De Gooische inbraken. 3]al'icum is gearresteerd. <3e voort- Lv« J, M. D., ex-directeur eener verbo- ".otenj-oiKlerneming, de laatste der che inbrekers, naar wien nog gezocht rd 5; Een verdachte „filmschool". Rotterdam is in zijn woning door de e-politie gearresteerd de theateragent V onder verdenking, ontucht te hebben ,lee<r<l met minderjarige meisjes. K. had laats ten tijd de the 0 ter-a gentuur er aan leven en was een z.g. filmschool begon- literdag zag een buurman van K. zijn maris dochtertje uit diens huis komen. n yj zonder eenigo bijbedoeling vroeg, 7jj daar gedaan had, ontkende de klei- dat zij bij K. geweest was. Na eenig ndringen begon zij to huilen en zeidc zij, t K. gedreigd had, haar te vermoorden. zij vertelde bii hem te zijn geweest^ Dc der gmg onmiddellijk naar de politie, chdezn wilde eerst nader bewijsmateriaal rzanaelen alvorens tob arrestatie over te an. Men volgde een tweetal „leerlingen" n K. die in een theater hier ter stede erkzanm zijn en bij de ondervraging bleek, 't hij. door haar gratis onderwijs in film- el aan te bieden, getracht had, deze meis- i tot zijn slachtoffers te maken. Nadafc nog eenigc gevallen ter kennis van 3e zedenpolitie waren gekomen, ging men landagmorgen tot arrestatie over. Bij liszocking vond men een aanteekenboekje, aarin K de namen en adressen ziiner leer- ngen had genoteerd. Zoodoende kon met liet minder dan 10 gevallen constateeren. k beschuldigde ontkende aanvankelijk alle duld. Zelfs ontkende hij bij de confronta- ie. ds meisjes te kennen, doch na de perti- ente verklaring der slachtoffers heeft hij etend. •Inteken zijn nog andere vermoedens «ren den verdachte gerezen. Voor een zestal weken is een bij hem iwonend bediende plotseling overleden. De initio overweegt tlians het lijk te doen op- raven en arn een nadere schouwing te on- enverpen. -Tel.' Ook een belooning. Dc voerman J. van V. te Budel vond een iskje bankpanier ter waarde van f -1000. [lendo eerlijke vinder het bedrag van den rliezer ter hand stelde kreeg hij als be- jning een.dank jc wel. ad." Een zeldzaam jubileum. 23 Maart zal het 25 jaar geleden zijn. dat iheer P. Buddemeijer werd benoemd tot eurvnarder bij het kantongerecht te Til- ars. Dan zal het ook meer dan 100 jaar deden zijn, dat deze betrekking bij het anlongcrecht te Bokstel, Oirschot en Til- bur?, onafgebroken door de familie Budde- nciier door opvolging van zoon op vader is [el-leed geworden. Q, J. Buddemeijer, de grootvader van den as. jubilaris, werd benoemd in 1820 tot deurwaarder bij liet Kantongerecht te Bok stel, alwaar hij ruim 57 jaar die betrekking heek bekleed, welk kanton in 1877 werd op- geheven. 1 Buddemeijer, de vader, werd 5 Nov. 'IS6G benoemd tot deurwaarder te, Oirschot en in 1S74 bij liet kantongerecht te Tilburg, elwaar hij op verzoek eervol werd ontslagen SG Maart 1890, en zijn zoon in zijn plaats igaöem'l. De drie opvolgende geslachten hebben dus per dan oen eeuw onafgebroken de betrek- lif van deurwaarder vervuld. STflTEag-SEBSERflftL TWEEDE KAMER. Vergadering van gisteren. In memoriam Mr. Kolkman. Terwijl alle loden zich van hun plaatsen verheffen zegt de Voorzitter, mr. dr. Kooien, hel volgende: ..Zooeven bereikte ons het droevig be richt. dat mr. Maximilie Joseph Caspar Mario Kolkman zijn ziel aan zijn Schepper te-fi weergegeven. Geheel onverwacht komt deze lijding niet: wij, die hem de laatste