VOOR DE VROUWEN Maar nu stoppen vrc onzo Lakenhal- wandelingen. De geduldige lozer zal wel stilaan de overtuiging hebben gekregen, dat er in ons oudheidkundig museum heel wat voorhanden is, do aandacht over waard. Men ga er niet louter heen op regen achtige middagen, doch bezoeke do verza meling stelselmatig, nu deze dan gene zaal bestudeerend. Menig ve rval of tijd perk uit het verleden leeft dan weer op, zoodat men gaandeweg steeds meer waar deering krijgt voor hetgeen hier bijeen is gebracht. AJO. DE WRAAK VAM DEN MACHINIST. Teen ik eens op een warmen zomer avond door het oud© Reims gewan deld had, ging ik wat rusten in een klein café, dicht bij het station. Aan het ta feltje naast mij zaten cenige werklieden, die naar hun uiterlijk en kleeding t© oov- deeleh, bij d©n spoorweg in dienst waren. Een van hen was een machinist, Jean Martin, die, zooals ik mij herinnerd©, den vorigen dag op de locomotief ha-d gestaan, welke mij van Mézierès naar Reims had gebracht. Door een toeval kwam ik met hem in gesprek^ en het duurdo niet lang, of we hadden het over den Fransch-Duitschcn oorlog. „Ik was"; zco vertelde Jean Martin, „in den tijd van den oorlog niet in dienst, en het is geen soldatengeschiedenis die ik u ga vertellen. Wel diende ik later, maar in dien tijd was ik nog maar achttien jaar, en toch al stoker op de lijn, waarop ik nu machinist ben. Ik was nog maar pas "sto ker toen de oorlog uitbrak. Machinist op ce locomotief was de oude Pierre Cour- net. We réden heen en weer tussch^n Reims en Mézierès en waren dus in de buurt van het eerste groote slagveld van den oorlog. Ik zal nooit dien vreeselijken tijd vergeten. Allerlei wagens werden ge bruikt om troepen te vervoeren. Zoo brach ten we meer dan 20.000 man van Rethel naar Mézierès. Zij behoorden tot het le ger van maarschalk Mac Mahon. Onder hen waren tweo zoons van Pierre Cour- net. Bij de aankomst te Mézierès hadden zij nog juist den tijd naar de locomotief te -loepen en er him vader vaarwel te zeg gen, toen trompetgeschal hen van hem wegriep, voor eeuwig; want weinige da gen later ontnamen het zwaard van een uhlaan en een kogel uit een Pruisisch naaldgeweer hem zijn beide zoons in den slag bij Sedan. Teen men het hem vertel- 1de, leek hij krankzinnig. Hij zwoer, dat bij franc-tireur zou worden en tienvoudig hun dood zou wreken AVe waren op dat oogenblik in Rethel. Onze landslieden vluchtten in alle richtingen en stuk voor sïuk viel de spoorlijn in handen' van onzen (vijand, Mézierès bleef in het bezit der Franse hen en gaf zich voorloopig niet over, maar de spoorweggemeenschap was .verbroken. We trachtten wat voedsel in de stad te brengen, maar onze trein viel in de handen van de Duitschers bij een station Gp 20 kilometers van Mézierès. Een lango baardige' Pruisische officier kwam op de vuurplaat en sprak hem in gebroken Fransch toe: ,.Je meet dezen trein terug rijden naar Rethel, nadat we hem met kanonnen en amunitie hebben geladen, begrepenV' „Dat doe ik niet," antwoordde Cournet bevend van toorn. ..Heel goe:l," antwoordde de officier, terwijl hij kalm zijn horloge voor den dag -haalde en eenigo soldaten wenkte om dichterbij to kernen. ..Ik zal je twee minu ten geven om te beslissen. Als jo weigert wordt je op siaanJen voet doodgeschoten ik heb geen tijd meer to verliezen. Ik prau je zelfs dit ui stel niet geven, alleen zijn er geen machinisten bij mijn mannen, zeedat ik niemand heb cm de machine te besturen." Hij bleef staan met zijn horloge in de hand en naast hem stond de oude machi nist, bleek van woede. Ik lette op Pierre Cournet's gelaat. Vcor de eerste halve mi nuut was het onbeweeglijk. Toen scheen er een hoopvolle glans in zijn oogen te ko men en een glimlach plooide ziin lippen. Hij was van meening veranderd. ..Heel goed," zei hij, toen de Pruis zijn horloge wegborg. „Ik zal de locomotief besturen." „Goed," zei de officier. ..Maar als je denkt, ons een poets te kunnen bakken, dan vergis je je leelijk hoor. Zie maar ecr.s." Hij riep twee van zijn mannen, die op do vuurplaat kwamen en gaf hun ©enige aanwijzingen in het Duitsch. Bei den trokken hun pistool. „Deze mannen," ging de officier voort, zich tot Pierre Cournet wendend, hebben in last jou en je vriend neer te schieten1, zoodra cr maar een schijntje van verraad is. En breng nu je machine naar den an deren kant, terwijl wij de wagens laden." Het duurde wel twee uur voor we klaar waren om te vertrekken en gedurende ©enigen tijcl zagen wij hoe do Pruisen, zes kanonnen en grooto hoeveelheid am munitie inlaadden. Er waren twee ourle derde-klas wagens achteraan den trein en een vijftigtal artilleristen moesten daarin plaats nemen. Ten slotte kwam dezelfde officier weer op de vuurplaat, om de plaats in#te nemen van een der beide sol daten. %Ik zal meerijden", zei hij. de haan van 'n pistool overhalend, „en opletten of al les goed gaat. Ik weet trouwens ook niet hoe ver we zullen gaan. Vooruit maar/' Cournet legde de hand op zijn regula teur en'voort stoomden, wij. Dcor het gelaat van mijn kameraad had ik de overtuiging gekregen, dat hij van plan was, iets wanhopigs te doen. Hij had mij een scherpen, on Jervragenclen blik toegeworpen, die scheen te beteeke- nen: „Wil jc me helpen!" en tot ant woord had ik geknikt, hoewel ik niet gis pen kon wat zijn plannen waren. .We waren een paar kilometer gevorderd en hadden er een aaruige vaart achter gezet, toen do donkere ingang van een tunnel zich voordeed aan onzo blikken. Ik zag hpe er een zonderlinge uitdrukking op Cournet"s gezicht kwam, en .geloof, dat de Pruisische officier dit ook opmerkte, ten minste hij zei iets tot den soldaat, die mij, juist toen wij den tunnel binnenreden, bij den kraag pakt, terwijl ik tegelijker tijd den kouden loop van zijn pistool te gen mijn voorhoofd voelde. Do officier had. Cournet op dezelfdo manier vastge grepen. Toen we "den tunnel door waren, werden we losgelaten. Wo stoomden ver der. Plotseling kwam er 'n zegevierende glimlach op Pierre Cournets gelaat. Ik voelde bij instinct, dat het oogenblik van handelen gekomen was. „Geef me een sleutel, Jean", zei de ma chinist kalm, .,er zit een bout los." Ik opende de gereedschapsdoos en nam eT een uit. De achterdocht van den offi cier werd dadelijk gewekt en hij richtte zijn pistool op Cournet, toen deze den eleutcl in de hand nam. Cournet glim lachte echter medelijdend en begon een moer aan te draaien, terwij! hij tegen mij zei: „Gooi nog wat kolen op, Jcan." Ik nam de zware schop op en gooide een paar schoppen op het vuur. terwijl mijn bewaker zijn pistool op een dreigen de manier hanteerde. Nauwlettend werden onze bewegingen bewaakt. Wat was de machinist toch van plan to doen? Juist wendde ik mij naar den tender cm nog meer kolen te nemen, toen een plot selinge schok mij zei, dat we in de bocht waren. Op hetzelfde oogenblik sloeg Pier re Cournet dcor een snelle beweging van zijn hand met den sleutel het peilglas stuk en sprong hij cp zij. In een oogen blik spoten een wolk stoom en een straal heet water op de vuurplaat, zoodat we verblind werden en ons brandden. „Sla hem, Jcan." Ik begreep hem cogenblikkelijk. Hit alle macht liet ik mijn kolenschop neer komen op het hoofd van den Pruisischen soldaat. Hij sloeg achterover en rolde van de machine langs den spoordijk neer. Pierre Cournet had intusschen niet stil gezeten. Met een tweeden slag had hij den officier terneer geveld onmiddellijk nadat deze zijn pistool had' afgeschoten en de lange Pruis lag bewusteloos aan zijn voeten. Dit ales was het werk van een paar seconden geweest maar mijn le ven lang zal ik dit vreeselijk gevecht in den heeten stoom onthouden. In het volgende oogenblik had dc moe dige oude machinist de water- en stoom- kranen dichtgedraaid hoewel hij daaraan leelijk zijn handen brandde. Dit was ech ter nog niet alles. In Pierre Cournet's brein was een vreeselijk plan gevormd en dat wilde hij geheel ten uitvoer brengen. Wij reden nu een helling af, aan het ednd waarvan een tunnel lag. Do oude machi nist wendde*zich t-ot mij: „Elim over de kolen en maak dc machine af." In tien seconden was ik achter den ten der en