1 VOOR DE VROUWEN.
Jetwat onpraclische ruimte door schotten
in afdeelingen is gesplitst.
"Wïe al die poortjes, waarbij do oude
omgeving niet ontbreekt, bekijkt, bewon
dert niet alleen het geduld en het talent
van Bavelaar, die heel waf uren aan ieder
kunstwerkje ral hebben besteed, maar
moet ook onwillekeurig denken: jammer,
dat van al die 7 poorten er nog maar
2 over zijn.
Ja, ik weet wel: men heeft mensehen,
die meer dan een halve eeuw met hun
tijd ten achter boutweg zeggen: ruim
die sta-in-den-wegs maar op. Wie evenwel
iets voelt voor een historisch stadsbeeld,
voor het karakteristieke aanzien onzer ge
meente en voor de schoonheid van oude
bouwwerken, hij moet betreuren, dat een
onnadenkend voorgeslacht zooveel moois
eenvoudig opruimde, instede van te trach
ten, het bij de nieuwe behoeften te doen
aanpassen. Speciaal wat de poorten be
treft, had men immers de stadsuitbreiding
indertijd wel zóó kunnen leiden, dat het
verkeer er ook omheen had kunnen gaan,
gelijk bij de Morscjipoort klaarblijkelijk
geschied is en wellicht bij de Zijlpoort
nog mogelijk zou zijn. Men brak echter
maar af, wat makkelijker was.
En zie nu die Bavelaar-poortjes, welker
natuurgetrouwheid men kan afleiden uit
de vergelijking van de twee gespaarde
poorten, met hun miniatuur-collega's. Is
het niet jammer, dat de origineelen voor
't meexendeel uit het stadsbeeld verdwe
nen'? Zij zullen nog soliede genoeg ge
weest zdjn en. hadden moeten blijven ge
tuigen van bet verre vérleden" onzer stad,
met wier roemruchte historie zij immers
saamgeweven waren. Leiden zou er boven
dien menig karakteristiek plekje meer
door gehad hebben en misschien wel
eenig in ons land gebleven zijn.
Enfin, laten we Bavelaar dankbaar we
zen, dat we de Leidsche poorten ten
minste in conterfeitsel nog hebben.
Do ijverige man heeft zich iutusschen
niet alleen tot de poorten bepaald; er
staan in die bovenzaal meer dai> 30
„Bavelaartjes", gelijk deze knutselwerkjes
in de wandeling heeten. Men vindt er o.a.
's-Gravenstein-(snijwerk in been), De La-
kelhal (id.), gezicht van uit de Lamme-
fichans op Leiden (bout en ivoor), de Mui-
derpoort te' Amsterdam (been), verder
voorstellingen van landschappen, strand
gezichten, boerenerven, herbergen met en
zonder gasten, binnenkamers, een kraam
kamer, enz., allemaal bet bezien over
waard, vooral wanneer men zich do moei
te .wil geven op de zorgvuldige afwerking
der onderdeelen te letten. Alles werd zoo
veel mogelijk „afgemaakt, al was dit nog
zoo moeilijk of tijdroovend.
Interessant is voorts een in de „zilver-
kamer'' hangend notenhouten kastje voor
predikbeurtenbriefjes er steekt er een
in van 11 April 1819 met bovenin ins
gelijks een „Bavelaar", voorstellend liet
intérieur van een Protestantsch kerkje tij
den dienst: dominétje in den preekstoel,
menschjes in do banken, enz. Verbazend
aardig! Waarom bet evenwel zoo afzon-
QL-rujK nuugr, vermag ix niet in ie sien.
Aan zoo'n rustig en artistiek thuis
werker als Bavelaar zijn zoon en ande
ren volgden hem in zijn snijwerk na, doch
met minder succes herinneren ook de
twee callegrafische quitanties voor schooi
en leergeld, afgegeven in 1680 en '90 door
de „schoolmeesters" J. Heuvelman en M.