jaren nauw lettend hebben gadegeslagen, vreesden sinds hu?, dat aan dit werkzaam leven spoedig een einde zou komen. Hij was de nestor; op 6 Mei 1884 deed k-j zijn intrede in deze Kamer; over cenige maanden zou hij het feit herdacht hebben, dat hij vóór 40 jaren tot Volksvertegen woordiger werd gekozen. Met een tusschen- poos van acht jaren van welko hij er zjn land als Minister diende heeft I 'dj al dien tijd, gesteund door het verlrou- I Jen zijner kiezers aan de werkzaamheden f der Kamer deelgenomen. I De Kamer ondergaal. bij iedere periodieke herkiezing een verjongingskuur: er ziju er ïiet velen onder 11, die mr. Kolkman in Üjn kracht gekend hebben. Maar zij die dat I ?oluk wel gehad hebben, weten dat er van I aeni een gansch eigenaardige bekoring uil- I jjm?. Ernst was do ondergrond van ziju karakter; hij had een fijn gevoel voor I humor, de hem van nature eigen zwaar- Moedigheid verdreef hij door de meest kos- tehjke zetten, de ooit in bet Parlement zijn gehoord. Onvoorbereid sprak hij nimmer; J ^gen te voren was bij met een rede bezig en wanneer hij, na eenige oogenblikken fan zacht spreken, de leden om zich heen geschaard zag, dan knetterde een geheel 'gen ^sprekendheid, de eene rake zet 12de op den anderen, de vonken sloegen r af en zijn humor culmineerde in de f roratie. In een ander Parlement zou dik- ïlotent0t aail^akking zijner rede zijn be- ?-° ^bben wij hem als redenaar In deze hier en daarbuiten gekend; hoewel dik- lii» erP Da zijn uitspraken, had hij .Hets dan vrienden. ft,® Steot verlies komt de Kamer te L?: 6611 ^er Matsten van 'de oude garde *m ons verlaten. fan6Waren de herinnering aan hem als itietri" D°^0^ strÓ'der en een harlebjk De Minister van Binnenlamdsche Zaken de heer Ruys de ÉWde,en ouc^' daarop het vol- -A_s „Mijnheer de Voorzitter! Namens _do 1 Regeering sluit ik mij van harte aan Hij do gevoelvolle woorden, die gij, mijnheer do Voorzitter, gezegd hebt aan de nage dachtenis van het ontslapen Hd der Tweede Kamer, mr. Kolkman. Bij de Regeering zullen in dankbare herinnering bbjven de uitnemende diensten, door den overledene in verschillende openbare ambten gedurende meer dan veertig jaren aan land, gewest en gemeente be wezen. Van hem kan in waarheid wor den getuigd, dat bij gewerkt heeft zoo lang bet dag was. Voor velen was hij een trouw vriend, wiens heengaan in alle kringen en groepen der -bevolking zal worden betreurd". Ook deze redevoering wordt slaande aan geboord. Regeling van werkzaamheden. De Voorzitter zegt vóór Paseben ge reed to willen zijn met de begrooting cn acht het noodig één avondvergadering per week le houden, te beginnen Dinsdag 26 Februari. Dan zal Hoofdstuk IX (Water staat) aan de orde zijn. Na de algemeeue beschouwingen zal aan de orde zijn IV (Justitie) de opheffing van het Kort Ver slag, II, Vila (Financiën), XII en de Wet op de Middelen en 's avonds te behandelen Vllb (Financiën) en III (Buitenlandsche Zaken.) Do heer VanRavesteijn (Ccnun. fr.) verzoekt hoofdstuk III wat meer vooraan to plaatsen op do agenda. De beer Troels"tra (S.