Tweede Blad Donderdag 19 Juni 1924 int. euch, congres. (Officieel). Nieuwe aflaat. De secretaris deelt mede, dat de Aposto lische Poenitentiarie 300 dagen aflaat ver leende nan liet volgend schietgebed, dat de hoofdgedachte van heb Congres weer geeft en door den H. Yader uitdrukkelijk met bet oog op het Congres is gegeven: JJemind, gelcofd en geprezen zij het Eucka- gstisoh Hart va-n Jezus". Nieuwe Ziekte- en Ongevallenwet Een voor-ontwerp. De Minister van Arbeid heeft een voor ontwerp voor een nieuwe Ziekte- en Onge vallenwet aanhangig gemaakt bij den Hoo- gen Baad van Arbeid._ Do Commissie XI uit dit lichaam zal 14 Juli bijeenkomen ter bespreking er van, terwijl dan do Hooge Eaad van Arbeid om streeks 15 September het voorstel zal be handelen. Vragen van Kamerleden. De C. B. Y. J)e heer Van Dijk heeft aan den Minis ter van Waterstaat gevraagd door wie en op welke wijze de liquidatie geschiedt van do Centrale Bouwmaterialen Voorziening (C. B. V.), waartoe ongeveer twee jaar ge,- leden is besloten en waarbij de Staat voor i 350.000 belang heeft. Hoever i3 de liquidatie thans gevorderd? De Indexcijfers. Het Centraal Bureau voor de Statistiek deelt hot volgende mede betreffende de indexcijfers der groot- en kleinhandels prijzen: G ro o than delsprijzen. Algom. indexcijfer Indexc. voedings- (48 artikelen) middelen e.d. (28 artikelen) 1901/1910 1913 1901/1910 1913 100 100 100 100 1913 112 100 112 100 1919 338 304 326 296 1920 319 292 277 252 1921 199 182 206 187 1922 174 160 174 160 1923 165 151 159 143 1923 Januari 170 157 170 154 April 170 156 161 146 Mei 163 149 153 138 Juli 159 145 150 135 October 164 148 159 142 1924 Januari 171 156 170 153 April 169 154 168 151 Mei 168 153 165 150 De onderstaande opmerkingen hebben heirekking op de indexcijfers met basis *913. Bij beschouwing der cijfers blijkt, dat evenals in April 1924 de daling van het algemeen indexcijfer in Mei 1924 in hoofd zaak voor rekening van een groot aantal voedingsmiddelen komt en wel voorname lijk (en gevolge van de prijsdaling der ar tikelen alcohol, thee, varkens en rund- vleesch. Daarnaast moge echter gewezen worden op de sterke stijging van het in dexcijfer voor aardappelen (met 23 pun ten), terwijl do artikelen boter en eieren jvenzeer merkbaar in prijs stegen. Tegenover een prijsdaling van 20 arti kelen met in totaal 164 punten, staat een prijsstijging van 13 artikelen met in to- 109 punten. Met meer dan 10 punten daalden de artikelen kalfsvleesch' (12), varkensvleesch (17), tin (17), thee (20) on alcohol (29). Daarentegen stegen met meer 10 punten: boter (11), stoenen 17) en aardappelen (23). Uil de Sigarenindustrïe. Eoi^ overeenkomst. Naar „Het Volk" verneemt, heeft een conferentie plaats gehad tussciien de ver tegenwoordigers van de vijf arbcidersorga nisatics in het sigarenbedrijf en het dage- lijksch bestuur van het Verbond van Ver- eenigingen van Sigarenfabrikanten in Nederland. Na langdurige beraadslagingen, ver klaarden beide partijen zich accoord mot onderstaande, namens de werkliedenverte- genwoordigors opgegeven verklaring: De vertegenwoordigers der vijf werk liedenorganisaties, gehoord de besprekin gen, gehouden naar aanleiding van den brief van het Verbond gedateerd 30 Mei j.l., verklaren, dat hunne organisaties in het Zuiden of elders, geenerlei verslechte ring van arbeidsvoorwaarden zullen ac- ccpteeren en meenen daarom des te go- reeder to kunnen toezeggen, dat, wan neer onverhoopt door onvoorziene omstan digheden met de Ned. R.