Tweede Blad
Donderdag 19 Juni 1924
int. euch, congres.
(Officieel).
Nieuwe aflaat.
De secretaris deelt mede, dat de Aposto
lische Poenitentiarie 300 dagen aflaat ver
leende nan liet volgend schietgebed, dat
de hoofdgedachte van heb Congres weer
geeft en door den H. Yader uitdrukkelijk
met bet oog op het Congres is gegeven:
JJemind, gelcofd en geprezen zij het Eucka-
gstisoh Hart va-n Jezus".
Nieuwe Ziekte- en Ongevallenwet
Een voor-ontwerp.
De Minister van Arbeid heeft een voor
ontwerp voor een nieuwe Ziekte- en Onge
vallenwet aanhangig gemaakt bij den Hoo-
gen Baad van Arbeid._
Do Commissie XI uit dit lichaam zal 14
Juli bijeenkomen ter bespreking er van,
terwijl dan do Hooge Eaad van Arbeid om
streeks 15 September het voorstel zal be
handelen.
Vragen van Kamerleden.
De C. B. Y.
J)e heer Van Dijk heeft aan den Minis
ter van Waterstaat gevraagd door wie en
op welke wijze de liquidatie geschiedt van
do Centrale Bouwmaterialen Voorziening
(C. B. V.), waartoe ongeveer twee jaar ge,-
leden is besloten en waarbij de Staat voor
i 350.000 belang heeft.
Hoever i3 de liquidatie thans gevorderd?
De Indexcijfers.
Het Centraal Bureau voor de Statistiek
deelt hot volgende mede betreffende de
indexcijfers der groot- en kleinhandels
prijzen:
G ro o than delsprijzen.
Algom. indexcijfer Indexc. voedings-
(48 artikelen) middelen e.d.
(28 artikelen)
1901/1910 1913 1901/1910 1913
100
100
100
100
1913
112
100
112
100
1919
338
304
326
296
1920
319
292
277
252
1921
199
182
206
187
1922
174
160
174
160
1923
165
151
159
143
1923
Januari
170
157
170
154
April
170
156
161
146
Mei
163
149
153
138
Juli
159
145
150
135
October
164
148
159
142
1924
Januari
171
156
170
153
April
169
154
168
151
Mei
168
153
165
150
De onderstaande opmerkingen hebben
heirekking op de indexcijfers met basis
*913.
Bij beschouwing der cijfers blijkt, dat
evenals in April 1924 de daling van het
algemeen indexcijfer in Mei 1924 in hoofd
zaak voor rekening van een groot aantal
voedingsmiddelen komt en wel voorname
lijk (en gevolge van de prijsdaling der ar
tikelen alcohol, thee, varkens en rund-
vleesch. Daarnaast moge echter gewezen
worden op de sterke stijging van het in
dexcijfer voor aardappelen (met 23 pun
ten), terwijl do artikelen boter en eieren
jvenzeer merkbaar in prijs stegen.
Tegenover een prijsdaling van 20 arti
kelen met in totaal 164 punten, staat een
prijsstijging van 13 artikelen met in to-
109 punten. Met meer dan 10 punten
daalden de artikelen kalfsvleesch' (12),
varkensvleesch (17), tin (17), thee (20) on
alcohol (29). Daarentegen stegen met meer
10 punten: boter (11), stoenen 17) en
aardappelen (23).
Uil de Sigarenindustrïe.
Eoi^ overeenkomst.
Naar „Het Volk" verneemt, heeft een
conferentie plaats gehad tussciien de ver
tegenwoordigers van de vijf arbcidersorga
nisatics in het sigarenbedrijf en het dage-
lijksch bestuur van het Verbond van Ver-
eenigingen van Sigarenfabrikanten in
Nederland.
