I Tweede Blad Dinsdag 18 Maart 1924 1 STADSNIEUWS UIT DE LEIDSCHE VROEDSCHAP. Nogmaals: de twee ontslagen brug wachters 1 Geen nieuwe arbeidscom missies voor het gemeentepersoneel Neg niet besloten tot verbetering van den Zoeterwoudschen weg Oe gas- prijs verlaagd Autobussen Rond vraag. De twee ontslagen brugwachters, luid Jein Ende; Voor de zoovoelsle maal is er «eer 'ns in den Raad gesproken over d e jVeo ontslagen brugwachters - wier straf ook ons erg zwaar voorkomt. Maar, wat leeft zoo'n bespreking, die nu, naar is te voorzien, weer door een andere zal worden Opgevolgd, voor nut? B. en W. hebben reeds "n keer, een uitspraak van den Raad. naast zich neergelegd. In hot voor de be rokkenen gunstigste geval zal de Raad wèèr HsUssen het oneervol to veranderen in fcrvol ontslag; onB. en W. deze uit spraak weer voor kennisgeving aannemen Beter ware het als een Raadslid eens oen jadere slrafregeling kon uitdenken voor Overheidspersoneel, dan de beslaande; maar deze materie is nogal moeilijkI Er orér praten is gemakkelijker. Lang is er gesproken over liet voorstel ïau den heer v. Eek, inzake do instelling van arbeidscommissies bij allo gemeente- Wrijveii en -diensten, gekozen recht streeks door cn uit het gemeentepersoneel, welk voorstel, ten slotte gewijzigd in oen motie, alleen de .stemmen van sociaal-de mocraten en communist heeft vorkregen. Er bestaat voor liet gem e en t ep ersoneel jiet Georganiseerd Overleg, waarin worden kliandeld de arbeidsvoorwaarden, arbeids- :ijd en arbeidsloon. Dit Georganiseerd Overleg is in de vorige Raadszitting gewij- «igd. Er beslaan verder voor ambtenaren en werkenden Dienstcommissies, waarin kun nen worden besproken de meer techniscko aangelegenheden van do desbetreffende diensten. Den lieer v. Eek zijn deze Dienstcommis- jies niet geheel naar zin. Goed; ook ons inziens kan de werkwijze daarvan ze ker wel worden vervolmaakt. Maar nu diende hij, om rijn doel te bereiken, eerst een zeer vèr strekkend voorstel in, wat zijn pa v tijgt maat prof. Bonger ongetwij feld radicaal zou hebben afgewezen; trok daarna dat voorstel weer in, om bet to vervangen door oen niet-oinlijnde motie, waarvan do strekking in het vage zweefde HVaarom niet met de Dienstcommissies op dezelfde wijzo to werk gegaan als met hot Georganiseerd Overleg, zoo men met dezer Werking niet tevreden is? Zou de heer v. Eek nu niet zelf hebben Ingezien, dat zijn wijze van agecren dezen keer onpractisch en ontactisch was toen, behalve zijn partijgenooten en de lieer Knuttel, niemand met hom meeging? Het voorstel tot verbetering van een ge deelte van den Zoeterwoudschen weg is aan gehouden tot nadero besludeering den een ging die verbetering niet vèr genoeg, een ander vond een verbetering daar hee- Smaal niet noodig. Wij goiooven, dat "men liet best. bad gedaan, met bet voorstel van B. en W. te aanvaarden. Zonder één woord discussie werd aan genomen bet voorstel van B. en W. inzake den prijs van bet gas. Tenslotte do autobus-regeling. Was de sieinniüig in den Raad al wat roezemoezig nu werd bet alsof de leden rondom oen bittertafel waren gezeten. Het voorstel van B. on W. is aangenomen, maar over de autobussen zal in don Raad nog lang niet iet laatste woord zijn gesproken. Aan die Toorspelling durven we ons wol wagen. Bij do rondvraag kwamen weer ter sprake de door den nieuwen pachter van iet gemeentelijk baggerwerk ontslagen kerklieden, waarbij weihouder Mulder Weer verwees naar den vorigen packter. '(Wellicht wordt zoo do indruk gevestigd, 'alsof tïeze met ïïel "gemeentelijk baggèrWrk een aardig duifje heeft verdiend, wat ze- kor, voorzoover do laatste jaren betreft, met do cijfers voor oogen, o.i. in gegron- den twijfel mag worden getrokken). Toen over deze en andere vragen, een