„Be Irifak Cflurani" Tweede Blad Vrijdag 28 Maart 1924 BINNENLAND MUZIEK EN ZANG BIJ HET INTERN. EUCHARISTISCH CONGRES. (Officieel) Ter aanvulling van vroegere mededee- lingen maakt het Comité voor muziek en zang, voorzitter pastoor H. N. Colla en secretaris kapelaan P. L. Ch. v. d. Meer, bekend, dat de muziek en zang tijdens de Godsdienstoefeningen en Algemeene Ver gaderingen als volgt geregeld zijn: Onder de Pontificale H. Mis van den Kardinaal-Legaat in het Stadion zullen de ■wisselende gezangen worden uitgevoerd 'door een koor van Studenten der Groot- Seminaria van Utrecht, Haarlem en 's-Hertogenbosch, en van Eerw. Broeders; de vaste gezangen door een koor van on geveer 3000 jongens der R.-K. Scholen dor stad. Beide koren staan onder leiding van den ZeerEerw. Pater v. d. Geest O.P. Tijdens het Pontificaal sluitingslof zal een koor van ruim 500 jongens en 700 herren de Lofgezangen uitvoeren onder leiding van Huh. Cuypers. Onder de processie wordt ook gezon gen het „Rex clementissime" waarvan het refrein: „Lauda Jeruzalem" door allen moet worden meegezongen. Voor de algemeene vergaderingen op Donderdag, Vrijdag en Zaterdag in het Concertgebouw is uitgenoodigd het koor der Vereen igdo Kerkzangers „Voci et Amicitiae" (Dir. Antoon ter Stege). Voor de parallel-vergaderingen op diezelfde avonden in de Willibrordus b. d. m. het gemengd koor „Schola Cantorum" (dir. Hub. Cuypers) en voor de vergaderingen in het Stadion op Woensdag (opening) Donderdag en Vrijdag de R.-K. Oratorium Vereeniging (dir. Louis van Tulder). Alle vergaderingen beginnen met het „Adoremus" door alle aanwezigen te zin gen. Uit het canfertr'-^rijf. Amsterdam. De Ned. Bond in de Kledingindustrie bericht, dat tusschen den Bond van Con- fectiefabrikanten en de Bonden van Werk-" nemers in de Kleeding-industrie, ten aan zien van de arbeidsvoorwaarden overeen stemming is bereikt. In de nieuwe arbeidsovereenkomst is do 48-urige .werkweek gehandhaafd. De voor stellen omtrent het halveeren van de ver goedingen tijdens vacantie en voor de feestdagen, zijn door de werkgevers terug genomen. De loonsverlaging, aanvankelijk voorge steld op 10 pet., is. thans op 5 pet. bepaald. Zij zal voor het eerst op den eersten be taaldag in de maand "April"''wórden toe gepast. De loonen voor de mannen (grootwerk- persers) varieeren thans van 81 tot 76 ct. per uur, voor kleinwerk-persers van 71 Vi tof 66J4 cent per uur. Voor de vrouwelijke werkkrachten (ma- chinestiksters) varieeren de loonen van 57 tot 42 ets. per uur. Voor rijgsters en handwerksters van 43 tot 3014 ets. per uur. Aan een commissie uit werkgevers en werknemers is opdracht gegeven na te gaan in hoeverre' de tarieven (tijdsduur en uur- loonen) een wijziging ten gunste van de arbeiderspers) behoeven. Deze commis sie dient 30 April a.s. met hare taak ge reed te zijn. Voor zoover dit echter niet het geval zou zijn, wordt indien de wijzigingen loonsverhoogingen ten gevolge zouden hebben, terugwerkende kracht, verleend tot 30 April. Uit het Bakkersbedrijf Te Rotterdam. In een gecombineerde hesturenvergade- ring van de arbeiders-organisaties in de bakkersbedrijven, t.w. den Alg. Ned. Bond van Arbeiders in het Bakkersbedrijf, den R.