Vierde Blad. Intern. Eucharistisch Congres. uit be Zaterdag 26 Juli 1924 f mogen onze godsdienst uitvieren, als. tenminste niemand anders er iets van be merktTerug moesten wij eigenlijk met onze eeredienst naar zolders en schuren. Maar, Goddank, dien tijd zijn wij voor bij en, met Gods hulp, blijft die achter ons I f x DE BESTRIJDING. 't Was te voorzien, dat er zouden zijn, die pogen zouden ons tijdens ons Intern. Eucharistisch Congres niet met rust te laten. Wij schrijven: die pogen zouden gelukken doet zoo'n toeleg nietl De jfluis, die aan den berg knaagt zij kan ffel meenen met haar tanden den aardhoop te doen uileen vallen, maar wie verstand lieeft weet wel beter. En we zien dan ook die protesten tegen, het Congres aan zonder eenige vrees, maar, geheel oprecht! met véél medelijden. Medelijden met hen, van wie ongetwij feld velen gemis aan eigen positieve ge loofsovertuiging willen doen wegschuilen achter bestrijding van wat anderen is een dierbaar en heilig geestelijk goed. Mede lijden met hen, onder wie klaarblijkelijk Kio velen do Katholieke leer bestrijden zonder die te kennen; zij halen wel aan uitspraken van Katholieke schrijvers, maar verstaan die niet in de juiste betee ken is, en zoo geven zij dan een verbogen en verwrongen voorstelling van de Katho lieke geloofsleer speciaal ook van de leer betreffende de heilige Eucharistie, betreffende het Goddelijh Sacrament. Zoo b.v. een zekere ds. H. E. Grave- meijer uit Amsterdam in een protestver gadering der ïïerv. (Geref.) Staatspartij, Donderdagavond te Amsterdam gehouden. Deze antipapistische ,'dominé gaf eerst af op Colijn en Schokking, „die uit poli- iiek winstbejag voor hun partijen het protestantsch bewustzijn in slaap hebben gesust en Rome in de kaart gespeeld". Dan wekte bij op tot bestrijding van Rome om ten slofte voor te stellen.een boodschap te richten aan Kardinaal v. Rossum, die aldus aanvangt: Wij, zone* der Reformatie, op he-»' den 24 Juli in grooten getale hijeen in „Salvatori", te Amsterdam, zeggen u dank, dat gij van Rome naar onze goede stad zijt gekomen om het Ne- derlandsche volk eens heel duidelijk te zeggen, dat gij bót wederom terug wilt voeren onder het juk van de pau selijke hiërarchie. Wij voelen ons ge drongen u te verzoelcen aan uwen pauselijken heer de boodschap over to brengen, namens duizenden hier te lande, dat hij niet voort moge gaan zijn ultra-montaansche dienstknech ten hier te lande aan te zetten tot ver nietiging van het protestantisnïQ en niet langer misbruik te makeA van de alhier grondwettig gewaarborgde geloofsvrijheid. Genoeg van dat fraais 1 zóó bralt het document(') nog een paar zinnen verder. Onze lezers zullen er zich aan ergeren en terecht. Maar wij waarschuwen er hen dan voor, om niet te gaan generali seeren, of te veronderstellen, dat- zóó alle Protestanten zijn. Geenszins geluk kig de meesten zijn.Christelijker in hun houding tegenover de Katholieken. Na dien Amsterdamschcn dominé sprak een Eaagscbo naamgenoot, ds. K. Gra- Temeijer, en niet veel fraaier. Deze dominé erkende echter in zijn rede ronduit: „Heel duidelijk wijzen de teeke- nen er op, dat wij aan alle kanten verlie zen". Ja, maar toch nog niet duidelijk genoeg schijnt voor sommige dominé's, hun krachten verspillen aan bestrij ding van Rome inplaats van aan verster king van den Christelijker geest onder eigen Proteslantscho volgelingen. Men ziet intusschen, hoe van zekere Prolestantsche zijde de geloofsvrij heid wordt begrepen! Wij, Katholieken, De Nederlandsche Staatsinrichting, HET VERBINDEN FN DE NUMMERING DER LIJSTEN. Een eenvoudige veronderstelling Wat genoteerd dient te worden. Hoe het geschiedt. Niet noodig. Tallooze combinaties. Dat is de ware 1 In de Staatscourant. CVanncer twee dagen na de beslissing van het Hoofdstembureau geen beroep is ingesteld, of anderszins wanneer de Ge deputeerde Sta'en een eindbeslissing heb ben gegeven, deelt elk Hoofdstembureau aan het Centraal Stembureau mede, welke geld;ge lijsten zijn ingediend. Onmiddellijk nadat alle Hoofdstembureaux in deze hun plicht hebben gedaan, brengt het Centraal Stembureau de ontvangen mededeelingen in De Staatscourant ter openbare kennis. Vier dagen lang wordt thans de gelegen heid open gesteld om de lijsten tot een groep te verb'nden. Om goed te begrijpen, wat dat verbinden natuurlijk geen phvsische daad! wil zeggen, zullen wij een eenvoudige ver onderstelling maken. Onze R.