I Tweede Blad
Dinsdag 18 Maart 1924
1
STADSNIEUWS
UIT DE LEIDSCHE VROEDSCHAP.
Nogmaals: de twee ontslagen brug
wachters 1 Geen nieuwe arbeidscom
missies voor het gemeentepersoneel
Neg niet besloten tot verbetering van
den Zoeterwoudschen weg Oe gas-
prijs verlaagd Autobussen Rond
vraag.
De twee ontslagen brugwachters, luid
Jein Ende; Voor de zoovoelsle maal is er
«eer 'ns in den Raad gesproken over d e
jVeo ontslagen brugwachters - wier straf
ook ons erg zwaar voorkomt. Maar, wat
leeft zoo'n bespreking, die nu, naar is te
voorzien, weer door een andere zal worden
Opgevolgd, voor nut? B. en W. hebben
reeds "n keer, een uitspraak van den Raad.
naast zich neergelegd. In hot voor de be
rokkenen gunstigste geval zal de Raad wèèr
HsUssen het oneervol to veranderen in
fcrvol ontslag; onB. en W. deze uit
spraak weer voor kennisgeving aannemen
Beter ware het als een Raadslid eens oen
jadere slrafregeling kon uitdenken voor
Overheidspersoneel, dan de beslaande;
maar deze materie is nogal moeilijkI Er
orér praten is gemakkelijker.
Lang is er gesproken over liet voorstel
ïau den heer v. Eek, inzake do instelling
van arbeidscommissies bij allo gemeente-
Wrijveii en -diensten, gekozen recht
streeks door cn uit het gemeentepersoneel,
welk voorstel, ten slotte gewijzigd in oen
motie, alleen de .stemmen van sociaal-de
mocraten en communist heeft vorkregen.
Er bestaat voor liet gem e en t ep ersoneel
jiet Georganiseerd Overleg, waarin worden
kliandeld de arbeidsvoorwaarden, arbeids-
:ijd en arbeidsloon. Dit Georganiseerd
Overleg is in de vorige Raadszitting gewij-
«igd.
Er beslaan verder voor ambtenaren en
werkenden Dienstcommissies, waarin kun
nen worden besproken de meer techniscko
aangelegenheden van do desbetreffende
diensten.
Den lieer v. Eek zijn deze Dienstcommis-
jies niet geheel naar zin. Goed; ook
ons inziens kan de werkwijze daarvan ze
ker wel worden vervolmaakt. Maar nu
diende hij, om rijn doel te bereiken, eerst
een zeer vèr strekkend voorstel in, wat
zijn pa v tijgt maat prof. Bonger ongetwij
feld radicaal zou hebben afgewezen; trok
daarna dat voorstel weer in, om bet to
vervangen door oen niet-oinlijnde motie,
waarvan do strekking in het vage zweefde
HVaarom niet met de Dienstcommissies op
dezelfde wijzo to werk gegaan als met hot
Georganiseerd Overleg, zoo men met dezer
Werking niet tevreden is?
Zou de heer v. Eek nu niet zelf hebben
Ingezien, dat zijn wijze van agecren dezen
keer onpractisch en ontactisch was
toen, behalve zijn partijgenooten en de
lieer Knuttel, niemand met hom meeging?
Het voorstel tot verbetering van een ge
deelte van den Zoeterwoudschen weg is aan
gehouden tot nadero besludeering den
een ging die verbetering niet vèr genoeg,
een ander vond een verbetering daar hee-
Smaal niet noodig. Wij goiooven, dat "men
liet best. bad gedaan, met bet voorstel van
B. en W. te aanvaarden.
Zonder één woord discussie werd aan
genomen bet voorstel van B. en W. inzake
den prijs van bet gas.
Tenslotte do autobus-regeling. Was de
sieinniüig in den Raad al wat roezemoezig
nu werd bet alsof de leden rondom oen
bittertafel waren gezeten. Het voorstel van
B. on W. is aangenomen, maar over de
autobussen zal in don Raad nog lang niet
iet laatste woord zijn gesproken. Aan die
Toorspelling durven we ons wol wagen.