-K. Bakkersgezellenbond, den Bond van Chr. Arbeiders in het Bakkersbedrijg, den Neutralen Bond van Rotterdamsche bak kersgezellen „Bijstand zij ons doel", is er op gewezen dat. do arbeidersorganisaties steeds tot beter overleg bereid waren. Met do werkgevers kon nog geen overeenstem ming worden bereikt. De vergadering besloot, dat het bren gen van arbeidsvoorwaarden op een lager peil niét toegelaten zal worden. Alle vier organisaties zullen tegen eventueele po- FEUILLETON Carsten Carstens. Naverteld door V. W. .12) Carsten was in bet achterhuis bezig, hij pakte uit een kast alle boeken en rekenin gen, en bracht ze naar boven, want het was springvloed en beneden zou het huis zeker onder water komen. Met een brandende kaars bleef hij rus tig, ondanks de bulderende storm en het geroep der menschen, zijn werk verrioh- ten; de kaars stond op de vensterbank en de in lood gezette vensters bogen naar bin nen, of zij mede wilden doen. Het huis was van steen, dat viel niet, maar hij dacht aan een ander huis, dat binnen korten tijd zou vallen Des morgens was Anna bij hem geweest óm hem te smeeken hare effecten te ge ven. als laatste hulp, en weer had hij ge weigerd. ..Klaag mij aan", zeide hij, „dan kun nen ze gerechtelijk afgenomen worden". Hij herhaalde hij zichzelf do woorden, die 'hij toen gesproken had, en .dacht aan het gelaat van Anna, dat hij nooit zoo droef en gram gezien bad. gingen 'daartoe 'gezamenlijk optreden. In de te houden ledenvergaderingen zal men er de arbeiders op wijzen, dat zij van elke afwijking van de geldende regelingen de organisaties kennis dienen te geven. De patroons zijn schriftelijk van een en an der op de hoogte gesteld. De loonsverlaging bij Sfork. Men meldt ons uit Hengelo: De gecombineerde hoofd- en afdelings besturen der metaalbewerkersbonden heb ben besloten geen ultimatum to stellen aan de directie der machinefabriek van de Gebrs. Stork en Go. De organisaties zullen echter geen poging onbeproefd laten, zoo wordt gemeld, om de tweede 5 pCt. loonsverlaging in Augustus a.s. on gedaan te maken. De vooroefeningen van den Vrijwiliigen Landstorm. De leden van het comité tot instandhou ding en uitbreiding van het voor oef enings- instituut van den Vrijwiliigen Landstorm hebben aan den minister van oorlog ge schreven: dat zij van meening zijn, dat de weer kracht van het Nederlandsche volk ver hoogd wordt door vrijwillige weerbaar- making, die de sympathie heeft van het volk in al zijne geledingen; dat de vooroefeningen in groote mate bijdragen tot die vrijwillige wcerbaarma- king en dus een stap nader zijn tot de ver wezenlijking v^m den reeds zoo lang ge- koesterden wensch, het volk nader tot do weermacht te- brengen, waardoor tegelijk de belangstelling en de medewerking wordt verkregen van alle standen van het Neder landsche volk; redenen, waarom zij den minister eer biedig verzoeken: le. de vooroefeningen niet af te schaf fen; 2e noch zoodanige maatregelen te ne men. die het instituut der vooroefeningen zullen brengen in een andere sfeer of on der andere leiding; 3e. aan het instituut der vooroefenin gen de rust tot groei en bloei te verschaf fen, die het zoo dringend behoeft. Bij dit adres is een uitvoerige memorie van toelichting gevoegd. Verzouiing van Delflands boezeniv/aier. De Telegraaf van 20 Maart j.l. Ochtend blad bevatte het volgende middel tegen verzou ting van Delf lands boezem: „De deuren van de Oranjehuitensluis worden dagelijks 5 a 10 minuten openge- gezet tegen den tijd, dat het water door den vloed gaat wassen, zoodat het bin nenwater nog hooger staat en dus kan afvloeien. Indien dit dagelijks plaats heeft zal verzouting in beteekenende mate niet plaats hebben. Want zout, dat door het lekwater binnen is ge komen, zal niet zoover in den boezem doorgedrongen zijn, of het kan door een korte dagelijksche afstrooming nog wel verwijderd worden". Een