I VOOR DE VROUWEN. 1 {langdurige, door de ouders toegestane, zon,digo „scharrel-partij".) Zou het toch geen, aanbeveling verdie nen voor het geluk van onze meisjes, den huisvrede barer latere gezinnen, het 3*sl- rijn harer toekomstige echtgenootoii haar niet eerder „huwbaar" te verklaren •vóórdat wij met redelijken grond en ge rust gemoed haar het „tuigje" konden aanleggen? i Hageveld, Heemstede. - G. P. v. d. BURG, Pr. y Misschien vindt de lezer dit gedicht erg mooi. Nu, ik zou jokken, als het ook mij geen genoegens had verschaft. Ik wil u nog een poëem afschrijven, ge titeld: „Voor-Winter". -> t Hoor: De winter scherpt een ruigo zaag in 't Noorden. Langs het grauw lucht-glas glimmen de regenkoorden. Elk bosch brandt ros. De zee: blauw splinlerglas. God zit in een ijs-hoek; Hij blaast de grauwe bolwolk, verwerping en aftocht s over elk land, elk volk, Booten, molens, steden zwart-geregend tegen den zoorn I van Gods hoog lucbt-klecd. De gebroken toom 1 der zon doelloos uit een reet gegleden, en "t aanhoudend scherpen dei* rurgez^ag in 't Noorden. En nu in ernst, lezerIk zal u niet dik wijls vergasten op lectuur van de aller modernste Katholieke verzenschrijvers. Wij hebben nog kost die heter mondt. Zoo ontving ik nog pas een nieuwen bundel van Felix Rutten zonder vrije verzen. Maar schóón' Die komt ook wel eens aan de beurt. Tegenover het gedaas' in bovenstaande vrije verzen wil ik een volgende maal evenwel ook een paar specima in dien dichtvorm puhliceeren, die werkelijk heel mooi zijn, of waarin tenminste enkele prachtig-beeldende regels staan. Dit ter verzoening als mijn keuze u dit maal niet aan mocht staan. N. H. J. Sw. i i Een teruggekregen kerk. II. Zooals we de vorige maal zagen stonden de Katholieken van Obdam tijdig en met goeden uitslag pal voor hun rechten, maar toen deze eenmaal waren, erkend werden zij grootmoedig. Ter mumcipalit ei ts vergadering van 4 December 1799 boden zij den Protestanten kerk en pastorie aan en nog wel voor f 500 minder dan deze volgens art. 1 van het vorige week medegedeelde Regeerings- besluit pondpondsgewijzo volgens het zielental immers zouden moeten be talen indien zij de gebouwen kregen. Gelukkig konden de Protestanten blijk baar zelfs dat kleine bedrag niet bijeen krijgen, zoodat zij van kerk en pastorie afstand deden en bet besluit der wet gevende maebt dus moest worden uitge voerd. Landerijen en kerkhof werden getaxeerd op f 2375, van welk bedrag dus ook onge veer een derde aan de Hervormden moest worden uitgebeend. Deze beweerden nu echter, dat twee der stukken land en de obligatie ad f 2000, waarvan in bet regee- ringsbesluit sub 2 gesproken werd, bun feitelijk toebehoorden. „Houdt ze dan maar", zeiden deRoom- sclien, die zoodoende nog vier stukken Jand overhielden en graag wilden opschie ten, maar de Protestanten antwoordden: „liever de intentie van de vergadering van het Wetgevend Lichaam te vernemen, hoe zig hier in deesen te gedraagen". Zoo ge zegd, zoo gedaan en bij besluit van 10 Juli 1799'zagen de Protestanten voor wien men in Den Haag inschikkelijk genoeg was, als 't maar even ging zich die twee stukken land plus de obligatie toegewezen, door de municipaliteit vervolgens ge- zamenlijk getaxeerd op f 1675, waarmede do Katholieken zich vereenigden. Aan dezen viel de vertraging niet te wijten. Maar nog zou de overdracht niet plaats hebben' Er moest een contract worden opge maakt en wederzijds onderteekend, met de onderhandelingen waarover zooveel tijd gemoeid ging, dat de Staatsregeling van 1801 kwam, welke in artikel 13 bepaalde: „Ieder kerkgenootschap blijft onherroepe lijk in het bezit van hetgeen met den aan vang dezer eeuw door hetzelve wierd be zeten". Dat was een uitkomst voor de Her vormden Nu meenden ze zeker hun zaak gewon nen te hebben. Immers zij waren nog altijd, hoe wederrechtelijk en onwettig dan ook, in het feitelijk bezit van kerk en pastorie. Maar dit was niet genoeg, zoo dat zij zich haastten om bij de nieuwe regeering de wettelijke handhaving van hun bezit te vragen. Zij deden dit bij request van 19 Februari 1802. De Roomschen