Tweede Blad Donderdag 8 Mei 1924 SlHNEilLAÜD Salarisregeling Rijkspersoneel Het ook in ons vorig blad uit de „O. ^faarl. Gt." overgenomen bericht, inzake èet georganiseerd overleg over de salaris- legeling van het Rijkspersoneel, behoeft jenige verbetering, naar de Haagsche re dacteur van de „Msb." mededeelt. Op de eerste plaats dient opgemerkt, dat il. Maandag niet do centrale commissie •yan georganiseerd overleg heeft vergaderd, «naar de sub-commissie, die opdracht heeft ïrae-advies uit te brengen over de door de ^egeering voorgestelde wijzigingen in het bezoldigingsbesluit. Punt a in het bericht genoemd: „Do aalarLsregeling zal niet meer behandeld worden in de centrale commissie van G. O., doch in bijzondere commissies", is geen regeeringsvoorstel, maar artikel 1 van het foorstel der commissie. Onder b heet het: „Er zal verschil be staan in loon tusschen gehuwden en on-% gehuwden (ongehuwden ontvangen de 2 laatste periodieke verhoogingen niet). Dit laatste is geheel onjuist. Het ver schil in loon tusschen gehuwden en onge- iïuwden zal daarin bestaan, dat gehuwden onder bepaalde voorwaarden eerder het maximum-loon zullen bereiken dan de ongehuwden. Dat. zobals onder d gemeld, groepen van ambtenaren uit het bezoldigingsbesluit zullen worden gelicht en worden overge bracht naar het reglement van de Rijks werklieden hangt nog geheel in de lucht, terwijl de mededeeling, dat voor de Rijks werklieden afzonderlijke klassen van ver hoogden standplaatsaftrek zullen gelden, niet juist is. Ook moet het niet waar zijn, dat de regeering zich het recht zou voor behouden de gemeenten in de standplaat sen in te deelen. Daartegenover vernemen wij wel, dat de regeering een belangrijke loonsverlaging neeft- voorgesteld. Een armza'ige toelage. In .,Het Volk" werd de vraag behan deld, of de sociaaldemocratische Kamerle den ook een deel van hun jaarlijksche- schadevergoeding behooren af te staan. Vrijwillig. Gewezen wordt op het voor beeld van de Koningin en gezegd, dat deze toch wel een beetje van haar 25000 gulden per week kan afstaan. Vergeten1 wordt dat onze Koningin voor Haar zelve natuurlijk dit geld niet noodig heeft. Ook van de ver hooging die Zij indertijd uit de schatkist ontving, kan gezegd, dat deze niet om haar zelve werd gegeven. Men moet er toch op letten, dat ook H. M. de Koningin ge drongen was aan allen, die haar dienden, een hooger salaris te geven. Ook dit moest verdubbeld en meer en daarom was het billijk dat de staat bijsprong aldus de (AR.) „N. Pr. Gr. Crt." Voor de leden van de Kamer staat de zaak natuurlijk heel anders. Wij wi'ien daarover echter thans niet spreken. Wij willen alleen wijzen op hot feit. dat de 5000 gulden per jaar in het hoofdorgaan van de arbeiderspartij ge noemd wordt een 'luttel bedrag". Zoo werd er indertijd in de Kamer ook door den heer Ter Laan o.ver gespro ken. Die had het, als Vvij ons wel herin-" neren, over 'n armzalige toelage. In de Handelingen was later dat woord armzalig geschrapt. Men ziet thans met welke groote heeren men te doen heeft als men spreekt over de leiders van de S. D. A. P. Honderd gul den per-week is voor hen een „luttel be drag". Zoo iets dat niets beteekent. Welnu zouden zulke rijke heeren dan moeten terugschrikken voor een klein of fer voor onze schatkist? Hoe ver staan echter zulke mannen reeds van het gewone volk af. Het zijn groote heeren. De Amsterdamsche gemeentewerklieden. Dinsdag is to Amsterdam de gemeente lijke Centrale