Tweede BSad „1 Leitt Cnnt" Woensdag 5 Maart 1924 Zalig de Barmhartiger!. Mijn pcging om bij de lezers van de L. Courant deelneming en belangstelling op tc .•vrekken voor bet karde lot en bitteren nood voor een groot getal arme Duitsche Pries ters is goddank niet vruchteloos geweest. Zooals ik in het nummer van 19 Februari uiteenzette geldt het hier om gedurende «enige maanden een geregelde blijvende steun te verleenen aan eenige zeer arme [Priesters verspreid inde z.g. diaspora d. v. z. aan hen, die leven en werken in een bijkans geheel Protestantsche omgeving. Hunne parochianen, meestal zeer arme lieden, wonen verspreid, hier en daar in ver schillende dorpen. Uit do brief van Pastoor .(1. bleek, dat deze voor ruim 40 dorpen de geestelijke bediening 'heeft te verzorgen. Het loven van deze Priesteis is hard en zwaar cn in dezen tijd lijden zij bovendien letter- lijk gebrek. Op hulp van eigen Parochianen en land- 1 genooten kunnen zij thans niet rekenen. De Duitsche Bisschoppen hebben een lijst op- gemaakt van de arms ten onder deze •Priesters en verschillende HollancLsohe fa milies hebben, door bemiddeling van liet Hollandsch Priestercomité, de speciale zorg I voor zulk een hulpbehoevenden priester op rich genomen door een maandelijksche on dersteuning. Mijn voorstel nu was, dat ook de le zers v.an de L. Courant geza- m c n 11 ij k gedurende eenige maanden een paar van deze arone Priesters voor liun I jekening zouden nemen. Mijn oproep is gelukkig niet onbeant woord gebleven en miin verwachting is niet beschaamd. Dat wist ik wel, want ik ken de gezindheid wel van de lezers van onze Ka tholieke L. Courant. Tot nu tee is ruim 160 gulden ingekomen. Bravo, een mooi begin. Dank aan de edele gevers. Doch nu doorzet ten; geen half werk, want ik re-ken dat we 300 gulden noodig hebben cm gedurende G maanden twee van zulke arme Priesters door den kwaden tijd heen to helpen. Kom dus, lezers van de L. Courant die nog acliterble- yen, helpt een handje. Ieder geve wat-, dan komen we er ruimschoots. Elke gift ook de kleinste is welkom. Wilt ge eens weten hoe uw gift besteed wordt, leest- dan eens onderstaanden brief van de-azelfden Pastoor G. in Bronswijk, m'rin eigen „beschermeling", dien ik voor mi'U rekening heb. Til zijn eersten brief .zie L. C., 19 Febv.) uit hij zijn hart-roerenden dank, dat zijn 1 tlgen lic'hamelijken nood door het weinige rat, ik voor hem deed gelenigd werd. ■Nu uit hij zijn dankbaarheid, omdat hij zoo celukkig is. door de hulp en de steun uit Holland, een missie to kunnen houden [voor zijn verspreide arme Parochianen. Ziellier zijn brief: .Gisteren ontving ilc uw hartelijken brief vanM'n oprechten en liarte- liiken dank voor uw geldelijken steun, die mij zoo gelegen kwam want nu was ik in staat gesteld om voor mijn Par. een H. Missie te laten houden. Alhoewel de pator 'Jezuiet, die de Missie hield van gans eb er harte miin schamele armoede voor lief nam toch had ik nog allerlei extra uit vorst-, Hij heeft- veel laat van de koude, want hij komt uit het zonnige Rijnland, maar al huivert hij al van de koude en al bevriezen door den ijzigen Oostenwind hem de tranen op de wangen, toch blijft hij opgewekt en vroolijk. Zijn wij ter plaat-fee aangekomen dan houdt hij dadelijk een lange preek in een onverwarmde zaal voor ongeveer 100 Ka tholieken, die daar geen kerk 'bezitten en bij de huidige toestanden er ook geen kun nen