waren hun echter 15 Februari al voor geweest en toen zij niet spoedig genoeg antwoord kregen, herhaal den'deze hun verzoek om uitvoering van het eenmaal genomen besluit op 16 Maart, 20 Mei en 1 Juli, blijkbaar denkend: we zullen 't ijzer smeden nu 't nog heet is. En 5t hielpBij besluit van 8 Juli 1802 -werden door het Staatsbewind der Bataaf- sche Republiek de decreten in zake Ob dam van 1799 en 1800 gehandhaafd, waarmede het pleit ten tweeden male be slecht was. Reeds 20 Juli d. a. v. kwam de munici paliteit bijeen om do zaak eindelijk haar beslag te geven. Bij deze gelegenheid ver zocht de Commissie der Protestanten de uit Den Haag gekomeu stukken eenigo oogenhlikken in handen te mogen hebben, wat echter geweigerd werd. Geleerd door do ondervinding vertrouwde men de hoe ren blijkbaar niet al te best. Na deze weigering vernield ie hebben gaan de notulen der ïmmicipaliteitsverga- dering aldus voort: „Waarop de Gereformeerde Commissie heeft verzogt eenigè oogenhlikken haar te mogen afzonderen om met Eikanderen to overleggen. t )j „t)e Gereformeerde Commissie wederom rasch verscheenen, vragen en verzoeken aan de Muncipaliteit te moogen weeten, wat of dezelve in deezen zullen doen. „De Municipaliteit stellen- de Roomscke uit kragt van de ingekoomene stukken di rect in de Possessie. „Nu vraagt de Gereformeerde Commis sie wat goederen de Municipaliteit aan de Roomscke in bezit geeft. „De Municipaliteit antwoord van alles dat de Roomscke hij de bewuste Decreeten is toegestaan namelijk zoodanig als daar bij is bepaald. „Te weten: Kerk Pastorvhuis, en Lan derijen namelijk het zoogenaamdo Pape land, de Uylerclijk en de Kerke-Rijmen. „En'is de Secretaris verzogt om een Landlegger te gaan haaien ten eyndo om to zien hoe dezelve omtrent het stuk Land genaamd de Kerkegriet mogte komen te elucideeren, met dat gevolg dat Municipa liteit en Roomsche Commissie dit stuk aan de Gereformeerden hebben toegestaan als hun eigendom. „De Gereformeerden naasten de voorsz. Landerijen, te weeten het Papeland1, de Kerke-Rijmen en de Uiterdijk. „De Roomschen bekennen, dat zij daar toe de vrijheid hebben, mits betaalende tien ten honderd boven de gedaane Taxa tie, hetwelk door de Gereformeerde wierd aangenomen. „De Gereformeerde Commissie verzoekt 'aan de Roomsche Commissie om nog eeni- ge weken bet. gebruyk van de Kerk te moogen hebben, om intusschen order op het waarneemen van haar Godsdienst te kunnen stellen. „De Roomsche Commissie heeft het ver zegt© uvtstel geweygerd; na hier over eenige Discours te hebben gehad, permit- teeren de Roomsche aan do Gereformeerde nog drie weeken, mits betaalende daarvoor aan baar 3 Gulden per week. „De Gereformeerde suslineeren dat de waardigheid van hun Godsdienst'niet toe laat cm in een gehuurd gebouw van do Roomsche hunne Godsdienst uyt te oefe nen. „De Gereformeerden vragen en eyssen om de Goederen die zig in de Kerk bevin den, namelijk de Predikstoel, banken enz. gefauxeerd te hebben; na eenige debatten is zulks met genoegen toegestaan. „En zijn daarop beyden de Commission na de Kerk gegaan en rijn met Elkandere Verdraagen en overeengekomen, dat alle do goederen in de Kerk (uytgezonderd do Kroon die ten Westen is hangende) door de Gereformeerde zullen worden behou den, mits uitkeerende aan de Roomsche eene somma van negentien Gulden, in ge- reeden gelde. „Verder is nog door de Commissie ge proponeerd en voorgesteld of er ook schik king zoude kunnen worden* gemaakt dat do Gereformeerde Gemeente de Kerk zoude kunnen behouden". (Hoe is het mogelijk dat zij na zelf, gelijk we boven zagen, het zoo inschikke lijk aanbod der Katholieken van de hand gewezen te hebben, nu dat voorstel nog durfden doen! 