kalender der week x jf, B. Als niet anders wordt aangege- en, heeft in deze week iedere H. Mis Üoi-ia. mist Credo en heeft de gewone ■'refnlio. I ZONDAG 12 October. 18e Zondag I a pinksteren. Mis: Da Pacem, „p !e gebed v. d. H. Wilfridus, Belijder. ;redo. Prefatie v. d. H. Drievuldigheid. [|eur: Groen. wij mogen ons verblijden, dat wij U|| u0r liet H. Doopsel zijn ingegaan in ?l Huis des Hoeren, de door Christus ostichte, heilige Katholieke Kerk (Gra- uale). Daar toch zijn wij 'geworden aan- Munomen kinderen van God; daar leeren fij de waarheid kennen (atilgebed en 'ostcommunio)daar verkrijgen wij ver- ifftffo tan zonden (Evangelie); daar nnnen wij genieten een heerlijke over- iifjftoedige zielevredo (Introitus, Graduale); 'i laar zal het ons niet ontbreken aan Chris- us' heiligende genade, tot den dag, dat lij ons lot Zich zal roepen (Epistel). Al onwaardeerbare gaven danken wij Ie verdiensten van Christus' heilig iloedig Kruisoffer. Geen betere dankbaar- Lid dan daadwerkelijke deelne- aa de onbloedige vernieuwing van iet H. Kruisoffer, de H. Mis, door ons teiven God aan te bieden, te zamen met Christus onzen eigen wil te slacht- niiifferen (Offertorium en Communio). MAANDAG 13 October. Mis v. d. H. 3ei Eduardus, Koning en Belijder. Os |usli. 2e gebed A Cimctis, 3e naar keuze m den priester. Kleur, W i t. Dö heilige Koning van Engeland, Edu- J>Mrdus, bracht in zijn rijk bet godsdienstig leven tot hoogen bloei. Hij leefde slechts voor zijn volk, ondersteunde de behoeftigen noodlijdenden. Zijn inkomen besteedde bij om kerken en kloosters te stichten en Ie begiftigen, en armen te troosten. Allo middelen bedacht hij om de ellenden te loen ophouden of te verzachten. Mot recht ïoemde men hem den vader der weezen armen. Den 13den October 1163, 36 aren sa zijn dood bracht men zijn l\ ichaam over en bevond men het nog ötaal onbedorven. DINSDAG 14 October. Mis v. d. H. Gal is t n s I. Paus en Martelaar. Sacerdotes. Beur: Rood. De heilige Paus Callistus I is vooral be kend door zijne uitbreiding van een der [aiacomben van Home, later naar hem de, talacombe van Callistus, en door zijn jver om aan de voor bet H. Geloof ge- nartelden een eervolle en christelijke he- [rafenis te geven. Hij is gedood door de ■'denen tijdens een volksoproer. WOENSDAG 15 October. Mis v. d. H. Th er e s i a, Maagd, Dilexisti. Kleur: IV it. Op 20-jarigen leeftijd trad de H. There- flefjia, in 1515 te Avila in Spanje geboren, n de orde der Carmelitessen. Zij muntte lil door een heerlijke boetvaardigheid en j||| tortte de orde nieuw leven in door met nannelijke kracht de leden te brengen tot icirouwe onderhouding van. den Heiligen .egel. DONDERDAG 16 October. Mis v. d. o r i g e n Zondag. Da pacem. Geen irm illaria. 2o gebod A Cunctis. 3e Pidelium foor de overledenen (zie le Misformulier end or de Missen voor overledenen) 4e naar keuze v. d. priester. Kleur: Groen. VRIJDAG 17 October. Mis v. d. H. Bod wig. Koningin. Weduwe, Gognovi; 2e gebed A Cunctis. 3e naar keuzo v. d. priester. Kient: Wit. De H. Hedwig is een voorbeeld voor de ouders in het opvoeden der kinderen. Het was haar allergrootste zorg in de harten 'v kinderen de reinste gevoelens van godsvrucht en deugd aan te kweeken. Na den dood barer echtgenoot werd zij Cister- ci;:nser-non (vrouwelijke tak der Trappis ten); haar grootste genoegen was tegen woordig (e zijn bij het bidden der H.H. Belijden en het opdragen der H. Mis. ZATERDAG 18 October. Feestdag v. d H. Lucas. Evangelist. Mis: Mi hi nlem. Credo. Prefatie v.