ïiBraimr
VOOR DE VROUWEN.
WAT KENNEN DIE VAN DE MODE?_
rMama", zoo hooren wij in het Centrum
een 18-jarig meisje tot moeder praten, Jk
zou eon nieuw toilet moeten hebben. Wat
raadt ge mij aan?"
Iets schoons kind, iets dat in het oog
springt. Deftig natuurlijk. Maar geen kweze
larij hoor. Ge imoet absoluut de mode vol
gen: korte mouwen, wat doorschijnend en
niet te hoog in den hals. Menachen gelijk
wij moeten hunnen rang eerbiedigen.
Maar, Mama, daar wordt zooveel tegen
gesproken en geschreven
Allemaal praat van pastoors en pwtera.
Wat kennen dio van de model Ze moeten ze
immers zelf niet dragen!"
Mama heeft wel gelijk, pastoors en paters
kennen niets van de mode, maar ze kennen
toch wel iets van de zedelijkheid en kunnen
daarover beter oordeelen dan wio ook. En
bij ondervinding weten ze dat jonge meisjes
door toe te geven aan de mode zelf tot on
zedelijkheid vervallen en aanleiding zijn tot
zedelijken val van anderen.
Mama, wees maar zoo verstandig om naar
den wij-zen raad en de verstandige waar
schuwing van pastoors en paters tc luisteren
en uwo kinderen te lecren voor dezer oor
deel eerbied te hebben.
Lentehos den.
In het voorjaar zullen de bollen der hoe
den hoog zijn en dal effect wordt nog
ecus extra verhoogd door den breeden,
opgeslagen rand. Z'-j, die het niet verdra
gen kunnen, zoo in het vollo daglicht te
worden gezet., behoeven hier echter niet
over te tobben, want de rand loopt niet
rondom naar boven, dus er is a'tijd wel
een trucje om den hoed zóo op fe zetten,
dat er wat schaduw valt op het gezicht
Onlangs lazen wo de vergelijking: de
moderne modevrouw lijkt wel een para-
pluio in een strak fo.idraaltje welnu:
de nieuwste hoedmodcllen geven de sensa
tie van den langen knop! Zij sluiten vlak
om het hoofd en soms vormt een op den
linkerschouder afhangende pleureuse of
p:okveer het eenige ornament, al's om
bij het symbool parapluie te bl'jven:
het kwastje of riempje aan den stok.
Do bol zal meestal rond zijn' of gra-
naatvormig. Als het u staat moet de rand
van voren opgeslagen worden; anders juist
eventjes op zij. De clocho is nog niet go-
heel verdrongen, maar komt toch veel min
der voor dan verleden jaar.
Heel aardig en f'atteerend slaat de
groote strik van lint, die als bij het kap
sel der Elzasser meisjes dit seizoen de
hoedjes aan de achterzijde sierer. zal.
Afles werkt er toe mee reh'-ef aan het
gez'cht te geven: de kleine krullen over
do ooren, die toch maar in de mode blij
ven niettegenstaande allo gepraat over
gladde, strakko kapsels, even goed als de
hoedgarneering, want zoo'n afhangende
struisveer of zoo'n wiek van lint geeft een
ondeugend en lief effect als de groote,
broode strik in het haar der flappers.
De eerste voorjaarshoeden brengen als
stof combinaties van zijde en stroo, in lint-
reepen naast elkaar gezet. Soms zijn
moi'Té-hoeden met een smal randje stroo
omboord.
Lintstr'-kken en bloemen van lint blijven
tot de voornaamste garneering bchooren.
Men past ze in eindelooze variaties toe:
uitgerafeld en in rozetten, in broedo bie
zen of a's een spiraal, in platte en co
ca-de-strikken u laat uw verbeelding
vri j spel. dan krijgt u vast iets ei'gens, dat
speciaal b'j uw verschijning hoort.
Natuurlijk blijft de paradijs eu voguc.
Dat is een zoo aparte draoht, zoo kost
baar en gedietinigueerd, dat een hoed,
daarmee versierd, altijd opgang zal ma
ken.
De voiles zal men in dit voorjaar veeï
minder zien. De kleine hoedjes sluiten zoo
goed om het haar en bovendien dragen
zoovelen de fijne netjes om de ondulatie,
dat de voile als piek-beschermer overbodig
werd. Wel komt zij nu nog voor op oude
hoedjes, die zij wat op moet fleuren of op
oen al te streng model, dat wat frivoler
gemaakt moet worden. Dan hangen zij
losjes over den rand tot halverwege de
oogen.
