„6e Leitt Courant" Tweed© Blad1 beroepskeuzevoorlichting van de zijde der jeugdorganisatie is noodzakelijk voor een doelmatige vorming der rijpende jeugd door de jeugd vereenigingen; ook de plichten, die de jeugdorganisatie door haar arbeid tegenover het maatschappelijk leven heeft te vervullen, eischen ruime belangstelling; de instandhouding en bloei van de R. K. Jeugdorganisatie is daarenboven op den duur niet mogelijk zonder die belangstel ling voor het beroepskeuzevraagstuk. 5. In het verleden hebben de R. K. jeugd verenigingen te weinig aandacht aan dit vraagstuk geschonken. Ook tot op heden is de belangstelling nog niet voldoende aanwezig. Daarbij was men te algemeen in de leiding, zoo die werd uitgeoefend. Door den drang van buiten en door eigen ervaring komt daarin een kentering ten goede.. Er is echter nog te weinig georga niseerde leiding van de zijde der jeugdor ganisatie. 6. De R. K. Jeugdorganisatie zal zich daarom meer en meer op dit belangrijke vraagstuk der jeugdopvoeding moeten toe leggen door een grondige bestudeering van het vraagstuk zelf en van de practische toepassing daarvan bij haar jeugdarbeid. Georganiseerde actie is daarbij noodig. De instelling van parochiale comité'* voor beroepskeuze-voorlichting, de centra lisatie van deze parochiale comité's tot een plaatselijk bureau voor beroepskeuze-voor lichting en aansluiting bii het zielkundig bcroej^skantoor te Utrecht is de weg om tot georganiseerde voorlichting en leiding te komen. Door eenige cursisten werden vragen ge steld, die door den leider zeer kort werden beantwoord. Op verzoek van kapelaan Suetens werd in s'clhng 1 en 3 een kleine wijziging ge bracht. Bij zijn dankwoord aan den inleider, deelde de voorzitter, prof. van Ginneken. mede, van Z. D. H. den Aartsbisschop be richt ie hebben ontvangen, waarin Z. D. H. büjk geeft van zijn groote belangstelling voor dezen cursus, welken hij tot zijn spijt niet persoonlijk kan bijwonen. Rente-zegels, BijKon. Besluit is bepaald datf le. de kleur van het dakzegel ter beta ling van een dagpremie in loonklasse I en in loonklasse II is groene opdruk op grijzen ondergrond; 2e. de kleur van het dagzegel ter beta ling van een dagpremie in loonklasse III is roodc opdruk op grijzen ondergrond; 3e. de kleur van het dagzegel ter beta ling van een dagpremie in Iconklasse IV en in loonklasse V is blauwe opdruk op grijzen ondergrond. De dagzegels, waarvan de modellen wer den vastgesteld bij besluit van 15 Oct. 1920, Staatsblad no. 787,- gewijzigd bij be sluit van 18 Aug. 1921, Staatsblad no. 1027 blijven geldig. Verder is bij Kon. besluit bepaald: le. ten aanzien van de rente/egels voor loonklasse I ten bewijze van de betaling onderscheidenlijk van 4, 9 en 13 premiën, de kleur is onderscheidenlijk donkerroods opdruk op lichtrooden ondergrond, zwarte opdruk op grijzen ondergrond en donker grijze opdruk op lichtrooden ondergrond,* 2o. ten aanzien van de rentezegels voor loonklasse II ten bewijze van de betaling onderscheidenlijk van 4. 9 en 13 premiën de kleur is onderscheidenlijk bruine op druk op lichtgrijzen ondergrond, roode op druk op groenen ondergrond en blauwe op druk op lichtgrijzen onde.rgror.d; 3e. ten aanzien van de rentezegels voor loonklasse III ten bewijze van de betaling onderscheidenlijk van 4, 9 en 13 premiën de kleur is onderscheidenlijk donkergroene opdruk op lichtgroenen ondergrond, bruine opdruk op lichtrooden ondergrond en blauwe opdruk op lichtrooden ondergrond; 4e ten aanzien van de rentezegels voor loonklasse IV ten bewijze van de betaling onderscheidenlijk van 4, 9 en 13 premiën. de kleur is onderscheidenlijk