-K. Partij dient in alle 18 Kies kringen een lijst in. Nu kan zij al die 18 lijsten op zich zelf lalen slaan; zij kan ook als 't ware er één lijst (lijstengroep) van maken; of, zooals bij de verkiezingen in 1922 met succes is gebeurd, van de 18 lijsten, verschillende groepen b.v. drie, vier, vijf vormen. Dat maken van verschil lende lijsten tot één of meer lijstengroepen noemt men nu verbinden. Hierbij dient ge noteerd te worden, dat lijsten in een en denzelfden kieskring ingediend niet kun nen worden verbonden. Wanneer, om een voorbeeld te noemen, do R.-K. Partij in Kieskring XVIII (Limburg) twee lijsten zou indienen, dan blijven deze op zich zelf staan. Natuurlijk mag ook niet een en dezelfde lijst deel uitmaken van twee of meer groe pen, zoodat het ongeoorloofd is b.v. de katholieke lijst in Utrecht te verbinden met een groep Utrecht, Groningen, Drente en mot een groep Utrecht, Zeeland, Limburg. Het verbinden geschiedt op de volgende wijze: Bij de candidaatstelling wijzen de onderteekenaars een zoogenaamden ge machtigde met voor noodgevallen een plaatsvervanger aan. Als nu bijvoor beeld do gemachtigde van de R.-K. lijst in Kieskring XVIII (Limburg) en die van de R.-K. lijst in Kieskring XIII (Utrecht) een gemeenschappelijke verklaring schrif telijk bij het Centraal Stembureau inleve ren, dat zij die twee lijsten tot één groep willen maken, dan is het aldus genaamd verbinden van lijsten een feit geworden. Bij een soort van lijsten is echter die •verklaring niet noodig. Zij worden van rechtswege als één groep, als één lijst beschouwd. Dat zijn namelijk de zooge naamde gelijkluidende lijsten, die, hoewel in verschillende Kieskringen ingediend, toch dezelfde candidaten, in gelijk getal en in dezelfde volgorde bevatten. Wel wordt wederom de verklaring ge- eischt, wanneer men de gelijkluidende lijsten deel wil laten uitmaken van een groep, die ook nog niet-gelijkluidende lijs ten bevat of uit andere gelijkluidende lijs ten bestaat. Bijvoorbeeld: in Kieskring I (Noord- Brabant I) en in Kieskring II (Noord- Brabant II) dient de R.-K. Partij een ge lijkluidende lijst in, welke twee van rechtswege verbonden b:sten ze door de verklaring van gemachtigden kan verbin den ipet een heel andere lijst, welke zij b.v. ingediend heeft in Kieskring XV (Over ijssel). klaar ook kan zij op dezelfde ma nier verbinden met twee anders-gelijk luidende lijsten, die b.v. ingeleverd werden in Kieskring III (Gelderland I) en Kies kring IV (Gelderland II) Uit dit voorbeeld bemerkt men wel ai re-ds dat lallooze combinaties te vormen - "n. Pi e ctisch komt men tot het besluit, dat vier soorten lijsten of lijstengroepen mogelijk zijn en wel: 1. lijstengroepen, bestaande uit louter niet-gelijkluidende lijsten; 2. lijstengroepen, waarvan gelijkluidende lijsten deel uilmaken; 3. gelijkluidende lijsten; 4. op zich zelf staande lijsten. Nadat de tijd voor de liefhebbers tot verbinding is verstreken gaat het Centraal Stembureau in een voor de kiezers toe gankelijke zitting loten. Elk der vier ge noemde lijsten of lijstengroepen krijgt baar eigen, apart nummer. Eerst wordt een lootje genomen voor- de lijstengroepen en de gelijkluidende lijsten (13). Wanneer nu de R.