kalender der week
x
jf, B. Als niet anders wordt aangege-
en, heeft in deze week iedere H. Mis
Üoi-ia. mist Credo en heeft de gewone
■'refnlio.
I ZONDAG 12 October. 18e Zondag
I a pinksteren. Mis: Da Pacem,
„p !e gebed v. d. H. Wilfridus, Belijder.
;redo. Prefatie v. d. H. Drievuldigheid.
[|eur: Groen.
wij mogen ons verblijden, dat wij
U|| u0r liet H. Doopsel zijn ingegaan in
?l Huis des Hoeren, de door Christus
ostichte, heilige Katholieke Kerk (Gra-
uale). Daar toch zijn wij 'geworden aan-
Munomen kinderen van God; daar leeren
fij de waarheid kennen (atilgebed en
'ostcommunio)daar verkrijgen wij ver-
ifftffo tan zonden (Evangelie); daar
nnnen wij genieten een heerlijke over-
iifjftoedige zielevredo (Introitus, Graduale);
'i laar zal het ons niet ontbreken aan Chris-
us' heiligende genade, tot den dag, dat
lij ons lot Zich zal roepen (Epistel). Al
onwaardeerbare gaven danken wij
Ie verdiensten van Christus' heilig
iloedig Kruisoffer. Geen betere dankbaar-
Lid dan daadwerkelijke deelne-
aa de onbloedige vernieuwing van
iet H. Kruisoffer, de H. Mis, door ons
teiven God aan te bieden, te zamen met
Christus onzen eigen wil te slacht-
niiifferen (Offertorium en Communio).
MAANDAG 13 October. Mis v. d. H.
3ei Eduardus, Koning en Belijder. Os
|usli. 2e gebed A Cimctis, 3e naar keuze
m den priester. Kleur, W i t.
Dö heilige Koning van Engeland, Edu-
J>Mrdus, bracht in zijn rijk bet godsdienstig
leven tot hoogen bloei. Hij leefde slechts
voor zijn volk, ondersteunde de behoeftigen
noodlijdenden. Zijn inkomen besteedde
bij om kerken en kloosters te stichten en
Ie begiftigen, en armen te troosten. Allo
middelen bedacht hij om de ellenden te
loen ophouden of te verzachten. Mot recht
ïoemde men hem den vader der weezen
armen. Den 13den October 1163, 36
aren sa zijn dood bracht men zijn
l\ ichaam over en bevond men het nog
ötaal onbedorven.
DINSDAG 14 October. Mis v. d. H. Gal
is t n s I. Paus en Martelaar. Sacerdotes.
Beur: Rood.
De heilige Paus Callistus I is vooral be
kend door zijne uitbreiding van een der
[aiacomben van Home, later naar hem de,
talacombe van Callistus, en door zijn
jver om aan de voor bet H. Geloof ge-
nartelden een eervolle en christelijke he-
[rafenis te geven. Hij is gedood door de
■'denen tijdens een volksoproer.
WOENSDAG 15 October. Mis v. d. H.
Th er e s i a, Maagd, Dilexisti. Kleur:
IV it.
Op 20-jarigen leeftijd trad de H. There-
flefjia, in 1515 te Avila in Spanje geboren,
n de orde der Carmelitessen. Zij muntte
lil door een heerlijke boetvaardigheid en
j||| tortte de orde nieuw leven in door met
nannelijke kracht de leden te brengen tot
icirouwe onderhouding van. den Heiligen
.egel.
DONDERDAG 16 October. Mis v. d.
o r i g e n Zondag. Da pacem. Geen
irm illaria. 2o gebod A Cunctis. 3e Pidelium
foor de overledenen (zie le Misformulier
end or de Missen voor overledenen) 4e
naar keuze v. d. priester. Kleur: Groen.
VRIJDAG 17 October. Mis v. d. H.
Bod wig. Koningin. Weduwe, Gognovi;
2e gebed A Cunctis. 3e naar keuzo v. d.
priester. Kient: Wit.
