Tweede BSad
„1 Leitt Cnnt"
Woensdag 5 Maart 1924
Zalig de Barmhartiger!.
Mijn pcging om bij de lezers van de L.
Courant deelneming en belangstelling op tc
.•vrekken voor bet karde lot en bitteren nood
voor een groot getal arme Duitsche Pries
ters is goddank niet vruchteloos geweest.
Zooals ik in het nummer van 19 Februari
uiteenzette geldt het hier om gedurende
«enige maanden een geregelde blijvende
steun te verleenen aan eenige zeer arme
[Priesters verspreid inde z.g. diaspora
d. v. z. aan hen, die leven en werken in een
bijkans geheel Protestantsche omgeving.
Hunne parochianen, meestal zeer arme
lieden, wonen verspreid, hier en daar in ver
schillende dorpen. Uit do brief van Pastoor
.(1. bleek, dat deze voor ruim 40 dorpen de
geestelijke bediening 'heeft te verzorgen. Het
loven van deze Priesteis is hard en zwaar
cn in dezen tijd lijden zij bovendien letter-
lijk gebrek.
Op hulp van eigen Parochianen en land- 1
genooten kunnen zij thans niet rekenen. De
Duitsche Bisschoppen hebben een lijst op-
gemaakt van de arms ten onder deze
•Priesters en verschillende HollancLsohe fa
milies hebben, door bemiddeling van liet
Hollandsch Priestercomité, de speciale zorg
I voor zulk een hulpbehoevenden priester op
rich genomen door een maandelijksche on
dersteuning.
Mijn voorstel nu was, dat ook de le
zers v.an de L. Courant geza-
m c n 11 ij k gedurende eenige maanden
een paar van deze arone Priesters voor liun
I jekening zouden nemen.
Mijn oproep is gelukkig niet onbeant
woord gebleven en miin verwachting is niet
beschaamd. Dat wist ik wel, want ik ken de
gezindheid wel van de lezers van onze Ka
tholieke L. Courant. Tot nu tee is ruim 160
gulden ingekomen. Bravo, een mooi begin.
Dank aan de edele gevers. Doch nu doorzet
ten; geen half werk, want ik re-ken dat we
300 gulden noodig hebben cm gedurende G
maanden twee van zulke arme Priesters door
den kwaden tijd heen to helpen. Kom dus,
lezers van de L. Courant die nog acliterble-
yen, helpt een handje. Ieder geve wat-, dan
komen we er ruimschoots. Elke gift ook
de kleinste is welkom.
Wilt ge eens weten hoe uw gift besteed
wordt, leest- dan eens onderstaanden brief
van de-azelfden Pastoor G. in Bronswijk,
m'rin eigen „beschermeling", dien ik voor
mi'U rekening heb.
Til zijn eersten brief .zie L. C., 19 Febv.)
uit hij zijn hart-roerenden dank, dat zijn
1 tlgen lic'hamelijken nood door het weinige
rat, ik voor hem deed gelenigd werd.
■Nu uit hij zijn dankbaarheid, omdat hij
zoo celukkig is. door de hulp en de steun
uit Holland, een missie to kunnen houden
[voor zijn verspreide arme Parochianen.
Ziellier zijn brief:
.Gisteren ontving ilc uw hartelijken
brief vanM'n oprechten en liarte-
liiken dank voor uw geldelijken steun,
die mij zoo gelegen kwam want nu was ik
in staat gesteld om voor mijn Par. een H.
Missie te laten houden. Alhoewel de pator
'Jezuiet, die de Missie hield van gans eb er
harte miin schamele armoede voor lief
nam toch had ik nog allerlei extra uit
vorst-, Hij heeft- veel laat van de koude,
want hij komt uit het zonnige Rijnland,
maar al huivert hij al van de koude en al
bevriezen door den ijzigen Oostenwind
hem de tranen op de wangen, toch blijft
hij opgewekt en vroolijk.
Zijn wij ter plaat-fee aangekomen dan
houdt hij dadelijk een lange preek in een
onverwarmde zaal voor ongeveer 100 Ka
tholieken, die daar geen kerk 'bezitten en
bij de huidige toestanden er ook geen kun
nen bekomen.