koele „boom" werd opgezet, sneed de Voorz. de discussie af, de heeron erop wijzend, dat •zij dan maar interpellaties moesten aan vragen. De heer v. d. Heuvel zal nu de volgende vergadering tuiterpelleeren over liet onderhands aanbesteden of gunnen van don bouw van een aantal bonten schuurtjes bij de gemeentelijke woningen, GEMEENTERAAD. (Vervolg). De Voorz, doet t-liguos mededeeling van de ingekomen stukken w. o.: Adres van D. Koomen om schadeloosstel ling inzake een onoordeelkundig optreden van de politie, waardoor diens vrouw krank zinnig is geworden. (Twee politieagenten in uniform kwamen aan bij Mej. Koomen niet een brancard, en de mededeeliug, dat haar man een ongeluk was overkomen. Dit was een vergissing van do politie). Op dit adres zal door B. en W. prae-advies worden uitge bracht. Adres van de bekende twee niet eervol ontslagen brugwachters om alsnog eervol ontslag te verkenen. Do Voorz. deelt mede, dat deze zaak niet behoort tot de competentie van den Raad. Reeds eenige Iceeren is deze zaak in den Raad ter sprake gekomen. Do heer Witmane wil een prae-advie» van B. en W., opdat ook de nieuwe leden van den Baad over deze kwestie een covdeel kunnen uitspreken. Hij doet daartoe oen voorstel. De Voorz. «egt dat niet uit hot oog moet worden, verloren dat do rechtspositie van de ambtenaren vast moet staan, daar do deur ander» altijd voor willekeur openstaat. Spr. wijst er dan op ,dat B. cn W. een. vroegere uitspraak van den Baad naast zich hebben neergelegd. Bovendien komt de Raad op deze wijze op een plaats waar Iiij niet behoort te staan. Er is natuurlijk niets legen dat allo stukken van den raad ter visie worden gelegd. Dat er thans an- deze raadsleden zijn, is trouwens aller minst een novum. Dat zou het geval zijn als gebleken was dat verkeerde personen veroordeeld varen. Van prae-advies kan in geen geval spra ke zijn. Dat is al tweemaal gedaan. Do Leer Heemskerk zegt dab üff Raad zich toch kan uitspreken. De Voorz, dat is formeel juist. Maar het zou geen zin hebben. De heer S i j t s m a herinnert dat de Raadscommissie indertijd do straf te zwaar achtte. Hu is het waar dat dit een zaak is van B. en W. maar daarom kan do Raad zich toch wel uitspreken. Spr. stelt daarom voor dc .stukken, op deze zaak be trekking hebbend, ter visie te liggen. Spr. meent dat hier wol een novum ,is, daar nooit eerder oen raadscommissie is inge steld. Deze menseken vragen niets anders dan eerherstel en nu is or niets tegen al- tlians te onderzooken of dat moge lijk is. De lieer Eerdmans aclil het dwaas heid van B. en IV. te verwachten dat zij nog weer prae-advies zullen geven cn zich zelf desavoueeren. De V o o r z. zegt dat hier van onrecht gesproken is. Maar do menschen hebben tocli zelf erkond. Hu kan jnen zeggen dat de straf te zwaar is geweest, maar dat iï toch niet ter beoordeeling van den ltaad? De procedure is zeer regelmalig geweest. Het feit dat de mensehen daarop telkens terug komen, bewijst niets. De heer Knuttel ziet in prae-adVies geen heil. 't Is zeker gek dab liier telkens op deze zaak wordt teruggekomen, maar dat is een gevolg van do houding van B. cn W. De Voorz.': Leest u dan eens wat Mr. van der Lip hier heeft- gezegd. Do heer Wit mans wenscht dat do nieuwe leden op de hoogte wordfen ge steld. In welken vorm dat geschiedt lijkt liem onverschillig. Spr. wil in elk geval de stukken in de leeskamer zien neergelegd. De Voorz.: Daartegen heb ik niet liet minste., bezwaar. Een voorstel in dien geest wordt aan genomen met- 22 tegen 8 stemmen. Te gen de heeren Huurman, Peru, Splinter, WSlmer en de wethouders. Verdof Oen verzoek: van 'de fa. Maas om teruggavo van teveel betaald havengeld over het tijdstip 1 Jan. '23 en den datum dat do nieuwe verordeni'jg in .werking