr. wel weer begrijpen, aan gezien hij uit den aard van zijn werk veel met de socialistische pers in aanra king komt, dat ook aan den anderen kant jongelieden het hoofd kwijt raken en din gen neerschrijven, die noodt gedrukt moes ten worden. Wat de zaak zelve betreft, begrijpt spr., dat B. en W. het stuk moesten door zenden. Want over de vraag, of iets met het gemeentebelang verband houdt, kan verschil van meening bestaan. De heer Wilbrink verklaart, dat jon gens, die dergelijke dingen schrijven, niet Ghristelijk-Historisch kunnen zijn. De heer v. d. Wall spreekt een woord van afscheid tot den Voorz. en de leden van den Raad. Het is de laatste maal, dat hij de raadsvergadering bijwoont. Ge durende 7 jaar heeft bij in de stad ge woond en nu gaat bij wegens een verbe tering in zijn maatschappelijke positie de stad verlaten. Spr. spreekt den wensch uit dat de gemeente onder de leading van den burgemeester moge groeien en bloeien. De V oorz. wensckt den beer v. d. Wall met de verbetering zijner positie geluk. Spr. heeft den heer v. d. Wall als een werkzaam lid leeren kennen en spreekt den wensch uit, dat bij een goede herin nering mag behouden, niet slechts 'aan zijn verblijf in Lelden, maar ook aan de raadsleden, zooals omgekeerd bij dezen steeds een prettige herinnering aan bem zal blijven bestaan. Mevr. v. 11 a 11 i e vestigt er de aan dacht op, dat in een gebouw der gemeen te een moreel-laags taande vertooning plaats heeft. Spr. zou willen dat B. en W daarvoor de zaal niet meer beschikbaar stelden en geen toestemming meer gaven daarvoor. De heer Dubbeldeman vraagt, waarom bij gelegenheid van de 3 Octo- berfeesten de bordjes onbewoonbaar-ver klaard van de huizen in de Korevaar- straat zijn verwijderd en de ongeverfde schutting groen geverfd. Is dat, omdat de Koningin in de stad kwam, dan acht spr., dat de Koningin, als zijnde een hoogstaande vrouw, in dien zij 't wist, daarover verachtelijk de schouders zou hebben opgehaald. De Voorz. antwoordt, dat de bordjes door de bewoners zelf zijn verwijderd. Wat de schutting betreft, dat is geschied omdat 't er te smerig uitzag bij gelegen heid van de feesten. Niemand meer iets hebbende voor de vergadering, sluit de Voorz. te 10 over 5 de zitting, op welk moment mevr. van Itaille er haar verwondering en ont stemming over uitspreekt, dat haar vragen niet beantwoord zijn. De Voorz. doet deze zaak verder per soonlijk met baar af. De salarisactie van hst Rijkspersoneel. Vergadering R.-K. Overheids personeel. Zaterdag vergaderde de R.-K. Centrale van Burgerlijk Overheidspersoneel te Am sterdam, teneinde den stand van zaken be treffende de salarisactie onder de oogen te zien De Centrale sprak baar ernstige ont stemming uit over bet feit, dat mededee lt ngen, welke vertrouwelijk aan de afdee- lingsbesturen zijn verstrekt, in de pers 2djn, gepubliceerd, waardoor schade wordt toegebracht aan de actie. Verder werd besloten, om met kracht te blijven ijveren voor datgene, wat op 13 October j.l. met de R.-K. Kamerfractie werd besproken. Eindelijk werd in beginsel vastgelegd, dat op 16 November a.s. een vergadering zal worden gehouden met afgevaardigden voor Kinderen Mijnhardt's Thijmsiroop. 75o Mijnhardt's Borstsiroop. 60c Anga-slroop (bij Kinkhoest) f 1.75 8125 By Apothekers en Drogisten. van af deelingen der aangesloten organisa ties, waarop de salaris-politiek der regee ring, en de in verband daarmede gevolgde gedragslijn der Centrale, zullen worden besproken. Het" Ned. Gorresp.