inzender schrijft nu in genoemd blad: 11 aangegeven middel zou helpen, in dien zeewater hetzelfde soortelijk ge wicht had als zoet water. Dat dit niet het geval is maakt het verwijderen van het eenmaal in den boezem gedrongen zee water zoo moeilijk. Bij vloed loopt het zoute water langs den bodem als een klein riviertje diep het land in; dus onder het zoete water door; spuit men weer bij eb dan kan men wel veel zoet, maar slechts weinig zout water kwijt raken. De zoogenaamde „Pekeleommissie" (tot onderzoek naar de verzouting der boezem wateren van Delfland) heeft hierop in haar verslag de aandacht gevestigd". Meikleyering naar Duitschiand. Het officieel orgaan van den F. N. Z. meldt, dat hij besprekingen met.de verte genwoordigers der Vereinigte Milchversor- gungen te Essen is overeengekomen, dat na de afneming van het Maart-kwantum (waartoe nog wel een 10 dagen in April noodig zullen zijn) met de levering van melk zal worden door"^n tegen nieuw overeengekomen voorwaarden en met een termijn van opzegging van weerszijden) van gemiddeld vier dagen. Vervoer van suiker. Collectieve Geleidbiljetten Bij K. B. van 13 dezer zijn nadere be palingen vastgesteld, omtrent het. vervoer van accijnsgoederen op het terrein van toe zicht langs de grenzen. Art. 1 van het K.B. van 18 Febr. 1905 (Stsbl. 78, laatstelijk gewijzigd bij dat van 11 Oct. 1923 (Stfcl. 477)" wordt, in verhand hiermede, voortaan gelezen als volgt: Do inspecteurs der invoerrechten én ac cijnzen kunnen, ieder voor zooveel zijne inspectie betreft, op verzoek van nering doenden tot wederopzeggens vergunnen, dat aan hen collectieve geleibiljetten wor den afgegeven tot vervoer van aan ver schillende personen af te leveren hoeveel heden suiker (waaronder kandij) of ge raffineerd zout, voor eiken ontbieder 5 ki logram niet te boven gaande. Van elke aflevering stelt de vervoerder onmiddellijk aanteekening op het geleid- biljet. Dit blijft geldig voor de hoeveelhe den, die blijkens de daarop gestelde aan- teekeningen nog niet zijn afgeleverd. J De Bossche Hanzebank. De directeur doet afstand van rechten uit het pensioen contract. Do Curatoren in het faillissement der Hanzebank te 's-Hertogenbosch deelen ons mede, dat de heer M. Verberk, gewezen Algemeen-Directeur der Hanzebank, hen, thans nu de toestand beter is te overzien, in kennis gesteld heeft met zijn besluit om uit VTije beweging en zonder eenig ad-vies ten behoeve van de crediteuren een voor hem groot financieel offer te brengen door onvoorwaardelijk afstand te doen van de rechten uit zijn pensioencontract (waarvan do taxatie varieert van f 60.000 tot ruim f 100.000. Red.) met de Hanzebank. Daar de deskundigen in het eerste ge deelte van hun rapport het bovenbedoeld contract ter sprake brachten en een af schrift als bijlage hij het rapport voegden, achten Curatoren zich geroepen en stellen zij er prijs op openhaar te maken, dat door den heer -'Verberk van de veel besproken overeenkomst vrijwillig afstand is gedaan, welken afstand Curatoren in het belang van de crediteuren hebben aanvaard. De Belgische Locdsdienst te Vlissingen. Verplaatsing naar Zeebrugge? Men meldt uit Brussel aan de „Tel": Er is zeer ernstig sprake van, dat het in stituut van den Belgischen loodsdienst, thans te Vlissingen gevestigd, binnenkort zal worden overgebracht naar Zeebrugge. De overbrenging zal geleidelijk geschie den. terwijl men geenszins den indruk wil vestigen als zoude zij een onvriendelijk heid jegens Nederland beteekenen. De kesten der Belgische geïnterneerden. Do