groene opdruk op blauwen ondergrond, blauwe opdruk op groenen ondergrond en donkergrijze op druk op groenen ondergrond; 5e. ten aanzien van de rentezegels voor loonklasse V ten bewijze van de betaling onderscheidenlijk van 4, 9 en 13 premiën, de kleur is onderscheidenlijk roode opdruk op lichtgrijzen ondergrond, groene opdruk op lichtrooden ondergrond en bruine op druk op groenen ondergrond. De rentezegels, waarvan d© modellen werden vastgesteld bij besluit van 17 Sep tember 1921, Staatsblad no. 1067, blijven geldig, STADSNIEUWS GEMEENTERAAD. Vergadering van den Gemeenteraad van Leiden, op Dinsdag 2 September 1924, des namiddags te twee uur. Te behandelen onderwerpen:" 1. Benoeming van drie leden van Commissie van Financiën en uit dezen van den Voorzitter, (aftredend: de H.H. B. J. Huurman, H. W. Spendel en E. van der Wall.) 2. Benoeming van twee leden van de Commissie van Fabricage, (aftredend: de H.H. J. Splinter Gzn en A. J. Oostdam) 3. Benoeming van twee leden van de Commissie voor het Openbaar Slachthuis, (aftredend: de H.H. J. Wilbrink en, Th. M. W. Bergers). 4. Benoeming van twee leden van de Commissie voor het Marktwezen, (aftre dend: de H.H. J. Wilbrink en T. Groene- veld.) 5. Benoeming van twee loden van de Commissie voor het Oud-Archief, (aftre dend: de H.H. J. A, van Hamel en A. J, Oostdam.) 6. Benoeming van drie loden van de Commissie voor ce Huishoudelijke veror deningen en uit dezen van den Voorzitter, (aftredend: de H.H. IC. Sijtsma, Mr. D. A, van Eek en Th. B. J. Wilmer.) 7. Benoeming van twee leden van de Commissie voor de Strafverordeningen, (aftredend: de H.H. Mr. D. A. van Eek eu E. van der Wall.) 8. Benoeming van vier leden van de Commissie voor de Stedelijke Fabrieken van Gaa en Electriciteit. (aftredend: de H.H. F. Eikerbout, Mr. D. A. van Eek, B. J. Huurman en H. W. Spendel.) 9. Benoeming van een lid van de Com missie van Beheer oyer de gestichten „En degeest", „Voorgeest^ en ..Rhijngeest", (aftredend: de heer A. J. Oostdam.) 10. Benoeming van twee leden vaii de Commissie van Beheer over het Grondbe drijf, (aftredend: de heoren J. Splinter Gzn. en A. J. Oostdam.) 11. Benoemi g van vier leden van de Commissie voor den Geneeskundigen.' Dienst en den Keuringsdienst van Waren, (aftredend: de heeren B. J. Huurman, Th. B. J. Wilmer, T. Groeneveld en Mevr. iL Dietrich—de Rooy) 12. Benoeming van drie leden van de Commissie van onderzoek der bezwaar schriften tegen aanslagen in het Vergun ningsrecht en uit dezen van den Voorzit ter, (aftredend: de heeren Th. B. J. Wil mer, Dr. B. D. Eerdmans en E. J. Coster) 13. Benoeming van drie leden van de Commissie voor het Stedelijk Museum ,,de Lakenhal", (aftredend: de heeren Dr. P. J. Blok, B. J. Huurman en F. H. Versier) 14. Benoeming van een lid van het Be stuur der Stedelijke Werkinrichting, 'buiten de leden van den Raad, (aftredend; de heer A. Bisschop.) 15. Benoeming van een lid en van een plaatsvervangend lid van de Commissie 'fin onderzoek, bedoeld in art. 22 van het Reglement voor de werklieden in dienst, van de gemeente Leiden, (aftredend: de heeren P. Heemskerk en F. Eikerbout.) 16. Bcrfoeming van een Voorzitter en van een plaatsvervangend Voorzitter der Com- iie van advies, bedoeld in art. 35 van verordening, regelende den rechtstoe stand van de ambtenaren der gemeente Leiden, (aftredend: de heeren A. J. Oost dam en K. Sijtsma.) 17. Benoeming van een lid der Commis- 8 van Toezicht op het Middelbaar Onder wijs. 18. Benoeming van een leeraar in ge schiedenis en aardrijkskunde aan de Kweekschool voor onderwijzers en onder wijzeressen. 