bekomen. Treffend en oniroerend is hunne aan hankelijkheid aan onzen H. Godsdienst en trouw zijn zij allen telkenmale bij de gods diens toefening tegenwoordig: Do oudere vrouwen hebben warmwater- kruiken bij zie.li; de mannen komen zoo van hun werk nog in hun werkpak naar de preek luisteren. Ruig §n verweerd is hun gelaat, doch uit hunne blikken straalt een ijzeren wils kracht, zooals ik dien zag tijdens den oorlog wanneer het oogenblik van den stormaanval was aangebroken. Geen van lien allen wil wegblijven, want zij we ten dat de weg van den Pater langer en zijn taak nog moeilijker is dan de hunno. Heb zijn arme lieden en ietwat schuw door de niet-katholieke omgeving, maar wanneer de Priester door zijn bezielend, woord hun hart 'heeft verwarmd, dan zijn zij vol geestdrift en ijver. Do Pater heeft, te Keulen in den Dcm Cn in de meeste greote steden van DuiTsch land missies gegeven maar toch, zoo ver klaarde hij mij gisteren, hst schoruste Ma nafeest, dat. hij ooit had meegemaakt, was dat in een der derpen mijner parochie. Want nergens als daar had hem zoo ge troffen de ontroerende geestdrift en iiver van die goede lieden om alles aan te dra gen wat zij bii elkander konden scharre len aan kunstblcemen en kaarsie-s etc. om daarmede liet kleine Mariabeeldje te ver sieren. Moge de goede God eenmaal hun liefste wenscli in ver vulling doen gaan. nl. een ei zen kêrkje en een eigen Priester in hun midden. Nogmaals dan mijn hartelijken dank voor uwe hulp en steun. Moge de goede God U en de uwen daarvcor ruimschoots bcloonen. Uw dankbare. Pastoor G." Ik behoef 'hieraan niets meer toe ie voe gen. Ook deze brief spreekt- voor zichzelf en bewijst hoe wij hier door onze gift niet alleen lichamelijke nood lenigen doch dub bel doel "treffen. Yast vertrouwend op de offervaardige medewerking der lezers van de L. Crt. heb ilc daarom aan het Priesterecmité gevraagd de adressen van twee zeer a rme en hulpbehoevende Priesters in Duitsebland aan de Redactie der L. Crt. te willen opzeven. Het camité heeft daaraan gaarne voldaan en, zooals reeds door de Re dactie Zaterdag is medegedeeld, zijn aan de speciale ondersteuning van die lezers der L. Crt. aanbevolen de Zeer Eerw. Heeven Pastoor Dcij in Winkels (Nassau! en Pas toor E nd r i ck in Langhee-ke (Nassau). Beiden ontvangen reeds dezen week hun eerste onaandelijksche ondersteuning (ieder 26 gulden) en de vrees dat wij heb gezamen lijk geen 6 maanden aldus zouden volhou ders. neen die vrees koesterde ik niet dat zal straks duidelijk bliiken uit de talrijke pest- wisscltjes aan de Redactie der L. Crt. Ik dank de Redactie voor de verleende plaatsruimte alsmede dat- zij zich welwil lend beschikbaar blijft stellen voor het in ontvangst nemen en overmaken der bijdra gen cn voor de toezegging dat zij straks de eventueel© antwoorden van de Z. E. H. H. Deij en Enderiek gaarne zal publiceeren. QUIS. UITTIE PEÜS - VACATURE VAN DIRECTEUR-' GENERAAL. Wij lezen in het Tijdschrift voor P. en T., hot orgaan der Ver. van Directeuren cn Commiezen: „Door de ontslagaanvrage van den heer König staat de regeering eerstdaags we derom voor de keuze van een nieuwen ti tularis voor dit zoo gewichtig ambt. Wij kunnen slechts herhalen, heigeen wij reeds bij de vorige gelegenheden heb- vfo;n;,r;™ ditz T dfc r" mai,,regcJon te ieoorfeelen die noodig zijn 0m de Innctioaeerin- ran' w,Tr'T °1' 200 economisch mogelijke wijze lo