Bij do rondvraag kwamen weer ter
sprake de door den nieuwen pachter van
iet gemeentelijk baggerwerk ontslagen
kerklieden, waarbij weihouder Mulder
Weer verwees naar den vorigen packter.
'(Wellicht wordt zoo do indruk gevestigd,
'alsof tïeze met ïïel "gemeentelijk baggèrWrk
een aardig duifje heeft verdiend, wat ze-
kor, voorzoover do laatste jaren betreft,
met do cijfers voor oogen, o.i. in gegron-
den twijfel mag worden getrokken). Toen
over deze en andere vragen, een koele
„boom" werd opgezet, sneed de Voorz. de
discussie af, de heeron erop wijzend, dat
•zij dan maar interpellaties moesten aan
vragen. De heer v. d. Heuvel zal nu de
volgende vergadering tuiterpelleeren over
liet onderhands aanbesteden of gunnen van
don bouw van een aantal bonten schuurtjes
bij de gemeentelijke woningen,
GEMEENTERAAD.
(Vervolg).
De Voorz, doet t-liguos mededeeling van
de ingekomen stukken w. o.:
Adres van D. Koomen om schadeloosstel
ling inzake een onoordeelkundig optreden
van de politie, waardoor diens vrouw krank
zinnig is geworden. (Twee politieagenten in
uniform kwamen aan bij Mej. Koomen niet
een brancard, en de mededeeliug, dat haar
man een ongeluk was overkomen. Dit was
een vergissing van do politie). Op dit adres
zal door B. en W. prae-advies worden uitge
bracht.
Adres van de bekende twee niet eervol
ontslagen brugwachters om alsnog eervol
ontslag te verkenen.
Do Voorz. deelt mede, dat deze zaak
niet behoort tot de competentie van den
Raad. Reeds eenige Iceeren is deze zaak in
den Raad ter sprake gekomen.
Do heer Witmane wil een prae-advie»
van B. en W., opdat ook de nieuwe leden
van den Baad over deze kwestie een covdeel
kunnen uitspreken. Hij doet daartoe oen
voorstel.
De Voorz. «egt dat niet uit hot oog
moet worden, verloren dat do rechtspositie
van de ambtenaren vast moet staan, daar
do deur ander» altijd voor willekeur
openstaat.
Spr. wijst er dan op ,dat B. cn W. een.
vroegere uitspraak van den Baad naast
zich hebben neergelegd. Bovendien komt
de Raad op deze wijze op een plaats waar
Iiij niet behoort te staan. Er is natuurlijk
niets legen dat allo stukken van den raad
ter visie worden gelegd. Dat er thans an-
deze raadsleden zijn, is trouwens aller
minst een novum. Dat zou het geval zijn
als gebleken was dat verkeerde personen
veroordeeld varen.
Van prae-advies kan in geen geval spra
ke zijn. Dat is al tweemaal gedaan.
Do Leer Heemskerk zegt dab üff
Raad zich toch kan uitspreken.
De Voorz, dat is formeel juist. Maar
het zou geen zin hebben.
De heer S i j t s m a herinnert dat de
Raadscommissie indertijd do straf te
zwaar achtte. Hu is het waar dat dit een
zaak is van B. en W. maar daarom kan do
Raad zich toch wel uitspreken. Spr. stelt
daarom voor dc .stukken, op deze zaak be
trekking hebbend, ter visie te liggen. Spr.
meent dat hier wol een novum ,is, daar
nooit eerder oen raadscommissie is inge
steld. Deze menseken vragen niets anders
dan eerherstel en nu is or niets tegen al-
tlians te onderzooken of dat moge
lijk is.
De lieer Eerdmans aclil het dwaas
heid van B. en IV. te verwachten dat zij
nog weer prae-advies zullen geven cn zich
zelf desavoueeren.
De V o o r z. zegt dat hier van onrecht
gesproken is. Maar do menschen hebben
tocli zelf erkond. Hu kan jnen zeggen
dat de straf te zwaar is geweest, maar dat
iï toch niet ter beoordeeling van den
ltaad? De procedure is zeer regelmalig
geweest. Het feit dat de mensehen daarop
telkens terug komen, bewijst niets.