De H. Hedwig is een voorbeeld voor de
ouders in het opvoeden der kinderen. Het
was haar allergrootste zorg in de harten
'v kinderen de reinste gevoelens van
godsvrucht en deugd aan te kweeken. Na
den dood barer echtgenoot werd zij Cister-
ci;:nser-non (vrouwelijke tak der Trappis
ten); haar grootste genoegen was tegen
woordig (e zijn bij het bidden der H.H.
Belijden en het opdragen der H. Mis.
ZATERDAG 18 October. Feestdag v.
d H. Lucas. Evangelist. Mis: Mi hi
nlem. Credo. Prefatie v.- d. Apostelen,
leur: Rood.
De H. Lucas, afkomstig van Antiqchie,
[was een geneesheer. Tot het Christendom
bekoord, word hij een volgeling van den
H Paulus op diens verschillende Missie-
Na den dood van den H. Paulus
predikte hij in verschillende landen aan
de Middellandeche Zee en stierf waar-
schijnlijk als martelaar.
Van zijn hand hebben wij het derde Evan-
golie, do Handelingen der Apostelen, waar-
ui hij de voornaamste gebeurtenissen uit
[de vroegste Kerkgeschiedenis verhaalt.
ALB. M: KOK.
Lisse. 1 Pr.
»1 toch wel met een kind. En vertrouw vol
hoopte zij, als bnaafgodsdienstige vrouw,
dat haar lieveling genezen zou. Bij al dat
verdriet had ze took gelukkig neg troost
d r man en d'r ander kind, de kleine
'Evniiie. een allerliefst kereltje. Ze dorst ex
met san te denken, als ze hem niet had,
iraf. dan Haar man was sterker om het
hod ie dragen, dat wist ze. En de kleine
'■Bennie'? Och. zou hij het wel beseffen, wat
zeggen wil, een zusje ziek te hebben?
Maar sedert Stientje bij de zusters was op.
Stomen, was Bennie al stiller en stiller
[geworden, zat ie 'soms een heele, poo3 in
mndergemijnier voor zich uit te staren. En
e moeder begreep, bij miste het lieve zusje
afc ook li era met zijn kinderleed had ach
tergelaten.
Mit zat ie weer zoo stilletjes bij het speel
goed gehurkt, bij de blokkendoos, het lie-
jVejitigspaai'djo en het spoor treintje, maar
m] keek er niet naar om, hij had geen zin
te spelen. En bij dacht, dacht aan het
jieve zusje; wat konden ze saampjes toch
eerlijk spelen, zus met de poppen en
roer met het paardje. Tobbend over Stien-
Je en hunkerend aa ar Vf lie va stemmetje,
rJroolijke lach. die soms zoo hocj§ door
et nuis kon klateren, mijmerde het verla-
n ventje verder. Was ze nog hij hem, want
zusje, dat, een jaartje ouder was dan hij.
hield ook veel van hem, dat wist ie. Moeder
had gezegd, dat Stientje ziek was. heel ern
stig ziek. Maar wat was dat dan: ziek zijn.
Dat moest wel heel erg zijn; dan had je
zeker veel pijn en lustte je bijna geen eten-
En o, zou zusje dat nu hebben, zou zusje nu
veel pijn moeten lijden, ach dab arme
zusje.
1^1 een traan welde op in de. onschuldige
kinderoogen, daarna nog een en nog een,
totdat het arme kereltje plotseling begon
te schreien, zaclitkens voor zich. Zoo trof
hem de moeder aan.
Ze nam hem op de schoot, kuste de tra
nen uit de oogjes, streelde de zachte blon
de lokjes en troostte hem. Zusje zou weer
spoedig beter zijn, dan zou ze, net als
vroeger, weer met Bennie spelen en al bet
verdriet zo vergeten worden.