Petit. Ze liggen in 't oude gebouw in de
vitrine tegenover de kast met do maske
rade-pakken van mr. Halbertsma de
quitanties wel te verslaan, niet derzelver
vervaardigers, die er een groeve van hun
schrijfkunst mee gaven. Wat 'n sierlijke
krullen trokken zij ten papiere! Een lieve
lust om te zien. Nu is 't tegenwoordig nog
wel denkbaar, dat men voor een of andere
feestelijke gelegenheid zoo mooi schrijft,
maar voor een quitantie.Dat gaat thans
roef-roef-als-'(-maar-klaar-Is. En toch
zullen Heuvelmans en Petit er heel wat
zoo keurig geschreven hebïien, want zij
moesten natuurlijk al hun cliënten over
één kam scheren, anders mochten deze
zich eens verongelijkt gevoelen en hun
kinderen bij* een ander ter schole doen,
die bun penningen beter bleken te waar
deer en.
't Zou wei aardig wezen te weten, hoe
dezo twee quitanties, indertijd geenszins
zeldzaam, als eenig overgebleven exem
plaren in onze Lakenhal verzeild zijn ge
raakt. Zeker afkomstig uit de archieven
van een secure familie.
Nu we 't toch over schoolzakcn heb
ben, eigenaardig zijn de twee houten
schooltasschen; de eene heeft op den
schuifdeksel een molen geschilderd, van
do andere zijn do zijkanten besneden. Zoo
maakten onze vaderen beide tasschen,
beter gezegd doozen, zijn uit de 18e eeuw
van alles voorwerpen van kunstnijver
heid. Wie zou er nu nog aan denken, van
een schooltasch zooveel werk te maken.
De afdeeling schoolzaken hoofdstuk
VIII van den catalogus bevat nog wat
bijzonders: drukwerk uit het midden der
15e eeuw, 4- pagina's, n.I. uit een ouden
druk der grammatica van Gallus, zóó
merkwaardig, dat er over geschreven werd
in do Handelingen der „Mij. van Nederl.
Letterkunde". En hoe zijn dio pagina's be
waard gebleven? Als opvulling gelijk
we nu in den rug van oudo boeken nog wel
stukken krant enz. van jaren her vinden
in den band van een lijst van weeskin
deren uit het H. Geesthuis. Op gelijke wij
ze, verborgen in den band van een reke
ningenboek dic-r instelling, werden gevon
den 4 pagina's van een Latijnsch hand-
thrift uit het einde der 15de eeuw. Tus-
echen glas worden deze kostelijke vondsten
geëxposeerd.
Van handschriften gesproken, een vi
trine vol geschreven boeken herinnert ens
Jti een der zijzalen boven (oude gebouw)
aan de voormalig Rconische kerken en
kloosters in Leiden. Men vindt daar b.v.
groofe muziekboeken uit de Pieterskerk,
blijkbaar gediend hébbende voor den
Grcgoriaanschen koorzang. Ze zijn nog in
't midden der 16e eeuw geschreven cïoor
den musiciis Antonius de Blauwe, die óf
veel tijd moet gehad li ebben óf heel vlug
met dat werkje overweg kon. Soms zou
men dit laatste wel zeggen, want erg ge
lijkmatig was zijn arbeid niet altijd.
Mooier zijn de geschreven werken (mis
boeken, enz.) uit eenige kloosters en 't al
lermooist is het getijdenboek, als no. 949
gecatalogiseerd. Dit is een 15do eeuwsch
handschrift op perkament; van de 818
bladzijden zijn er 307 keurig beschreven;
de tekst is in twee kolommen, met begin
letters in rood en blauw, benevens een
ranke randversiering. De herkomst van
dit boekske, waarvan do bezitter gewis
met welgevallen moet. hebben gebruik ge
maakt, is niet met zekerheid bekend; t' zal
wel uit oen der kloosters afkomstig zijn.
Blijkens een aanteekening op bet derde
blad behoorde dit handschrift reeds in de
17de eeuw aan de stad Leiden en 't is on
getwijfeld zijn schoonheid, welke het
steeds de noodige zorg deed vinden.
