Tweede Blad
Donderdag 8 Mei 1924
SlHNEilLAÜD
Salarisregeling Rijkspersoneel
Het ook in ons vorig blad uit de „O.
^faarl. Gt." overgenomen bericht, inzake
èet georganiseerd overleg over de salaris-
legeling van het Rijkspersoneel, behoeft
jenige verbetering, naar de Haagsche re
dacteur van de „Msb." mededeelt.
Op de eerste plaats dient opgemerkt, dat
il. Maandag niet do centrale commissie
•yan georganiseerd overleg heeft vergaderd,
«naar de sub-commissie, die opdracht heeft
ïrae-advies uit te brengen over de door de
^egeering voorgestelde wijzigingen in het
bezoldigingsbesluit.
Punt a in het bericht genoemd: „Do
aalarLsregeling zal niet meer behandeld
worden in de centrale commissie van G. O.,
doch in bijzondere commissies", is geen
regeeringsvoorstel, maar artikel 1 van het
foorstel der commissie.
Onder b heet het: „Er zal verschil be
staan in loon tusschen gehuwden en on-%
gehuwden (ongehuwden ontvangen de 2
laatste periodieke verhoogingen niet).
Dit laatste is geheel onjuist. Het ver
schil in loon tusschen gehuwden en onge-
iïuwden zal daarin bestaan, dat gehuwden
onder bepaalde voorwaarden eerder het
maximum-loon zullen bereiken dan de
ongehuwden.
Dat. zobals onder d gemeld, groepen
van ambtenaren uit het bezoldigingsbesluit
zullen worden gelicht en worden overge
bracht naar het reglement van de Rijks
werklieden hangt nog geheel in de lucht,
terwijl de mededeeling, dat voor de Rijks
werklieden afzonderlijke klassen van ver
hoogden standplaatsaftrek zullen gelden,
niet juist is. Ook moet het niet waar zijn,
dat de regeering zich het recht zou voor
behouden de gemeenten in de standplaat
sen in te deelen.
Daartegenover vernemen wij wel, dat de
regeering een belangrijke loonsverlaging
neeft- voorgesteld.
Een armza'ige toelage.
In .,Het Volk" werd de vraag behan
deld, of de sociaaldemocratische Kamerle
den ook een deel van hun jaarlijksche-
schadevergoeding behooren af te staan.
Vrijwillig. Gewezen wordt op het voor
beeld van de Koningin en gezegd, dat deze
toch wel een beetje van haar 25000 gulden
per week kan afstaan. Vergeten1 wordt dat
onze Koningin voor Haar zelve natuurlijk
dit geld niet noodig heeft. Ook van de ver
hooging die Zij indertijd uit de schatkist
ontving, kan gezegd, dat deze niet om
haar zelve werd gegeven. Men moet er toch
op letten, dat ook H. M. de Koningin ge
drongen was aan allen, die haar dienden,
een hooger salaris te geven. Ook dit moest
verdubbeld en meer en daarom was het
billijk dat de staat bijsprong aldus de
(AR.) „N. Pr. Gr. Crt."
Voor de leden van de Kamer staat de
zaak natuurlijk heel anders.
Wij wi'ien daarover echter thans niet
spreken. Wij willen alleen wijzen op hot
feit. dat de 5000 gulden per jaar in het
hoofdorgaan van de arbeiderspartij ge
noemd wordt een 'luttel bedrag".
Zoo werd er indertijd in de Kamer
ook door den heer Ter Laan o.ver gespro
ken. Die had het, als Vvij ons wel herin-"
neren, over 'n armzalige toelage. In de
Handelingen was later dat woord armzalig
geschrapt.
Men ziet thans met welke groote heeren
men te doen heeft als men spreekt over
de leiders van de S. D. A. P. Honderd gul
den per-week is voor hen een „luttel be
drag". Zoo iets dat niets beteekent.
Welnu zouden zulke rijke heeren dan
moeten terugschrikken voor een klein of
fer voor onze schatkist?
Hoe ver staan echter zulke mannen reeds
van het gewone volk af. Het zijn groote
heeren.
De Amsterdamsche gemeentewerklieden.
Dinsdag is to Amsterdam de gemeente
lijke Centrale Commissie voor bet georga
niseerd overleg in wcrkliedenzaken bijeen
goweest om kennis to nemen van do voor
atellen van B. en W. tot verlaging der
loonen van do gemeentewerklieden.