Dingen, die men nooit gebruikt worden
ook niet langer bewaard, maar verwijden]
zachte linnen en flanellen lapjes die men te
genkomt worden bijeen gelegd voor sdhoon-
maakgebruik.
Is het behang van uw kamer op sommj.
ge plaatsen dóór vocht uitgebeten en be-
schadigd, trek er dan eerst die bes chad ig<lo
stukken af en bestrijk den muur vervolgens
flink di'lt met een oplossing van een half
pond lijm en een half pond aluin in een em.
nier water. Laat het opdrogen, voor ge 't
nieuwe behang erop plakt..
Als de kleeden opgenomen zijn om ge-
klopt of chemisch gereinigd te worden, wor
den do vloerranden geschrobd. Een goed
mengsel hiervoor wordt gevormd door gelij.
ke deelen zachte zeep, fijn band en witkalk
dat met koud water wordt opgezet en tot
een dikke zalf kookt.
Traploopers worden nooit in precies
dezelfde positie gelegd als voor de schoon
maak, opdat ze niet op enkele plekken
gauws te versleten zijn.
Een prachtig middeltje om de kleuren es
het patroon van uw Perzisch of ander vloer-
kleed mooi te doen uitkomen is het borste
len met zout water, zoodra het weer ligt
Vetvlekken worden verwijderd met terpen
tijn.
Hebt ge eiken meubelen, die er sjofo;
gaan uilzien. wriif ze dan flink af met wans
bier, laat ze opdrogen en behandel zo daan
na met bijenwas in terpentijn opgelost.
Eamboc-smeuiboitjee worden het best ge-
wasschen in zout water.
Leeren stoelzittingen kunnen prachtig wor
den opgewreven met eiwit.
NUTTIGE WENKEN,
Vruchten en wijnvlekken verwijdert imn
uit witte stoffen met zwaveldamp. Men gaat
aldus te werk. Men neenjÉ een flesch me;
wijden hals en verzamelt daarin zwavel
damp door het branden van een zwavellinl
De vlek wordt flink nat gemaakt en boves
de flesch gespannen vastgehouden, waarna
men het zaakje omkeert, dus de fle3ch on
derstboven wordt gehouden, met de opening
op de stof. De vlek verdwijnt dan spoedig.
Daarna goed uitspoelen met zuiver koud
water. Zijn er vruchten vlekjes in wollen stof
fen van niet te groeten omvang, dan kan
men zo vcrwijderren door ze te wriiven met
warme alcohol of verdunde ammoniak.
Messen die men niet dagelijks gebruikt
moet men zorgvuldig slijpen en polijsten en
daarna opbergen in zaagpel.
Spinnevlekken op meubelen verwijdert
men door ze met een zachten doek met spi
ritus te wrijven.
Ook kan men ze afwrijven niet een door
gesneden ui, afwasschen met een spons met
koud water en ze daarna met eeu zachten
doek met boenwas wrijven.
Gekleurde cocoa- en manillamatten wor
den na het uitkloppen met lauw houtzccp-
wa-ter afgeschrobd, daarna flink met schóón
water nagespoeld en zoo vlug mogelijk te
gen den muur gedroogd, zoodat de kleuren
niet. door elkaar kunnen loopen.
Effen cocos- en manilla-matten worden nd
het uitkloppen met lauw zeepsop afge
schrobd. waarna men ze met veel schoen
water naspoelt en tegen den muur te drogen
•hangt-, waardoor zij goed gestrekt blijven.
Vlekken uit leer kunnen, als ze pas verse!
zijn, soms verwijderd worden met lauwo
melk. benzine of zeepsop. Voor oudo vlek
ken is echter geen enkel middel bekend.
Vuil koper.
Kopeü, dat erg vuil is geworden, maakt
men niet. makkelijk schoon met pcotspoma-
de. Men kan hiervoor beter het sap van een
halve citroen, vermengd met wat zrut en fijn
zand nemen. Dit mengseltje is ork uitste
kend om koperen pannen schoon to maken.
Vuile sponsen.