bewerkstelligen «iSt-Cl,'iiniiik zaI de Weering uit de iihfc!»n0?digB ,ess™ hebbm °P- geaaan, dat hot niet wensohelijk is aan theoretici de leiding van groolo bedrijven de af Ju r1™™' 'T'1 1,el TwI«P van Oenst It ",8! VM dim warboel bi-i doren aan L? s S™ocgzaam aantoont, dat, nu administA°° Tl 'li' r'° kiiTw aangelegenheden volledig kan booordeelon door praclisch. ervaring kunnen ïoo^83811 M 0 i' In ieder geval is het te hooran, dat er nu eens ernstig rekening mede zal worden gehouden, dat deskundigheid een van cl» belangrijkst!) factoren is, die een directeur- iïg hoetl om TT" Telegrafie noo- ben verviiS. SUCCes ,a kun" Geen postoommies-öbef van den genera- van TJ hel hr 'T g<"m otficier hootd d'Sn n, •- TFmaai' °0k: goon °11- ueakundige dTeclour-geueraal bij P. en T doeen- 'a!'.®elanSl '"'J dezo benoeming do eenige drijfveer zal zijn. is onze on? rechte wensch1 PE STRIJD IN TWENTE. Hg t Huisgezin schrijft: ,,hr zij li menschen mot vaste stelregels, deur T0 'celd: ik geef nooit aan do ze hél ï"'- i m{,n Thfs mag hopen. dat rfger doen.an Fe de.s te ijve- Zoo zijn er ook menschen. die elke ata- afke™ ook voor de deSTebbem gem TT? ,waar: cen steker heeft het zelf in do hand om weer aan het werk te gaan en weer den kost te verdienen, en ook een doeTeindigem Ünm™ »™akkab'k komt' IZ "adslruc,i8" van zijn oordeel dan met uitspraken als: wie niet werkt.moet ook niet eten, of andere *an dezelfde kracht. H n.e^ bizicht van do overgrooto meerderheid m onze kringen, ook buiten don z.g. arbeidersstand, over slakingen en stakers, over uitsluitingen en uitgeslolenen niet zoo simplistisch, niet zóo onrocblvaar tdlik6™8' 6n Wj'fievoIg n!<?t aóó oncbris- Men behoeft geen bewonderaar van stakingen on uitsluitingen (9 zijn - en waar vindt men dio buiten do kringen der wolutiemakevs-van-profeseïe? - om Pijnlijk getroffen to worden door liet inS'- v 'n W[,ken en weken m het SÏÏ&St ïan ons ïani v;ordt Dat de textiel-industrieelen iu Twente door hun industrie schatrijk zijn gewor- n lS lZn r, en om lien te mfnaohten Ook behoeft het dit niet te ziiu hun nws!!,?,°im. 'oonsvoorwaardeu van hun Personeel te verslechteren, al mochten zij wel do daalst-geroenenen heelen om de levenspositie der arbeiders te drukken. Maar wat hun in de oneen van al wie prijs stelt op behoud van den bedrijfsvrede schuldig maakt, is hun afwijzen van elke Poring tot bemiddeling en overleg Zij gevoelen zich de machtigen', en dit vo?, lïan m?cht maakt hen onvatbaar voor hemid-dehng. Zij meenen het langer te kunnen uit- honden dan bun arbeiders, en wachten «en tiid af dat dezen, door het scherpe zwaard van den honger gedreven, hun onderwerping zullen komen betuigen en ..uilen aanvaarden wat hun door hun meesters wordt opgelegd. De onaandoenlijkheid der Tweutscbe werk covers, onvervalschte aanhangers der oud-liberale leer op sociaal en economisch terrein, wekt terecht wrevel in heel liet tand ou brengt menschen van verschillen den stand, van verschillend inzicht samen n de overtuiging dat men de duizenden textielarbeiders, die voor hun levens- beslaan vechten, niet aan hun lot en niet aan do nederlaag mag overlaten praten?Wat wilt gij voor uw ouden vader doen, als wij vertrokken zijn? Ik zal aan u denken, antwoordde hij nauwelijks hoorbaar. Werkelijk?Zij keek hem aan met kalmte en waardigheid, met een fijn vluchtig lachje vol ironie: daarbij klonk haar stem zoo zacht en vleiend, haar