trad. B. en W. stellen voor afwijzend te be schikken, daar anders de verordening te rugwerkende kracht zou krijgen. De lieer Pera kan zich met dit advies niet vcreenigen. Deze firma is de dupe ge worden van de verordening^ waartegen zij dadelijk heeft geprotesteerd. Spr. meent dat hier onrecht is gepleegd en zou resti tutie dus wenschelijk achten. De heer Wilbrink kan zich hiermede niet vereenigen. Spr. wenscht dat de verorde ning op het havengeld door den heer Pera verdedigd, die lieel veel onrechtvaardigheid bevat, niet zal worden genegeerd. Waar zou het heengaan als men dan later zouden moeten restituceren. De lieer Pera ontkent dat er liicr van onrechtvaardigheid sprake is en wijst er den heer Wilbrink op, dat hij zelf aan de totstandkoming van de verordening heeft medegewerkt. Do Voorz. ontkent dat hier van on recht sprake is. 't Gaat bovendien om een bedrag van slechts f GG.—'t Is niets an ders dan adresseer-manie. Het advies van B. en V/. wordt goedge keurd. l-o. Benoeming van een keuringsvee arts, tevens adjunct-directeur van het Openbaar Slachthuis» Benoemd wordt de beer Th. P. A. Sporna Weiland, thans tijdelijk in dezelfde functio werkzaam. 2o. Voorstel tot intrekking van het raadsbesluit van 25 Februari 1924, voor zooveel betreft do„overplaatsing van de onderwijzers L. G. van Doorn, F. A. Sckiltluiizen Jr. en W. Garo en van de onderwijzeressen A. M. de Haan, J. J. Ragut cn M. S. den BTaauwen. Goedgekeurd. 3o. Voorstel tot verpachting van het grasgewas op bermen en open gronden langs den Haarlemmertrekvaariweg cn bet rietgewas in do Haarlemmertrekvaart. Goedgekeurd. 4o. Voorstel: a tot verhuring van do perceelen wei en teel land ten oosten van do tramhaan 's-Gravcnhage-Leiden, Sectie M nis 2323 ged. cn 1446 ged. aan G. F. Homer ik: b tot verhuring van liet perceel teeltand ten westen van die trambaan, Sectie M no. 3840 ged., aan A. Galjaard; c tot verhuring van don moestuin c. a. ten westen van die trambaan, Sectio M nis 3799 en 565, aan J. de Graaff. Aldus besloten. 5o. Voorstel in zake het sluiten van kasgeldleeningen gedurende hot 2e kwar taal 1924 (maximaal bedrag 500.000 gld.) Aangenomen. Go. Verordening, houdende wijziging van do verordening van den» 19cn Januari 1911 (Gemeenteblad no. 1), houdende re glement op het beheer en bestuur van het Krankzinnigengeslicht „Eadegeeet", de afdeeling voor jeugdige idioten „Voor- geest" en liet "Sanatorium voor zenuwlij ders „Rhijngeesl". (Dit voorstel betreft •een financieele regeling (uaschen. de Ge meente on de Gestichten). Goedgekeurd. 7o. Praeadvies op het verzoek der Leid- scke Duinwater-Maatschappij, om \erguu- arng tot uitbreiding van do prise d'cau onder Katwijk en Wassenaar en tot uit voering van de daartoe noodige werken. Aangenomen. So. Voorstel tot «aankoop, in liet belang van do Volkshuisvesting, van de percee len leefland c.a., gelegen ten zuiden van den Haagweg, Sectio O Hls. 671, 672 cn 738 en tot beschikbaarstelling van de voor dien aankoop benoodigde gelden. Aldus besloten. 9o. a. Herstemming over bet amende ment-Baart op art. 7 der verordening, houdende reglement voor de Commission van Advies, betreffende de arbeids- cn ■cVenslvoorwaarden, van liet personeeli in dienst van de gemeente Leiden, waarom trent de stemmen in de vorige vergadering hetbben gestaakt; b. stemming over art. 7 dier verorde-' •ning; c. stemming o'ver de verordening in haar geheel. Het amendement wordt aangenomcon mot 16 tegen 15 stemmen. lOö, Praeadvies op hot voorstel van tien heer van Eek, dn zake do instelling van arbeidscommissie'^ bij alle gemeente bedrijven en -diensten, gekozen recht streeks door en uit het gemeentepersoneel. De lieer v. Eek zegt, dat er drio cate gorieën menschen zijn. Er zijn er die het bestaande zonder