jfei verh oor van den hekT. np avond was door van voor f 107.000 gekoekt. Tot dit bedrag had bekl. f 60.000 vjigedragen. Pe koopsom is door middel van decla raties binnengekomen. De verdeeling heeft tin huize van bekl. plaats gehad. Na af trek van de onkosten bleef er f40.000 ter verdeeling over. Bekl. heeft toen voorge steld, dat ieder f 10.000 zou krijgen. Van T en de G. waren hierbij tegenwoordig. •Bekl. beeft het geld voor V. in ontvangst genomen en persoonlijk aan dezen over- Gt| handigd. De Rekenkamer kwam echter de cijfers ran 107.000 en 163 000 te weten en toen jpoest dit verschil aannemelijk gemaakt Lorden. Er is toen een brief opgemaakt, volgens hetwelk van T. het terrein had gailoygeliöögd, waardoor het duurder was ge- vorden. In werkelijkheid heeft van T. ook jand naar het terrein vervoerd, maar hiervoor is hij apart betaald, t. De President: U mocht als ambtenaar joch niet op dergelijke wijze handelen? Bekl.: Dat weet ik niet. Eet was een particuliere handelszaak. Pres.: Een particuliere zaak van een ambtenaar, waardoor de Staat benadeeld werd! Bekl.: De Staat is geheel vrijwillig tot aankoop overgegaan. En de koop was voordeelig. Pres.: In ieder geval, U geeft de feiten e. Alleen meent u, dat wel zoo gehan deld mocht worden. Mr. Roland us Hage doorn: Be klaagde erkent f 10.000 winst te hebben gemaakt en niet, dat hij een gift tot dat hedrag heeft ontvangen. Dat is het groote juridische verschil. Pres. Dat zal de rechtbank uitmaken. Het getuigenverhoor Als eerste getuige wordt gehoord oud- 'Minister Gort van der Linden. Deze ver klaarde in 1918 het contract met van T. den aankoop van grond te Delft te jhebben afgesloten. Of hierbij onregelma tigheden zijn gebeurd, kan getuige zich Biet meer herinneren. Evenmin weet get. nu nog of hem de koop toen als bijzonder voordeelig is voorgesteld; hij denkt echter van wel, anders zou hij zeker het contract niet geteekend hebben. De accountant van Riemsdijk heeft ook over deze kwestie een onderzoek ingesteld en is daarbij tot de verschillende, reeds genoemde, cijfers gekomen. Hem is geble- ,.a};en, dat bekl. f60.000 tot de koopsom beeft bijgedragen en de- G. f 33.000. Getuige Mr. G. Feits, secretaris-gene raal aan het Departement van Onderwijs, kan zich het hem door den President ge toonde koopcontract niet meer herinneren. Dat er hier onregelmatigheden werden ge- jje, pleegd, was getuige onbekend. Mr. Rolandus Hagedoorn vraagt getuige of het gebruikelijk was, dat tusschenper- 6onen belangeloos handelden. Getuige deelt mede, dat het soms wén- )rei ïcbelijk is een tusschenpersoon te hebben. Want weet men een keer, dat het Rijk gegadigde is, dan stijgt de koopprijs. In Groningen was de toestand zoo, dat de tusschenpersoon belangeloos handelde. Ge tuige heeft toen tegen bekl. gezegd, dat len moest zien voor Delft ook zoo iemand te vinden. Getuige zet verder nog uiteen, dat. wan- leer het Rijk aanknopen doc-t, het niet al tijd direct betalen kan, endat de gelden eerst op de begrooting moeteen worden aan gevraagd en dan gaat er soms een half jaar of langer overheen. Ook om die re- i word* soms een tusschenpersoon in i arm genomen. En in* verband bierme- was in het onderhavige geval tusschen het Rijk en van T. tevens een huurcontract opgemaakt voor den gekochten grond. De huurprijs was f 5000 per jaar. Getuige van >T-, gedetineerd, is door held. ngezocht om als tusschenpeTsooai