E'r klaarde weer hoop naar dat verre,
kindergeluk op in het naar troost verlangde
gemoed van bet kind en in de klare jon-
gensoógen lichtte het dankbaar. Toen
klauterde ie naar moeder op en gaf haar
een kus op elke wang, zoo dankbaar. Ben-
was getroost en voelde weer wat lust
om te spelen', maar onder bet spel dwaal
den zijn gedachten telkens af naar Stientje,
die weer zou terugkomen.
Aan het ziekenhuis was het heel druk
met bezoekers, 't Was een mooie, zonnige
Octoberdag met een strak-blauwe lucht.
Die laatste mooie dagen vol tintelende
zonneschijn verkwikten de menschen en
stemden hen tob dankbaarheid voor het
laatste genot der natuur. Niet lang meer
cn de natuur zou droevig wegkruipen en
sterven: dan zou ze sterven met zdovele
levens, die nu in het buis van ziekte en
ellende lagen te kwijnen, met een spran
keitje hoop toch naar levenskracht, maar
dit niet meer zouden beleven.
Vader en moeder en de kleine Bennie
moesten wachten, want het ging niet erg
vlot met het ziekenbezoek. Zuster-0verste
kwam even later in de wachtkamer en
moest vader spreken. Wat keek ze ernstig,
moeder schrok ervan, zoodat haar hart hef.
tig begon te bonzen en een beklemmende
engst vatte haar aan. -
Vader beduidde, dat ze kalm moest blij
ven. O, dat kon ze niet. Ze wilde naar d'r
kind. maar een onweerstaanbare moede
loosheid drukte baar neer en gelaten bleef
ze op d'r plaats zitten. Bennie vleide zijn
kopje tegen haar aan, als dacht hij moeder
tje te kunnen troosten. Strak zat ze voor
zich uit te staren en vergat de werkelijk
heid om baar heen. Haar kind, haar kind.
liaar eigen kind, daar dacht ze nu alleen
nog maar aan.
Moesje, klaagde het stemmetje naast
haar. Moesje, luister nou toch 'ns. Nog dich
ter drukte het ventje zijn kopje tegen baai-
borst en smeekte weer: Moesje.
Eindelijk voelde ze zich weer tot de wer
kelijkheid terugkeeren, zag d'r kind tegen
zich aaixgcvleid. Ze omstrengelde hem met
de beide armen en onstuimig drukte ze de
bleek-roode lippen op het met een licht
blosje getinte kindergelaat. Met Bennie te
gen zich aangevleid wachtte ze geduldig tot
vader terugkwam.
't Gaat niet goed met Stientje. had Zus-
-ter-Óverste aan vader verteld. Ze beeft een
slechten nacht doorgemaakt en de koorts is
buitengewoon- hoog."
De bedroefde vader zag er tegen op, deze
woorden tegen zijn vrouw te zeggen, maar
hij deed het, want ze zouden even naar
Stientje mogen kijken.
Moeder schreide en met Bennie aan«d'r
hand volgde ze vader, die voorging naar
de ziekenzaal. Stientje lag daar op een
i helderwit bedje, ziek, o zoo ziek. Met ge
vouwen handen en rood-beschreide oogen
staarde ze het kind aan, dat door de hoog
ste koorts buiten kennis was geraakt. Ook
Toen kon hij zich niet meer inhouden en de
vader stond met bleek gezicht bij het
ziekbedje en zag, hoe zijn klein meisje in
benauwdheid te snakken lag naar adem.
sterke man barstte in snikken uit.
Tusschen hen in stond Bennie, al maar
kijkend naar het bleeke gezichtje en de
gesloten oogjes van Stientje.
Een zachte hand legde zich op vaders
schouder en een fluisterende stem drong
tot hem dooi*, 't Was de overste.
U moet sterk blijven, zei ze tot vader
heel zacht, fluisterend meer. Hij besefte,
dat. maar ach, zoo'n kind. zoo n lieveling
t-e moeten afstaan, kan ook hij, als man,
zoo'n ontzettend groot offer wel brengen?