't Was bespottelijk. Geen wonder dat de Katholieken het kort en goed verwierpen.) „£)og na eene korte Resolutie van de Roomsch-Gatholyke zijde is dit voorstel Terworpen. „Het contract te passeeren op Donder dag den 29 July 1802 's morgeus ten 9 ure en daartoe te compareeren op het buys der Gemeènte Obdam. „Item de naastvolgende Zondag den 25 July 1802 mogen de Gereformeerde bun nen Godsdienst nog in de Kerk uytoeffe- nen". Eindelijk klaar' zal de lezer uitroepen. Maar neen. De Protestanten trachtten nog een spaak in 't wiel te steken en wendden zich "t is eigenlijk ongelooflijk! vóór 't passeerep. der acte opnieuw tot de re geering, die hen toch zoo duidelijk in 't ongelijk had gesteld. Zij schenen echter zelf niet veel ver trouwen te hebben in deze hernieuwde po ging tot spelbreken, want zij verschenen toch 29 Juli ten Raadhuize om het con tract te teekenen, „hetwelk eyndelyk na veel tegenstand door do Gereformeerden ten wederzijden is geschied", onder bepa ling evenwel de Roomschen waren weer inschikkelijk genoeg dat met de uit voering tot 5 Augustus zou worden ge wacht, omdat mogelijk nog een antwoord op het request der Protestanten verande ring in de zaak zou kunnen brengen. En waarachtig! Er kwam een besluit van den Raad van Binnenlandsche Zaken d.d. 2 Augustus op 't nippertje dus, wat wel geen toeval zal geweest zijn waarin de municipaliteit werd aangeschre ven werd binnen 14 dagen te berichten, of do Roomschen niet in een schikking wil den treden, terwijl „hangende do delibe ratie van bet Gouvernement deze zaak niet werd gebracht uyt haar geheel". M.a.w.: opnieuw uitstel. Gelukkig had de municipaliteit den. Roomschen de sleutels al gegeven; do Pro testanten vroegen ze wel terpg, maar daar kwarn niets van' Ook leecl de poging lot nadere minnelijke schikking schipbreuk. De municipaliteit deed wel, de lastgeving van hoogerhand uitvoerend, de Katholie ken nogmaals een voorstel tot schikking, maar deze wezen zulks met beslistheid van de band en eischten uitvoering van Ml Roceevingsbesluit, waarin dn admini stratieve macht geen verandering mocht brengen. 't Zal daar in Obdam tussehen partijen aardig zijn gaan spannen, maar de Room schen wonnen het. Het Departementaal Bestuur van Holland besliste 23 Maart 1803, dat het door partijen onderteelcen- de contract moest worden uitgevoerd. Eindelijk was de zaak uit en 10 Octo ber 1803 werd de oude kerk opnieuw voor den Roomschen eerediens t ingezegend. Dat zal een vreugde geweest rijn' Toch waagden de Protestanten nog een poging om de kerk terug te krijgen. Nauwelijks was in 1805 de Staatsre- geering weer veranderd en Raadpen sionaris Schimmelpenninck opgetreden, of deze kreeg weer een Gereformeerd request uit Obdam. Zijn antwoord kwam echter hieTop neer: wil't ge niet berusten, dan moet ge procedeeren. Hieraan hebben de Protestanten, die inmiddels kerk hielden in een gemeentelijk schoollokaal, zich echter niet durven wagen. -c- AJO. NUTTIGE WENKEN. Het bleeken van de wasch. Al wordt ons wasehgoed nog zoo zorg vuldig behandeld, al worden do beste kwali teiten zeep gebruikt en zooveel schoone sop pen genomen als maar even noodig is, toch moet het linnengoed, wil het zijn frisch- witten tint behouden, geregeld, gebleekt wor den. En wie geen bleek heeft, moet hulp middelen toepassen. Van alle bleekmiddelen is bleekpoeder het meest bekend en ook liet meest schade lijk, als het niet op oordeelkundige manier gebruikt wordt. En dat. het lang niet altijd op de juiste manier wordt aangewend blijkt wel uit de vele. klachten over den slechten invloed van 'bleekpoeder. Wat toch is hoofdzaak bij het- gebruik van bleekpoeder? Dat geen enkel korreltje in directe aanraking kan komen met het wasehgoed. maar dat het poeder, in een ne- teldoeksch lapje gebonden, van te voren wordt opgelost in het water, waarin de wasch te bleeken zal worden gezet. Is liet wasehgoed voldoende uitgetrokken (men be spoedigt het door alles gced dicht te dekken gedurende dit proces) dan moet men het in ruim water herhaaldelijk naspoelen, opdat geen restjes achterblijven', die het weefsel zouden aantasten en het on den. duur doen vevieren. Zoo'n propje goed ingewikkeld bleekpoe der schudt men flink in liet water heen en weer. Met een kleine hoeveelheid doet men wonderen, omdat- lrct zeer krachtig werkt. De wasch behoeft er niet langer dan eenige uren in te staan. Nieuw linnengoed, dat door liet lange liggen vergeeld is, behandelt men op de zelfde manier om het weer blank te krijgen. Koude