De heer Knuttel ziet in prae-adVies
geen heil. 't Is zeker gek dab liier telkens
op deze zaak wordt teruggekomen, maar
dat is een gevolg van do houding van B.
cn W.
De Voorz.': Leest u dan eens wat Mr.
van der Lip hier heeft- gezegd.
Do heer Wit mans wenscht dat do
nieuwe leden op de hoogte wordfen ge
steld. In welken vorm dat geschiedt lijkt
liem onverschillig. Spr. wil in elk geval de
stukken in de leeskamer zien neergelegd.
De Voorz.: Daartegen heb ik niet liet
minste., bezwaar.
Een voorstel in dien geest wordt aan
genomen met- 22 tegen 8 stemmen. Te
gen de heeren Huurman, Peru, Splinter,
WSlmer en de wethouders.
Verdof Oen verzoek: van 'de fa. Maas om
teruggavo van teveel betaald havengeld
over het tijdstip 1 Jan. '23 en den datum
dat do nieuwe verordeni'jg in .werking
trad.
B. en W. stellen voor afwijzend te be
schikken, daar anders de verordening te
rugwerkende kracht zou krijgen.
De lieer Pera kan zich met dit advies
niet vcreenigen. Deze firma is de dupe ge
worden van de verordening^ waartegen zij
dadelijk heeft geprotesteerd. Spr. meent
dat hier onrecht is gepleegd en zou resti
tutie dus wenschelijk achten.
De heer Wilbrink kan zich hiermede
niet vereenigen. Spr. wenscht dat de verorde
ning op het havengeld door den heer Pera
verdedigd, die lieel veel onrechtvaardigheid
bevat, niet zal worden genegeerd. Waar
zou het heengaan als men dan later zouden
moeten restituceren.
De lieer Pera ontkent dat er liicr van
onrechtvaardigheid sprake is en wijst er
den heer Wilbrink op, dat hij zelf aan de
totstandkoming van de verordening heeft
medegewerkt.
Do Voorz. ontkent dat hier van on
recht sprake is. 't Gaat bovendien om een
bedrag van slechts f GG.—'t Is niets an
ders dan adresseer-manie.
Het advies van B. en V/. wordt goedge
keurd.
l-o. Benoeming van een keuringsvee
arts, tevens adjunct-directeur van het
Openbaar Slachthuis»
Benoemd wordt de beer Th. P. A.
Sporna Weiland, thans tijdelijk in
dezelfde functio werkzaam.
2o. Voorstel tot intrekking van het
raadsbesluit van 25 Februari 1924, voor
zooveel betreft do„overplaatsing van de
onderwijzers L. G. van Doorn, F. A.
Sckiltluiizen Jr. en W. Garo en van de
onderwijzeressen A. M. de Haan, J. J.
Ragut cn M. S. den BTaauwen.
Goedgekeurd.
3o. Voorstel tot verpachting van het
grasgewas op bermen en open gronden
langs den Haarlemmertrekvaariweg cn
bet rietgewas in do Haarlemmertrekvaart.
Goedgekeurd.
4o. Voorstel:
a tot verhuring van do perceelen wei
en teel land ten oosten van do tramhaan
's-Gravcnhage-Leiden, Sectie M nis 2323
ged. cn 1446 ged. aan G. F. Homer ik:
b tot verhuring van liet perceel teeltand
ten westen van die trambaan, Sectie M
no. 3840 ged., aan A. Galjaard;
c tot verhuring van don moestuin c. a.
ten westen van die trambaan, Sectio M
nis 3799 en 565, aan J. de Graaff.
Aldus besloten.
5o. Voorstel in zake het sluiten van
kasgeldleeningen gedurende hot 2e kwar
taal 1924 (maximaal bedrag 500.000 gld.)
Aangenomen.
