jfei verh oor van den hekT.
np avond was door van voor f 107.000
gekoekt. Tot dit bedrag had bekl. f 60.000
vjigedragen.
Pe koopsom is door middel van decla
raties binnengekomen. De verdeeling heeft
tin huize van bekl. plaats gehad. Na af
trek van de onkosten bleef er f40.000 ter
verdeeling over. Bekl. heeft toen voorge
steld, dat ieder f 10.000 zou krijgen. Van
T en de G. waren hierbij tegenwoordig.
•Bekl. beeft het geld voor V. in ontvangst
genomen en persoonlijk aan dezen over-
Gt| handigd.
De Rekenkamer kwam echter de cijfers
ran 107.000 en 163 000 te weten en toen
jpoest dit verschil aannemelijk gemaakt
Lorden. Er is toen een brief opgemaakt,
volgens hetwelk van T. het terrein had
gailoygeliöögd, waardoor het duurder was ge-
vorden. In werkelijkheid heeft van T. ook
jand naar het terrein vervoerd, maar
hiervoor is hij apart betaald,
t. De President: U mocht als ambtenaar
joch niet op dergelijke wijze handelen?
Bekl.: Dat weet ik niet. Eet was een
particuliere handelszaak.
Pres.: Een particuliere zaak van een
ambtenaar, waardoor de Staat benadeeld
werd!
Bekl.: De Staat is geheel vrijwillig tot
aankoop overgegaan. En de koop was
voordeelig.
Pres.: In ieder geval, U geeft de feiten
e. Alleen meent u, dat wel zoo gehan
deld mocht worden.
Mr. Roland us Hage doorn: Be
klaagde erkent f 10.000 winst te hebben
gemaakt en niet, dat hij een gift tot dat
hedrag heeft ontvangen. Dat is het groote
juridische verschil.
Pres. Dat zal de rechtbank uitmaken.
Het getuigenverhoor
Als eerste getuige wordt gehoord oud-
'Minister Gort van der Linden. Deze ver
klaarde in 1918 het contract met van T.
den aankoop van grond te Delft te
jhebben afgesloten. Of hierbij onregelma
tigheden zijn gebeurd, kan getuige zich
Biet meer herinneren. Evenmin weet get.
nu nog of hem de koop toen als bijzonder
voordeelig is voorgesteld; hij denkt echter
van wel, anders zou hij zeker het contract
niet geteekend hebben.
De accountant van Riemsdijk heeft ook
over deze kwestie een onderzoek ingesteld
en is daarbij tot de verschillende, reeds
genoemde, cijfers gekomen. Hem is geble-
,.a};en, dat bekl. f60.000 tot de koopsom
beeft bijgedragen en de- G. f 33.000.
Getuige Mr. G. Feits, secretaris-gene
raal aan het Departement van Onderwijs,
kan zich het hem door den President ge
toonde koopcontract niet meer herinneren.
Dat er hier onregelmatigheden werden ge-
jje, pleegd, was getuige onbekend.
Mr. Rolandus Hagedoorn vraagt getuige
of het gebruikelijk was, dat tusschenper-
6onen belangeloos handelden.
Getuige deelt mede, dat het soms wén-
)rei ïcbelijk is een tusschenpersoon te hebben.
Want weet men een keer, dat het Rijk
gegadigde is, dan stijgt de koopprijs. In
Groningen was de toestand zoo, dat de
tusschenpersoon belangeloos handelde. Ge
tuige heeft toen tegen bekl. gezegd, dat
len moest zien voor Delft ook zoo iemand
te vinden.
Getuige zet verder nog uiteen, dat. wan-
leer het Rijk aanknopen doc-t, het niet al
tijd direct betalen kan, endat de gelden
eerst op de begrooting moeteen worden aan
gevraagd en dan gaat er soms een half
jaar of langer overheen. Ook om die re-
i word* soms een tusschenpersoon in
i arm genomen. En in* verband bierme-
was in het onderhavige geval tusschen
het Rijk en van T. tevens een huurcontract
opgemaakt voor den gekochten grond. De
huurprijs was f 5000 per jaar.