19. Benoeming van een leeraar in zaug en spraakvorming aan de Kweekschool voor onderwijzers en onderwijzeressen,. 20. Voorstel om de Commissie van Be heer over de gestichten „Endegeest", „Voorgeest" en Rhijngeest" te machtigen om over te gaan tot den bouw van 4 ver plegers woningen op het terrein dier ge stichten. 21. Verordening voor de Kweekschool voor onderwijzers en onderwijzeressen te Leiden en voor de aan die Kweekschool verbonden cursussen. 22. Verordening, tot heffing van school geld aan de Kweekschool voor onderwij zers en onderwijzeressen te Leiden. 23. Verordening^ op de invordering van schoolgeld voor de Kweekschool voor on derwijzers en onderwijzeressen te Leiden, 24. Voorstel in zake de sa-larieering van het leerarenpersoneel aan de Kweekschool voor onderwijzers en onderwijzeressen te Leiden, 25. Verordening, houdende wijziging van de verordening van 17 December 1914 (Gem.blad No. 36), betreffende de levering van gas door de Stedelijke Fabrieken van Gas en Electriciteit te Leiden. (Gasveror- dening.) 26. Verordening, houdende wijziging van de verordening van 17 December 1914 (Gem blad No. 37), betreffende de levering van Electrjeiteifc#door de Stedelijke Fa brieken van Gas- en Electriciteit. (Electri- citeitsverórdening.) 27. Verdeeling van, den Raad in Sectiën. Benoemingen. Gelijk bekend is, hebben de dames J. J. A. I.ongepée en A. S. A. van Kaathoven, na het aan haar verleend eervol ontslag, resp. als leerares in geschiedenis en aardrijkskunde aan de afdeeling A der kweekschool voor onderwijzers en onder wijzeressen en leerares in zang en spraak vorming aan de afdeelingeu A en B dier inrichting van onderwijs, tot nu toe tij delijk die functies waargenomen. Inmid dels is met de voorbereiding voor de defi- aitieve vervulling van de door dat ont slag ontstane vacatures, welke door om standigheden z:er is vertraagd, voortge gaan en kan thans tot benoeming van nieuwe leerkrachten worden overgegaan. Met verwijzing naar een schrijven van den directeur der school en naar het te dezer zake door den Hoofdinspecteur van. het lager onderwijs in de derde hoofd inspectie uitgebracht advies, bieden B. en \V. den raad mitsdien de volgende voor drachten aan: voor de benoeming van een leeraar in geschiedenis en aardrijkskunde aan de kweekschool voor onderwijzers en on derwijzeressen: lo. de heer A. Wisse, hoofd der o. Ia school aan het Plantsoen A alhier, ?o. de heer J. Z. Kanhegieter, onder- :zer bij het off onderwijs te Amster dam. 3o. do hoer E Mos, onderwijzer b>j het o.l. onderwijs- te Utrecht: b. voor benoeming van oen leeraar in zang en spraakvorming aan de sub a ge- no^mde school: lo. de heer J. Oostveen, zang- en sprankleeraar te Amsterdam,. 2o. de heer F. K. H. van der Wal, on- derwiizer aan de school voor buitenge woon lager onderwijs te Groningen. Ten slotte geven zij in overweging de benoemingen te doen ingaan op een nader door hun College te bepalen datum. Vern'ofjorfwon-pgen Endegeest. Orrter mededeeling, dat het College van R. en W. z:cli met het hieronder af gedrukt voorstel van de Commissie van R hoor over de Gestichten „Endegeest'!, „Voor'eest" en „Rhijngeest" geheel kan verecnigcn, geven zij den raad in over weging genoemde Commissie te machtigen, tot den bouw van 4 verplegerswon in g?n op liet terrein der Gestichten over te gaan voor de som van f 18000. te betalen uit de middelen van liet afschrijvings- en ver nieuwingsfonds dier inrichtingen. Tn zijne zitting van 10 April 1023 besloot de Gemeenteraad tot beschikbaarstelling van gelden voor den bouw van een vier tal verplegerswoningen nabij het gesticht „Endogeest". De naaste aanleiding tot dit voorstel was