Sponsen die vuil geworden zijn laat men
doortrekken met spirit 113 en drukt ze her
haaldelijk uit, welke bewerking men in zui
ver water zoolang herhaalt tot zij solioon
zijn. Vettige en kleverige sponsen legt mcF
eenigen tijd in karnemelk, wascht ze das'
uit en doet ze nogmaals in lauw water mei
soda, spoelt ze goed en droogt ze op eci
luchtige plaats.
misdaan had, vroeg moeder niet.... „dat,
zal wel weer heel vrat geweest zijn van
daag"philosopheerde zij er dikwijls
bijDan moest hij zijn moeder nog ver
giffenis vragen voor ,,al bet verdriot, dat
hij haar zoo dikwijls aandeed" en dan al
les afzoenen, en dan een kruisje met wij-
we ter en dan naar bed
Vanavond echter, nu zij zag, dat er iets
aan scheen te schorten, werd het pro
gramma gewijzigd. Zij voelde nu zoo n
liefdo voor haar Joop, die 't toch zoo
kwaad niet meende, maar nu eenmaal „zoo
vol streken zat"Toen hij gereed was
om voor 't in bed stappen de gewone
manoevres-van-vergiffenie te beginnen,
nam z'n moeder hem in hare armeD, gaf
hem een klinkenden zoen, keek hem eens
moederlijk teeder in de oogen...en.
zij had het gewonnen, hoor! Hij vleide zich
8cbucbter-blij tegen z'n moeder aan: „moe
der, ik wil zoo graag priester worden".
Moeder zeide, zeer verstandig! niets
dan: „maar. goed bidden Joop!" gaf
hem nóg 'ns 'n extra „klappende" en stop
te hem onder een kruisje-met-wijw&ter in
Wat jubelde haar ziel! Hoeveel had zij
vauaf haar huwelijksdag gebeden, dat
God toch een der kinderen, die zij van
Hem hoopte te ontvangen, geheel voor
zich zou bestemmen! Dagelijks nog bad zij,
dat God haar gebed toch verhoeren zou.
Zij had eens gelezen, dat de moeder van
Kardinaal Vaughan door haar dagelijksch
aanhoudend en vurig gebed de grootste
der uitverkiezingen verkreeg voor zes zo
nen.... en nu had zij toch altijd maar
gehoopt, dat God er één van haar ze\ en-
tal zou roepen!Met tranen in de oogen
en jubel in 't hart kwam zij do huiska
mer binnen om haar man deelgenoot te
maken van haar gelukkig-makend geheim.
Hoe gaarne deze zoo iets ook zou zien,
hij bleef heel wat nuchterder zooals die
mannen dan gewoonlijk zijn!
„Joop pastoor-worden?H ij?-
Nu, dan word i k 't óók nog!Kom,
mcnsch. Joop naar 't Seminarie!Wij
mogen blij zijn, als we hem met Gods ge
nade uit de tuchtschool weten te houden!"...
Joop ging naar 't Seminarie. Hij stu
deerde bard en bad niet minder, verloor
wèl op den duur wat van zijn haar, maar
niet veel van zijn guitige streken. Hij
werd na hard werken en veel kruisjes
die zijn ouders hem hielpen dragen! -
priester, een heilige, blijde priester. Hij
trok naar de missie en daar maakte hij
nu door zijn heiligen ijver en jovlalen om
gang het Rijk van Christus op aarde groo-
ter
Telkens, als er weer een brief van hem
komt of als zJj hooren van zijn God-min
nend ijveren in 's Hoeren wijngaard, dan
ken vader en moeder God voor dit kind-
van-veel-gebed-en-zorg. Dikwijls herhaalt
moeder nog, wat zij tijdens zijn toch óók
nog zorgvollen studententijd zoo menig
maal zei: „wat beleven wij to_ch een plei
ner van onzen Joop!"
G. P. J. v. d. BURG,
Bergen. -Pr-
„Als ik niet min?0 zoet gevoel,
Waarvoor baar boezem zwicht!
„Kom!" zegt ze „kom voor hen gebeên!
„Dat God hun 't oog verlicht".
En met die bee in hart en mond,
Daar, voor den derden keer,
Gaat zij de dierbre plek in 't rond,
En komt nu rustig weer.
Veel blijder zei ze toen aan 't kind,
Hoe eens Ons Heer in 't vuur
Niet was verbrand en hoe nog meer
Gebeurde in Amstels muur;
En hoe men 't omgedragen had,
Met wierook, kruis en vaan,
En hoe zij, 't groot Geheim ter eer,
Dien weg weer was gegaan.
Genadig hoorde God haar fceê
En na niet langen tijd
Zag zij haar lieven echtgenoot
Van zijne smart bevrijd.