-Bureau bericht: In een van bevoegde zijde ontvangen mededeeling wordt becijferd, dat de saïa- rieering van de brievehbesteUea-s zelfs na de laats tp korting zeker niet ongunstiger is dan op 1 Januari 1920 en dat bij eene vergelijking met October 1920 geen sprake van achteruitgang is, zelfs al zou de daling van het indexcijfer thans b.v. 20 inplaats van 24.1 zijn. Voor de zetters en drukkers der Alge meens Landsdrukkerij beeft eenzelfde be rekening ten aanzien van een werkman, die op zijn maximum staat en drie kinde ren beeft, het resultaat, dat 1 October 1924 tegenover 1 Januari 1920 een verminde ring oplevert van 5.6 pCt. bij een daling van het indexcijfer met 15.3 pOf. en] tegenover October 1920 een vermindering van 16.3 pCt. bij een daling van 't index cijfer met 24.1. Het Adviseerend College. De samenstelling. Toetst men het Adviseerend College op de maatschappelijke beroepen der leden, dan komt men, aldus bet „Hsgz.", tot de ze indeeling van het Bondsbestuur (de eene helft): Tot de algemeene groep, met inbegrip van de vrije beroepen (waaronder één jouruabsO 1 1 vu 12 leden: Baron Van Wijnbergen, mr. Pastoors, mr. E. baron van Voorst tot Voorst (Beek), mr Van der Velden, prof. Veraart, mr. Geseling, mr. Leesberg, mr. Heerkens Tbijssen, G. van Spanje, pastoor Overmeer, mr. G. baron van Voorst tot Voorst Zwolle), Vienings. Tot de industrieelen 8 leden: Hellebre kers, mr. Teubings, Verheijen. Tot de middenstanders 4 leden, Van Hout, IJsselmuiden, Wubben en Ter Steege. Tot de ambtenaren (waaronder twee on derwijzers) 6 leden: Oostdam, Ten Braak, Aarts, Geelen, Veltman en Ohms. Van de nieuwe afgevaardigden in het Ad viseerende College bebooren tot de alge meene groep met inbegrip van de vrije be roepen (waaronder twee journalisten) 8 leden: prof. v. d. Grinten, prof. Steger, prof. Aengenent, jhr. Von Fisenne. notaris Van Crahenburg, Hendrikse, Van der Kal len en Nieuwenhuis. Tot de industrieelen 8 leden: Assel- bergs, De Jong en Schoemaker. Tot de middenstanders 2 leden: Ninte- man en Bouma. Tot de arbeidersgroep 6 leden: Foppe- le, Van Rijen, .Nivard, Sohaaper, H G. Nij- fcómp en Donné. Tot de landbouwersgroep 4 leden: v. d. Ven, deken Van der Waarden (adviseur van den A, B, T, B,), Groen en Ver heg gen, Tot de vrouwen: mevrouw Steenberghe- Engeringh, De volledige samenstelling van het Ad viseerend Ccwlege geeft deae groep eerinl- gen: Algemeene groep met inbegrip der vrije beroepen 20 Industrieelen 6 Middenstanders 6 Ambtenaren 6 Arbeiders 6 Landbouwers 4 Vrouwen 1 R.-K. Bond van Handelaren In melk en melkproducten. V ij f-j a r i g bestaan. Zondag heeft de R.-K. Bond van Han delaren in Melk en Melkproducten in Nederland te s-Gravenhage zijn vijf-jarig bestaan gevleid. In de kapel van „Groenestein" werd te 12 uur een plechtige H. Mis opgedragen 1 'door den Bondsadviseur, den WelEerw. heer W. D. J. Janus, uit Delft, met assis- etentie van de WelEerw. hoeren. Rector J. B. Möl'ler en L. C. van de Nouweland, geestelijk adviseur der Haagscbe afdeeling Na het Evangelie hield de WelEerw. heer Janus een predicatie, waarin hij de leden tot een waar godsdienstig leven aan spoorde. Na de H. Mis vereenigde de f eestgen oo- ten zich aan een gemeenschappelijk ontbijt in Huize „Do Twee Steden", Nieuwstraat Daarna hield het Bondsbestuur receptie voor vertegenwoordigers der verschillende afdeelingen en zustervereenigingen De voorzitter van de feestcommissie, de heer J. G. van Rijn, verwelkomde de aan wezigen en huldigde het bondsbestuur, vooral het dagelijksch bestuur, bestaande uit de hoeren A. J. Voskuil, voorzitter; A. J. van Schle, secretaris en G. A. van Swieten, penningmeester, wien hij namens de organisatie elk een feestgeschenk als herinnering aan dezen dag overreikte. De bondsvoorzitter, de heer Voskuil, bracht daarvoor dank. De bondsadviseur, kapelaan Janus, wees op den band, welke de leden eener R.