Aan den Roomschcn tijd der Sleutel
stad herinneren o.m. nog de volgende
voorwerpen:
een bronzen misschel uit 1565, afkom
stig uit het.Hniszittenhuis;
een koperen cachet van het kapittel der
St. Pancraskerk;
meerdere harsteenen zerken, o.a. een
uit de 0. L. Vrouwekerk, in 1909 gevon
den bij werkzaamheden onder den school-
vloer aan liet Vrouwenkerkhof, waar nog
wel meer zerken zullen liggen;
een gepolychromeerd eikenhouten Ma
donnabeeld (16e eeuw), herkomstig uit de
voormalige Jezuïetenkerk aan do Pieters
kerkgracht (thans staat er een gymnastiek
lokaal)
Latijnsclie aflaatbrieven uit 1480 en
1501;
een pijpaarden beeldje, voorstellende
het Christuskind je, liggende op een kus
sen en omgeven door een stralenkrans,
gevonden bij 't afbreken van de Koepoort;
koperen stempels van het St. Agnieten-
klooster, dat gestaan heeft op de Haarlem
merstraat naast de O.L. Vrouwekerk, van 't
St. Hiëronymusklooster, dat stond ter
plaatse van de tegenwoordige Lopsenstraat
(Morschweg), van het klooster Mariënhave
bij "Warmond en van het Leidsche St.
Ui'sula-klooster.
Natuurlijk vindt men deze voorwerpen
niet bij een vluchtig door 't museum wan
delen; er is eenige aandacht voor noodig.
Wie deze besteden wil, zal 't zich heuscli
niet beklagen
AJO.
DE VROUW IN DE KEUKEN
Wij zijn nu geachte lezeressen.
midden ;n den fruiltijd. Aardbeien, Ker
sen, Aalbessen, allen lachen ons al tegen,
en noodigen tot eten, terwijl binnen kor
ten tijd AbricozeD, Perziken en Pruimen
ons ook weer zullen doen watertanden.
Nu is bet in 't geheel geen kunst, da
mes, om zich in de fruit lijd aan fruit
te goed te doen. Maar 's winters, een
fruitcompote op tafel te brengen, in hun
eigen natuurlijke smaak, zonder bijvoe
ging van gemaakte stroopjes, ziet, dames,
da' wil ik u eens leeren.
Nu zult ge wel zeggen: „Nu, dat is een
klein kunstje! Wij koopen 's winters voor
de tafel een flacon Aardbeien, Kersen,
of Africozeneompöt© van een der velecon-
servcnfabricken die ons land lijk is, en
wo zijn klaar".
Jawel, daar geef ik u gelijk in. Maar dit
is fruit op stroop, en zonder bijvoeging
van water maakt een fabrikant geen
stroop voor zijn fruit.
Ook kunt u mij zeggen, dat u alle
jaren fruit inmaakt in flacons: dat u
heckmaal geen fruit 's winters behoeft te
koopen; dat u geen fabrikant noodig hebt
om fruit in te maken; dat u het zelf veel
beter kunt dan de fabrikant; dat u die
methode geleerd hebt op de vakschool, en
nog veel meer kimt u mij vertellen, waar-,
op ik u antwoord: goed, dames, heel
goedl Maar, wat u doet, is niet onder
ieders bereik. Veronderstel een.?, u is in
staat op het oogenblik een groote hoeveel-,
ntrid aardbeien ol kersen of bessen te koo
pen voor weinig geld. U weet hoe gij fruit
volgens gewone methoden moet inmaken
(in weckflessehen b.v.), maar er is veel
suiker voor noodig, en dat is voor u een
uitgave, die boven uw begrooting uitgaak
Dus: geen fruit koopen... Of, nog an
ders, u bezit zelf een of meer kersenboo-
men en aardbeienplan ten en Lessens trui
ken, te veel fruit om zelf to gebruiken, en
te weinig om te verkoopen Nu zoudt ge
dit teveel fruit wel willen' bewaren, maar
zooveel suiker kan er niet af, ook
bezit ge geen weckmateriaal. Dusook
weer een tegenvaller.