Nu zag hij de kleine Bennie na-ast zich
staan; o wat een geluk, hem had hij nog,
die op het fijne gelaat de trekken droeg
van Stientje. En eensklaps tilde hij den
jongen van den vloer op en droeg hem in
de armen. Glimlachend zag de. overste
hem aan en begreep de liefde der beide
ouders voor hun kinderen.
Met Bennie op de sterke armen trad va
der op liet ziekbedje toe en liet broertje
zijn zusje een kus op het klamme voor
hoofd drukken. Toen zette hij Bennie weer
op de beentjes. Even later nam hij met
moeder afscheid van zijn lieveling en vie
len er nog eenige moedertranen op het
bleeke kindergezichte, een snik snoerde
haar keel, ook zij moest een offer brengen,
dat wist ze.
Bij het naar huisgaan vroeg Bennie aan
vader
Waarom zei Stientje niks. paatje en
waarom was ze zoo stil? Sliep ze soms?
En toen vader geen antwoord gaf, vroeg
hij weer:
Komt Stientje nou gauw naar huis
paatje?
Misschien wel, aa't.woorddö vader
en er trilde iets in zijn stem.
't Avonds werden vader en moeder ver
zocht naar het ziekenhuis te komen. Stien
tje was erg naar, 't zou niet lang meer du
ren. Bennie werd. zoolang vader en moeder
uithieven, door de buurvrouw in huis ge
nomen.
Stientje kwam dien avond even bij ken
nis, zag met. een pijnlijk lachje naar vader
en moeder, strekte de magere handjes naar
hen nit en prevelde: L'eve paatje, lieve
moesje. Even later sliep ze in', voor eeuwig.
't Was vier weken, nadat Stientje was
gestorven. Moeder was nog zeer langzaam
in d'r huiselijke bezigheden, had slechts
noodo afstand kunnen.-doen van haar kind.
Meer dan eens. iq oogenblikken dat ze zoo
zeer troost en bemoediging behoefde, las ze
het gedichtje, achter op het portretje van
Stientje, dat op den schoorsteenmantel
stond:
God gaf het ons,
God nam het ons,
Gods name zij geprezen.
'fc Was wel bij ons,
't Ging weg van ons,
't Was beter in den hemel.
Daar blijft 't ons,
Daar waoht 't ons,
Daar zien we 't eenmaal weder.
Ze sterkte zich er in, in de hoop haar
kind eenmaal weer te zien. Maar verge
ten zou ze d'r lieveling nooit. E'r waren
nog vele dingen in huizen, die aan het
vroeg gestorven zusje herinnerden. Vooral
de speelgoedkast had veel herinneringsstuk
ken. die moest, maar eens een flinke beurt
hebben. Het speelgoed van Bennie lag, tus
schen dat van het gestorven Stientje, daaf
was in de laatste weken niet naar omge
zien. Een dag later ruimde moeder de
speelgoedkast. Bennie zat er stil naar te
kijken en vervlogen 'herinneringen aan de
speeluurtjes met Stientje kwamen in hem
op.
Nu was ie alleen, want Stientje was bij
de Engeltjes, had moeder gezegd. En zoo
mijmerde hij met zijn kindergedachten weer
een poosje, want. hij dacht zoo graag aan
Stientje.
Bij het schikken der speclgoedplank haal
de moeder uit een doosje vier appelen, lee-
lijk waren ze en verschrompeld. Hoe kwa
men die daar? Zou Bennie en meer van
weten? En ja, Bennie wist er van af.
Bennie, vroeg moeder, hoe komen die
appels hier in de kast? Hij schrok, dat kon
je zien, en verlegen maar tegelijk bedroefd
om een plotseling opgewekte herinnering,-
antwoordde ie zacht:
Ik heb die in het doosje gestopt.
Waarom? En hoe kwam je aan die
appels?
Gekregen, moeder, van buurvrouw,
toen u naar Stientje was gaan kijken.
Maar waarom heb je. ze dan niet op
gegeten? Ze waren toch voor jou?
Neen meesje, ik wilde ze voor Stientje
bewaren, als ze weer thuis kwam. En een
kleurtje, dat zoo mooi paste op het onschul
dig snoetje, plaatste zich op Bennie's fris-
sche wangetjes.
