Je Lcidsck Conf
Vierde Blad.
Zaterdag 13 September 1924
Met de Rijniandsche
Processie naar Kevelaar.
III.
Kevelaer, Donderdag:, 11 Sept. '24.
De Duitschers zijn een licdlievend volk.
Men weet niet waarover men zich meer
moet verwonderen: over» 't aantal liederen,
jdat zij van buiten kennen en zonder direc
tie met feilloosheid van utvoering zingen,
ook al zijn ze meerstemmig.óf over de char
man te, vaak treffende melodie, die als de
ziel is, waaruit die lederen leven. Gister
avond nog ondervond ik zoo iets. 't Was
el vrij laat, toen een Duitsche groep
zingend en befakkeld door de Haupt-
Btrasse, de straat van ons hotel, schreed.
Eén hunner, een geestelijke wellicht, zong
telkens 8 aanroepingen van de Maria-
üitanie voor, ik zal maar zeggen: Foederis
firca, Janua coeli, Stella matutina, en het
gros antwoordde dan:
Ora pro nobia
Maria, Maria.
Ach, lass una nicht
In unsrer noth.
S O Allerseligste Jungfrau Maria.
Dit wordt zóó muzikaal technisch
Juist gezongen en in zóó, een treffend
[Vertolken der mooie melodie, dat je subiet
[tofc luisteren gestemdi wordt, gelijk Sen
ikittd, dat de stem van moeder hoort. Dan
Itrilt iets in je, gelijk een snaar van een
klavier meetrilt als een overeenkomstige
Snaar van een ander klavier'in hetzelfde
.vertrek wordt aangeslagen. Neen, zoo iets
yoel je niet bij:
ring van vreugde door veler harten ging.
Na de H. Mis trokken we in stoet naar
het kerkhof, zooals op den laatsten dag
te doen gebruikelijk is, om te luisteren
naar Kap. van Houten van Langeraar,
die onder den tekst van Bernardus: „Eja
ergo, advocata nostra, officium tuum
imple. Welaan, onze voorspreekster, oefen
thans uwe bediening uit", in een vrij
lange, weiuitgesproken redo onze overle
denen herdacht. Spreker begon met de
verklaring, dat, wanneer Maria de Troos
teres der Bedroefden is, onder welken titel
waar wij haar immers inKevelaer bijzonder
vereeren, zij dat wel op de eerste plaats
zal zijn voor de zielen in 't Vagevuur, om
dat deze wel bijzonder in droefheid ver-
keeren. De tijd van verdienen is voor deze
ongelukkigen voorbij, zij moeten hunne
schuld zelf uitboeten, tenzij zij door an
deren geholpen worden. Maria nu kon die
zielen zeer goed helpen, omdat zij veel
vermogend is bij haar goddelijken Zoon,
doch Zij wacht, tot wij Haar er om vra
gen. Wij moeten dus Maria bidden, dat
Zij zich óók een echte Moeder, een Troost
der Bedroefden toone. Des te meer hebben
wij dien plicht, als wij door aan onze
dierbaren aanleiding tot zonde te hebben
gegeven gedeeltelijk oorzaak mochten zijn
van hun lijden in het Vagevuur. Spreker
legde uit, hoe ouders en kinderen, broe
ders en zusters, vrienden en echtgenooten
onderling voor elkaar zulk een oorzaak
van zondeval kunnen wezen, en anderzijds
met ons aan te sporen, veel tot Maria voor
onze dierbare, goede afgestorvenen te wil
len bidden. Toen keerden we naar de" stad
terug.
