1 VOOR DE VROUWEN. Jetwat onpraclische ruimte door schotten in afdeelingen is gesplitst. "Wïe al die poortjes, waarbij do oude omgeving niet ontbreekt, bekijkt, bewon dert niet alleen het geduld en het talent van Bavelaar, die heel waf uren aan ieder kunstwerkje ral hebben besteed, maar moet ook onwillekeurig denken: jammer, dat van al die 7 poorten er nog maar 2 over zijn. Ja, ik weet wel: men heeft mensehen, die meer dan een halve eeuw met hun tijd ten achter boutweg zeggen: ruim die sta-in-den-wegs maar op. Wie evenwel iets voelt voor een historisch stadsbeeld, voor het karakteristieke aanzien onzer ge meente en voor de schoonheid van oude bouwwerken, hij moet betreuren, dat een onnadenkend voorgeslacht zooveel moois eenvoudig opruimde, instede van te trach ten, het bij de nieuwe behoeften te doen aanpassen. Speciaal wat de poorten be treft, had men immers de stadsuitbreiding indertijd wel zóó kunnen leiden, dat het verkeer er ook omheen had kunnen gaan, gelijk bij de Morscjipoort klaarblijkelijk geschied is en wellicht bij de Zijlpoort nog mogelijk zou zijn. Men brak echter maar af, wat makkelijker was. En zie nu die Bavelaar-poortjes, welker natuurgetrouwheid men kan afleiden uit de vergelijking van de twee gespaarde poorten, met hun miniatuur-collega's. Is het niet jammer, dat de origineelen voor 't meexendeel uit het stadsbeeld verdwe nen'? Zij zullen nog soliede genoeg ge weest zdjn en. hadden moeten blijven ge tuigen van bet verre vérleden" onzer stad, met wier roemruchte historie zij immers saamgeweven waren. Leiden zou er boven dien menig karakteristiek plekje meer door gehad hebben en misschien wel eenig in ons land gebleven zijn. Enfin, laten we Bavelaar dankbaar we zen, dat we de Leidsche poorten ten minste in conterfeitsel nog hebben. Do ijverige man heeft zich iutusschen niet alleen tot de poorten bepaald; er staan in die bovenzaal meer dai> 30 „Bavelaartjes", gelijk deze knutselwerkjes in de wandeling heeten. Men vindt er o.a. 's-Gravenstein-(snijwerk in been), De La- kelhal (id.), gezicht van uit de Lamme- fichans op Leiden (bout en ivoor), de Mui- derpoort te' Amsterdam (been), verder voorstellingen van landschappen, strand gezichten, boerenerven, herbergen met en zonder gasten, binnenkamers, een kraam kamer, enz., allemaal bet bezien over waard, vooral wanneer men zich do moei te .wil geven op de zorgvuldige afwerking der onderdeelen te letten. Alles werd zoo veel mogelijk „afgemaakt, al was dit nog zoo moeilijk of tijdroovend. Interessant is voorts een in de „zilver- kamer'' hangend notenhouten kastje voor predikbeurtenbriefjes er steekt er een in van 11 April 1819 met bovenin ins gelijks een „Bavelaar", voorstellend liet intérieur van een Protestantsch kerkje tij den dienst: dominétje in den preekstoel, menschjes in do banken, enz. Verbazend aardig! Waarom bet evenwel zoo afzon- QL-rujK nuugr, vermag ix niet in ie sien. Aan zoo'n rustig en artistiek thuis werker als Bavelaar zijn zoon en ande ren volgden hem in zijn snijwerk na, doch met minder succes herinneren ook de twee callegrafische quitanties voor schooi en leergeld, afgegeven in 1680 en '90 door de „schoolmeesters" J. Heuvelman en M. Petit. Ze liggen in 't oude gebouw in de vitrine tegenover de kast met do maske rade-pakken van mr. Halbertsma de quitanties wel te verslaan, niet derzelver vervaardigers, die er een groeve van hun schrijfkunst mee gaven. Wat 'n sierlijke krullen trokken zij ten papiere! Een lieve lust om te zien. Nu is 't tegenwoordig nog wel denkbaar, dat men voor een of andere feestelijke gelegenheid zoo mooi schrijft, maar voor een quitantie.Dat gaat thans roef-roef-als-'(-maar-klaar-Is. En toch zullen Heuvelmans en Petit er heel wat zoo keurig geschreven hebïien, want zij moesten natuurlijk al hun cliënten over één kam scheren, anders mochten deze zich eens verongelijkt gevoelen en hun kinderen bij* een ander ter schole doen, die bun penningen beter bleken te waar deer en. 