Ziehier, dames, een methode, om uw
fruit te bewaren, die onder ieders bereik
ligt. Men heeft daar voor noodig ledige
augurkenflesschen met wijden hals, of
andere wijdhals-flesschen, en eenige var
kens- of kalfsblazen. Men zwavelt de fles
schen. eerst goed uit en vult ze met schoon
gemaakte aardbeien of kersen (deze laat-
sten van hun steel ontdaan). Men doet nu
op iedere flesch twee eetlepels suiker en
één lepel moutwijn (50 bindt er een
stukje geweekte blaas overheen, wikkelt
de flesschen in een weinig hooi en zet ze
in een groote pan met koud water op het
vuur. Als nu bet water begint te koken,
laat men de flesschen precies een half uur
koken, met gedekte pan. Daarna neemt
men de pan van het vuur en laat do fles
schen wat bekoelen. Men neemt ze er dan
een voor een uit, prikt met een stop
naald een gaatje in de blaas (die bol op de
flesch staat), het gas ontsnapt direct,
bindt dan 6poedig een andere blaas er
over been en zet de flesschen in kelder of
provisiekast. Met deze methode te volgen,
zult go bereiken, dat gij uw fruit droog
in de flesschen krijgt en gekookt vindt gij
uw fruit terug in ,de flesschen staande
onder hun eigen sap. Dit beeft do lepel
alcohol gedaan, die gij bij uw fruit ge
voegd hebt.
Nog een goedkoopere metbode. is de vol
gende. Schaft u ledige dropsflesschen aan,
die gij bij iederen kruidenier voor weinig
geld kunt krijgen. Kersen, aardbeien, bes
sen, pruimen, abrikozen, enz. worden even
in water opgeweld, zoodat zo maar net
kooken. Dan met water en al in de uitge-
zwaveldo flesschen gedaan. Nu legt men
op de vruchten een omgebogen stukje car
ton. Daarop een stukje gezwaveld linnen
(in iederen drogistwinkel verkrijgbaar),
hetwelk men aansteekt, zoodat de zwavel
goed brand, en dan direct een geweekte
en droog uitgeknepen blaas op do flesch,
en stijf dicht binden. De lucht tusschen de
vruchten en do blaas verbrandt en de
blaas trekt in. Dit is een teeken dat de
flesch luchtledig is. Zoo kunt u liet fruit
wel 2 of 3 jaar bewaren. Én, als u het
fruit wilt gebruiken,.dan kookt u het nat
met wat suiker op en giet het over het
fruit.
Of, wilt u een goede compote maken,
kook dan het sap op met i pond suiker op
een liter sap. Giet dezen siroop kokend
over bet fruit en laat het koud worden.
Dezo twee methodes zijn, dunkt me, voor
n allen uitvoerbaar, zoowel wat tijd als
wat kosten betreft. Dus maar eens de
proef er van genomen. Ik weel zeker, dat
liet u bevallen zal.
L. G. BOL.
SOEPEN,
Bij ons in Holland woitlt over "lint alge
meen heel weinig soep gegeten. Ik bedoel
hiermee niet de erwten- en bruine boo-
nensoepen, die het li eele maal vormen en
die juist iets speciaal Hollandseh zijn,
maar ilc meen het opwekkende, lieete
bordje soep dat een. „joyeuse entree" is
voor ons wintermaal, dat vooral door de
peperdure groenten van deze weken,
meestal niet veel afwisselinsr biedt. Juist
in den winter wanneer wo selderij, bieten,
uien, knollen en allerlei kool kunnen krij
gen is het maken van een geurige, voed
zame soep niet moeilijk. Voor een huis
vrouw niet het ware koolc-instinct zal het
mogelijk zijn een maand lang iederen dag
een andere soep op te dissehen. In veel
gezinnen wordt er ailijd bouillon voorhan
den gehouden, omdat men b.v. toch een
fornuis stookt," en de bouillon dan op een
hoekje van het fornuis kan trekken.