Getuige van >T-, gedetineerd, is door
held. ngezocht om als tusschenpeTsooai
bij den grondaankoop op te treden. Alles
tos toen reeds kn oTde, de koopprijs was
reeds betaald enz. Getuige zeide. dat hij
a geïw had. Bekl. antwoordde toen:
ir zullen wij je wel aan helpen. Getuige
zelf 'kon nog f 10.000 bijeenbrengen. Over
een voordeelig zaakje is door oi met ge
tuige nooit gesproken. Getuige is a!s tus
schenpersoon opgetreden, omdat het Rijk
zelf de gelden nog n'et beschikbaar had.
Het opmaken van het koopcontract met
het Rijk en van de declaraties voor de
koopsom is wederom nagenoe'g geheel hui-
ten getuige omgegaan. Getuige heeft
f 10.000 ontvangen; hij beschouwde dit als
belooning voor zijn tusschemkamst. Getui
ge deelt, verder nog een en ander mede
omtrent het opmaken van een huurcon
tract en de wijze, waarop het verschil
tusschen de koopprijzen werd verklaard.
Dit kwam vrijwel overeen met hetgeen
bekl. en getuige Visser hieromtrent hadden
verklaard.
Bovenstaande werd reeds in een gedeelte
onzer vorige oplaag opgenomen.
De President merkt d'n bekl. op, dat er
toch in den beginne tusschen getuige en
do andere personen meerdere malen over
de zaak moet zijn gesproken. Dat ligt toch
voor de hand.
Getuige ontkent het evenwel. Hij heeft
maar één bespreking meegemaakt.
Op eer vraag van rechter mr. Ca!koen
zegt getuige, dat hij, toen hij in de zaak
werd gehaald, wel begreep, dat hij er iets
aan zou verdienen. Een bedrag is nooit
genoemd
Getuige van Koppen uit Dcilft verklaaot
dat bekl. me: nog iemand bij hem is geko
men om grond van hem te huren. Getui
ge had daar geen zin ia, wel wilde hij ver
knopen. Hij heeft aanvankelijk f6 por M2.
gevraagd, na onderhandeildngen kwam
men op 13.50 tot overeenstemming.
P r e s i dent: Dat was zelcer nog een
goede prijs?
Mr. Rolandus Hagedoorn:
Daarom vroeg 'getuige zeker eerst f 6!
Vervolgens vraagt de verdediger aan
getuige of deue niet meer gevraagd zou
hebben, wanneer hij geweten had dat de
Staat gegadigde was.
Getuige kan dat niet zeegen; het Rijk
heeft nooit een aanvraag om te kcopein tot
hem gericht.
Hierna wordt bekl. over het eerste feilt
der dagvaarding ondervraagd. Hij deelt
mede, dat vaak tj veel werd gedeclareerd;
het daardoor ontvangen geld werd aan
bekl. afgedragen, die hét op ziin beurt aan
V. ter üand stelde. Het geld d'onde in den
regel om achterstallige betalingen to vol
doen.
De vraag of hij niet een bedrag van
„f 11.000, dat hij aldus had ontvangen, niet
aan V. heeft afgedragen, beantwoordt ge
tuige ontkennend. Ook dit hedrag heeft
hij aan V. afgedragen.
De Griffier leest bekl.'s verklaring te
dezer zake voor den Rechte,Tcomm ssaris,
waarin hij hef feit erkent, voor.
De President vraagt den bekl., waarom
bij nu ontkent.
Bekl. zegt, dat hij nu zeker weet, bet
gold aan V. hoeft afgedragen. Bij zijn
verhoor voor den rechtor-commiissaris was
hij nog te zeer in do war, om de zaken uit
elkaar te houden. Hij kan zich nu echter'
positief hernncren, dat h'j het geld heeft
overgegeven.
De President merkt op. dat bekl.'s ver
klaring voor den Rèchter-Commissaris
zeer omstandig is. Daaruit blijkt absoluut
niet, dat hij in de war was.
Gevraagd of hij nig con andero red^m
kan opgeven, waarom h.j nu op die ver
klaring terugkomt, zegt bok!, nogmaals,
nu zeker te weten, dat b:.j het geld aan V.
'heeft gegeven.
P r e« i d e n t: Dus u kunt geen andere
reden noemen?