Go. Verordening, houdende wijziging
van do verordening van den» 19cn Januari
1911 (Gemeenteblad no. 1), houdende re
glement op het beheer en bestuur van het
Krankzinnigengeslicht „Eadegeeet", de
afdeeling voor jeugdige idioten „Voor-
geest" en liet "Sanatorium voor zenuwlij
ders „Rhijngeesl". (Dit voorstel betreft
•een financieele regeling (uaschen. de Ge
meente on de Gestichten).
Goedgekeurd.
7o. Praeadvies op het verzoek der Leid-
scke Duinwater-Maatschappij, om \erguu-
arng tot uitbreiding van do prise d'cau
onder Katwijk en Wassenaar en tot uit
voering van de daartoe noodige werken.
Aangenomen.
So. Voorstel tot «aankoop, in liet belang
van do Volkshuisvesting, van de percee
len leefland c.a., gelegen ten zuiden van
den Haagweg, Sectio O Hls. 671, 672 cn
738 en tot beschikbaarstelling van de voor
dien aankoop benoodigde gelden.
Aldus besloten.
9o. a. Herstemming over bet amende
ment-Baart op art. 7 der verordening,
houdende reglement voor de Commission
van Advies, betreffende de arbeids- cn
■cVenslvoorwaarden, van liet personeeli in
dienst van de gemeente Leiden, waarom
trent de stemmen in de vorige vergadering
hetbben gestaakt;
b. stemming over art. 7 dier verorde-'
•ning;
c. stemming o'ver de verordening in haar
geheel.
Het amendement wordt aangenomcon mot
16 tegen 15 stemmen.
lOö, Praeadvies op hot voorstel van
tien heer van Eek, dn zake do instelling
van arbeidscommissie'^ bij alle gemeente
bedrijven en -diensten, gekozen recht
streeks door en uit het gemeentepersoneel.
De lieer v. Eek zegt, dat er drio cate
gorieën menschen zijn. Er zijn er die het
bestaande zonder meer willen handhaven.
Tot lien heeft spr. niets te zeggen. Er zijn
anderen die elk voorstel op zichzelf willen
beschouwen. Met hen valt te praten. Spr.
meent dat B. en W. tusschen beide catego-
riën in slaan omdat zij liet voorstel niet
goed hebben begrepen.
B. en W. voeren aan, -dat er naast de
dienstcommissies voor de voorgestelde ar
beider sccnimissies geen plaats is. De logica
daarvan ontgaat spreker daar de dienst
commissies zich niet met het beheer bezig
houden.
De bezwaren van B. cn W. zijn naar spr.
meent een gevolg van de houding door de
chefs van dienst aangenomen. Het spijt spr.
dat hij bij de directeuren geen steun vindt,
in de cerate plaats voor het voorstel, maar
ook om de directeuren zelf, daar de drang
naar medezeggenschap steeds meer zal
doordringen. De aangevoerde bezwaren acht
spreker overdreven, daar 'liet hior alleen om
adviezen gaat.
Heb kapitalisme, heeft de arbeidsvreugde
opgeheven; liet contact tusschen den arbeid
en den arbeider is daardoor verbroken. Mede
zeggenschap zal de belangstelling van den
arbeid in sterke mate opwdkken, waarom
spreker krachtig «p de invoering daarvan
aandringt.
Spr. wijst dan op menschen ah IVittert
van Hoogland, ïtaaijmakers cn anderen, die
er voor sclrijnen te gevoelen.
De arbeid van diegenen, die gekend wor
den in de wijze waarop gewerkt wordt, zal
intenser worden, wat indertijd ook door
den heer Wilmer werd erkend.
Spreker wijst er op. dat Cr ook
leden zijn die oen nieuwe maat
schappij willen, waartoe hef geven van
meer invloed kan meewerken. B. en W. heb
ben Rich daarop beroepen cn gewezen op
een uitspraak van Spr. als zou alleen aan
de belangen van de ambicnaren aandacht
worden geschenken.
Spr. verwondert zioh hierover. Hij heeft
gedoeld op de belangen van het proletariaat
in liet. algemeen. Dat is heel iets ander3
dan het bevorderen van groepsbelangen.
