REBUS. v. 7 V :'J r- p a 0 B ai b OM TE LACHEN. 4 te ®S0 0? fcïjt verantwoordelijk voor al uw paro- ühianen- He lie!) ze veel en grondig catechismus gegeven. Ja, da's waar. Op uw actief: Hij leerde goed den catechismus aan al de parochia nen. Ik heb ze bezocht en geholpen. Ook waar. Maar ge zijt niet energiek geweest, dan alleen voor de kinderen. Voor do ouderen waart, ge wat zwak, vooral voor de dcfrigo parochianen. Ge hebt hun niet genoeg durven voorhouden, dat ze offers moesten brengen. Het aardsche vaderland eisekfc dikwijls zonder pardon het leven. Met Keel meer rekenen hebt ge tocht veel min der gevraagd. Ge hebt werelclsche zachtheid Sn de plaats gesteld, van n bovennatuurlijk energie. Ge hebt door nw zwijgen uw gewe tten toegestaan om met een zuinigen school penning rond te komen. En de parochianen, de kinderen, zijn het, die natuurlijk door dat zwijgen nog den tol moeten betalen. □Eergisteren nog heb ik er eentje naar het .Vagevuur moeten sturen en dat nogal voor een tijdje eentje, die ge nog wel eens bezocht-, op wie ge nogal invloed had en die go altijd aanspraakt met „beste mevrouw" ien beste parochiane". Hu, die beste paro chiane is in het vagevuur. Mevrouw Duhardelot? Juist. En ge zijt veroordeeld om er look heen te gaan, en nog wel een paar [jaartjes langen, want gij waart haar her der. En werkelijk trof de pastoor zijn poro- fchiaue in het vagevuur aan. Ze was verre van tevreden. Wat? Ze was heelernaa! niet tevreden. Meneer pasto'or, dat heb ik nu aan !u te danken. Mevrouw, en ik heb het aan u te dan ken. Ik wist niet-. IJ hadt den plicht me te ^waarschuwen. U hadt me moeten toeroe pen: Go doet maar een deeltje van uw plicht. Ik, ik durfde niet. Herinnert ge u. me- frrouw, uw laatsten brief nog? O ja als ik maar geweten had. f En als ik maar gedurfd had. En gedurende dezen tijd telden de geluk kige erfgenamen van mevr. Duhardelot ge boren Autare, met behendigheid in de geld- üristjes de schatkistbiljetten, de papieren van heb Nationaal Crediet", de papieren van •de verded i gin gisleening, liassen vol van bankbiljetten, jaren achtereen als saamge- bundeld endie nergens toe gediend hadden. Ik wist. dat ze er warmpjes inzat. Ja, hé! Maar zoo had ik het toch niet gedacht. De oplossing van den rebus is? Op den derden October komt H. M. de Koningin Leider» Ontzet meevieren. Goede oplossingen zonden in: Leiden: J. Kerkvliet; A. Bakker; B. v. Leeuwen; J. G. Teneij; J. H. Macco; S. de Brabander; L. Westen; A. J. Hom bergen; D. Bergsma; van Drost-Wolff; Pauline Pelle; J. Visser; W. Stolwijk; J. A. D. Drost; J. Smit; Annie Beenakker; Toos Stuifzand; D. M. H. Bokern; Mej. de Graaf; Th. Slootjes; Mej. N. Bentvel zen; A. J. Bokern; Marie Vaalman; H. A. Beuk; Jo Simonis; J. Heemskerk; H. J. Mensink; A. Hoogeveen; H. Schmitz; G. Eibers; A. C. Sommeling; G. Visser; J. Thijssen; C. de Groot; P. Oostdam; Annie Bisschop; W. J. Stikvoort; Jopie Streef- land; J. v. Hees; Mej. A. 0. v. Zijp; A. v. Oleef; R. Gottenbos; H. J. Th. Staats; J. v. Teijlingen; N. Hartendorp; J. A. "s-Gra-vendijk; G. Raaphorst; Marie v. d. Heemst; G. v. Oerle; Jeanne Laken; 0. Meuwese; J. J. Colpa; Rudolf'Arts; J. Stikvoort; P. Stikvoort; W. H. Vreeburg; S. Cornelissen; M. v. Eisen; B. Poesink; M. Swart; C. Stuifzand; Mej. A. Nijssen; O. P. J. v. d. Meer; P. M. v. Ton; A, Trel; AT J d Spendel; Henrie Vreeburg: D. Lui; C. Montanus; Marie de Haas; W. E. de Haas; J. Cras; L. Pommée; S. Catin; C. J. v. Velzen; H. Ouwendijk; M. Gor