Voorgesteld wordt 5 pCt. loonsvermin
dering, verhooging der pensioenbijdrage
van 3i tot 8$ pCt., terwijl do vakantie
toeslag teruggebracht zal worden van f30
op f 10, 't bedrag dat in 1914 gold. Boven
dien zal do leeftijd, waarop do jeugdige
werklieden in de groep der volwassenen
geplaatst worden, van 21. op 23 jaar wor
den gesteld.
In het collego van B. en W. heerseht
eenstemmigheid omtrent de noodzakelijk
heid van de doorvoering der aangekondig
de bezuinigingen.
Enkele voorbeelden van de voorgestelde
loonsverlagingen mogen hier volgen. In de
5o (hoogste) klasse ontvangen de werk
lieden na 3* pCt. pensioen aftrek f 39.08
per week; dit wordt f35.57. In do 2e klasse
zijn dez0 bedragen f 34.28; dit wordt
f 30.74. In de lo klasso f 32.89 en f 29.43.
Voor ongeschoolde mannen zijn dezo be
dragen f 25.01 en f 21.96. In de reserve zijn
de loonen voor do mannen f 21.54 en voor
de vrouwen f 19.45; dezo worden f 18.88
en f 17.13.
Gistermiddag zou do commissie voor het
g. o. in ambtenarszaken bijeenkomen ter
kennisneming van de voorstellen van B. en
W. tot verlaging der ambtenaarssalarissen
Dezo verlagingen komen in hoofdzaak met
do voor do werklieden geldende overeen.
Gemeenteraad van Gouda
In de Dinsdagavond gehouden gemeente
raadsvergadering welke door ongesteldheid
van burgemeester Mijs werd gepresideerd
door den wethouder Muylwijk, werd goed
gekeurd bet verzoek van de directie der
Goudscbe Waterleiding-Maatschappij, tot
het aangaan eener obligatio-leening, groot
f 100.000.—.
De Raad benoemde tot heelkundige aan
het van IteTson-Ziekenhuis, dr. J. van
Woerden te 's-Gravenhage, doch voor tot
stemming werd overgegaan, ging een
breedvoerige discussie vooraf.
Mevr. Riezs meende dat de Raad zicii
belachelijk maakte door te kic-zen uit een
voordracht van jeugdige assistenten, tor-
wijl er sollicitaties waren ingekomen van
oudere chirurgen met rijpere ervaring, die
volkomen zelfstandig hebben gewerkt, en
van wie de meest gunstige informaties don
Raad hadden bereikt. Spr. verzette zich
tegen de samenstelling van de voordracht.
Tevergeefs heeft spr. gezocht naar stuk
ken door prof. Zaaier omtrent dr. la Cha-
pelle ingezonden, welke niet ter visie zijn
gelegd.
De heer Jongenburger zeide, dat hot
hoog tijd is dat men in het ziekenhuis eens
tot rust komt en vraagt welken indruk liet
betoog van mevr. Riesz naar huiten moet
maken? Regenten hebben, bij het ontstaan
der vacature, zich beijverd zoodanige voor
dracht samen te stellen, waardoor de rust
verzekerd wordt, de algemeene samenwer
king bevorderd en de allerknapsten op do
voordracht zijn geplaatst.
Wethouder Bokhoven, de minderheid in
het college van B. en W., stelde er prijs op
te verklaren geen vooroordeelen te hebben
legen de voorgedragenen, slechts heeft spr.
gezocht naar de reden waarom tal van
oudere chirurgen niet op de voordracht
zijn geplaatst. Er moet rust komen, zegt
men, m.a.w. er moet iemand worden be
noemd, die jong. is en te huigen, daar mo
gen we ons niet bij neerleggen, daar wel
degelijk een andere keuze mogelijk was go
weest.
De heer Hédderus Oosting onderschreef
dat assistenten heel knap kunnen zijn,
maar dat de doctoren in de omgeving van
Gouda desgevraagd hem als hun oordeel
kenbaar maakten, dat zij, indien voor een
keuze geplaatst, de voorkeur zouden geven
aan een chirurg met zelfstandige praktijk
en zelfstandige ervaring.