Welk gebruik overigens van de medezeggen
schap gemaakt zal worden, hangt af van
de vraag wie de geesten der arbeiders zul
len leiden.
Spr. erkent dat de Raad niet over de
politie te beschikken, lieefi, maar dit neemt
niet weg dat teek wel met. de politie o vor-
1 eg kan worden gepleegd. De agenten zul
len veel beter do belangen, der bevolking
kennen, dan de chefs. Dat. bij de bedrijven
medezeggenschap mogelijk is, tracht spr.
te bewijzen met te verwijzen naar de
Spoorwegen, waar namens het personeel
drie advocaten in de Raad van Beheer zit
ting hebben.
De heer Eerdmans wil van alles dui
delijk zien gemaakt, wat men eigenlijk be
deelt. Hij betreurt het, dat dc 'lieer v. Eek
een tekort aan arbeidsvreugde en arbeids-
ius'fc heeft .geconstateerd.-Het is wel gemak
kelijk de schuld hiervan te geven aan het
•kapitalisme, maar men vergeet dat bij de
groot-bedrijven de verhoudingen veranderd
zijn.
Spr. vraagt wat dc bedoeling :s. Mede
zeggenschap, zooals in heb voorstel
staal of de mogelijkheid cm advies te geven.
Hier mag geen anriverstand bestaan. Terwijl
in het voorstel advies wordt gevraagd is in
de toelichting sprake van beslis s en-
don invloed.
Spreker wijst er op dat do denkbeelden
door den heer Van Eclc verdedigd, volstrekt
niet .geïllustreerd worden door de aange
haalde voorbeelden.
Dc lieer Spondel sluit zich hierbij aan.
Hij zou willen weten, waarom het nu precies
gaat.
De heer Wilmer zegt, dat de heer Van
Eek onder medezeggenschap schijnt tc ver
staan hot recht van de arbeiders om advie
zen te geven. Als hij in deze richting iets
'had willen 'bereiken, zou hij hebben moeten
bespreken het reglement van de dienstcom
missie.1».
Als het hier alleen gaat om advies, dan
had het voorstel aobterwege kunnen blijven
daar 't reglement 'b geven van advies niet
uitsluit. Waren op dat reglement aanvullin-
gen ingediend dan hadden we niet' nis ntL
een verloren middag gehad.
►Spreker wijst cr op, dat medezeggenschap
niet een vaststaand begrip is. In liet alge-1
meen wordt er buiten de 8. D. A. P. mee be
doeld, Ti medezeggenschap in dc bedrijven
in nationalen zin genomen. Voor afzonder!ij-,
ke bedrijven staat de zaak heel anders. Er'
is hier nu sprake Tan invloed op den
dagelijksch&n gang van zaken, op de dage-
lijksche leiding. Maar dan wijst spreker op
dc bezwaren door Prof. Bonger hiertegen
ontwikkeld, die bespreekt de mogelijkheid
van conflicten met de direetie, welke niet in
do bedrijfsleiding hun oorzaak vinden.
D;t neemt echter niet weg. dat er contact
kan bestaan tu&schen vertegenwoordigers
van het personeel en. do leiding, maar dan
inoet dat worden gevonden door een wijzi
ging van dc reglementen. .Samenwerking
aoht spreker van veel beteekenis. De ar
beidsvreugde zal daardoor zeker worden
bevorderd.
♦Spreker eindigt met den lieer Van Eek ie
wijzen op een uitspraak van Prof. Bonger.
die opmerkte dat liet zaak zal zijn dat de
►Soc. Dein. het goede van liet verkeerde we
ten te onderscheiden, daar anders te wachten
staat dab de tegenstanders dc zaak spoedig
ad absurd urn voeren en 'het goede met het
■slechte in den afgrond doen tuimelen.
Door de voorstellen van den hoer Van Eclc
wordt naar spreker meent de zaak deer hem
verdedigd, niet bevorderd.
De heer Knuttel hoopt niet, dat do
•beer Van Eek over de medezeggenschap in
het algemeen een uitspraak zat uitlokken.