Commissie voor bet georga niseerd overleg in wcrkliedenzaken bijeen goweest om kennis to nemen van do voor atellen van B. en W. tot verlaging der loonen van do gemeentewerklieden. Voorgesteld wordt 5 pCt. loonsvermin dering, verhooging der pensioenbijdrage van 3i tot 8$ pCt., terwijl do vakantie toeslag teruggebracht zal worden van f30 op f 10, 't bedrag dat in 1914 gold. Boven dien zal do leeftijd, waarop do jeugdige werklieden in de groep der volwassenen geplaatst worden, van 21. op 23 jaar wor den gesteld. In het collego van B. en W. heerseht eenstemmigheid omtrent de noodzakelijk heid van de doorvoering der aangekondig de bezuinigingen. Enkele voorbeelden van de voorgestelde loonsverlagingen mogen hier volgen. In de 5o (hoogste) klasse ontvangen de werk lieden na 3* pCt. pensioen aftrek f 39.08 per week; dit wordt f35.57. In do 2e klasse zijn dez0 bedragen f 34.28; dit wordt f 30.74. In de lo klasso f 32.89 en f 29.43. Voor ongeschoolde mannen zijn dezo be dragen f 25.01 en f 21.96. In de reserve zijn de loonen voor do mannen f 21.54 en voor de vrouwen f 19.45; dezo worden f 18.88 en f 17.13. Gistermiddag zou do commissie voor het g. o. in ambtenarszaken bijeenkomen ter kennisneming van de voorstellen van B. en W. tot verlaging der ambtenaarssalarissen Dezo verlagingen komen in hoofdzaak met do voor do werklieden geldende overeen. Gemeenteraad van Gouda In de Dinsdagavond gehouden gemeente raadsvergadering welke door ongesteldheid van burgemeester Mijs werd gepresideerd door den wethouder Muylwijk, werd goed gekeurd bet verzoek van de directie der Goudscbe Waterleiding-Maatschappij, tot het aangaan eener obligatio-leening, groot f 100.000.—. De Raad benoemde tot heelkundige aan het van IteTson-Ziekenhuis, dr. J. van Woerden te 's-Gravenhage, doch voor tot stemming werd overgegaan, ging een breedvoerige discussie vooraf. Mevr. Riezs meende dat de Raad zicii belachelijk maakte door te kic-zen uit een voordracht van jeugdige assistenten, tor- wijl er sollicitaties waren ingekomen van oudere chirurgen met rijpere ervaring, die volkomen zelfstandig hebben gewerkt, en van wie de meest gunstige informaties don Raad hadden bereikt. Spr. verzette zich tegen de samenstelling van de voordracht. Tevergeefs heeft spr. gezocht naar stuk ken door prof. Zaaier omtrent dr. la Cha- pelle ingezonden, welke niet ter visie zijn gelegd. De heer Jongenburger zeide, dat hot hoog tijd is dat men in het ziekenhuis eens tot rust komt en vraagt welken indruk liet betoog van mevr. Riesz naar huiten moet maken? Regenten hebben, bij het ontstaan der vacature, zich beijverd zoodanige voor dracht samen te stellen, waardoor de rust verzekerd wordt, de algemeene samenwer king bevorderd en de allerknapsten op do voordracht zijn geplaatst. Wethouder Bokhoven, de minderheid in het college van B. en W., stelde er prijs op te verklaren geen vooroordeelen te hebben legen de voorgedragenen, slechts heeft spr. gezocht naar de reden waarom tal van oudere chirurgen niet op de voordracht zijn geplaatst. Er moet rust komen, zegt men, m.a.w. er moet iemand worden be noemd, die jong. is en te huigen, daar mo gen we ons niet bij neerleggen, daar wel degelijk een andere keuze mogelijk was go weest. De heer Hédderus Oosting onderschreef dat assistenten heel knap kunnen zijn, maar dat de doctoren in de omgeving van Gouda desgevraagd hem als hun oordeel kenbaar maakten, dat zij, indien voor een keuze geplaatst, de voorkeur zouden