Op een verzoek van de Vereeniging
„Gouda Vooruit" om wederopens telling van
do Jap Kattenbrag op Zon- en Feestda
gen in het belang van de neringdoenden
en de beoefenaren van het watertouris'me,
zullen B. en W. prae-adviseeren. Tever
geefs trachtte de heer Bokhoven reeds
thans een beslissing uit te lokken, mot het
oog op het seizoen.
-X-
FEUILLETON
DE PROOI VAN DEN GIER.
23)
Naar het Engelsch van
H. de Vere Stacpoole.
Dien avond verliet Savage onder den
naam Thompson, Kaapstad in de Clan
Eraser. De reis van Kaapstad naar Dur
ban is een aangename zeereis. De boot
vart vlak langs de kust om do diepe stroo
men te ontwijken die om de Zuidpunt van
Afrika heen woelen als een eindeloos ge
tij .van den Indischen tot den Atlantischen
Oceaan.
Ofschoon Savage over land de reis
naar Joannesburg had kunnen maken,
wilde hij liever over zee naar Durban
gaan, want dan had minder kans om
Moschelles te ontmoeten.
HOOFDSTUK XXXVII.
Johannesburg.
Gedurende de reis dacht Savage aan
niets anders dan aan een goed middel
om den sqjielm te kunnen in handen krij
gen. Hij kon nauwelijks eten of drinken
cn toen de Clan Fraser het anker bij, Dur
ban had uitgeworpen ging hij dadelijk na
de formaliteiten aan wal nam een rick
shaw en reed rechtstreeks naar het bu
reau van den commissaris van politie.
U wou iemand meenemen, z ei deze
toen hij den langen brief gelezen had. En
wat is de route?
Ik had den trein tot .Johannesburg
willen nemen en dan te paard verder
gaan.
Hebt u bagage hij u?
Ja, bagage en wapenen in de rick
shaw hui ten.
1 Goed. Dan telegrafeer ik naar Jo
hannesburg om u daar een man te geven.
Er gaat van avond een trein dan kunt u
mee gaan. Maar u kunt in dit costuum
niet gaan. U moet een rijcostuum hebben.
Ga naar Williamson, ik zal u het adres
geven, hij heeft alles in een paar uur ge
reed en hier hebt u een brief voor de po
litie te Johannesburg. U vervolgt iemand,
die Moschelles heel, zio ik hier uit den
brief.
Ja.
Zeker geen familie van W. W. Mo
schelles?
't Is dezelfde.
Wat. Is hij het? Wel, wel. Toen ik
den laatsl&i keer van hem hoorde leefde
hij als een voornaam heer in Park Lanc.
Ja, maar dat is hem nu onmogelijk
geworden.
Omdat u hem vervolgt?
Ja.
Hij nam afscheid van den commissaris,
slapte in do rickshaw en reed naar Wil
liamson, waar hij zich een confectie rij-
l>ak aanschafte. Het paste wel niet in de
puntjes, maar voor de Veldt was het goed
genoeg en de aasvogels kijken zoo nauw
niet, waar het nieuwe modes betreft.
Dien avond nam inspeeteur Savage in
zijn nieuwe uitrusting met zijn wapens en
al zijn bagage plaats iu den Irein om do
lange', stoffige sombere reis te aanvaar
den naar Johannesburg, waar het altijd
stuift en alles vol stof zit. Toen Savage
Letteren en Kunst
C. S. ADAMA VAN SCHELTEMA t
1877—1924.
Slechts 47 jaren is hij oud geworden,
't Is jammerWant deze man, die een
verwoed doctrinair kon zijn van het so
cialisme, had toch ook weer heel veel van
een zoeker, die lang niet onverdeeld in
stemde met vage leuzen van „gemeen
schapsgevoel" en „solidariteitsgevoel",
welke vrijwel in de lucht hangen, en die
het diep betreurde, dat de sociaal-demo
cratie niet berustte op ethische grondsla
gen maar uitsluitend haar oogen hield ge
richt op economische macht en politieke
successen. Hij had in zijn beste oogen-
hlikken iets gevoeligs, dat sommige zijner
gedichten zoo sympathiek maakt, ook voor
den Roomschen lezer.