Het is evenwel absoluut niet noodig om
voor iedere soep als basis bouillon te ge
bruiken. Ge kunt gerust gewoon, water
nis grondstof nemen met allerlei groenten,
maar voeg dan tot slot wat melkboter, wat_
room of een paar eidooiers toe. Om deze
soort soepen lekker klaar te maken moe
ten we eigenlijk zoo'n gezellige glimmend
geglazuurde Fransche marmite hebben.
Van buiten .zijn. ze donkerbruin of goud
geel en van binnen m?estal wil. Ge kookt
en trekt de soep in deze marmile en dient
ze er ook in op.
Hieronder volgt een recept:
R o o m s e 1 d e r ij s o e p.
1 bos selderij, ons rijst, 1 Liter wa
ter of bouillon, V\ Liter melk, zout, peper
enz., 2 eidooiers, 1 ons boter.
Gebruik al het wit van de selderij en
het lichte groen der bladeren, wasch het
en snijdt het in kleine stukjes. Doe de
selderij in kokend gezouten water, laat ze
10 minuten kolen,, giet het water eraf en
spoel ze na in koud water.
Smelt nu do helft van de boter in de
marmite, doe er de selderij bij en laat het
heel zachtjes stoven gedurende 15 minu
ten. Doe er vervolgens het water en de
lijst bij. Roer todat het kookt, voeg zout
bij en laat het zachtjes trekken totdat de
selderij gaar is (na pl.m. 1 uur). Wrijf
zooveel als mogelijk is de selderij door
een zeef en doe de puree in bet water
waarin het gekookt is. Doe nu do eidooiers
die met de melk zijn geldopt er bij, roer
tcdat bet zéér heet is, maar laat liet niet
koken. De rest der boter voegt ge bij de
soep even voor ze wordt opgedaan.
Boter en melk
Melk en boter zijn producten, welke in
onze keuken met de meeste omzichtigheid
behandeld dienen te worden. Voor de
melk moe'en wij altijd een aparte nielk-
pan in gebruik hebben. Melk mogen wij
ook nooit in do iyibijkcid van uien of
andere sterkriekende stoffen bewaren.
Voor boter geldt hetzelfde. Zij is zelfs
nog gevoeliger dan melk. Zoo sterk dat
zelfs de invloed van licht op boter zeer
nadeelig werkt, hoe donkerder zo dus be
waard wordt, hoo lekkerder.
In de zuivelfabrieken gebeurt liet wel,
dat de boter langen tijd in het lichte lo
kaal blijft staan, voordat ze naar den don
keren boterkelder wordt overgebracht.
Boter moet geen minuut langer aan het
licht bloot gesteld worden dan noodzake
lijk is. Ook do winkelier n\ag hierop wel
letten. In do opslagruimten is electrisch
licht aan te bevelen; petroleumlicht o. d.
dio reukstoffen afgeven, gehruike men
liever niet. Ook in de huishouding l>ehoor-
de de boter in het donker bewaard te
worden. Soms kunnen klachten over kwa
liteit der boter 't gevolg zijn van nalatig
heid van den verbruiker in dit opzicht.
Een goedkecpe bolcrkcefer
Als 't zoo \yarm is, weten wo geen raad
om de boter een weinig hard to houden,
zo wordt s-orns zóó dun dat je ze met een
lepel schoppen kan. Om ons een boterkoe-
ler aan te schaffen schiet er niet op
ovqr, maar toch een. imitatie maken kun
nen wo wel.
Neem een grooten bloempot en maak
hem van huiten en van binnen goc-d
schoon, zet dan de boter, die ge*koel wilt
hóuden op een groot soepbord in koud
water. Maak den bloempot door en door
nat en plaats hem dan over do boter, Het
water in het bord moot den rand van den
bloempot rondom raken, het trekt dan ge
heel door den bloempot lieen en houdt
de "boter koel.
