„6e Leitt Courant"
Tweed© Blad1
beroepskeuzevoorlichting van de zijde der
jeugdorganisatie is noodzakelijk voor een
doelmatige vorming der rijpende jeugd door
de jeugd vereenigingen; ook de plichten,
die de jeugdorganisatie door haar arbeid
tegenover het maatschappelijk leven heeft
te vervullen, eischen ruime belangstelling;
de instandhouding en bloei van de R. K.
Jeugdorganisatie is daarenboven op den
duur niet mogelijk zonder die belangstel
ling voor het beroepskeuzevraagstuk.
5. In het verleden hebben de R. K. jeugd
verenigingen te weinig aandacht aan dit
vraagstuk geschonken. Ook tot op heden
is de belangstelling nog niet voldoende
aanwezig. Daarbij was men te algemeen
in de leiding, zoo die werd uitgeoefend.
Door den drang van buiten en door eigen
ervaring komt daarin een kentering ten
goede.. Er is echter nog te weinig georga
niseerde leiding van de zijde der jeugdor
ganisatie.
6. De R. K. Jeugdorganisatie zal zich
daarom meer en meer op dit belangrijke
vraagstuk der jeugdopvoeding moeten toe
leggen door een grondige bestudeering van
het vraagstuk zelf en van de practische
toepassing daarvan bij haar jeugdarbeid.
Georganiseerde actie is daarbij noodig.
De instelling van parochiale comité'*
voor beroepskeuze-voorlichting, de centra
lisatie van deze parochiale comité's tot een
plaatselijk bureau voor beroepskeuze-voor
lichting en aansluiting bii het zielkundig
bcroej^skantoor te Utrecht is de weg om tot
georganiseerde voorlichting en leiding te
komen.
Door eenige cursisten werden vragen ge
steld, die door den leider zeer kort werden
beantwoord.
Op verzoek van kapelaan Suetens werd
in s'clhng 1 en 3 een kleine wijziging ge
bracht.
Bij zijn dankwoord aan den inleider,
deelde de voorzitter, prof. van Ginneken.
mede, van Z. D. H. den Aartsbisschop be
richt ie hebben ontvangen, waarin Z. D. H.
büjk geeft van zijn groote belangstelling
voor dezen cursus, welken hij tot zijn spijt
niet persoonlijk kan bijwonen.
Rente-zegels,
BijKon. Besluit is bepaald datf
le. de kleur van het dakzegel ter beta
ling van een dagpremie in loonklasse I en
in loonklasse II is groene opdruk op grijzen
ondergrond;
2e. de kleur van het dagzegel ter beta
ling van een dagpremie in loonklasse III
is roodc opdruk op grijzen ondergrond;
3e. de kleur van het dagzegel ter beta
ling van een dagpremie in Iconklasse IV
en in loonklasse V is blauwe opdruk op
grijzen ondergrond.
De dagzegels, waarvan de modellen wer
den vastgesteld bij besluit van 15 Oct.
1920, Staatsblad no. 787,- gewijzigd bij be
sluit van 18 Aug. 1921, Staatsblad no. 1027
blijven geldig.
Verder is bij Kon. besluit bepaald:
le. ten aanzien van de rente/egels voor
loonklasse I ten bewijze van de betaling
onderscheidenlijk van 4, 9 en 13 premiën,
de kleur is onderscheidenlijk donkerroods
opdruk op lichtrooden ondergrond, zwarte
opdruk op grijzen ondergrond en donker
grijze opdruk op lichtrooden ondergrond,*
2o. ten aanzien van de rentezegels voor
loonklasse II ten bewijze van de betaling
onderscheidenlijk van 4. 9 en 13 premiën
de kleur is onderscheidenlijk bruine op
druk op lichtgrijzen ondergrond, roode op
druk op groenen ondergrond en blauwe op
druk op lichtgrijzen onde.rgror.d;
3e. ten aanzien van de rentezegels voor
loonklasse III ten bewijze van de betaling
onderscheidenlijk van 4, 9 en 13 premiën
de kleur is onderscheidenlijk donkergroene
opdruk op lichtgroenen ondergrond, bruine
opdruk op lichtrooden ondergrond en
blauwe opdruk op lichtrooden ondergrond;
4e ten aanzien van de rentezegels voor
loonklasse IV ten bewijze van de betaling
onderscheidenlijk van 4, 9 en 13 premiën.
de kleur is onderscheidenlijk groene opdruk
op blauwen ondergrond, blauwe opdruk op
groenen ondergrond en donkergrijze op
druk op groenen ondergrond;
5e. ten aanzien van de rentezegels voor
loonklasse V ten bewijze van de betaling
onderscheidenlijk van 4, 9 en 13 premiën,
de kleur is onderscheidenlijk roode opdruk
op lichtgrijzen ondergrond, groene opdruk
op lichtrooden ondergrond en bruine op
druk op groenen ondergrond.