-D.) steunt dit verzoek o.a. met het oog op de erkenning do jure van Rusland. De V oj? 1* z i I t e r zal nog nader dit punt overwegen. Staaif begroeting voer 1924. De algemeene beschouwingen over dc Staatsbegrooling vooï 1924 worden voort gezet, Thans is het woord aan de Regeering. De Minister van Binnènlandsche Zaken en Landbouw, de heer RuysdeBeeren b r o u c k, voorzitter van den Ministerraad, is bet eerst aan het woord. Met groote belangstelling heeft de Re geering vernomen wat is gezegd over de verlaging der ambtenaarssalarissen, over art. 40, het staatsrechtelijk monstrum, en over hel georganiseerd overlég op deze punten. De Regecriug is er van overtuigd, dat zonder noodzaak niet tot salaris ver min dering moet worden overgegaan, ook al daalt het peil der duurte. Het is een pijnlijke noodzakelijkheid, die de Regee ring daartoo dwingt. Do Regeering is volkomen "bevoegd, om de salarissen te verlagen.. Art. 40 slaat haar schijnbaar in den weg. De Regeering betreurt, dat dit artikel iu het Bezoldigingsbesluit is op genomen. Een peccavi laat spr.. niet ach terwege. Rechtens is do ioverheid bevcicgd flotl verhooging en verlaging der salarissen over te gaan. Art. 40 deed den schijn ont staan alsof het anders is of anders kan zijn. De intrekking moet geschieden om iedere ondubbolzinnighcid in dc rechten der Regeering weg te nemen. Wat het overleg betreft, do Regeering stelt dat op hoogen prijs. Zij weet, dat het zijn schaduwzijden heeft, maar er zit ook een groot belang in. Het overleg beteekeiit niet een onderhandeling over heigeen tot stand zal komen; het is en blijft niets anders dan een advies, want bet geldt publiekrechtelijke aangelegen- beden. De Regeevmg stelt veel prijs op dit advies. Het zal niet meer loopen over art.. 40, waartegenover de Regeering baar standpunt reeds iieeft bepaald. Gevraagd is of intrekking van art. 40 niet bij de wet moet geschieden. Spr. ont kent dit: de Regeering, die een begrooling maakt bij algemeenen maatregel van be stuur, trekt dezen op dezelfde wijze in. Omtrent het ontslag aan huwende amb- tenener zegt spr., dat de Regeering over weegt dit ontslag te verleenen behoudens ocnigo uitzonderingen, die reeds bekend zijn. Voorts overweegt de Regeering een wijziging der L. O.-wet, waarvoor aan do gemeentebesturen worclt toegestaan hu wende onderwijzeressen te ontslaan. Dit is een principicele kwestie, die los staat van het ontslag aan do gehuwde ambtenares. Nu bet ontslag aan de gehuwde ambtena ressen noodig was uit noodzakelijke be zuiniging, meende de Regeering de prin cipicele kwestio niet meer te mogen laten rusten. De overheid wenscht bet huwe lijksleven "te eerbiedigen en het gaat haar niet om-een strijd tegen de cultureel© ont wikkeling der vrouw. Aan den heer Rutgers antwoordt spr., dat do door hem genoemde ontwerpen ho pelijk zullen worden behandeld, als de tijd er voor is. Voor de beginselen, levende in de rechterzijde, blijft de Regeejring op komen. (Gelach). Do Zondagsrust zal de Regeering gaarne bevorderen. Of de Kamerzittingen met ge bed zullen worden geopend, moet de Ka mer zelf beslissen. De Regeering zal de vele nuttige wen ken van don heer Braat gaarne overwe gen. (Gelach). Vele zullen bij de hoofd stukken worden ter sprake gebracht, «5e- lacli). Wijziging der handelspolitiek wil spr. liever behandelen hij het eventueele wets ontwerp in zako do tariefsherziening. Spr. komt op tegen dc bewering van mr. Marchant, dat de Regeering de autono mie der gieméenHlen' fcantaist. (Spr. ziet daarvan ge.cn bewijzen. Wanneer de ge meenten blijven voortgaan de salarissen volledig handhaven, zal do Regeering ze ker overwegen of zij de gemeente wel de volle uitkeeringen zal kunnen