Getuige v. Riemsdijk legt over deze
kwestie uitvoerige verklaringen af, spe
ciaal wat betreft leveringen cloor de Tras
industrie te Gohlenz en de daarop betrek
king hebbende declaraties, uit welke decla
raties ook de onderhavige f 11000 zijn
voortgekomen. In verband met deze leve
ringen is in totaal f 137000 te veel ge
declareerd.
Voorts heeft getuige een onderzoek in
gesteld naar bekl.'s vermogen. In 6 jaren
'tijd is dit vermogen gestegen van f TSOÖÖ
in 1015 tot f 424000 in 1921.
Bekl. bestrijdt deze opgave; zooveel
heeft hij nooit bezeten. Verder noemt hij
"verschillende werken, waaraan hij geld
verdiend heeft.
De. accountant geeft in verhand hier
mede een nadere specificatie om het eind
cijfer te verklaren.
De aannemer v. d. Hurk is herhaalde
lijk als tusschenpersoon opgetreden bij de
leveranties door de Tras-Industrie. Hij
deed geheel belangeloos, later bekende hij
er een declaratie voor en inde ook het geld
biervoor. Hij droeg dit altijd in zijn ge
heel af aan den hekl. Getuige kreeg de
declaraties kant en klaar toegezonden. Do
moeite, die getuige met een en ander had,
was gering en hij wilde waarschijnlijk
het bouwbureau wel tot vriend houden.
Getuige heeft er nooit geld voor ontvan
gen. Hij heeft er hooit aan gedacht, dat er
geknoeid werd.
De volgende getuige, de gedetineerde
Rijksbouwmester V. verklaart eveneens
omtrent de leveranties door de Tras-
Industrie. Hierbij fungeerden v. d. Hurk
en v. T. als tusschenpersonen. Zij droegen
liet ontvangen geld weer aan hekl. af, die
het aan getuige moest geven. Getuige heeft
hekl. nooit vergunning gegeven orn er zelf
geld van te houden.
Op een vraag van mr. Hogedoorn zegt
getuige dat hekl. ook het recht had om met
de gelden betalingen te doen. Op een an
dere vraag deelt getuige nog mede dat hij
den indruk gekregen heeft, dat het geld
van de vijf declaraties van v. cl. Hurk in
zijn geheel tot zijn recht is gekomen. Ge
tuige heeft bijzondere aandacht gehad op
deze declaraties, omdat met het geld daar
van belangrijke betalingen mosten worden
gedaan.
Getuige heeft wel een hedrag van f 11000
van hel:), ontvangen; hij weet niet of dat
van de onderhavige declaraties afkomstig
was. 't Is getuige nooit opgevallen, dat er
geld van deze declaraties niet binnenkwam
Hij heeft er den bekl. dan ook nooit om
gevraagd.
Op een nadere vraag van het O. M zegt
bekl. vervolgens, dat hij f 11000 van hekl.
te hebben ontvangen in afbetaling op een
particuliere schuld.
Getuige Touw. adjunct-accountant bij de
belastingen, deelt mede, dat hem uit een
onderzoek gebleken is dat bekl. in de jaren
1919, '20 en '21 in totaal f 275000 heeft
gestoken in de zweminrichting De Regentes
Hij beeft hiervoor aandeden ontvangen.
De zitting wordt geschorst tol kwart na
twee uur.
Na- de pauze deelt de pres'dent mede,
dat de vierde zaak. n.l. dis tegen J. M. de
G. Woensdag" a s. 's ochtends om 10 uur
zal werden behandeld.
Vervolgens doet de griffier wederom
voorlezing van verschillende instructies en
circulaires van de Alge mesne Rekenkamer
met betrekking tot declaraties.
Als getuigen worden vervolgens nog ge
hoord de referendaris bij de Algemeene
Rekenkamer Brunt en d© referendaris bij
hst departement van onderwijs, Canneman
die hun verklaringen betreffende den
gang van zaken bij het inkomen van de
claraties, zooals 7.!j die in c.e vorige zaak
hebben afgelegd, herhalen.
De Istasto get-.iigo is de eveneens giste
ren reeds gehoerde ccmmies van het rijke
bouwbureau Schildwacht, die zijn verkla
ringen herhaalt over het opmaken van de
claraties.