regeling der terugbetaling. In haar zitting van gistermiddag keurde de Belgische Kamer met algemeene stem men het door de Regeering voorgelegde wetsontwerp goed, betreffende de regeling der interneeringskosten van de Belgische militairen in Nederland tijdens den ooriog Wijziging der wachtgeldregeling. Bezuiniging op den Pensioenlast. Naar de „Tel." verneemt, zal de wacht geldregeling voor het militaire personeel r.iiuii iii;j, worden gewijzigd, dal van 1 Oc tober a.s. af de wachtgeld jaren niet meer met pensioen zullen worden vergolden. Weerzinwekkende vertooning. In New-York worden tegenwoordig vol gens de dagbladherichten van daar „gods dienstige" rhythmische dansen gehou den in de St. Marcus-kerk, de kerk der Methodisten. Zondag werden in die kerk tijdens de „godsdienstoefening" dansen uitgevoerd door een aantal meisjes, wier kleedij naar liberale bladen melden in menig opzicht te wenschen overliet. De toeloop van de „geloovigen" was zoo groot, dat honderden moesten worden teruggestuurd. Voor het altaar kan men zich groo- tere profanatie denken verrichtten dan seressen in dunne gewaden en blootvoets haar „ritueele" dansen. Zoeklichten be schenen de meisjesfiguren. En de leider van deze „godsdienstoefening", rector dr. Gunthrie zong ten slotte Rosetti's „ave"! Den volgende dag werd deze weerzin wekkende vertooning herhaald en weer was do anders leege kerk vol met bezoe kers. Het is wel Amerikaanseh, maar het tee kent het droevig verval der godsdienstige secten, die zich van Rome hebben afge scheiden. Als men dergelijke middelen moet aan wenden, om de menschen naar de kerk te krijgen, doet men heter, hen er maar uit te houden. Een kerkgebouw verlaagt men niet tol een eafó-chantant of danszaal. „Hsgz." RECHTZAKEN HAAGSCHE RECHTBANK. Terecht heeft gestaan de 22-jarige reizi ger F. A. ;L. S., zonder vaste woonplaats, gedetineerd, ter zake van oplichting. In December van het vorige jaar was hij bij een juffr. te Leiden gekomen, zich voor doende als gemachtigde van een firma te Utrecht, die nog f 5.50 van de juffrouw te vorderen had. De juffrouw stelde bekl. het geld ter hand. Bekl. gaf toe, dat hij meer dergelijke feiten heeft gepleegd. Eisch 8 maanden gevangenisstraf. BELEEDIGING VAN EEN BURGEMEESTER. De landbouwer J. A. D. uit Zoete r- m e e r stond terecht wegens heleediging van den burgemeester dier gemeente. In het tweemaal per week verschijnende „Nieuws voor Zoetermeer-Zegwaart en Omstreken" had hij een ingezonden stuk doen opnemen, waarin hij zich afvroeg of het wonder was, dat men ontevreden was over het gemeentebestuur, waar „de voor zitter zichtbaar niets anders uitvoert dan autorijden en hazen vangen, terwijl deze beestjes weer dienen kunnen om goedgun stige objecten te kweeken in Den Haag, terwijl aan hem voor deze geweldige pres taties een slordige vier mille wordt toebe deeld". Bekl. erkende het stuk te hebben inge zonden. De burgemeester, als getuige gehoord, verklaarde in hooge mate door het stuk be- leedigd te zijn. Het wekt den indruk alsof hij zou trachten door het geven van hazen do boven hem staande autoriteiten, als Commissaris der Koningin en leden van Ged. Staten, gunstig voor hem te stemmen Het O.M. achtte het bewijs voor het ten laste gelegde geleverd. De bekl. behoort tot die personen, die achter de schermen wer ken en vanuit het duister anderen ernstige beleedigingen naar het hoofd gooien. De heleediging zelfs is van zeer ernstigen aard. Eisch 14 dagen gevangenisstraf. Bekl.'s raadsman, mr. James, wees er op, dat, wat het