blijven doen. (Beweging). Verbaasd heeft spr. <le opvatting van mr. Troelstra, dat minister Colijn niet had mogen terugkeoren. Logisch waro geweest ïe edsclien, dat geen der leden van het Kabinet ware te ruggekeerd, want zij allen waren homo geen met' minister Colijn. (Rumoer). Dat het. besef van bezuiniging nog niet genoeg bij de Regeering is doorgedrongen, ontkent de Minister ten stelligste. Wat bezuinigingen op het onderwijs be-. treft, natuurlijk is daarop scherpe kritiek geoefend, maar geen andere middelen zijn aan de hand gedaan. De motie-Troelstra acht iedere bezuini ging op het onderwijs onmogelijk zonder een volledig onderzoek. Daardoor is de motie een uitstel op zeer langen termijn en dat kan de Regeering niet aanvaarden. Do Minister van Financiën, dc heer Co 1 ij n, is thans aan het woord. Er zijn 3 punten to onderscheiden: do millioenen- nota en de Memorie van Antwoord, het bezuinigingsplan en de vraag of er een andere wijze van dekking mogelijk is. Vooraf zegt spr. eenigo woorden tot mr. Troelslra. Hij sluit zich aan hij den Mi nister-President omtrent spr.'s aanblijven Een tegenstelling is gevormd tusschen Minister dc Geer en spr. De Minister acht het. onjuist, dat een tegenstelling is gevormd tusschen Minis ter de Geer en spreker. Beiden zouden onaangename maatregelen moeten treffen en het gaat niet aan te denken, dat die van spr. onaangenamer zijn dan die van minister Do Geer. Spr. ontzegt ieder het recht to denken, dat spr. onder den in vloed van eenige groep zou staan. Ook het verwijt van cijfer-demagogie werpt spr. van zich af. Wat in „Do Standaard" is geschreven, sedert spr. geen hoofdre dacteur meer is, wijst spr. af. Wat betreft de demagogie van de vloot- cijfers. Uit vele strooibiljetten der socia listen blijkt, dat de demagogie aan hun kant was. Spr. houdt vol wat hij altijd heeft gezegd, n.l. dat de Marinebegroo- ting met de Vlootwet niet hooger zou zijn dan thans het geval is. In de vergaderin gen der S. D. A. P. is een geheel andere voorstelling gegeven en in strooibiljetten eveneens, gelijk spr. uit een strooibiljet ci teert. Daarin staat, dat Nederland nu 300 millioen gulden 's jaars zal besteden aan een vloot. (Rumoer). Bij alle benamingen, die spr. zijn toege kend, hoopt hij gezond lo blijven. (Ge lach). Thans do drie punten. Do Miliioenen-nota en de Memorie van Antwoord. Men heeft het voorgesteld, of hij in dio nota een wcndermensch was, in de memorie een stumperd. Spr. streeft naar samenwerking ei harmonie in het Kabinet en acht dat de beste methode. Het plan in de Nota beoogde bestrijding van het accres en dekking van het tekort. Geen nieuwe wetten die geld kosten moe ten worden ingevoerd. Van do zes wetten, die zijn opgesomd, zijn er vijf gehand haafd in de M. v. A. Alleen de periodieke verhoogingen zijn er tijdelijk uit terug genomen in verhand met de algemeene herziening van het salaris-vraagstuk Nieuw zijn er bij gekomen de stopzetting van den scholenbouw cn .van de pensioen lasten. Do tweede soort maatregelen betreft- de dekking der tekorten, In do Millioenen- nota stelde de Regeering zich op het standpunt, dat bezuiniging geheel de te korten moet dekken.. Met dat standpunt gaan alle sprekers mede en dus vonden zij dat van de Regeering juist. Met ruwe gegevens, die do Regeering bezat hij het opslèllen der Millioenen-nota, mocht zij op niet meer dan 50 millioen