Treffend en oniroerend is hunne aan
hankelijkheid aan onzen H. Godsdienst en
trouw zijn zij allen telkenmale bij de gods
diens toefening tegenwoordig:
Do oudere vrouwen hebben warmwater-
kruiken bij zie.li; de mannen komen zoo
van hun werk nog in hun werkpak naar de
preek luisteren.
Ruig §n verweerd is hun gelaat, doch uit
hunne blikken straalt een ijzeren wils
kracht, zooals ik dien zag tijdens
den oorlog wanneer het oogenblik van
den stormaanval was aangebroken. Geen
van lien allen wil wegblijven, want zij we
ten dat de weg van den Pater langer en
zijn taak nog moeilijker is dan de hunno.
Heb zijn arme lieden en ietwat schuw
door de niet-katholieke omgeving, maar
wanneer de Priester door zijn bezielend,
woord hun hart 'heeft verwarmd, dan zijn
zij vol geestdrift en ijver.
Do Pater heeft, te Keulen in den Dcm
Cn in de meeste greote steden van DuiTsch
land missies gegeven maar toch, zoo ver
klaarde hij mij gisteren, hst schoruste
Ma nafeest, dat. hij ooit had meegemaakt,
was dat in een der derpen mijner parochie.
Want nergens als daar had hem zoo ge
troffen de ontroerende geestdrift en iiver
van die goede lieden om alles aan te dra
gen wat zij bii elkander konden scharre
len aan kunstblcemen en kaarsie-s etc. om
daarmede liet kleine Mariabeeldje te ver
sieren. Moge de goede God eenmaal hun
liefste wenscli in ver vulling doen gaan.
nl. een ei zen kêrkje en een eigen Priester
in hun midden.
Nogmaals dan mijn hartelijken dank
voor uwe hulp en steun. Moge de goede
God U en de uwen daarvcor ruimschoots
bcloonen.
Uw dankbare.
Pastoor G."
Ik behoef 'hieraan niets meer toe ie voe
gen. Ook deze brief spreekt- voor zichzelf
en bewijst hoe wij hier door onze gift niet
alleen lichamelijke nood lenigen doch dub
bel doel "treffen.
Yast vertrouwend op de offervaardige
medewerking der lezers van de L. Crt. heb
ilc daarom aan het Priesterecmité gevraagd
de adressen van twee zeer a rme en
hulpbehoevende Priesters in
Duitsebland aan de Redactie der L. Crt. te
willen opzeven. Het camité heeft daaraan
gaarne voldaan en, zooals reeds door de Re
dactie Zaterdag is medegedeeld, zijn aan de
speciale ondersteuning van die lezers der
L. Crt. aanbevolen de Zeer Eerw. Heeven
Pastoor Dcij in Winkels (Nassau! en Pas
toor E nd r i ck in Langhee-ke (Nassau).
Beiden ontvangen reeds dezen week hun
eerste onaandelijksche ondersteuning (ieder
26 gulden) en de vrees dat wij heb gezamen
lijk geen 6 maanden aldus zouden volhou
ders. neen die vrees koesterde ik niet dat zal
straks duidelijk bliiken uit de talrijke pest-
wisscltjes aan de Redactie der L. Crt.
Ik dank de Redactie voor de verleende
plaatsruimte alsmede dat- zij zich welwil
lend beschikbaar blijft stellen voor het in
ontvangst nemen en overmaken der bijdra
gen cn voor de toezegging dat zij straks de
eventueel© antwoorden van de Z. E. H. H.
Deij en Enderiek gaarne zal publiceeren.
QUIS.
UITTIE PEÜS -
VACATURE VAN DIRECTEUR-'
GENERAAL.
Wij lezen in het Tijdschrift voor P. en
T., hot orgaan der Ver. van Directeuren cn
Commiezen:
„Door de ontslagaanvrage van den heer
König staat de regeering eerstdaags we
derom voor de keuze van een nieuwen ti
tularis voor dit zoo gewichtig ambt.