geven aan een chirurg met zelfstandige praktijk en zelfstandige ervaring. Op een verzoek van de Vereeniging „Gouda Vooruit" om wederopens telling van do Jap Kattenbrag op Zon- en Feestda gen in het belang van de neringdoenden en de beoefenaren van het watertouris'me, zullen B. en W. prae-adviseeren. Tever geefs trachtte de heer Bokhoven reeds thans een beslissing uit te lokken, mot het oog op het seizoen. -X- FEUILLETON DE PROOI VAN DEN GIER. 23) Naar het Engelsch van H. de Vere Stacpoole. Dien avond verliet Savage onder den naam Thompson, Kaapstad in de Clan Eraser. De reis van Kaapstad naar Dur ban is een aangename zeereis. De boot vart vlak langs de kust om do diepe stroo men te ontwijken die om de Zuidpunt van Afrika heen woelen als een eindeloos ge tij .van den Indischen tot den Atlantischen Oceaan. Ofschoon Savage over land de reis naar Joannesburg had kunnen maken, wilde hij liever over zee naar Durban gaan, want dan had minder kans om Moschelles te ontmoeten. HOOFDSTUK XXXVII. Johannesburg. Gedurende de reis dacht Savage aan niets anders dan aan een goed middel om den sqjielm te kunnen in handen krij gen. Hij kon nauwelijks eten of drinken cn toen de Clan Fraser het anker bij, Dur ban had uitgeworpen ging hij dadelijk na de formaliteiten aan wal nam een rick shaw en reed rechtstreeks naar het bu reau van den commissaris van politie. U wou iemand meenemen, z ei deze toen hij den langen brief gelezen had. En wat is de route? Ik had den trein tot .Johannesburg willen nemen en dan te paard verder gaan. Hebt u bagage hij u? Ja, bagage en wapenen in de rick shaw hui ten. 1 Goed. Dan telegrafeer ik naar Jo hannesburg om u daar een man te geven. Er gaat van avond een trein dan kunt u mee gaan. Maar u kunt in dit costuum niet gaan. U moet een rijcostuum hebben. Ga naar Williamson, ik zal u het adres geven, hij heeft alles in een paar uur ge reed en hier hebt u een brief voor de po litie te Johannesburg. U vervolgt iemand, die Moschelles heel, zio ik hier uit den brief. Ja. Zeker geen familie van W. W. Mo schelles? 't Is dezelfde. Wat. Is hij het? Wel, wel. Toen ik den laatsl&i keer van hem hoorde leefde hij als een voornaam heer in Park Lanc. Ja, maar dat is hem nu onmogelijk geworden. Omdat u hem vervolgt? Ja. Hij nam afscheid van den commissaris, slapte in do rickshaw en reed naar Wil liamson, waar hij zich een confectie rij- l>ak aanschafte. Het paste wel niet in de puntjes, maar voor de Veldt was het goed genoeg en de aasvogels kijken zoo nauw niet, waar het nieuwe modes betreft. Dien avond nam inspeeteur Savage in zijn nieuwe uitrusting met zijn wapens en al zijn bagage plaats iu den Irein om do lange', stoffige sombere reis te aanvaar den naar Johannesburg, waar het altijd stuift en alles vol stof zit. Toen Savage Letteren en Kunst C. S. ADAMA VAN SCHELTEMA t 1877—1924. Slechts 47 jaren is hij oud geworden, 't Is jammerWant deze man, die een verwoed doctrinair kon zijn van het so cialisme, had toch ook weer heel veel van een zoeker, die lang niet onverdeeld in stemde met vage leuzen van „gemeen schapsgevoel" en „solidariteitsgevoel", welke vrijwel in de lucht hangen, en die het diep betreurde, dat de sociaal-demo cratie niet berustte op ethische grondsla gen maar uitsluitend haar oogen hield ge richt op economische macht en politieke successen. Hij had in zijn beste oogen- hlikken iets gevoeligs, dat sommige zijner gedichten zoo sympathiek maakt, ook voor den Roomschen lezer. Ik