dijn; W. F. Prins; Mej. Wed. J. v, Biet; 'Oer. Fleur; Mej. Dingjan; Gijsbert Groe- 3iewegen; Beb. Bayer; J. Oosterweer; P. N. Brouwer; J. A. Vreeburg; Diny Smits; P. J. Rozier: J .Hoogeveen; H. Stuifzand; !A. Langeveld; Marietje Schamper; D. J. N. Looving; P. v. d. Zog; Mej. Kok v. d. Laan; O. Veen; G. W. H. v. d. Brink; A. Hoogeveen; J. A. Barendse; L. A. Righart v. Gelder; A. v. Gelder; N. Jansen; Nelly Walraven; H. Bokern; B. Lamboo; M. Timp; Th. G. Breuring; M. St-eenberge 'J. W. Lamboo; Willem v. Hal. Zootorwoude: N. v. d. Akker; Wed. Oostdam; Cath. Slingerland; A. Schou ten; J. v. Leouwen; Mej. M. A. Tast; Mej. M. v. Leeuwen; Gerard Noordman; Pietje v. Mil; E. Zwetsloot; Th. Zwetsloot, Sassenheim: Jac. Prins; C. v. Diest Mej. G. v. d. Poel. Voorhout: B. Salman; A. Bulten. Rijpwe tering: P. M. v. d. Kerkhof; Liena SchoondeTwoerd; Mej. Jo Berg; C. Borst. Oogstgeest: J. v. d. Post; Mien v. Hartcveld; Truus Kouwens. Hoogmade, F. Otte; M. v. d. Berg. Delft: P. Heerings. Pijnacker: E. v. Lamoen-Sloots. Leiderdorp: A. d© Bruijn. Nieuw e-Wetering P. Stvaathof Cz. Kudelstaart: Adr. v. Leeuwen. Alp hen: J. v. d. Weijden; A. F. Rede- geld: Nelly v. d. Hulst; Fr. Knoopen; G. GeerlingsD. Hoppenbrouwer; A. H. v. Berkum; L. Boere; Mej. Aelbers. Oud c-W etering: J. WalravenH. C. r. Wieringen. Lis se: Mej. Petr. van Bezu; W. Vrij burg Jaczn. Hazerswoude; A. Schakenbos; W. DE STERRENHEMEL IN MAART. Hierboven geven wij den sterrenhemel weer, zooals die zich aan ons vertoont begin Maart omstreeks 11 uur, midden Maart om 10 uur, en eindelijk tegen einde van de maand om ongeveer 9 uur. Alle Sterrebeelden, die op ons sterrekaartje voorkomen, zijn goed te zien. Theoretisch zijn er nog meer sterrebeelden te zien, doch die staan te laag aan den hemel, om waargenomen te worden. Links bevindt zich niet het Westen, zoo als op een aardsche kaart, maar het Oos ten. Rechts ligt het Westen. Wil men met dit kaartje nu practisch opereeren, dan doet men met dit sterrekaartje iets, dat hij het aflezen van een aardsche kaart niet gebruikelijk is, men draait het kaart je. Wil men b.v. do sterren van den Noordelijken hemel observeeren, dan plaatst men het kaartje op zijn kop. Wil men de sterren, die in het Oosten opko men, waarnemen, dan houdt men de lin kerzijde naar beneden. Op deze wijs is het ook voor den amateur-astronoom niet moei lijk, de sterrebeelden te leeren kennen. En... heeft men eenmaal een paar sterrebeelden gevonden, dan onthoudt men die in den regeL De getallen geven de namen der sterre beelden weer, waarbij beteekent: 25 Draak, 9 Kleine Beer, 24 Kroon, 28 Boötes, 30 Groote Beer, 45 Jachthonden, 8 Maagd, 43 Beker, 34 Kleine Leeuw, 33 Groote Leeuw, 32 Waterslang, 46 Sextant, 35 Lynx, 36 Kreeft, 37 Kleine Hond, 48 Eekhoorn, 38 Schip, 2 Orion, 1 Tweelingen, 6 Wagen- man, 3 Stier, 4 Perseus, 39 Giraffe, 41 Cassiopeia, 19 Cepheus, 42 Andromeda. Gedeeltelijk zijn verder nog te zien de Zwaan met Deneb in het Noorden, Her cules in het Noord Oosten, Raaf in het Zuid-Oosten, Groote Hond in het Zuid- Westen; Siris, die tot dit sterrebeeld be hoort, is evenwel nog goed te zien, hoe wel spoedig ook deze ster, de schitterend ste der vaste sterren, in de nevelen zal verdwijnen, wat er op wijst, dat het einde van den winter nabij is. Thans nog iets over de planeten. Mercu- rius kan de laatste dagen van de maand als avondster in het Westen waargeno men worden. Venus blijft schitterende avondster; tegen het einde van de maand gaat zij eerst tegen half elf