- d. Apostelen, leur: Rood. De H. Lucas, afkomstig van Antiqchie, [was een geneesheer. Tot het Christendom bekoord, word hij een volgeling van den H Paulus op diens verschillende Missie- Na den dood van den H. Paulus predikte hij in verschillende landen aan de Middellandeche Zee en stierf waar- schijnlijk als martelaar. Van zijn hand hebben wij het derde Evan- golie, do Handelingen der Apostelen, waar- ui hij de voornaamste gebeurtenissen uit [de vroegste Kerkgeschiedenis verhaalt. ALB. M: KOK. Lisse. 1 Pr. »1 toch wel met een kind. En vertrouw vol hoopte zij, als bnaafgodsdienstige vrouw, dat haar lieveling genezen zou. Bij al dat verdriet had ze took gelukkig neg troost d r man en d'r ander kind, de kleine 'Evniiie. een allerliefst kereltje. Ze dorst ex met san te denken, als ze hem niet had, iraf. dan Haar man was sterker om het hod ie dragen, dat wist ze. En de kleine '■Bennie'? Och. zou hij het wel beseffen, wat zeggen wil, een zusje ziek te hebben? Maar sedert Stientje bij de zusters was op. Stomen, was Bennie al stiller en stiller [geworden, zat ie 'soms een heele, poo3 in mndergemijnier voor zich uit te staren. En e moeder begreep, bij miste het lieve zusje afc ook li era met zijn kinderleed had ach tergelaten. Mit zat ie weer zoo stilletjes bij het speel goed gehurkt, bij de blokkendoos, het lie- jVejitigspaai'djo en het spoor treintje, maar m] keek er niet naar om, hij had geen zin te spelen. En bij dacht, dacht aan het jieve zusje; wat konden ze saampjes toch eerlijk spelen, zus met de poppen en roer met het paardje. Tobbend over Stien- Je en hunkerend aa ar Vf lie va stemmetje, rJroolijke lach. die soms zoo hocj§ door et nuis kon klateren, mijmerde het verla- n ventje verder. Was ze nog hij hem, want zusje, dat, een jaartje ouder was dan hij. hield ook veel van hem, dat wist ie. Moeder had gezegd, dat Stientje ziek was. heel ern stig ziek. Maar wat was dat dan: ziek zijn. Dat moest wel heel erg zijn; dan had je zeker veel pijn en lustte je bijna geen eten- En o, zou zusje dat nu hebben, zou zusje nu veel pijn moeten lijden, ach dab arme zusje. 1^1 een traan welde op in de. onschuldige kinderoogen, daarna nog een en nog een, totdat het arme kereltje plotseling begon te schreien, zaclitkens voor zich. Zoo trof hem de moeder aan. Ze nam hem op de schoot, kuste de tra nen uit de oogjes, streelde de zachte blon de lokjes en troostte hem. Zusje zou weer spoedig beter zijn, dan zou ze, net als vroeger, weer met Bennie spelen en al bet verdriet zo vergeten worden. E'r klaarde weer hoop naar dat verre, kindergeluk op in het naar troost verlangde gemoed van bet kind en in de klare jon- gensoógen lichtte het dankbaar. Toen klauterde ie naar moeder op en gaf haar een kus op elke wang, zoo dankbaar. Ben- was getroost en voelde weer wat lust om te spelen', maar onder bet spel dwaal den zijn gedachten telkens af naar Stientje, die weer zou terugkomen. Aan het ziekenhuis was het heel druk met bezoekers, 't Was een mooie, zonnige Octoberdag met een strak-blauwe lucht. Die laatste mooie dagen vol tintelende zonneschijn verkwikten de menschen en stemden hen tob dankbaarheid voor het laatste genot der natuur. Niet lang meer cn de natuur zou droevig wegkruipen en sterven: dan zou ze sterven met zdovele levens, die nu in het buis van ziekte en ellende lagen te kwijnen, met een spran keitje hoop toch naar levenskracht, maar dit niet meer zouden beleven. Vader en moeder en de kleine Bennie moesten wachten, want het ging niet erg vlot met het ziekenbezoek. Zuster-0verste kwam even later in de wachtkamer en moest vader spreken. Wat keek ze ernstig, moeder schrok ervan, zoodat haar hart hef. tig begon te bonzen en een beklemmende engst vatte haar aan. - Vader beduidde, dat ze kalm moest blij ven. O, dat kon ze niet. Ze wilde naar d'r kind. maar een