had ik den ketting tusschen den tender en den voorsten goederenwagen losgemaakt. Daarna klouterde ik over de kolen terug naar de vuurplaat. Pierre Cournet was bezig de vaart te verminde ren, met zijn hand op den regulateur. „Bind hem", zei hij. met een blik naar den officier. „Hij komt weer bij." Met een stuk touw uit de gereedschaps kist bond ik de armen van den Pruis ach ter zijn rug en maakte het uiteinde van het touw vast aan een ring in de -vuur plaat. We reden nu erg langzaam. Hoewel we afgekoppeld waren, bleef de trein door de helling toch dicht bij de machine. In. het midden van den tunnel stonden we voor een oogenblik stil. „Goed", zei C'curnet, terwijl hij den re gulateur weer opende: „hier is de weg waterpas en do trein zal in den tunnel blijven tot maar je zult zelf wel zien, Jean. Mijn hemel, ik Loop dat ik het uithoud." Wo snelden met groeten spoed uit den tunnel. Nog begreep ik niet, wat Cournet van plan was te doen. „Remmen, mijn jongen", riep hij mij toe. Op ongeveer drie kwart kilometer van den tunnel hielden wij stil. De weg was daar recht, zoodat de ingang van den tun nel achter ons lag. „Stijg af, Jean," zei de machinist. Hij opende den regulateur geheel en al en sprong van de vuurplaat, terwijl do ma chine terugstoomde naar den tunnel. Toen eerst begreep ik, wat zijn plan geweest was. „Zie," riep hij, „André en Jacqcs zul len door hun vader gewroken zijn. Ze zijn als muizen in den val geloopen. De machine is bijna bij den tunnel." Verstijfd van schrik zag ik hoe de lo comotief in den donkeren tunnel ver dween. Alleen éen Weinig-witte stoom be wees dat hij er in was. Een oogenblik hoorcLen we niets, maar toen klonk een doffe slag, gevolgd door een vreeselijk ge gil. Toen was alles stil. Ik wendde mij tot Pierre Cournet. 'Hij was op den grond gezonken en nu eerst zag ik, dat een straal bloed, over zijn kiel liep. „Je bent gewond", zei ik. ,,Ja", zei hij hijgend. „Hij raakte me toen hij vuurde, ik dacht niet dat ik het uit zou houden maar ik ben niet te vroeg gestorven, dag Jean vlucht. Vaarwel." Ik liep wat ik lcopen kon, want ik wist, dat de Pruisen overal in den omtrek wa ren. Daarna? O, ze dachten dat het oen krijgslist van de Franschen was. om den tunnel in de lucht te doen springen. Dat is wel meer gebeurd; de tunnel was ze ker in de lucht gesprongen, doordat de locomotief in botsing kwam met den eer sten .waggon, die vol ammunitie was. De heele trein was bedolven en daaronder lagen de lijken der Pruisische artiilci.:- tern" -X- 0 0 0 modepraatje 0 0 0 Luchtige zomerkleeding. T&n mode der zomerkleeding is eigenlijk nog nooit zoo praclisch geweest als dit Jbi/ Jaar. In haar veelzijdigheid komt zij niet alleen tegemoet aan iederen smaak, doch zij brengt ook voor ieder uur van den dag het juiste en gepaste model. De lichte japonnen van glad of gestreept frotlê, katoenen mouselin, katoen en- dergelijke stoffen zijn voor den ochtend bestemd, terwijl voor den middag batist, voile, crepe marocain en crcpe georgette in aanmerking komen. Ook hier zien wij de ver schillende overgangen van zacht wit en lichte kleuren naar donkere kleuren, die voor de ouderen en voor donkere dagen bestemd zijn. Terwijl de bewerkte stoffen uitsluitend gebruikt worden, krjgen de effen stoffen ooen zomen, inzclsels van kant en andere garnecring, soms in de rijkste afwisseling. Afb. I. Robe chemise met opgezette volant. (Benoodigd materiaal: ongeveer M. stof 90 c. M. breed.) De Japanschroode crepe marocain van onze afbeelding toont staalblauwe versiering in Hgyptischen stijl. De japon is geheel glad gemaakt, behalve In de taille, waar zij eenigszlns i9 ingehaald om de rok iets wijder te doen worden. Een schuif zorgt er voor, dat de japon gped zit. Ter hoogte van de knie wordt een lichte volant opgezet, terwijl de mouwen een wat smallere volant krijgen. Afb. 2. Coslimui met plissee en smallen kraag. (Benoodigd materiaal: ongeveer 4 M. stof, 100 c. M. breed.) mouwen worde voorzien. De breedc kraag, die van voren en achteren gelijk is, wordt gegarneerd met zoompjes en