't Zou wei aardig wezen te weten, hoe dezo twee quitanties, indertijd geenszins zeldzaam, als eenig overgebleven exem plaren in onze Lakenhal verzeild zijn ge raakt. Zeker afkomstig uit de archieven van een secure familie. Nu we 't toch over schoolzakcn heb ben, eigenaardig zijn de twee houten schooltasschen; de eene heeft op den schuifdeksel een molen geschilderd, van do andere zijn do zijkanten besneden. Zoo maakten onze vaderen beide tasschen, beter gezegd doozen, zijn uit de 18e eeuw van alles voorwerpen van kunstnijver heid. Wie zou er nu nog aan denken, van een schooltasch zooveel werk te maken. De afdeeling schoolzaken hoofdstuk VIII van den catalogus bevat nog wat bijzonders: drukwerk uit het midden der 15e eeuw, 4- pagina's, n.I. uit een ouden druk der grammatica van Gallus, zóó merkwaardig, dat er over geschreven werd in do Handelingen der „Mij. van Nederl. Letterkunde". En hoe zijn dio pagina's be waard gebleven? Als opvulling gelijk we nu in den rug van oudo boeken nog wel stukken krant enz. van jaren her vinden in den band van een lijst van weeskin deren uit het H. Geesthuis. Op gelijke wij ze, verborgen in den band van een reke ningenboek dic-r instelling, werden gevon den 4 pagina's van een Latijnsch hand- thrift uit het einde der 15de eeuw. Tus- echen glas worden deze kostelijke vondsten geëxposeerd. Van handschriften gesproken, een vi trine vol geschreven boeken herinnert ens Jti een der zijzalen boven (oude gebouw) aan de voormalig Rconische kerken en kloosters in Leiden. Men vindt daar b.v. groofe muziekboeken uit de Pieterskerk, blijkbaar gediend hébbende voor den Grcgoriaanschen koorzang. Ze zijn nog in 't midden der 16e eeuw geschreven cïoor den musiciis Antonius de Blauwe, die óf veel tijd moet gehad li ebben óf heel vlug met dat werkje overweg kon. Soms zou men dit laatste wel zeggen, want erg ge lijkmatig was zijn arbeid niet altijd. Mooier zijn de geschreven werken (mis boeken, enz.) uit eenige kloosters en 't al lermooist is het getijdenboek, als no. 949 gecatalogiseerd. Dit is een 15do eeuwsch handschrift op perkament; van de 818 bladzijden zijn er 307 keurig beschreven; de tekst is in twee kolommen, met begin letters in rood en blauw, benevens een ranke randversiering. De herkomst van dit boekske, waarvan do bezitter gewis met welgevallen moet. hebben gebruik ge maakt, is niet met zekerheid bekend; t' zal wel uit oen der kloosters afkomstig zijn. Blijkens een aanteekening op bet derde blad behoorde dit handschrift reeds in de 17de eeuw aan de stad Leiden en 't is on getwijfeld zijn schoonheid, welke het steeds de noodige zorg deed vinden. Aan den Roomschcn tijd der Sleutel stad herinneren o.m. nog de volgende voorwerpen: een bronzen misschel uit 1565, afkom stig uit het.Hniszittenhuis; een koperen cachet van het kapittel der St. Pancraskerk; meerdere harsteenen zerken, o.a. een uit de 0. L. Vrouwekerk, in 1909 gevon den bij werkzaamheden onder den school- vloer aan liet Vrouwenkerkhof, waar nog wel meer zerken zullen liggen; een gepolychromeerd eikenhouten Ma donnabeeld (16e eeuw), herkomstig uit de voormalige Jezuïetenkerk aan do Pieters kerkgracht (thans staat er een gymnastiek lokaal) Latijnsclie aflaatbrieven uit 1480 en 1501; een pijpaarden beeldje, voorstellende het Christuskind je, liggende op een kus sen en omgeven door een stralenkrans, gevonden bij 't afbreken van de Koepoort; koperen stempels van het St. Agnieten- klooster, dat gestaan heeft