Door heel de pers van Roomsch Neder
land heeft de-vorige week het aan „De
Maandagmorgen" ontleend bericht gecir-
- culeerd, waarvolgens te Kevelaer een
wonderbare gebedsverhooring zou hebben
plaats gehad met een man, Bus geheeten,
uit Osterfeld bij Oberhausen, die na- 10
jaren lang sprakeloos te zijn geweest, bij
de genadekapel het spraakvermogen zou
hebben terugbekomen. Waar zou men
daaromtrent betere inlichtingen kunnen
ontvangen dan in Kevelaer zelf? .Ik sprak
er daarom een Kevelaerschen kapelaan
over aan, die mij verzekerde, dat de de
ken- van Kevelaer zelf, prelaat Kempkes,
voor mij gerust wel te genaken zou wezen,
en mij dus naar hem verwees. Ik volgde
dien raad op, vond deken Kempkes, een
grijzigen, krassen zeventiger, inderdaad
een-en-al welwillendheid, en liet me naar
zijn smaakvol gestoffeerd zitvertrek noo-
den, waar ik hem na een korte inleiding
het desbetreffend bericht uit „De Leidsche
Courant" liet lezen. De Deken keek van dit
bericht op, maar verklaarde, dat het hee-
lemaal correct was. De man was genezen
op 31 Augustus en de pastoor van Oster
feld, de woonplaats van den genezene, had
het gerapporteerd naar Kevelaer. Prelaat
.Kempkes hield er .echter niet, van, aan
zulke feiten ruchtbaarheid te geven. Het
is trouwens lang niet het eenige. „Zie
maar eens hier", zei de Deken, en hij
haalde uit zijn schrijfkast een dossier,
gevuld met documenten, op gebedsverhoo-
ringen betrekking hebbend. „Hier heeft u
nog een mooi geval, dat zich voor 8 weken
hier afgespeeld heeft. U mag er wel over
schrijven, als u den naam van de vrouw
maar verzwijgt", ging do Deken voort, en
hij las mij een geschreven akte voor van
de genezing eener 4-2-jarige Duitsche
vrouw, die met een bedevaart uit Essen
(Roergebied) den 13den Juli 1.1. te Keve
laer gekomen, tijdens haar gebed bij de
genade-kapel genezen was van doofstom-
heid, die haar 8 weken geleden overvallen
had tengevolge van een schrik. In aan
merking nemende dat haar twee broeders
van hun geboorte af doofstom waren,
hield zij hare ziekte voor ongeneeslijk.
Maria gaf echter uitkomsit.
,,'t Is ook vermeldenswaard, voegde de
prelaat hieraan toe, dat een andere
vrouw, die in 18 jaren geen godsdienst
plichten vervuld had, door dit voorval
bewogen werd, zich te*bekeeren". ,,'n Won
der in de orde der genade dus", zei ik,
wat Deken Kempkes door een knik beaam
de. Ik begreep, dat het tijd was, om het
gesprek te beëindigen, stond op en dankte
den prelaat hartelijk voor zijne inlich
tingen, waarna wij ons gauw naar de
Kaarsenkerk begaven, waar we om half 2
Neen, niet alle dagen, zei de kape
laan met een schalkschon glimlach, doch
de komst van mijnheer den dokter Bra-
vières, zijn vriendschappelijke verhoudin
gen met mijnheer pastoor, hebben deze
dames het hoofd op hol gebracht. Het
zijn huismoeders, zeer degelijke moeders,
die huwbare dochters hebben. Zij willen
het terrein verkennen, zich de medewer
king van den pastoor verzekeren en een
wit voetje bij hem trachten te verkrijgen.
Er zullen er nog wel meer komen. Daar
zijn er hier verschillende, die op een
schoonzoon uit zijn en ik voorspel, dat
voordat er een maand verstreken is, zij
allen ziek zullen worden alleen om dok
ter Bravières in hare woningen binnen te
loodsen. Ge zult u niet vervelen, dokter,
en ge kunt u er op beroemen geluk te heb
ben. Nauwelijks ziji ge hier aangeland, of
ge zij t als „vliegend" aan de beurs geno
teerd.
Hoe vreemd, toch, merkte de pastoor
van Ci'baudry op, de dokter is hier geko
men met het doel zieken te genezen en nu
begint hij zijn carrière met eene besmet
telijke ziekte onder de schoonmoeders te
verspreiden, namelijk de razernij der
schoonzoons.