De rentezegels, waarvan d© modellen
werden vastgesteld bij besluit van 17 Sep
tember 1921, Staatsblad no. 1067, blijven
geldig,
STADSNIEUWS
GEMEENTERAAD.
Vergadering van den Gemeenteraad van
Leiden, op Dinsdag 2 September 1924, des
namiddags te twee uur.
Te behandelen onderwerpen:"
1. Benoeming van drie leden van
Commissie van Financiën en uit dezen van
den Voorzitter, (aftredend: de H.H. B. J.
Huurman, H. W. Spendel en E. van der
Wall.)
2. Benoeming van twee leden van de
Commissie van Fabricage, (aftredend: de
H.H. J. Splinter Gzn en A. J. Oostdam)
3. Benoeming van twee leden van de
Commissie voor het Openbaar Slachthuis,
(aftredend: de H.H. J. Wilbrink en, Th. M.
W. Bergers).
4. Benoeming van twee leden van de
Commissie voor het Marktwezen, (aftre
dend: de H.H. J. Wilbrink en T. Groene-
veld.)
5. Benoeming van twee loden van de
Commissie voor het Oud-Archief, (aftre
dend: de H.H. J. A, van Hamel en A. J,
Oostdam.)
6. Benoeming van drie loden van de
Commissie voor ce Huishoudelijke veror
deningen en uit dezen van den Voorzitter,
(aftredend: de H.H. IC. Sijtsma, Mr. D. A,
van Eek en Th. B. J. Wilmer.)
7. Benoeming van twee leden van de
Commissie voor de Strafverordeningen,
(aftredend: de H.H. Mr. D. A. van Eek eu
E. van der Wall.)
8. Benoeming van vier leden van de
Commissie voor de Stedelijke Fabrieken
van Gaa en Electriciteit. (aftredend: de
H.H. F. Eikerbout, Mr. D. A. van Eek,
B. J. Huurman en H. W. Spendel.)
9. Benoeming van een lid van de Com
missie van Beheer oyer de gestichten „En
degeest", „Voorgeest^ en ..Rhijngeest",
(aftredend: de heer A. J. Oostdam.)
10. Benoeming van twee leden vaii de
Commissie van Beheer over het Grondbe
drijf, (aftredend: de heoren J. Splinter
Gzn. en A. J. Oostdam.)
11. Benoemi g van vier leden van de
Commissie voor den Geneeskundigen.'
Dienst en den Keuringsdienst van Waren,
(aftredend: de heeren B. J. Huurman, Th.
B. J. Wilmer, T. Groeneveld en Mevr. iL
Dietrich—de Rooy)
12. Benoeming van drie leden van de
Commissie van onderzoek der bezwaar
schriften tegen aanslagen in het Vergun
ningsrecht en uit dezen van den Voorzit
ter, (aftredend: de heeren Th. B. J. Wil
mer, Dr. B. D. Eerdmans en E. J. Coster)
13. Benoeming van drie leden van de
Commissie voor het Stedelijk Museum ,,de
Lakenhal", (aftredend: de heeren Dr. P.
J. Blok, B. J. Huurman en F. H. Versier)
14. Benoeming van een lid van het Be
stuur der Stedelijke Werkinrichting, 'buiten
de leden van den Raad, (aftredend; de
heer A. Bisschop.)
15. Benoeming van een lid en van een
plaatsvervangend lid van de Commissie
'fin onderzoek, bedoeld in art. 22 van het
Reglement voor de werklieden in dienst,
van de gemeente Leiden, (aftredend: de
heeren P. Heemskerk en F. Eikerbout.)
16. Bcrfoeming van een Voorzitter en van
een plaatsvervangend Voorzitter der Com-
iie van advies, bedoeld in art. 35 van
verordening, regelende den rechtstoe
stand van de ambtenaren der gemeente
Leiden, (aftredend: de heeren A. J. Oost
dam en K. Sijtsma.)