Ik citeer als voorbeeld een klein ge
dichtje, waarvan het opschrift: „Avond
gebed" ons, om het zacht te zeggen, wat
zonderling aandoet, maar dat toch wel
een fijne avondstemming Weergeeft:
De avond is gevallen,
De dag gaat dood,
Do hoornen worden allen
Wonderlijk groot.
In de verte, in de landen,
Daar ligt wat goud,
De nacht maakt onze handen
Zoo stil zoo oud.
Schoonheid, hebt gij ons leven
Eenmaal gekust,
Dan gaan wij t' avond even.
Zwijgend te rust.
Een klein dingetje maar, waarin wat
weemoed zit. Maar hij heeft er meer zulke
geschreven.
Een zoeker. Als 17-jarig gymnasiast
•maakte hij kennis met „De Nieuwe Gids"
en was aanvankelijk eon geestdriftig be
wonderaar. 't Duurde niet lang, want aan
't afbreken van de daaraan voorafgaande
kunstprincipes had Scheltema niet genoeg
De leuze, dat de kunst „de allerindivi
dueelste oxpressie van de allerindivi
dueelste emotie" moest zijn, waardoor ze
dus beperkt bleef tot een kleinen kring
van gelijkgestemden voldeed hem niet.
Evenmin de leuze „TArt pour l'art" de
kunst om de kunst, waarmee men wilde
te kennen geven, dat ook het allerleelijk-
ste kunst kon zijn, als het slechts kunst
zinnig werd behandeld: een verderfelijk
standpunt, waaraan wij zooveel vunze
echtbreuk- en zelfmoord-romans en sen-
sueele gedichten te danken hebben, die
zich bewegen in een sfeer van gore erothiek
Na zijn gymnasiale jaren werd Schel
tema student in do medicijnen. Hij be
moeide zich in dien tijd ijverig met het
studententooneel.
Hij wilde zijn kunstzin niet opofferen
aan zijn beroepsstudlö en ging na een
paar jaren over naar 't beroepstooneel.
Dat hield hij slechts een half jaar vol.
Zijn zenuwen bleken niet bestand tegen
het afmattende leven van reizen, xepetee-
ren, spelen, vandaag in Groningen, mor
gen in Maastricht, overmorgen in Mid
delburg.
Toen ging hij in den kunsthandel van
Van Gogh. Er was in dien lijd heel-wei
nig te doen en zoo zette hij zich geduren
de de lange uren van wachten op bezoe
kers aan het dichten. En, vrat hij er van
den eigenlijken kunsthandel zag, was niet
direct, geschikt, zijn idealisme te doen
toenemen. In dezen tijd zocht hij naar
houvast in 't leven; en hij meende dit te
vinden in het socialisme, zooals dit zich
een wetenschappelijken grondslag trachtte
te geven.
Niet lang bleef hij verbonden aan de
zen kunsthandel; slechts eenige maanden.
Sedert dien tijd (1900) leefde hij als
ambteloos burger, maar als vrij kunste
naar, de laatste jaren in een aardig land
huisje te Bergen in Noord-Holland.
Zijn verzenbundel „Een weg van ver
zen" geeft aan op welke wijze hij tot het
socialisme kwam.
Daarna verschenen achtereenvolgens de
volgend» bundels: „Uit den Dool" (1901),
Van Zon en Zomer" (1902), „Zwervers-
verzen" (1904), „Eenzame liedjes" (1906)
„Uit Stilte en Strijd" (1909). Levende Sle
den, Amsterdam (1903), Dusseldorp (1903)
Londen (1904). De vertaliug van Goethe's
Faust (1911). „Meidroom" 1912), Ita
lië (1914). Het laatste werk is een cause
rie in proza.
Een wetenschappelijk werk trachtte
Scheltema te geven in „De grondslagen
eener nieuwe Poëzie", dat hij omschreef
als „Proeve van een maatschappelijke
kunstleer tegenover het naturalisme en
anarchisme, de tachtigers en hun deca
denten". Dit hoek is A. v. S. van zijn
minst sympathieke zijde. Wat er weten
schappelijk in is, is niet nieuw en het
nieuwe is onwetenschappelijk, eigenwijs
en sput torig.
Gedurende de oorlogsjaren vooral kwam
de zoeker voor den dag, die met zijn dich
terhart do gestie zijner partijgenooten niet
geheel *waardeeren kon en die gevoeld
moet hebben, dat de idealen der nieuwe
menschheid op ander terrein liggen dan
op clie eener uitsluitend politieke en op
het materieelo gerichte partij.