-K. Ver. van Si garenfabrikanten of andere werkgevers toch een overeenkomst moet worden afge sloten met ongunstiger loon- en arbeids voorwaarden dan vervat in de bestaande C.A.O., aan den opzegtermijn van twee maanden, geldend voor de C.A.O. tusschen do vijf organisaties en het Verbond voor noemd, niet te zullen vasthouden, doch genoegen te zullen nemen met een opzeg termijn, welks duur noodig is cm mot be doeld Verbond een gewijzigde overeen komst af te sluiten, welke termijn in elk geval den duur van veertien dagen, te re kenen van af dien datum van een schrij ven van partij ten eenre ter zake dezer overeenkomst, niet behoeft te overschrij den. STATEft-GENERAAL TWEEDE KAMER. Vergadering van gis t e r e n. Suppl. QcrtogsbegroaJing. Aan de orde is een wetsontwerp supple- toire oorlogsbegrooting voor 1923. De lieer K. ter Laan (S. D.) be spreekt een post voor herstel van klee ding en uitrusting. Hij laakt daarbij het optreden van de inspectie, die zeer streng was en lieeft gewaarschuwd voor het ge val dat aan de kleeding iets ontbrak. Do Minister van Oorlog, de heer van D ij k, zegt toe de zaak te zullen onder zoeken, maar vestigt er do aaudacht op. dat do officier de menschen in elk geval ccuigo weken tijd heeft gelaten om de kleeding in ordo te brengen. Bij 164bis vragen de heeren Ma ch i e 1 s e (R.-K.) en K. ter Laan (S. D.) inlichtingen over do fraudes bij de leveranciers van zadels en het verrich ten van reparaties. De Minister zegt, dat do beide zor- geloozo officieren zijn gestraft met een boete van f 1200 elk, hetgeen gedeeltelijk is het bedrag dat de Staat tekort kwam. Spr. keurt de handelingen sterk af. Het wetsontwerp wordt goedgekeurd. Statuten „De Dageraad". Do heer Boon (V.B.) houdt een inter pellatie over do niet-goedkeuring der sta tuten van de Haagscho afdeeling der ver- eeniging De Dageraad. Spr. zegt, dat Wj deze interpellatio niet houdt omdat deze veréeniging hem sym pathiek is. Onze wetgeving staat op den grondslag dat allo vereenigingen toegelaten zijn be halve die, welke verboden zijn. De konink lijk© goedkeuring is bijna altijd verleend. Spr. verwijst naar de rede van den beer Slotemaker de Bruine in do Eerslo Kamer gehouden. Het antecedent, dat de Minister heeft geschapen, is gevaarlijk voor volgen de gelegenheden. De geloofsvrijheid wordt in Nederland bedreigd, o.a. door het op hitsen van ds. Gravemeijer tegen do Ka tholieken. Moet de Thorbeckiaausche leer weer los gelaten worden? Art. 169 der Grondwet geeft dezelfde vrijheid aan do belijders van alle gods diensten. Als atheïsten volkomen gelijk staan, dan mogen zij niet uitgesloten wor den van de burgerrechtelijke voorrechten dio de koninklijke goedkeuring verleent. Als de minister de vereeniging onzedelijk acht, waaromgelast hij dan geen vervel ing? Spr. zou velo vragen kunnen stellen, doch hij bepaalt zich tot één, n.l. deze: Is de Minister niet van meonlng, Hat He weigering-der Kon. goedkeuring op de ge wijzigde Statuten van de Haagscho afdee ling der vereeniging „De Dageraad" in strijd is met de Grondwet en de wet van 22 April 1855 S. 32? De Vrijzinnige staatkunde staat pal voor de vrijheid van mcenings-uitingen. Als de bolsjewisten hier de baas waren en de Katholieken onderdrukten, zou de vrijzin nigheid ook voor hen opkomen. De Minister van Justitie, de heer Heemskerk, vraagt of dit een inter pellatie is. De interpellant vraagt geen in lichtingen, maar