17. Benoeming van een lid der Commis-
8 van Toezicht op het Middelbaar Onder
wijs.
18. Benoeming van een leeraar in ge
schiedenis en aardrijkskunde aan de
Kweekschool voor onderwijzers en onder
wijzeressen.
19. Benoeming van een leeraar in zaug
en spraakvorming aan de Kweekschool
voor onderwijzers en onderwijzeressen,.
20. Voorstel om de Commissie van Be
heer over de gestichten „Endegeest",
„Voorgeest" en Rhijngeest" te machtigen
om over te gaan tot den bouw van 4 ver
plegers woningen op het terrein dier ge
stichten.
21. Verordening voor de Kweekschool
voor onderwijzers en onderwijzeressen te
Leiden en voor de aan die Kweekschool
verbonden cursussen.
22. Verordening, tot heffing van school
geld aan de Kweekschool voor onderwij
zers en onderwijzeressen te Leiden.
23. Verordening^ op de invordering van
schoolgeld voor de Kweekschool voor on
derwijzers en onderwijzeressen te Leiden,
24. Voorstel in zake de sa-larieering van
het leerarenpersoneel aan de Kweekschool
voor onderwijzers en onderwijzeressen te
Leiden,
25. Verordening, houdende wijziging van
de verordening van 17 December 1914
(Gem.blad No. 36), betreffende de levering
van gas door de Stedelijke Fabrieken van
Gas en Electriciteit te Leiden. (Gasveror-
dening.)
26. Verordening, houdende wijziging van
de verordening van 17 December 1914
(Gem blad No. 37), betreffende de levering
van Electrjeiteifc#door de Stedelijke Fa
brieken van Gas- en Electriciteit. (Electri-
citeitsverórdening.)
27. Verdeeling van, den Raad in Sectiën.
Benoemingen.
Gelijk bekend is, hebben de dames J. J.
A. I.ongepée en A. S. A. van Kaathoven,
na het aan haar verleend eervol ontslag,
resp. als leerares in geschiedenis en
aardrijkskunde aan de afdeeling A der
kweekschool voor onderwijzers en onder
wijzeressen en leerares in zang en spraak
vorming aan de afdeelingeu A en B dier
inrichting van onderwijs, tot nu toe tij
delijk die functies waargenomen. Inmid
dels is met de voorbereiding voor de defi-
aitieve vervulling van de door dat ont
slag ontstane vacatures, welke door om
standigheden z:er is vertraagd, voortge
gaan en kan thans tot benoeming van
nieuwe leerkrachten worden overgegaan.
Met verwijzing naar een schrijven van
den directeur der school en naar het te
dezer zake door den Hoofdinspecteur van.
het lager onderwijs in de derde hoofd
inspectie uitgebracht advies, bieden B. en
\V. den raad mitsdien de volgende voor
drachten aan:
voor de benoeming van een leeraar
in geschiedenis en aardrijkskunde aan
de kweekschool voor onderwijzers en on
derwijzeressen:
lo. de heer A. Wisse, hoofd der o. Ia
school aan het Plantsoen A alhier,
?o. de heer J. Z. Kanhegieter, onder-
:zer bij het off onderwijs te Amster
dam.
3o. do hoer E Mos, onderwijzer b>j
het o.l. onderwijs- te Utrecht:
b. voor benoeming van oen leeraar in
zang en spraakvorming aan de sub a ge-
no^mde school:
lo. de heer J. Oostveen, zang- en
sprankleeraar te Amsterdam,.
2o. de heer F. K. H. van der Wal, on-
derwiizer aan de school voor buitenge
woon lager onderwijs te Groningen.
Ten slotte geven zij in overweging de
benoemingen te doen ingaan op een nader
door hun College te bepalen datum.
Vern'ofjorfwon-pgen Endegeest.
Orrter mededeeling, dat het College
van R. en W. z:cli met het hieronder af
gedrukt voorstel van de Commissie van
R hoor over de Gestichten „Endegeest'!,
„Voor'eest" en „Rhijngeest" geheel kan
verecnigcn, geven zij den raad in over
weging genoemde Commissie te machtigen,
tot den bouw van 4 verplegerswon in g?n
op liet terrein der Gestichten over te gaan
voor de som van f 18000. te betalen uit
de middelen van liet afschrijvings- en ver
nieuwingsfonds dier inrichtingen.