NUTTIGE WENKEN-
Muggebeten.
De muskieten- en muggeplaag is ook
in ons land een van dio kwellingen, waar
door de zomer voor menigeen wordt ver
gald. Met de zomerwarmte komen dan ook
weer de klachten over anuggeheten. Nu
geven de steken van onze muggen geluk
kig geen malaria, ofschoon er onder deze
lastige diertjes ook wel degelijk de ma
laria veroorzakende anopheles kan voor
komen.
Do muggebeet, vergiftig of niet, kwelt
den persoon dio gestoken wordt. Men krabt
en maakt liet daardoor erger inplaafs van
beter. Zooals overal is ook bij muggebeten
voorkomen beter dan jenozen en dat men
zich er steeds, maar vooral in do laatste
tijden, heeft op toegelegd middelen te vin
den, die de muggen er van terughouden
hun venijn in de menschelijke huid te
enten, staat in verband met de last die
nruggebeten veroorzaken.
Een goed voorbehoedmiddel is het „anti-
mustikol", door de Amsterdamsche che
mische fabriek te Amsterdam in den 'han
del gebracht. Dit middel zal niet alleen in
ons land maar ook in Indië zeker met
open armen ontvangen worden. Een van
do eerste goede oischenschappen is, dat
hot onschadelijk is, dus geene vroor den
mengch; en diens huid nadeelige bestand-
deelen bevat. Integendeel, het maakt do
huid zacht. Om geen hinder van muggen
en muskieten te hebben, wrijve men de
huid met eenige droppels anti-muskitol
goed in, en droge haar met een handdoek
goed af.
Evenals de vleermuis kan dus het anti
na uo)oj5jsnra .rap puefu uaa sje jojpjsnui
muggen worden beschouwd.
Verhuizen.
Het. is een groot gemak om, wanneer ge
gaat verhuizen; labels te koopen van ver
schillende kleuren. Ge kiest nu voor iedere
kamer een kleur, blauw voor de huiska
mer, wit voor de keuken, geel voor de
slaapkamer, enz.
AKe artikelen, meubelstukken, huishou
delijke voorwerpen enz. uit één kanier
worden voorzien van een label in de kleur
dio ge er voor uitzoekt.
Aan de verhuizers'geeft ge nu een lijst
Tan de kleuren en do kamers en op die
manier kunnen ze zonder verderen uitleg
alles in de goede vertrekken zetten wat
heel wat werk en heen en weer loopen
spaart.
Verlakte schoenen.
Verlakte schoenen" hebben altijd v$el
neiging tot barsten. Wanneer ge een paar
verlakte schoenen gekocht hebt doe ze dan
vooral n'iet direct aan, maar smeer ze met
wat vaseline in en laat zo zoo ongeveer
een week staan. Hierdoor wordt het leer
zacht en zal het niet zoo gauw barsten.
Onderhóudc-n doet ge het best met gewone
witte was.
Wanneer het zeer koud is, warm dan
do verlakte schoenen, voor ge ze aantrekt
met uw handpalm.
Gcedkcop wasschen.
Wilt gij de helft van de zeep, die ge
anders noodig hebt voor uw wasch, be
sparen, snijdt dan, den dag tevoren, de
zeep in kleine stukjes en doe er zooveel
-kokend water bij, dat de stukjes net on
der liggen.
Roer den volgenden dag het heel vette
zeepsop door elkaar en doe er dan zoo
veel kokend water bij, als gij noodig hebt.
Matras-overtrekken.
Een matras wordt gauw vuil, wanneer
bij onbedekt is. Het is daarom practisch
om voor de matrassen een overtrek to ma
ken van ongebleekt katoen. Hit overtrek
moet twee a driemaal in het jaar gewas-
schen worden.
Voor de ziekenkamer.
Een zieke kan soms veel hinder hebben
van het tikken van een horloge en meestal
zal hij toch graag willen weten hoe kat
het is. Wanneer ge het horloge onder
een tumbler zet, dan zal het tikken on
hoorbaar zijn.