Wanneer die niet op tijd wordt be
sbeden kan ze zeer gevaarlijk eindigen,
zei de dokter.
Zelfs door een huwelijk, zei de eer
waarde heer Sauvrin.
1 Och, ik bid u, mijnheer pastoor,
smeekte de dokter, neem u niet de meest
ongunstige oplossing.
Daarna vroeg de dokter Eravières aan
de heeren verlof om zich to mogen terug
trekken. Hij b*d reeds enkele patiënten
officieel afscheid zouden nemen van O. L.
Vrouw van Kevelaer.
Pastoor Sprenger, directeur der Bede-
vaart, beklom weer den kansel, om gelijk
hij het welkomstwoord gesproken had,
ook het afscheidswoord te voeren. Hij
drukte den pelgrims op het hart, niet
slechts goede Mariavereerders in Keve
laer te zijn, maar ook, als zij thuisgeko
men waren, ware kinderen van O. L.
Vrouw zich te toonen. Wij moesten trach
ten betere Christenen te worden van de
Bedevaart. B.v., zei Pastoor Sprenger
en dit was lang geen onpractisch puntje
-*=• moogt gij uit het vlijtig volgen van de
bewegingen der slingerprocessie geleerd
hebben, thuis gekomen, ook altijd zoo ge
hoorzaam en volgzaam te wezen tegen
over uw pastoor, uw herder".
Nu had nog een kort Lof plaats, waar
onder we het Adoro Te zongen, het Magni
ficat en het Tantum Ergo, en kregen toen
den Zegen met het Allerheiligste, waar
aan we als allerlaatste slot toevoegden-een
uit volle borst komend „Afscheidslied aan
Kevelaer".
Toen 't was 12 uur gingen we naar
ons Hotel terug, met de wetenschap, dat
om 3 uur onze speciale trein naar Hol
land zou teruggaan. We waren lang de
eenige niet, die vandaag vertrokken: Van
morgen verlieten ons een 700 pelgrims uit
Coblenz, om half 12 ging Westland en een
half uur na ons zou ook Haarlem gaan.
't Was dus een algemeene uittocht uit het
velen zoo geliefde Kevelaer. Scheiden doet
wee. Dat hebben vele onzer menschen
gevoeld, die het heele jaar hard moeten
ploeteren en dan een reisje naar Kevelaer
als hun eenigst uitgaan nemen, maar zij
troostten zich dra met de gedachte, dat
het er komend jaar wellicht weer van ko
men zou.
Een reisje naar Kevelaer' Ach, het
biedt zooveel goeds aan onze Roomsche
menschen, die eep arbeidzaam leven ge
wend zijn. Zij kunnen er eens hartelijk
bidden bij O. L, Vr. van Kevelaer, om
vele goede zaken —.las de Directeur, pas
toor Sprpnger, gisteravond in de lange
reeks van intenties, waarvoor een gebed
verzocht werd, niet af: van een jongen
man, die graag een net roomsch meisje
wou hebben?
Ach ja, waarom ook niet? zij kun
nen er ook winkelen en wat moois koo-
pen, want uit het gezichtspunt van den
koophandel geredeneerd, zou ik Kevelaer
wel een roomsche jaarbeurs van gedachte
nisartikelen willen noemen, zij kunnen er
ten laatste de christelijke vreugde vin
den, waaraan ieder hart zoozeer behoefte
heeft en die ons zelfs wordt aangerecom-
mandeerd. door het woord van den Psal
mist: Dient den Heer in blijdschap
Om 3 uur reels onze trein weg, waarin
menig pelgrim zat, die dacht: dit is voor
het eerst, maar niet voor 't laatst.