Toen begreep de moeder de kinderlijke
liefde van het broertje tegenover het zusje,
een liefde groot en ongeveinsd, een liefde,
die alles over had.
En dankbaar drukte de moeder, die zoo
veel verdriet reeds te dragen had gehad,
haar kind tegen zich aan en fluisterde hem
toe:
Jii blijft nu moeders lieveling, hoor,
voor altijd.
DE KUNSTKIP.
Mijnheer Louis Vernet uit Parijs?
zeide Nathauaë] Simpson, nadat hij een
hem door zijn bediende overhandigd visi
tekaartje bekeken had, wacht eens even!
Hij nam een notitieboek van zijn
schrijftafel en doorbladerde dit.
Goed. Laat mijnheer binnen.
De bewuste pers m trad binnen.
Gij herinnerde u nog mijn naam?
zeide hij, nadat hij de hem aangeboden
rechterhand van den Amerikaan had ge
drukt. Nu, ik moet zeggen, ge bezit een
prachtig geheugen.
Niet in 't minst maar uw naam
staat in mijn notitieboek aangeteekend.
Zoo, zoo, ik moest voor zaken juist
hier in de stad zijn en kon nu niet nala
ten om u een bezoek le brengen. Wat
doet ge tegenwoordig? Fabriceert ge nog
steeds leeren zolen uit karton?
De hemel beware me, dat heb ik al
lang opgegeven. Ik doe nu in een spe
cialiteit; ik maak levensmiddelen:, een
uiterst winstgevend artikel. De eenige
ernstige concurrentie is de natuur. Zij
wordt hierbij echter voor ons niet gevaar
lijk.
Werkelijk?
Ik heb er de bewijzen voor. In drie
jaar tijds heb ik net drie millioen ver
diend. Een millioen, doordien ik boter
zonder melk fabriceerde: het tweede mil
lioen door vleeschextract zonder vleesch
le maken en het derde verdiende ik met
de industrie, die ik tegenwoordig bedrijf.
En die industrie heet?
Eierindustrie.
iZonder kippen?
Juist geraden.
Een prachtig idee, maar dal me ech
ter wat al te grappig voorkomt. v
Ik maak nooit grappen als ik over
zaken spreek.
Alle scherts terzijde dus. Ge zult me
toch niet wijsmaken, dat ge eieren ver
vaardigt. Nu, dat zou ik dolgraag willen
zien.
Niets gemakkelijker dan dat. Daar
wij nog een half uur den tijd hebben,
vóór we gemeenschappelijk gaan dejeu-
neeren zoo is dit meer dan voldoende tot
de bezichtiging van een mijner ateliers.
De Amerikaan voerde zijn gast uit zijn
kantoor door een langen corridor in een
groot vertrek, dat vol stond met een me
nigte kisten.
In die kisten bevonden zich, in lagen
opgestapeld, eieren van een sneeuwwitte
kleur.
'De industrieel opende een tweede deur,
Hie naar een tweede zaal voerde.
De uit deze zaal dringende scherpe kon,
noopte den Franschman zich te dekken.
Ziezoo, wo zijn er! riep Simpson.
Hier is liet fabriekslokaal. Ziet ge hier die
groot e kuip?
s-3 Wat is dat?
Dat is de zoogenaamde dooierknip.
-Niet mogelijk! En waar is dan het
eiwit?
Ginds in die andero kuip.
Ja, maar om hemelswil, waar be
staat dan uw dooier uit?
==3 Mijn dooier? Wel uit een mengsel
van maismeel, havergort, hakselexlract en
meer andere, door mij zelf uitgevonden
zelfstandigheden.
Ha zoo en dan het eiwit?
r—t [Verklaring zou te lang duren, mijn
waarde. Voldoende zij het nu te weten,
dat het een chemisch product is, wolk
het natuurlijke eiwit nabij komt.
Goed en wel maar dan de eier
schalen?