op de Haarlem merstraat naast de O.L. Vrouwekerk, van 't St. Hiëronymusklooster, dat stond ter plaatse van de tegenwoordige Lopsenstraat (Morschweg), van het klooster Mariënhave bij "Warmond en van het Leidsche St. Ui'sula-klooster. Natuurlijk vindt men deze voorwerpen niet bij een vluchtig door 't museum wan delen; er is eenige aandacht voor noodig. Wie deze besteden wil, zal 't zich heuscli niet beklagen AJO. DE VROUW IN DE KEUKEN Wij zijn nu geachte lezeressen. midden ;n den fruiltijd. Aardbeien, Ker sen, Aalbessen, allen lachen ons al tegen, en noodigen tot eten, terwijl binnen kor ten tijd AbricozeD, Perziken en Pruimen ons ook weer zullen doen watertanden. Nu is bet in 't geheel geen kunst, da mes, om zich in de fruit lijd aan fruit te goed te doen. Maar 's winters, een fruitcompote op tafel te brengen, in hun eigen natuurlijke smaak, zonder bijvoe ging van gemaakte stroopjes, ziet, dames, da' wil ik u eens leeren. Nu zult ge wel zeggen: „Nu, dat is een klein kunstje! Wij koopen 's winters voor de tafel een flacon Aardbeien, Kersen, of Africozeneompöt© van een der velecon- servcnfabricken die ons land lijk is, en wo zijn klaar". Jawel, daar geef ik u gelijk in. Maar dit is fruit op stroop, en zonder bijvoeging van water maakt een fabrikant geen stroop voor zijn fruit. Ook kunt u mij zeggen, dat u alle jaren fruit inmaakt in flacons: dat u heckmaal geen fruit 's winters behoeft te koopen; dat u geen fabrikant noodig hebt om fruit in te maken; dat u het zelf veel beter kunt dan de fabrikant; dat u die methode geleerd hebt op de vakschool, en nog veel meer kimt u mij vertellen, waar-, op ik u antwoord: goed, dames, heel goedl Maar, wat u doet, is niet onder ieders bereik. Veronderstel een.?, u is in staat op het oogenblik een groote hoeveel-, ntrid aardbeien ol kersen of bessen te koo pen voor weinig geld. U weet hoe gij fruit volgens gewone methoden moet inmaken (in weckflessehen b.v.), maar er is veel suiker voor noodig, en dat is voor u een uitgave, die boven uw begrooting uitgaak Dus: geen fruit koopen... Of, nog an ders, u bezit zelf een of meer kersenboo- men en aardbeienplan ten en Lessens trui ken, te veel fruit om zelf to gebruiken, en te weinig om te verkoopen Nu zoudt ge dit teveel fruit wel willen' bewaren, maar zooveel suiker kan er niet af, ook bezit ge geen weckmateriaal. Dusook weer een tegenvaller. Ziehier, dames, een methode, om uw fruit te bewaren, die onder ieders bereik ligt. Men heeft daar voor noodig ledige augurkenflesschen met wijden hals, of andere wijdhals-flesschen, en eenige var kens- of kalfsblazen. Men zwavelt de fles schen. eerst goed uit en vult ze met schoon gemaakte aardbeien of kersen (deze laat- sten van hun steel ontdaan). Men doet nu op iedere flesch twee eetlepels suiker en één lepel moutwijn (50 bindt er een stukje geweekte blaas overheen, wikkelt de flesschen in een weinig hooi en zet ze in een groote pan met koud water op het vuur. Als nu bet water begint te koken, laat men de flesschen precies een half uur koken, met gedekte pan. Daarna neemt men de pan van het vuur en laat do fles schen wat bekoelen. Men neemt ze er dan een voor een uit, prikt met een stop naald een gaatje in de blaas (die bol op de flesch staat), het gas ontsnapt direct, bindt dan 6poedig een andere blaas er over been en zet de flesschen in kelder of provisiekast. Met deze methode te volgen, zult go bereiken, dat gij uw fruit droog in de flesschen krijgt en gekookt vindt gij uw fruit terug in ,de flesschen staande onder hun eigen sap. Dit beeft do lepel alcohol gedaan, die gij bij uw fruit ge voegd hebt. Nog een goedkoopere metbode. is de vol gende. Schaft u ledige dropsflesschen aan, die gij bij iederen