ge laatskleur was zoo helder en doorzichtig. Hij bekeek dat alles, alsof hij haar voor de eerste maal zag. Dan sloeg hij den blik neer en terwijl zijn gelaat bleek werd, antwoordde hij: Wat hebt gij eigenlijk bij ons te maken? Uw broeder was in goede handen en had uw zorgen niet noodig. Waarom zijt gij, het licht en de bescha ving in eigen persoon, in deze eenzaam heid en duisternis gekomen, waar gij niets te maken hadt? Als ik goed begrepen hob, streeft gij juist naar licht en beschaving. Dat is voorbij. Gij hebt zelf gehoord, hoe er met mij gaspot en gelachen wordt. Ik heb eindelijk de hoopopgegeven. En nu zijt gij op mijn weg gekomen, gij: het verwende kind van den rijkdom; als de menschen blijven stilstaan om u na te kij ken, dan bewonderen zij niet alleen uw schoon gelaat, maar vooral de reinheid en zieleonscliuld, dio over uw schoonheid verspreid ligt en die ik vroeger bij geen vrouw of meisje gezien heb. Wel heb ik gelezen van vrouwen, die er voor geschapen schijnen om de mannen te betooveren en in boeien te slaan, maar tot nu toe meende ik steeds, dat die gestalten alleen leefden in de romans en verbeelding Ik weet zoor goed, dat gij lot een rijkere wereld behoort, dan ik ken. dat onze le vensweg ver van elkandr verwijderd ligt En zoo komt hef, dat de steunbeweging, aanvankelijk -onder do arbeiders alleen op gezet, zich thans ook tot andere kringen der bevolking uitbreidt en dat onder alle standen zich oen solidariteit openbaart ten gunste van de slachtoffers van liberale stijfhoofdigheid cn heerschzucht". BINNENLA9BD MINISTER COLIJN OVER DEN EC0N0MISCHEN TOESTAND IN NEDERLAND. Op een gisteren te Arnslerdam gehouden congres, uitgeschreven door de Christe lijke Patroonsvereeniging „Boaz" ter be spreking van den ceonomischen toestand, hoeft Minister Colijn over bovengenoemd onderwerp een inleiding gehouden. De heer Colijn gaf eerste een teekening van het tijdperk van opkomst en bloei voor den oorlog, toen handel, nijverheid, land bouw en visscherij zich op bevredigende wijze ontwikkelden. Vervolgens werd een overzicht gegeven van den oorlogstijd en daarna werden breedvoerige beschouwingen gewijd aan den toestand na den vrede. Aan dit gedeelte, uiteraard het meest be langrijke, is het volgende ontleend: Zoo bléven handol en industrie in 1919 in menig opzicht beneden de ver wachting. Maar de scheepvaart pro fiteerde wel van het herstel van den vre destoestand, vooral in 't tweede halfjaar. Waat den handel betreft, het aanhou den der prijsstijging hoewel de schaarschte aan goederen verdwenen was deed velen voor normaal en blijvend accepteeren, wat niet kon voortduren. Ook kwam door de algemeens behoefte aan noodzakelijke en lang ontbeerde goederen de kooplust boven de reëelo koopkracht uit. Aan c r e d i e t ontbrak het niet. De banken hadden in het verleenen daar van de grens dor voorzichtigheid uit het oog verloren. Ook daar was men dikwerf geheel onder zinsbegoocheling. In de laatste helft van 1920 begon de prijsdaling. Do industrie had haar middelen in voorraden vastgelegd, want de afzet naar het buitenland vlotte niet, ter wijl het binnenland de voorraden niet ver zwelgen kon. Ook de groote bankkredieten zaten in die voorraden vast. Zoo ontstond een crisis. Maar de zeer goede bedrijfsresultaten der voor- gaando jaren, hadden in ons land het vor men van groote reserves mogelijk gemaakt, die nu gelegenheid gaven om een