Na langdurige beraadslagingen, ver
klaarden beide partijen zich accoord mot
onderstaande, namens de werkliedenverte-
genwoordigors opgegeven verklaring:
De vertegenwoordigers der vijf werk
liedenorganisaties, gehoord de besprekin
gen, gehouden naar aanleiding van den
brief van het Verbond gedateerd 30 Mei
j.l., verklaren, dat hunne organisaties in
het Zuiden of elders, geenerlei verslechte
ring van arbeidsvoorwaarden zullen ac-
ccpteeren en meenen daarom des te go-
reeder to kunnen toezeggen, dat, wan
neer onverhoopt door onvoorziene omstan
digheden met de Ned. R.-K. Ver. van Si
garenfabrikanten of andere werkgevers
toch een overeenkomst moet worden afge
sloten met ongunstiger loon- en arbeids
voorwaarden dan vervat in de bestaande
C.A.O., aan den opzegtermijn van twee
maanden, geldend voor de C.A.O. tusschen
do vijf organisaties en het Verbond voor
noemd, niet te zullen vasthouden, doch
genoegen te zullen nemen met een opzeg
termijn, welks duur noodig is cm mot be
doeld Verbond een gewijzigde overeen
komst af te sluiten, welke termijn in elk
geval den duur van veertien dagen, te re
kenen van af dien datum van een schrij
ven van partij ten eenre ter zake dezer
overeenkomst, niet behoeft te overschrij
den.
STATEft-GENERAAL
TWEEDE KAMER.
Vergadering van gis t e r e n.
Suppl. QcrtogsbegroaJing.
Aan de orde is een wetsontwerp supple-
toire oorlogsbegrooting voor 1923.
De lieer K. ter Laan (S. D.) be
spreekt een post voor herstel van klee
ding en uitrusting. Hij laakt daarbij het
optreden van de inspectie, die zeer streng
was en lieeft gewaarschuwd voor het ge
val dat aan de kleeding iets ontbrak.
Do Minister van Oorlog, de heer van
D ij k, zegt toe de zaak te zullen onder
zoeken, maar vestigt er do aaudacht op.
dat do officier de menschen in elk geval
ccuigo weken tijd heeft gelaten om de
kleeding in ordo te brengen.
Bij 164bis vragen de heeren Ma
ch i e 1 s e (R.-K.) en K. ter Laan
(S. D.) inlichtingen over do fraudes bij
de leveranciers van zadels en het verrich
ten van reparaties.
De Minister zegt, dat do beide zor-
geloozo officieren zijn gestraft met een
boete van f 1200 elk, hetgeen gedeeltelijk
is het bedrag dat de Staat tekort kwam.
Spr. keurt de handelingen sterk af.
Het wetsontwerp wordt goedgekeurd.
Statuten „De Dageraad".
Do heer Boon (V.B.) houdt een inter
pellatie over do niet-goedkeuring der sta
tuten van de Haagscho afdeeling der ver-
eeniging De Dageraad.
Spr. zegt, dat Wj deze interpellatio niet
houdt omdat deze veréeniging hem sym
pathiek is.
Onze wetgeving staat op den grondslag
dat allo vereenigingen toegelaten zijn be
halve die, welke verboden zijn. De konink
lijk© goedkeuring is bijna altijd verleend.
Spr. verwijst naar de rede van den beer
Slotemaker de Bruine in do Eerslo Kamer
gehouden. Het antecedent, dat de Minister
heeft geschapen, is gevaarlijk voor volgen
de gelegenheden. De geloofsvrijheid wordt
in Nederland bedreigd, o.a. door het op
hitsen van ds. Gravemeijer tegen do Ka
tholieken. Moet de Thorbeckiaausche leer
weer los gelaten worden?
Art. 169 der Grondwet geeft dezelfde
vrijheid aan do belijders van alle gods
diensten. Als atheïsten volkomen gelijk
staan, dan mogen zij niet uitgesloten wor
den van de burgerrechtelijke voorrechten
dio de koninklijke goedkeuring verleent.
Als de minister de vereeniging onzedelijk
acht, waaromgelast hij dan geen vervel
ing? Spr. zou velo vragen kunnen stellen,
doch hij bepaalt zich tot één, n.l. deze:
Is de Minister niet van meonlng, Hat He
weigering-der Kon. goedkeuring op de ge
wijzigde Statuten van de Haagscho afdee
ling der vereeniging „De Dageraad" in
strijd is met de Grondwet en de wet van
22 April 1855 S. 32?
De Vrijzinnige staatkunde staat pal voor
de vrijheid van mcenings-uitingen. Als
de bolsjewisten hier de baas waren en de
Katholieken onderdrukten, zou de vrijzin
nigheid ook voor hen opkomen.