In het hoekje van d'Oliveira „De jonge
re generatie" vinden wij o.a. van A. v. S.
dezo woorden opgeteekend: „Zij (de So
ciaal-Democratie) geeft geen antwoord op
die honderd vragen, die in den mensch
opkomen, vragen van leven en moraal, de
eeuwige vraag van goed en slecht, die
zich in duizenderlei nuances in het leven
voordoet. Wat de toekomst hier in bren
gen zal, hoe die nieuwe moraal groeien
moet, dat vind ik voor den litterairen
kunstenaar een van de belangrijkste
vraagstukken, die bet socialisme brengt".
Wij, Katholieken, weten, dat elke le
vensbeschouwing eenmaal die vraag doet
stellen, we weten ook, dat alléén het posi
tief Christelijk geloof een afdoende oplos
sing kan brengen. Elk ander stelsel blijft
aan 't vragen stellen maar blijft het
antwoord schuldig.
En ten slotte nog één citaat, dat tot na
denken stemt: „De sociaal-demo
craten geven volstrekt geen
antwoord op het wereldvraag
stuk van het pr-actisch-mo-
reele leven, en dat geeft b.v.
hot Katholicisme wel. Daarom
staat datzoo sterk..."
Deze erkenning doet het ons te meer
betreuren, dat deze man niet vóór zijn
beengaan in de kracht des levens tot de
voile erkentenis der Katholieke waarheid
mocht komen. Het zou volkomen rust en
vrede geschonken hebben aan zijn ziel.
- N. J. H. S.
Romeinsch graf te Stein gevonden.
Op het bouwland van Mej. E. van Mui
ken nabij Houtereind Stein stootte men
dezer dagen bij het omploegen op harde
voorwerpen. Toen men Zaterdag en Maan
dag j.I.j onder leiding van Dr. Jos. Bec
kers te Beek, de uitgravingen voortzette
kwam men tot de ontdekking dat men ver
moedelijk gestooten had op een oud-Ro-
meinsche begraafplaats, meldt Het Zui
den.
Men vond namelijk twee Romeinsche
sarcophagen, vervaardigd uit zandsteen
en gedekt met een deksel van dezelfde
stof.
De eene grafzerk had een lengte van 1.75
M., de andere was 2.70 M. lang.
In de eerste kist waren 3 nissen uitge
houwen, die verschillende Romeinsche
sche voorwerpen bevatte, o.a. een staf
(scepter), een steen en kandelaar, oorbel
len enz. (Vermoedelijk heeft men hier dus
met het graf eener aanzienlijke Romein
sche te doen).
De opgravingen worden voortgezet on
der leiding van Dr. Beckers.
UIT ROME
Pater Hendrïchs schrijft ons uit Rome,
d.d. 27 April 1.1.:
En nü heb ik alles gezien, wat ik zien
wilde en, door de goede hulp, die ik ont
ving, kwam het alles nog krachtiger tot
me, dan ik ooit bad kunnen droomen, toen
ik in boeken dé gegevens uit de Catacom
ben naging; er is véél méér dan eenig boek
aanbiedt, het spreekt véél stérker dan eenig
boek doet vermoeden.
Wel is waarheid, wat Prof. Marucci
reeds vóór 12 jaar aanm'erkte: „Men moet
niét denken, dat de Christenen in de Cata
comben alle dogma's hebben „behandeld",
men' moet óók niet verwachten, dat zij
UIT DE RADIO-WERELD.
Wat er vanavond te hooren' is.
0.30 uur F. L. (Eiffelloren) 2600 M. Con
cert.
7.55 2.L.O. (Londen) 365 M. Con^
cert van de Band of H. M.
Roypl Air Force.
7.55 2.B.D. (Aberdeen 495 M. Man
nenkoor.
7.55 5.S.G. (Glasgow) 420 M. Verha
len uit Adam Bede. waarna
concert.
7.55 5.W.A. (Garrliff) 350 M. Zang en
kamermuziek.
3.05 6.B.M. (Bournemouth) 385 M.
Schuberavond.
8.05 5.N.O. (Newcastle) 400 M. Cole-
ridge-Taylor-avond.