spreekt zich uit over do daden der Regeering zonder die gevraagd te hebhen. Omtrent de ééne vraag die hij stelde heeft hij ook geen nadere inlichtin gen noodig. Het antwoord toch ligt voor de hand. Natuurlijk beantwoordt spr. vraag ontkennend. Op de historische be schouwingen van den heer Boon gaat spr. niet in. De eene vraag is niet juist gesteld. Er is geweigerd op de wijziging der statuten van de Amsterd. Vereeniging „Do Dagi raad" goedkeuring te verleenen en niet op de nieuw op te richten vereeniging te 's-Gravenkage. De Haagsche Ver. is een plaatselijke afdeeling geworden en dus hebben wij alleen te doen met- de algcmee- ne Vereeniging. Spr. heeft lang over deze zaak nage dacht, omdat hij liever wel goedkeuring wïl de verleenen. De wet liet. dit echter niet toe. Kon en kan die vereeniging niet be staan zonder goedkeuring? Allerminst, het gaat om een wijziging in de statu ten, die goedgekeurd zijn. Die vereeni ging bestaat nog en zij kan deen wat ze wil. Op twee punten wijken 'do wijzigingen af van de bestaande statuten. Zij wensckt niet alleen meer de vrije gedachte te be vorderen, maar ook te streven naar de vrije en volledige ontwikkeling der men- sckeiijko persoonlijkheid, en zij stelt zich op het atheïstisch standpunt. De vrije gedachte sluit a priori het aannemen van een dogma uit en het atheïstisch standpunt sluit dit a priori in. De beschikking gaat niet tegen het athe- isme, maar togen de toepassing daarvan in het nieuwe statuut. Het nadere streven richt zich in beginsel tegen de goede ze den. Het gaat niet om de vrijheid van ge- doof of ongeloof en er jvordt niet boweerd, dat een atheïst steeds onzedelijk is. Spr. kan dit nooit beweren en hij herinnert aan zijn houding bij de Dienstweigerings- wet, toen hij heeft erkend dat een onge- loovige heel dikwijls een geweten heeft Een atheïst kan in vele gevallen practisch uitkomen bij hen, die het goddelijk verbod, wel volgen. De statuten stellen het god delijk gebod en alle normen ter zijde en zoggen, dat ieder mensck zijn eigen heer en meester is. Iodere meening is vrij, maar de toepassing daarvan is niet altijd vrij. Of het doel der statuten kan bereikt worden is een tweede, maar het kan zich tegen de goede zeden en do orde richten. Het begrip goedo zeden vereischt een nadere beschouwing; het komt herhaalde lijk in onze wetgeving Yoor en is dikwijls begrepen in het begrip openbare orde. Goede zeden dekken niet liet begrip zede lijkheid maar zijn meer van juricUscken aard cm vormen liet complex vaoi normen, die den grondslag vormen voor onze wet geving. Do overheid heeft de goede zeden te verdedigen en, hoe moer zij zich daar van bewust is, des te meer bevordert zij de harmonie van gozag en vrijheid. De wet laat niet toe de uit God komende nor men van zedelijkheid tor zijde te stellen. Alle normen komen altijd terug tot reli- gieuse beginselen; dit is bij allo volken en rassen te eerbiedingen en de statuten cener vereen: ging, dei zich ten doel stelt die normen ter zijde te stellen zijn niet voor de wet voor goedkeuring vatbaar. Op grond hiervan heeft spr. de goedkeuring aan die statuten onthouden. Do heer Boon (V. B.) repliceert. Spr. vraagt, waarom de Minister de le denlijst der vereeniging heeft gevraagd],, terwijl het wettelijk geen eisch is, dat te vragen. De toepassing dor meeningen is vol gens den Minister niet vrij, maar spr. meent, dat de rechter dat heeft te beoorr deelcn en niet de Minister. Spr. stelt een motie voor, luidende: De Kamer, van oordeel, dat de weigering der Kon. Goedkeuring op de wijziging der statu- 1 ten Her vereeniging „De Dageraad" geen steun vindt in een juisten uitleg van de wet van 22 April 1855 gaat over tot de orde van den dag. Deze mole komt aanstonds in behan deling. De heer Kleorekooper (S. D.) be toogt, dat de Minister dö statuien aan) zijn eigen rcligieuso beginselen heeft ge toetst en daardoor tot een weigering is ge komen, in strijd met de wet. De heer Visschcr (A.