onweerstaanbare moede loosheid drukte baar neer en gelaten bleef ze op d'r plaats zitten. Bennie vleide zijn kopje tegen haar aan, als dacht hij moeder tje te kunnen troosten. Strak zat ze voor zich uit te staren en vergat de werkelijk heid om baar heen. Haar kind, haar kind. liaar eigen kind, daar dacht ze nu alleen nog maar aan. Moesje, klaagde het stemmetje naast haar. Moesje, luister nou toch 'ns. Nog dich ter drukte het ventje zijn kopje tegen baai- borst en smeekte weer: Moesje. Eindelijk voelde ze zich weer tot de wer kelijkheid terugkeeren, zag d'r kind tegen zich aaixgcvleid. Ze omstrengelde hem met de beide armen en onstuimig drukte ze de bleek-roode lippen op het met een licht blosje getinte kindergelaat. Met Bennie te gen zich aangevleid wachtte ze geduldig tot vader terugkwam. 't Gaat niet goed met Stientje. had Zus- -ter-Óverste aan vader verteld. Ze beeft een slechten nacht doorgemaakt en de koorts is buitengewoon- hoog." De bedroefde vader zag er tegen op, deze woorden tegen zijn vrouw te zeggen, maar hij deed het, want ze zouden even naar Stientje mogen kijken. Moeder schreide en met Bennie aan«d'r hand volgde ze vader, die voorging naar de ziekenzaal. Stientje lag daar op een i helderwit bedje, ziek, o zoo ziek. Met ge vouwen handen en rood-beschreide oogen staarde ze het kind aan, dat door de hoog ste koorts buiten kennis was geraakt. Ook Toen kon hij zich niet meer inhouden en de vader stond met bleek gezicht bij het ziekbedje en zag, hoe zijn klein meisje in benauwdheid te snakken lag naar adem. sterke man barstte in snikken uit. Tusschen hen in stond Bennie, al maar kijkend naar het bleeke gezichtje en de gesloten oogjes van Stientje. Een zachte hand legde zich op vaders schouder en een fluisterende stem drong tot hem dooi*, 't Was de overste. U moet sterk blijven, zei ze tot vader heel zacht, fluisterend meer. Hij besefte, dat. maar ach, zoo'n kind. zoo n lieveling t-e moeten afstaan, kan ook hij, als man, zoo'n ontzettend groot offer wel brengen? Nu zag hij de kleine Bennie na-ast zich staan; o wat een geluk, hem had hij nog, die op het fijne gelaat de trekken droeg van Stientje. En eensklaps tilde hij den jongen van den vloer op en droeg hem in de armen. Glimlachend zag de. overste hem aan en begreep de liefde der beide ouders voor hun kinderen. Met Bennie op de sterke armen trad va der op liet ziekbedje toe en liet broertje zijn zusje een kus op het klamme voor hoofd drukken. Toen zette hij Bennie weer op de beentjes. Even later nam hij met moeder afscheid van zijn lieveling en vie len er nog eenige moedertranen op het bleeke kindergezichte, een snik snoerde haar keel, ook zij moest een offer brengen, dat wist ze. Bij het naar huisgaan vroeg Bennie aan vader Waarom zei Stientje niks. paatje en waarom was ze zoo stil? Sliep ze soms? En toen vader geen antwoord gaf, vroeg hij weer: Komt Stientje nou gauw naar huis paatje? Misschien wel, aa't.woorddö vader en er trilde iets in zijn stem. 't Avonds werden vader en moeder ver zocht naar het ziekenhuis te komen. Stien tje was erg naar, 't zou niet lang meer du ren. Bennie werd. zoolang vader en moeder uithieven, door de buurvrouw in huis ge nomen. Stientje kwam dien avond even bij ken nis, zag met. een pijnlijk lachje naar vader en moeder, strekte de magere handjes naar hen nit en prevelde: L'eve paatje, lieve moesje. Even later sliep ze in', voor eeuwig. 't Was vier weken, nadat Stientje was gestorven. Moeder was nog zeer langzaam in d'r huiselijke bezigheden, had slechts noodo afstand kunnen.