Wij kunnen slechts herhalen, heigeen
wij reeds bij de vorige gelegenheden heb-
vfo;n;,r;™ ditz T
dfc r" mai,,regcJon te ieoorfeelen
die noodig zijn 0m de Innctioaeerin- ran'
w,Tr'T °1' 200 economisch mogelijke
wijze lo bewerkstelligen
«iSt-Cl,'iiniiik zaI de Weering uit de
iihfc!»n0?digB ,ess™ hebbm °P-
geaaan, dat hot niet wensohelijk is aan
theoretici de leiding van groolo bedrijven
de af Ju r1™™' 'T'1 1,el TwI«P van
Oenst It ",8! VM dim warboel bi-i doren
aan L? s S™ocgzaam aantoont, dat, nu
administA°° Tl 'li' r'°
kiiTw aangelegenheden volledig
kan booordeelon door praclisch. ervaring
kunnen ïoo^83811 M 0 i'
In ieder geval is het te hooran, dat er
nu eens ernstig rekening mede zal worden
gehouden, dat deskundigheid een van cl»
belangrijkst!) factoren is, die een directeur-
iïg hoetl om TT" Telegrafie noo-
ben verviiS. SUCCes ,a kun"
Geen postoommies-öbef van den genera-
van TJ hel hr 'T g<"m otficier hootd
d'Sn n, •- TFmaai' °0k: goon °11-
ueakundige dTeclour-geueraal bij P. en T
doeen- 'a!'.®elanSl '"'J dezo benoeming
do eenige drijfveer zal zijn. is onze on?
rechte wensch1
PE STRIJD IN TWENTE.
Hg t Huisgezin schrijft:
,,hr zij li menschen mot vaste stelregels,
deur T0 'celd: ik geef nooit aan do
ze hél ï"'- i m{,n Thfs mag hopen. dat
rfger doen.an Fe de.s te ijve-
Zoo zijn er ook menschen. die elke ata-
afke™ ook voor de
deSTebbem gem
TT? ,waar: cen steker heeft het zelf in
do hand om weer aan het werk te gaan en
weer den kost te verdienen, en ook een
doeTeindigem Ünm™ »™akkab'k
komt' IZ "adslruc,i8" van zijn oordeel
dan met uitspraken als: wie
niet werkt.moet ook niet eten, of andere
*an dezelfde kracht.
H n.e^ bizicht van do overgrooto
meerderheid m onze kringen, ook buiten
don z.g. arbeidersstand, over slakingen en
stakers, over uitsluitingen en uitgeslolenen
niet zoo simplistisch, niet zóo onrocblvaar
tdlik6™8' 6n Wj'fievoIg n!<?t aóó oncbris-
Men behoeft geen bewonderaar van
stakingen on uitsluitingen (9 zijn - en
waar vindt men dio buiten do kringen der
wolutiemakevs-van-profeseïe? - om
Pijnlijk getroffen to worden door liet
inS'- v 'n W[,ken en weken m het
SÏÏ&St ïan ons ïani v;ordt
Dat de textiel-industrieelen iu Twente
door hun industrie schatrijk zijn gewor-
n lS lZn r, en om lien te mfnaohten
Ook behoeft het dit niet te ziiu hun
nws!!,?,°im. 'oonsvoorwaardeu van hun
Personeel te verslechteren, al mochten zij
wel do daalst-geroenenen heelen om de
levenspositie der arbeiders te drukken.
Maar wat hun in de oneen van al wie
prijs stelt op behoud van den bedrijfsvrede
schuldig maakt, is hun afwijzen van elke
Poring tot bemiddeling en overleg
Zij gevoelen zich de machtigen', en dit
vo?, lïan m?cht maakt hen onvatbaar
voor hemid-dehng.
Zij meenen het langer te kunnen uit-
honden dan bun arbeiders, en wachten
«en tiid af dat dezen, door het scherpe
zwaard van den honger gedreven, hun
onderwerping zullen komen betuigen en
..uilen aanvaarden wat hun door hun
meesters wordt opgelegd.
De onaandoenlijkheid der Tweutscbe
werk covers, onvervalschte aanhangers der
oud-liberale leer op sociaal en economisch
terrein, wekt terecht wrevel in heel liet
tand ou brengt menschen van verschillen
den stand, van verschillend inzicht samen
n de overtuiging dat men de duizenden
textielarbeiders, die voor hun levens-
beslaan vechten, niet aan hun lot en niet
aan do nederlaag mag overlaten
praten?Wat wilt gij voor uw ouden
vader doen, als wij vertrokken zijn?
Ik zal aan u denken, antwoordde hij
nauwelijks hoorbaar.