Want dat zou zijn een slag in de lucht.
Spreker meent dat de lieer Van Eek zioh
zeer vaag heeft uitgesproken. Hij heeft dit
•gedaan om iets tc bereiken en toch niet den
indruk te geven dat hij voor het personeel
iets wenscht. waar zij niets aan 'hebben. Spr.
meent dab hier niets andei's gegeven wordt
dan s e li ij ninvloed, zooals we die hebbou
bij do z.g. modelfabrieken, waar van werko-
1 ijken invloed geen sprake was.
De heer Van Eek Loeft gesproken over
het gebrek aan arbeidslust cn arbeidsvreug
de. «Spreker begrijpt niet hoe de lieer Eerd-
mans hierbij aan dc schuld van het kapita
lisme kan twijfelen.
De Voor/, zegt, tlat 'nier oen theoretisch'
debat gehouden werdt. Men vergeet dat we
hier zaken -mecten ctccn.
De heer Knuttel betoogt verder, dat het
niet op den weg van den Rand ligt de ar
beidslust aan tc wakkeren, daar dit tot
meerdere uitbuiting door het kapitalisme
zal 'leiden. Hij is verder van -oordeel dat hel
voorstel v. Eek in dit opzicht niet zonder
gevaar is. vooral c-mdat door hem gewezen
werd o pden toestand bij de spoorwegen.
Mevr. v. I tal lie is niet tegen het nieu
we. Zij zon het toejuichen indien de dienst
commissies langzamerhand konden worden
uitgebouw, zocdat daardoor een begin van
medezeggenschap werd verkregen. Van ecu
adviseerende commissie verwacht spreker
•gezien hare ervaring niets. En medezeggen
schap durft zij nog niet aan.
De heer Wilbrink heeft geen bezwaar
togcu een commissie van advies, zooals aan
de Lichtfabrieken reeds beslaat. Do lieer v.
Eek heeft zeer vaag gesproken, maar blijk
baar heeft hij toch bedoeld absolute mede
zeggenschap, daar cr anders van dc uitspra-
lcesn omtrent dc opvoeding van dc nieuwe
maatschappij niets overblijft. Maar dan
doet hij naar spr. meent, beter door ic trach
ten in eigen kring eerst tot helderheid to
kemen.
Dc lieer Pera zegt. dat bij hem door het
optreden van den heer Van Eek wel cenigo
verbazing is gewekt, daar do laatste jar/a
toch wel gebleken is, dat de denkbeelden
van den heer Van Eek schipbreuk hebben
geleden. Als men gaat zien naar dc gelegen
heden waar deze denkbeelden in toepassing
zijn, dan is er niets anders dan teleurstel
ling'. .Spreker wijst op Rusland waar men
tot liet kapitalisme is teruggekeerd; op Ita
lië, waar men zich meester maakte vau do
fabrieken, maar waar men spoedig tot deu
ouden toestand terugkeerde. Men kwam
toen tot- tic out dekking van hoe groote be
teekenis dc leiding is. Dit kan niet aan dc
werklieden worden overgelaten, die alleen
oog hebben vcor directe voordcelcn maar
die zich van dc bedrijfsbelangen niets aan
trokken.
De heer El kerb out ontkent dit en
acht deze uitspraak voel te algemeen.
Do heer Pera wijst cr dan op. dat het
gemis aan arbeids vreugde een gevolg is vau
FEUILLETON
Carsten Carstens,
Havcrleld door
V. W.
..Kijk", riep zij, „daar hoven ligt 'de
ïtofts, die wou ook wel graag een mooie
Deer hebben; wacht poes, ik zal je"; maar
loen zij zich omkeerde om den puthaak to
Hijgen, stiet zij een angstkreet uit, zoo fel,
dat het. kleintje begon te huilen en zij het
Doorzette. Op den vermolmden rand van den
P»t, door een toeval nog niet hersteld, zag
rij Heinrich zitten, met de beenen boven
liet water en zijn hoofd naar beneden ge
lagen of hij er in wilde vallen. Haar ar
men omvatte hem van adder, trok hem cr
af dat do vermolmde planken krakend in
elkaar storten. Zij was op haar knieën ge-
Tallen; bet hoofd van den jongeman lag aan
«aar boezem.