De Minister van Justitie, de heer
Heemskerk, vraagt of dit een inter
pellatie is. De interpellant vraagt geen in
lichtingen, maar spreekt zich uit over do
daden der Regeering zonder die gevraagd
te hebhen. Omtrent de ééne vraag die hij
stelde heeft hij ook geen nadere inlichtin
gen noodig. Het antwoord toch ligt voor
de hand. Natuurlijk beantwoordt spr.
vraag ontkennend. Op de historische be
schouwingen van den heer Boon gaat spr.
niet in.
De eene vraag is niet juist gesteld. Er
is geweigerd op de wijziging der statuten
van de Amsterd. Vereeniging „Do Dagi
raad" goedkeuring te verleenen en niet
op de nieuw op te richten vereeniging te
's-Gravenkage. De Haagsche Ver. is een
plaatselijke afdeeling geworden en dus
hebben wij alleen te doen met- de algcmee-
ne Vereeniging.
Spr. heeft lang over deze zaak nage
dacht, omdat hij liever wel goedkeuring wïl
de verleenen. De wet liet. dit echter niet
toe. Kon en kan die vereeniging niet be
staan zonder goedkeuring? Allerminst,
het gaat om een wijziging in de statu
ten, die goedgekeurd zijn. Die vereeni
ging bestaat nog en zij kan deen wat ze
wil.
Op twee punten wijken 'do wijzigingen
af van de bestaande statuten. Zij wensckt
niet alleen meer de vrije gedachte te be
vorderen, maar ook te streven naar de
vrije en volledige ontwikkeling der men-
sckeiijko persoonlijkheid, en zij stelt zich
op het atheïstisch standpunt.
De vrije gedachte sluit a priori het
aannemen van een dogma uit en het
atheïstisch standpunt sluit dit a priori in.
De beschikking gaat niet tegen het athe-
isme, maar togen de toepassing daarvan
in het nieuwe statuut. Het nadere streven
richt zich in beginsel tegen de goede ze
den. Het gaat niet om de vrijheid van ge-
doof of ongeloof en er jvordt niet boweerd,
dat een atheïst steeds onzedelijk is. Spr.
kan dit nooit beweren en hij herinnert
aan zijn houding bij de Dienstweigerings-
wet, toen hij heeft erkend dat een onge-
loovige heel dikwijls een geweten heeft
Een atheïst kan in vele gevallen practisch
uitkomen bij hen, die het goddelijk verbod,
wel volgen. De statuten stellen het god
delijk gebod en alle normen ter zijde en
zoggen, dat ieder mensck zijn eigen heer
en meester is. Iodere meening is vrij,
maar de toepassing daarvan is niet altijd
vrij. Of het doel der statuten kan bereikt
worden is een tweede, maar het kan zich
tegen de goede zeden en do orde richten.
Het begrip goedo zeden vereischt een
nadere beschouwing; het komt herhaalde
lijk in onze wetgeving Yoor en is dikwijls
begrepen in het begrip openbare orde.
Goede zeden dekken niet liet begrip zede
lijkheid maar zijn meer van juricUscken
aard cm vormen liet complex vaoi normen,
die den grondslag vormen voor onze wet
geving. Do overheid heeft de goede zeden
te verdedigen en, hoe moer zij zich daar
van bewust is, des te meer bevordert zij
de harmonie van gozag en vrijheid. De
wet laat niet toe de uit God komende nor
men van zedelijkheid tor zijde te stellen.
Alle normen komen altijd terug tot reli-
gieuse beginselen; dit is bij allo volken en
rassen te eerbiedingen en de statuten
cener vereen: ging, dei zich ten doel stelt
die normen ter zijde te stellen zijn niet
voor de wet voor goedkeuring vatbaar. Op
grond hiervan heeft spr. de goedkeuring
aan die statuten onthouden.
Do heer Boon (V. B.) repliceert.
Spr. vraagt, waarom de Minister de le
denlijst der vereeniging heeft gevraagd],,
terwijl het wettelijk geen eisch is, dat te
vragen.
De toepassing dor meeningen is vol
gens den Minister niet vrij, maar spr.
meent, dat de rechter dat heeft te beoorr
deelcn en niet de Minister.
Spr. stelt een motie voor, luidende:
De Kamer,
van oordeel, dat de weigering der Kon.
Goedkeuring op de wijziging der statu-
1 ten Her vereeniging „De Dageraad" geen
steun vindt in een juisten uitleg van de
wet van 22 April 1855
gaat over tot de orde van den dag.