-K. Partij al baar 18 lijsten tot slechts één groep had verbonden, en deze groep trekt nummer 10, dant ontvangt elk der lijsten in alle verschillende Kieskrin gen dat nummer. En van Noord tot Zuid, en van Oost tot West kan de strijdkreet schallen: Stemt op lijst nommer 10, dat is de ware! Heeft daarentegen onze partij van haar 18 lijsten meerdere groepen gevormd, dan krijgt elke groep een ander nummer, de lijsten echter steeds het nummer der groep waarvan zij deel uitmaken. Zuiver gelijk luidende lijsten hebben van zelf ook een en betzelfde nummer. Bij een tweede trekking ontvangen op ziclizelfstaande lijsten (4) een nog niet toegekend nummer. Na het vervullen van deze voorschriften zijn de lijsten eindelijk officieel klaar. On verwijld plaatst het Centraal Stembureau ze, naar de Kieskringen gerangschikt en met vermelding van haar nummers, in De Staatscourant. FR. CUNIBERTUS SLOOTS, Weert. O. F. M. Buitenl. Wee! overzicht. Deze week is er voor weinig meer be langstelling als voor de Londensche con ferentie. Met de Londensche conferentie sta je op: de ochtendbladen geven ritsen telegrammen van hetgeen de commissie tot stand hebben gebracht en van de compro missen, welke er gesloten zijn. Met de con ferentie ga je naar bed, nog vol van de telegrammen van hetgeen de commissies tot bladen, die melden, dat bet werk der com missies weer omvergeworpen is. Is het wonder dat een buitenlandsch redacteur, op wien die geheele lawine van tegenstrij dige berichten neerstort, er êen nacht merrie van krijgt? Toch moet men blij zijn, dat er klaar blijkelijk zoo hard gewerkt wordt, want het is een bewijs van den ernstigen wil om tot overeenstemming te geraken. Nu of nooit, denkt men in Londen. Nimmer was in den laatsten tijd de stemming tusschen Frankrijk en Engeland zóó gunstig om meeningsverschillen uit den weg te ruimen en nimmer was de hulp van Amerika zoo dichtbij als thans. Niettemin is er in sommige bladen eenig pessimisme te beluisteren. Wij meenen niet zoozeer over hot_ mogelijk mislukken, van de conferentie daar is inderdaau wel reden toe, maar men hoopt op den krachtigen druk der nuchtere zakenmen- schen, die de Amerikanen zijn maar wij bedoelen het pessimisme omtrent het wel slagen van de conferentie. Men meent n.l. dat de wereld bij de aanvaarding van het Dawes-plan weinig gebaat zal zijn. En dan richt men vooral het oog op Duitseh land. Gesteld, dat het deskundigenplan wordt aangenomen, dat de Roer ontruimd wordt en dat de Amerikaansche bankiers voldoende waarborgen hebben gekregen, zoodat zij de leening van 800 inillioen goudmark aan Duitsehland toestaan. Wat gebeurt er dan? Duitsehland zal zich do voordeden van bet plan natuurlijk ten nutte maken, het zal er bovenop komen. Maar zoodra hef op betalen aankomt, zal het onwillig worden en zeggen dat het on mogelijk een som van 2X> milliard per jaar bijeen kan brengen. Frankrijk, dat zich ten koste van concess:es met het plan heeft verzoend en alleen z'n fiat hoeft uit gesproken in de hoop op eindfflijke be taling, zal dan nog minder dan nu ge negen zijn om Duitsehland iets kwijt te schelden en zal zeer krachtig op betalen aandringen. Maar Duitsehland, dal in dien. tusschen tijd gelegenheid heeft gekregen zich te herstellen, zal niet langer voor on derwerpen schuldenaar willen fungceren en zal waarschijnlijk op de krachtige eiscti van Frankrijk ook krachtig antwoorden. Gevolg is een nieuwe oorlog. Zoo vreezen de pessimisten het verloop van den toekomst. En men moet bekennen, dat het inderdaad zoo kan verloopen, maar een n o o d z a k e 1 ij k h e i d is bet niet. En als men zich afvraagt: wat is afgezien van het mogelijk verloop van de toekomstige geschiedenis wat is beter, dat het Dawes-plan er nu door komt of dat het verworpen wordt; dan is er dunkt ons, maar één antwoord: dat het wordt aan vaard. Het moge dan geen definitieve op lossing zijn zie in ons vorig overzicht het aangehaalde artikel van prof. Ver- rijn