bij den grondaankoop op te treden. Alles tos toen reeds kn oTde, de koopprijs was reeds betaald enz. Getuige zeide. dat hij a geïw had. Bekl. antwoordde toen: ir zullen wij je wel aan helpen. Getuige zelf 'kon nog f 10.000 bijeenbrengen. Over een voordeelig zaakje is door oi met ge tuige nooit gesproken. Getuige is a!s tus schenpersoon opgetreden, omdat het Rijk zelf de gelden nog n'et beschikbaar had. Het opmaken van het koopcontract met het Rijk en van de declaraties voor de koopsom is wederom nagenoe'g geheel hui- ten getuige omgegaan. Getuige heeft f 10.000 ontvangen; hij beschouwde dit als belooning voor zijn tusschemkamst. Getui ge deelt, verder nog een en ander mede omtrent het opmaken van een huurcon tract en de wijze, waarop het verschil tusschen de koopprijzen werd verklaard. Dit kwam vrijwel overeen met hetgeen bekl. en getuige Visser hieromtrent hadden verklaard. Bovenstaande werd reeds in een gedeelte onzer vorige oplaag opgenomen. De President merkt d'n bekl. op, dat er toch in den beginne tusschen getuige en do andere personen meerdere malen over de zaak moet zijn gesproken. Dat ligt toch voor de hand. Getuige ontkent het evenwel. Hij heeft maar één bespreking meegemaakt. Op eer vraag van rechter mr. Ca!koen zegt getuige, dat hij, toen hij in de zaak werd gehaald, wel begreep, dat hij er iets aan zou verdienen. Een bedrag is nooit genoemd Getuige van Koppen uit Dcilft verklaaot dat bekl. me: nog iemand bij hem is geko men om grond van hem te huren. Getui ge had daar geen zin ia, wel wilde hij ver knopen. Hij heeft aanvankelijk f6 por M2. gevraagd, na onderhandeildngen kwam men op 13.50 tot overeenstemming. P r e s i dent: Dat was zelcer nog een goede prijs? Mr. Rolandus Hagedoorn: Daarom vroeg 'getuige zeker eerst f 6! Vervolgens vraagt de verdediger aan getuige of deue niet meer gevraagd zou hebben, wanneer hij geweten had dat de Staat gegadigde was. Getuige kan dat niet zeegen; het Rijk heeft nooit een aanvraag om te kcopein tot hem gericht. Hierna wordt bekl. over het eerste feilt der dagvaarding ondervraagd. Hij deelt mede, dat vaak tj veel werd gedeclareerd; het daardoor ontvangen geld werd aan bekl. afgedragen, die hét op ziin beurt aan V. ter üand stelde. Het geld d'onde in den regel om achterstallige betalingen to vol doen. De vraag of hij niet een bedrag van „f 11.000, dat hij aldus had ontvangen, niet aan V. heeft afgedragen, beantwoordt ge tuige ontkennend. Ook dit hedrag heeft hij aan V. afgedragen. De Griffier leest bekl.'s verklaring te dezer zake voor den Rechte,Tcomm ssaris, waarin hij hef feit erkent, voor. De President vraagt den bekl., waarom bij nu ontkent. Bekl. zegt, dat hij nu zeker weet, bet gold aan V. hoeft afgedragen. Bij zijn verhoor voor den rechtor-commiissaris was hij nog te zeer in do war, om de zaken uit elkaar te houden. Hij kan zich nu echter' positief hernncren, dat h'j het geld heeft overgegeven. De President merkt op. dat bekl.'s ver klaring voor den Rèchter-Commissaris zeer omstandig is. Daaruit blijkt absoluut niet, dat hij in de war was. Gevraagd of hij nig con andero red^m kan opgeven, waarom h.j nu op die ver klaring terugkomt, zegt bok!, nogmaals, nu zeker te weten, dat b:.j het geld aan V. 