-R.) zegt, dat zijn* partij zich altijd tegen consciëntie dwang heeft verzet. Wanneer de conscien- tie-vrijkeid der Dageraadsmenschen word bedreigd zou spr. onmiddellijk daarvoor opkomen, als het moest tegen de regeering Daarvan is echter geen sprake. De vrij denkers zijn in dit land veel vrijer dan de automobilisten en door de weigering van den Minister is geen enkele vrijden ker belemmerd in rijn denken. Vrijheid beteekent echter niet het recht hebben om ieder te kwetsen in zijn heiligste beginse len. Vrijheid en losbandigheid is niet het zelfde. Er bestaat geen onafhankelijk zedelijk leven; alle geleerden hebhen dit erkend. Spr. betoogt, dat zenuwzieke zelfmoord het eind -zou zijn van een atheïstische maatschappij en hij juicht het dus toe, dat een Minister do Koninklijke goedkeu ring aan een vereeniging van atheïsten heeft geweigerd. De heer Gerhard (S.D.)Het slot was een belijdenis, waartegenover spr. do zijne stelt. Spr. zal niet ingaan op de theologische beschouwingen, omdat die buiten do zaak gaan. De rede van den Minister was zeer ern stig en dat is altijd een bewijs, dat de Minister rich zwak gevoelt, want anders overlaadt hij do Kamer met jolige uitval len. De heer Van Ravesteyn (C.P.) be strijdt ook de houding van den Minister. De vergadering wordt verdaagd tot he den één uur. EERSTE KAMER. Vergadering van gisteren. Begroeting van Waterstaat. De Minister van Waterstaat, de heer v. Swaay, beantwoordt de sprekers in do volgorde, waarin rij spraken. Om spoedig tot een degelijke reorganisatie van den Rijkswaterstaatsdienst te komen, is de betreffende Staatscommissie zoo klein mogelijk gehouden. De meerderheid daar in wordt echter niet gevormd door amb tenaren. Het komt herhaaldelijk voor, dat indien een buitenlandsche aannemer la ger inschrijft dan een Nederlandsche, het werk toch aan den laatste gegund wordt. Men hoort dan echter niets ervan. De Ne derlandsche aannemers worden voldoende beschermd, doch men kan de buitenland- he firma's niet uitsluiten. Het splitsen van bestekken moet van geval tot geval bekeken worden. De Minister breekt hier rijn rede af. De vergadering wordt verdaagd tot he denmorgen 11 uur. fseniengjsile ü@pieiat©si. De onbewaakte overwegen Een meisje gedood Op een onbewaakten overweg tusschen Maarsen en Brcukelen is, naar het „Hbld." verneemt, Dinsdagavond door een trein uit Utrecht een rijtuig aangereden. Een meisje, dat naast dén bestuurder zat, is gedood. De bestuurder zelf schijnt er goed te zijn afge komen. Het paard is vermorzeld. Gisteren is op een onbewaakten overweg bij Hekendorp een motor wielrijder, W. Boe- refyn uit Driebrugge, tegen een locomotief aangereden en zwaar verwond. De man is naar het ziekenhuis te Utrecht overge bracht. Verdronken. De 28-jarige Van de Werken uit Rossum, werkzaam bij de baggerwerken in liet nieu we havenkanaal te Zutphen, is bij het zwem men in dat kanaal verdronken. Te water gereden Men meldt uit Den Bosch aan de „Msb.": Toen gisteravond de heer J. v. D., op zijn rijwiel langs de Zuid-Willemsvaart rij- UIT DE RADIO-WERELD. Wat er vanavond te hooren fs. 6.30 uur. FL (Eiffeltoren) 2000 M. Concert. 