't Was een lief weertje. De wereld was
vol zon en de wijde blauwe lucht was
doorstreept van blanke wolkenveegen, ter
wijl een luchtig briesje een aangename
koelte gaf. Men zegt soms, dat men van
het gelaat der mensclien hun gedachten
kan aflezen, maar mij was het, toen we
langzaam het station verlieten, alsof ik
van de gevels der huizen ën gebouwen en
heiligdommen den vriendelijken groet kon
plukken: Auf wiederseh'n! Kommen Sie
bald wieder
H. A. ÜLLEMAN Pr.
Buitenl. Weekoverzicht.
Boven het meer van CoHüt&nz op de
grens van Duitschland en Zwitserland
kruiste dezer dagen de groote Zeppelin,
dié bestemd is voor Amerika, op een
proefvlucht.
Symbool van de vroegere Duitsche oor-
logsbewapening' Wie herinnert zich niet
de dolle angst, welke de burgers van Lon
den of Parijs aangreep, als er weer eens
een Zeppelin-raid werd ondernomen. Zoo
als in de oud-Germaansche sagen gedu
rende wolken-zware stormnachten Wodan
met zijn ruiters door de lucht reed, zoo
kwamen de groote Zeppelins aandrijven
als een dreiging van de Germaansche oor
logsgoden om brand en verwoesting te
stichten. Thans drijft de groote Ameri-
kaansche Zeppelin „made in Germany"
over de Bodensee met een meer vreedza-
en moest zich a'an hunne verzorging wij
den.
Nu reeds. Ge weet dokter, het zijn
onze parochianen, doodt er niet te veel,
vermaande de eerw. heer Maillange, wien
het niet altijd gelulde, eeuwenoude grap
pen nieuw te laten schijnen.
Maak u niet bezorgd, mijnheer pas
toor, zei de dokter, ik zal de goeden spa
ren. m
Toen dokter Bravières vertrokken was
verklaarde de jeugdige pastoor van Saint-
Cyr-les-Bois:
Men kan zeggen wat men wil, wan
neer het uur gekomen is, om er aan te
gelooven, is het toch vrij wat plezieriger,
naar de andere wereld geholpen te wor
den door de zorgen van een aardigen jo-
vialen dokter, dan door een doodgraver.
Hl.
Te Parijs, dat hij zoo juist had v rhten
na er zeven jaar van zijn leven te hebben
vertoefd, had Pierre Bravières de genees
kunde, die hij eens zou moeten uitoefe
nen, grondig bestudeerd. Origineeler kon
men van de universiteit niet zijp, en dit
zonderlinge doen had hem meermalen de
spotternijen op den hals gehaald van meer
dan een zijner medestudenten, voor wie
het omberspel een tweede natuur was ge
worden. Hij bezocht geregeld de zieken
huizen, de bibliotheek en woonde trouw
de colleges van de faculteit bij. Dit nam
in de oogen van sommigen de afmetingen
aan van een openbaar schandaal, dat zeer
veel opzien baarde. En inderdaad het
was oen vreemd schouwspel: zoo'n toe
komstige dokter, die zich trachtte in te
me last geladen: AmerikaansChe autoritei
ten en journalisten en luchtspecialiteiten.
Wellicht zweeft hij nog verder -.Zwitser-
land in,naar Bazel of naar Bernjmaar eigen
lijk moest hij eens een bezoek brengen
aan het meer van Genève, dat juist aan
de andere zijde van Zwitserland ge
legen is, aan de Fransche grens, waar de
vredesmannen van den Volkenbond bijeen
zitten en spreken over ontwapening der
volkeren.
Daar moest hij eens in herinnering
brengen het machtige met zooveel kunst
en vaardigheid technisch volmaakt uitge
ruste oorlogswapen, dat zooveel vredes
werk nutteloos verstoorde,^ en dat toch zoo
zwak bleek tegen de elementen der na
tuur.
En de lessen, die het stomme gevaarte
te prediken had, zouden dan luiden: „Wat
baat het, vredeswerk ruw te versforen".