hierin gelegen, dat op de begrooting voor 1013 een bedrag was uit getrokken ter a ons telling van een tweeden uitwonenden verpleger. Door gedeeltelij ke opheffing van het gedwongen inter naat, hetwelk zoowel van de zijde van de Gcstichtsdirccteuren als van de verple gend en en hunne organisaties zeiven als een van de voornaamste oorzaken werd beschouwd van de vaak minder gunstige ondervindingen, die met een deel van het mannelijk personeel zoowel hier als el ders werden ongedaan, beoogde men tot f! UIT DE RADIO-WERELD Wal er vanavond le hooren is 5.05 uur SFR (Radio-Paris) 1780 Itf Concert. g.20 5 WA (Cardiff) 350 if. locaal eti. instrumentaal concert. 5.20 Brussel, 265 M. Concert. 5.50 Berlin, 430 M. en 500 M. Com eert. 6.30 FL (Eiffeltoren) 2600 M. Cona' eert. i 6.50 2ZIJ (Manchester) -375 M. Zang. 8.20 2LO (Londen).365 M. en an dere B.B C.-stations. The doga of Devon Konigsche opera's ia 3 bedr. ,1 8.35 Brussel, 265 M. Nieuws en. concert. Dansmuziek. 9.20 Berlijn, 430 M. en 50Cf M. Her! denking van Goethe's 175st V geboortedag. Uitv. v. Egmon i 9.20 SFR (Radio-Paris) 1780 M, Concert. 10.20 SFR (Radio-Paris) 1780 Dansmuziek. J een verminderde mutatie van dit perse* neel en tot een hetere verpleging te ge- j raken. Met dezen maatregel alleen kon j echter het gewenschte resultaat niet vol ledig worden bereikt; omdat een doelma- tige inrichting van den verplegingsdienst eisclit, dat het uitwonend personeel in de onmiddellijke nabijheid van het gesticht woont en in den regel aldaar een behoor- lijke huisvesting niet is te vinden, moest men tevens wel overgaan tot de stiching van dienstwoningen, die dan door de gehuwde uitwonende verplegers konden worden betrokken. Op grond van deze overwegingen en in verband met haar voornemen om in de eerstvolgende jaren; tot oen geleidelijke uitbreiding van helt aantal uitwonende verplegers over te gaan achtte de Commissie, destijds den bouw' ran een 4-tal verplegers woningen voorloo- 1 pig voldoende. In overleg met den .Geneesheer-Direc teur is de indeeling der woningen in het algemeen ontworpen overeenkomstig die der bestaande, terwijl een plaatsing op het aan de gest'ehten toebehoorend terrein ;elcgen onmiddellijk noord-oostwaarls van de bestaande woningen, het'meest aange wezen is; de keuze van dit terrein heeft overigens op de bouwkosten van deze 4 voningen, welke op f 18000 worden ge raamd, geen nocmenswaardigen invloed. Bij de beoordeeeLng van dit boslencij- fer de Diref teur der Gemeentewerken vestigt er nadrukkelijk de aandacht op boude men in hot oog, dat de materia len voor dit werk van verren afstand moeten worden aangevoerd en dat overi gens de kosten per woning uit den aard der zaak veel" hoogei* zijn bij dit complex van slechts 4 enkele woningen dan bij do omvangrijke bouwplannen der ng- bouwvereenigingen, die vele tiental ub- belo woningen omvatten. Voor de bestaande 4 verplegorswonin- gen werd door den Raad in 1913 een be drag van f11.875 toegestaan. Het 'thans fioodig geoordeeld bedrag (f 18000) is on geveer 50 pet. hooger, welke verhooging met het oog op do tegenwoordige loonen en materièalprijzen zeer matig mag boe ten. Het terrein, waarop de woningen even tueel zullen verrijzen, behoort admini stratief tot de gestichten en behoeft du* niet meer van de gemeente te worden overgenomen, zocals in 1913 bij den bouw der eerste vorplcgerswoningen wèl het ge- al was. Verordening voor de Kweekschool voor Onderwijzers en Onderwijzeressen. Do inwerkingtreding van het Konink- jk besluit van 11 September 1923, StsbL 440, tot vaststelling van de regelen -en voorwaarden voor het verleen en van een