-K. organisatie samenbindt, n.l. het katholiek •bewustzijn, het heilig geloof. Eerste feestredenaar was de heer Chr. H. Jansen, directeur van het Centraal Hanze-Bureau, die, na een inleidend woord, waarin hij den bond gelukwenschte met zijn jubileum, de aandacht vestigde op een feit, dat bet bestaan van den bond en van zijn leden aantast en een schaduw werpt op dit feest. De spreker bedoelde de voordracht van B. en W. van Amster dam, om een gemonopoliseerd gemeente lijk melkbedrijf op te richten. In den breede toonde de spreker aan, dat bdj deze voordracht geen rekening is gehouden met de practijk; dat alleen gerekend wordt raet de belangen van het voorgestelde bedrijf en niet met de gerechtvaardigde eischen van het publiek. De invoering van dit be drijf, waarbij de overheid zich begeeft op een haar onbekend terrein, wordt, ook uit hygiënisch oogpunt, door deskundigen on- noodig genoemd. Maar het socialistisch drijven der wethouders bedreigt ten zeer ste de melkhandels.en in bun bestaan, weshalve hij opwekte tot een krachtige ac tie tegen deze voordracht. De tweede feestredenaar, Rector Jansen, uit Amsterdam, vestigde de ..auJacht op den goeden geest, die steeds in de kringen der z.g. kleine middenstanders heerscht, tot welke ook de leden van dezen Bond zich rekenen: een geest van broederlijke gezelligheid en een "oed begrip van het hoogere doel, dat ons bindt. Nog sprak mr. Hubar namens het Na tionaal Hanze-Bureau oen woord van ge- lukwensch en van opwekking. Na de feestvergadering volgde een ?e- meenschappebjke ..laalti-1 en daarna een feestavond. RECHTZAKEN. H00GE RAAD. De procureur-generaal bij den Hoogen Raad, mr. Ledeboer, concludeerde tot ver werping van het cassatie-beroep van: J. A. D., door 'het Gerechtshof te 's-Gra-' venhage veroordeeld tot 2 maanden ge vangenisstraf wegens beleediging van den burgemeester van Zoetermeer in het Nieuwsblad voor Zoetermee rZ e g- waard. De kachels van Jamln. De advocaat-generaal bij den Hoogen Raad, mr. Ledeboer, beeft conclusie geno men inzake het cassatieberoep van den officier van justitie te Amsterdam naar aanleiding van een vonnis der rechtbank aldaar, waarbij de leden der firma Jamin ontslagen werden van alle rechtsvervol ging ten aanzien van de bekende kwestie der winkelverwarming door middel van petroleumkachels. In dit speciale geval gaat bet om de formeele vraag, of de Mi nister van Arbeid, Handel en Nijverheid de bevoegdheid bezit om nader terug te komen op een eenmaal door hem gewe zen beslissing inzake een bij hem opge steld hooger beroep tegen door de Arbeids inspectie krachtens het Arbeidsbesluit ge geven voorschriften. De rechtbank te Amsterdam bad deze vraag ontkennend beantwoord; Cen slissing, waarvan het 0. M. in cas< ging hij den Hoogen Raad. De advocaat-generaal bij dit col|( zijn conclusie nemend, sloot zich ter Ie van de rechtszekerheid bij de zjj wijze der rechtbank aan. Ook hij acht eenmaal door don Minister in hooger roep gegeven beslissing definitief, fe* v( aan den Minister uitdrukkelijk de bcvi* nï heid zou zijn verleend om later zijn slissing nog aan te vullen of te wijzk Dit is echter niet het geval. De eer weg voor den