'heeft gegeven. P r e« i d e n t: Dus u kunt geen andere reden noemen? Getuige v. Riemsdijk legt over deze kwestie uitvoerige verklaringen af, spe ciaal wat betreft leveringen cloor de Tras industrie te Gohlenz en de daarop betrek king hebbende declaraties, uit welke decla raties ook de onderhavige f 11000 zijn voortgekomen. In verband met deze leve ringen is in totaal f 137000 te veel ge declareerd. Voorts heeft getuige een onderzoek in gesteld naar bekl.'s vermogen. In 6 jaren 'tijd is dit vermogen gestegen van f TSOÖÖ in 1015 tot f 424000 in 1921. Bekl. bestrijdt deze opgave; zooveel heeft hij nooit bezeten. Verder noemt hij "verschillende werken, waaraan hij geld verdiend heeft. De. accountant geeft in verhand hier mede een nadere specificatie om het eind cijfer te verklaren. De aannemer v. d. Hurk is herhaalde lijk als tusschenpersoon opgetreden bij de leveranties door de Tras-Industrie. Hij deed geheel belangeloos, later bekende hij er een declaratie voor en inde ook het geld biervoor. Hij droeg dit altijd in zijn ge heel af aan den hekl. Getuige kreeg de declaraties kant en klaar toegezonden. Do moeite, die getuige met een en ander had, was gering en hij wilde waarschijnlijk het bouwbureau wel tot vriend houden. Getuige heeft er nooit geld voor ontvan gen. Hij heeft er hooit aan gedacht, dat er geknoeid werd. De volgende getuige, de gedetineerde Rijksbouwmester V. verklaart eveneens omtrent de leveranties door de Tras- Industrie. Hierbij fungeerden v. d. Hurk en v. T. als tusschenpersonen. Zij droegen liet ontvangen geld weer aan hekl. af, die het aan getuige moest geven. Getuige heeft hekl. nooit vergunning gegeven orn er zelf geld van te houden. Op een vraag van mr. Hogedoorn zegt getuige dat hekl. ook het recht had om met de gelden betalingen te doen. Op een an dere vraag deelt getuige nog mede dat hij den indruk gekregen heeft, dat het geld van de vijf declaraties van v. cl. Hurk in zijn geheel tot zijn recht is gekomen. Ge tuige heeft bijzondere aandacht gehad op deze declaraties, omdat met het geld daar van belangrijke betalingen mosten worden gedaan. Getuige heeft wel een hedrag van f 11000 van hel:), ontvangen; hij weet niet of dat van de onderhavige declaraties afkomstig was. 't Is getuige nooit opgevallen, dat er geld van deze declaraties niet binnenkwam Hij heeft er den bekl. dan ook nooit om gevraagd. Op een nadere vraag van het O. M zegt bekl. vervolgens, dat hij f 11000 van hekl. te hebben ontvangen in afbetaling op een particuliere schuld. Getuige Touw. adjunct-accountant bij de belastingen, deelt mede, dat hem uit een onderzoek gebleken is dat bekl. in de jaren 1919, '20 en '21 in totaal f 275000 heeft gestoken in de zweminrichting De Regentes Hij beeft hiervoor aandeden ontvangen. De zitting wordt geschorst tol kwart na twee uur. Na- de pauze deelt de pres'dent mede, dat de vierde zaak. n.l. dis tegen J. M. de G. Woensdag" a s. 's ochtends om 10 uur zal werden behandeld. Vervolgens doet de griffier wederom voorlezing van verschillende instructies en circulaires van de Alge mesne Rekenkamer met betrekking tot declaraties. Als getuigen worden vervolgens nog ge hoord de referendaris bij de Algemeene Rekenkamer Brunt en d© referendaris bij hst departement van onderwijs, Canneman die hun verklaringen betreffende den gang van zaken bij het inkomen van de claraties, zooals 7.!j die in c.e vorige zaak hebben afgelegd, herhalen. De Istasto get-.iigo is de eveneens giste ren reeds gehoerde ccmmies van het rijke bouwbureau Schildwacht, die zijn verkla ringen herhaalt over het opmaken van