-doen van haar kind. Meer dan eens. iq oogenblikken dat ze zoo zeer troost en bemoediging behoefde, las ze het gedichtje, achter op het portretje van Stientje, dat op den schoorsteenmantel stond: God gaf het ons, God nam het ons, Gods name zij geprezen. 'fc Was wel bij ons, 't Ging weg van ons, 't Was beter in den hemel. Daar blijft 't ons, Daar waoht 't ons, Daar zien we 't eenmaal weder. Ze sterkte zich er in, in de hoop haar kind eenmaal weer te zien. Maar verge ten zou ze d'r lieveling nooit. E'r waren nog vele dingen in huizen, die aan het vroeg gestorven zusje herinnerden. Vooral de speelgoedkast had veel herinneringsstuk ken. die moest, maar eens een flinke beurt hebben. Het speelgoed van Bennie lag, tus schen dat van het gestorven Stientje, daaf was in de laatste weken niet naar omge zien. Een dag later ruimde moeder de speelgoedkast. Bennie zat er stil naar te kijken en vervlogen 'herinneringen aan de speeluurtjes met Stientje kwamen in hem op. Nu was ie alleen, want Stientje was bij de Engeltjes, had moeder gezegd. En zoo mijmerde hij met zijn kindergedachten weer een poosje, want. hij dacht zoo graag aan Stientje. Bij het schikken der speclgoedplank haal de moeder uit een doosje vier appelen, lee- lijk waren ze en verschrompeld. Hoe kwa men die daar? Zou Bennie en meer van weten? En ja, Bennie wist er van af. Bennie, vroeg moeder, hoe komen die appels hier in de kast? Hij schrok, dat kon je zien, en verlegen maar tegelijk bedroefd om een plotseling opgewekte herinnering,- antwoordde ie zacht: Ik heb die in het doosje gestopt. Waarom? En hoe kwam je aan die appels? Gekregen, moeder, van buurvrouw, toen u naar Stientje was gaan kijken. Maar waarom heb je. ze dan niet op gegeten? Ze waren toch voor jou? Neen meesje, ik wilde ze voor Stientje bewaren, als ze weer thuis kwam. En een kleurtje, dat zoo mooi paste op het onschul dig snoetje, plaatste zich op Bennie's fris- sche wangetjes. Toen begreep de moeder de kinderlijke liefde van het broertje tegenover het zusje, een liefde groot en ongeveinsd, een liefde, die alles over had. En dankbaar drukte de moeder, die zoo veel verdriet reeds te dragen had gehad, haar kind tegen zich aan en fluisterde hem toe: Jii blijft nu moeders lieveling, hoor, voor altijd. DE KUNSTKIP. Mijnheer Louis Vernet uit Parijs? zeide Nathauaë] Simpson, nadat hij een hem door zijn bediende overhandigd visi tekaartje bekeken had, wacht eens even! Hij nam een notitieboek van zijn schrijftafel en doorbladerde dit. Goed. Laat mijnheer binnen. De bewuste pers m trad binnen. Gij herinnerde u nog mijn naam? zeide hij, nadat hij de hem aangeboden rechterhand van den Amerikaan had ge drukt. Nu, ik moet zeggen, ge bezit een prachtig geheugen. Niet in 't minst maar uw naam staat in mijn notitieboek aangeteekend. Zoo, zoo, ik moest voor zaken juist hier in de stad zijn en kon nu niet nala ten om u een bezoek le brengen. Wat doet ge tegenwoordig? Fabriceert ge nog steeds leeren zolen uit karton? De hemel beware me, dat heb ik al lang opgegeven. Ik doe nu in een spe cialiteit; ik maak levensmiddelen:, een uiterst winstgevend artikel. De eenige ernstige concurrentie is de natuur. Zij wordt hierbij echter voor ons niet gevaar lijk. Werkelijk? Ik heb er de bewijzen voor. In drie jaar tijds heb ik net drie millioen ver diend. Een millioen, doordien ik boter zonder melk fabriceerde: het tweede mil lioen door vleeschextract zonder vleesch le maken en het derde verdiende ik met de industrie, die ik tegenwoordig bedrijf. En die industrie heet? Eierindustrie. iZonder kippen? Juist geraden. Een prachtig idee, maar dal me ech ter wat al te grappig voorkomt. v Ik maak nooit grappen als ik over zaken spreek. Alle scherts terzijde dus. Ge zult me toch niet wijsmaken, dat ge eieren ver vaardigt. Nu, dat zou ik dolgraag willen zien. Niets gemakkelijker dan dat. Daar wij nog een half uur den tijd hebben, vóór we gemeenschappelijk gaan dejeu- neeren zoo is dit meer dan voldoende tot de bezichtiging van een mijner ateliers. De Amerikaan voerde zijn gast uit zijn kantoor door een langen corridor in een groot vertrek, dat vol stond met een me nigte kisten. In die kisten bevonden zich, in lagen opgestapeld, eieren van een sneeuwwitte kleur. 