Het jongske wies en 't oudrenpaar,
Dat hem dit voorbeeld gaf,
Zonk met het kruishout in de hand
En vol van hoop in 't graf.
Maar telkens als om dak en dom
Der groote stad aan 't IJ
Dio nooit vergeten avond zonk
Van 't vroege jaargetij,
Dan sprak de zoon, die 't leed herdacht,
Zijn moeder aangedaan:
„Rust, lieve moeder, rust in 't graf,
„Voor u zal ik nu gaan."
En biddend toog hij dan op weg
En om diezelfde kerk,
Naar 't trouw bewaard geschiedverhaal
Befaamd om 't wonderwerk.
Door hem ook werd aan 't oud geloof,
Dat geen onwaarheid duldt,
Omdat het ware liefde vraagt,
De groote plicht vervuld:
„God", bad hij, „om uw lieven Zoon
„Zend uw genade neer,
„En voer al die zijn afgedwaald
„Naar d'éénen schaapstal weer".
Zoo, sinds de vreemde nieuwe leer
Drong in het vaderland,
Bleef de Amstelaar aan 't Kruis getrouw
En 't vroom gebruik in stand.
Zoo gloeide daar in duisternis
De vonk der liefdo voort,
Dio altijd verder om zich grijpt
Eu altijd hooger gloort.
Hoe menig traan is daar gestort, j
Hoe veler beê daarbij;
Al3 weer de dag des wonders kwam
En 't duister was aan 't IJ:
„God, hoor ons om uw lieven Zoon,
„Zend uw genade neer
toEn voer al die zijn afgedwaald
„Naar d'éénen schaapstal weer!"
Die tranen werden opgeteld.
Die beden, waariii 't bloed
Des altaars óm verzooning riep,
Zij rezen voor Gods voet.
De kracht blonk in de zwakheid uit:
Er kwamen telkens weer,
"Wier edel hart naar waarheid zoekt.
Tot d'éénen schaapstal weer.
Ofschoon van Amstels oud geloof
Geen tempel werd gezien
En 't kruis, waar 's wereld heil aan hing
In duisternis moest vliên.
Toch nam de schaar in aanzien toe
Met ieder eeuwgetij;
Want trouw hield men den bedegang
En fluisterde daarbij:
„God, hoor ons om uw lieven Zoon,
„Zend uw genade neer,
„En voer al die zijn afgedwaald
„Naar d'éénen schaapstal weer".
God lofl daar eindelijk viel de boei,
Verdrukking werd gestuit;
En 't Kruis, van kleine spits bij spits,
Stak de armen naar ons uit.
Docli liefde wint in kracht en moed,
Hoe meer haar de uitkomst loont;
Zij klopt, zij klopt en houdt niet op,
Als 't hart, waarin zij woont.
En als de dag des wonders kwam
En 't duister viel op t' IJ,
Ging drukker nog de bedegang
En 't fluisteren daarbij:
„God, hoor ons om uw lieven Zoon,
Zend uw genade neer,
En voer al die zijn afgedwaald
Naar d'éénen schaapstal weerl"
Vijf eeuwen zijn nu heengesneld,
Sinds Amstel 't wonder zag,
Waarom het met do Keizerskroon
Op 't wapen prijken mag.
En nu!Het woelt er in die kerk,
Waarom wij bidden gaan:
Het schokt bij ontij, en 't gezucht
Duidt boezemspanning aan.
En velen van dat broedertal,
Ontvoerd aan onze borst.
Gaan zoekend om en vinden niets
Ter lesscbing van hun dorst.
Wat best gedaan? Van 't Kruisgeloof,
Dat geen onwaarheid duldt,
Omdat het ware liefde vraagt,
Zij do eerste plicht vervuld!
Stil, stil op weg teu bedegang
Bij 'f huidig eeuwgetij.
En vuriger dan ooit voorheen
Zij ons gesmeek daarbij:
„Geef, God, om uwen lieven Zoon,
„Ons onze broeders weer,
En dat al wie zijn afgedwaald
Naar d'éénen schaapstal keerl"
Leidschendam
n
Onder de burgerlijke gemeente Veur be
vond zich sinds overoude tijden een ovaal
plekje grond, groot 151 oude roeden en
ruim 8 voet boven den beganen gTond go-
legen. Het werd geheeten „St. Aagte
bergje", naar de St. Agatha-Kapel, welke
daar in vroegere eeuwen gestaan heeft,
haar gebied uitstrekte tot aan Schaken-
bosck en zelfs eendg land bezat, binnen
Schakenbosch gelegen.