de claraties. Het requisitoir. Hierna is het woord aan mr. Bauduin tot het nemen van zijn requisitoir. Deze gelooft gisteren een waar woord te hebben gesproken, teen hij zei dat er een buiten gewoon hartelijke relatie bestond tusschen het bouwbureau en van T. De rechtbank heeft ook nu weer duidelijk kunnen* zien op welke wijze liet op heb bureau toeging. Buitendien is gebleken, dat ook de aanne mer v. d. Hurk een werktuig was in han den van het bureau. Ook in deze zaak heeft spr. zich tot het uiterste beperkt. Mnar bij de behandeling is op duidelijke wijze gebleken, welke bedragen voor liet rijk verloren zijn gegaan bij de leverin gen door de Tras-Industrie. Heb eigem aardigste is echter, dat de bekl. de geheele transactie met genoemde firma persoonlijk heeft gedaan. Op zeer brutale wijze heeft bekl. gelden gedeclareerd, soms zelfs zon der dat er iets tegenover stond. De gehee le schade is dan ook voor het rijk tot bij na li ton opgeloopen. Wat het eerste ten laste gelegde feit be treft, bekl. heeft de f 11.000 ontvangen om af te dragen aan V. Hij heeft dit niet ge daan en derhalve het geld, dat hij anders dan door misdrijf had verkregen, verduis terd. Hiervoor heeft men in de eerste plaats bekl.'s bekentenis, al is hij hier nu op teruggekomen. Alleen is de ©enigszins sympathieke indruk, die spr. van bekl. had, hierdoor weer verdwenen. Bekl. heeft voor het terugkomen op die verklaring geen afdoende reden kunnen opgevem Zijn eerste bekentenis blijft dus kaar kracht behouden. Wat de strafmaat be treft, zal de rechtbank rekening moeten houden met alles wat in deze zaak aan heb lichb gekomen is. Spr. komb dan tob heb tweede fcib en constateert, dat aanvankelijk de zekerheid bestond dat het rijk het Jaffa terrein zou koopen voor 107,000 gld. Maar toen kwam het principe van de heeren weer boven en werd de grond van v. T. gekocht voor f 153.000. Bekl. heeft hiervan f 10,000 geno ten. Dit heeft hij natuurlijk gekregen voor de tal van handelingen, die hij in strijd met zijn bediening tot betrekking met de zen koop heeft gedaan. De omstandighe den. noodig voor Tiet tenlastegelegde feit, zijn alle in deze zaak aanwezig. Ook voor dit feit zal derhalve veroordeeling moeten volgen. Spr. wijst vervolgens op de stijging van bekl.'s vermogen met een bedrag van ruim f 400.000 in 6 jaar en toevallig juist sedert het tijdstip, waarop hij bij het bouwbu reau in werking is getreden. Bekl. beroept zich nu wel op speculatie en particuliere werkzaamheden, maar in ieder geval is al gebleken, dat hij f 11.000 onrechtvaardig in de zaak heeft gestoken. Waarom zou hij dus op die wijze niet aan meer geld zijn gelromen? Spr. wijst nog op de groo.e bedragen, die bekl. in één jaar in De Re gentes heeft gestoken, terwijl in datzelfde jaar slechts een klein bedrag van zijn banksaldo is afgegaan. Bekl. is op schromelijke wijze tekort ge komen in zijn plichten als ambtenaar. Het is een algemeen belang, dat hem een ern stige straf wordt opgelegd Eisch: 4 jaar gevangenisstraf. De verdediging Mr. Roiaaidus Hogcndoorn heeft zicli er over verwonderd, dat na alles wat bekl. verwelen werd (men sprak zelfs van ette lijke tonnen), hek!, slechte verduistering van f 11.000 en aannemen van een gift van f 10.000 is len laste gelegd. En voor het O. M. is het dan toch zaak, dat, wait er overgebleven is, achttien karaats is; volgens pl. I'S dat evenwel niet het geval. Tot het