meer willen handhaven. Tot lien heeft spr. niets te zeggen. Er zijn anderen die elk voorstel op zichzelf willen beschouwen. Met hen valt te praten. Spr. meent dat B. en W. tusschen beide catego- riën in slaan omdat zij liet voorstel niet goed hebben begrepen. B. en W. voeren aan, -dat er naast de dienstcommissies voor de voorgestelde ar beider sccnimissies geen plaats is. De logica daarvan ontgaat spreker daar de dienst commissies zich niet met het beheer bezig houden. De bezwaren van B. cn W. zijn naar spr. meent een gevolg van de houding door de chefs van dienst aangenomen. Het spijt spr. dat hij bij de directeuren geen steun vindt, in de cerate plaats voor het voorstel, maar ook om de directeuren zelf, daar de drang naar medezeggenschap steeds meer zal doordringen. De aangevoerde bezwaren acht spreker overdreven, daar 'liet hior alleen om adviezen gaat. Heb kapitalisme, heeft de arbeidsvreugde opgeheven; liet contact tusschen den arbeid en den arbeider is daardoor verbroken. Mede zeggenschap zal de belangstelling van den arbeid in sterke mate opwdkken, waarom spreker krachtig «p de invoering daarvan aandringt. Spr. wijst dan op menschen ah IVittert van Hoogland, ïtaaijmakers cn anderen, die er voor sclrijnen te gevoelen. De arbeid van diegenen, die gekend wor den in de wijze waarop gewerkt wordt, zal intenser worden, wat indertijd ook door den heer Wilmer werd erkend. Spreker wijst er op. dat Cr ook leden zijn die oen nieuwe maat schappij willen, waartoe hef geven van meer invloed kan meewerken. B. en W. heb ben Rich daarop beroepen cn gewezen op een uitspraak van Spr. als zou alleen aan de belangen van de ambicnaren aandacht worden geschenken. Spr. verwondert zioh hierover. Hij heeft gedoeld op de belangen van het proletariaat in liet. algemeen. Dat is heel iets ander3 dan het bevorderen van groepsbelangen. Welk gebruik overigens van de medezeggen schap gemaakt zal worden, hangt af van de vraag wie de geesten der arbeiders zul len leiden. Spr. erkent dat de Raad niet over de politie te beschikken, lieefi, maar dit neemt niet weg dat teek wel met. de politie o vor- 1 eg kan worden gepleegd. De agenten zul len veel beter do belangen, der bevolking kennen, dan de chefs. Dat. bij de bedrijven medezeggenschap mogelijk is, tracht spr. te bewijzen met te verwijzen naar de Spoorwegen, waar namens het personeel drie advocaten in de Raad van Beheer zit ting hebben. De heer Eerdmans wil van alles dui delijk zien gemaakt, wat men eigenlijk be deelt. Hij betreurt het, dat dc 'lieer v. Eek een tekort aan arbeidsvreugde en arbeids- ius'fc heeft .geconstateerd.-Het is wel gemak kelijk de schuld hiervan te geven aan het •kapitalisme, maar men vergeet dat bij de groot-bedrijven de verhoudingen veranderd zijn. Spr. vraagt wat dc bedoeling :s. Mede zeggenschap, zooals in heb voorstel staal of de mogelijkheid cm advies te geven. Hier mag geen anriverstand bestaan. Terwijl in het voorstel advies wordt gevraagd is in de toelichting sprake van beslis s en- don invloed. Spreker wijst er op dat do denkbeelden door den heer Van Eclc verdedigd, volstrekt niet .geïllustreerd worden door de aange haalde voorbeelden. Dc lieer Spondel sluit zich hierbij aan. Hij zou willen weten, waarom het nu precies gaat. De heer Wilmer zegt, dat de heer Van Eek onder medezeggenschap schijnt tc ver staan hot recht van de arbeiders om advie zen te geven. Als hij in deze richting iets 'had willen 'bereiken, zou hij hebben moeten bespreken het reglement van de dienstcom missie.1». Als het hier alleen gaat om advies, dan had het voorstel aobterwege kunnen blijven daar 't reglement 'b geven van advies niet uitsluit. Waren op dat reglement aanvullin- gen ingediend dan hadden we niet' nis ntL een verloren middag