Werkelijk?Zij keek hem aan met
kalmte en waardigheid, met een fijn
vluchtig lachje vol ironie: daarbij klonk
haar stem zoo zacht en vleiend, haar ge
laatskleur was zoo helder en doorzichtig.
Hij bekeek dat alles, alsof hij haar voor
de eerste maal zag. Dan sloeg hij den blik
neer en terwijl zijn gelaat bleek werd,
antwoordde hij: Wat hebt gij eigenlijk bij
ons te maken? Uw broeder was in goede
handen en had uw zorgen niet noodig.
Waarom zijt gij, het licht en de bescha
ving in eigen persoon, in deze eenzaam
heid en duisternis gekomen, waar gij niets
te maken hadt?
Als ik goed begrepen hob, streeft gij
juist naar licht en beschaving.
Dat is voorbij. Gij hebt zelf gehoord,
hoe er met mij gaspot en gelachen wordt.
Ik heb eindelijk de hoopopgegeven. En
nu zijt gij op mijn weg gekomen, gij: het
verwende kind van den rijkdom; als de
menschen blijven stilstaan om u na te kij
ken, dan bewonderen zij niet alleen uw
schoon gelaat, maar vooral de reinheid en
zieleonscliuld, dio over uw schoonheid
verspreid ligt en die ik vroeger bij geen
vrouw of meisje gezien heb.
Wel heb ik gelezen van vrouwen, die er
voor geschapen schijnen om de mannen te
betooveren en in boeien te slaan, maar tot
nu toe meende ik steeds, dat die gestalten
alleen leefden in de romans en verbeelding
Ik weet zoor goed, dat gij lot een rijkere
wereld behoort, dan ik ken. dat onze le
vensweg ver van elkandr verwijderd ligt
En zoo komt hef, dat de steunbeweging,
aanvankelijk -onder do arbeiders alleen op
gezet, zich thans ook tot andere kringen
der bevolking uitbreidt en dat onder alle
standen zich oen solidariteit openbaart ten
gunste van de slachtoffers van liberale
stijfhoofdigheid cn heerschzucht".
BINNENLA9BD
MINISTER COLIJN OVER DEN
EC0N0MISCHEN TOESTAND
IN NEDERLAND.
Op een gisteren te Arnslerdam gehouden
congres, uitgeschreven door de Christe
lijke Patroonsvereeniging „Boaz" ter be
spreking van den ceonomischen toestand,
hoeft Minister Colijn over bovengenoemd
onderwerp een inleiding gehouden.
De heer Colijn gaf eerste een teekening
van het tijdperk van opkomst en bloei voor
den oorlog, toen handel, nijverheid, land
bouw en visscherij zich op bevredigende
wijze ontwikkelden.
Vervolgens werd een overzicht gegeven
van den oorlogstijd en daarna werden
breedvoerige beschouwingen gewijd aan
den toestand na den vrede.
Aan dit gedeelte, uiteraard het meest be
langrijke, is het volgende ontleend:
Zoo bléven handol en industrie
in 1919 in menig opzicht beneden de ver
wachting. Maar de scheepvaart pro
fiteerde wel van het herstel van den vre
destoestand, vooral in 't tweede halfjaar.
Waat den handel betreft, het aanhou
den der prijsstijging hoewel de
schaarschte aan goederen verdwenen was
deed velen voor normaal en blijvend
accepteeren, wat niet kon voortduren. Ook
kwam door de algemeens behoefte aan
noodzakelijke en lang ontbeerde goederen
de kooplust boven de reëelo koopkracht uit.
Aan c r e d i e t ontbrak het niet. De
banken hadden in het verleenen daar
van de grens dor voorzichtigheid uit het
oog verloren. Ook daar was men dikwerf
geheel onder zinsbegoocheling.
In de laatste helft van 1920 begon de
prijsdaling. Do industrie had haar
middelen in voorraden vastgelegd, want de
afzet naar het buitenland vlotte niet, ter
wijl het binnenland de voorraden niet ver
zwelgen kon. Ook de groote bankkredieten
zaten in die voorraden vast.
Zoo ontstond een crisis. Maar de
zeer goede bedrijfsresultaten der voor-
gaando jaren, hadden in ons land het vor
men van groote reserves mogelijk gemaakt,
die nu gelegenheid gaven om een over
haaste liquidatie der voorraden tc vermij
den.