juridische gedeelte komende, merkt pl. op, dat in de dagvaarding niet vermeld is het tijdstip van ontvangst van de f 11.000 Dit is meerdere ma':en gebeurd De verdediging heeft toch recht be weten, v-elk bedrag bedoeld is. Dat had in de dagvaard ng moeten staan. Het is niet voldoende, dat het thans ter zitting is kernen vast te staan. Pl. beroept zich Wr- b j op de jurisprudentie van den Hoogen Raad. Wat de terugneming van bekl.'s beken tenis betreft, wij-at pl. ex op, dat er zoo'n chaos van.feiten i.s gebeurd, dat hek1, er zelf n'et meer uit wij-s kou. Bekl. heeft aanvankelijk het feit erkend in verband met het gebeurde met liet Jaffa-t'errein, welk feit nog niet bekend was en waarover bekl. zich het meest schaamde. Daarbij kwam nog, dat bekl. niet meer wist, wat er met het geld gebeurd was. In deze om standigheden ligt de oorzaak, dat bekl. alles door elkaar heeft gehaald. Wat het Jaffa-terrein betreft, merkt pl op, dat ten slotte alleen hekl. bekend hceftf dat hij er f 10.000 mee verdiend had. Er* aan deze bekentenis is het dan toch te danken geweest, dat de anderen ook het fe t hebbed toegegeven. J De bedragen, bekl. door de hamteni gingen, het koopen van marken, het geven van geld aan V. en anderen, dat a'i-g' maakt het toch zeer waarschijnlijk, dat) bekl. zich alles n:et meer herinnert. Da, janboel op het bouwbureau heeft hie; toe geleid. J Pl. vraagt of bekl. feitelijk wel een be kentenis heeft afgelegd en meent dan, dat- hekl. erkend heeft dat hij het hedrag niet afgedragen heeft aan V., maar niet, dat} hij het geld in eigen zak heeft gestoken. PI. wijst er op, dat V. op de hoogte was van het declareeren van de f 11.000. Kort) daarna kreeg deze een gelijk hedrag. parti-J culier wordt thans gezegd. Maar waarom' vroeg V. toen dan niet: waar blijven de eo-: declareerde f 11.000? Dat heeft hij ret gedaam. Het wiil er bii pi. ni-eit in, dat men er op zoo'n oogenbllik niet naar vragen zou. Het bewijs voor de verduistering' van de f 11.000 :is dan ook zeker niet gele- verd. i Wat de subsidiaire tenlastelegging, de bnling, betreft, pl. meent, dat daarvoor let terlijk n:et één aanwijzing is. Want waar» ia, wanneer de bekl. hot geld werkc'ijk be waard heeft, het winstbejag? Ten aanzien van de tweede fenksteleg- j ging merkt pl. op, dat hiervoor de voor- naamste vraag is. of de f 10.000 in jur'di-, sehen zin een gift is. Waarom gaf v T. liet geld? Om deze vraag te beantwoorden gaat pl. de feiten nogmaals na. er op wij zende, dat eerst gevraagd is of de grond; gehuurd k-on worden. Hieruit blijkt al. dat van een vooropgezet p'an geen sprake was. Van T. kocht de.n grond, maar de anderen geven er het meeste geld voor. Toen er winst gemaakt werd, voelde van T. het als een plicht om die anderen daarvan lo geven. Het karakter van een gift ont-' breekt hier ten eenenmale. Pl. zou niet gaarne samen met den offi- c er een lot in de loterij hebben. Viel er de f 100 000 op. dan zou pl., wanneer hij zijn deel ontving, nog „daalt je" moeien, zegcen voo7- dQ ..gift". Dit voorhee'd geeft vc1 komen d? situal-'e weer. Bekl. heeft het minst van deze affaire» ecprofiteerd Hij heeft ongevper een jaar d° rente van zijn f60.000 er hij ingescho ten. Buitendien liep hij de kans, dat lrj,. doordat om de een of andore oorzaak de slaat den grond niet kocht, er mee was bbjven zitten Wat betreft het element, dat van T. het geJd heeft gegeven omdat hekl. dingen