Hij vo rroerdo zich niet, alsof het hem
piels kon schelen, wat. er met hom gebeur-
de. Ook toen het meisje opstond, bleef hij
toet zijn hoofd op de gebroken planken
ïusteü. De kinderen bleven verwonderd
daan kijken en het kleinste begon tc
snikken. „Arm kind", zei Anna, „heb je
gc-en peer. Hier hebben jullie een paar
palen, ga ze maar koopen bij buurvrouw,
ik heb er nu geen". De kinderen gingen
Iwurgesteld heen.
Zij bleef maar steeds Heinrich aanzien,
TOrijl tranen uit hare oogen druppelden.
♦.Ueuirich", zei zo verwijtend, „wat is er,
ftaarom doe je mij zoo schrikken, ben jo
WÊIPB 'Akantoor?'* ,_jJd
Hij streek zijn haar van zijn voorhoofd
en -zag haar vermoeid aan; „Ik ga niet
meer naar 'i kantoor".
„Niet naar 't kantoor?"
„Heen, ik kan kiezen tusschen dc ge
vangenis en de put".
„Praatjes, sta op Heinrich, je bont niet
wijs".
Hij stond op en ging naar liet bankje
•onder den perenboom. Zij ging voor hem
staan en zei de; „Spreek nu gauw voor va-
dor thuis is".
Zij stak hour haar op, dat losgegaan,
was, en wachtte vol angst op zijn ant
woord. Heinrich bleef zwijgen cn voor rich
rien.
„Je kwaamt Zaterdagavond van Tlius-
burg", vroeg zij, „moest je geld innen voor
den patroon?"
Hij knikte zonder op te kijken.
„Zeg het maar, ik kan het wel denken,
jo bent weer eens lichtzinnig geweest, het
gold laten liggen in een logement of zoo, en
nu is het weg".
„Ja, het is weg", zeide hij.
„Maar kun je het niet terug krijgen,
spreekt dan toch!"
„Heen Anna, het is niet verloren, zooals
jij denkt, wij waren vroolijk en hebben ge
speeld".
„Verspeeld Heinrich, verspeeld!"
Tranen kwamen in haar oogen en snik
kend wierp zij zich naast hem, het hoofd
op zijn soli ouder
In den kroon van den boom suizelt de
wind. Verder hoorde men niets dan bet
snikken van bot meisje; al baar wilskracht
scheen gebroken.
De jongeman zocht liaar hoofd Van zijn
Ac houder te verwijderen en zcido zacht:
„Ween toch niet, ik kan het niet verdra
gen".
Anna sprong op, droogde haar tranen
en zeidc: ..Heinrich het is vreeselijk wat
jij gedaan hebt, maar ik zal je helpen, ik
heb geld".
„Jij, Anna?"
„Ja, ik, ik ben meerderjarig; zeg maar
hoeveel je hebben inoet".
„Hot is erg veel", zeide hij zacht.
„Hoeveel dan? Maar vlug".
Hij noemde een groote soin.
„Niet meer, Goddank, dan kan ik jo hei
pon. Maar had je niet op het kantoor moe
ten riju; wat zal je patroon zeggen?"
„O, de patroon, laat daarvoor mij maar
zorgen", en een uitdrukking van zorgelooze
lichtzinnigheid kwam op zijn gelaat.
Zij zag hem ernstig aan en zeide: „Dus
je wilt uu liegen?"
„Neen, Anna. En ik beloof je zoo iets
niet meer te doen. Maar bet geld?"
„Ja, het geld"
„Ik zal je er rente van betalen, ik zal je
een schuldbekentenis geven".
„Geen onzin, Heinrich, blijf in den tuin,
als jo vader komt zal ik hem het gold
vragen".