rekenen uit versoberen en bezuinigen. De salarisregeling lijdt aan de kardinale fout van eindeloozo nivelleering. Herzie ning is dringend noodzakelijk en de Re geering hoopte uit revisie een bedrag van 35 a 40 millioen gulden te vinden. In totaal en niet als een egale korting op alle salarissen. Er bleef ten sidle een bedrag van 30 millioen gulden ter dekking met belastin gen over. Wat zou de Regeering hebben te liooren gekregen van Mr. Marchant als zij eens niet een plan had gegeven? Cijfers heeten praemaluur, maar wat zou men gezegd hebben als zij geien cijfers had gegeven? Van een hesparing van 50 millioen cp den Staatsdienst in één jaar kan geen sprake zijn. Dat begrijpt ieder; op de ge leidelijkheid van de hesparing is herhaal delijk gewezen. De Regeering heeft nu in gezien uit de cijfers dat er 40 millioen zal zijn te bezuinigen. Een voorzichtig beleid heeft de Regeering er toe gebracht, het cijfer te stellen op 30 millioen. Er bleef dus 20 millien over te dekken, waarvan 10 millioen uit nieuwe belastin gen. De Regeering zal van den zomer zien of deze 10 noodig zijn. Was het nu mogelijk een andere metho de te volgen? Het plan heette vaag le zijn. Spr. begrijpt niet wat concreters men weer wcnscht. Hij heeft vandaag een staatje overgelegd waaruit blijkt dat reeds 8.4 millioen is bereikt. Zonder salarisverlaging was het tekort niet (0 dekken. De 35 millioen gulden zou den nog gezocht moeten worden huiten hetgeen nu reeds gezocht is. Zou het anders gekund hebben? Er zijn 435 millioen gulden waarop bezuinigd kan worden. Daarvan zijn 210 millioen voor salarissen: Bespaart men dus niet op de ambtenaren-salarissen dan moet men op 225 millioen 60 millioen bezuinigen en dat gaat niet. In 1913 kostte de algemeene dienst 180 millioen. Rekent men met de verminderde waarde van het geld' mee dan zou de be grooling op dit moment bedragen moeten 360 miilioen, En de algemeene dienst kost op dit moment 525 millioen, dus 165 mil lioen gulden meer. Do salarisverlaging is veel hooger geweest en de kosten van het onderwijs zijn ook veel hooger. Daardoor is het niet anders dan door beperking van den Staatsdienst mogelijk te bezuinigen. De legende, dat spr. 10 pet. op alle sa larissen wilde korten, is onjuist. Er staat geen woord van in de Millioenen-nota. Het is alléén bedoeld als voorloopige maatregel, zoodat na do definitieve rege ling een afrekening plaats zou hebben. Salarissen bij de Grondwet geregeld zijn niet te herzien zonder groiulwetsherrie- nign. Men wil liever geen nieuwe belastingen. De Regeering ook niet; maar zij kan niet zonder deze. Ons tegenwoordig belasting stelsel gaat tegen do kapitaalvorming in. De Regiering wemscht daarvan iets al te wijken. In 1913 waren er 41 pet. directe belastingen en 59 indirect; in 1921 was het 665 en 335. Do voorgestelde belastin gen raken geen onmiddellijke levensbe hoeften. Do stopzetting van de stortingen in het ïnva lid i f ei tsf onds acht spr. begrijpelijk. De vraag is of het fonds zo kan missen en de berekening heeft geleerd! van wel. Ten slotte gaat spr. na wat er verder aan plannen is opgeworpen. Hij meent dat men er niet verder mee komt. Do economische reconstructie, die de heer Dresselhuys wenscht, den Regeering ook. De productie dient verhoogd to wor den, en dus moet er langer gewerkt wor den, maar dat beteekent niet, dat alle grendels van de denr moeten. Er is