Als ge maar zoo goed wil zijn even
hier te komen-, dan kunt ge dadelijk zien,
hoe men zulke eetwaren op kunstige wij
ze maakt, begon de«fabrikant weer.
Op wleke manier prakkezeert ge dan
dooier en eiwit en schaal?
Hier is de machine.
Ha zoo de geheime werkplaats
der natuur dus.
Zooals go ziet, bevat zij meerdere
uithollingen; in do concave ruimte a komt
het dooier, in de holte b het eiwit, c be
vat het vlies dat het ei omhult en d het
gips, waaruit zich ten slotte de schaal
vormt.
De gast stond als versteend over deze
verklaring, welke hem een geheel nieuw
ontsloten gebied opende.
Hebt ge bij het binnentreden in de
ze zaal niet een verandering in de tem
peratuur opgemerkt?
Zeker heb ik dat!
Zoo. Nu die kou is een vereischte.
Waartoe?
Dat zult go terstond zien. In de uit
holling wordt het dooier in den vorm van
een dik meel geschud, hier verdikt het
zich tot een deeg. dat van lieverleede den
kogelvorm aanneemt.
Wonderlijk verbazend! riep de
Parijzenaar uit.
Mijnheer Simpson ging voort.
Uit a gaat het dooier naar b. waar
er zich een mantel van eiwit om heen
legt; een onregelmatige kegelrotatie ver
leent aan het ei nu den natuurlijken,
ovalen vorm. Van h gaat het weer naar
c, waar het lichaam van het ei zich met
een dunne opperhuid bekleedt en van
liier ten slotte naar d; hier wordt het
toilet door het gipsen omhulsel voltooid.
Het ei is thans kant en klaar. Het komt
nu nog in het drooghuis waar het weeke
gips plotseling verstijft, terwijl het in
wendige van het ei er fabrikaat tegelijker
tijd den natuurlijken vloeibaren vorm aan
neemt. een kip kan het niet heter leggen
Onmogelijk, mijnheer Simpson, on
mogelijk!
Doe mij plezier en overtuig er u
zelf maar eens van, daar hebben mijn
knechts er juist een voor de proef ge
kookt.
En hoe zal het smaken?
Heel goed. proef maar gerust eens
Louis Vernet ledigde de helft van het ei.
Uitstekend, 't kan niet heter! riep hij
Niet waar? Welnu, deze waar lever
ik voor vier dollars dé duizend stuks.
Vier dollars de duizend stuks?
Om u tq dienen! Laat me de kip
maar eens zien, die tegen dezen prijs ge
regeld werken kan.
Nog één vraag.
Ga uw gang.
Hoe lang blijft uw fabricaat goed?
Onberekenbaar lang
't Is bijna niet le gelooven, riep
de Franschman verwonderd uit. En hoe
oud was liet ei, dat ik daar zooeven ge
proefd heb?
Dat ei, wel dat was van het ja'ar
1885. Ge ziet op de smalle zijle den da
tum gedrukt.
De Parijzejiaar overtuigde er zich van
Mijn artikel heeft echter nog een
ander voordeel, ging de spraakzame
Amerikaan voort; daar de gipsen schaal
veel dikker is dan de natuurlijke, zijn
deze eieren buitengemeen geschikt voor
export.
Lijden de eieren onderweg niet?
Neen. gebroken of bedorven eieren
komen bij ons nooit voor.
Ik .sta er werkelijk van verstomd.
Hoor eens, die industrie schijnt even
winstgevend als vernuftig. Zijt igij cLe
eenige fabrikant hier ter stede?
Simpson's voorhoofd betrok.
Helaas, neen, mompelde hij, somher
voor zich uitkijkende. Ik heb een concur
rent.
Zoo, zoo een concurrent. En is
die nog al gevaarlijk?
Wat een vraag? Hij is uiterst ge
vaarlijk voor mij.
iDat had men nooit kunnen denken.
Dit zal u terstond duidelijk worden.
Holliday en Co. werken naar een methode
waardoor zij aan hun fabrikaat iederen
willekeurigen smaak kunnen geven.