Tn zijne zitting van 10 April 1023 besloot
de Gemeenteraad tot beschikbaarstelling
van gelden voor den bouw van een vier
tal verplegerswoningen nabij het gesticht
„Endogeest". De naaste aanleiding tot dit
voorstel was hierin gelegen, dat op de
begrooting voor 1013 een bedrag was uit
getrokken ter a ons telling van een tweeden
uitwonenden verpleger. Door gedeeltelij
ke opheffing van het gedwongen inter
naat, hetwelk zoowel van de zijde van de
Gcstichtsdirccteuren als van de verple
gend en en hunne organisaties zeiven als
een van de voornaamste oorzaken werd
beschouwd van de vaak minder gunstige
ondervindingen, die met een deel van het
mannelijk personeel zoowel hier als el
ders werden ongedaan, beoogde men tot
f! UIT DE RADIO-WERELD
Wal er vanavond le hooren is
5.05 uur SFR (Radio-Paris) 1780 Itf
Concert.
g.20 5 WA (Cardiff) 350 if. locaal
eti. instrumentaal concert.
5.20 Brussel, 265 M. Concert.
5.50 Berlin, 430 M. en 500 M. Com
eert.
6.30 FL (Eiffeltoren) 2600 M. Cona'
eert. i
6.50 2ZIJ (Manchester) -375 M.
Zang.
8.20 2LO (Londen).365 M. en an
dere B.B C.-stations. The doga
of Devon Konigsche opera's ia
3 bedr. ,1
8.35 Brussel, 265 M. Nieuws en.
concert. Dansmuziek.
9.20 Berlijn, 430 M. en 50Cf M. Her!
denking van Goethe's 175st V
geboortedag. Uitv. v. Egmon i
9.20 SFR (Radio-Paris) 1780 M,
Concert.
10.20 SFR (Radio-Paris) 1780
Dansmuziek. J
een verminderde mutatie van dit perse*
neel en tot een hetere verpleging te ge- j
raken. Met dezen maatregel alleen kon j
echter het gewenschte resultaat niet vol
ledig worden bereikt; omdat een doelma-
tige inrichting van den verplegingsdienst
eisclit, dat het uitwonend personeel in de
onmiddellijke nabijheid van het gesticht
woont en in den regel aldaar een behoor-
lijke huisvesting niet is te vinden, moest
men tevens wel overgaan tot de stiching
van dienstwoningen, die dan door de
gehuwde uitwonende verplegers konden
worden betrokken. Op grond van deze
overwegingen en in verband met haar
voornemen om in de eerstvolgende jaren;
tot oen geleidelijke uitbreiding van helt
aantal uitwonende verplegers over te gaan
achtte de Commissie, destijds den bouw'
ran een 4-tal verplegers woningen voorloo- 1
pig voldoende.
In overleg met den .Geneesheer-Direc
teur is de indeeling der woningen in het
algemeen ontworpen overeenkomstig die
der bestaande, terwijl een plaatsing op het
aan de gest'ehten toebehoorend terrein
;elcgen onmiddellijk noord-oostwaarls van
de bestaande woningen, het'meest aange
wezen is; de keuze van dit terrein heeft
overigens op de bouwkosten van deze 4
voningen, welke op f 18000 worden ge
raamd, geen nocmenswaardigen invloed.
Bij de beoordeeeLng van dit boslencij-
fer de Diref teur der Gemeentewerken
vestigt er nadrukkelijk de aandacht op
boude men in hot oog, dat de materia
len voor dit werk van verren afstand
moeten worden aangevoerd en dat overi
gens de kosten per woning uit den aard
der zaak veel" hoogei* zijn bij dit complex
van slechts 4 enkele woningen dan bij do
omvangrijke bouwplannen der ng-
bouwvereenigingen, die vele tiental ub-
belo woningen omvatten.
Voor de bestaande 4 verplegorswonin-
gen werd door den Raad in 1913 een be
drag van f11.875 toegestaan. Het 'thans
fioodig geoordeeld bedrag (f 18000) is on
geveer 50 pet. hooger, welke verhooging
met het oog op do tegenwoordige loonen
en materièalprijzen zeer matig mag boe
ten.
Het terrein, waarop de woningen even
tueel zullen verrijzen, behoort admini
stratief tot de gestichten en behoeft du*
niet meer van de gemeente te worden
overgenomen, zocals in 1913 bij den bouw
der eerste vorplcgerswoningen wèl het ge-
al was.