soepel heid genoeg in de wetgeving om zich bij de toesfapden aan te passen. Een wets wijziging werkt eer ten kwade dan ten goedo op het algemeen overleg tusschen werkgever en werknemers. De Regeering kan alleen doen wat mogelijk is om dc welvaart te bevorderen en te steunen. Wij ziging en herziening van het tarief acht spr. dringend noodig omdat de regeling zeer gebrekkig is op tal van punten. Spr. resumeert nog eens het gansch© bezuinigingsplan. Hij is niet blind voor de lichtpunten in de naaste toekomst en eenige hoop op uitkomst is er. Maar al die verschijnselen zijn voor het oogenblik niet van belang van het bestaande tekort. En daarom doet de Regeering een beroep op do medewerking der Kamer om haar te steunen in haar wensch om die tekorten te dekken. Spr. vreest geen critiek, maar men moet zich eens indenken in de moei lijke positie waarin, do Regeering ver keert, ook tegenover de ambtenaren. Spreker heeft Mars en Mercurius met eere gediend. De zinspreuk, die Mr. Troel stra aanbood, zal spr. niet aanvaarden. De zijno zal zijn: Christus mea petra, Spr zal ten einde doorgaan: fais ce que doit advienne que pourra. De vergadering wordt verdaagd tot he den één uur. ingezonden Stukken [Builen verantwoordelijkheid der Redactie) Gemeentelijke Arbeidsbeurs. Geachte Redactie. In liet nummer van 13 dezer van uw blad kernen onder den titel ..üit de Leid- sche Vroedschap" ook de volgende zinsne den voor: Onze. gedachten voeren ons nu in eens naar het einde der vergadering, ten Weth. Sanders een standje kreeg van één of twee socialistische Raadsle den, omdat hij tót school geldophaler, niet een wcrklooze hoeft benoemd.... Dat is tegenwoordig hier een mode- eisch: Om voor een benoeming in aan merking te komen tracht e men aller eerst te voldoen, aan «leze veelzeggende eigenschappen..Men zij Leidienaar en men zij liefst ook werklooscn even vorderen trek ook zooveel mogelijk van den „steun." Wij hopen dat B. en W. zich door deze mode-gril niet mee zullen leiden, maar blijk-geven daar bovenuit to staan, wij hopen het. 'Als kantoorbediende, sedert 1 Aug. 1921 ook tot de zooveel versmade en de ironisch beschreven werkloozen beboerende, heb ben deze regelen mij cn velen met mij zeer pijnlijk getroffen. De bewoordingen getuigen niet van veel gevoel voor de werkloozen, die hij boven dien nog belachelijk maakt door het werk loos zijn onder „veelzeggende eigen schappon" te rangschikken. Het is treurig, dat over één der ernstig ste vraagstukken in dezen tijd, op zoodani ge wijze wordt geschreven. Is het niet al treurig geqjpeg, dat men zelfs tegen een abnormaal Laag salaris geen ar beid vinden kan en, zooals schrijver dezes, nooit ©enigen steun ontvangen heeft. Het wcrldoos-zijn geldt blijkbaar als een stempel van minderwaardigheid, zooals door het volgende wederom gebleken is. Teen einde 1923. vel© losse krachten voor de Gem. administr. noodig waren, had ik, als zoovelen bij de arbeidsbeurs, hoop, ook tijdelijk te worden aangesteld, edoch, ijdele hoop; de Gem. had geen enkele aan vraag daartoe tot de beurs gericht. Zeer terecht werd daarover in den Gemeente raad geïnterpelleerd. B. en W. beloofden beterschap; doch het is bij do belofte ge bleven. Ieder weldenkend menseh zou natuurlijk verwachten dat de Gem. bij het aanstel len van werkkrachten in de eerste plaats do bemiddeling der G e m. Arbeid s- boui's zou inroepenmaar