had gedaan in str'jd met zijn plicht, wijst pl. er nogmaals op. dat van T. het gcM heeft gegeven, omdat hij daartoe zoowel civiel rechtelijk ak moreel verplicht was. Gpeiü der etemen'en voor het tweede fe't is aan wezig. De moreele kent van deze zaak keurt pl. - evenzeer af avs de rechtbank. Wat hier ge-» beurd is. komt duizenden raaien voor, maar men kan iets dergelijks r>W promn- vreron tot he't misdrijf van art. 363, omdat he* toevallig-een ambtenaar bet-eft. Hef verd:sccntoeren van alle zonden, waarvan het O. M geen bewijs levert en waarferen men zich niet kan verdedigen, in (k op te leggen straf, zona's de nfb- eier heeft voorgesteld, zal de rech-'ba-dc zeker n:et- vilten volgen, in geval van veroordeeh'ng. "Buitendien hooi hekl. reedr hiinia een jaar preven'fef gezeten. Wat bekl.'s vermogen betreft rP da-t anngetoond kan worden, dat d'e b in bet jaar. dat bij aan he* bureau werk zaam was. ruim ten part'oui:er hreft verdiend. Voor dit geld heef* bii °fppr! u gekocht p.n daarmee tiendui'',zT.'1en vn"- dtend. Bekl. beert al1 es op na tv er tres-'"1-!. Ik reëisch'e strafmaat. te, cl" •pms'-r,- digbeden in aanmerking genomen, vorn* geval van veroordeel-ing 'en dan lettende op hetgeen bewezen V niet ie overeen- s kram mg met de fe'ten. R°- en dupnek volgden. P'itsnrraV no (Vtobor. De 7-'"- vo-hn.»d tot ZVorlr"- 0rbfC"4 Aan gene zijde der Alpen. VI. ROM A AETERNA. ib u ,z?n was 'ailg reeds opgegaan boven Unibrië en Latium, en de hanen kraaiden *oor de tweede maal, toen ik wakker TOrd en bevond, dat mijn hoofd, dankbaar tferust had op den schouder van een me dereiziger. De trein reed langzaam te midden van een groote stad van gele en tti'te moderne huizenblokken. Wat voor stad kon dat zajn? Zoo groot 1 Ik keek eens in het spoorboekje. Neen, al- kleine stadjes aJs Orvieto, Ohiusi la- pn langs den spoorbaan. De heele trein ®ckeen hier leeg te willen loopen; de rei gers knipten hun tasschen toe, kamden, kun haar, of zaten, kant-en-klaar om den hein to verlaten, nog wat na te gapen, jwi dat de lange nacht op de harde ban- Aen verstreken was. En plotseling viel een straal van om boog in mijn slaperige oogen: Ik was in Rome! ii. an(Iers was de aankomst, dan "mij had voorgesteld: Dat ik uit het [Bpoorraampje hing, zwaaiend met m'n ïakdoek naar de koepel van Sint Pieter, helke statig oprees uit de deinende Cam- Pugna! Daarbij kwam de ontgoocheling het station, -dat onbenullig en onhan- mg is. Je denkt er nooit over na, maar f hebt een stil vermoeden, dat het cen- ha al-slation van Rome, waar immers alle ®gen heenleiden, een indrukwekkend ye- ®°uw is. Bij den uitgang werd ik aange- l^treeuw een troep gure kerels, dio joij een hotelletje op wi'lden drin- Een (zij hadden, nota bene, geen uniform- C, °f 200 iets), en die, do „Lodenman- over m'n arm bemerkend, onmiddel- 'aken'n begonnen te rad- Door de ontgoocheling van de aankomst, moge maag, de boemel-dacht en de on- kerels, was ik in aoo'n naargees tige stemming gekomen, dat ik de eerste de beste kerk inliep. Het was een mooie, rustige kerk en niet de eerste de beste, hoor!, maar de basiliek van Santa Maria Maggiore, de H. Maria de Meerdere, zoo .bijgenaamd omdat zij de voornaamste is van O. L. Vrouws heiligdommen op deze wereld. In den nacht van 4 op 5 Augustus,- van het jaar 352, verscheen de H. Maagd in een droom aan patriciër Joannes en zijn vrouw. Maria zeide hun een kerk, haar ter