Verordening voor de Kweekschool voor
Onderwijzers en Onderwijzeressen.
Do inwerkingtreding van het Konink-
jk besluit van 11 September 1923, StsbL
440, tot vaststelling van de regelen -en
voorwaarden voor het verleen en van een
rijksbijdrage o.a. aan de gemeentelijke
kweekscholen en de op grond van dat Ru-
inklijk besluit op 30 Mei j.l. door deri
Minister van 0., K. en W. vastgestelde re
gelen, betreffende de opleiding voor de
hoofdakte, maken wijziging van de veror
dening op de kweekschool voor onderwij-
ts en onderwijzeressen noodig.
Zoo is bij dat Koninklijk besluit om.
bepaald, dat het schooljaar in plaats van
op 1 Mei op 1 September zal aanvangen.
Donderdag 28Augusiusl924
BIUNËNLAHD
R. K. VAC ANT IE LEERGANG
EER 0EPSKEUZE-V OORLICHTING.
Het Centraal Zielkundig Beroepskantoor
te Utrecht heeft een twccdaagschen vacan-
tie-leergang in beroepskeuze-voorlichting
georganiseerd. In het Gebouw voor Kun
sten en Wetenschappen te Utrecht ward
deze leergang gisterenmorgen geopend.
De voorzitter, prof. dr. Jac. van Ginne
ken S.J., opende om k^art over elf den
leergang met een korte openingsrede. Spr.
noemd© het een aangename gedachte, dat
250 personen gehoor hebben gegeven aau
de uitnoodiging om dezen leergang te vol
gen en heette allen hartelijk welkom.
Bij elke beroepskeuze, aldus spreker,
moet de neiging den doorslag geven, mit3
deze. neiging berust op begaafdheid en de
gelijke kennis. Niet de materieele zijde van
een beroep moet de neiging bepalen, maar
de-ze moet berusten op de kennis van en
liefde, voor het vak. Dit staat vast en de
Katholieke Kerk heeft dit ook steeds naar
voren gebracht. Neiging moet er zijn en
deze zal de beste getuige zijn van ge
schiktheid.
De geschiktheid besprekend bracht 6pr.
vier factoren naar voren, waarmede reke
ning moet worden gehouden, nl. de corpo-
reele, psychische, ethisch-religieuse en
economische gesteldheid. Deze vier elemen
ten. die bij de beroepskeuze meespreken,
werden door spr. nader toegelicht. Vooral
wees hij daarbij op het ethisch-religieuse
element, waarop de intransigentie steunt,
dat een taak als de beroepskeuze-voorlich
ting niet aan neutrale organisaties kan
worden overgelaten. Hier hebben de
ouders en kind een primordiaal recht.
Spreker behandelde dan nog den invloed
der beroeps-adviseurs en wees op de nood
zakelijke voorlichting inzake beroepskeuze
in verband met de onderscheiden vormen
van onderwijs, gelijk dat in dezen leergang
xal worden behandeld.
Spreker eindigde met den leergaDg tc
•tellen onder bescherming van den H.
Geest.
Hierna ving de eerste les aan, die han
delde over beroepskeuze-voorlichting eu
jeugdorganisatie.
Door den ZeerEerw. heer Rector B. H.
de Groot werden de volgende stellingen
ontwikkeld:
1. Had het opvoedingswerk in het verle
den mee.r een algemeen, in den nieuweren
tijd heéff het een meer gespecialiseerd ka
rakter verkregen.
Verschillende omstandigheden, deels sa
menhangend met de gewijzigde omstandig
heden van ons maatschappelijk leven, deels
voortvloeiend uit de verandere psyche van
het individu zijn de aanleiding tot die
gewijzigde opvattingen geworden.
2. Het meer gespecialiseerde karakter
van het huidige opvoedingswerk culmineert
in de vraag: welke bepaalde plaats zal
het individu in het toekomstig maatschap
pelijk leven innemen. De beroepsvraag
komt hiermede naar voren en beheerscht
voor een groot deel het opvoedingsvraag
stuk. Vandaar de nieuwere wetenschap van
de recht© man op de rechte plaats.
3. Hiermede hebben de jeugdvereenigin-
gen ook een bepaald karakter verkregen.
Zij hebben een meer gespecialiseerd doel
en op te voeden in een bepaalde richting.