7.50 uur. 2 ZIJ (Manchester) 375 M. 1 Concert van do Grenadiers. 7.55 uur. 6 DM (Bournemouth) 335 M. -„Leak Klcschna", een toonool- stuk.. 8.20 uur. 2 LO (Londen) 365 M. Po pulaire muziek. 8.20 uur. 5 WA (Cardiff) 350 M. „King Lear" van Shakespeare 8.30 uur. PC-GG (Den Haag) 1050 M. Concert met medewerking van de dames E. Schoonenbeek, zang, E. PijnappelOpeta, viool, en G. W. Wijnbergen, piano. Programma: 1. lm Abendroth. zang, Schubert; 2. Gosang Weyla's, zang, Wolff f 3. Air uit het Vioolconcert, viool, C. Goldmark; 4. Bibli- sches Lied, zang, Ant. Dvoralf 5. Panis Angelicus, viool, zang piano, Cesar Franck; 6. Kla gen, zang, Louis Schnitzler; 7. Adagio uit do A-moll Suites viool, Sinding; 8. Gradule, zang, Laurenz Weiss; 9. So nate D dur, a. Adagio, z. Al-« Jegro, viool, Pietro NaTdinf; 10. Liebesfeier, zang, Felix Weingartner; 11. Arioso, viooj zang, piano, Handel („Radio- Express"). 8.35 tiür. Brussel 265 M. Concert. 8.50 uur. 2 BD (Aberdeen) 495 M. Opera-concert. 9.20 uur. SFR (Radio-Paris) 1780 M. Concert. 10.20 uur. 2 LO (Londen) 365 M. Derde acte van „Die Meistersinger** van Wagner. 10.20 uurf SFR (RadiaJ-Paris) 1780 M. Dansmuziek. dende, voor een a?idere fiets wilde uitwij ken, raakte hij het stuur kwijt en reed in de schutsluis no. 10. Twee voorbijgangers, de heeren J. v. N. en P. B., begaven zich onmiddellijk te water en slaagden er in den drenkeling op liet-droge te brengen. Nadao in het politieposthuis de eerste hulp ver» leend was, kon de heer J. v. D. weder huia^ waarts keeren. Ongeluk. Do heer M. V/. te Ouddorp reed Maanr dagmiddag met zijn wagen langs den grinfc weg, toen een der wielen tegen een steen stiet. Hij vloog uit den wagen en bezeerde zich inwendig zoodanig, dat hij gisteren morgen is ovarbden. Ro?ke!oozo hoertjes. Vier leerlingen van de" Willem Bsrendtz- school (Zeevaartschool) le Terschelling heb ben Dinsdag in levensgevaar verkeerd. Meb een zeilbootje van een hunner, die op het eiland als een eerste waaghals bekend staat oere.n ze de haven uit en begaven zich op de Noordzee, die eerst nog cl kalm leek. Echter stak <le wind op, waardoor heb bootje afdreef en nu al spoedig een speel bal van golven en rukwinden werd. Gelukkig werd aan den wal een en ander gadegeslagen. Eveneens op het Russischs stoomsohip „Jarcslavl", dat in volle zee la.g Dit zette spoedig een reddingsboot uit, ter wijl ook uit de haven assistentie opdagen kwam. Do sloe.p van het bannelingschip wist- de in doodsangst verkeerende Zondagszei lers op zijde te komen en hen op te nemen. Branden. Gisterenavond is in de Koningstraat t& Enschedé het aan do weduwe Wegereef tocbehoorende winkelhuis, waarin sedert eenige weken een galanterie engros-zaak is gevestigd van den heer Mcnko, uitgebrand Verzekering dekt de sc-hade. oorzaak onbe kend. Dinsdagnamiddag is te Almelo i def Rohofstraat, bij de gasfabriek, een dubbels woning, toebehoorende aan graaf Van Rechtoren Limburg, commissaris der Ko ningin in Overijsel en bewoond door de fa milies Pd en Vundevick, zoo goed als ge heel uitgebrand. Huizen en inboedels waren erzekerd. De oorzaak van den brand is on bekend. Inbraak. Te Maastricht .is in den nacht van Maan dag op Dinsdag ingebroken in verschillen de huizen in het villapark. Bij den heer FEUILLETON