Wanneer die kapel is weggebroken of
vernietigd, valt niet met zekerheid te zeg
gen: waarschijnlijk zal het geschied zijn
in den Spaanschen oorlog, toen meest alle
kerken in de buurt hert moesten ontgelden.
De plek, waar ze gestaan had, bleef ech
ter in bijzondere achting bij de katholieken,
ja werd een bedevaartplaats. Tot in het be
gin der vorige eeuw kwamen meest
's nachts zelfs uit Delft en Schiedam
mensch^n in groepjes en biddende naar het
„St. Aagte-bergje"; zij trokken er omheen,
een breed pad vormende.
Hoe en wanneer dit bergje met zijn lan
derijen in handen van lecken is gevallen,
is wederom niet hekend. Zeker is het, dat
het in en wellicht reeds vóór 1760 in katho
liek bezit was; in dit jaar toch werd het
den 18den Juni bij eene boedelscheiding
met den belendenden grond en het daarop
staande houtgewas, te zamen een morgen
en vijf hond groot, voor f 1300 als erfdeel
toegewezen aan zekeren Hannes Mooyman,
uit den boedel van Petxonella Pluym,
weduwe van Cour to Jansz. Lunenburg.
In 1795 is het bergje tot gemeente
begraafplaats ingericht, of daartoe door
vrijwillige bijdragen der ingezetenen „ge-
approprieerd". 't Ia echter wel opmerke
lijk, dat het nooit als zoodanig is gebruikt,
maar altijd alleen door de katholieken als
begraafplaats werd gekozen, en door hen
voortdurend als eene oude heilige of ge
wijde plaats werd beschouwd, waar zij bij
voorkeur wilden rusten, ofschoon die niet
kerkelijk ingezegend was.
Op welke wijze en onder welke voor
waarden het bergje tot kerkhof is inge
richt, vindt men nergens vermeld; maar het
is opmerkelijk, dat het tot 1800 aan de
familie Mooyman in eigendom bleef toe-
behooren. Immers eerst den Gden Febr.
1800 is door Joost Goemans, tweeden man
van Martijntje Lunenburg, vroeger gehuwd
met Hannes Jansz. Mooyman, het eigen
domsrecht van de begraafplaats afgestaan
aan de burgerlijke gemeente van Veur,
onder bepaling, dat het zich daarop bevin
dend hakhout altijd het eigendom zou blij
ven van hem en van zijne nakomelingen;
en dat het burgerlijk bestuur ten allen
tijde jaarlijks f 10.00 recognitie zou be
talen op 5 September.
Joost Goemans trad hier op en sloot de
acte in naam van de eenige dochter zijner
▼rouw, Antje Mooyman, die, ala erfge
naam haars vaders, Hannes Janzs. Mooy
man, eigenares van het bergje was. Voor
de gemeente Veur traden op en ondertee
kenden de acte, in naam van schout en
schepenen, Pioter Boonekamp, Pieter van
den Bosoh, Willem van Veen, Frans Bole
en Frans Teunissen, allen katholiek en
municipale leden der burgerlijke gemeente
Veur.
Dezen hebben toen de directie en admi
nistratie der begraafplaats op zich ge
nomen, en tot 1819 behouden; altijd echter
als municipale leden van den raad, en
ender verplichting van jaarlijks aan bur
gemeester en wethouders verantwoording
hunner administratie te doen. In 1819
leefde er nog slechts één van deze vijf
katholieken, namelijk Pieter Boonekamp,
en legde ook deze om zekere kwestieus©
redenen de administratie neer.
Daarop werd door den raad der burger
lijke gemeento van Veur, in een schrijven
van den 26sten November, de directie en
administratie over de begraafplaats aan
het katholiek kerkbestuur aangeboden,
onder bepaling: dat het kerkbestuur jaar
lijks aan burgemeester en wethouders
daarvan rekening en verantwoording zou
afleggen. Dit aanbod werd, wat niet te
verwonderen is, niet aangenomen; en dien
ten gevolgo heeft het burgerlijk bestuur
van Veur do directie en administratie zelf
uitgeoefend tot den jare 1845.