'De industrieel opende een tweede deur, Hie naar een tweede zaal voerde. De uit deze zaal dringende scherpe kon, noopte den Franschman zich te dekken. Ziezoo, wo zijn er! riep Simpson. Hier is liet fabriekslokaal. Ziet ge hier die groot e kuip? s-3 Wat is dat? Dat is de zoogenaamde dooierknip. -Niet mogelijk! En waar is dan het eiwit? Ginds in die andero kuip. Ja, maar om hemelswil, waar be staat dan uw dooier uit? ==3 Mijn dooier? Wel uit een mengsel van maismeel, havergort, hakselexlract en meer andere, door mij zelf uitgevonden zelfstandigheden. Ha zoo en dan het eiwit? r—t [Verklaring zou te lang duren, mijn waarde. Voldoende zij het nu te weten, dat het een chemisch product is, wolk het natuurlijke eiwit nabij komt. Goed en wel maar dan de eier schalen? Als ge maar zoo goed wil zijn even hier te komen-, dan kunt ge dadelijk zien, hoe men zulke eetwaren op kunstige wij ze maakt, begon de«fabrikant weer. Op wleke manier prakkezeert ge dan dooier en eiwit en schaal? Hier is de machine. Ha zoo de geheime werkplaats der natuur dus. Zooals go ziet, bevat zij meerdere uithollingen; in do concave ruimte a komt het dooier, in de holte b het eiwit, c be vat het vlies dat het ei omhult en d het gips, waaruit zich ten slotte de schaal vormt. De gast stond als versteend over deze verklaring, welke hem een geheel nieuw ontsloten gebied opende. Hebt ge bij het binnentreden in de ze zaal niet een verandering in de tem peratuur opgemerkt? Zeker heb ik dat! Zoo. Nu die kou is een vereischte. Waartoe? Dat zult go terstond zien. In de uit holling wordt het dooier in den vorm van een dik meel geschud, hier verdikt het zich tot een deeg. dat van lieverleede den kogelvorm aanneemt. Wonderlijk verbazend! riep de Parijzenaar uit. Mijnheer Simpson ging voort. Uit a gaat het dooier naar b. waar er zich een mantel van eiwit om heen legt; een onregelmatige kegelrotatie ver leent aan het ei nu den natuurlijken, ovalen vorm. Van h gaat het weer naar c, waar het lichaam van het ei zich met een dunne opperhuid bekleedt en van liier ten slotte naar d; hier wordt het toilet door het gipsen omhulsel voltooid. Het ei is thans kant en klaar. Het komt nu nog in het drooghuis waar het weeke gips plotseling verstijft, terwijl het in wendige van het ei er fabrikaat tegelijker tijd den natuurlijken vloeibaren vorm aan neemt. een kip kan het niet heter leggen Onmogelijk, mijnheer Simpson, on mogelijk! Doe mij plezier en overtuig er u zelf maar eens van, daar hebben mijn knechts er juist een voor de proef ge kookt. En hoe zal het smaken? Heel goed. proef maar gerust eens Louis Vernet ledigde de helft van het ei. Uitstekend, 't kan niet heter! riep hij Niet waar? Welnu, deze waar lever ik voor vier dollars dé duizend stuks. Vier dollars de duizend stuks? Om u tq dienen! Laat me de kip maar eens zien, die tegen dezen prijs ge regeld werken kan. Nog één vraag. Ga uw gang. Hoe lang blijft uw fabricaat goed? Onberekenbaar lang 't Is bijna niet le gelooven, riep de Franschman verwonderd uit. En hoe oud was liet ei, dat ik daar zooeven ge proefd heb? Dat ei, wel dat was van het ja'ar 1885. Ge ziet op de smalle zijle den da tum gedrukt. De Parijzejiaar overtuigde er zich van Mijn artikel heeft echter nog