HET STERVENDE LAND. 16) _i Dan volgde hij den vader, die een .riUt links insloeg en stil hield voor een aieuw gebouwd fraai huis. Op een koperen pat onder de bel las men: „Jules Mef- fra?. gewezen deurwaarder, arrondisse- ^ents - c oiumis s aris' De boor belde hard. Ui Is de baas hier, vroeg hij aan de dienstmeid, dio de deur open deed. Het meisje bekeek den boer van onder boven, die in rijn vuil werkpak er ver- ï°Aan 1]rtjcs uitzag en te meer,-daar zijn f°.n ïuw> hard en onbeschaafd klonk. Zij antwoordde: Ik geloof van ja, wat wilt gij 1 Zeg hem dat Toussaint Lumineau van romentière er is, en dat hij rich spoedt, ben gehaast. crwonderd en bang dat Toussaint Lu- UGau met rijn vuil pak de meubels a bemorsen, leidde zij hem niet in de .1 nngkamer maar liet hem in de gang haf?" T?a zij.liaar moeder ging roepon, j Z1J brangois niet bemerkt, die achter fle Srooten, breed geschouderde^ Lumi- stond, die in rijn verbolgenheid ver- w «Ijn hoed af te nemen. J** 00sonblikken later kwant Mijnli. L aJ do groote kiezer van Ghad- 'smt -f J?er' met oo1* innerlijken bo»vJTü do boeren, alhoewel hij van j^nafkamst was. Hij kende dus de boe ken nvJIJf 111111 zwakheden en gobre-. ^Profijt fe trekken. j, Op do hoogte gebracht van het optre den van Lumineau, verwachtte hij «heftige Tooneelen en bleef boven op de eerste trappen staan en zei: kien had u binnen moeten laten, pachter. Doch wijl gij gehaast zijt, kun nen wij hier wel praten. Ik heb aan uw zoon een dienst bewezen, is het daarover dat u mo wil spreken? Juist, zei Lumineau. Indien ik u nog ter wille kan rijn? 1 Ik wil mijn jongen houden, mijn heer Meffray. i 1 - Hoe, houden? Ja, dat gij zoudt te niet doen wat gij gereed gemaakt hebt. Maar dat hangt van hem af, pach ter. Hebt ge den oproepingsbrief ontvan gen, Frangois? 1 Ja, mijnheer. Indien gij wenscht niet naar uw post te -gaan, daar rijn candidaten ge noeg. Ik heb tien andere vragen, die ik beter kan ondersteunen dan de uwe. Want gij, Lumineau, rijt bij de verkiezingen niet van onze partij. Trekt gij u terug? Neen, mijnheer. Ik ben het, die niet wil, dat hij weg gaat, onderbrak Toussaint Lumineau. Ik heb hem noodig op Fromentière. Maar hij tig meerderjarig, pachter 1 f—i Hij is mijn zoon, mijnheer Meffray. Hij is mij werk schuldig. Stel u in mijn plaats, ik, die oud ben, ik rekende op hem om hem mijn boerderij over te laten, ge lijk mijn vader ze mij overgelaten heeft. En bij trekt er tusschen uit. Hij neemt ook nog mijn dochter mede. Ik verlies al dus twee kinderen en dat Hoer uw schuld. ml., j r— Ach, verschooning; ik ben hem niet gaan opzoeken. Hij is naar mij toegeko men. Doch zonder u vertrok hij niet, noch Eleonora. Hij had bescherming noodig. U noemt dat een dienst mijnheer Meffray? Ik weet wel, wat aan Frangois past! Hebt go hem thuis gezien om te meenen dat hij ongelukkig is. Mijnheer Meffray, u moet mij hem teruggeven. Maak dat uit met uw zoon. Dat raakt mij niet. Gij wilt niet bij de menschen stap pen doen, die hem aangeworven hebben, om de overeenkomst te vernietigen? Toussaint Lumineau deed een stap vooruit on met krachtige stem, den arm dreigend vooruitstekend, zei hij: Welnu, dan hebt gij aan mijn zoon in een dag meer kwaad gedaan dan ik in mijn gansche leven! Mijnheer Meffray kreeg een kleur: Ga weg, oude grompot! schreeuwde hij. Pak uw zoon mede. Wordt wat ge wilt. Ach,dio hoeren tochHoudt ge er u al mede bezie, dan loonen ze u zoo Da boer begreep het niet te