borduurwerk. Afb. 4—7; Kleine kleedjes met eenvoudig borduursel. De vier afgebeelde kleedjes zijn voorzien van gemakkelijk te maken borduurwerk in kleine en grootere motieven. Het eerste kleedje, dat een rand heeft van dubbele guirlandes, wordt ver sierd door kleine bloemen. Afb. 2 doet ons een afzonderlijk bloempje zien. Men werkt met steel- en losse spansteek. Men kan hier voor een of twee kleuren lila gebruiken, terwijl de steel donkergroen moet zijn. Het tweede en het vierde kleedje hebben oveneens een gefestonneerden rand, terwijl het derde kleedje omgehaakt is. Deze gehaakte rand past zich aan bij een geborduurd puntje. Het laatste kleedje is met een mooi kersenmotiefje versierd. AI naar het doel van het kleedje moet het van het allerfijnste wit linnen batist ge maakt zijn of van naturel- kleurig linnen en moet het geborduurd worden met fijn of iels grover borduurgaren. Afb. 8—10. Drie kinder slabbetjes met borduurwerk in vrooüjke motieven. De drie hier afgebeelde slabbetjes be zorgen de kinderen door hun vrooüjke moiieven veel aardig heid en worden daarom door de kleintjes gaarne gebruikt. Als materiaal neemt men linnen of panama en borduurt dit in twee kleuren en wel in blauw Afb. 4—7.- Vier kleedjes met eenv i dig borduursel. Afb. 8 -10. Drie kinderslabbetjes met borduurwerk. Afb. 11. Apart voori ce'.J Afb. 12. Apart voorbeeld van den bloem voor het van het gehaakte kantje kleedje van afb. i. vor den kraag op afb, 3. Afb. 3. Elegant cosfuum met volantgarnituur en breeden kraag. Filetmotieven en open zoomen zijn de eenige garneering van dit costuum van witte voile. De rok en blouse zijn geheel met elkaar in overeenstemming; zoowel op zij, van voren als van achteren vertoonen zij smalle plissee- plooien. In het midden zijn de filetmotieven aangebracht, die door open naden -vastgazet worden. De hals wordt afgiet met een kraag van dezelfde stof, waarvan de wijdte door zoompjes wordt ingehouden. Aan de mouwen wordt op dezelfde wijze een manchet aange bracht. Voorts wordt het costuum gecompleteerd door een smallen ceintuur. Afb. 3. Elegant costuum met volantgarnituur en breeden kraag. (Benoodigd materiaal: on geveer 41/2 M. stof 110 c. M. breed.) Dit luchtige costuum van crepe marocain wordt gegarneerd met open zoomen en volants. Terwijl het voor- en achterpand -uit een stuk bestaat, zijn de zijpanden uit twee stukken stof samen gesteld, die in de taille aan elkaar gezet worden. De rok is van boven met twee, van onderen met drie smalle volants gegarneerd. Ook de en rood. Uok rood en zwait maken een aardig effect. De slabbetjes worden van ouderen breed, op zij smaller gezoomd en langs den hals n.ct een aardig randje afgewerkt. Afb. 13 u. 14. De hier afgebeelde jabot-kraag zoowel als de ronde kraag zijn gemaakt van glas-batist en versierd met haakmotïefjes. Aan de jabot zijn de hoeken met een grooter motief van hoekigen vorm versierd, terwijl aai d*n ronden kraag kringen in vier verschillende grootten aan gebracht zijn. Men kan deze motieven in luchtig haakwerk met het fijnste haakgaren zelf irrken of men kan ook kantstukjes inzetten. De ronde kraag, dje voor kinderen be stemd is, heeft als omranding een eenvoudig boogkantje in haakwerk, terwijl de jabot afgewerkt is met een luchtig kantje. Het kantje bestaat uit vier toeren, waarbij de laatste toer, die ook picotjes heeft, uit dubbele stokjes bestaat. Afb. 15. Naaitafelkleedje met eenvoudig borduurwerk. Dit practische naaitafelkleedje heeft een onbewerkt midden gedeelte en heeft alleen de uiteinden van een modern borduurwerkje. De geschulpte rand heeft de vorm van het borduurwerk. Het materiaal zoowel als de kleuren van het borduursel, worden natuur lijk gekozen naar de overige kleuren van de kamer. Al naar het materiaal bewerkt men het met wol of parelgaren. Afb. 13. Jabotkraag met Afb. i*. Ronde kraag met hoekmotieven, en gehaakte gehaakte kant en gehaakte kant Hierbij afb. 12. motiefjes. Afb. 15. Naailafelklecdje met eenvoudig borduurwerk.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1924 | | pagina 10