Het requisitoir.
Hierna is het woord aan mr. Bauduin
tot het nemen van zijn requisitoir. Deze
gelooft gisteren een waar woord te hebben
gesproken, teen hij zei dat er een buiten
gewoon hartelijke relatie bestond tusschen
het bouwbureau en van T. De rechtbank
heeft ook nu weer duidelijk kunnen* zien
op welke wijze liet op heb bureau toeging.
Buitendien is gebleken, dat ook de aanne
mer v. d. Hurk een werktuig was in han
den van het bureau. Ook in deze zaak
heeft spr. zich tot het uiterste beperkt.
Mnar bij de behandeling is op duidelijke
wijze gebleken, welke bedragen voor liet
rijk verloren zijn gegaan bij de leverin
gen door de Tras-Industrie. Heb eigem
aardigste is echter, dat de bekl. de geheele
transactie met genoemde firma persoonlijk
heeft gedaan. Op zeer brutale wijze heeft
bekl. gelden gedeclareerd, soms zelfs zon
der dat er iets tegenover stond. De gehee
le schade is dan ook voor het rijk tot bij
na li ton opgeloopen.
Wat het eerste ten laste gelegde feit be
treft, bekl. heeft de f 11.000 ontvangen om
af te dragen aan V. Hij heeft dit niet ge
daan en derhalve het geld, dat hij anders
dan door misdrijf had verkregen, verduis
terd. Hiervoor heeft men in de eerste
plaats bekl.'s bekentenis, al is hij hier nu
op teruggekomen. Alleen is de ©enigszins
sympathieke indruk, die spr. van bekl.
had, hierdoor weer verdwenen. Bekl. heeft
voor het terugkomen op die verklaring
geen afdoende reden kunnen opgevem
Zijn eerste bekentenis blijft dus kaar
kracht behouden. Wat de strafmaat be
treft, zal de rechtbank rekening moeten
houden met alles wat in deze zaak aan
heb lichb gekomen is.
Spr. komb dan tob heb tweede fcib en
constateert, dat aanvankelijk de zekerheid
bestond dat het rijk het Jaffa terrein zou
koopen voor 107,000 gld. Maar toen kwam
het principe van de heeren weer boven en
werd de grond van v. T. gekocht voor
f 153.000. Bekl. heeft hiervan f 10,000 geno
ten. Dit heeft hij natuurlijk gekregen voor
de tal van handelingen, die hij in strijd
met zijn bediening tot betrekking met de
zen koop heeft gedaan. De omstandighe
den. noodig voor Tiet tenlastegelegde feit,
zijn alle in deze zaak aanwezig. Ook voor
dit feit zal derhalve veroordeeling moeten
volgen.
Spr. wijst vervolgens op de stijging van
bekl.'s vermogen met een bedrag van ruim
f 400.000 in 6 jaar en toevallig juist sedert
het tijdstip, waarop hij bij het bouwbu
reau in werking is getreden. Bekl. beroept
zich nu wel op speculatie en particuliere
werkzaamheden, maar in ieder geval is al
gebleken, dat hij f 11.000 onrechtvaardig
in de zaak heeft gestoken. Waarom zou
hij dus op die wijze niet aan meer geld
zijn gelromen? Spr. wijst nog op de groo.e
bedragen, die bekl. in één jaar in De Re
gentes heeft gestoken, terwijl in datzelfde
jaar slechts een klein bedrag van zijn
banksaldo is afgegaan.
Bekl. is op schromelijke wijze tekort ge
komen in zijn plichten als ambtenaar. Het
is een algemeen belang, dat hem een ern
stige straf wordt opgelegd
Eisch: 4 jaar gevangenisstraf.
De verdediging
Mr. Roiaaidus Hogcndoorn heeft zicli er
over verwonderd, dat na alles wat bekl.
verwelen werd (men sprak zelfs van ette
lijke tonnen), hek!, slechte verduistering
van f 11.000 en aannemen van een gift
van f 10.000 is len laste gelegd. En voor
het O. M. is het dan toch zaak, dat, wait
er overgebleven is, achttien karaats is;
volgens pl. I'S dat evenwel niet het geval.