8.20 2.Z.IJ. (Manchester) 375 M.
Dansmuziek.
8.30 P.G.G.G. (Den Haag") Liederen-
avond van mevr. Nova Born-
Dinckhuyzen, mezzo-sopraan.
Programma: la. Traumen, b.
Schmërzen, Wagner: 2a. An, b.
Ueber Nacht, Hugo Wolf; 3. Ca-
valeria Rusticana Domanza,
Mascagni; 4a. Moncoeur 's
ouvre, b. Amour viens aider,
Samson et Dalila, Saint-Saëns
„Radio Expres".
8.35 Brussel 410 M. Concert en dans-..
muziek.
8.50 P.T.T. (Postschool Parijs) 456
M. Concert.
9.20 S.F.R. (Radiola) 1780 M. Cau
serie en Concert.
daar dogmatische verhandelingen neer
schreven". Natuurlijk niet! Men moet
de duidelijke en indrukwekkende openba
ring van hun mentaliteit nemen in verband
met de stellige gegevens, die de eerste H.
H. Vaders ons verstrekken, en die de ge
zonde en gegronde overlevering aanbiedt
en dan vindt men de klaarste en volledig
ste harmonie!
Het Christendom der eerste Christenen
komt in kleur en steen in graffiet en mar
merspreuk zóó onweerstaanbaar tot U, dat
er geen ontkennen mogelijk is.
Dat Christendom der eerste Christenen
teekent zich bijzonder scherp af in 8 pun
ten; 8 punten, die men óók leerstellig be
handeld, althans vastgesteld vindt bij do
eerste H.H. Vaders.
Ik was naar Rome gegaan om te zien of
inderdaad in do Catacomben do teekenen
worden gevonden, dat deze 8 punten lééf
den in de overtuiging der eerste Christe
nen, waaruit dan met onontkoombare con
sequentie volgen zou, dat do eerste Chris
tenheid Roomsch voelde en dacht. Welnu,
ik keer terug met de zeer stellige overtui
ging, dat dit zoo is en ik zorg er voor do
bewijzen mee te brengen en de lichtbeelden
om de bewijsvoering met alle klaarblijke
lijkheid voor oogen te stollen aan ieder, die
te góéder trouw wil zién!
I. Vooreerst is het zeer treffend, dat
do eerste Christenen blijkbaar absoluut
niets gonveten hebben van 'n soort „ethischen
Christus; nog minder van een Christus, die
passen zou in do „Hegeliaansche bezin
ning". Neen, de Christus, die hun, klaar als
de dag, voor den geest staat, is do histori
sche Christus der Evangeliën, óók van het
Joaunes-evangelie. Vervolgens is Hij zeer
duidelijk voor hén de Goddelijke Christus
der bekende wonderen, en vandaar do
Christus, Dien zij zich dachten als aange
beden en in Wien te gelooven 's menschen
redding en zaligmaking is.
Deze Christusfiguur spreekt uit méér
dan 60 voorstellingen, gebeden en uitspra
ken uit de 2e, 3c en 4e eeuw in de Cata
comben.
II. Het tweede punt, dat van belang ia
voor de kènschetsin.g van de mentaliteit
der Catacomben-Christenen, is hun opvat
ting over het H. Doopsel. Deze handeling
komt hun zóó gewichtig voor, dat zij voort
durend, op allerlei wijzen, het H. Doop
sel aanduiden en niet énkel als een min of
meer onverschillige handeling, doch als
ééne, die, in hun oog en ook in dat huniter
vervolgers, van het hoogste gewicht is. Een
handeling voorts, die maar niet enkel een
soort teeken is. dat men lid van een of
ander kuddeke is. doch een handeling, die
werkelijk do zonden vergeeft, daar zij op
neemt in Gods genade. De Catacomben zeg
gen het kort en in teekenspraak. De H.H.
Vaders zeggen het lang en in argumenten-
taal: maar heiden zeggen hetzelfde; een
Christendom, dat het werkdadige Doopsel
aan het station kwam werd hij dadelijk
aangesproken door een langen jongen
man, gekleed in een khaki uniform, die
een rood gezicht had.
Is u mijnheer Savage?
Ja. Kent u mij?