kruidenier voor weinig geld kunt krijgen. Kersen, aardbeien, bes sen, pruimen, abrikozen, enz. worden even in water opgeweld, zoodat zo maar net kooken. Dan met water en al in de uitge- zwaveldo flesschen gedaan. Nu legt men op de vruchten een omgebogen stukje car ton. Daarop een stukje gezwaveld linnen (in iederen drogistwinkel verkrijgbaar), hetwelk men aansteekt, zoodat de zwavel goed brand, en dan direct een geweekte en droog uitgeknepen blaas op do flesch, en stijf dicht binden. De lucht tusschen de vruchten en do blaas verbrandt en de blaas trekt in. Dit is een teeken dat de flesch luchtledig is. Zoo kunt u liet fruit wel 2 of 3 jaar bewaren. Én, als u het fruit wilt gebruiken,.dan kookt u het nat met wat suiker op en giet het over het fruit. Of, wilt u een goede compote maken, kook dan het sap op met i pond suiker op een liter sap. Giet dezen siroop kokend over bet fruit en laat het koud worden. Dezo twee methodes zijn, dunkt me, voor n allen uitvoerbaar, zoowel wat tijd als wat kosten betreft. Dus maar eens de proef er van genomen. Ik weel zeker, dat liet u bevallen zal. L. G. BOL. SOEPEN, Bij ons in Holland woitlt over "lint alge meen heel weinig soep gegeten. Ik bedoel hiermee niet de erwten- en bruine boo- nensoepen, die het li eele maal vormen en die juist iets speciaal Hollandseh zijn, maar ilc meen het opwekkende, lieete bordje soep dat een. „joyeuse entree" is voor ons wintermaal, dat vooral door de peperdure groenten van deze weken, meestal niet veel afwisselinsr biedt. Juist in den winter wanneer wo selderij, bieten, uien, knollen en allerlei kool kunnen krij gen is het maken van een geurige, voed zame soep niet moeilijk. Voor een huis vrouw niet het ware koolc-instinct zal het mogelijk zijn een maand lang iederen dag een andere soep op te dissehen. In veel gezinnen wordt er ailijd bouillon voorhan den gehouden, omdat men b.v. toch een fornuis stookt," en de bouillon dan op een hoekje van het fornuis kan trekken. Het is evenwel absoluut niet noodig om voor iedere soep als basis bouillon te ge bruiken. Ge kunt gerust gewoon, water nis grondstof nemen met allerlei groenten, maar voeg dan tot slot wat melkboter, wat_ room of een paar eidooiers toe. Om deze soort soepen lekker klaar te maken moe ten we eigenlijk zoo'n gezellige glimmend geglazuurde Fransche marmite hebben. Van buiten .zijn. ze donkerbruin of goud geel en van binnen m?estal wil. Ge kookt en trekt de soep in deze marmile en dient ze er ook in op. Hieronder volgt een recept: R o o m s e 1 d e r ij s o e p. 1 bos selderij, ons rijst, 1 Liter wa ter of bouillon, V\ Liter melk, zout, peper enz., 2 eidooiers, 1 ons boter. Gebruik al het wit van de selderij en het lichte groen der bladeren, wasch het en snijdt het in kleine stukjes. Doe de selderij in kokend gezouten water, laat ze 10 minuten kolen,, giet het water eraf en spoel ze na in koud water. Smelt nu do helft van de boter in de marmite, doe er de selderij bij en laat het heel zachtjes stoven gedurende 15 minu ten. Doe er vervolgens het water en de lijst bij. Roer todat het kookt, voeg zout bij en laat het zachtjes trekken totdat de selderij gaar is (na pl.m. 1 uur). Wrijf zooveel als mogelijk is de selderij door een zeef en doe de puree in bet water waarin het gekookt is. Doe nu do eidooiers die met de melk zijn geldopt er bij, roer tcdat bet zéér heet is, maar laat liet niet koken. De rest der boter voegt ge bij de soep even voor ze wordt opgedaan. Boter en melk Melk en boter zijn producten, welke in onze keuken met de meeste omzichtigheid behandeld dienen te worden. Voor de melk moe'en wij altijd een aparte nielk- pan in gebruik hebben. Melk mogen wij ook nooit in do iyibijkcid van uien of andere