een voorloopige oplossing is het wel. En.komt tijd komt raad. Daarom hopen wij hartelijk, dat de Londensche conferentie moge slagen. Maar, daar ziet het er nog niet naar uit. Vóór 't welslagen pleit alleen de goede wil der gedelegeerden. Tegen het welslagen pleit een menigte van meeningsver schillen. De bankiers en de C. v. H. Zoo als men weet, had de conferentie een drie tal commissies ingesteld, die de voornaam ste kwesties moesten uitmaken. Eenige dagen geleden schenen ze alle drie klaar te komen vóór de plenaire zitting van "Woensdag j.l. Maar toen het zoover was, bleek er geen een beelemaal klaar. De eerste commissie had tot taak de po sitie van de Commissie van Herstel te regelen in verband met de waarborgen voor de geldschieters van Duitsehland. Het had een regeling opgesteld, die hier op neerkwam. De bankiers zouden een prioriteitsrecht krijgen nog boven de algemeene prioriteit van de schuldeischers van Duitsehland. Tegenover deze economische waarborg kwam echter de politieke waarborg in het gedi*ang. Een moedwillig in gebreke blij ven van Duitsehland zou moeten worden geconstateerd door den algemeonen agent voor de betalingen volgens het plan-Dawes, benevens door een vertegenwoordiger van de deelnemers aan de leening; deze consta teering zouden zij moeten mcderleelen aan de Commissie van Herstel, inmiddels ver- slerkt door een Amerikaansch burger met stemrecht (waardoor dus de verhoudingen in de G. v. H. worden gewijzigd en Italië eventueel op de wip zou kunnen komen te zitten.) De C v. H. zou vervolgens bot inge- breke blijven moeten vaststellen en mede- deeling doen aan de geallieerde regeerin gen, dio het dan over de sancties eens zouden moeten worden. Mocht dit niet mogelijk blijken, dan zou iedere regeering recht hebben afzonderlijk tegen Duitseh land op te treden. Zoo waren dus alle partijen tevreden gesteld, dacht men. Maar de Amerikaan sche bankiers waren niet tevreden, zij achten vooral de laatste bepaling, die toch weer aan Frankrijk de vrijheid liet om een stuk van Duitsehland te bezetten of andere .militaire..saijcties toe ta .passen, te gevaarlijk. En als de bankiers niet wil len, gebeurt er niets. Zij geven den toon aan op de conferentie. Zoodoende kon de eerste commissie haar adviezen weer in pakken en aan de plenaire zitting mede doelen dat zij er nog niet in geslaagd was een oplossing te vinden. Het bezette gebied. Hierover had de tweede commissie te rapporteeren. Dezo kwam evenwel op geen stukken na klaar, hetgeen niet te verwonderen was, want hierbij kwamen de militaire autori teiten te pas en deze plegen met hardnek kigheid juist aan de moest schadelijke economisch' schadelijke n.l. maatrege len vast te houden. Zoo verzetten de Fran sche militaire deskundigen zich tegen de door het Dawes-rapport gcëischte volledige ontruiming van het bezette gebied. Voor-, eerst wat betreft de economische bezetting, n.l. de regie-spoorwegen. Op de z g. strate gische lijn: u 'AkenDürenTrierKoblenz en "WissenburgMainz mogen niet uit sluitend Duitsche beambten werken, maar moet het personeel „doorspekt" zijn 4000 a 5000 Frangche beambten. Zulks in ver band met de veiligheid der bezettingstroe pen. Uit bet bovenstaande volgt dat Frank- dat vier soorten lijsten of lijstengroepen mogelijk zijn en wel: 1. lijstengroepen, bestaande uit louter niet-gelijkluidende lijsten; 2. lijstengroepen, waarvan gelijkluidende lijsten deel uitmaken; 3. gelijkluidende lijsten; 4. op zich zelf staande lijsten. Nadat de tijd voor de liefhebbers tot verbinding is verstreken gaat het Centraal Stembureau in een voor de kiezers toe gankelijke zitting loten. Elk der vier ge noemde lijsten of lijstengroepen krijgt baar eigen, apart nummer. Eerst wordt een lootje genomen voor- de lijstengroepen en de gelijkluidende lijsten (13). Wanneer nu de R.