over haaste liquidatie der voorraden tc vermij den. "VVel ontstond er eenige prijsdaling, maar zonder den afzet evenwel belangrijk te doen toenemen, aangezien inmiddels de bekende „koopersslaking" had ingezet. Men onthield zich van koopen in de ver wachting van nog verdere prijsdaling. En deze schreed voort, waardoor handel on industrie geweldige verliezen kregen te lij den. Doch toen steunden toch weer de ban ken, die in goede jaren een proces van aanmerkelijke concentratie hadden onder gaan, door handhaving, of, zoo noodig, door uitbreiding van credieten. De „bevro ren credieten" namen echter grooten om vang aan. Trots dezen steun was het toch onver mijdelijk, dat een aantal ondernemingen failleerden. Enkele banken gingen in de steunverleening te ver. Doch over 't alge meen liield hot bankbedrijf zich ferm. De landbouw, voor den oorlog op export aangewezen, moest tijdens den krijg het eigen volk voeden. Ook na het sluiten van "den vrede, toeu de landen, waarheen vroeger geëxporteerd werd, ver armd bleken, bleef do landbouw op de bin- neulandsche markt aangewezen. Toch ontbreken hoopvolle verschijnselen niet. En onder deze is misschien wel de voornaamste: de reputatie der Ned. land bouwproducten. De tiunbo uw voortbrengsel di» werden tijdens den oorlog vaak gevraagd. Do bedrijven breidden zich uit. Doch een groot deel v.n Europa, dat vroeger onze tuinbouwproducten kocht, kan dit nu niet meer. zoodat het jaarverbruik thans klei ner dan voor der oorlog is geworden. Na den ommekeer in 1920 heeft zich vrijwel overal we r k 1 o o s h e i d voorge daan. Ook in ons land. Ongetwijfeld wordt liet werkloosheidsprobleem hemvlojed dooi den kostprijs der geproduceerde goederen, i in verband mot de koopkracht der wereld. en dat mijn hulde slechts gering is in ver gelijking met die, waaraan gij gewoon zijt. Ik weet ook, dat een man als ik, zon der naam, zonder stand of vermogen nooit er aan kan denken, om zich te vereenigen met een wezen, zooals gij zijt, wier be staan slechts scherts en spel is, die de be- i hoefto naar afwisseling in zich draagt en die in het leven, waaraan zij gewoon is, slechts een enkel sterk, voortdurend ge- voel bewaard heeftde liefde tot haar eigen hetooverend ik. Gij gebruikt wel vreemde woorden. Gij zegt mij niets dan grofheden. Neen, dat is maar een schild waar mede ik mijzelf wil beschermen. Maar zeg mij dan toch, kan hier op aarde iets schoon zijn, zonder tegelijk goed te zijn en wat heeft de vorm te beteekenen als zij slechts gebreken bedekt? Arme mijnheer Zcvaco. Gij meent in de harten van anderen te kunnen lezen en gij kent nog geen jota van hetgeen daar geschreven staat. Zevaco zat op de bank voor zich uit te- staren, hij steunde de ellebogen op zijn knieën en het hoofd op do hand. Een oogenblik bleef Paula rustig liggen en be schouwde hem met allo aandacht; dan liet zij zich uit de hangmat glijden. Kijk toch niet zoo verdrietig, zei zij en legde do hand op zijn schouder. Ik wilde dat ik u nooit gezien had, mompelde hij en keek haar met weemoed j aan. Dat meent gij heelemaal niet; gij spreekt u zelf tegen. Onlangs hebt gij be- I weerd, dat ik het doode lovend en het ver- I flenste weer groen maakte. Tenslotte wil ik u nog gelijk geven wat betreft datgene. dio in nntl.ro lauden,£n17dTT daardoor de producfii on dl l en de werkgelegenheid er sa«pbangen- drïTi?ndZ TS"makT ran "ei b«- door xorlaginz van hit WOrdea tot het go produceerde- i m» T0rll0itding ssSSss SIS#*»» Sails ■iSs i£SF=s,:. uos nioM0nf8Ji«T?r, 'S ?u' dat dit 1. de opleving, men is n*•>->-> - zich rijk- a-"'' doch traant ^Si£f{l£daa™ad- im li-ï!'