eerste gedeelte van den aangehaalden zin betreft, de bekl. gezegd heeft, dat de burgemeester zichtbaar niet anders doet, enz. De mogelijkheid wordt dus opengelaten, dat de burgemeester bin nenskamer wel de belangen der gemeente behartigt. Ten aanzien van het tweede ge deelte, wees pl. er op, dat de bekl. het woord „kunnen" heeft gebruikt, en hier dus ten hoogste van een insinuatie sprake kan zijn. Nadat pl. nog betoogd had, dat de op zet van den bekl. om te beleedigen absoluut niet is komen vast te staan, en er op ge wezen had, dat hij zich er op beroepen kan dat hij handelde in het algemeen belang, concludeerde hij tot vrijspraak. Re- en dupliek volgden. Onbesuisde motorrijder. De 40-jarige Liljcrrtmeester-M. H. G. v. N. uit Den Haag heeft voor de rechtbank aldaar terecht gestaan wegens het veroor zaken van zwaar lichamelijk letsel door schuld. In den avond van Zondag 10 Juni 1923 omstreeks 8 uur heeft bekl. op den Leidschen straatweg onder Wasse naar op een motorrijwiel met zijspan ge reden. Hij zou onder den invloed van sterken drank- hebben verkeerd en door het niet uitwijken naar rechts een aanrij ding hebben veroorzaakt met een autobus. Teu gevolge hiervan bekwam de man die in de zijspan zat, een, hersenschudding en kon gedurende geruimen tijd zijn zijn beroepsbezigheden niet verrichten. Bekl. ontkende dat hij dronken zou zijn geweest, wel gaf hij toe, dat hij eenige bor rels had gebruikt. Hij kon zich niet voor stellen wat de oorzaak van de aanrijding s geweest: misschien dat hij over een steen of zoo iets gereden is. Volgens de getuigenverklaringen heeft de bekl. met groote snelheid op het mid den van den weg gereden en slingerde hij. Toen de autobus en het motorrijwiel elkaar moesten passeeren, gaf de chauffeur van de bus een signaal. In plaats van rechts uit te wijken, ging bekl. toen naar links met het gevolg, dat een aanrijding plaats had. Zoowel de bekl. als zijn metgezel ble ven bewusteloos op den weg liggen. Een agent van politie had bemerkt dat de bekl. naar sterken drank rook. Het O.M., waargenomen door mr. Bau- duin, meendo dat de oorzaak van de aan rijding niet is komen vast te staan; voor het ten laste gelegde schuld-misdrijf zal dan ook vrijspraak moeten volgen. Spr. achtte bekl. echter schuldig aan overLre- ding der Motor- en Rijwielwet (het zooda nig rijden, dat do veiligheid van verkeer staarden 'hem aan. „Bedronken", gilde hij wankelend ging hij, de kaars voor zich houdend, naar de deur van de ach terkeuken; het was of iemand zijn jas aan raakte, hij lette er niet op, draaide de sleutel om en deed de grendel op de deur. Do dronkaard was opeens ontnuchterd. Als. uit oen droom ontwaakte hij en zag zich in het donker achterhuisHij be greep nu wat zijn vader gezegd had Hij rammelde aan de gesloten deur en riep: „Vader, vader, luister toch, vader help mij voor den laatsten keer, vader, vader! En hij bleef maar kloppen, rammelen en roepen, doch de storm overtrof al zijn bidden en. smeeken; de deur werd niet ge opend. men hoorde slechts het razen en zuchten van den storm. Hij drukte zijn oor tegen de deur, hoor de niets en verwijderde zich. Misschien de achterdeur: ook gesloten. Hij slapte over de schotten, die ook al voor do deur van het achterhuis aange bracht waren en al half onder water ston den. De maan scheen, doch wolken vlogen door do lucht, telkens het maanlicht ver duisterend. Hij zag de sluis, do straten die al vol water stonden en vol schuim, steeds meerder water dat verder vloeide. Hij dacht de doodskreet der dieren te In