gehad. ►Spreker wijst cr op, dat medezeggenschap niet een vaststaand begrip is. In liet alge-1 meen wordt er buiten de 8. D. A. P. mee be doeld, Ti medezeggenschap in dc bedrijven in nationalen zin genomen. Voor afzonder!ij-, ke bedrijven staat de zaak heel anders. Er' is hier nu sprake Tan invloed op den dagelijksch&n gang van zaken, op de dage- lijksche leiding. Maar dan wijst spreker op dc bezwaren door Prof. Bonger hiertegen ontwikkeld, die bespreekt de mogelijkheid van conflicten met de direetie, welke niet in do bedrijfsleiding hun oorzaak vinden. D;t neemt echter niet weg. dat er contact kan bestaan tu&schen vertegenwoordigers van het personeel en. do leiding, maar dan inoet dat worden gevonden door een wijzi ging van dc reglementen. .Samenwerking aoht spreker van veel beteekenis. De ar beidsvreugde zal daardoor zeker worden bevorderd. ♦Spreker eindigt met den lieer Van Eek ie wijzen op een uitspraak van Prof. Bonger. die opmerkte dat liet zaak zal zijn dat de ►Soc. Dein. het goede van liet verkeerde we ten te onderscheiden, daar anders te wachten staat dab de tegenstanders dc zaak spoedig ad absurd urn voeren en 'het goede met het ■slechte in den afgrond doen tuimelen. Door de voorstellen van den hoer Van Eclc wordt naar spreker meent de zaak deer hem verdedigd, niet bevorderd. De heer Knuttel hoopt niet, dat do •beer Van Eek over de medezeggenschap in het algemeen een uitspraak zat uitlokken. Want dat zou zijn een slag in de lucht. Spreker meent dat de lieer Van Eek zioh zeer vaag heeft uitgesproken. Hij heeft dit •gedaan om iets tc bereiken en toch niet den indruk te geven dat hij voor het personeel iets wenscht. waar zij niets aan 'hebben. Spr. meent dab hier niets andei's gegeven wordt dan s e li ij ninvloed, zooals we die hebbou bij do z.g. modelfabrieken, waar van werko- 1 ijken invloed geen sprake was. De heer Van Eek Loeft gesproken over het gebrek aan arbeidslust cn arbeidsvreug de. «Spreker begrijpt niet hoe de lieer Eerd- mans hierbij aan dc schuld van het kapita lisme kan twijfelen. De Voor/, zegt, tlat 'nier oen theoretisch' debat gehouden werdt. Men vergeet dat we hier zaken -mecten ctccn. De heer Knuttel betoogt verder, dat het niet op den weg van den Rand ligt de ar beidslust aan tc wakkeren, daar dit tot meerdere uitbuiting door het kapitalisme zal 'leiden. Hij is verder van -oordeel dat hel voorstel v. Eek in dit opzicht niet zonder gevaar is. vooral c-mdat door hem gewezen werd o pden toestand bij de spoorwegen. Mevr. v. I tal lie is niet tegen het nieu we. Zij zon het toejuichen indien de dienst commissies langzamerhand konden worden uitgebouw, zocdat daardoor een begin van medezeggenschap werd verkregen. Van ecu adviseerende commissie verwacht spreker •gezien hare ervaring niets. En medezeggen schap durft zij nog niet aan. De heer Wilbrink heeft geen bezwaar togcu een commissie van advies, zooals aan de Lichtfabrieken reeds beslaat. Do lieer v. Eek heeft zeer vaag gesproken, maar blijk baar heeft hij toch bedoeld absolute mede zeggenschap, daar cr anders van dc uitspra- lcesn omtrent dc opvoeding van dc nieuwe maatschappij niets overblijft. Maar dan doet hij naar spr. meent, beter door ic trach ten in eigen kring eerst tot helderheid to kemen. Dc lieer Pera zegt. dat bij hem door het optreden van den heer Van Eek wel cenigo verbazing is gewekt, daar do laatste jar/a toch wel gebleken is, dat de denkbeelden van den heer Van Eek schipbreuk hebben geleden. Als men gaat zien naar dc gelegen heden waar deze denkbeelden in toepassing zijn, dan is er niets anders dan teleurstel ling'. .Spreker wijst op Rusland waar men tot liet kapitalisme is teruggekeerd; op Ita lië, waar men zich meester maakte vau do fabrieken, maar waar men spoedig tot deu ouden