/1!"1"' dal sl9cds meerde- Word'dü 1 S'adiT 2iia aa»g8tend Yorat dit door de meerderheid aanvaard dan is psychologisch het gevaar voorbij EreS T„ Le' i6ren d^rinriS: ™rzhz,zr-dau wertt bi»da ,Jiaar JU1®1 daarom moeten zij, die da gaan C T T mfit 'act'te werk S hrlZn traagheid moeten zij be- nor fenf'T «eroel hebben zich in 1 j I lan be' Proees, dat afsDeïen "T k,inecn des volks moe ,w V(Jur b8t tel hen werkelijk ia iijfaTrT ren daaruU de noodzake- St,~s S.5.- waarde van slagen is, naar den mensch gespreken, om do waarheid te zien en te zoggen. De plicht om zóó Ie handefen rust van Ï2 v t,i0 bebjdenis d?mn ook |,M }0,012"'"ig bestel van Hem, Die bepaald Deo n?en m volkm heeft zooal? iiteestand niet te willen zien tegen wn rT T mind® dan verzet beschikt °Tar ™s iand beef' l.andneh„Têt%jimiS'm inz!cLl Een dreigbrief. De Paters Dominicanen lo Zwolle oni vingen den volgenden dreigbrief- bng«hih"T EnscItedé in de „Ontvvikke- i, n 7 spreken over „Luther en het Protestantisme!" Wacht u er voor hrt vieik Gods aan te randen en Uw gif over Bnoohede mt te storten! Leest vóór gij?be? Sint Ezechtei 33 en 31 en gij z„lt weten wat u te doen staat! Weet gij wat het zeg- gen wil eeuwig verloren"? Daarmede ver bleken 1S het verzinsel van het .[vage- 1" Pt>s maai' kinderspel! God leeft 'en stilstaan^Of TT Cn l,ari™ doen tinn-hh -1 V nu ban« en maken? Xa- tuurlijk. ga ik dat. O, hef moet vreeselljk denVTx n '-a i0- h™d™ van den leven- den God. J,og is zijn hand in langmoediga ontferming naar do P..-K. Priesterschan in Nederlimd uitgestrekt. Nog. nog, hoe lan-.? Aan u net antwoord! Terg Hem niet! Gij zijt gewaarschuwd!" „De Rozenkrans", zegt hiervan: Up dit goedbedoeld schrijven past slechts cut eene antwoord: „Zoet Hart van Jezus, ontferm 17 over ons cn ouze broeders". wat gij zooeven zei: Het kleine egoïstische wezen, dat gij beschreven hebt, heeft een heel ander' toon eel noodig dan uw eiland om tot haar recht te komenZij zal zich nooit met een Gorsikaan kunnen ver-, eenigen. I3ij deze woorden maakte zij een hui- ging en verwijderde zich. Teen Zevaco de plek verliet, wierp hij zijn geweer over den schouder en wan delde met lange, haastige schreden naar heneden in liet dal, dat. het erf van San- tandra scheidde van Gasamieciola. - Hij was zeer ontevreden over datgene, wat tus sclien hem en Paula was voorgevallen. Het ergste nog met zichzelf. Hij had haar zooveel te zeggen gehad, hacl zoo lang op een gelegenheid gewacht en toen eindelijk het oogenblik gekomen was, zat hij onbe holpen en besluiteloos erbij, hij voelde'de grond onder hem wegzinken, voelde dat zijn wil hem niet meer toebehoorde, dat alles.wat hij uitte, onbelangrijk en onbe duidend was, terwijl zijn schoone toehoor ster rustig en lachend in haar hangmat leunde, zonder cok een oogenblik haar meerderheid, haar voorname onverschil ligheid te verliezen. Langzamerhand, terwijl Zevaco verder ging, verhelderden zich zijn gedachten, hij dacht na over de verwachtingen, die door do laatste dagen schenen gerechtvaardigd Paler Joseph was op een zijner wandelin gen, die hij a's vredestichter huis aan huis ondernam, bij Tartorali geweest en had hem Niolino's woorden, dat hij gaarne op dc knieën