Deze mole komt aanstonds in behan
deling.
De heer Kleorekooper (S. D.) be
toogt, dat de Minister dö statuien aan)
zijn eigen rcligieuso beginselen heeft ge
toetst en daardoor tot een weigering is ge
komen, in strijd met de wet.
De heer Visschcr (A.-R.) zegt, dat
zijn* partij zich altijd tegen consciëntie
dwang heeft verzet. Wanneer de conscien-
tie-vrijkeid der Dageraadsmenschen word
bedreigd zou spr. onmiddellijk daarvoor
opkomen, als het moest tegen de regeering
Daarvan is echter geen sprake. De vrij
denkers zijn in dit land veel vrijer dan
de automobilisten en door de weigering
van den Minister is geen enkele vrijden
ker belemmerd in rijn denken. Vrijheid
beteekent echter niet het recht hebben om
ieder te kwetsen in zijn heiligste beginse
len. Vrijheid en losbandigheid is niet het
zelfde. Er bestaat geen onafhankelijk
zedelijk leven; alle geleerden hebhen dit
erkend.
Spr. betoogt, dat zenuwzieke zelfmoord
het eind -zou zijn van een atheïstische
maatschappij en hij juicht het dus toe,
dat een Minister do Koninklijke goedkeu
ring aan een vereeniging van atheïsten
heeft geweigerd.
De heer Gerhard (S.D.)Het slot
was een belijdenis, waartegenover spr. do
zijne stelt. Spr. zal niet ingaan op de
theologische beschouwingen, omdat die
buiten do zaak gaan.
De rede van den Minister was zeer ern
stig en dat is altijd een bewijs, dat de
Minister rich zwak gevoelt, want anders
overlaadt hij do Kamer met jolige uitval
len.
De heer Van Ravesteyn (C.P.) be
strijdt ook de houding van den Minister.
De vergadering wordt verdaagd tot he
den één uur.
EERSTE KAMER.
Vergadering van gisteren.
Begroeting van Waterstaat.
De Minister van Waterstaat, de heer
v. Swaay, beantwoordt de sprekers in
do volgorde, waarin rij spraken. Om
spoedig tot een degelijke reorganisatie van
den Rijkswaterstaatsdienst te komen, is
de betreffende Staatscommissie zoo klein
mogelijk gehouden. De meerderheid daar
in wordt echter niet gevormd door amb
tenaren. Het komt herhaaldelijk voor, dat
indien een buitenlandsche aannemer la
ger inschrijft dan een Nederlandsche, het
werk toch aan den laatste gegund wordt.
Men hoort dan echter niets ervan. De Ne
derlandsche aannemers worden voldoende
beschermd, doch men kan de buitenland-
he firma's niet uitsluiten.
Het splitsen van bestekken moet van
geval tot geval bekeken worden.
De Minister breekt hier rijn rede af.
De vergadering wordt verdaagd tot he
denmorgen 11 uur.
fseniengjsile ü@pieiat©si.
De onbewaakte overwegen
Een meisje gedood
Op een onbewaakten overweg tusschen
Maarsen en Brcukelen is, naar het „Hbld."
verneemt, Dinsdagavond door een trein uit
Utrecht een rijtuig aangereden. Een meisje,
dat naast dén bestuurder zat, is gedood. De
bestuurder zelf schijnt er goed te zijn afge
komen. Het paard is vermorzeld.
Gisteren is op een onbewaakten overweg
bij Hekendorp een motor wielrijder, W. Boe-
refyn uit Driebrugge, tegen een locomotief
aangereden en zwaar verwond. De man is
naar het ziekenhuis te Utrecht overge
bracht.
Verdronken.
De 28-jarige Van de Werken uit Rossum,
werkzaam bij de baggerwerken in liet nieu
we havenkanaal te Zutphen, is bij het zwem
men in dat kanaal verdronken.
Te water gereden
Men meldt uit Den Bosch aan de „Msb.":
Toen gisteravond de heer J. v. D., op
zijn rijwiel langs de Zuid-Willemsvaart rij-
UIT DE RADIO-WERELD.
Wat er vanavond te hooren fs.
6.30 uur. FL (Eiffeltoren) 2000 M.
Concert.
7.50 uur. 2 ZIJ (Manchester) 375 M.
1 Concert van do Grenadiers.
7.55 uur. 6 DM (Bournemouth) 335 M.