eerc, te houwen op den Esquili- nischen heuvel en beloofde door een won der de juiste plaats te zullen aanduiden. Den anderen dag ging het godvruchtig echtpaar, na eerst paus Liberius geraad pleegd te hebben, naar den Esquilijn. Van verre zagen zij al, dat er wat doende was aan de toeloop van Romeinen, die in een grooten kring naar iets stonden te staren en drukredeneerden. Toen Joannes en zijn vrouw tot op de eerste rij waren doorgedrongen zagen zij, o, wonder, een laagje sneeuw schitteren in de heete Augustus-zon. Zij begrepen Maria's aan wijzing en bouwden op de plek de Santa Maria Maggiore. Het is een der weinige innige, huise- lijko kerken der Eeuwige Stad, in den eenvoudigen basilica-vorm. Hier voor het eerst bewonderen wij schooüheden, welke het noorden nauwelijks kent: den ouden ingelegden vloer, als een prachtig vermar- imerd tapijtwerk en het rijke, maar streng gecaissonneerde plafond van' schemerend goud. (Dit goud was het eerste, dat uit Amerika kwam; het werd den Paus ge schonken door Ferdinand-en-Isabella van Spanje). De kleurig-marmeren Sacramentskapel bewaart de liefelijkste relikwie, die de Aarde bezit: het hout van de kribbe van hot Goddelijk Kindje. Sedert de oudste tijden trok de paus op den vooravond van Kerstmis naar de Santa Maria Maggiore met de geestelijl^eid, bracht $r de nacht in gebed door en rierde» yóór dat het morgenrood kleurde aan den Oosterhe- mel, de eerste II. Mis op het altaar der Kribbe. De heilige keizer van Duitschland, Hen drik II, ging er ook al heele nachten bidden dat was dus een brave Hendrik in de goede beleekenis des woords. Ik heb het er hij mijn eerste bezoek niet langer gemaakt dan een kwartier, want ik was er slechts misschien is de lezer na deze uitwijdingen het vergeten om te gene zen van mijn zwaarmoedigheid. In een jolige ochtends lemming ging ik het bree- de trappenfronl der kerk af, op zoek naar een hotel. Gelukkig herinnerde ik mij uit het Reisverhaal van Kapelaan Ulleman in ,.De Leidsohe Courant" hotel Miner va Daar tramde ik dus op af De albergo Minerva is een deftig hotel, maar staat volgons Ilollandsche begrip pen vrat onoogeliik midden in het warnet van straten tusschen de Piazza Navona en de Piazza Colonna. Het wordt veelbe zocht door buitenlandsche geestelijken en ook nu waren er verscheidene Amerikaan selie priesters. Ik had de onverdiende eer kennis te maken met den Aartsbisschop van Omaha. Do Aartsbisschop was een dood-een-voudige man; toen ik bij mijn vertrek uit Rome van hem afscheid nam en verzocht zijn ring te mogen kussen, had Z. D. H. die vergeten! De ring lag op zijn kamer! Het wemelt in Rome van de geestelijken in alle mogelijke kleurtjes, en altijd bleek, wanneer ik inlichtingen vroeg, hoe bezorgd ook de Italiaansche Herders zijn voor jongelui alleen in het buitenland. Het pleintje voor hotel Minerva is niet groot, maar voor een eerslen indruk van Rome juist geschikt. Rome is een bizarre stad. Doordat de menschen sinds 753 vóór Christus op dit plekje steeds maar gebouwd en gebouwd, afgebroken, geplun derd en brandsticht hebben, staat alles door elkaar in de grilligste wanorde. Op het genoemd bótel-pleintje staat een mode XD VUeJ, pep barokke zuJL gotische kerk en een heidensche tempel, terwijl koetsiers van 1880 voor de levende stoffeering zorgen. Laten wij bij de oudste beginnen 1 Het Pantheon was een tempel ter eere van alle goden, opgericht door