sterkriekende stoffen bewaren. Voor boter geldt hetzelfde. Zij is zelfs nog gevoeliger dan melk. Zoo sterk dat zelfs de invloed van licht op boter zeer nadeelig werkt, hoe donkerder zo dus be waard wordt, hoo lekkerder. In de zuivelfabrieken gebeurt liet wel, dat de boter langen tijd in het lichte lo kaal blijft staan, voordat ze naar den don keren boterkelder wordt overgebracht. Boter moet geen minuut langer aan het licht bloot gesteld worden dan noodzake lijk is. Ook do winkelier n\ag hierop wel letten. In do opslagruimten is electrisch licht aan te bevelen; petroleumlicht o. d. dio reukstoffen afgeven, gehruike men liever niet. Ook in de huishouding l>ehoor- de de boter in het donker bewaard te worden. Soms kunnen klachten over kwa liteit der boter 't gevolg zijn van nalatig heid van den verbruiker in dit opzicht. Een goedkecpe bolcrkcefer Als 't zoo \yarm is, weten wo geen raad om de boter een weinig hard to houden, zo wordt s-orns zóó dun dat je ze met een lepel schoppen kan. Om ons een boterkoe- ler aan te schaffen schiet er niet op ovqr, maar toch een. imitatie maken kun nen wo wel. Neem een grooten bloempot en maak hem van huiten en van binnen goc-d schoon, zet dan de boter, die ge*koel wilt hóuden op een groot soepbord in koud water. Maak den bloempot door en door nat en plaats hem dan over do boter, Het water in het bord moot den rand van den bloempot rondom raken, het trekt dan ge heel door den bloempot lieen en houdt de "boter koel. NUTTIGE WENKEN- Muggebeten. De muskieten- en muggeplaag is ook in ons land een van dio kwellingen, waar door de zomer voor menigeen wordt ver gald. Met de zomerwarmte komen dan ook weer de klachten over anuggeheten. Nu geven de steken van onze muggen geluk kig geen malaria, ofschoon er onder deze lastige diertjes ook wel degelijk de ma laria veroorzakende anopheles kan voor komen. Do muggebeet, vergiftig of niet, kwelt den persoon dio gestoken wordt. Men krabt en maakt liet daardoor erger inplaafs van beter. Zooals overal is ook bij muggebeten voorkomen beter dan jenozen en dat men zich er steeds, maar vooral in do laatste tijden, heeft op toegelegd middelen te vin den, die de muggen er van terughouden hun venijn in de menschelijke huid te enten, staat in verband met de last die nruggebeten veroorzaken. Een goed voorbehoedmiddel is het „anti- mustikol", door de Amsterdamsche che mische fabriek te Amsterdam in den 'han del gebracht. Dit middel zal niet alleen in ons land maar ook in Indië zeker met open armen ontvangen worden. Een van do eerste goede oischenschappen is, dat hot onschadelijk is, dus geene vroor den mengch; en diens huid nadeelige bestand- deelen bevat. Integendeel, het maakt do huid zacht. Om geen hinder van muggen en muskieten te hebben, wrijve men de huid met eenige droppels anti-muskitol goed in, en droge haar met een handdoek goed af. Evenals de vleermuis kan dus het anti na uo)oj5jsnra .rap puefu uaa sje jojpjsnui muggen worden beschouwd. Verhuizen. Het. is een groot gemak om, wanneer ge gaat verhuizen; labels te koopen van ver schillende kleuren. Ge kiest nu voor iedere kamer een kleur, blauw voor de huiska mer, wit voor de keuken, geel voor de slaapkamer, enz. AKe artikelen, meubelstukken, huishou delijke voorwerpen enz. uit één kanier worden voorzien van een label in de kleur dio ge er voor uitzoekt. Aan de verhuizers'geeft ge nu een lijst Tan de kleuren en do kamers en op die manier kunnen ze zonder verderen uitleg alles in de goede vertrekken zetten wat heel wat werk en heen en weer loopen spaart. Verlakte schoenen. Verlakte schoenen" hebben altijd v$el neiging tot barsten. Wanneer ge een paar verlakte schoenen gekocht hebt doe ze dan vooral n'iet direct aan, maar