Kom, antwoorde Louis Vernet met
verbazing, waarop de andere voortging:
Op die manier kunnen zij dus b.v.
kippeneieren, kievitseieren, ja zelfs struis-
eieren fahriceeren. Maar dat geeft niets,
toch zal ik hen overvleugelen: mijne fir
ma moet over Holliday en Co. zegevie
ren. Doch kom aan, laat ons thans gaan
dejeuneer en.
Ge zijt ongetwijfeld voor de voe-
dingstentoonstelling hoofdzakelijk -naar
New-York gekomen, niet waar? vroeg na
een poos de Amerikaan aan den Fransch
man.
Zoo is het.
Hoe vindt ge haar?
Hoogst interessant. Zeer verrast
was ik; 't is een der meest groolsche
uitvindingen van onzen tijd; vooral door
de phonophotostenolypobiograaf, een toe
stel, dat in staat is binnen een enkele
seconde door het eenvoudig drukken op
toetsen, de photographic van een mensch,
den toon zijner stem, zijn handteekening
zoomede zijn volledigon levensloop in
druk voort te brengen.
- 't Beduidt wat! Een kleine aardig
heid van Edison, meer niets. Dergelijke
uitvindingen schudt hij uit zijn mouw.
Bij ons komt zoo iets snel, maar is ook
snel weer vergoten. Maar a propos, hebt
go mijne eier-etalage gezien?
Vraag excuus.
Nu dan gaan we er eens heen.
Een kwartier later staan de heide hee-
ren voor een elegante, glazen kast, waar
in sneeuwwitte producten der firma, van
sierlijke etiquetten voorzien, geëxposeerd
waren: daar naast stond een tweede gla
zen kast, die een groot aantal eieren van
verschillende grootte en kleur bevatte. Op
de etiquetten dezer producten stond te
lezen:
Kippeneiren", kievitseieren, ganzen-;
eieren, duiveneieren, struiseiren, gieren-
eieren, reigereieren.
s— Dat is de expositiekast van Holliday
en Co., zuchtte de Amerikaan droevig.
Aan hem zal zpnder twijfel wel de gou
den medaille toegekend worden.
Op uw fabrikaat valt een zonne
straal. Wat ik u vragen wou, kunnen de
hitte en het licht geen kwaad voor de
producten?
i Neen. De duurzaamheid van de
kleur is voor tien jaar gegarandeerd. Maar
wat geeft dat allemaal. Holliday en Go.
krijgen toch den eersten prijs.
Simpson verzonk in een droevig ge
peins.
De Franschman beschouwde zwijgend
de zonderlinge producten der beide concur
renten.
Plotseling greep hij den Amerikaan hij
den arm en nam hem opgewonden ter
zijde:
Hoeveel, fluisterde hij, zoudt ge er
wel voor over hebben, mijnheer Simnson,
om Holliday en Co. uit het veld te slaan?
Holliday en Comp.? antwoordde deze
met een bevende stem. Uit het veld slaan?
O, ik heb er alles, alles voor over om
dat te bereiken.
Goed, bepaal dan maar een matige
som en het doel zal bereikt worden.
Werkelijk? Zoudt ge dat willen
doen? Nu als eerste termijn geef ik gaar
ne 2000 dollars, wanneer?
Aangenomen. Open mij dan voor-
loopig een crediet van 2000 francs, dat zal
wel voldoende zijn. Ik blijf er u borg voor.
dat ge uw doel bereiken zult.
De Amerikaan keek zijn gast strak in
de oogen.
Ik begrijp weliswaar niet, op welke
manier ge dat mogelijk maken wilt, maar
om het even, ik stem er in toe.
Dat doet me genoegen. Doch thans
moet ik n vriendelijk verzoeken mij een
minuut of vijf alleen te laten Bij den
hoofdingang van het tentoonstellingsge
bouw vinden wij elkaar terug.