Onze aanrecht
Boen uw granieten of marineren recht
bank nooit met zeep af, dat maakt het op
den duur vet. Soda, zout en een tikje
bleékpoeder zijn veel beter er voor.
Ebbenhout.
Ebbenhout, dat dikwijls wordt gebruikt
voor toiletgarnituren, wordt het beste on
derhonden door een beetje olijfolie te ge
bruiken, wrijf dit er goed in en boen het
na met een zacht en lap.
Open randjes.
Wanneer ge in een kleed een open rand
wilt maken en er daarvoor draden uit
moet trekken, is het verstandig, om het
goed met een klein nagelborsteltje, dat go
over een stuk zeep hebt gewreven, te be
vochtigen. De draden zullen nu veel ge
makkelijker uitgetrokken kunnen worden
en niet breken.
cse«eesoo«cëoceof0a«ë*e»*3*«t.
Voor Huis en Hof
WAT IEDERE MAAND TE DOEN GEEFT
(lste hol ft Juli.)
(Nadruk verboden.)
De eerste verschijnselen van de aard
appelziekte zijn er reeds, terwijl wij
dit schrijven, Men houdo zich dus voor
de bespuiting gereed of passé ze reeds
toe: 2 öf 3 maal, om. de 2 a 3 weken, is
meestal noodzakelijk. Besproei niet bij erg
zonnig of erg winderig woer, dan zou het
blad gevaar loopen, Men kan sproeien met
Bordeauxsche of met Bourgondische pap.
De ccv.dc bereidt men door sanieni
van kopervitriool en versch pcU'
kalk, ieder afzonderlijk aangemJf
water: in 100 Liter vloeistof ma/,
a 2 K G. kopervitriool en 1 a l i/ft:
kalk: de kalkhoeveclheid als
kalk berekend. Bourgondische
°ngeb!u
bereid met 2 K.G. kopervitriool JY>
watervrije Soda (Sodex) op 100 L
Indien kopervitriool en'Sodex in d/
verhouding er in voorkomen en ov/j
ook een goede pap vormen, dan j1-
Normaal pappoeder wegens de eom!i
lijkheid in het gebruik aan te hevel»!
Met Juli is de tijd voor koolzaadoöaf
gebroken. Men bedenke bij deze'
zaamlteden, dat het koolzaad üefs| e
zijn volle rijpheid worde afgesneden
dat anders door het opcnspringcn'
hauwen licht verlies optreedt. ]k
oogst, liet snijden der wintergerst
vlasplukken geschieden eveneens m
maand Op de bietenvelden kan de
nog goede diensten bewijzen. Bieten, rd
aardappelen, enz. heeten niet ten onrtó
liakvruchten. Men denke bij liet built?
was aan wat de volksmond zegt;
uw hak en ga akker besproeien
maal ophakken is eenmaal besproeien
Een goede ophakking staat gelijk n#
weldadigen regen Op een onzer proeft
den was de proef genomen met één.
meermalen bekakken; de uitkomsten'
5 perceelen waren, als volgt: éénia
bakken: 15.020 K.G,; tweemaal: igj
K.G.; driemaal: 24.371 K.G.; vierii
28.145 K.G.vijfmaal 29.480 K.G.
zeer groote voordeel der bewerking}
wel in het oog De velden, bi
voor koolzaad, moeten in deze
worden toebereid, daar liefst vóór nü
Augustus dit zaad dient gezaaid (101
St. Laurentiusdag) Op de velt
waar vroeger aardappelen hebben ge^
kan met goed gevolg boerenkool
geplant; in de omgeploegde roggeslopj
kunnen nog spurrie of i
den gezaaid.
In de sloppels van
zaad is het uitstekend wikken, erwten
lupinen te zaaien voor groen bemesting
humus- en stikstofverrijking der k
voor Joonen dezen arbeid en onkosten;
hooge mate. In den hof: Er lieerscht
al appels- en perenschurft, waarvoor
aanbevelen een bespuiting der boomen:
Californische pap (zwavel-kalkpap) IJ
pap op 40 deelen water. Pereboomen
men ook behandelen met Bordeaux
pap; appelboooncn thans niet meer (wt!