onder. Mars komt ongeveer drie nur voor de zon op, Jupiter 4 tot 5 uur. Saturnus komt des avonds om tien uur op, later zelfs reeds tegen 8, en wordt weer een mooi object voor waarneming. B. Smits; Cl. Hoogeveen; A. Koot; C. Boa O. v. Nierop. Oud-A de: J. v. d. Hulst; G. M. v. Leeuwen; J. H. Vink; W. Hillenaar; H. v. d. Hulst. W a r m o n dAgnes SchakenbosM. Zarrdbergvuf-Boer©G. v. d. Geest; H. v. d. Maat. Leidschendam: J. P. Halvetrhout. R'-v een: Helena v. Villink; J. P. de Jong; Kooe Rietbroek; Mej. M. Snijders. Rijnzaterwoude: Chr. Verbaar. Noordwijk, J. de Groot; E. Brekel- mans; A. v. d. Berg. Voorschoten: Agnes de Vos; H. de Hollander. Valkenburg: M. v. Stijn. Wassenaar: L. Vogels. Boskoop: G. Bosman; Mientje Mathot. Na loting zijn de twee prijzen gewonnen door C. Meuwese en J. Hoogeveen te Lei den. Do winnaars worden verzocht om mede te doelen, of zij een heeren- of da- mesportcmonnaie wenschen. Eentje van Jfiple. TJ kent Japie? Hij speelde in de kamer, en maakte een vreeselijko herrie net als den vorigen dag. Toen wae vader uitgevallen en had 'm bij z'n ooren genomen: „Je weet. dat ik niet tegen dat gesallemander kan", had vader gezegd. Den volgenden dag echter was 't weer net zoo, maar vader waa nu niet thuis. Moeder kwam uit den keuken op 't la waai en zei: „Maar Japie, wat voer je toch in 's hemels uit?" Waarop Japie antwoordde: „Ik sallemander, moe!" Amerikaansche humor. „0 George, lieve man, als die leeuw eens lo3 brak, wien zou je dan het eeTst red den, de kinderen of mij?" „Mij." Een slimmerd. Een boer droeg een ladder oveT de markt, eener Turksche stad en riep den mensehen met luider stem toe, uit den weg te gaan. Een rijk Turk meende, dat het eerder den ander betaamde, cp zij te gaan en ging niet uit den weg. De ladder trof hem nu gevoelig in den rug en verwondde hero. Nu sloeg de Turk alarm en bracht den boer naar den kadi. Maar uit den boer was geen woord te krijgen. Hij maakte druk gebaren maar sprak geen stom woord. De kadi sprak: „Wat nu? De man is blijkbaar doofstom." „Doofstom!' riep de Turk spottend, „en op de markt beeft hij„op zij 1 op zij 1" ge bruld dat do geheele stad het kon hooren. „Waarom zijt gij dan n et op zij ge gaan?" vroeg de boer, en bad zijn proces gewonnen. Boeven-humor. Twee boeven zaten wegen3 diefstal ge vangen; de een had een horloge, de ande re een koe gestolen. „Hei zeg eens", riep de koedief spottend tot den horlogedief, „hoe laat is het!" ,,'t Is melktijd!" antwoordde do ander gevat. Om verschillende redenen. Een vorst bracht een bezoek aan een stad en werd met passende eerbewijzen ontvangen. Alleen het gebruikelijke aan tal saluutschoten scheen totaal vergeten te worden. „Waarom worden er geen kanonscho ten gelost?" vroeg do vorst. „0, sire", antwoordde de Burgerva der, „daarvoor bestaan wel meer dan tien redenen. Vooreerst hebben we geen ka nonnen „Hou maar op, de rest schenk ik je", was het lachende antwoord van den vorst. Een wensch. Museum van geschiedkundige voorwer pen. „En dit, dames en heeren, is het be roemde paard, waarvoor koning Richard III een koninkrijk geboden heeft." „Maarmaar, pardon. Dat paard heeft heelemaal nooit bestaan; Richard heeft 't maar geyrenscht." „Jawel, heel juist, en dit is dan ook het paard, dat hij graag gehad zou heb ben." Beter laat dan nooit. „Liefste", zei de oude heer tot zijn vtouw op teederen toon: „Vandaag is 't onze diamanten-bruiloft. En ik heb 'n kleino verrassing voor je?" Zij (glimlachend): „Zoo? En wat?" Hij nam haar hand