smeer ze met wat vaseline in en laat zo zoo ongeveer een week staan. Hierdoor wordt het leer zacht en zal het niet zoo gauw barsten. Onderhóudc-n doet ge het best met gewone witte was. Wanneer het zeer koud is, warm dan do verlakte schoenen, voor ge ze aantrekt met uw handpalm. Gcedkcop wasschen. Wilt gij de helft van de zeep, die ge anders noodig hebt voor uw wasch, be sparen, snijdt dan, den dag tevoren, de zeep in kleine stukjes en doe er zooveel -kokend water bij, dat de stukjes net on der liggen. Roer den volgenden dag het heel vette zeepsop door elkaar en doe er dan zoo veel kokend water bij, als gij noodig hebt. Matras-overtrekken. Een matras wordt gauw vuil, wanneer bij onbedekt is. Het is daarom practisch om voor de matrassen een overtrek to ma ken van ongebleekt katoen. Hit overtrek moet twee a driemaal in het jaar gewas- schen worden. Voor de ziekenkamer. Een zieke kan soms veel hinder hebben van het tikken van een horloge en meestal zal hij toch graag willen weten hoe kat het is. Wanneer ge het horloge onder een tumbler zet, dan zal het tikken on hoorbaar zijn. Onze aanrecht Boen uw granieten of marineren recht bank nooit met zeep af, dat maakt het op den duur vet. Soda, zout en een tikje bleékpoeder zijn veel beter er voor. Ebbenhout. Ebbenhout, dat dikwijls wordt gebruikt voor toiletgarnituren, wordt het beste on derhonden door een beetje olijfolie te ge bruiken, wrijf dit er goed in en boen het na met een zacht en lap. Open randjes. Wanneer ge in een kleed een open rand wilt maken en er daarvoor draden uit moet trekken, is het verstandig, om het goed met een klein nagelborsteltje, dat go over een stuk zeep hebt gewreven, te be vochtigen. De draden zullen nu veel ge makkelijker uitgetrokken kunnen worden en niet breken. cse«eesoo«cëoceof0a«ë*e»*3*«t. Voor Huis en Hof WAT IEDERE MAAND TE DOEN GEEFT (lste hol ft Juli.) (Nadruk verboden.) De eerste verschijnselen van de aard appelziekte zijn er reeds, terwijl wij dit schrijven, Men houdo zich dus voor de bespuiting gereed of passé ze reeds toe: 2 öf 3 maal, om. de 2 a 3 weken, is meestal noodzakelijk. Besproei niet bij erg zonnig of erg winderig woer, dan zou het blad gevaar loopen, Men kan sproeien met Bordeauxsche of met Bourgondische pap. De ccv.dc bereidt men door sanieni van kopervitriool en versch pcU' kalk, ieder afzonderlijk aangemJf water: in 100 Liter vloeistof ma/, a 2 K G. kopervitriool en 1 a l i/ft: kalk: de kalkhoeveclheid als kalk berekend. Bourgondische °ngeb!u bereid met 2 K.G. kopervitriool JY> watervrije Soda (Sodex) op 100 L Indien kopervitriool en'Sodex in d/ verhouding er in voorkomen en ov/j ook een goede pap vormen, dan j1- Normaal pappoeder wegens de eom!i lijkheid in het gebruik aan te hevel»! Met Juli is de tijd voor koolzaadoöaf gebroken. Men bedenke bij deze' zaamlteden, dat het koolzaad üefs| e zijn volle rijpheid worde afgesneden dat anders door het opcnspringcn' hauwen licht verlies optreedt. ]k oogst, liet snijden der wintergerst vlasplukken geschieden eveneens m maand Op de bietenvelden kan de nog goede diensten bewijzen. Bieten, rd aardappelen, enz. heeten niet ten onrtó liakvruchten. Men denke bij liet built? was aan wat de volksmond zegt; uw hak en ga akker besproeien maal ophakken is eenmaal besproeien Een goede ophakking staat gelijk n# weldadigen regen Op een onzer proeft den was de proef genomen met één. meermalen bekakken; de uitkomsten' 5 perceelen waren, als volgt: éénia bakken: 15.020 K.G,; tweemaal: igj K.G.; driemaal: 24.371 K.G.; vierii 28.145 K.G.vijfmaal 29.480 K.G. zeer groote voordeel der bewerking} wel in het oog De velden, bi voor koolzaad, moeten in deze worden toebereid, daar liefst vóór nü Augustus dit