Minister zou dan ook 2i dat de Arbeidsinspectie nieuwe schriften gaf. Wordt daartegen dan J? der beroep ingesteld, dan staat hef," Minister vrij een nieuwe beslissing te ven. Indien men dit stelsel niet huldi dan zou de Minister feitelijk de zaak lijd aan zich kunnen houden. Spr. achi dan ook de uitspraak van de rechlha juist, het cassatie-middel ongegrond concludeerde mitsdien tot verwerping het beroep. Uitspraak 1 December a.s. KANTONGERECHT TE LEIDEN. Voor de openbare zitting komen op rol voor 38 zaken, voor niet openbare handeling 4 zaken. A. v. H., tapper te Leiden, isl laste gelegd, dat hij in rijn gelegener x tot verkoop van sterken drank voor j roi bruik ter plaatse aan een juffrouw <i hoeveelheid van minder dan 10 L. in e ji fleschje heeft verkocht. v Bekl. is niet verschenen, doch voor de treedt als gemachtigde op Mr. A verlw1 die het feit ontkent, doch, evenals bekl. zou hebben gedaan, zich van be;^, woorden van te stellen vragen zal ot houden. Als getuige wordt gehoord de verbai sant v. Veen, die mededeelt, dat de frouw, die de drank gehaald heeft, fleschje van iemand heeft ontvangen, u liever onbekend wenschte te blijven, tv de Kantonrechter bevreeimdde, doch' mi gemachtigde interrumpeert, dat het bi een geval van provocatie is en men er tapper heeft willen laten inloopen. Mededeeling volgde hierop dat het broer van de vrouw geweest was, genaan eg van T. De vrouw is de herberg ingegaan is daarna op de straat door de politie aai ke gehouden, die 't feit geconstateerd hebbs st: Juffrouw v. Weerloo wordt, alvorens getuigen, door den Kantonrechter er t id gewezen, de waarheid te zeggen. Toen i ?a; later beweerde, dat een zoontje van has lei broer baar groepen had en zij niet dire Ie verklaarde dat haar broer het fleschje gi ml geven had en de gulden, wees de Kantoi ge: rechter haar nogmaals daarop en gaf has in overweging geen gevaarlijk spel spelen. Zij had op de N. Rijn van has broer, een voddenkoopman, een fleschje e gei de gulden gekregen, was toén naar d B Groenesteeg gegaan en had bekl on er drank gevraagd. Deze wilde het eerst nii vo geven, maar zij had hem er toe bewogei de door te zeggen, dat het. voor een zieke w ia Mr. Averbec'k geeft, naar aanleiding va het ontkennen van zijn cliënt, de mogelij!|et heid aan, dat het ergens anders gehaald om deze man er in te laten loop en. Er rekening mede te houden, dat het een j val van provocatie is. Mejuffr. v. Venetië die er tegenovf woont, heeft wel de vrouw met de polili er zien binnengaan, doch niet alleen, v even daarvoor langs de zaak van II. Na deze komen nog twee getuigen decharge Jos. Springei en P. Vermont oo', die er tot elf uur hadden zitten jassei Sc Deze kurtnen niet verklaren dat de vrouw i geweest, anders dan met de politie. Mogf lijk zou het zijn, doch waarschijnlijk nio„u. daar de kastelein meespeelde en men vod sl het helpen van klanten moest ophoudt: on met het spel. De Ambtenaar meent dat het bewijs leverd is, al is het schenken niet gerien, eisclit f 80 of 10 dagen. De verdediger verschilt van meent, met den Ambtenaa. cn toont uit do situati aan dat er meer te zoggen is voor liet dot™,, hem aangevoerde dan voor de verklarit '31 gen van de juffrouw, die in het famili; ger complot zat dat bekl. wilde nemen, omd rCn eenigen tijd geleden een familielid in di Bij zaak herrie had gemaakt wat tot ruiten ie breken en procesverbaal aanleiding wi geweest en wat voor .de Rechtbank zal handeld worden. FEUILLETON DE NIEUWE DOKTER IE'! Naar het Fransch van JULES PRAVIEUX. (Eenige geautoriseerde vertaling.) 