"VVel ontstond er eenige prijsdaling, maar
zonder den afzet evenwel belangrijk te
doen toenemen, aangezien inmiddels de
bekende „koopersslaking" had ingezet.
Men onthield zich van koopen in de ver
wachting van nog verdere prijsdaling. En
deze schreed voort, waardoor handel on
industrie geweldige verliezen kregen te lij
den. Doch toen steunden toch weer de ban
ken, die in goede jaren een proces van
aanmerkelijke concentratie hadden onder
gaan, door handhaving, of, zoo noodig,
door uitbreiding van credieten. De „bevro
ren credieten" namen echter grooten om
vang aan.
Trots dezen steun was het toch onver
mijdelijk, dat een aantal ondernemingen
failleerden. Enkele banken gingen in de
steunverleening te ver. Doch over 't alge
meen liield hot bankbedrijf zich ferm.
De landbouw, voor den oorlog op
export aangewezen, moest tijdens den
krijg het eigen volk voeden. Ook na het
sluiten van "den vrede, toeu de landen,
waarheen vroeger geëxporteerd werd, ver
armd bleken, bleef do landbouw op de bin-
neulandsche markt aangewezen.
Toch ontbreken hoopvolle verschijnselen
niet. En onder deze is misschien wel de
voornaamste: de reputatie der Ned. land
bouwproducten.
De tiunbo uw voortbrengsel di»
werden tijdens den oorlog vaak gevraagd.
Do bedrijven breidden zich uit. Doch een
groot deel v.n Europa, dat vroeger onze
tuinbouwproducten kocht, kan dit nu niet
meer. zoodat het jaarverbruik thans klei
ner dan voor der oorlog is geworden.
Na den ommekeer in 1920 heeft zich
vrijwel overal we r k 1 o o s h e i d voorge
daan. Ook in ons land. Ongetwijfeld wordt
liet werkloosheidsprobleem hemvlojed dooi
den kostprijs der geproduceerde goederen,
i in verband mot de koopkracht der wereld.
en dat mijn hulde slechts gering is in ver
gelijking met die, waaraan gij gewoon
zijt. Ik weet ook, dat een man als ik, zon
der naam, zonder stand of vermogen nooit
er aan kan denken, om zich te vereenigen
met een wezen, zooals gij zijt, wier be
staan slechts scherts en spel is, die de be- i
hoefto naar afwisseling in zich draagt en
die in het leven, waaraan zij gewoon is,
slechts een enkel sterk, voortdurend ge-
voel bewaard heeftde liefde tot haar
eigen hetooverend ik.
Gij gebruikt wel vreemde woorden.
Gij zegt mij niets dan grofheden.
Neen, dat is maar een schild waar
mede ik mijzelf wil beschermen.
Maar zeg mij dan toch, kan hier op
aarde iets schoon zijn, zonder tegelijk goed
te zijn en wat heeft de vorm te beteekenen
als zij slechts gebreken bedekt? Arme
mijnheer Zcvaco. Gij meent in de harten
van anderen te kunnen lezen en gij kent
nog geen jota van hetgeen daar geschreven
staat.
Zevaco zat op de bank voor zich uit te-
staren, hij steunde de ellebogen op zijn
knieën en het hoofd op do hand. Een
oogenblik bleef Paula rustig liggen en be
schouwde hem met allo aandacht; dan liet
zij zich uit de hangmat glijden.
Kijk toch niet zoo verdrietig, zei zij
en legde do hand op zijn schouder.
Ik wilde dat ik u nooit gezien had,
mompelde hij en keek haar met weemoed
j aan.
Dat meent gij heelemaal niet; gij
spreekt u zelf tegen. Onlangs hebt gij be-
I weerd, dat ik het doode lovend en het ver-
I flenste weer groen maakte. Tenslotte wil
ik u nog gelijk geven wat betreft datgene.
dio in nntl.ro lauden,£n17dTT
daardoor de producfii on dl l en
de werkgelegenheid er sa«pbangen-
drïTi?ndZ TS"makT ran "ei b«-
door xorlaginz van hit WOrdea
tot het go produceerde- i m» T0rll0itding
ssSSss
SIS#*»»
Sails
■iSs i£SF=s,:.