zaad dient gezaaid (101 St. Laurentiusdag) Op de velt waar vroeger aardappelen hebben ge^ kan met goed gevolg boerenkool geplant; in de omgeploegde roggeslopj kunnen nog spurrie of i den gezaaid. In de sloppels van zaad is het uitstekend wikken, erwten lupinen te zaaien voor groen bemesting humus- en stikstofverrijking der k voor Joonen dezen arbeid en onkosten; hooge mate. In den hof: Er lieerscht al appels- en perenschurft, waarvoor aanbevelen een bespuiting der boomen: Californische pap (zwavel-kalkpap) IJ pap op 40 deelen water. Pereboomen men ook behandelen met Bordeaux pap; appelboooncn thans niet meer (wt! 't voorjaar) omdat nu verbranding van' blad en afval der vrucht het gevolg zijn. Velschillende gewassen zijn s> aangetast door bladluizen, b.v. de woHi Men passé' een bespuiting toe met spiritus en groene, zachte zeep (2 E.( bij rozen en andere gevoeliger gewas is halve sterkte voldoende. Meeldai een zwam o.a. bij de druif vöorkoma bestrijdt men met bestuiving van mi Komen in uw pruimeboomen spinseka voor van de „ra gr ups" dan is aanwend van Parijschgroen liet middel Will: weten, hoe in al die gevallen precie' handelen, wend U dan tot uw Tuint® consulent of een controleur van den Fr tenziektenkundi"cn Dienst als er een uw streek woont; anders rechtstreeks) genoemden Dienst te "Wagehingen. Zie uw tuin kool en andere gewassen gerei na om de rupsen te vangen, voordat bi in grooten getale zijn en reeds sc hebben gedaan. Plant nu kool, prei, deri- later andijvie- doe het 'savonds, giet flink. Men kan ook nog radijs zaai en knollen en veldsla; voorts kronsla, dijvie en worteltjes en wie veel van 4: pers en i eulen houdt, kan de vroege ten nu weer leggen. Oocst de augué geregeld voor de inmaak, en haal 'les, lotten en uien uit den grond. Snijd i ranken (uitloopers) van uw aardb# ten, waarmee rre, zoo gewenscht, n® bedden kunt aanleggen. Geef nu to® goed acht op de slakken (ze zijn loN want zo leggen nu eieren. ZAAIEN VAN TWEEJARIGE EN VASTE PLANTEN. De vroegst bloeiende planten geven in het algemeen het meeste voldoening,® dat zo ons vertellen, dat de lange, fo? zellige winter ten einde is en dat de mer, waarvan we zooveel verwachten, in aantocht is. He.t is daarom te betreuren, dat er de liefhebbers nog zoo weinig tweejtf bloemplanten gekweekt worden, tear nog, daar er zooveel heel leuke, bloeiende soorten bij zijn. Echte tweejarige planten zijn die, bloeien en zaad geven en dan sterven,! het jaar volgende op dat waaria ze zaaid zijn. Heel goed gaat deze regel niet op,' we hebben ook vele planten, die als ff* vroeg genoeg zouden zaaien, in hst^ jaar nog bloemen geven zouden. planten kweeken we dan als tweejarigs w. z. we zaaien zo zoo laat, dat ze de jaar niet meer kunnen bloeien. 0^ gens zijn er ook vele z. g. tweejarige F- ten, die we wel een jaar of vijf hoi)- kunnen, als de winters niet te Et zijn of als we zo op een beschutte P2' zetten, tot dezulken bekooren o. leeuwebekjes, de duizend schoenen w" thus barbatus), de muurbloemen, pak, nudicaulc, Ancbusa Capensis (Kwf- vergeet-mij-niet) en nog andere. De beste tijd voor liet zaaien 1 jarige en vaste planten is in de maS Juni—Juli en Augustus. De muurbloemen, die zich met hui ge bloemtakken en bun heerlijken,ge", zeer goed leenen om in de kamer ge te worden, kunnen nu zoo spoedig®10^, worden gezaaid. Men kan het gerustia vollen grond doen, mits ze in dcu een" weinig beschut staan tegen de s ste winden. Men heeft verschillen 0 ten in diverse hoogten en hoe we. cr woordig ook verschillend ge kleur' 0_ teiten van bestaan handhaaft de 0,1 sche roode zich nog het best. Nog een zeer oudcrwetsolio, ir-a&r

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1924 | | pagina 8