tot aan het doode dorp zou krui» pen, als hij daardoor den vrede kon hy> werken, in vertrouwen meegedeeld. ("Wordt vervolgd). «awn. ..is Ia de eerste week van Januari had de Missie plaats in mijn standplaats cn meer malen hadden wij meer Protestanten dan Katholieken in de preeken. De deelname der Katholieken was treffend. Verschil lende fa milies kwamen d a g e 1 ij k a a c h t uren ver te voet! Niettegenstaande de felle kou en de verre afstanden was de cpkomst zeer groot. In de volgende weken was het Missie in de 40 omliggende dorpen tot mijn Pa rochie helioor end e, iederen dag 6leelits één preek. Avond aan avond gaat de Pater met mij in een lic-hte slede 16 k 20 kilometer ver hij oen temoeratuur van 15 graden FëUSIXETQM Tm VENDETTA. si) (Naar het ïtaliaansch). Tegelijkertijd deed Zevaco de ontdekking, dat het kind uit adellijke hui zo een rijkdom aan gevoelens en gedachten hezat, die het verborg, zooals liet parel snoer aan haar hals met fijne kanten. het wilde met zijn rijkdom niet te koop •oopen. Waarom dan zooht hij haar met zooveel volharding op? Het scheen dat hij een zeker welbehagen erin vond om door haar getiranniseerd te worden en in boeien gelegd. Na een lang stilzwijgen riep Paula op eens uit: Ja. Het evenveel geestigheid antwoordde Zevaco, die uit zijn mijmeringen ontwa kend, het koord weer in beweging bracht: Zeg toch eens wat. Meent gij het, dat 8'j van uw vader wilt weggaan? V Het liefst zou ik het niet doen. Maar 8'i gaat tooh ook vertrekken? Ja, wat zou mij hier kunnen weer houden, nu mijn broeder weldra zoo her teld is, dat hij mij zal kunnen vergezel- en' It gevoel niet genoeg sympathie voor «e Corsikanen. Ik meende, dat hier alles Poëtisch en romantisch was, daar zoek ik o»eral naar en vind niets dan koud, Msch heroïsme. Zeker, bergt uw eiland f d v.n' raaar ze lissen diep verscholen de bergen. Ik scheur mij de kleeren aan SCfhèrpe kanten. En daarom verlangt gij om van hier to vertrekken, en dan is alles uit. Ik behoud toch de herinnering. Ja, do herinnering. Als gij den vol genden winter naar Milaan of Parijs gaat, haalt gij die herinneringen voor den dag om daarmede uw vrienden en bloedverwan ten bezig te houden. Dan beschrijft gij het barsclie, ongastvrije land en de half milde barbaren, die gij hier ontmoet hebt. —•Ja, natuurlijk. Mijn verhalen zullen zeker heel interessant zijn. Ik heb toch bijna 'dagelijks in levensgevaar verkeerd. 1Daar kom ik tegen op. Ik heb gezien hoe oen arme man voor mijn oogen doodgeschoten werd. Dat was toch geen levensgevaar voor u, Paula? Ik Jieh op een afschuwelijken muil ezel over hergen en door dalen gereden en dos nachts hen ik van mijn legerstede moe ten wgvluchten, omdat er een neger of geit voor mij stond. Daarvoor hebt gij ook iets gezien, waarvan gij vroeger geen vermoeden had. Uw ziel heeft nieuwe frisscho indrukken opgedaan. Ja, daarin hebt gij gelijk, zei zij en met ontroerende stem voegde zij er aan toe: Ik zal lang nog denken aan uw bron in Socciamaar dan dat verschrikke- lijko weer, dat daarop volgde, ik viel in onmacht en ontwaakte in do armen van een smerigen heidernatuurlijk als ik daarover spreek, maak ik van hem een bandiet. Zeg toch ook eens wat, bJgon weer, toen -het gesprek alweer was blijven steken, gij zit maar te prakkizeeren, is dat misschien een toeken, dat het u verveelt te

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1924 | | pagina 3