Tot het juridische gedeelte komende,
merkt pl. op, dat in de dagvaarding niet
vermeld is het tijdstip van ontvangst van
de f 11.000 Dit is meerdere ma':en gebeurd
De verdediging heeft toch recht be weten,
v-elk bedrag bedoeld is. Dat had in de
dagvaard ng moeten staan. Het is niet
voldoende, dat het thans ter zitting is
kernen vast te staan. Pl. beroept zich Wr-
b j op de jurisprudentie van den Hoogen
Raad.
Wat de terugneming van bekl.'s beken
tenis betreft, wij-at pl. ex op, dat er zoo'n
chaos van.feiten i.s gebeurd, dat hek1, er
zelf n'et meer uit wij-s kou. Bekl. heeft
aanvankelijk het feit erkend in verband
met het gebeurde met liet Jaffa-t'errein,
welk feit nog niet bekend was en waarover
bekl. zich het meest schaamde. Daarbij
kwam nog, dat bekl. niet meer wist, wat
er met het geld gebeurd was. In deze om
standigheden ligt de oorzaak, dat bekl.
alles door elkaar heeft gehaald.
Wat het Jaffa-terrein betreft, merkt pl
op, dat ten slotte alleen hekl. bekend hceftf
dat hij er f 10.000 mee verdiend had. Er*
aan deze bekentenis is het dan toch te
danken geweest, dat de anderen ook het
fe t hebbed toegegeven. J
De bedragen, bekl. door de hamteni
gingen, het koopen van marken, het geven
van geld aan V. en anderen, dat a'i-g'
maakt het toch zeer waarschijnlijk, dat)
bekl. zich alles n:et meer herinnert. Da,
janboel op het bouwbureau heeft hie; toe
geleid. J
Pl. vraagt of bekl. feitelijk wel een be
kentenis heeft afgelegd en meent dan, dat-
hekl. erkend heeft dat hij het hedrag niet
afgedragen heeft aan V., maar niet, dat}
hij het geld in eigen zak heeft gestoken.
PI. wijst er op, dat V. op de hoogte was
van het declareeren van de f 11.000. Kort)
daarna kreeg deze een gelijk hedrag. parti-J
culier wordt thans gezegd. Maar waarom'
vroeg V. toen dan niet: waar blijven de eo-:
declareerde f 11.000? Dat heeft hij ret
gedaam. Het wiil er bii pi. ni-eit in, dat men
er op zoo'n oogenbllik niet naar vragen
zou. Het bewijs voor de verduistering'
van de f 11.000 :is dan ook zeker niet gele-
verd. i
Wat de subsidiaire tenlastelegging, de
bnling, betreft, pl. meent, dat daarvoor let
terlijk n:et één aanwijzing is. Want waar»
ia, wanneer de bekl. hot geld werkc'ijk be
waard heeft, het winstbejag?
Ten aanzien van de tweede fenksteleg- j
ging merkt pl. op, dat hiervoor de voor-
naamste vraag is. of de f 10.000 in jur'di-,
sehen zin een gift is. Waarom gaf v T.
liet geld? Om deze vraag te beantwoorden
gaat pl. de feiten nogmaals na. er op wij
zende, dat eerst gevraagd is of de grond;
gehuurd k-on worden. Hieruit blijkt al. dat
van een vooropgezet p'an geen sprake was.
Van T. kocht de.n grond, maar de anderen
geven er het meeste geld voor. Toen er
winst gemaakt werd, voelde van T. het
als een plicht om die anderen daarvan lo
geven. Het karakter van een gift ont-'
breekt hier ten eenenmale.
Pl. zou niet gaarne samen met den offi-
c er een lot in de loterij hebben. Viel er
de f 100 000 op. dan zou pl., wanneer hij
zijn deel ontving, nog „daalt je" moeien,
zegcen voo7- dQ ..gift". Dit voorhee'd geeft
vc1 komen d? situal-'e weer.
Bekl. heeft het minst van deze affaire»
ecprofiteerd Hij heeft ongevper een jaar
d° rente van zijn f60.000 er hij ingescho
ten. Buitendien liep hij de kans, dat lrj,.
doordat om de een of andore oorzaak de
slaat den grond niet kocht, er mee was
bbjven zitten
Wat betreft het element, dat van T. het
geJd heeft gegeven omdat hekl. dingen had
gedaan in str'jd met zijn plicht, wijst pl.
er nogmaals op. dat van T. het gcM heeft
gegeven, omdat hij daartoe zoowel civiel
rechtelijk ak moreel verplicht was. Gpeiü
der etemen'en voor het tweede fe't is aan
wezig.