„Is het niet veel beter, het oorlogstuig om
te bouwen tot vredestuig,.zooals met
mij gedaan is" en ook: „Als gij den vrede
wenschl, bereidt u dan ernstig ten vrede"
De Volkenbond. Zoo zijn wij
dan per Zeppelin te Genève gearriveerd
bij den Vonkenbondszetel. Zooals men heeft
kunnen lezen hebben Mac Donald en Her-
riot, na gezegd te hebben wat hun op het
hart lag, Genève weer vaarwel gezegd, het
moeizame werk overlatend aan de com
missies en subcommissie. Dat is onge
twijfeld het belangrijkste maar ook het
lastigste werk, dat niet zoo aan de groote
klok wordt gehangen en waarvoor dan
ook weinig interesse bestaat bij den door
snee krantenlezer. Het beste zal derhalve
zijri, de gedelegeerden maar stilletjes te
'laten werken, wachtend op hét resultaat.
Het is ook trouwen geen doen, kennis te
nemen van al de uiteenloopende meenin
gen en meeninkjes welke de diverse heeren'
erop na houden. Doch één verschil van
opvatting willen wij eten belickteir en dat
is het verschil tusschen het Fransche en
het Engelsche standpunt inzake een ga
rantie-verdrag.
Frankrijk is altijd nog bang voor een
aanval en als het over een aanvaller
spreekt, kijkt het schuin naar Duitsch
land. Daarom zoekt Frankrijk zich te be
veiligen met-bondgcnootèn, die het man
netjes kunnen leveren. Gevolgelijk dringt
Frankrijk aan op militaire waarborgen.
Engeland levert liever geen militairen,
maar wil den aanvaller straffen met eco-
aomische en financieele maatregelen. Dat
komt voordeeliger uit, vooral omdat John
Buil op z'n eiland minder last van „aan
vallers" zal hebben. Bovendien iederen
keer te moeten bijspringen met munitie
en mannetjes, terwijl het hoogst dubieus
is, wie nu feitelijk de „aanvaller" is, dat
wordt hom te kras.
Nu zoekt men een compromis tusschen
beide standpunten. Mac Donald heeft al
voorgesteld, hét begrip „aanvaller" pre
cies te omlijnen: aanvaller is hij, die ar
bitrage verwerpt. En lord Parmoor, de
leider der Engelsche delegatie, heeft
reeds gezegd, dat men ook met militaire
maatregelen rekening zal hebben te hou
den. Van den anderen kant zullen de
Franschen wel concessies doen ten op
zichte van ruiqie arbitrage en meer toege
vend zijn wat betreft het eischen van mi
litairen bijstand. Over en weer is men
geneigd elkander te verstaan.
Hoopvol is in ieder geval de door do
Fransche en Brit-sche premiers aan het
eind der vorige weck gezamenlijk opge
stelde resolutie, die mot algemeene stem
men ter Volkenbondsvergadering is aan
vaard, waarbij aan 'do commissies wordt
opf?dragen een algemeene ontwapenings-
confercnt'o ten spoedigste voor te bereiden
De schuld van den o ar log.
Op zijn groote proefvlucht zal de Zeppe
lin ook over Berlijn koersen, als het plan
tenminste doorgaat. Nu wij hem toch
zooveel wijze lessen voor Genève hebben
meegegeven, kan er nog wel een lesje voor
Berlijn bij. Zoo'n groot gevaarte, dat met
alle middelen der moderne techniek is
uitgerust en dat zoo comfortabel is inge
richt, dat met zoo oneindig veel zorg en
arbeid is opgebouwd tot een wonderwerk,
waar de wereld zich over verbaast, is
toch zoo teer, dat een enkele op een onge
lukkig moment aankomende hevige wind-
wijden in de geheimen van zijn beroep el
ders dan in de k'liiiïekon van do balzaal
Bullier en zonder in het café van Ilar-
court of in de Bron de heerlijke vergelij
kende studies in bockbier te 'hebben ge
maakt, waar meer dan één zijn graad had
behaald. „Wat een rare snuiter toch, die
Bravières" getuigde van hem de getrou
wen van de conferenties bij het omber
spel. Doch die rare snuiter liet hen pra
ten en ging zijn eigen gang. Zoodoende
bracht hij naar Brenay-sur-Andarge eeno
groote bagage aan kennis mede, die vèr in
do schaduw stelde de wetenschap der an
deren, waarover hier boven is gesproken,
welke anderen, vroeg of laat doch dik
werf heel laat er niet minder om tot
dokter (van het latijnsche doctor, dat wil
zeggen: geleerde) worden bevorderd en
die op do hoogt© zijn van de geneeskun
de, doch alleen maar van hooren zeggen.