in de zijne. „Zie-je daar aan je vinger de verlovings ring, die ik je 76 jaar geleden gegeven heb?" „Ja, zeker," antwoordde de oude dame vol verwaeht'ng. „Nu dan, kind; vandaag zelf, heb ik het ding eindelijk afbetaald en ik ben wer kelijk trotsch er op, dat die ring nu ein delijk heelemaal van jou is!" De reden. „"Weet-je, waarom op 't land de lucht zoo friseh is?" „Nee, waarom dan?" „Omdat de hoeren hun ramen nooit open maken." Een jeugdige diplomaat. „Waar loop jij zoo hard naar toe, kleine man?" vroeg de oude heer. toen de jongen op den hoek van de straat tegen hem op- bonsde. Naar huis, mijnheer, mijn moeder moet me een pak voor mijn broek geven, hijgde de jongen. Wat? En loop je zoo hard om een pak slaag te halen?" vroeg de oude heer ver baasd. Ja, antwoordde de jongen, want aJis mijn vader eerder thuis is dan ik, krijg ik heb van hem. Dat was zoo. Onderwijzer: Wie heeft het Suez-ka- naal gegraven? Hendrik: De polderjongens, meneer. Uit 'n kindermond. Marietje was op bezoek bij haar groot moeder buiten. Op een morgen zag zij een pfhw in den tuin. In stomme verbazing aanschouwde zij den uitgespreiden staart. Toen liep zo hals over kop naar huis terug en riep: „Opoo, opoe, kom eens gauw kij ken! Een van uw kippetjes staat in bloei 1" Emmy, huil toch niet zoo, van huilen wordt jo leelijk. O, tante, hebt u dan ook zooveel moeten huilen. HET NUT VAN EEN STAART. Asjeblief1 HET EUROPEESCH PROBLEEM. Hij wist 't. Ik moet u vooral doen opmerken, dat 'hier dikwijls zaken voorkomen, die met de meest mogelijke discretie moeten worden behandeld, sprak de directeur van het de tective-bureau tot den sollicitant. Kan ik in dat opzicht op u vertrouwen? Dat zot* ik denken, mijnheer, was het antwoord. Ik ben niet voor niets vier jaar op een worst-fabriek werkzaam geweest! 4 Paradox. Mijnheer X. treedt een restaurant binnen en zoekt genomen tijd naar een onbezet ta feltje. Alles is echter bezet. Verstoord gaat hij daarna naar den res taurateur en zegt: .Mijnheer, neem me niet kwalijk, maar dat gaat zoo niet. Als altijd alles bezet is, zal niemand hier meer ko men". In goede stemming. Politde-agent (bij nacht): Heeren, als u blijft doorzingen haal ik assistentie! De studenten: Ja maar asjeblieft alleen tenoren, bassen hebben we genoeg. Da's wat andere. Mevrouw tob den huisknecht: „Maar Frans, je hebt nu al do vierde flesch bier gehaald; de mensclien zullen nog gaan den ken, dat je ee-n drinkebroer bent." „Wel neen, mevrouw, ze denken toch dat heb voor mijnheer is." In hooger beroep. Jong advocaat:.U weigert mij dus de hand van uw dochter? Mijnheer Goedbloed: Ja, mijnheer. Advocaat: Dan ga ik in hooger be roep! Mijnheer Goedbloed: Hoe meent u dat? Advocaat: Ik zal mij bij uw vrouw vervoegen. Troef. Vrouw: „Ik begrijp niet van wie onzS jongen dat. domme gezicht heeft". Man: „Van mij in geen geval". Vrouw: „Neen, want jij hebt het nog". Bedenkelijk. A.: „Ik heb nooit geweten, dat men van bier hoofdpijn krijgen kon, maar nu voel ik het toehl" B.: ,.Dat is toch zeer eenvoudig; van al dat bier ontstaan gassen in 't lichaam, gassen die naar do eerste de beste ruimte vliegen en dat is bij u de hersenkas; zie daar de verklaring!" Kinderlijke eenvoud. Men stelt den kleinen Maurits een jcugdifl negertjo van vijf jaar voor, een fermer., dik ken jongen. Maurits bekijkt het kind zon* der een woord te zeggen; dan vraagt bij ernstig: - Zeg, voor wie ben jij nu in don rouw

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1924 | | pagina 6