16) Een uitvlucht zou zijn aan staande schoonvader verzinnen om Ssich met eere te redden uit den toestand, IWaarin hij dezen keer noodzakelijkerwijs Inoest tusschenbeide komen en waarin ffijn heerschappij van hardvochtigen, on- jteerbiddelijken man in het gedrag zou ko- jgien. Door haar zoon op de hoogte ge bracht van het karakter van dokter Ghau- Seau, had mevrouw Bravières voorzichtig heidshalve aan haar broeder den aarts bisschop volmacht verleend en aangezien &lj de gouden mond van de familie was, hem belast om in baar naam 't woord te Toeren en op die wijze den overleden va- 0er vervangen. En om die reden bereidde 4e eerw. heer Perrière onderweg de inlei ding voor, de twee punten en het besluit Tan de kleine toespraak die hij in zijn hoedanigheid van hoofd der familie Bra- Tièrea aan dokter Ohanteau wilde richten. Toen de huisknecht van de familie Chant eau hen in het salon had gelaten, behoefden rij niet lang te wachten. Dok ier Chanteau verscheen, op den voet ge volgd door zijn vrouw en zijn dochter. De teude geneesheer was bleek, vermagerd; lijn lange baard, thans geheel wit, gaf fan zijn trekken iets eerbiedwaardigs, iets aartsvaderlijks dat in zijn uiterlijk het harde, het afstooiende verzachtte. Hij schreed voort met den langzamen tred van 'n herstellende, reikte Pierre de 'hand, ter wijl de jonge man de gebruikelijke voor stellingen deed. Men wisselde groeten, handdrukken, beleefdheidszJmien en daar na op uitnoodiging van mevrouw Chan teau nam de aartspriester plaats in den grooten leuningstoel, die meer dan hon derd frank gekost 'bad (beschikten de echtelieden Gourotte dan over zoo'n fij nen speurzin?) Het gesprek opende zich als naar gewoonte met praatjes over koetjes en kalfjes, over bet weer, over de grillen van dezen winter. Het onderwerp echter was dra uitgeput en een qlgemeene stilte heerschte. Iedereen begreep, dat het oogenblik gekomen wa-s en als bij instinct richtten aller blikken zich naar den eer waarden Perrière. Mijnheer do dokter, sprak hij, ter wijl hij zich tot dokter Chanteau wendde met een stem, die een plechtigen toon aan sloeg, daar zijn in het leven handelingen, die door den terugslag welke zij uitoefe nen op het heele bestaan des menschen, de belangrijkheid van een gebeuren aan nemen: het is een van die handelingen, die ik vandaag verricht. Daarom is het met een zeer levendig gevoel van plichts besef, dat mij als vertegenwoordiger van wijlen mijn zwager en met de vriendelijke toestemming van mevrouw Bravières, mijn zuster, ten deel valt dat Ik bij u een ernstigen en gewichtigen stap kom doen, een 6lap, die wel zoet is aan mijn hart. Dokter Chanteau had deze inleiding aanhoord met gebogen hoofd, zichtbaar verlegen, in de war. De dames Chanteau en Pierre vroegen zich af of hij de toe spraak tot het einde zou laten voortduren Hun onzekerheid duurde niet lang. Ter wijl de aartspriester weer het woord nam na een zeer korte pauze, onderbrak dokter Chanteau plots: Wel een groote vreugde is het voor mijne zuster en mij.toen de oude geneesheer inviel met: „Och, wat mijnheer pastoor, als ge gekomen rijt om mijn dochter voor ,uw neef ten huwelijk te vragen, dan zeg ik u liever dadelijk dat ik daar niets mee te maken heb". Een weinig van zijn stuk gebracht bleef de aartspriester een oogenblik het ant woord schuldig; daarna zich van zijn ver wondering herstellende, zei hij: Inderdaad, mijnheer de dokter, ik heb de eer u de hand ,te vragen van me juffrouw Frangoise voor mijn