De moreele kent van deze zaak keurt pl. -
evenzeer af avs de rechtbank. Wat hier ge-»
beurd is. komt duizenden raaien voor,
maar men kan iets dergelijks r>W promn-
vreron tot he't misdrijf van art. 363, omdat
he* toevallig-een ambtenaar bet-eft.
Hef verd:sccntoeren van alle zonden,
waarvan het O. M geen bewijs levert en
waarferen men zich niet kan verdedigen,
in (k op te leggen straf, zona's de nfb-
eier heeft voorgesteld, zal de rech-'ba-dc
zeker n:et- vilten volgen, in geval van
veroordeeh'ng. "Buitendien hooi hekl. reedr
hiinia een jaar preven'fef gezeten.
Wat bekl.'s vermogen betreft rP
da-t anngetoond kan worden, dat d'e b
in bet jaar. dat bij aan he* bureau werk
zaam was. ruim ten part'oui:er hreft
verdiend. Voor dit geld heef* bii °fppr! u
gekocht p.n daarmee tiendui'',zT.'1en vn"-
dtend. Bekl. beert al1 es op na tv er tres-'"1-!.
Ik reëisch'e strafmaat. te, cl" •pms'-r,-
digbeden in aanmerking genomen, vorn*
geval van veroordeel-ing 'en dan lettende
op hetgeen bewezen V niet ie overeen-
s kram mg met de fe'ten.
R°- en dupnek volgden.
P'itsnrraV no (Vtobor.
De 7-'"- vo-hn.»d tot ZVorlr"-
0rbfC"4
Aan gene zijde der Alpen.
VI. ROM A AETERNA.
ib u ,z?n was 'ailg reeds opgegaan boven
Unibrië en Latium, en de hanen kraaiden
*oor de tweede maal, toen ik wakker
TOrd en bevond, dat mijn hoofd, dankbaar
tferust had op den schouder van een me
dereiziger. De trein reed langzaam te
midden van een groote stad van gele en
tti'te moderne huizenblokken.
Wat voor stad kon dat zajn? Zoo groot 1
Ik keek eens in het spoorboekje. Neen, al-
kleine stadjes aJs Orvieto, Ohiusi la-
pn langs den spoorbaan. De heele trein
®ckeen hier leeg te willen loopen; de rei
gers knipten hun tasschen toe, kamden,
kun haar, of zaten, kant-en-klaar om den
hein to verlaten, nog wat na te gapen,
jwi dat de lange nacht op de harde ban-
Aen verstreken was.
En plotseling viel een straal van om
boog in mijn slaperige oogen: Ik was in
Rome!
ii. an(Iers was de aankomst, dan
"mij had voorgesteld: Dat ik uit het
[Bpoorraampje hing, zwaaiend met m'n
ïakdoek naar de koepel van Sint Pieter,
helke statig oprees uit de deinende Cam-
Pugna! Daarbij kwam de ontgoocheling
het station, -dat onbenullig en onhan-
mg is. Je denkt er nooit over na, maar
f hebt een stil vermoeden, dat het cen-
ha al-slation van Rome, waar immers alle
®gen heenleiden, een indrukwekkend ye-
®°uw is. Bij den uitgang werd ik aange-
l^treeuw een troep gure kerels, dio
joij een hotelletje op wi'lden drin-
Een (zij hadden, nota bene, geen uniform-
C, °f 200 iets), en die, do „Lodenman-
over m'n arm bemerkend, onmiddel-
'aken'n begonnen te rad-
Door de ontgoocheling van de aankomst,
moge maag, de boemel-dacht en de on-
kerels, was ik in aoo'n naargees
tige stemming gekomen, dat ik de eerste
de beste kerk inliep.
Het was een mooie, rustige kerk en
niet de eerste de beste, hoor!, maar de
basiliek van Santa Maria Maggiore, de
H. Maria de Meerdere, zoo .bijgenaamd
omdat zij de voornaamste is van O. L.