-„Leak Klcschna", een toonool-
stuk..
8.20 uur. 2 LO (Londen) 365 M. Po
pulaire muziek.
8.20 uur. 5 WA (Cardiff) 350 M.
„King Lear" van Shakespeare
8.30 uur. PC-GG (Den Haag) 1050 M.
Concert met medewerking van
de dames E. Schoonenbeek,
zang, E. PijnappelOpeta,
viool, en G. W. Wijnbergen,
piano. Programma: 1. lm
Abendroth. zang, Schubert; 2.
Gosang Weyla's, zang, Wolff f
3. Air uit het Vioolconcert,
viool, C. Goldmark; 4. Bibli-
sches Lied, zang, Ant. Dvoralf
5. Panis Angelicus, viool, zang
piano, Cesar Franck; 6. Kla
gen, zang, Louis Schnitzler; 7.
Adagio uit do A-moll Suites
viool, Sinding; 8. Gradule,
zang, Laurenz Weiss; 9. So
nate D dur, a. Adagio, z. Al-«
Jegro, viool, Pietro NaTdinf;
10. Liebesfeier, zang, Felix
Weingartner; 11. Arioso, viooj
zang, piano, Handel („Radio-
Express").
8.35 tiür. Brussel 265 M. Concert.
8.50 uur. 2 BD (Aberdeen) 495 M.
Opera-concert.
9.20 uur. SFR (Radio-Paris) 1780 M.
Concert.
10.20 uur. 2 LO (Londen) 365 M. Derde
acte van „Die Meistersinger**
van Wagner.
10.20 uurf SFR (RadiaJ-Paris) 1780 M.
Dansmuziek.
dende, voor een a?idere fiets wilde uitwij
ken, raakte hij het stuur kwijt en reed in
de schutsluis no. 10. Twee voorbijgangers,
de heeren J. v. N. en P. B., begaven zich
onmiddellijk te water en slaagden er in den
drenkeling op liet-droge te brengen. Nadao
in het politieposthuis de eerste hulp ver»
leend was, kon de heer J. v. D. weder huia^
waarts keeren.
Ongeluk.
Do heer M. V/. te Ouddorp reed Maanr
dagmiddag met zijn wagen langs den grinfc
weg, toen een der wielen tegen een steen
stiet. Hij vloog uit den wagen en bezeerde
zich inwendig zoodanig, dat hij gisteren
morgen is ovarbden.
Ro?ke!oozo hoertjes.
Vier leerlingen van de" Willem Bsrendtz-
school (Zeevaartschool) le Terschelling heb
ben Dinsdag in levensgevaar verkeerd. Meb
een zeilbootje van een hunner, die op het
eiland als een eerste waaghals bekend staat
oere.n ze de haven uit en begaven zich op
de Noordzee, die eerst nog cl kalm leek.
Echter stak <le wind op, waardoor heb
bootje afdreef en nu al spoedig een speel
bal van golven en rukwinden werd.
Gelukkig werd aan den wal een en ander
gadegeslagen. Eveneens op het Russischs
stoomsohip „Jarcslavl", dat in volle zee la.g
Dit zette spoedig een reddingsboot uit, ter
wijl ook uit de haven assistentie opdagen
kwam. Do sloe.p van het bannelingschip wist-
de in doodsangst verkeerende Zondagszei
lers op zijde te komen en hen op te nemen.
Branden.
Gisterenavond is in de Koningstraat t&
Enschedé het aan do weduwe Wegereef
tocbehoorende winkelhuis, waarin sedert
eenige weken een galanterie engros-zaak is
gevestigd van den heer Mcnko, uitgebrand
Verzekering dekt de sc-hade. oorzaak onbe
kend.
Dinsdagnamiddag is te Almelo i def
Rohofstraat, bij de gasfabriek, een dubbels
woning, toebehoorende aan graaf Van
Rechtoren Limburg, commissaris der Ko
ningin in Overijsel en bewoond door de fa
milies Pd en Vundevick, zoo goed als ge
heel uitgebrand. Huizen en inboedels waren
erzekerd. De oorzaak van den brand is on
bekend.
Inbraak.
Te Maastricht .is in den nacht van Maan
dag op Dinsdag ingebroken in verschillen
de huizen in het villapark. Bij den heer
FEUILLETON
HET STERVENDE LAND.