Voor den jongen dokter was de ziekte geen
rebus, die hij moest oplossen. Zonder ver
metel te zijn, kon hij zich gerust als con
current van dokter Ghanteau opwerpen en
om tegen zijn collega in het strijdperk te
treden, beschikte hij over verschillende
geschiktheden, die er toe bijdroegen, om
zijn versche Wetenschap in waarde te doen
stijgen.
Pierre Bravières vereenigde in zijn per
soon, zijn manieren, zijn stem, zijn ka
rakter hot geheel van hoedanigheden, dat
men met de naam „aantrekkelijkheid"
bestempelt. Hij hield er van te behagen
en hij behaagde inderdaad zonder ge
maaktheid en zonder dat hij zijne natuur
geweld behoefde aan te doen. Annette, de
oude dienstbode en huishoudster van den
pastoor, gaf, wanneer zij het over den
1 vlaag een onherstelbare schade kan te**
brengen.
Do machthebbers in Berlijn mogen a*
ook wel eens aan denken, dat het groote
vredeswerk, hetwelk nu wordt opgebouwd;
dat de nieuwe,vredelievende toenadering
der volken een moeizaam en zorgvol kunst
werk is, hetwelk door een ontijdige en on
tactische verklaring, zooals het bekend»
manifest over de schuld aan den oorlog,
opeens gevoelig kan worden verstoord.
De heeren willen daar een mooie grap
uithalen, door eens te gaan tornen aan
het vredesverdrag van Versailles, dat im
mers gebaseerd is op den schuld van
Duitschland aan den oorlog.
Over die schuldkwestie ls inderdaad
wel wat te zeggen, maar nu niet. Op het
oogenblik wordt daar niets mee bereikt,
tenzij een nieuwe argwaan tegen den goe
den wil van Duitschland.
En nu behoeft men den politici in de
verschillende landen niets wijs te maken,
die weten toch wel hoe de vork in de steel
zit, ook al stuurt men geen manifesten aan
de regeeringen.
Maar men moet ook rekening houden
met de mentaliteit van de volkeren, met
de publieke opinie. En men zou de inter
nationale atmosfeer hopeloos bederven, als
men van Berlijn uit thans zou gaan ver
kondigen: „Hoort eens, jullie geallieer
den, jullie hebt ons zware lasten opgelegd,
maar wij voelen ons heelemaal niet schul
dig..Zoodra wij do kans schoons zien, laten
wij jullie fluiten".
Gelukkig is het manifest nog niet ver
zonden, zooals aanvankelijk gemeld werd
Marokko. In Marokko worden de
Spanjaarden steeds verder teruggedrongen
naar de kust. Hoewel de-Spanjaarden met
duizenden tegelijk versterkingstroepen
zenden, boewei Primo de Rivera in eigen
persoon nu al voor de tweede maal naar
liet oorlogsterrein is vertrokken, deelen
de Riffs zulke gevoelige klappen uit, dat
de nederlaag der Spanjaarden op alle
punten bijna volkomen is.
Dat deze bergbewonende Moren taai®*
rakkers zijn, wist men reeds lang, maar
het merkwaardigste is, dat ze zoo good
bewapend zijn. Zij beschikken over de
modernste munitie.