rijksbijdrage o.a. aan de gemeentelijke kweekscholen en de op grond van dat Ru- inklijk besluit op 30 Mei j.l. door deri Minister van 0., K. en W. vastgestelde re gelen, betreffende de opleiding voor de hoofdakte, maken wijziging van de veror dening op de kweekschool voor onderwij- ts en onderwijzeressen noodig. Zoo is bij dat Koninklijk besluit om. bepaald, dat het schooljaar in plaats van op 1 Mei op 1 September zal aanvangen. Donderdag 28Augusiusl924 BIUNËNLAHD R. K. VAC ANT IE LEERGANG EER 0EPSKEUZE-V OORLICHTING. Het Centraal Zielkundig Beroepskantoor te Utrecht heeft een twccdaagschen vacan- tie-leergang in beroepskeuze-voorlichting georganiseerd. In het Gebouw voor Kun sten en Wetenschappen te Utrecht ward deze leergang gisterenmorgen geopend. De voorzitter, prof. dr. Jac. van Ginne ken S.J., opende om k^art over elf den leergang met een korte openingsrede. Spr. noemd© het een aangename gedachte, dat 250 personen gehoor hebben gegeven aau de uitnoodiging om dezen leergang te vol gen en heette allen hartelijk welkom. Bij elke beroepskeuze, aldus spreker, moet de neiging den doorslag geven, mit3 deze. neiging berust op begaafdheid en de gelijke kennis. Niet de materieele zijde van een beroep moet de neiging bepalen, maar de-ze moet berusten op de kennis van en liefde, voor het vak. Dit staat vast en de Katholieke Kerk heeft dit ook steeds naar voren gebracht. Neiging moet er zijn en deze zal de beste getuige zijn van ge schiktheid. De geschiktheid besprekend bracht 6pr. vier factoren naar voren, waarmede reke ning moet worden gehouden, nl. de corpo- reele, psychische, ethisch-religieuse en economische gesteldheid. Deze vier elemen ten. die bij de beroepskeuze meespreken, werden door spr. nader toegelicht. Vooral wees hij daarbij op het ethisch-religieuse element, waarop de intransigentie steunt, dat een taak als de beroepskeuze-voorlich ting niet aan neutrale organisaties kan worden overgelaten. Hier hebben de ouders en kind een primordiaal recht. Spreker behandelde dan nog den invloed der beroeps-adviseurs en wees op de nood zakelijke voorlichting inzake beroepskeuze in verband met de onderscheiden vormen van onderwijs, gelijk dat in dezen leergang xal worden behandeld. Spreker eindigde met den leergaDg tc •tellen onder bescherming van den H. Geest. Hierna ving de eerste les aan, die han delde over beroepskeuze-voorlichting eu jeugdorganisatie. Door den ZeerEerw. heer Rector B. H. de Groot werden de volgende stellingen ontwikkeld: 1. Had het opvoedingswerk in het verle den mee.r een algemeen, in den nieuweren tijd heéff het een meer gespecialiseerd ka rakter verkregen. Verschillende omstandigheden, deels sa menhangend met de gewijzigde omstandig heden van ons maatschappelijk leven, deels voortvloeiend uit de verandere psyche van het individu zijn de aanleiding tot die gewijzigde opvattingen geworden. 2. Het meer gespecialiseerde karakter van het huidige opvoedingswerk culmineert in de vraag: welke bepaalde plaats zal het individu in het toekomstig maatschap pelijk leven innemen. De beroepsvraag komt hiermede naar voren en beheerscht voor een groot deel het opvoedingsvraag stuk. Vandaar de nieuwere wetenschap van de recht© man op de rechte plaats. 3. Hiermede hebben de jeugdvereenigin- gen ook een bepaald karakter verkregen. Zij hebben een meer gespecialiseerd doel en op te voeden in een bepaalde richting. Geen algemeena vorming maar opleiding in de richting, d"ie het individu in het toe komstig leven in de maatschappij gaat in nemen. Het vraagstuk der beroepskeuze en beroepsvorming treedt daarmede voor de jeugd vereenigingen ook op den voorgrond. Dc jeugdverenigingen hebben te leiden bij de keuze en na de keuze in de richting van he.t gekozen beroep op te voeden. 