gevaar wordt gebracht)' en èïschte dew wege 7 dagen hechtenis. j Veroorzaken van dood door schuld. Na de schorsing heeft nog terecht "geV staan H. C. B.,' boterhandelaar te Z e g« waart, ter zake van het veroorzaken van- dood door schuld. In den avond van den 4en Dec. 1923 heeft bekl. met zijn automoe biel op den Haagweg onder de gemeente Rijswijk den student Carp aangereden* die daar liep met een motorrijwiel aan de hand. C. kreeg zoodanige verwondingen, dat hij kort daarop is overleden. BekL zou door te snel te hebben gereden en niet voldoende acht te hebben geslagen op het geen zich voor hem op den weg bevond, do aanrijding hebben veroorzaakt. Bekl. deelde mede, met een snelheid van pl.m. 25 K.M. gereden te hebben. Hij wist toen niet, dat de maximum-snelheid voor dien weg 15 K.M. bedroeg. Do weg was onvoldoende verlicht, waardoor bekl. den voor hem uitloopenden persoon niet heeft bemerkt voordat de aanrijding plaats had. Bekl. had de klefne lichten van zijn auto ontstoken, omdat hij in de meening verkeerde dat daar binnen de bebouwde kom de groote lichten niet mochten branden. Enkele getuigen bevestigden in hoofd zaak bekl.'s verklaringen. Geen hunner had het slachtoffer echter zien loopen; de hoofdgetuige, die hem wel zou hebben ge zien, was niet verschenen. In verhand hiermede werd de verdere behandeling uitgesteld tot 24- April. Diefstal. De arbeider J. van D., uit Katwijk aan Zee, stond terecht wegens diefstal van schelpen ten nadeele van den Staat, welke schelpen zich bevonden tusschen do hoog- en laagwaterlijn op het strand to Katwijk. Het O.M. was. overeenkomstig een vroe ger door de rechtbank gr wezen vonnis, van meening, dat de Sta-at op de schelpen, dis zich in het water bevinden of wel op het strand worden geworpen en later weer door het water mee terug kunnen worden genomen, geen eigendomsrecht kan laten gelden. Spr. vroeg dan ook vrijspraak. Uitspraken 10 April. Den veldwachter opgesloten. Een landbouwer te Borculo heeft voor de rechtbank te Zutphen terecht gestaan om dat hij den veldwachter W. H van zijn stadje had opgesloten in een schuur, na een ruzie. Beklaagde verklaarde dat hij de schuur deur gesloten had uit angst, dat zijn veC kou zou vatten. Eisch 10 darren ,c-v Gemen**rH ierichten. Te Kieuwerkcik nan de IJsel is Donder dagmorgen een ongeval geschied, dat be trekkelijk goed is afgeloopen. Toen de melk rijder De Bruin met zijn met twee paarden bespannen wagen den onbewaakten over weg in den Zuidplaspolder passeerde, wer den de paarden door een juist aankomen den goederentrein gegrepen. Een der dieren werd een eindweegs mee gesleurd en onmiddellijk godoéd, het ande re werd ernstig verminkt De voerman bleef ongeleerd. Het ongeluk is waarschijnlijk te wijten aan onoplettendheid van De B., daar men bij den overweg een ruim uitzicht heeft. De moordaanslag te 's-Gravenhage. De aangehouden G.. die verdacht wordt in den nacht van Dinsdag on Woensdag een bewoner van de Nieuwe Haven te 's-Gra venhage met een mes in den buik te heb ben gestoken, blijft hardnekkig volhouden, da-t hij zich van het voorgevallene niets meer herinnert. Op zijn hand zijn bloed sporen gevonden. Den geheelen ochtend èn ook in den middag heeft, commissaris Kra mer het verhoor voortgezet. Naar het mes, waarmede dit misdrijf gepleegd is, wordt nog steeds in het water langs den Z. O. Buitensingel gedregd Een paniek in den schouwburg te Rotterdam. Vele bezoekers van den Rotterdainsehen schouwburg, die Teirlinok's bewerking der Beatrijs-legende „Ik dien" door de Kon, Ver. ,,Het