-K. Partij al baar 18 lijsten tot slechts één groep had verbonden, en deze groep trekt nummer 10, dant ontvangt elk der lijsten in alle verschillende Kieskrin gen dat nummer. En van Noord tot Zuid, en van Oost tot West kran de strijdkreet schallen: Stemt op lijst nommer 10, dat zal waarschijnlijk op de krachtige eiscti van Frankrijk ook krachtig antwoorden. Gevolg is een nieuwe oorlog. Zoo vreezen de pessimisten het verloop van den toekomst. En men moet bekennen, dat het inderdaad zoo kan verloopen, maar een noodzakelijkheid is bet niet. En als men zich afvraagt: wat is afgezien van het mogelijk verloop van de toekomstige geschiedenis wat is beter, dat het Dawes-plan er nu door komt of dat het verworpen wordt; dan is er dunkt ons, maar één antwoord: dat het wordt aan vaard. Het moge dan geen definitieve op lossing zijn zie in ons vorig overzicht het aangehaalde artikel van prof. Ver- rijn een voorloopige oplossing is het wel. En.komt tijd komt raad. Daarom hopen wij hartelijk, dat de Londensche conferentie moge slagen. Maar, daar ziet het er nog niet naar uit. Vóór 't welslagen pleit alleen de goede wil F£Uii.Li£TCM HET GEHEIM VAM DEN LIFT naar L. Grou. Eenige geautoriseerde bewerking door dr. BOONEN, Leuven. 1) - I. Een opzienbarend Gemengd Nieuws. Alfred Tortoran sloeg zijn dagblad open, een tamelijk vet opschrift trof zijn blik. Beide oogen van verwondering openge sperd, las h/j: Het geheim van den Lift. „Een man die verdwijnt zonder eenig spoor achter te laten, midden in Parijs, in een lift, is voorwaar geen alledaagsche gebeurtenis. „Ze is nochtans voorgevallen in het ge bouw nummer löbis, rue d'Hauteville. „In dat huis heeft een koopman, die sen groote exportzaak uitbaat, zijn per soonlijk kantoor en zijn woning op de eer ste verdieping, terwijl het magazijn en de tantoren van zijn bedienden op bet gelijk vloers gevestigd zijn. „Een privaatlift verbindt beide verdie pingen. «Welnu, gisterenavond, om kwart vóór ^ssen, 't is te zeggen kort voor het slui tingsuur, is de kassier, die gewoonlijk op bet gelijkvloers werkt en van zijn bood schappen in Parijs terugkeerde, in tegen woordigheid van alle bedienden in den lift gestapt om zich bij zijn baas te vervoegen, *"0 met ongeduld op 'hem wachtte. *Het schijnt dat bet toestel zich tamelijk langzaam in beweging zette' (deze bijzon derheid heeft haar belang). „Na ongeveer twee minuten geraakt hij op 7'"n bestemming. ..Mijnheer' René Lambert, die haast bad om met zijn bediende te spreken, stond op he l trapportaal, vóór de deur van bet toe stel. „De kast was leeg. De kassier was tij dens de korte reis van bet gelijkvloers naar de eerste verdieping verdwenen. „Laten we er aan toevoegen, dat de al dus op allervreemdste wijze weggemoffel de kassier drager was van een aktentasch die, benevens belangrijke documenten, een groot bedrag in titels en verscheidene waarden meer dan één millioen, zegt men inhield. „De gerechtelijke politie heeft een on derzoek over deze zonderlinge gebeurtenis geopend. Toen hij met de lezing hiervan gedaan bad, bleef Alfred Tortoran eenige oogen- blikken droomend vóór zich uitkijken. Wat een merkwaardig avontuur I mompelde hij. Dan baalde hij de schouders op. Hij had heuscb wat anders te doen dan zich suf te denken over de verdwijning van een onbekende Ja, zuchtte hij, als nog een belooning aan den eerlijken vinder uitgeloofd werd!... Toen hij dien moTgen aldus bij het lezen van zijn dagblad over den Boulevard des Italiens slenterde, verfrommelde Alfred af en toe in den zak van zijn overjas twee papiertjes, waarvan de aanraking ter zelf- der tijd genoegen «n verveling in hem ver wekte, Een dezer papieren, dat hem tot vreug de stemde, was een mooi bankbriefje van vijftig, heelemaal nieuw, dat heel zijn for tuin vertegenwoordigde en dat het Beheer van de Bank van I.eening hem zooeven in ruil voor zijn horloge, laatste overblijfsel