4. De jeugdverenigingen mogen dus te genover het beroepskeuze-vraagstuk niet onverschillig staan. Belangstelling voor het vraagstuk der FEUILLETON HET GEHEIM VAN DE LIFT naar L. Grou. Eenige geautoriseerde bewerking door dr. BOONEN, Leuven 27) XIV. De Pradavelli. Ware dit verhaal een eenvoudige ro man, dan zou de schrijver 't gemakkelijk hebben den lezer onder den indruk vau den onvermijdelijken dood van Tortoran ,te laten, om den held bij de ontlaiooping in een „opzienbarende" verrassende ge beurtenis, die overigens iedereen zou ver wacht hebben, te doen verrijzen Aangezien dit doorleefd verhaal ge trouw uit het aanteekeningsboek van Al fred Tortoran werd getrokken, zijn we ge noodzaakt de chronologische orde dezer aanteekeningen le volgen. In werkelijkheid bekende de dagblad schrijver later dat hij gedurende deze eenige seconden, en niettegenstaande de ontdubbeling der persoonlijkheid die de prik in hem had verwekt, de grootste angst van zijn,leven had doorgemaakt. En voorzeker moest zijn ster, zooals hij zeide, van allereerste grootte zijn, om hem aan dit onontwarbaar wespennest te onttrekken. Uit de veronderstellingen die hij nader hand kon maken, leidde hij het ontstaan Af van het voorval dat hem redde en dat hij in zijn aanteekening met een indruk- "wekkenden eenvoud uiteenzet. „Toen mijn twee beulen me dwars over het spoor hadden neergelegd, schreef hij, vluchtten ze inderhaast heen. Niettegen staande den jammerlijken toestand waar in ik me bevond, hoorde ik hun snelver- wijderende stappen, gereed de minste ge beurtenis die me in 't vervolg kon van dienst zijn.indien er voor mij „een vervolg" moest komenin mijn geest te prenten. Maar nu hoorde ik duidelijk een val en een vloek, daarna een uitroep: „Stommeling! heb je dan de ijzerdraden niet gezien.In zijn vlucht was voor zeker een der twee kerels met zijn voet verward geraakt in de draden, die dienden om de seinen in beweging te brengen, en had den grond gekust. Deze om standigheid redde me het leven.Want ik kan me op geen ander manier verkla ren hoe het sein, dat eenige minuten te voren veilig stond, tot groote verwonde ring van den machinist van den sneltrein Nancy-Parijs, eensklaps onveilig was. De machinist had bij het zien der seinen, die blijkbaar op onveilig waren gebracht door de draden, waaraan zich do vluchteling toevallig had vastgehaakt, tegenstoom ge geven, geremd en eenige meters vóór mij gestopt" Do reizigers die zich dien avond van Nancy ndar Parijs begaven, verwensclüen zonder twijfel dezen stilstand, die niet op het programma vermeld stond en weten hem aan de Compagnie de l'Est, wie hier hoegenaamd, geen .schuld trof. Overigens zou de stilstand slechts van korten duur zijn. Na eenige minuten was de onver klaarbare verandering in de seinen her steld en kon de trein zijn weg voortzetten Maar ondertusschen had Tortoran tijd gehad om aan den invloed van dea prik te ontsnappen en ontwaakte uit zijne ver- dooving. Langzamerhand kreeg hij het gebruik van eenige zijner ledematen terug Eindelijk, op het pogenblik dat de snel trein zich weer in beweging zette, gelukte het den jongeling na een bovemnensche- lijke krachtsinspanning buiten het spoor te kruipen en aldus aan de afgrijselijke vermorzeling te ontsnappen Toen de trein hem voorbijgereden was en in den nacht verdween, viel Alfred in onmacht. Hij bevond zich op den ballast, uitge strekt langs de ijzerdraden, waarvan de aanwezigheid op deze p)aats hem wonder baarlijk had gered. Wat de