O, ik keek naar u uit. Ik ben Dun
can van de politie en hen afgezonden om
u op te zoeken. Is dit uw bagage? Goed,
wij zullen maar te voet gaan en ons de
bagage na laten zenden. U is Savage van
Scotland Yard, nietwaar?
Ja.
*-» Dan heb ik uw naam dikwijls in de
Engelsclie couranten gelezen en het doet
me genoegen, dat ik u nu ontmoet. Ik hen
de man, die u helpen moet om den sin
jeur te pakken, dien u achterna gaat. Zou
het tot een gevecht komen?
Stellig.
En is u goed gewapend?
Ik heb een Winchester repeteerge
weer en een Mauser pistool hij mijn ha-
gage.
Dat is voldoende. Wij zijn er.
Zij hadden nu het politiebureau be
reikt en het kostte Savage niet veel tijd
om zijn geloofsbrieven te toonen.
Morgen ochtend bij het aanbreken
van den dag gaan wij op weg, zei Dun
can, laten wij nu den tijd passeeren met
een wandeling door de stad.
Nog voor het goed licht was, werd Sa-
vage den volgenden morgen gewekt door
Duncan, die al geheel gekleed was. Spoe
dig was ook Savage' gereed en na een
haastig ontbijt in do verlaten gelagka
mer volgde hij Duncan naar de bin
nenplaats, waar reeds twee paarden
van zadelzakken met levensmiddelen
en waterflesschen voorzien, stonden te
wachten. Tien minuten daarna verlieten
zij Johannesburg en reden met hun rug
naar het licht, dat als een grijze vlek door
den wolkenloozen Oosterschen hemel brak.
Wieldra kwam de zon op en hun schadu
wen vielen recht voor hén uit.
Ik denk, dat wij wel vijftig mijlen
per dag kunnen afleggen, zei Duncan. Ver
tel u mij nu eens, wat de zaak eigen
lijk is.
Savage vertelde hem alles haarfijn,
zelfs hoe hij door Moschelles was ingere
kend.
1 Ik denk, dat er diamanten hij te pas
komen, zei Duncan.
«-* Ik ook.
Het is een mijn; dat cryptogram be
teekent een mijn. Denk je dat die kerels
elkander anders zouden vermoord hebben?
Neen .het is Kimbeley en De Beers voor
den tweeden keer. Blauwe klei en een
massa geld voor ons alleen.
U vergeet één ding.
i—1 En dat is
i—Wel, het cryptogram is juffrouw
Prvnne ontstolen en de mijn behoort
haar.
Zoetjes aan, ik had het meisje niet
vergeten, maar een diamantmijn is geen
appel, dien je in je zak steekt en mee
neemt. Als wij de mijn vinden, dan be
hoort hij niet aan ons toe, maar aan den
persoon aan wien het land behoort en
aan de Regeering.
Juist, maar.
Nu moet het land gekocht worden.
Kan het meisje dat?
Dat kan wel in Londen.
In Londen wonen alleen afzetters. Ik
ken een man in Johannesburg van Bu-
Ten, hij is eerlijk en rijk. Een halve dia
mantmijn is genoeg voor een meisje. Als
het is, koopt De Beers het wel en betaalt'
dadelijk. Wat vindt u daarvan?
Dat lijkt mij goed, als wij maar eerst
weten of er iets is.
Dat zullen wij nu gauw genoeg we
ten, zei Duncan.
Dien dag reden zij vijftig mijlen en blo
ven den nacht over op een boerderij. De»
volgenden morgen hervatten zij hun rei#
hij het aanbreken van den dag en reden
naar het stadje Harrisburg, dat zij om
twaalf uur bereikten. Hier bleven zij een
paar uren en reden toen rechtstreeks naar
hun bestemming.
Dien nacht sliepen zij op de Veldt in
hun dekens gerold en heel vroeg zalen zij
al weer in den zadel. Tegen den middag
word de hitte ondragelijk. Do zon stond
als een gloeiende kogel aan den hemel en
do geheele strceks scheen bruin verbrand
door de zen.
Do springbokken en herten galoppeer»'
er in kudden rond en aasvogels vlogen
hoog in de lucht.
Duncan bespeurde liet eerst het huis eu
toen Savage ook in do aangegeven rich<
ting keek, zag hij ver weg een boerderij,
dio erg eenzaam stond en er vcrlalcn uit
zag.
Daar is liet, zei Duncan