van vervlogen roem, overhandigd had. Het ander, dat hem tot een gemelijken grijns aanzette, was de „erkenning", dat hem door dito Beheer werd ter hand ge steld en hem het recht verleende tegen be taling van een matigen interest, het ver pande voorwerp binnen tijdsverloop van één jaar af te halen Alfred Tortoan was vijf en twintig jaar oud, had een meer schitterende dan prac- tiscbe opvoeding genoten, tanden als een jonge wolf en een wilden eetlust. Zijn ge laat was open en sympathiek, en zijn oogen, verscholen achter een bril, fonkel den van sluwheid. Hij studeerde in de rechten, toen finan- cicele nadoelen, die op den dood van zijn ouders volgden, hem dwongen zijn brood te verdienen, waarin het hem tot dan toe nog niet gelukt was. Beurtelings klerk bij een loodgieter, bankbediende, kellncr, bad •hij ieder dezer beroepen achtereenvolgens wegens gemis aan werkzaamheid moeten opgeven, uitgemaakte onbekwaamheid in de wis- en natuurkundige wetenschap pen en herhaalde „bokken" in hot even- wichtspel, dat bestaat in het dragen met één hand van een half dozijn „schnitten". Op 't oogenblik- zocht hij zijn weg en vond hem niet. Danr hij nochtans over oen heerlijke gezondheid, een onwankel baar optimisme, een onverzettelijk geloof in zijn gelukster en een bankje van vijftig beschikte, zag bij de toekomst rooskleuri ger in dan zijn zorgelijke toestand bet had kunnen laten veronderstellen. Terwijl hij moeite deed om uit zijn her sens de weldadige gedachte te doen op wellen, die hem zijn dagelijksch brood zou verzekeren, bemerkte Alfred Tortoran dat de stadshorloges op den boulevard op twaalf stonden en dat zijn maag. het met de horloges eens was. Primo dejeunare, deinde philosopha- re, mompelde hij in een latiju dat juist bij de omstandigheid paste. En ik ben voornemens eens duchtig te eten: ik heb gisteren en eerder karigo maaltijden ge bruikt en ik durf aan de menus, die ik morgen zal lezen, niet te denkenEen goed maal is de beste raadgever; ik wil even zijn raad inwinnen. Na deze alleenspraak gehouden te heb- hebben, duwde bij de „deur van een restau ratie open, ging er binnen, klom naar de eersto verdieping om er, ter zelfder tijd als een lekker maal, bet genoegen van den drukken en krioèlenden boulevard te sma ken. Dadelijk begon hij met de medewerking van een ernstig-doend en hoffelijk, ober- kellner, .een stevig menu op te stellen. Terwijl bij zich aan deze gewichtige be zigheid overleverde, werd de restauratie zaal met klanten gevuld. Een groot jonge- l:ng die met één oogopslag bemerkt had dat allo tafels aan de vensters bezet wa ren, kon een gebaar van ergernis niet on derdrukken. De oberkellner merkte het en maakte met de twee armen een beweging van: „Ik kan het niet verhelpen! Maar de nieuw-aangekomene stapte re gelrecht op Alfred toe, bleef voor h:m slaan en vroeg: rijk evenmin de militaire bezetting wil op« beffen. En hierbij denken wij aan de hei<* haalde verzekering van Poincaré, dat d« militaire bezetting slechts een „vredoliw vende" bezetting was. en dat de militairen alleen dienden om de Eransche ingenieur* te beschermen, die de leiding der Roerfa* brieken op zich Icwamon nemen. i Maar nu deze ingenieurs bij het in-* werking treden van het Dawes-plan zich zullen moeten terugtrekken, wil Frank* rijk de militairen nog handhaven, of schoon zij niet meer noodig zijn voor het doel waartoe zij zouden zijn gekomen. In deze mecninj* staan de Franschen alleen. Speciaal Engeland is het er heelemaal niet mee eens, om nog maar te zwijgen van de Duitschers. En deze zullen toch ook een woordje mee moeten spreken. De uitnoodiging der Duit* s c h e r s. Ook dit meespreken van Duitsehland vormt al weer pen punt van meeningsverschil tusschen Frankrijk ec Engeland. Engeland is van meening, dat hot plan der deskundigen in menig opzicht verder gaat dan het verdrag van Versail les