roovers betreft, die na Tortoran op het spoor neergelegd te hebben, dade lijk gevlucht waren in een auto, die ge reed stond, zij wisten niet, ten minste niet den zelfden dag, dat de trein die hun slachtoffer moest vermorzelen, juist op op tijd had gestopt om zijn bloedige taak niet te volbrengen Eerst na verscheiden uren kwam de jonge reporter weer bij. Hij kon zich niet precies rekenschap geven van de plaats waar hij zich bevond, noch de reden waarom hij niet in zijn bed lag. Do dag begon te 'gloren. Hanen kraaiden in de verte. Hij voelde zichzelf gebroken, als gerad braakt, heelemaal stijf en ademloos. Aan de linkerzijde van den hals, welke licht gezwollen was, werd hij een hevige pijn gewaar. De prik, dacht hij eensklaps, in een helder oog&nblik. In een ommezieu was de duisternis rond hem geweken. De tragische gebeurtenis sen van den vorigen dag kwamen hem weer in het geheugen. Hij huiverde bij de gedachte aan den schrikkelijken dood dien hij was ontsnapt. Met moeite stond, hij op en daalde de helling af. Eenige stappen gaan, een mod derige sloot, en hij bevond zich op den Rijksweg terug, waar hij zoo ruw was aangerand geworden. Het beeld van Olga verscheen weer voor zijn oogen en een blinde woede welde in hem op tegen de straatmeid die hem zoo schaamteloos had bedrogen. Nooit zal hij haar de diepe vernedering vergeven die de ontknooping van zijn zoogenaamd „ge luk" hem had gebracht Doch do gedachte aan Lucette, bezorg de hem eenige bevrediging. Tranen van verteedering welden in zijn oogen op, terwijl hij met innigheid de verre vriendin om vergiffenis smeekte over zijn ontrouw, die voor hemzelf zoo slechte gevolgen had kunnen hebben. Nochthans wankelde hij nog altijd, be dwelmd door de onheilbrengende uitwer king van den prik. Hij moest legen een boom aanleunen om niet te vallen. Hij ademde moeilijk, zijn beenlen waren zwaar en slap. IJskoude zweetdruppels parelden op zijn voorhoofd. Nooit, zal ik kracht genoeg bezitten om te voet tot Nancy te komen, bromde hij woedend. En toch moet ik i Met samengeperste tanden, gonzende ooren, strakke oogen, de vuisten zoo ge weldig gesloten dat hem de nagels in de palmen drongen, verliet hij den oooin, die hem tot beschermer diende en waagco eengie stappen op den weg. Maar plotseling weigerden zijn boenen bun dienst. Alles wentelde om nein heen en met gesloten oogen en doodsbleek gelaat viel hij languit ou den straatweg neer. In zijn verwarden geest, die niet meer denken kon, kwam het hem voor alsof hij het gerinkel van bellen hoorde, daarna een geknars van wielen, dan geroep.en het was alles Deze tweede bezwijming was veel kor ter dan de eerste. Ter zelfder tijd dat hij in de keel een gevoel van een brandwonde gewaar werd, zooals bij de aanraking van vloeiend vuur, deed hij een lichte beweging. Een opge ruimde stem klonk in zijn ooren: Welnu; jongen, u zijl ei goed van af gekomen, hoor, en ik heb alle last van ile wereld gehad om «den „onstuimigon Bu cephalus" tegen tc*houden Is me dat nou een idee midden op een straatweg te gaan slapenBij Melpomenee en Thalia, een seconde meer en u waart glad ver pletterd geweest! Dat is twee keer, mompelde Tortoran zonder de oogen te openen. Hij ijlt, zeide een andere, zachtere stem Bah! een druppeltje van mijn ouwen quetsch en hij komt heelemaal hij... Alfred, voelde dat men don hals van een flesch tusschen zijn tanden schoof en de gewaarwording van een brandwonde las'te weer zijn slokdarm aan. Ditmaal opende hij de oogen en rkh le zich op, terwijl zijn hand de flvscli af wendde. (Wordt vervolgd)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1924 | | pagina 5