Geen algemeena vorming maar opleiding
in de richting, d"ie het individu in het toe
komstig leven in de maatschappij gaat in
nemen. Het vraagstuk der beroepskeuze en
beroepsvorming treedt daarmede voor de
jeugd vereenigingen ook op den voorgrond.
Dc jeugdverenigingen hebben te leiden bij
de keuze en na de keuze in de richting van
he.t gekozen beroep op te voeden.
4. De jeugdverenigingen mogen dus te
genover het beroepskeuze-vraagstuk niet
onverschillig staan.
Belangstelling voor het vraagstuk der
FEUILLETON
HET GEHEIM VAN DE LIFT
naar L. Grou.
Eenige geautoriseerde bewerking door
dr. BOONEN, Leuven
27)
XIV.
De Pradavelli.
Ware dit verhaal een eenvoudige ro
man, dan zou de schrijver 't gemakkelijk
hebben den lezer onder den indruk vau
den onvermijdelijken dood van Tortoran
,te laten, om den held bij de ontlaiooping
in een „opzienbarende" verrassende ge
beurtenis, die overigens iedereen zou ver
wacht hebben, te doen verrijzen
Aangezien dit doorleefd verhaal ge
trouw uit het aanteekeningsboek van Al
fred Tortoran werd getrokken, zijn we ge
noodzaakt de chronologische orde dezer
aanteekeningen le volgen.
In werkelijkheid bekende de dagblad
schrijver later dat hij gedurende deze
eenige seconden, en niettegenstaande de
ontdubbeling der persoonlijkheid die de
prik in hem had verwekt, de grootste angst
van zijn,leven had doorgemaakt.
En voorzeker moest zijn ster, zooals hij
zeide, van allereerste grootte zijn, om
hem aan dit onontwarbaar wespennest
te onttrekken.
Uit de veronderstellingen die hij nader
hand kon maken, leidde hij het ontstaan
Af van het voorval dat hem redde en dat
hij in zijn aanteekening met een indruk-
"wekkenden eenvoud uiteenzet.
„Toen mijn twee beulen me dwars over
het spoor hadden neergelegd, schreef hij,
vluchtten ze inderhaast heen. Niettegen
staande den jammerlijken toestand waar
in ik me bevond, hoorde ik hun snelver-
wijderende stappen, gereed de minste ge
beurtenis die me in 't vervolg kon van
dienst zijn.indien er voor mij „een
vervolg" moest komenin mijn geest te
prenten. Maar nu hoorde ik duidelijk een
val en een vloek, daarna een uitroep:
„Stommeling! heb je dan de ijzerdraden
niet gezien.In zijn vlucht was voor
zeker een der twee kerels met zijn voet
verward geraakt in de draden, die dienden
om de seinen in beweging te brengen, en
had den grond gekust. Deze om
standigheid redde me het leven.Want
ik kan me op geen ander manier verkla
ren hoe het sein, dat eenige minuten te
voren veilig stond, tot groote verwonde
ring van den machinist van den sneltrein
Nancy-Parijs, eensklaps onveilig was. De
machinist had bij het zien der seinen, die
blijkbaar op onveilig waren gebracht door
de draden, waaraan zich do vluchteling
toevallig had vastgehaakt, tegenstoom ge
geven, geremd en eenige meters vóór mij
gestopt"
Do reizigers die zich dien avond van
Nancy ndar Parijs begaven, verwensclüen
zonder twijfel dezen stilstand, die niet op
het programma vermeld stond en weten
hem aan de Compagnie de l'Est, wie hier
hoegenaamd, geen .schuld trof. Overigens
zou de stilstand slechts van korten duur
zijn. Na eenige minuten was de onver
klaarbare verandering in de seinen her
steld en kon de trein zijn weg voortzetten
Maar ondertusschen had Tortoran tijd
gehad om aan den invloed van dea prik
te ontsnappen en ontwaakte uit zijne ver-
dooving. Langzamerhand kreeg hij het
gebruik van eenige zijner ledematen terug
Eindelijk, op het pogenblik dat de snel
trein zich weer in beweging zette, gelukte
het den jongeling na een bovemnensche-
lijke krachtsinspanning buiten het spoor
te kruipen en aldus aan de afgrijselijke
vermorzeling te ontsnappen
Toen de trein hem voorbijgereden was
en in den nacht verdween, viel Alfred in
onmacht.
Hij bevond zich op den ballast, uitge
strekt langs de ijzerdraden, waarvan de
aanwezigheid op deze p)aats hem wonder
baarlijk had gered.