en Duitsehland derhalve krachtens dit verdrag niet tot aanvaarding van het des kundigenplan kan worden genoodzaakt. Het zal vrijwillig moeten medewerken en in dut geval kan het niet anders of Duitsch land zal een woordje moeten meespreken Maar Frankrijk verzet zich daartegen eü wil in geen geval met Duitsehland als ge lijkgerechtigde onderhandelen. Om deze moeilijkheid uit den weg te ruimen heeft de plenaire bijeenkomst der conferentie op Woensdag 1.1. een nieuwe commissie ingesteld, bestaande uit een Engelschinan en een Franschman. Deze zal advies mpe- ten uitbrengen over de twee volgende kwesties: le. Geeft het in werking stellen van het plan-Dawes aanleiding tot kwes ties, welke een regeling veroisclien door middel ven een speciale overeenstemming met Duitsehland? Zoo ja, welke kwesties. 2e. Welke procedure dient te worden ge volgd om to,t zulk een overeenstemming te geraken zonder dat deze in strijd met het verdrag van Versailles is. Poincarc. V. h in vt bo venstaande herhaaldelijk melding moeien maken van hef feit, dat „Frankrijk" dit of dat niet wilde. Men kan zich afvragen: „Frankrijk", wil dat zeggen: „Herriot"? Neen, dat wil nog steeds zeggen ..Poinca ré", want deze werkt nog geducht ach ter de schermen en trekt aan de touwtjes. Hij laat Herriot dansen en springen juist zooals hij wil. De correspondent van het „Hbld." noemde Herriot een „levend lijk", een die geen eigen leven heeft, maar ge heel afhankelijk is van het beetje levens kracht, dat een ander hem geven wil zoo lang he»t hem behaagt. En dat wil hier zeggen, zoolang Herriot, die toch aanvan kelijk een geheel ander geluid deed hoo- ren, de politiek vau Poincaré voortzet. Hoelang onder deze omstandigheden de 'f.crrmwrrW confprentie^rmg~ duren zal is een vraag, waaron zeer verschillend ge antwoord wordt. Maar dat zij in de eerst volgende dagen tot" een vergelijk zal ko men, daaraan gelooft niemand. KATWIJK AAN DEN RIJN. Coüecie. Naar wij vernemen bestaat alhier het voornemen om de volgende week ook in onze gemeente een collecte te houden tot steun van de slachtoffers van de ramp die eenige visschersgezinnen te Arncmuidén heeft getroffen. Blccropjesdag. Woensdag, 6 Aug.. zal vanwege het Ghr. Nat. Valtv. in Nederland een bloempjesdag worden gehouden ten bate van het fonds „Draagt Elkanders Lasten" ter .bestrijding van do t.b.c. Persona!ia. Door B. en W. is tot hulp keurmeester benoemd in den keurinrs- kring Katwijk, de heer J. Ph. II. HaL-tein gedipl. hulp-keurmeester le Aalsmeer. Tuinbouw. De handel is de laatste dagen allesbehalve vlug en de prijzen voor de producten laag. Gisteren waren de vroege aardappelen en peen al bijzonder laag in prijs. Vroege aardappelen gingen Met uw verlof, mijnheer, mag ik aan uw tafel plaats nemen? Die stoel te genover u is zeker vrij, en Terwijl hij de oogen opsloeg naar den- gene, die hem aldus toesprak, riep Torto ran uit: Maar, heb ik het wel goed voor Is u niet Julien Laci'oix? Tortoran, deed op zijn beurt de groo te jongeling. Die ouwe Tortoran' Dan, zonder meer, maakte hij zich meester van den stoel, waarnaar hij ver langd had, en zegde: Verwacht je niemand? Neeik wel, we zullen dichter opeenschuiven: het verheugt me zeer met jou te middagmalen Julien Lacroix was een vriend uit zijn schooltijd, dien Alfred sedert eenige jaren uit het oog had verloren, maar wiens handteekening bij regelmatig in de „Ga- zette de Paris" las, dagblad waaraan Ju lien als reporter verbonden was. En wat voer jij uit, ouwe Tortoran? vroeg de journalist, terwijl hij de bijge rechten aanviel. Alfred aarzelde een seconde, dan, daar hij zich op gepaste wijze herinnerde eer tijds een sonnet ter eere van een buur meisje samengerijmd te hebben, bevestig de hij niet zonder licht te blozen: Ik doe aan literatuur! t (Wc: 11 vevgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1924 | | pagina 7