Vrouws heiligdommen op deze wereld.
In den nacht van 4 op 5 Augustus,-
van het jaar 352, verscheen de H. Maagd
in een droom aan patriciër Joannes en
zijn vrouw. Maria zeide hun een kerk,
haar ter eerc, te houwen op den Esquili-
nischen heuvel en beloofde door een won
der de juiste plaats te zullen aanduiden.
Den anderen dag ging het godvruchtig
echtpaar, na eerst paus Liberius geraad
pleegd te hebben, naar den Esquilijn.
Van verre zagen zij al, dat er wat doende
was aan de toeloop van Romeinen, die in
een grooten kring naar iets stonden te
staren en drukredeneerden. Toen Joannes
en zijn vrouw tot op de eerste rij waren
doorgedrongen zagen zij, o, wonder, een
laagje sneeuw schitteren in de heete
Augustus-zon. Zij begrepen Maria's aan
wijzing en bouwden op de plek de Santa
Maria Maggiore.
Het is een der weinige innige, huise-
lijko kerken der Eeuwige Stad, in den
eenvoudigen basilica-vorm. Hier voor het
eerst bewonderen wij schooüheden, welke
het noorden nauwelijks kent: den ouden
ingelegden vloer, als een prachtig vermar-
imerd tapijtwerk en het rijke, maar streng
gecaissonneerde plafond van' schemerend
goud. (Dit goud was het eerste, dat uit
Amerika kwam; het werd den Paus ge
schonken door Ferdinand-en-Isabella van
Spanje).
De kleurig-marmeren Sacramentskapel
bewaart de liefelijkste relikwie, die de
Aarde bezit: het hout van de kribbe van
hot Goddelijk Kindje. Sedert de oudste
tijden trok de paus op den vooravond van
Kerstmis naar de Santa Maria Maggiore
met de geestelijl^eid, bracht $r de nacht
in gebed door en rierde» yóór dat het
morgenrood kleurde aan den Oosterhe-
mel, de eerste II. Mis op het altaar der
Kribbe.
De heilige keizer van Duitschland, Hen
drik II, ging er ook al heele nachten
bidden dat was dus een brave Hendrik
in de goede beleekenis des woords. Ik heb
het er hij mijn eerste bezoek niet langer
gemaakt dan een kwartier, want ik was
er slechts misschien is de lezer na deze
uitwijdingen het vergeten om te gene
zen van mijn zwaarmoedigheid. In een
jolige ochtends lemming ging ik het bree-
de trappenfronl der kerk af, op zoek naar
een hotel. Gelukkig herinnerde ik mij uit
het Reisverhaal van Kapelaan Ulleman
in ,.De Leidsohe Courant" hotel Miner
va Daar tramde ik dus op af
De albergo Minerva is een deftig hotel,
maar staat volgons Ilollandsche begrip
pen vrat onoogeliik midden in het warnet
van straten tusschen de Piazza Navona
en de Piazza Colonna. Het wordt veelbe
zocht door buitenlandsche geestelijken en
ook nu waren er verscheidene Amerikaan
selie priesters. Ik had de onverdiende eer
kennis te maken met den Aartsbisschop
van Omaha. Do Aartsbisschop was een
dood-een-voudige man; toen ik bij mijn
vertrek uit Rome van hem afscheid nam
en verzocht zijn ring te mogen kussen,
had Z. D. H. die vergeten! De ring lag op
zijn kamer! Het wemelt in Rome van
de geestelijken in alle mogelijke kleurtjes,
en altijd bleek, wanneer ik inlichtingen
vroeg, hoe bezorgd ook de Italiaansche
Herders zijn voor jongelui alleen in het
buitenland.
Het pleintje voor hotel Minerva is niet
groot, maar voor een eerslen indruk van
Rome juist geschikt. Rome is een bizarre
stad. Doordat de menschen sinds 753
vóór Christus op dit plekje steeds maar
gebouwd en gebouwd, afgebroken, geplun
derd en brandsticht hebben, staat alles
door elkaar in de grilligste wanorde. Op
het genoemd bótel-pleintje staat een
mode XD VUeJ, pep barokke zuJL
gotische kerk en een heidensche
tempel, terwijl koetsiers van 1880 voor de
levende stoffeering zorgen. Laten wij bij
de oudste beginnen 1
Het Pantheon was een tempel ter eere
van alle goden, opgericht door Marcus
Agrippa, 6 jaar vóór Christus' geboorte.