Men vraagt zich af, hoe komen ze daar
aan? Er wordt gefluisterd, dat Frank
rijk de leverancier is, Frankrijk die vlak
naast de Spaansche zone z'n protecto
raat uitoefent over Oost- en Zuid-Marok-<
ko. "Wanneer Spanje het Riff-gebied inoet
ontruimen, krijgt Frankrijks gemed ccn
stuk grond naast zich, dat volgens Fran-
sche terminologie „aan anarchie is prijs
gegeven", dat dus zeer gevaarlijk is voor
do rust in Fransch-Marokko. Voorts
wordt in Fransche kolouiale kringen be
weerd, dat de Marokkanen zelf ook een
heid van bestuur zouden wenschen. De
Spanjaarden kunnen het niet meer uit
houden, derhalve moeten de Franschen
er maar binnenrukken. Engeland gevoelt
daar evenwel niets voor en zou een zeer
dreigende houding gaan aannemen als
bovengenoemde Fransche koloniale krin
gen hun streven zouden dccrzet'en
dokter had tegen de buurvrouwen de vol
gende moreele en physische beschrijving:
't Is een klein ventje, niet grooi, dei li
ongedwongen in zijnt?manieren. Nou, dat
.is heel wat anders dan die ongelikte. b:.vr
van- Ghanteau, die altijd klaar staat om
de menschen af te snauwen. De nieuwe
dokter is zachtaardig, beleefd, vriendelijk
en aardig en heeft een gelaatskleur zoo
frisch alsof hij pas gewasschan is.
Al was dokier Bravières geen indruk
wekkende verschijning door zijn gesUita
die iets onder de middelmaat bleef, al ver
hoogden geen breede schouder^ z'n pres
tige en al was hij niet de schoons man,
die de sen timen i le kantoorjuffrouw en
op haar bureau doet droomen, toch Ivx.t
Pierre een innemend uiterlijk, verlucht
door een fijn zwart snorretje, dat acn
zijn trekken het jongensachtige ontnam.
De jonge dokter was het levende contrast
vau dokter Ghanteau, die te groot was, te
stevig gebouwd en wiens plomp besncu'ö
gezicht als sieraad ren baard bezat, uie
zoo dicht was als jonge scheuten in het
houtgewas. Aan dit verschil in lichaams
bouw paarde hij een ongelijkheid van ka
rakter, die nog scherper uitkwam. Ds
twee confraters gedroegen zich bij voor
komende gelegenheden op een geheel vera
schillende manier. Waar dokter Chan'mnu
gromde en morde, daar glimlachte dokter
Bravières, waar. de oude dokter zich boos
maakte, daar was de jonge toegevend,
waar de eerste do ruiten ingooide, stelde
do tweede zich tevreden met ze af te
wrijven.
(Wordt vervolgd.)
Gij trapt de maan, zoo lief, zoo edeL
1 O, we hebben wel mooie liedjes, ook
Yoor de kerk, maar ze worden niet vol
doende gepopulariseerd; ze liggen daar
els een onbekende schat. Neen, het voor
beeld van een mij bekenden pastoor van
ons Bisdom, die de zingens waardigs te
liedjes in een bundeltje bijeengegaard
heeft voor zijn parochie, wordt maar wei-
juig nagevolgd.
Het vrij goede weer van den namiddag
tiad zich in zulk 'n climax bestendigd, dat
We, toen we gisteravond laat den vorigen
brief gingen posten, alle dreigende wol-
ten weggedreven zagen. De lucht had een
diepen kleurtoon tusschen lei en blauw in,
jen de stille maan zag daaruit als een
zilveren majesteit op heel Kevelaer neer,
[welks drukke daggeluiden verstomd waren
(lis uit eerbied voor die nachtelijke glorie
Toen we uit de rustig-klare lucht van
gisteravond een mooien, nieuwen dag
voorspelden, vergisten we ons gelukkig
niet. Want wel was 't vanmorgen frisch-
jes, zooals de herfstdagen bij aanvang en
einde dat meestal zijn, maar in de licht
grijze wolken, die boven Kevelaer hingen,
toen wo om 7 uur naar de kerk van oud-
Kevelaer trokken, om 'daar de Votiefmis
van O. L. Vrouw Troost der Bedroefden te
lezen, zat een milde tint, iets van perle-
moer, en als de zon er maar eenmaal was
en die kon je zien komen zou het
Uitspansel spoedig als een feesttent over
jde wereld gestrakt staan.