Wat de roovers betreft, die na Tortoran
op het spoor neergelegd te hebben, dade
lijk gevlucht waren in een auto, die ge
reed stond, zij wisten niet, ten minste
niet den zelfden dag, dat de trein die hun
slachtoffer moest vermorzelen, juist op
op tijd had gestopt om zijn bloedige taak
niet te volbrengen
Eerst na verscheiden uren kwam de
jonge reporter weer bij. Hij kon zich niet
precies rekenschap geven van de plaats
waar hij zich bevond, noch de reden
waarom hij niet in zijn bed lag.
Do dag begon te 'gloren. Hanen kraaiden
in de verte.
Hij voelde zichzelf gebroken, als gerad
braakt, heelemaal stijf en ademloos. Aan
de linkerzijde van den hals, welke licht
gezwollen was, werd hij een hevige pijn
gewaar.
De prik, dacht hij eensklaps, in een
helder oog&nblik.
In een ommezieu was de duisternis rond
hem geweken. De tragische gebeurtenis
sen van den vorigen dag kwamen hem
weer in het geheugen. Hij huiverde bij de
gedachte aan den schrikkelijken dood
dien hij was ontsnapt.
Met moeite stond, hij op en daalde de
helling af. Eenige stappen gaan, een mod
derige sloot, en hij bevond zich op den
Rijksweg terug, waar hij zoo ruw was
aangerand geworden.
Het beeld van Olga verscheen weer voor
zijn oogen en een blinde woede welde in
hem op tegen de straatmeid die hem zoo
schaamteloos had bedrogen. Nooit zal hij
haar de diepe vernedering vergeven die
de ontknooping van zijn zoogenaamd „ge
luk" hem had gebracht
Doch do gedachte aan Lucette, bezorg
de hem eenige bevrediging.
Tranen van verteedering welden in zijn
oogen op, terwijl hij met innigheid de
verre vriendin om vergiffenis smeekte over
zijn ontrouw, die voor hemzelf zoo slechte
gevolgen had kunnen hebben.
Nochthans wankelde hij nog altijd, be
dwelmd door de onheilbrengende uitwer
king van den prik. Hij moest legen een
boom aanleunen om niet te vallen. Hij
ademde moeilijk, zijn beenlen waren
zwaar en slap. IJskoude zweetdruppels
parelden op zijn voorhoofd.
Nooit, zal ik kracht genoeg bezitten
om te voet tot Nancy te komen, bromde
hij woedend. En toch moet ik i
Met samengeperste tanden, gonzende
ooren, strakke oogen, de vuisten zoo ge
weldig gesloten dat hem de nagels in de
palmen drongen, verliet hij den oooin, die
hem tot beschermer diende en waagco
eengie stappen op den weg.
Maar plotseling weigerden zijn boenen
bun dienst. Alles wentelde om nein heen
en met gesloten oogen en doodsbleek gelaat
viel hij languit ou den straatweg neer.
In zijn verwarden geest, die niet
meer denken kon, kwam het hem
voor alsof hij het gerinkel van bellen
hoorde, daarna een geknars van wielen,
dan geroep.en het was alles
Deze tweede bezwijming was veel kor
ter dan de eerste.
Ter zelfder tijd dat hij in de keel een
gevoel van een brandwonde gewaar werd,
zooals bij de aanraking van vloeiend vuur,
deed hij een lichte beweging. Een opge
ruimde stem klonk in zijn ooren:
Welnu; jongen, u zijl ei goed van af
gekomen, hoor, en ik heb alle last van ile
wereld gehad om «den „onstuimigon Bu
cephalus" tegen tc*houden Is me dat nou
een idee midden op een straatweg te gaan
slapenBij Melpomenee en Thalia,
een seconde meer en u waart glad ver
pletterd geweest!
Dat is twee keer, mompelde Tortoran
zonder de oogen te openen.
Hij ijlt, zeide een andere, zachtere
stem
Bah! een druppeltje van mijn ouwen
quetsch en hij komt heelemaal hij...
Alfred, voelde dat men don hals van een
flesch tusschen zijn tanden schoof en de
gewaarwording van een brandwonde las'te
weer zijn slokdarm aan.
Ditmaal opende hij de oogen en rkh le
zich op, terwijl zijn hand de flvscli af
wendde. (Wordt vervolgd)