Toen in het jaar 1827 bij koninklijk be
sluit, ter voorkoming van besmetting, geen
lijken meer in kerken, in steden en dorpen,
zeker getal inwoners bevattende, mochten
begraven worden, en kerkhoven of hegraaf-
plaatsen op zeker bepaalden afstand daar
van moesten worden aangelegd, zond het
katholiek-kerkbestuur aan gedeputeerde
Staten van Zuid-Holland den 30sten Dec.
van hetzelfde jaar een rcijuest, waarin
het verzocht, dat 't „St. Aagte-bergje" den
Roomschen als een eigen begraafplaats zou
worden toegewezen.
Op dit adres volgde geen gunstige dispo
sitie; maar in het volgende jaar ging het
burgerlijk bestuur tot eene vergrooting van
het kerkhof op het Sint Aagte-bergje over.
Daartoo gebruikte men een stukje grond
van P. Dobbe, echtgenoot van Antjo Mooy
man, en kapto waarschijnlijk ook eenig
hakhout hem toebehoorende weg. Uit dien
hoofde is de recognitie van tien op twin
tig gulden gebracht.
Reeds lang te voren, namelijk in het
jaar 1820, den 5den April, was hij testa
mentaire beschikking van Petrus Dobbe en
Antje Mooyman het St. Aagte-bergje met
een daaran grenzend stuk teelland aan de
Katholieke kerk van Leidschendam en
Veur vermaakt; 29 Februari 1824 werd
deze dispositie door Antjo Mooyman zelve,
toen weduwe en bezitster, bij testament
op nieuw bevestigd; en alzoo kwam de
keTk bij het overlijden van Antje Mooy
man, den 24sten Sept. 1832 in het bezit
van den grond, maar niet in het bezit van
het eigendoms-recht op de begraving; dit
bleef aan de burgerlijke gemeente, terwijl
de recognitie-gelden van f 20.00 door het
burgerlijk besiuur voortaan aan het kerk
bestuur als zoodanig werd uitbetaald. De
aanvaarding had echter eerst plaats den
13den September 1833, toen do koninklijke
machtiging werd verleend. Eerst in 1843
begon men te onderhandelen, om ook het
recht van begraven geheel aan de Katho
lieken over te doen; gansch het jaar 1844
ging daarmede heen, en eindelijk werd de
overeenkomst tusschen kerkbestuur en ge
meenteraad gesloten, waarbij de Katho
lieke kerk van Leidschendam en Veur op
1 Januari 1845 zou treden in het volle en
geheelo eigendoms-recht van het St. Aagte
bergje, met alles wat daartoe behoort, als:
eeno obligatie Nederiandsche schuld k
2i pet. groot honderd gulden, baarklee-
den, roeven, lijkbaren en andere begraaf-
gereedschappen. Het kerkbestuur van zij
nen kant zou aan het burgerlijk bestuur
van Veur uitkeeren de som van f 897.56;
de vroegere recognitie-gelden vervielen, en
op kosten van het kerkbestuur zou op een
klein plekje groud, aan de kerk toebehoo
rende, eene burgerlijke begraafplaats vol
gens opgemaakt plan aangelegd worden,
waarvan de burgerlijke gemeente in het
volle eigendomsrecht zou worden gesteld.
Verders moest aan de burgerlijke ge
meente een onverhinderd toepad naar dat
kerkhof worden verzekerd; en eindelijk
mocht het burgerlijk bestuur, bij eventu-
eele begraving aldaar, een onverhinderd ge
bruik maken van baren, roeven, baarkleo-
den, gereedschappen enz., aan het Katho
liek Kerkbestuur toebehoorend, zonder
daarvoor iets te betalen.'
Deze laatslo bepaling had volstrekt geen
bezwaar, aangezien in al den tijd van 1846
tot 1872 slechts twee begravingen daarop
hebben plaats gehad, namelijk van twee
vreemdelingen, die niet Katholiek waren.
De Protestanten van Veur worden nog al
tijd to Voorschoten begraven.
De aanleg heeft aan arbeidsloon, enz.
gevorderd de som van f 211, zoodat deze
overneming in haar geheel aan de kerk
heeft gekost de som van f 1108.56, behalve
het kleine hoekje gronds voor gemeente
begraafplaats.