toestand terugkeerde. Men kwam toen tot- tic out dekking van hoe groote be teekenis dc leiding is. Dit kan niet aan dc werklieden worden overgelaten, die alleen oog hebben vcor directe voordcelcn maar die zich van dc bedrijfsbelangen niets aan trokken. De heer El kerb out ontkent dit en acht deze uitspraak voel te algemeen. Do heer Pera wijst cr dan op. dat het gemis aan arbeids vreugde een gevolg is vau FEUILLETON Carsten Carstens, Havcrleld door V. W. ..Kijk", riep zij, „daar hoven ligt 'de ïtofts, die wou ook wel graag een mooie Deer hebben; wacht poes, ik zal je"; maar loen zij zich omkeerde om den puthaak to Hijgen, stiet zij een angstkreet uit, zoo fel, dat het. kleintje begon te huilen en zij het Doorzette. Op den vermolmden rand van den P»t, door een toeval nog niet hersteld, zag rij Heinrich zitten, met de beenen boven liet water en zijn hoofd naar beneden ge lagen of hij er in wilde vallen. Haar ar men omvatte hem van adder, trok hem cr af dat do vermolmde planken krakend in elkaar storten. Zij was op haar knieën ge- Tallen; bet hoofd van den jongeman lag aan «aar boezem. Hij vo rroerdo zich niet, alsof het hem piels kon schelen, wat. er met hom gebeur- de. Ook toen het meisje opstond, bleef hij toet zijn hoofd op de gebroken planken ïusteü. De kinderen bleven verwonderd daan kijken en het kleinste begon tc snikken. „Arm kind", zei Anna, „heb je gc-en peer. Hier hebben jullie een paar palen, ga ze maar koopen bij buurvrouw, ik heb er nu geen". De kinderen gingen Iwurgesteld heen. Zij bleef maar steeds Heinrich aanzien, TOrijl tranen uit hare oogen druppelden. ♦.Ueuirich", zei zo verwijtend, „wat is er, ftaarom doe je mij zoo schrikken, ben jo WÊIPB 'Akantoor?'* ,_jJd Hij streek zijn haar van zijn voorhoofd en -zag haar vermoeid aan; „Ik ga niet meer naar 'i kantoor". „Niet naar 't kantoor?" „Heen, ik kan kiezen tusschen dc ge vangenis en de put". „Praatjes, sta op Heinrich, je bont niet wijs". Hij stond op en ging naar liet bankje •onder den perenboom. Zij ging voor hem staan en zei de; „Spreek nu gauw voor va- dor thuis is". Zij stak hour haar op, dat losgegaan, was, en wachtte vol angst op zijn ant woord. Heinrich bleef zwijgen cn voor rich rien. „Je kwaamt Zaterdagavond van Tlius- burg", vroeg zij, „moest je geld innen voor den patroon?" Hij knikte zonder op te kijken. „Zeg het maar, ik kan het wel denken, jo bent weer eens lichtzinnig geweest, het gold laten liggen in een logement of zoo, en nu is het weg". „Ja, het is weg", zeide hij. „Maar kun je het niet terug krijgen, spreekt dan toch!" „Heen Anna, het is niet verloren, zooals jij denkt, wij waren vroolijk en hebben ge speeld". „Verspeeld Heinrich, verspeeld!" Tranen kwamen in haar oogen en snik kend wierp zij zich naast hem, het hoofd op zijn soli ouder In den kroon van den boom suizelt de wind. Verder hoorde men niets dan bet snikken van bot meisje; al baar wilskracht scheen gebroken. De jongeman zocht liaar hoofd Van zijn Ac houder te verwijderen en zcido zacht: „Ween toch niet, ik kan het niet verdra gen". Anna sprong op, droogde haar tranen en zeidc: ..Heinrich het is vreeselijk wat jij gedaan hebt, maar ik zal je helpen, ik heb geld". „Jij, Anna?" „Ja, ik, ik ben meerderjarig; zeg maar hoeveel je hebben inoet". „Hot is erg veel", zeide hij zacht. „Hoeveel dan? Maar vlug". Hij noemde een groote soin. „Niet meer, Goddank, dan kan ik jo hei pon. Maar had je niet op het kantoor moe ten riju; wat zal je patroon zeggen?" „O, de patroon, laat daarvoor mij maar zorgen", en een uitdrukking van zorgelooze lichtzinnigheid kwam op zijn gelaat. Zij zag hem ernstig aan en zeide: „Dus je wilt uu liegen?" „Neen, Anna. En ik beloof je zoo iets niet meer te doen. Maar bet geld?" „Ja, het geld" „Ik zal je er rente