neef mijn heer Pierre Bravières. De oude geneesheer wendde zich tot zijn dochter, die aan rijn linkerzijde was gezeten. =-* Welnu, deugniet, zei hij met een toon van een man die een norschen toon aanslaat om zijn ontroering te verbergen, welke is uw meening? Ik behoef niet te trouwen. Denk eens na. Op die manier aangesproken, sloeg Frangoise de oogen op, die zij steeds had neergeslagen en zei met een stem van vroolijke gehaastheid: Aangezien' mijn papa mijn meéning vraagt, geef ik mijn meening. Ik heb reeds nagedacht en mijn antwoord luidt: Ja. 1Deze woorden stelden allen tevreden De opgeruimdheid keerde, terug op de ge zichten, een oogenblik verontrust. De ver wrongen trekken van dokter Chanteau ver helderden, het gevaar scheen geweken. Welnu, sprak hij, aangezien ge ja zegt, zeg ik ook ja en uw moeder niet min der natuurlijk. En uit ganscher harte bovendien, zei mevrouw Chanteau. De aartspriester was een schrander man, zeer geslepen onder zijn statig voorkomen: zijn karakter geheel en al zachtheid, deed hem naar lankmoedig heid overhellen; hij had gauw begrepen, dat indien dokter Chanteau rijn inleiding plots 'had gestoord, hij dit gedaan had om de eer te ontwijken en de marteling te ontgaan van te antwoorden op een toe spraak. Edelmoedig offerde hij zijn twee punten en rijn besluit op: 1 Mijnheer do dokter, zei bij met een glimlach van prelaat uit het gouden tijd perk, ik zou u niet genoeg kunnen danken mij ter hulp te zijn gekomen en uit lief de voor mij een plechtigheid te hebben in gekrompen, die aangenaam was zonder twijfel, maar waarin ik gevaar liep slechts figurant te zijn, zoo weinig was ik voorbereid op de rol van vader des huizes, die voor zijn zoon een jonge dochter ten huwelijk vraagt. Welnu, mijnheer pastoor, zei dokter Chanteau, aangezien iedereen tevreden is, trouw dan deze jongelui zoo spoedig mo gelijk. Ik houd niet van huwelijken die op de lange haan geschoven worden. Waarom zou het niet binnen veertien da gen kunnen gebeuren? 1 Ho, ho, ho, en de uitzet is nog niet klaar, verklaarde mevrouw Chanteau. -| Nou, dat is geen kleinigheid. Daar moe- l k ten lakens zijn en ik wil geborduurd lakens tafelservet ten, handdoeken, en! Alleen de tijd om alles te merken met di letters der kinderen, geborduurde letter; a een B en een G schiet er óverEn 1» vendien moeten er nog stofdoeken zijt een onmisbaar iets in een huishouden. L Ah, dat is waar ook, zei dokte Chanteau schertsend. Het is een gewoonj om' aan kinderen geschenken te geven gj zij trouwen. Ik schenk aan Frangoise bruidschat van honderdduizend franc mijn vrouw, die practisch is aangelegd doet er een stel stofdoeken bij, g eb or duur de stofdoeken, genoeg om alles te poels| en op te wrijven in het huis,, geloof di maar. Bovendien bied ik Bravières mi? ontslag aan: dat is wel een das spel een paar manchelknoopen waard, schenk hem al de patiënten, die hij niet heeft weggekaapt. Ik ben niets nreö dan een wrak, alleen maar goed om xuimd teworden Al de omstanders protesteerden; Pier" met meer heftigheid dan de anderen. Daar Frangoise opstond met- de zeö kennelijke bedoeling haar vader te ombel zen, aangezien Pierre op hem toetrad m* odi uitgestoken hand, begreep dokter Cliaj' [je: teau het gevaar dat hem boven het hoo^ 0nl hing, van ontroerd te worden. Dooi vlucht wilde hij het veege lijf Ach, het is niet altijd gemakkelijk hart te verbergen wanneer men er heeft. (Wordt vervoll ld' 3rd len k >rk I; erg,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1924 | | pagina 4