In de jaren 1845, '46 '47, zijn de werk
zaamheden van den aanleg der gemeente
begraafplaats en der verdere inrichtingen
op het kerkhof, zooals het graven van een
grafkelder, het bouwen van een kapel enz.,
voortgezet en ten einde gebracht. Op den
3den October 1848 was eindelijk het ge
lukkig oogenblik daar, waarop de kapel
en de begraafplaats kerkelijk werden in
gezegend door den H.Eerw. heer E. S. van
der Haagen, Aartspriester van Holland,
Zeeland en West-Friesland, en werd het
bergje met zijne nieuwe kapel andermaal
aan do H. Maagd en Martelares, de H.
Agatha, toegewijd, om nu voor goed en
voor altijd den naam te dragen van: Ka
tholieke Begra af plaats het St. Aagte-
Bergje.
Voor wie aan traditie hechten en doen
wij Roomschen dit niet allemaal? moet
een aldus door de eeuwen heen tot stand
komend kerkhof wel een eigenaardige aan
trekkelijkheid bezitten.
AJO.
HOE MOET IK SCHOONMAKEN?
De heerlijke lente endaannce ooi de
iets minder heerlijke maar uiterst nuttige
voorjaarsschoonmaak ia weer in aantocht.
En nuhoe moeten we schoonmaken?
Voor u, ijverig© jonge huisvrouw die den
sehoonmaakgeest ©enigszins als een drei
gend verwarrend monster ziet naderen, een
paar kleine wenken, die ge, naar verkiezing
al nf niet kunt opvolgen ontleend aan de
rTel."
Zie er onder het schoonmaken zoo aan
trekkelijk mogelijk uit. Een practisch huis-
houdschort van een aardig model met een
gezellige bonte doek om uw haar tegen stof
te beschermen, kosten in den aanschaf vol
strekt niet meer geld of moeite daneen
ouderwetsche bonte schort, die u zoo lang ia
dat ge bij iederen stap struikelt en een ©n-
oopelijke met vier knoopen „versierde" zak'
doek,
Begin vroeg met de schoonmaak en
werk bedaard aan. Behandel één kamer te
gelijk. Vul uw huie niet. onnoodig met werk
vrouwen.
Maak, voor ge (begint een lijstje van die
dimmn die ge noodig hebt: schoonmaakm-
grediënten, werktuigen, dingen die ver
nieuwd moeten worden enz, Niets is verve
lender dan midden in uw werk gestoord te
worden omdat het zeepbakje leeg is.
Moeten er nieuwe gordijnen of kussens
komen, maak die dan klaar voor de schoon
maak begint, opdat ge ze dan dadelijk kunt
y.installeeren".
Eerst worden alle laden en kasten van
de kamer opgeruimd. Elke la. wordt afzon
derlijk geleegd, uitgeschofod, gedroogd en
van schoon (papier yoórzieni.
VOOR DE KEUKEN.
Vaniüe-gebak.
200 gr. boter, 200 gr. suiker. 200 gr. aardap
pelmeel, 1 pakje vanille-suiker, 4 eieren,
Bereiding. De boter met een houtdl,
bal of lepel zoolang roeren, tot ze roomacb
t*ig is geworden. Daarna bij de tot room g#
roerde boter de suiker voegen, een voor eotl
de eierdooiers, de vanillesuiker, het aar<fc'
appelmecl, en het laatst het stijfgeklopts
eiwit.
De massa daarna in een met boter inge
wreven broodblikje of springvorm doen ©e'
ruim een half nur in een niet te warmen
oven 'bakken.
Dit gebak ie bijzonder geschikt om bij d©
thee te presenteeren. De kosten zijn no?
geen gulden.
Garnalenschoteltje.
400 gram (4 ons) gepelde garnalen4 d.L
(4 gewone theekopjes) melk; 40 gram (4 at'
gestreken eetlepels) tarwebloem; CO gi'a®
(2J4 afgestreken eetlepels) boter; een eij Pc'
per, zout. nootmuskaat; 1 eetlepel gehakte
1 Verwarm roerende in boter met de bloem
tot een gelijk mengsel, voeg doaibil lang
zamerhand de melk (steeds roerende),
de saus even doorkoken tot ze flink gcooa
den is en vermeng ze dan met de garna en,
die van te voren in warm water met zout zjj,
gowaaschen. Laat daarna do ragout ni
meer koken, voeg er het geklopte ei 'bij.
peterselie, het zout en de kruiden 1
smaak); breng het mengsel over In eenJ\ld
vast schoteltje, bestrooi het met paueei
leg hier en daar een klontje boter en l&ft y
in den oven vlug een korstje op vormen.