de menschen kunnen wikken, B. en. AAL beschik ken. Dat bleek weder bij het aanstellen van een school geldophaler. (de persoon is mij onbekend) waarvoor, zoo men zegt. nu oen handelaar is aangesteld. Hoe dez.o aan dit voorrecht komt.niet onwaar schijnlijk heeft ook hier „de beroemde kruiwagen" een groot e rol gespeeld en wordt zoodoende de Arbeidsbeurs tot een wassen neus gemaakt. Als de Gem. daarin niet voorgaat, van welke zijde zou men dit dan wel kunnen verwachten? AA'aar ik schrijf, dat werkloosheid iemand blijkbaar als minderwaardig bestempelt, geldt dit ook voor de behandeling aan de beurs" bij het afstempelen der kaarten, waar men zelfs de eenvoudigste beleefheids vormen achterwege laat, zooals het aan spreken van iemand met „U", doch omidat het maar werkloozen zijn, is „jo en jou" al voldoende, hoewel de personen daar (aan de beurs) alleen) juist door de groote werk loosheid werkzaam kunnen zijn, wordt dit door de betrokkenen blijkbaar over het hoofd gezien. Hopende dat in uw blad in den vervolge met wat meer ernst over de werkloozen wordt gesproken, teeken' ik, met dank voor de plaatsing, I: „Een slachtoffer der malaise." 't Doet ons genoegen naar aaaSdding van het bovenstaand© deze mmeiüg te1 kunnen, verduidelijken. Deze is door den inzender verkeerd begrepen; vandaar zijn begrijpelijke verontwaardiging en vorklaar- bare scherpte, waarvan wij (hij zal- 't 011s niet ten kwade duiden) nog wat nebben af geveild. Wij hebben alleen willen hekölen een overdrijving in do eischcn -wui som migen, die goede en bekwame menschen - met karige verdiensten niet gunnen een andere betrekking, die voor hun een pro- motie is, zoolang er nog werkloozo sollici tanten zijn afgezien van de bekwaam heid dezer laa-tsten. Zulke voorbeelden zijn er; misschien niet in Leiden maar wel el ders. AVij erkennen daarentegen voor vele ge vallen den moreelen plicht om, wanneer van twee sollicitanten er een werHoos is, bij gelijke bekwaamheden er ook zelfs bij beider geschiktheid, al is do werkloozo iets minder bekwaam den werkloozo to laten voorgaan. Als, wat de inzender omtrent de behan- deling op do Arbeidsbeurs zegt, waar is dan keuren wij dit met hem af. Red, Geachte Heer Redacteur! Nog éénmaal wil ik u verzoeken om een kleino plaatsruimte in uw blad. Vooreerst zou ik het zeer geachte be stuur van het Leidscho AssurantiCfonds willen bedanken voor den zeer nuttigen wenk om het vee te laten onderzoeken.. En ik hoop, dat vooral varkensfokkers, maar toch ook varkensmesters daarvan nota zullen nemen: dan kunnen zij daar zelf nu de vruchten van gaan plukken. Wat die glas- en levensverzekeringen betreft, dat is een koddige vergelijking. Het is todh mijn bedoeling niet, dat liet assurantiefonds var kens opneemt, die ziek zijn of kwalen hebben. (AVel heb ik eens zieke varkens verkocht en nam toen, met goedvincfing van den slager, het geheele risico voor mijn rekening, doch hij de afrekening werd er toch f 2 fonds afgetrokken). En wat die glasverzekering aangaat: dat zou gelijk staan met doode afgekeurdo varkens to' verzekeren! Ook heb ik niet beweerd, dat er vijf, zeven gld. enz. aan het fonds "bo- - taald werden, maar dat er rijf, zeven gld. en nog hooger fonds betaald word; dit wil zeggen, dat, wanneer het assurantie- fonds zijn plicht gedaan heeft volgens liet reglement, den hoer niets anders 1e doen staat dan zijn varkens