Om 9 uur droeg Deken Hellegers van
Alphen met assistentie van kap. Braak
man van Noordwijk en Kap. van Houten
van Langeraar in de Basiliek een plech
tige Requie*miis op voor de gostorven
leden van de Rijniandsche processie naar
Kevelaer. Door de gekleurde -ramen van
de fraaie gothieke Beêvaartkerk, die nog
maar ten deele koor en transept n.l.
rijk, maar voor mijn smaak wat over
laden gepolychromeerd is, viel het licht
zoo feestelijk binnen, dat er een zinde-
FEUILLETON
DE NIEUWE DOKTER
Naar het FranscJi van
JULES PRAVIEUX.
(Eenige geautoriseerde vertaling.)
7)
De geestige opmerking van dokter Bra
vières had succes en maakte hem sym
pathiek.
Dokter Bravières had het druk met het
aanhooren der aanmoedigingen, raadge
vingen en goede_wenschen, waarmede men
bom van alle kanten overstelpte.
Gedurende de gesprekken kwam Annet
te, zijn oudste dienstbode, pastoor Tha-
rot verwittigen, dat mevrouw Legros hem
in de spreekkamer wachtte.
Ik kom, zeide bij.
Hij bleef tien minuten weg en was nau
welijks teruggekeerd, toen Annette op
nieuw verscheen en mededeelde, dat me
vrouw Rozoir, de vrouw van den apothe
ker, mijnheer pastoor wensckte te spre
ken. Deze maakte een lichte beweging van
spijt, die bij echter oogenfblikkclijk onder
drukte: Hemel, wat zij die dames toch on
geduldig, zuchtte hij. Het kan toch wel
uitstel lijden.Enfin, wil mij veront
schuldigen, heeren.
Opnieuw verliet hij de zaal, zonder
eenigen uitleg te geven van de ©enigszins
mysterieuse neteekenis van dö klacht, die
bij zoo juist geuit bad. Verschillende hee-
ïen ondervroegen den kapelaan: Is mijn-
neer pastoor iederen dag het slachtoffer
van de luimen der daïnes zijner pa-
ïochie?
China. Aio u. n den iirijd in
China denken, moeien wij onwillekeurig
lachen. Het goat er nog al gemoedelijk
naar toe. De Europeanen die te Shanghai
in de onmiddellijke nabijheid van het
oorlogsveld wouen, gaan er voor plezier
naar kijken. De laatste dagen regent het
evenwel zoo hard, dat het krijgsvuur der
Chineesche dapperen is uitgebluscht.
Toch kan het daar in het Hemclsche
Rijk een mooie herrie worden, want de
toestand is zeer ingewikkeld.
De vork zit aldus in de steel:
In 1912 hebben de Ciineezen hun kei
zer afgezet en van het Rijk een repubhek
gemaakt met Jan Sji Kai a!s president
Deze had een groote partij achter zich.
Na zijn dood iu 1916 splitsten zich zijn
aanhangers in de Sjili- en Anfoe-parlij
De Sjili-partij is op het oogenblik aan het
bewind te Pek'ng en wordt gesteund
door generaal Woe Fei Foe. De gouver
neur van Tsjel iang, (lie op hst oogenblik
aan 't vechten is met den gouverneur van
Kiangsoe om het bezit van Shanghai
beide districten liggen naast elkaar en
Shanghai ligt.in de provincie Kiangso?