Marcus Agrippa, 6 jaar vóór Christus' geboorte. In den glorietijd van het heidendom was het gebouw geen grauwe rotonde, maar bekleed met witmarmeren platen. (Of het toen mooier was??) Het marmer is ver nield en verhakt door barbaren, van aller lei soort. De alle-goden-lempel is nu toe gewijd aan Maria. De heelden der goden zijn geborgen in de musea; in hun nissen staan ónze altaren. Andersdenkende schrijvers meenen uil de gemakkelijke omvorming van tempels in kerken te kun nen hesluiten, dat de Katholieke eere- dienst veel weg heeft van de heidensche. Wij echter worden versterkt in de mee- ning, dat die overeenkomst al heel klein is, want er is geen rarer kerk, dan dit mengsel van Christen- en Heidendom. Of het komt door de tegenwoordigheid der gravers var. Umberio I en Vitlorio Emmanuele, die nog steeds door ons met een scheel oog worden aangekeken, weet ik niet. Wèl weet ik, dat de fascistische schildwachten ervoor, en heel die fascis tische zwartliemden-dragerij, een verve lende aanstellerij is. Rafaël ligt hier ook hegraven en kardi naal BemBo heeft een wat overdreven op schrift laten aanbrengen. Jlle hie est Raphael Hier ligt de beroemde Rafael. Zoolang hij leefde, vreesde de natuur, moeder al ler dingen, overwonnen te worden en toen hij stierf, vreemde zij ook te sterven" Kardinaal Bcmbo was geen Hollander, dat blijkt wel! Eens, toen ik het Pantheon bezocht, dreven juiet zwarte donderwolken met hun booze gezichten over de stad en de regen plaste in stroomen neer op de straat en in het Pantheon! De vreemdeling blaakt hier voor het eerst kennis wat het Zuidelijke impluvium, de regenbak onder het open dak. In den koepci van het Pan theon is een rond gat, waardoor je zoo maar „ins Blaue hinein" kijkt wan neer het mooi weer is tenminste. Je hebt ganzen van het Kapittel en uilen in Athene, maar ik heb nooit ge hoord van „de katten van het Pantheon". Ik heb ze geleld! Het zijn er 18; magere katers en katten, die tieren op kosten der burgerij in de spelonken en holen van het sous-terrain 1). lederen morgen strijk en zet kwam een logée van het hotel (ten Engelsche miss natuurlijk), niet vleesch- afval naar de arme beesten. Het pantheon staat links van het hotel, rechts staat een „heusche" kerk, de San ta Maria Sopra Minerva; de eenige goti sche kerk van Rome, maar dat kun je van buiten niet zien. „Gothiek, curieus zegt Adaina van Schcltema ergens dat Italië die nooit begrepen heeft Wanneer men de kerk zoo van den anderen kant op zijde komt, zou men denken aan. een nieuwe, geelgepleisterde koestal van ten heereboer". Van binnen is het een stem mige, half duistere kerk. In oen der zij kanellen ligt het graf van Era ^ugüeo. lederen dag stond een vaasje met één witte anjelier op de zerk, naar ik vermoed werk van een andere miss uit. hotel „Mi nerve". (In de eetzaal vonuden de „mis ses", veelal grijze met gouden lor gneis op, een „Tafelronde"). Naast het altaar slaat een leelijk beeld van Michel Angela: Chris lus mot het kruis, dat evengoed Apollo kon voorstellen. Eon beschrijving van het pleintje zou in het geheel niet volledig zijn, indien v. ai het pièce de milieu vergaten, een mamie- re olifantje met een eb l.-k op z'jn rug een grap van Bernini natuurlijk waar ik iederen morgen schik in had, wanneer ik uit het hotel kwam en op stap ging. (Wordt vervolgd.) l!

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1924 | | pagina 5