een ander voordeel, ging de spraakzame Amerikaan voort; daar de gipsen schaal veel dikker is dan de natuurlijke, zijn deze eieren buitengemeen geschikt voor export. Lijden de eieren onderweg niet? Neen. gebroken of bedorven eieren komen bij ons nooit voor. Ik .sta er werkelijk van verstomd. Hoor eens, die industrie schijnt even winstgevend als vernuftig. Zijt igij cLe eenige fabrikant hier ter stede? Simpson's voorhoofd betrok. Helaas, neen, mompelde hij, somher voor zich uitkijkende. Ik heb een concur rent. Zoo, zoo een concurrent. En is die nog al gevaarlijk? Wat een vraag? Hij is uiterst ge vaarlijk voor mij. iDat had men nooit kunnen denken. Dit zal u terstond duidelijk worden. Holliday en Co. werken naar een methode waardoor zij aan hun fabrikaat iederen willekeurigen smaak kunnen geven. Kom, antwoorde Louis Vernet met verbazing, waarop de andere voortging: Op die manier kunnen zij dus b.v. kippeneieren, kievitseieren, ja zelfs struis- eieren fahriceeren. Maar dat geeft niets, toch zal ik hen overvleugelen: mijne fir ma moet over Holliday en Co. zegevie ren. Doch kom aan, laat ons thans gaan dejeuneer en. Ge zijt ongetwijfeld voor de voe- dingstentoonstelling hoofdzakelijk -naar New-York gekomen, niet waar? vroeg na een poos de Amerikaan aan den Fransch man. Zoo is het. Hoe vindt ge haar? Hoogst interessant. Zeer verrast was ik; 't is een der meest groolsche uitvindingen van onzen tijd; vooral door de phonophotostenolypobiograaf, een toe stel, dat in staat is binnen een enkele seconde door het eenvoudig drukken op toetsen, de photographic van een mensch, den toon zijner stem, zijn handteekening zoomede zijn volledigon levensloop in druk voort te brengen. - 't Beduidt wat! Een kleine aardig heid van Edison, meer niets. Dergelijke uitvindingen schudt hij uit zijn mouw. Bij ons komt zoo iets snel, maar is ook snel weer vergoten. Maar a propos, hebt go mijne eier-etalage gezien? Vraag excuus. Nu dan gaan we er eens heen. Een kwartier later staan de heide hee- ren voor een elegante, glazen kast, waar in sneeuwwitte producten der firma, van sierlijke etiquetten voorzien, geëxposeerd waren: daar naast stond een tweede gla zen kast, die een groot aantal eieren van verschillende grootte en kleur bevatte. Op de etiquetten dezer producten stond te lezen: Kippeneiren", kievitseieren, ganzen-; eieren, duiveneieren, struiseiren, gieren- eieren, reigereieren. s— Dat is de expositiekast van Holliday en Co., zuchtte de Amerikaan droevig. Aan hem zal zpnder twijfel wel de gou den medaille toegekend worden. Op uw fabrikaat valt een zonne straal. Wat ik u vragen wou, kunnen de hitte en het licht geen kwaad voor de producten? i Neen. De duurzaamheid van de kleur is voor tien jaar gegarandeerd. Maar wat geeft dat allemaal. Holliday en Go. krijgen toch den eersten prijs. Simpson verzonk in een droevig ge peins. De Franschman beschouwde zwijgend de zonderlinge producten der beide concur renten. Plotseling greep hij den Amerikaan hij den arm en nam hem opgewonden ter zijde: Hoeveel, fluisterde hij, zoudt ge er wel voor over hebben, mijnheer Simnson, om Holliday en Co. uit het veld te slaan? Holliday en Comp.? antwoordde deze met een bevende stem. Uit het veld slaan? O, ik heb er alles, alles voor over om dat te bereiken. Goed, bepaal dan maar een matige som en het doel zal bereikt worden. Werkelijk? Zoudt ge dat willen doen? Nu als eerste termijn geef ik gaar ne 2000 dollars, wanneer? Aangenomen. Open mij dan voor- loopig een crediet van 2000 francs, dat zal wel voldoende zijn. Ik blijf er u borg voor. dat ge uw doel bereiken zult. De Amerikaan keek zijn gast strak in de oogen. Ik begrijp weliswaar niet, op