't voorjaar) omdat nu verbranding van'
blad en afval der vrucht het gevolg
zijn. Velschillende gewassen zijn s>
aangetast door bladluizen, b.v. de woHi
Men passé' een bespuiting toe met
spiritus en groene, zachte zeep (2 E.(
bij rozen en andere gevoeliger gewas
is halve sterkte voldoende. Meeldai
een zwam o.a. bij de druif vöorkoma
bestrijdt men met bestuiving van mi
Komen in uw pruimeboomen spinseka
voor van de „ra gr ups" dan is aanwend
van Parijschgroen liet middel Will:
weten, hoe in al die gevallen precie'
handelen, wend U dan tot uw Tuint®
consulent of een controleur van den Fr
tenziektenkundi"cn Dienst als er een
uw streek woont; anders rechtstreeks)
genoemden Dienst te "Wagehingen. Zie
uw tuin kool en andere gewassen gerei
na om de rupsen te vangen, voordat bi
in grooten getale zijn en reeds sc
hebben gedaan. Plant nu kool, prei,
deri- later andijvie- doe het 'savonds,
giet flink. Men kan ook nog radijs zaai
en knollen en veldsla; voorts kronsla,
dijvie en worteltjes en wie veel van 4:
pers en i eulen houdt, kan de vroege
ten nu weer leggen. Oocst de augué
geregeld voor de inmaak, en haal 'les,
lotten en uien uit den grond. Snijd i
ranken (uitloopers) van uw aardb#
ten, waarmee rre, zoo gewenscht, n®
bedden kunt aanleggen. Geef nu to®
goed acht op de slakken (ze zijn loN
want zo leggen nu eieren.
ZAAIEN VAN TWEEJARIGE EN
VASTE PLANTEN.
De vroegst bloeiende planten geven
in het algemeen het meeste voldoening,®
dat zo ons vertellen, dat de lange, fo?
zellige winter ten einde is en dat de
mer, waarvan we zooveel verwachten,
in aantocht is.
He.t is daarom te betreuren, dat er
de liefhebbers nog zoo weinig tweejtf
bloemplanten gekweekt worden, tear
nog, daar er zooveel heel leuke,
bloeiende soorten bij zijn.
Echte tweejarige planten zijn die,
bloeien en zaad geven en dan sterven,!
het jaar volgende op dat waaria ze
zaaid zijn.
Heel goed gaat deze regel niet op,'
we hebben ook vele planten, die als ff*
vroeg genoeg zouden zaaien, in hst^
jaar nog bloemen geven zouden.
planten kweeken we dan als tweejarigs
w. z. we zaaien zo zoo laat, dat ze
de jaar niet meer kunnen bloeien. 0^
gens zijn er ook vele z. g. tweejarige F-
ten, die we wel een jaar of vijf hoi)-
kunnen, als de winters niet te Et
zijn of als we zo op een beschutte P2'
zetten, tot dezulken bekooren o.
leeuwebekjes, de duizend schoenen w"
thus barbatus), de muurbloemen, pak,
nudicaulc, Ancbusa Capensis (Kwf-
vergeet-mij-niet) en nog andere.
De beste tijd voor liet zaaien 1
jarige en vaste planten is in de maS
Juni—Juli en Augustus.
De muurbloemen, die zich met hui
ge bloemtakken en bun heerlijken,ge",
zeer goed leenen om in de kamer ge
te worden, kunnen nu zoo spoedig®10^,
worden gezaaid. Men kan het gerustia
vollen grond doen, mits ze in dcu
een" weinig beschut staan tegen de s
ste winden. Men heeft verschillen 0
ten in diverse hoogten en hoe we. cr
woordig ook verschillend ge kleur' 0_
teiten van bestaan handhaaft de 0,1
sche roode zich nog het best.
Nog een zeer oudcrwetsolio, ir-a&r