citeer als voorbeeld een klein ge dichtje, waarvan het opschrift: „Avond gebed" ons, om het zacht te zeggen, wat zonderling aandoet, maar dat toch wel een fijne avondstemming Weergeeft: De avond is gevallen, De dag gaat dood, Do hoornen worden allen Wonderlijk groot. In de verte, in de landen, Daar ligt wat goud, De nacht maakt onze handen Zoo stil zoo oud. Schoonheid, hebt gij ons leven Eenmaal gekust, Dan gaan wij t' avond even. Zwijgend te rust. Een klein dingetje maar, waarin wat weemoed zit. Maar hij heeft er meer zulke geschreven. Een zoeker. Als 17-jarig gymnasiast •maakte hij kennis met „De Nieuwe Gids" en was aanvankelijk eon geestdriftig be wonderaar. 't Duurde niet lang, want aan 't afbreken van de daaraan voorafgaande kunstprincipes had Scheltema niet genoeg De leuze, dat de kunst „de allerindivi dueelste oxpressie van de allerindivi dueelste emotie" moest zijn, waardoor ze dus beperkt bleef tot een kleinen kring van gelijkgestemden voldeed hem niet. Evenmin de leuze „TArt pour l'art" de kunst om de kunst, waarmee men wilde te kennen geven, dat ook het allerleelijk- ste kunst kon zijn, als het slechts kunst zinnig werd behandeld: een verderfelijk standpunt, waaraan wij zooveel vunze echtbreuk- en zelfmoord-romans en sen- sueele gedichten te danken hebben, die zich bewegen in een sfeer van gore erothiek Na zijn gymnasiale jaren werd Schel tema student in do medicijnen. Hij be moeide zich in dien tijd ijverig met het studententooneel. Hij wilde zijn kunstzin niet opofferen aan zijn beroepsstudlö en ging na een paar jaren over naar 't beroepstooneel. Dat hield hij slechts een half jaar vol. Zijn zenuwen bleken niet bestand tegen het afmattende leven van reizen, xepetee- ren, spelen, vandaag in Groningen, mor gen in Maastricht, overmorgen in Mid delburg. Toen ging hij in den kunsthandel van Van Gogh. Er was in dien lijd heel-wei nig te doen en zoo zette hij zich geduren de de lange uren van wachten op bezoe kers aan het dichten. En, vrat hij er van den eigenlijken kunsthandel zag, was niet direct, geschikt, zijn idealisme te doen toenemen. In dezen tijd zocht hij naar houvast in 't leven; en hij meende dit te vinden in het socialisme, zooals dit zich een wetenschappelijken grondslag trachtte te geven. Niet lang bleef hij verbonden aan de zen kunsthandel; slechts eenige maanden. Sedert dien tijd (1900) leefde hij als ambteloos burger, maar als vrij kunste naar, de laatste jaren in een aardig land huisje te Bergen in Noord-Holland. Zijn verzenbundel „Een weg van ver zen" geeft aan op welke wijze hij tot het socialisme kwam. Daarna verschenen achtereenvolgens de volgend» bundels: „Uit den Dool" (1901), Van Zon en Zomer" (1902), „Zwervers- verzen" (1904), „Eenzame liedjes" (1906) „Uit Stilte en Strijd" (1909). Levende Sle den, Amsterdam (1903), Dusseldorp (1903) Londen (1904). De vertaliug van Goethe's Faust (1911). „Meidroom" 1912), Ita lië (1914). Het laatste werk is een cause rie in proza. Een wetenschappelijk werk trachtte Scheltema te geven in „De grondslagen eener nieuwe Poëzie", dat hij omschreef als „Proeve van een maatschappelijke kunstleer tegenover het naturalisme en anarchisme, de tachtigers en hun deca denten". Dit hoek is A. v. S. van zijn minst sympathieke zijde. Wat er weten schappelijk in is, is niet nieuw en het nieuwe is onwetenschappelijk, eigenwijs en sput torig. Gedurende de oorlogsjaren vooral kwam de zoeker voor den dag, die met zijn dich terhart do gestie