van betalen, ik zal je een schuldbekentenis geven". „Geen onzin, Heinrich, blijf in den tuin, als jo vader komt zal ik hem het gold vragen". Hij wilde tegenspreken, doch zij was al •het achterhuis ingegaan, door de keuken waar tante aan hot koken was. naar haar kamer, om zich eens flink to verfrisschen, dat men hare roode cogen niet zou zien. Huisraad en inrichting van het huis wa ren al even oud als do perenboom. Vooral de huiskamer, die met een schuin raam op de liaven uit zag, had oude, gezellige meu belen. In het alkoof, waarvan de deuren overdag gesloten waren, hadden al de .ouders en grootouders ynn den huisheer geslagen en waren 'r ook den eeuwigen slaap ingegaan. Toen reeds stond de sofa in den hoek, gelijk nu nog. De vader van den te- genwoordigen bewoner zat daar inkoopen en verkoopen te bespreken, met do kapi teins -der booten. Zij verhaalden dan zoo veel van de reis en doorvlochten hunne verhalen met -zooveel onwaarschijnlijkhe den, dat men een half jaar stof had omdat al hij de stamtafel te hespreken. De zaken bleven hetzelfde; de menschen veranderden Do zoon sprak bij liet zaken-doen nooit over dergelijke dingen. Ook de tafel, die tusschen een stoel en een lederen leuning stoel bij het raam stond, was er blijven staan, maar de schelpen, die vroeger een kastje versierden, lagen nu op do papieren dio de. tafel bedekten. De eigenaar had het kastje verwijderd en aan den muur een boekenrekje latea maken, waar men, be halve eenigo werken over werktuigkunde, de kronieken der stad en hare omgeving te vinden waren. Er was geen gebrek aan portretten der voorouders, die, ofschoon niet van adel, den toeschouwers dikwijls vele gedachten hadden ingegeven cn zelfs moed gegeven in zware beproevingen. Do tegenwoordige hoer des huizes kon ze juist zien als hij zijn oog van de werktafel ophief. Zijn va der had diens portret door een rondreizend kunstenaar laten maken met zijn moeder en twee kinderen, alsof zij op een avond wandeling waren. Verder voorop met steek en lange rok. Zijn moedor, die naden dood van zijn rrouw het huishouden waarnam en do kinderen verzorgde, aan den arm. Dan een hoogen boom (niet te erkennen of het een eik, of beuk, of iep was, daar bij op alle drie geleek), .en daarachter een vierjarig jongetje, dat vroolijk met zijn zweepje op ziju stokpaard sloeg. Verder een opgeschoten jongen met een platte pet, en een mager twaalfjarig meisje, dat vol bewondering het vierjarig broertje gade sloeg. Op den achtergrond een heuvelland schap met een ondergaande zon. Van de vijf wandelaars waren alleen broeder en zuster nog in leven, de zuster ook nu nog in 't ouderlijke huis. Na het kortstondig huwelijk van den broer was zij er gebleven, daar zijne vrouw niets van een huishouden verstond. Op stille avon den, of als zij vol zorg waren, hadden zij. waarom Avisten zij zelf niet, steeds hand aan hand voor de schilderij gestaan en zich verdiept in oude tijden. „Hier zijn wij nog bij elkaar", had va der gezegd, teen hij de schilderij aan den- zelfden spijker tegen den muur hing, „uwe moeder is bij God, kinderen; daarom het avondrood op de schilderij. Van (le dooden blijft altijd oen schijn op aarde achter, en de achtergeblevene moeten weten dat zij in dat licht zullen komen te. staan, dus hand en hart rein moeten houden". Tante Brigitte, een teergevoelige oudo vrijster, die graag luchtkasteelcn op den ouden tijd bouwde, eindigde gewoonlijk, met op den kleinen paardrijder tc wijen en te zoggen: „Ja, Carsten, als broeder Peter nog leefde! Geloof jij ook niet, dat hij vau ons drie do wijsto was?" „Hoe meen je dat Brigitte", sprak de broeder, „bij stierf toch toen hij \ijf jaar oud was". (Wordt vervolgd)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1924 | | pagina 5