uos nioM0nf8Ji«T?r, 'S ?u' dat dit
1. de opleving, men is n*•>->-> -
zich rijk- a-"'' doch traant
^Si£f{l£daa™ad-
im li-ï!'/1!"1"' dal sl9cds meerde-
Word'dü 1 S'adiT 2iia aa»g8tend
Yorat dit door de meerderheid aanvaard
dan is psychologisch het gevaar voorbij
EreS T„ Le' i6ren d^rinriS:
™rzhz,zr-dau wertt bi»da
,Jiaar JU1®1 daarom moeten zij, die da
gaan C T T mfit 'act'te werk
S hrlZn traagheid moeten zij be-
nor fenf'T «eroel hebben
zich in 1 j I lan be' Proees, dat
afsDeïen "T k,inecn des volks moe
,w V(Jur b8t tel hen werkelijk ia
iijfaTrT ren daaruU de noodzake-
St,~s S.5.-
waarde van slagen is, naar den mensch
gespreken, om do waarheid te zien en te
zoggen. De plicht om zóó Ie handefen rust
van Ï2 v t,i0 bebjdenis d?mn
ook |,M }0,012"'"ig bestel van Hem, Die
bepaald Deo n?en m volkm heeft
zooal? iiteestand niet te willen zien
tegen wn rT T mind® dan verzet
beschikt °Tar ™s iand beef'
l.andneh„Têt%jimiS'm inz!cLl
Een dreigbrief.
De Paters Dominicanen lo Zwolle oni
vingen den volgenden dreigbrief-
bng«hih"T EnscItedé in de „Ontvvikke-
i, n 7 spreken over „Luther en
het Protestantisme!" Wacht u er voor hrt
vieik Gods aan te randen en Uw gif over
Bnoohede mt te storten! Leest vóór gij?be?
Sint Ezechtei 33 en 31 en gij z„lt weten
wat u te doen staat! Weet gij wat het zeg-
gen wil eeuwig verloren"? Daarmede ver
bleken 1S het verzinsel van het .[vage-
1" Pt>s maai' kinderspel! God leeft 'en
stilstaan^Of TT Cn l,ari™ doen
tinn-hh -1 V nu ban« en maken? Xa-
tuurlijk. ga ik dat. O, hef moet vreeselljk
denVTx n '-a i0- h™d™ van den leven-
den God. J,og is zijn hand in langmoediga
ontferming naar do P..-K. Priesterschan in
Nederlimd uitgestrekt. Nog. nog, hoe lan-.?
Aan u net antwoord! Terg Hem niet! Gij
zijt gewaarschuwd!"
„De Rozenkrans", zegt hiervan:
Up dit goedbedoeld schrijven past slechts
cut eene antwoord:
„Zoet Hart van Jezus, ontferm 17 over
ons cn ouze broeders".
wat gij zooeven zei: Het kleine egoïstische
wezen, dat gij beschreven hebt, heeft een
heel ander' toon eel noodig dan uw eiland
om tot haar recht te komenZij zal
zich nooit met een Gorsikaan kunnen ver-,
eenigen.
I3ij deze woorden maakte zij een hui-
ging en verwijderde zich.
Teen Zevaco de plek verliet, wierp hij
zijn geweer over den schouder en wan
delde met lange, haastige schreden naar
heneden in liet dal, dat. het erf van San-
tandra scheidde van Gasamieciola. - Hij
was zeer ontevreden over datgene, wat tus
sclien hem en Paula was voorgevallen.
Het ergste nog met zichzelf. Hij had haar
zooveel te zeggen gehad, hacl zoo lang op
een gelegenheid gewacht en toen eindelijk
het oogenblik gekomen was, zat hij onbe
holpen en besluiteloos erbij, hij voelde'de
grond onder hem wegzinken, voelde dat
zijn wil hem niet meer toebehoorde, dat
alles.wat hij uitte, onbelangrijk en onbe
duidend was, terwijl zijn schoone toehoor
ster rustig en lachend in haar hangmat
leunde, zonder cok een oogenblik haar
meerderheid, haar voorname onverschil
ligheid te verliezen.
Langzamerhand, terwijl Zevaco verder
ging, verhelderden zich zijn gedachten, hij
dacht na over de verwachtingen, die door
do laatste dagen schenen gerechtvaardigd
Paler Joseph was op een zijner wandelin
gen, die hij a's vredestichter huis aan huis
ondernam, bij Tartorali geweest en had
hem Niolino's woorden, dat hij gaarne op
dc knieën tot aan het doode dorp zou krui»
pen, als hij daardoor den vrede kon hy>
werken, in vertrouwen meegedeeld.