best. Hij •bleef roerloos staan. Doch zijn oogen schitterden. Van uit de diepte van rijn be droefd hart, van uit de diepte van rijn godsdienstig ras sedert eeuwen, kwamen woorden van een vroom man op rijn lip pen. U blijft borg voor hem zei hij. .Van wat? Waar rij naar1 Itioe gaan, zullen rij toch niet verloren loopen, Mijnheer Mef fray. U blijft borg voor hun rielezaligheid! Van deze gedachten had do zakermnan en politieker geen begrip. Hij had tijd, noodig om zich in dit begrip in te den ken. Dan wierp hij een blik van verach ting op dezen grooten boer en draaide zich om, fluisterend: Wilde, loop naar de maan! Toussaint Lumineau en zijn zoon gin gen weer de straat af tot aan de markt, zonder een woord te spreken. De vader maakte den toom aan den pilaar los en bleef dicht bij de trede staan en sprak: Stap in, Frangois, en wij keeren naar huis. Doch de jongen ging achteruit. Neen, zei hij. 't Is gedaan. Gij zult mij niet doen veranderen. Overigens, ik heb Eleonora verwittigd, die reeds van Fromentièro moet weg rijn! Gij zult zo niet meer'vinden. Hij had zijn hoed afgenomen om vader vaarwel te zeggen en beschaamd bekeek hij den ouden boer, dio in bezwijming scheen te vallen, en de oogen half open, leunde hij op de berrie. Onder do Hallenloods was niemand. Eenige vrouwen, in do winkels rond de plaats, keken onverschillig naar de twee mannen. Na een tijdje kwam Frangois een beetje dichter bij. Hij reikte de hand om een laatsten keer die van rijn vader te druk ken. Doch deze, die dit gebaar bemerkte, kreeg nieuw leven in; met een gebaar ver bood hij 'hem dichterbij te komen; dan sprong hij in het rijtuig en zweepte de bruine, die in galop wegdraaide. Hei bcrosp op den messter Eleonora had zich laten overtuigen: rij had de plaat gepoetst. Deze dochter, vad- eig, zwak en karakterloos, luisterde te gaarne sedert maanden naar do verleiden de stem der steden, waar zij een gemak kelijker leven zou slijten, gedachten, die natuurlijk den pachter van Fromentière tegen de borst stieten. Het brood niet meer bakken, de koeien niet meer melken, een halve dame met 'n veel kleurigen hoed zijn. Om dergelijke redenen ging zij er wild op los, enkel steun vindend in den broeder, die den ganschen dag van huis af zou rijn. Zij gaf ook toe naar hel voord beeld van ander. En hare onwetendheid in alles vergemakkelijkte den trek naar de stad. Zij waagde rich in een avontuur, in een woniug van een buitenwijk, in een herberg, zonder het gevaar en andere moeilijkheden-als meisje le begrijpen. De scheiding was een voldongen feit. Op het oogenblik dat do boer vertrok, in do hoop zijn kinderen nog bij elkaar te houden, had Eleonora stil baar schuil plaats in de schuur verlaten, en ondanks de smeekingen van Maria Rosa en Mathu- rin zelf, had zij al hare kleederen, linnen en voorwerpen ingepakt. Zij bleef doof voor het bidden en smeeken van Rousille, die haar vervolgde om haar van gedach ten te doen veranderen; ook luisterde zij niet naar de vermanendo stem van Ma- tliurin. 't Is Frangois, dio het gewild heeft, mijn vrienden! Ik weet niet of ik geluk kig zal zijn, doch nu is 'hol le laat, ik 'neb het beloofd. En zij had zoo een grooten haast om to vertrekken, uit angst voor den vader, die kon terugkeeren. In weinig lijd was rij klaar geweest met haar pakken, had zij Fromentièro verlaten, en den bollen weg gevolgd, door do tram afgemaakt, die

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1924 | | pagina 3