16) _i
Dan volgde hij den vader, die een
.riUt links insloeg en stil hield voor een
aieuw gebouwd fraai huis. Op een koperen
pat onder de bel las men: „Jules Mef-
fra?. gewezen deurwaarder, arrondisse-
^ents - c oiumis s aris'
De boor belde hard.
Ui Is de baas hier, vroeg hij aan de
dienstmeid, dio de deur open deed.
Het meisje bekeek den boer van onder
boven, die in rijn vuil werkpak er ver-
ï°Aan 1]rtjcs uitzag en te meer,-daar zijn
f°.n ïuw> hard en onbeschaafd klonk. Zij
antwoordde:
Ik geloof van ja, wat wilt gij
1 Zeg hem dat Toussaint Lumineau van
romentière er is, en dat hij rich spoedt,
ben gehaast.
crwonderd en bang dat Toussaint Lu-
UGau met rijn vuil pak de meubels
a bemorsen, leidde zij hem niet in de
.1 nngkamer maar liet hem in de gang
haf?" T?a zij.liaar moeder ging roepon,
j Z1J brangois niet bemerkt, die achter
fle Srooten, breed geschouderde^ Lumi-
stond, die in rijn verbolgenheid ver-
w «Ijn hoed af te nemen.
J** 00sonblikken later kwant Mijnli.
L aJ do groote kiezer van Ghad-
'smt -f J?er' met oo1* innerlijken
bo»vJTü do boeren, alhoewel hij van
j^nafkamst was. Hij kende dus de boe
ken nvJIJf 111111 zwakheden en gobre-.
^Profijt fe trekken. j,
Op do hoogte gebracht van het optre
den van Lumineau, verwachtte hij «heftige
Tooneelen en bleef boven op de eerste
trappen staan en zei:
kien had u binnen moeten laten,
pachter. Doch wijl gij gehaast zijt, kun
nen wij hier wel praten. Ik heb aan uw
zoon een dienst bewezen, is het daarover
dat u mo wil spreken?
Juist, zei Lumineau.
Indien ik u nog ter wille kan rijn?
1 Ik wil mijn jongen houden, mijn
heer Meffray. i 1
- Hoe, houden?
Ja, dat gij zoudt te niet doen wat gij
gereed gemaakt hebt.
Maar dat hangt van hem af, pach
ter. Hebt ge den oproepingsbrief ontvan
gen, Frangois?
1 Ja, mijnheer.
Indien gij wenscht niet naar uw
post te -gaan, daar rijn candidaten ge
noeg. Ik heb tien andere vragen, die ik
beter kan ondersteunen dan de uwe. Want
gij, Lumineau, rijt bij de verkiezingen
niet van onze partij. Trekt gij u terug?
Neen, mijnheer.
Ik ben het, die niet wil, dat hij weg
gaat, onderbrak Toussaint Lumineau. Ik
heb hem noodig op Fromentière.
Maar hij tig meerderjarig, pachter 1
f—i Hij is mijn zoon, mijnheer Meffray.
Hij is mij werk schuldig. Stel u in mijn
plaats, ik, die oud ben, ik rekende op hem
om hem mijn boerderij over te laten, ge
lijk mijn vader ze mij overgelaten heeft.
En bij trekt er tusschen uit. Hij neemt
ook nog mijn dochter mede. Ik verlies al
dus twee kinderen en dat Hoer uw
schuld. ml., j
r— Ach, verschooning; ik ben hem niet
gaan opzoeken. Hij is naar mij toegeko
men.
Doch zonder u vertrok hij niet, noch
Eleonora. Hij had bescherming noodig. U
noemt dat een dienst mijnheer Meffray?
Ik weet wel, wat aan Frangois past! Hebt
go hem thuis gezien om te meenen dat hij
ongelukkig is. Mijnheer Meffray, u moet
mij hem teruggeven.
Maak dat uit met uw zoon. Dat
raakt mij niet.
Gij wilt niet bij de menschen stap
pen doen, die hem aangeworven hebben,
om de overeenkomst te vernietigen?
Toussaint Lumineau deed een stap
vooruit on met krachtige stem, den arm
dreigend vooruitstekend, zei hij:
Welnu, dan hebt gij aan mijn zoon
in een dag meer kwaad gedaan dan ik in
mijn gansche leven!