("Wordt vervolgd).
«awn. ..is
Ia de eerste week van Januari had de
Missie plaats in mijn standplaats cn meer
malen hadden wij meer Protestanten dan
Katholieken in de preeken. De deelname
der Katholieken was treffend. Verschil
lende fa milies kwamen d a g e 1 ij k a a c h t
uren ver te voet! Niettegenstaande de
felle kou en de verre afstanden was de
cpkomst zeer groot.
In de volgende weken was het Missie
in de 40 omliggende dorpen tot mijn Pa
rochie helioor end e, iederen dag 6leelits
één preek.
Avond aan avond gaat de Pater met
mij in een lic-hte slede 16 k 20 kilometer
ver hij oen temoeratuur van 15 graden
FëUSIXETQM
Tm VENDETTA.
si)
(Naar het ïtaliaansch).
Tegelijkertijd deed Zevaco de
ontdekking, dat het kind uit adellijke hui
zo een rijkdom aan gevoelens en gedachten
hezat, die het verborg, zooals liet parel
snoer aan haar hals met fijne kanten.
het wilde met zijn rijkdom niet te koop
•oopen. Waarom dan zooht hij haar met
zooveel volharding op? Het scheen dat
hij een zeker welbehagen erin vond om
door haar getiranniseerd te worden en in
boeien gelegd.
Na een lang stilzwijgen riep Paula op
eens uit: Ja.
Het evenveel geestigheid antwoordde
Zevaco, die uit zijn mijmeringen ontwa
kend, het koord weer in beweging bracht:
Zeg toch eens wat. Meent gij het, dat
8'j van uw vader wilt weggaan?
V Het liefst zou ik het niet doen. Maar
8'i gaat tooh ook vertrekken?
Ja, wat zou mij hier kunnen weer
houden, nu mijn broeder weldra zoo her
teld is, dat hij mij zal kunnen vergezel-
en' It gevoel niet genoeg sympathie voor
«e Corsikanen. Ik meende, dat hier alles
Poëtisch en romantisch was, daar zoek ik
o»eral naar en vind niets dan koud,
Msch heroïsme. Zeker, bergt uw eiland
f d v.n' raaar ze lissen diep verscholen
de bergen. Ik scheur mij de kleeren aan
SCfhèrpe kanten.
En daarom verlangt gij om van hier
to vertrekken, en dan is alles uit.
Ik behoud toch de herinnering.
Ja, do herinnering. Als gij den vol
genden winter naar Milaan of Parijs gaat,
haalt gij die herinneringen voor den dag
om daarmede uw vrienden en bloedverwan
ten bezig te houden. Dan beschrijft gij het
barsclie, ongastvrije land en de half milde
barbaren, die gij hier ontmoet hebt.
—•Ja, natuurlijk. Mijn verhalen zullen
zeker heel interessant zijn. Ik heb toch
bijna 'dagelijks in levensgevaar verkeerd.
1Daar kom ik tegen op.
Ik heb gezien hoe oen arme man voor
mijn oogen doodgeschoten werd.
Dat was toch geen levensgevaar voor
u, Paula?
Ik Jieh op een afschuwelijken muil
ezel over hergen en door dalen gereden en
dos nachts hen ik van mijn legerstede moe
ten wgvluchten, omdat er een neger of geit
voor mij stond.
Daarvoor hebt gij ook iets gezien,
waarvan gij vroeger geen vermoeden had.
Uw ziel heeft nieuwe frisscho indrukken
opgedaan.
Ja, daarin hebt gij gelijk, zei zij en
met ontroerende stem voegde zij er aan
toe: Ik zal lang nog denken aan uw bron
in Socciamaar dan dat verschrikke-
lijko weer, dat daarop volgde, ik viel in
onmacht en ontwaakte in do armen van
een smerigen heidernatuurlijk als ik
daarover spreek, maak ik van hem een
bandiet.
Zeg toch ook eens wat, bJgon
weer, toen -het gesprek alweer was blijven
steken, gij zit maar te prakkizeeren, is dat
misschien een toeken, dat het u verveelt te