Hij wilde tegenspreken, doch zij was al
•het achterhuis ingegaan, door de keuken
waar tante aan hot koken was. naar haar
kamer, om zich eens flink to verfrisschen,
dat men hare roode cogen niet zou zien.
Huisraad en inrichting van het huis wa
ren al even oud als do perenboom. Vooral
de huiskamer, die met een schuin raam op
de liaven uit zag, had oude, gezellige meu
belen. In het alkoof, waarvan de deuren
overdag gesloten waren, hadden al de
.ouders en grootouders ynn den huisheer
geslagen en waren 'r ook den eeuwigen slaap
ingegaan. Toen reeds stond de sofa in den
hoek, gelijk nu nog. De vader van den te-
genwoordigen bewoner zat daar inkoopen
en verkoopen te bespreken, met do kapi
teins -der booten. Zij verhaalden dan zoo
veel van de reis en doorvlochten hunne
verhalen met -zooveel onwaarschijnlijkhe
den, dat men een half jaar stof had omdat
al hij de stamtafel te hespreken. De zaken
bleven hetzelfde; de menschen veranderden
Do zoon sprak bij liet zaken-doen nooit
over dergelijke dingen. Ook de tafel, die
tusschen een stoel en een lederen leuning
stoel bij het raam stond, was er blijven
staan, maar de schelpen, die vroeger een
kastje versierden, lagen nu op do papieren
dio de. tafel bedekten. De eigenaar had het
kastje verwijderd en aan den muur een
boekenrekje latea maken, waar men, be
halve eenigo werken over werktuigkunde,
de kronieken der stad en hare omgeving te
vinden waren.
Er was geen gebrek aan portretten der
voorouders, die, ofschoon niet van adel,
den toeschouwers dikwijls vele gedachten
hadden ingegeven cn zelfs moed gegeven
in zware beproevingen. Do tegenwoordige
hoer des huizes kon ze juist zien als hij
zijn oog van de werktafel ophief. Zijn va
der had diens portret door een rondreizend
kunstenaar laten maken met zijn moeder
en twee kinderen, alsof zij op een avond
wandeling waren. Verder voorop met steek
en lange rok. Zijn moedor, die naden dood
van zijn rrouw het huishouden waarnam
en do kinderen verzorgde, aan den arm.
Dan een hoogen boom (niet te erkennen of
het een eik, of beuk, of iep was, daar bij
op alle drie geleek), .en daarachter een
vierjarig jongetje, dat vroolijk met zijn
zweepje op ziju stokpaard sloeg. Verder
een opgeschoten jongen met een platte pet,
en een mager twaalfjarig meisje, dat vol
bewondering het vierjarig broertje gade
sloeg. Op den achtergrond een heuvelland
schap met een ondergaande zon.
Van de vijf wandelaars waren alleen
broeder en zuster nog in leven, de zuster
ook nu nog in 't ouderlijke huis. Na het
kortstondig huwelijk van den broer was
zij er gebleven, daar zijne vrouw niets van
een huishouden verstond. Op stille avon
den, of als zij vol zorg waren, hadden zij.
waarom Avisten zij zelf niet, steeds hand
aan hand voor de schilderij gestaan en
zich verdiept in oude tijden.
„Hier zijn wij nog bij elkaar", had va
der gezegd, teen hij de schilderij aan den-
zelfden spijker tegen den muur hing, „uwe
moeder is bij God, kinderen; daarom het
avondrood op de schilderij. Van (le dooden
blijft altijd oen schijn op aarde achter, en
de achtergeblevene moeten weten dat zij in
dat licht zullen komen te. staan, dus hand
en hart rein moeten houden".
Tante Brigitte, een teergevoelige oudo
vrijster, die graag luchtkasteelcn op den
ouden tijd bouwde, eindigde gewoonlijk,
met op den kleinen paardrijder tc wijen en
te zoggen: „Ja, Carsten, als broeder Peter
nog leefde! Geloof jij ook niet, dat hij vau
ons drie do wijsto was?"
„Hoe meen je dat Brigitte", sprak de
broeder, „bij stierf toch toen hij \ijf jaar
oud was".
(Wordt vervolgd)