onder de waarde te verkoopen en met het geëischte fondsgeld van den slager of kooper tevreden zijn. En dan worden er zulke bedragen en hooger betaald, hetwelk ik met getuigen kan over leggen. Dus geen onwaarheid, maar waarh eid! Ook hel) ik in uw in gezonden stukken verschillende cijfers zien staan ter verduidelijking, maar toon ons uw winst-' en verliesrekening eens? Dat zou bij de boeren heel wat meer vertrou wen wokken dan konden wij ook zien of er werkelijk genoeg aan het boercnbelang gedacht werd. En nu geacht Assurantie- fonds,, nu gij hier zelf hekenf, zulke var- kens uit een verdacht hok toch niet to kunnen of willen assureeren, laat dat dan aan liet Boerenfonds over. Die willen dio schade met elkander dragen; dan blijft de boer ook aansprakelijk voor de schaue, ontstaan uit afkeuring door verborgen ge breken. doch dan neemt ni6t maar het Boerenfonds dat risico over. Een heel klein verschil dus: voor u geen schade en voor den hoer zeer voordeelig! Do opmerking van den lieer Th.. M. W. Bergers op 6 Febr 1.1., dat het den ver- kooper vrij staat condities te bepalen, zoo als hij het verkiest, gaat wel op, doch die condities belmoren toch rechtvaardig en billijk to zijn. Dus varkensslachters en le den van hét Assurantiefonds, wanneer liet' blijkt, dat uw belangen goed onder de oogen worden gezien en gij geen dergelijke var kens kunt cn moogt assureeren, toont dan dat gij de hoerenhedangen dient.. Stelt u dan tevreden, wanneer zich eens 'n afkeu ring voordoet, en vertelt het niet aan jo buurtjes, dan kunnen wij onze varkens kwijt en u hebt geen schade. Dankend voor de verleende plaatsruimte, teeken ik, J. J. v. VLIET. Hazerswoude, 17 Februari 1923. ■II 1111 ««3 Buitenl. Berichten Trein door een boom getroffen. In Tsjecho-Slowakije is een ongewoon spoorwegongeluk gebeurd: dicht bij den in gang van een tunnel is een trein getroffen door een neerstortenden beukenboom, een reus van 1500 kilo. Drie passagiers rij tuigen werden vernield, terwijl 23 personen bijna allen licht- werden gewond. Alleen de conducteur van den trein' werd ernstig gekwetst. Een gewichtige'' proefneming. Zondag hebben de Parijsche „Cent Kilos zoo genoemd omdat hun minimuun-lidhaams gewicht honderd kilogram bedraagt, eens willen toonen dat de autobus ten onrechte „omnibus" (voor allen) heet. En vijf en der tig hunner (samen 4800 Kg. wegend) zijn met dit doel in de autobus gestapt, die van Saint Germain l'Auxerrois naar de ruo de Belle- vil!© rijdt. De minst zwaren gingen achter op staan, dc overigen namen binnen plaats. De autobus kreunde in al haar gewrichten en bereikte ten slotte haar doel, maar niet, dan nadat--zij het op de helling van de ruo de Belleville drie malen afgelegd had. Dan- stapten do zwaarlijvige passagiers even uit en gaven de bus een zetje, tot groote_ vreug-, de natuurlijk van de omstanders, terwijl bios coop-operateurs het zwaanvichtigste geval} voor do rolprent vastlegden. Het mond- en klauwzeer in Engeland. 'Bij de besprekingen in het Lagerhuis o\er. het mond- en klauwzeer deelde Noel Buxlon de minister van landbouw, mede. dat er ini; do afgeloopen acht maanden 2600 gevallen! waren voorgekomen in 37 graafschappen^ van Engeland en 11 van Schotland, tenge volge waarvan 89.000 stuks hoornvee, 30.001* schapen en 42.000 varkens waren afgemaakt^

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1924 | | pagina 5