zijner partijgenooten niet geheel *waardeeren kon en die gevoeld moet hebben, dat de idealen der nieuwe menschheid op ander terrein liggen dan op clie eener uitsluitend politieke en op het materieelo gerichte partij. In het hoekje van d'Oliveira „De jonge re generatie" vinden wij o.a. van A. v. S. dezo woorden opgeteekend: „Zij (de So ciaal-Democratie) geeft geen antwoord op die honderd vragen, die in den mensch opkomen, vragen van leven en moraal, de eeuwige vraag van goed en slecht, die zich in duizenderlei nuances in het leven voordoet. Wat de toekomst hier in bren gen zal, hoe die nieuwe moraal groeien moet, dat vind ik voor den litterairen kunstenaar een van de belangrijkste vraagstukken, die bet socialisme brengt". Wij, Katholieken, weten, dat elke le vensbeschouwing eenmaal die vraag doet stellen, we weten ook, dat alléén het posi tief Christelijk geloof een afdoende oplos sing kan brengen. Elk ander stelsel blijft aan 't vragen stellen maar blijft het antwoord schuldig. En ten slotte nog één citaat, dat tot na denken stemt: „De sociaal-demo craten geven volstrekt geen antwoord op het wereldvraag stuk van het pr-actisch-mo- reele leven, en dat geeft b.v. hot Katholicisme wel. Daarom staat datzoo sterk..." Deze erkenning doet het ons te meer betreuren, dat deze man niet vóór zijn beengaan in de kracht des levens tot de voile erkentenis der Katholieke waarheid mocht komen. Het zou volkomen rust en vrede geschonken hebben aan zijn ziel. - N. J. H. S. Romeinsch graf te Stein gevonden. Op het bouwland van Mej. E. van Mui ken nabij Houtereind Stein stootte men dezer dagen bij het omploegen op harde voorwerpen. Toen men Zaterdag en Maan dag j.I.j onder leiding van Dr. Jos. Bec kers te Beek, de uitgravingen voortzette kwam men tot de ontdekking dat men ver moedelijk gestooten had op een oud-Ro- meinsche begraafplaats, meldt Het Zui den. Men vond namelijk twee Romeinsche sarcophagen, vervaardigd uit zandsteen en gedekt met een deksel van dezelfde stof. De eene grafzerk had een lengte van 1.75 M., de andere was 2.70 M. lang. In de eerste kist waren 3 nissen uitge houwen, die verschillende Romeinsche sche voorwerpen bevatte, o.a. een staf (scepter), een steen en kandelaar, oorbel len enz. (Vermoedelijk heeft men hier dus met het graf eener aanzienlijke Romein sche te doen). De opgravingen worden voortgezet on der leiding van Dr. Beckers. UIT ROME Pater Hendrïchs schrijft ons uit Rome, d.d. 27 April 1.1.: En nü heb ik alles gezien, wat ik zien wilde en, door de goede hulp, die ik ont ving, kwam het alles nog krachtiger tot me, dan ik ooit bad kunnen droomen, toen ik in boeken dé gegevens uit de Catacom ben naging; er is véél méér dan eenig boek aanbiedt, het spreekt véél stérker dan eenig boek doet vermoeden. Wel is waarheid, wat Prof. Marucci reeds vóór 12 jaar aanm'erkte: „Men moet niét denken, dat de Christenen in de Cata comben alle dogma's hebben „behandeld", men' moet óók niet verwachten, dat zij UIT DE RADIO-WERELD. Wat er vanavond te hooren' is. 0.30 uur F. L. (Eiffelloren) 2600 M. Con cert. 7.55 2.L.O. (Londen) 365 M. Con^ cert van de Band of H. M. Roypl Air Force. 7.55 2.B.D. (Aberdeen 495 M. Man nenkoor. 7.55 5.S.G. (Glasgow) 420 M. Verha len uit Adam Bede. waarna concert. 7.55 5.W.A. (Garrliff) 350 M. Zang en kamermuziek. 3.05 6.B.M. (Bournemouth) 385 M. Schuberavond. 8.05 5.N.O. (Newcastle) 400 M. Cole- ridge-Taylor-avond. 8.20 2.Z.IJ. (Manchester) 375 M. Dansmuziek. 