Onmiddellijk nadat Simpson zich ver
wijderd had, riep Louis Vernet den* bewa
ker van de betrokken afdeding van de
tentoonstelling tot zich.
Nadat de Franschman een drietal minu
ien zacht met hem had gesproken, haalde
hij zijn portefeuille te voorschijn en gaf
den man een aantal bankbiljetten.
De rest onvangt ge over hoogstens
veertien dagen, zoodra alles in orde is
Acht dagen later vinden we Natlin-
nael Simpson aan de ontbijt zittende, do
courant met het nieuws verslindend
Plotseling stiet hij een kreet uil en
sprong met- zulk een kunstvaardigheid,
maar ook met een dusdanige kracht in de
hoogte, dat de tafel h-'ina ware meoge-
sprongen.
En wat was de aanleiding daartoe?
Hij had namelijk in de courant het vol
gend o gelezen,
,,Do triomf'der wetenschap!!!'-
Hedennacht heeft er zich in het ten
toonstellingsgebouw een der merkwaar
digste gevallen van deze eeuw voorge
daan. Een ieder kent de belangwekkende
eierwaven van de firma Holliday en Co.,
zoomedo van N. Simpson. In de uitstal
kast van laatstgenoemde nu bood zich
hedenmorgen het volgende schouwspel
aan. Een der knnsfmatige eieren was in
hveo helften gebarsten en een klein, le
vend nuikentje stak zijn kop uit de schaal
te voorschijn!!! Daar de voorbeeldige be
waking der tentoonstellinesgebouwen en
van de daarin zich bevindende vitrines
iederen twijfel met betrekking tot bedrog
uitsluit, zoo schijnt het zeker, dat de heer
Simspon de nabootsing der natuur tot een,
tot dusver voor onmogelijk gehouden trap
van vol'komendheid gebracht heeft.
"Wij twijfelen piet of do .jury zal de
grootste vinding van den heer Simpson,
die de natuur het laatste geheim ont
rukt heeft, naar waarde weten te schatten
De door Simpson uigevonden voortbren
ging van levende schepselen langs clie-
mischen weg zal een reusachtige omwen
teling op ieder gebied van den mensche-
lijken geest te voorschijn roepen.
Na het lezen van dit artikel ontviel het
blad aan de handen van den, van verba
zing verstijfden Simpson.
Op dit oogenhlik trad Louis Vernet de
kamer binnen, hij hield een'nummer van
hetzelfde blad in de hand.
Die bewaker Goodson is een onbe
taalbare kerel, begon de Parijzenaar, die
zijn 200 dollars ten volle verdiend heeft.
Het kuikentje dat hij de glazen kast bin
nengesmokkeld heeft, kostte hem welis
waar maar weinige centen, doch hij mag
het verschil honden.
Zoo, dat was het dus! riep de Ame
rikaan lachend en verheugd.
Waarachtig Vernet, ge zijt een verdui
veld mensch, wiens weerga aan genialiteit,
en gedachtenrijkdom nog gevonden moot
worden. Maar eenige menschenlevens zult
ge met dat al toch op uw geweten hebben.
Hoezoo?
s—i Hoezoo?
w Ja,
Wel het leven van de chefs der firma
Holliday en Co.
"Waarom?
Wees er van verzekerd, waarde Vernet,
dat zij dit niet zullen overleven
Zullen zij zich daarom soms voor
den kop schieten?
Neen.
Maar wat dan?
Van woede zullen zij een beroerte
krijgen. Neen, mijn kunstkip overleven zij
nietl
HET DAPPERE TENNISMEISJE. j
Door F. HENDRIKS S.J.
Dafc er een groot, verschil bestaat in de
wijze van behandelen: van lien, die alken
nit loutere nieuwsgierigheid ,.eens aanko
men1", althans voorgeven, dat enkel op
pervlakkige nieuwsgierigheid hen tot. eelt
bezoek bewoog, en van hen, die, door een
inwendige genade getroffen, met deze me
dewerken en dat ook eerlijk en omwenden'
meededen, meen ik in mijn beide voor-