In den glorietijd van het heidendom was
het gebouw geen grauwe rotonde, maar
bekleed met witmarmeren platen. (Of het
toen mooier was??) Het marmer is ver
nield en verhakt door barbaren, van aller
lei soort. De alle-goden-lempel is nu toe
gewijd aan Maria. De heelden der goden
zijn geborgen in de musea; in hun nissen
staan ónze altaren. Andersdenkende
schrijvers meenen uil de gemakkelijke
omvorming van tempels in kerken te kun
nen hesluiten, dat de Katholieke eere-
dienst veel weg heeft van de heidensche.
Wij echter worden versterkt in de mee-
ning, dat die overeenkomst al heel klein
is, want er is geen rarer kerk, dan dit
mengsel van Christen- en Heidendom.
Of het komt door de tegenwoordigheid
der gravers var. Umberio I en Vitlorio
Emmanuele, die nog steeds door ons met
een scheel oog worden aangekeken, weet
ik niet. Wèl weet ik, dat de fascistische
schildwachten ervoor, en heel die fascis
tische zwartliemden-dragerij, een verve
lende aanstellerij is.
Rafaël ligt hier ook hegraven en kardi
naal BemBo heeft een wat overdreven op
schrift laten aanbrengen.
Jlle hie est Raphael
Hier ligt de beroemde Rafael. Zoolang
hij leefde, vreesde de natuur, moeder al
ler dingen, overwonnen te worden en toen
hij stierf, vreemde zij ook te sterven"
Kardinaal Bcmbo was geen Hollander,
dat blijkt wel!
Eens, toen ik het Pantheon bezocht,
dreven juiet zwarte donderwolken met
hun booze gezichten over de stad en de
regen plaste in stroomen neer op de straat
en in het Pantheon! De vreemdeling
blaakt hier voor het eerst kennis wat het
Zuidelijke impluvium, de regenbak onder
het open dak. In den koepci van het Pan
theon is een rond gat, waardoor je zoo
maar „ins Blaue hinein" kijkt wan
neer het mooi weer is tenminste.
Je hebt ganzen van het Kapittel en
uilen in Athene, maar ik heb nooit ge
hoord van „de katten van het Pantheon".
Ik heb ze geleld! Het zijn er 18; magere
katers en katten, die tieren op kosten der
burgerij in de spelonken en holen van
het sous-terrain 1). lederen morgen strijk
en zet kwam een logée van het hotel (ten
Engelsche miss natuurlijk), niet vleesch-
afval naar de arme beesten.
Het pantheon staat links van het hotel,
rechts staat een „heusche" kerk, de San
ta Maria Sopra Minerva; de eenige goti
sche kerk van Rome, maar dat kun je van
buiten niet zien. „Gothiek, curieus
zegt Adaina van Schcltema ergens dat
Italië die nooit begrepen heeft Wanneer
men de kerk zoo van den anderen kant
op zijde komt, zou men denken aan. een
nieuwe, geelgepleisterde koestal van ten
heereboer". Van binnen is het een stem
mige, half duistere kerk. In oen der zij
kanellen ligt het graf van Era ^ugüeo.
lederen dag stond een vaasje met één
witte anjelier op de zerk, naar ik vermoed
werk van een andere miss uit. hotel „Mi
nerve". (In de eetzaal vonuden de „mis
ses", veelal grijze met gouden lor gneis op,
een „Tafelronde"). Naast het altaar slaat
een leelijk beeld van Michel Angela: Chris
lus mot het kruis, dat evengoed Apollo
kon voorstellen.
Eon beschrijving van het pleintje zou
in het geheel niet volledig zijn, indien v. ai
het pièce de milieu vergaten, een mamie-
re olifantje met een eb l.-k op z'jn rug
een grap van Bernini natuurlijk
waar ik iederen morgen schik in had,
wanneer ik uit het hotel kwam en op
stap ging.
(Wordt vervolgd.) l!