Mijnheer Meffray kreeg een kleur:
Ga weg, oude grompot! schreeuwde hij.
Pak uw zoon mede. Wordt wat ge wilt.
Ach,dio hoeren tochHoudt ge er u al mede
bezie, dan loonen ze u zoo
Da boer begreep het niet te best. Hij
•bleef roerloos staan. Doch zijn oogen
schitterden. Van uit de diepte van rijn be
droefd hart, van uit de diepte van rijn
godsdienstig ras sedert eeuwen, kwamen
woorden van een vroom man op rijn lip
pen.
U blijft borg voor hem zei hij.
.Van wat?
Waar rij naar1 Itioe gaan, zullen rij
toch niet verloren loopen, Mijnheer Mef
fray. U blijft borg voor hun rielezaligheid!
Van deze gedachten had do zakermnan
en politieker geen begrip. Hij had tijd,
noodig om zich in dit begrip in te den
ken. Dan wierp hij een blik van verach
ting op dezen grooten boer en draaide
zich om, fluisterend: Wilde, loop naar
de maan!
Toussaint Lumineau en zijn zoon gin
gen weer de straat af tot aan de markt,
zonder een woord te spreken. De vader
maakte den toom aan den pilaar los en
bleef dicht bij de trede staan en sprak:
Stap in, Frangois, en wij keeren naar
huis.
Doch de jongen ging achteruit.
Neen, zei hij. 't Is gedaan. Gij zult
mij niet doen veranderen. Overigens, ik
heb Eleonora verwittigd, die reeds van
Fromentièro moet weg rijn! Gij zult zo
niet meer'vinden.
Hij had zijn hoed afgenomen om vader
vaarwel te zeggen en beschaamd bekeek
hij den ouden boer, dio in bezwijming
scheen te vallen, en de oogen half open,
leunde hij op de berrie.
Onder do Hallenloods was niemand.
Eenige vrouwen, in do winkels rond de
plaats, keken onverschillig naar de twee
mannen.
Na een tijdje kwam Frangois een beetje
dichter bij. Hij reikte de hand om een
laatsten keer die van rijn vader te druk
ken. Doch deze, die dit gebaar bemerkte,
kreeg nieuw leven in; met een gebaar ver
bood hij 'hem dichterbij te komen; dan
sprong hij in het rijtuig en zweepte de
bruine, die in galop wegdraaide.
Hei bcrosp op den messter
Eleonora had zich laten overtuigen: rij
had de plaat gepoetst. Deze dochter, vad-
eig, zwak en karakterloos, luisterde te
gaarne sedert maanden naar do verleiden
de stem der steden, waar zij een gemak
kelijker leven zou slijten, gedachten, die
natuurlijk den pachter van Fromentière
tegen de borst stieten. Het brood niet
meer bakken, de koeien niet meer melken,
een halve dame met 'n veel kleurigen hoed
zijn. Om dergelijke redenen ging zij er
wild op los, enkel steun vindend in den
broeder, die den ganschen dag van huis
af zou rijn. Zij gaf ook toe naar hel voord
beeld van ander. En hare onwetendheid
in alles vergemakkelijkte den trek naar
de stad. Zij waagde rich in een avontuur,
in een woniug van een buitenwijk, in een
herberg, zonder het gevaar en andere
moeilijkheden-als meisje le begrijpen.
De scheiding was een voldongen feit.
Op het oogenblik dat do boer vertrok,
in do hoop zijn kinderen nog bij elkaar
te houden, had Eleonora stil baar schuil
plaats in de schuur verlaten, en ondanks
de smeekingen van Maria Rosa en Mathu-
rin zelf, had zij al hare kleederen, linnen
en voorwerpen ingepakt. Zij bleef doof
voor het bidden en smeeken van Rousille,
die haar vervolgde om haar van gedach
ten te doen veranderen; ook luisterde zij
niet naar de vermanendo stem van Ma-
tliurin.
't Is Frangois, dio het gewild heeft,
mijn vrienden! Ik weet niet of ik geluk
kig zal zijn, doch nu is 'hol le laat, ik 'neb
het beloofd.
En zij had zoo een grooten haast om
to vertrekken, uit angst voor den vader,
die kon terugkeeren. In weinig lijd was
rij klaar geweest met haar pakken, had
zij Fromentièro verlaten, en den bollen
weg gevolgd, door do tram afgemaakt, die