welke manier ge dat mogelijk maken wilt, maar om het even, ik stem er in toe. Dat doet me genoegen. Doch thans moet ik n vriendelijk verzoeken mij een minuut of vijf alleen te laten Bij den hoofdingang van het tentoonstellingsge bouw vinden wij elkaar terug. Onmiddellijk nadat Simpson zich ver wijderd had, riep Louis Vernet den* bewa ker van de betrokken afdeding van de tentoonstelling tot zich. Nadat de Franschman een drietal minu ien zacht met hem had gesproken, haalde hij zijn portefeuille te voorschijn en gaf den man een aantal bankbiljetten. De rest onvangt ge over hoogstens veertien dagen, zoodra alles in orde is Acht dagen later vinden we Natlin- nael Simpson aan de ontbijt zittende, do courant met het nieuws verslindend Plotseling stiet hij een kreet uil en sprong met- zulk een kunstvaardigheid, maar ook met een dusdanige kracht in de hoogte, dat de tafel h-'ina ware meoge- sprongen. En wat was de aanleiding daartoe? Hij had namelijk in de courant het vol gend o gelezen, ,,Do triomf'der wetenschap!!!'- Hedennacht heeft er zich in het ten toonstellingsgebouw een der merkwaar digste gevallen van deze eeuw voorge daan. Een ieder kent de belangwekkende eierwaven van de firma Holliday en Co., zoomedo van N. Simpson. In de uitstal kast van laatstgenoemde nu bood zich hedenmorgen het volgende schouwspel aan. Een der knnsfmatige eieren was in hveo helften gebarsten en een klein, le vend nuikentje stak zijn kop uit de schaal te voorschijn!!! Daar de voorbeeldige be waking der tentoonstellinesgebouwen en van de daarin zich bevindende vitrines iederen twijfel met betrekking tot bedrog uitsluit, zoo schijnt het zeker, dat de heer Simspon de nabootsing der natuur tot een, tot dusver voor onmogelijk gehouden trap van vol'komendheid gebracht heeft. "Wij twijfelen piet of do .jury zal de grootste vinding van den heer Simpson, die de natuur het laatste geheim ont rukt heeft, naar waarde weten te schatten De door Simpson uigevonden voortbren ging van levende schepselen langs clie- mischen weg zal een reusachtige omwen teling op ieder gebied van den mensche- lijken geest te voorschijn roepen. Na het lezen van dit artikel ontviel het blad aan de handen van den, van verba zing verstijfden Simpson. Op dit oogenhlik trad Louis Vernet de kamer binnen, hij hield een'nummer van hetzelfde blad in de hand. Die bewaker Goodson is een onbe taalbare kerel, begon de Parijzenaar, die zijn 200 dollars ten volle verdiend heeft. Het kuikentje dat hij de glazen kast bin nengesmokkeld heeft, kostte hem welis waar maar weinige centen, doch hij mag het verschil honden. Zoo, dat was het dus! riep de Ame rikaan lachend en verheugd. Waarachtig Vernet, ge zijt een verdui veld mensch, wiens weerga aan genialiteit, en gedachtenrijkdom nog gevonden moot worden. Maar eenige menschenlevens zult ge met dat al toch op uw geweten hebben. Hoezoo? s—i Hoezoo? w Ja, Wel het leven van de chefs der firma Holliday en Co. "Waarom? Wees er van verzekerd, waarde Vernet, dat zij dit niet zullen overleven Zullen zij zich daarom soms voor den kop schieten? Neen. Maar wat dan? Van woede zullen zij een beroerte krijgen. Neen, mijn kunstkip overleven zij nietl HET DAPPERE TENNISMEISJE. j Door F. HENDRIKS S.J. Dafc er een groot, verschil bestaat in de wijze van behandelen: van lien, die alken nit loutere nieuwsgierigheid ,.eens aanko men1", althans voorgeven, dat enkel op pervlakkige nieuwsgierigheid hen tot. eelt bezoek bewoog, en van hen, die, door een inwendige genade getroffen, met deze me dewerken en dat ook eerlijk en omwenden' meededen, meen ik in mijn beide voor-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1924 | | pagina 15