8.30 P.G.G.G. (Den Haag") Liederen- avond van mevr. Nova Born- Dinckhuyzen, mezzo-sopraan. Programma: la. Traumen, b. Schmërzen, Wagner: 2a. An, b. Ueber Nacht, Hugo Wolf; 3. Ca- valeria Rusticana Domanza, Mascagni; 4a. Moncoeur 's ouvre, b. Amour viens aider, Samson et Dalila, Saint-Saëns „Radio Expres". 8.35 Brussel 410 M. Concert en dans-.. muziek. 8.50 P.T.T. (Postschool Parijs) 456 M. Concert. 9.20 S.F.R. (Radiola) 1780 M. Cau serie en Concert. daar dogmatische verhandelingen neer schreven". Natuurlijk niet! Men moet de duidelijke en indrukwekkende openba ring van hun mentaliteit nemen in verband met de stellige gegevens, die de eerste H. H. Vaders ons verstrekken, en die de ge zonde en gegronde overlevering aanbiedt en dan vindt men de klaarste en volledig ste harmonie! Het Christendom der eerste Christenen komt in kleur en steen in graffiet en mar merspreuk zóó onweerstaanbaar tot U, dat er geen ontkennen mogelijk is. Dat Christendom der eerste Christenen teekent zich bijzonder scherp af in 8 pun ten; 8 punten, die men óók leerstellig be handeld, althans vastgesteld vindt bij do eerste H.H. Vaders. Ik was naar Rome gegaan om te zien of inderdaad in do Catacomben do teekenen worden gevonden, dat deze 8 punten lééf den in de overtuiging der eerste Christe nen, waaruit dan met onontkoombare con sequentie volgen zou, dat do eerste Chris tenheid Roomsch voelde en dacht. Welnu, ik keer terug met de zeer stellige overtui ging, dat dit zoo is en ik zorg er voor do bewijzen mee te brengen en de lichtbeelden om de bewijsvoering met alle klaarblijke lijkheid voor oogen te stollen aan ieder, die te góéder trouw wil zién! I. Vooreerst is het zeer treffend, dat do eerste Christenen blijkbaar absoluut niets gonveten hebben van 'n soort „ethischen Christus; nog minder van een Christus, die passen zou in do „Hegeliaansche bezin ning". Neen, de Christus, die hun, klaar als de dag, voor den geest staat, is do histori sche Christus der Evangeliën, óók van het Joaunes-evangelie. Vervolgens is Hij zeer duidelijk voor hén de Goddelijke Christus der bekende wonderen, en vandaar do Christus, Dien zij zich dachten als aange beden en in Wien te gelooven 's menschen redding en zaligmaking is. Deze Christusfiguur spreekt uit méér dan 60 voorstellingen, gebeden en uitspra ken uit de 2e, 3c en 4e eeuw in de Cata comben. II. Het tweede punt, dat van belang ia voor de kènschetsin.g van de mentaliteit der Catacomben-Christenen, is hun opvat ting over het H. Doopsel. Deze handeling komt hun zóó gewichtig voor, dat zij voort durend, op allerlei wijzen, het H. Doop sel aanduiden en niet énkel als een min of meer onverschillige handeling, doch als ééne, die, in hun oog en ook in dat huniter vervolgers, van het hoogste gewicht is. Een handeling voorts, die maar niet enkel een soort teeken is. dat men lid van een of ander kuddeke is. doch een handeling, die werkelijk do zonden vergeeft, daar zij op neemt in Gods genade. De Catacomben zeg gen het kort en in teekenspraak. De H.H. Vaders zeggen het lang en in argumenten- taal: maar heiden zeggen hetzelfde; een Christendom, dat het werkdadige Doopsel aan het station kwam werd hij dadelijk aangesproken door een langen jongen man, gekleed in een khaki uniform, die een rood gezicht had. Is u mijnheer Savage? Ja. Kent u mij? O, ik keek naar u uit. Ik ben Dun can van de politie en hen afgezonden om u op te zoeken. Is dit uw bagage? Goed, wij zullen maar te voet gaan en ons de