Nederlandsch Tooneel" bijwoon den, hebben eenige angstige oogenblikken doorleefd. Nauw was het scherm voor het derde en l&ats'te bedrijf opgehaald en het «pel inge zet, of een dich'te rookkolom werd op d« planken waargenomen, terwijl een door dringende brandlucht in de zaal merkbaar hoor en, die in dien vreeselijken stroom worden meegesleept en verdronken. Hij luisterde; wat hoorde hij; wat deod hij hier „Jens", riep hij plotseling, toen hij langs do huizen een boot zag voorbijgaan. Hij kendo de oesterschipper van vroeger „Mag ik die boot Jens? Waar wil je heen, heb je werk?" „Nu niet. Maar, mijnheer, waar wilt u heen?" „Waarheen anders dan naar huis?" De klein boot kwam nader. „Kom maar, mijnheel*, maar zet mij eerst af hij den slager". Toen hij achter do schotten in het huis stoud, zag hij dat Heinrich niet door do straat ging. „Mijnheer, waar gaat u heen, u bent verkeerd!" „Ik ga achterom naar huis". „Maar, mijnheer, dat kan niet, de boot kentert voor u aan do sluis bent!" ,,'t Moet gaan!" en de boot werd met woes ten vaart naar buiten gedreven. Nog een oogenblik scheen zij als een schaduw op de schuimende golven te drijven, toe-s sloeg zij om. Jcns liet een angstkreet hooren, de boot was uit het gezicht. Toen hij zich weer hukte om de onder ste papieren uit de kast te nemen, hoorde 'hij het poortje van den tuin opengaan en snelle schreden op het plaatsje, en, als door den storm voortgedreven, stond in het donker een gestalte. „Heinrich", zeide hij. Maar Heinrich sprak niet, en d,eed ook gen moeite, de deur. waardoor de sitorm binnendrong, le sluiten; eerst, toen zijn vader het hem beval, deed hij het. „Je hebt me nog goen goeden avond ge- wenscht, Heinrich „Goeden avond, vader". Carsten verschrok toen hij den loon van deze slem hoordeeens in een nacht had hij denzelfden toon vernomen. „Wat wilt ge, waarom hen je niet hij vrouw en kind. het water zal reeds aan de deur zijn". Wat Heinrich er op antwoordde was, door het huideren van den storm, niet te verstaan. „Ik versta je niet, wat zeg je", riep Carsten. „Het geld? Kom-jo om de effec ten van je vrouw; die geef Ik niet". „Maar ik hen bankroet, morgen vroeg al!De woorden kwamen als een angst kreet van zijn lippen. „Bankroet'" Als in gedachte herhaalde Carsten dat woord. Hij ging naar zijn zoon, legde zijne ma gere hand op zijn arm, en zeide rustig: „Ik heb jo lang genoeg geholpen, Heinrich, nu kan ik niet meer. God en je arme vrouw zullen het mij vergeven. En wat morgen komt is een boete voor ons beide". „Vader, o vader!" riep Heihrich. Hij schoen niet te begrijpen, wat Carsten ge zegd had. In liefdevolle droefheid stak hij zijuo beide armen naar den zoon uit, en, had Heinrich het gelaat van zijn vader kunnen zien, hij zou geschrokken zijn over de zwakte, die men er op las. „Je vader", zeide hij en sprak driftig; „ja Heinrich, ik had nog een anderen naam, waarmede hulpbehoevenden mij noemden. Slechts één stuk heb ik ong ou der mijn beheer, maar je krijgt het niet uit mijn oude hauden. Moet je vrouw gaan bedelen, omdat haar zaakwaarnemer haar geld aan zijn slechten zoon heeft ge geven? Hij hield snikkend stil, en de kreet: wa ter! water! klonk tol. hen door. „Hoort gij", riep de oude man, „de sluis is stuk, waarom blijf'je staan, ik kan je niet meer helpen". Maar Heinrich antwoordde niet, hij ging ook niet, hij stond als aan den grond ge nageld. Carsten nam de kaars en hield ze zijn zoon hij het gelaat, twee glazcrige oogon

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1924 | | pagina 7