bagage na laten zenden. U is Savage van Scotland Yard, nietwaar? Ja. *-» Dan heb ik uw naam dikwijls in de Engelsclie couranten gelezen en het doet me genoegen, dat ik u nu ontmoet. Ik hen de man, die u helpen moet om den sin jeur te pakken, dien u achterna gaat. Zou het tot een gevecht komen? Stellig. En is u goed gewapend? Ik heb een Winchester repeteerge weer en een Mauser pistool hij mijn ha- gage. Dat is voldoende. Wij zijn er. Zij hadden nu het politiebureau be reikt en het kostte Savage niet veel tijd om zijn geloofsbrieven te toonen. Morgen ochtend bij het aanbreken van den dag gaan wij op weg, zei Dun can, laten wij nu den tijd passeeren met een wandeling door de stad. Nog voor het goed licht was, werd Sa- vage den volgenden morgen gewekt door Duncan, die al geheel gekleed was. Spoe dig was ook Savage' gereed en na een haastig ontbijt in do verlaten gelagka mer volgde hij Duncan naar de bin nenplaats, waar reeds twee paarden van zadelzakken met levensmiddelen en waterflesschen voorzien, stonden te wachten. Tien minuten daarna verlieten zij Johannesburg en reden met hun rug naar het licht, dat als een grijze vlek door den wolkenloozen Oosterschen hemel brak. Wieldra kwam de zon op en hun schadu wen vielen recht voor hén uit. Ik denk, dat wij wel vijftig mijlen per dag kunnen afleggen, zei Duncan. Ver tel u mij nu eens, wat de zaak eigen lijk is. Savage vertelde hem alles haarfijn, zelfs hoe hij door Moschelles was ingere kend. 1 Ik denk, dat er diamanten hij te pas komen, zei Duncan. «-* Ik ook. Het is een mijn; dat cryptogram be teekent een mijn. Denk je dat die kerels elkander anders zouden vermoord hebben? Neen .het is Kimbeley en De Beers voor den tweeden keer. Blauwe klei en een massa geld voor ons alleen. U vergeet één ding. i—1 En dat is i—Wel, het cryptogram is juffrouw Prvnne ontstolen en de mijn behoort haar. Zoetjes aan, ik had het meisje niet vergeten, maar een diamantmijn is geen appel, dien je in je zak steekt en mee neemt. Als wij de mijn vinden, dan be hoort hij niet aan ons toe, maar aan den persoon aan wien het land behoort en aan de Regeering. Juist, maar. Nu moet het land gekocht worden. Kan het meisje dat? Dat kan wel in Londen. In Londen wonen alleen afzetters. Ik ken een man in Johannesburg van Bu- Ten, hij is eerlijk en rijk. Een halve dia mantmijn is genoeg voor een meisje. Als het is, koopt De Beers het wel en betaalt' dadelijk. Wat vindt u daarvan? Dat lijkt mij goed, als wij maar eerst weten of er iets is. Dat zullen wij nu gauw genoeg we ten, zei Duncan. Dien dag reden zij vijftig mijlen en blo ven den nacht over op een boerderij. De» volgenden morgen hervatten zij hun rei# hij het aanbreken van den dag en reden naar het stadje Harrisburg, dat zij om twaalf uur bereikten. Hier bleven zij een paar uren en reden toen rechtstreeks naar hun bestemming. Dien nacht sliepen zij op de Veldt in hun dekens gerold en heel vroeg zalen zij al weer in den zadel. Tegen den middag word de hitte ondragelijk. Do zon stond als een gloeiende kogel aan den hemel en do geheele strceks scheen bruin verbrand door de zen. Do springbokken en herten galoppeer»' er in kudden rond en aasvogels vlogen hoog in de lucht. Duncan bespeurde liet eerst het huis eu toen Savage ook in do aangegeven rich< ting keek, zag hij ver weg een boerderij, dio erg eenzaam stond en er vcrlalcn uit zag. Daar is liet, zei Duncan

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1924 | | pagina 3