voeten en vloeren. De vloeren die "we in ons huis hebben en de bedekking er van kunnen het hunne bijdragen tot bet weinig begeerenswaardig bezit van koude voeten. Daarom verdient bet aanbeveling den grond in onze huis- en slaapkamers eerst met viltpapier te bedekken en dan pas liet zeil te leggen opddt de vloer warmer zal zijn voor de voeten. Een vloer waarop men onder hot werk, langoren tijd moet slaan, levert bijna zon der uitzondering koudo voeten. Het is daarom ten sterkste, aan (e raden, steenen of marmeren vloeren in vertrekken, waar gewoond of gewerkt moet worden, te be dekken met een houten „bodem", of met gemakkelijk schoon te houden matten. Nat bont. Nat bont mag men nooit bij de kachel drogen, omdat daardoor het leer hard en het haar bros en ruw wordt. Het beste is, het water er met een borstel, met de vleug mee, uit te strijken en het dan bui ten to drogen. Is dit gebeurt, dan klopt men het bont uit en kamt het met een wijde kam uit. Het ziet er dan weer uit als nieuw. Aardappelen schillen. Aardappelen schillen maakt de handen leelijk, Indien wij ze echter in een hak water, waarin een handvol soda, doen laat het schillen geen vlekken op de vin gers na. Het is absoluut onschadelijk voor de aardappelen. Glimmende klccren. De glimmende plekken, die door het dragen in wollen rokken en heerenpanta lons komen, kan men verwijderen door de stof af te wrijven met een lapje ge drenkt in water met ammonia. Op 8 doe len water neemt men 1 deel ammonia. Maakt zeif uw sloffen. Men breit hiervoor van dikke jumper wol een lange reep van kleine versprin gende blokjes, rechts en averechts, op een opzetsel van 22. steken. De reep moet zoo lang zijn, dat hij aan den rand uitgerekt om een gekocht vacht- of viltzooltjo past. Daarna slaat men den gebreiden reep dubbel, naait bij bet begin als punt van den schoen beide reepen in schuine lijn (de zuivere diagonaal van het vierkant) op elkaar, slaat de hierdoor verkregen losse driehoeklapjes aan weerszijden naar binnen en naait ze vast. Een haak- seltje met elastiek maakt het schoentje van boven iets sluitend. Een ponpon siert het van voeren. VOOR DE KEUKEN. Zoo, dames' wij zullen maar dadelijk beginnen. En daar ik beloofd beb ook onzen Hollandschen winterkost een beurt te geven, wil ik eerst eens weten, wat u zooal smakelijks hebt uitgekozen. Huls- pot met klapstuk? Nu, dan gaan wij om te beginnen een lunch klaar maken met als hoofdschotel onze t ra clit ion eel e Leid- sche delicatesse. Wij moeten nu rekening daarmco houden bij het maken van onzen spijslijst, want wij zullen volgens afspraak ook een eierscbotel klaar maken en die moet aanpassen bij den hoofdschotel. Niet alle eiergerechten, die wij in do Franscbe keuken aantreffen, zijn voor onzen Hol landschen maag geschikt. Daarom eens opgelet. Spijskaart voor een lunch. Gebakken eieren met Italiaanselie saus :-'.y Malthezer salade Hutspot met klapstuk' Sn eeuweieren met crème. En nu aan het werk' Eerst zet U deze geschild© aardappelen met water en zout op bet vuur, kookt zo gaar en maakt er een puré van. En van die geschilde aardappelen maakt U pom mies do lorre paéllo. U kimt dit ook nog wel, nietwaar? Juist, stokjes aardappelen snijden, zoo dik als een lucifer. Na dezo stokjes goed droog gemaakt te hebben tuschen tweo doeken, moet U ze direct in deze frituurmand bakken, zoodat de stok jes wit droog zijn, dan worden zij straks wel verder behandeld. Maak ook één kilo uien schoon cn een kilo grooto wortelen en snijd ze beiden aan dunne schijven. Eerst wortelen en uien half doorsnijden, zoo dat ge halve schijven krijgt. Nu laat ge do uien en wortelen beiden apart in een pannetje gaar koken in ruim water en een snuifje zout. Als ze gaar zijn, laat dan de grootste helft van het nat in een pan tussehen deksel en pan afloopen en zet dit vocht op liet vuur met een klapstuk er in, breng het aan de kook, en zet het dan naast het vuur, opdat het verder een half uur of drie kwart uur te broeien staat. Als het vleesch te broeien gezet is, doe er dan dit kalfstongetje bij, opdat het ook gaar kan worden, want dit hebben wij noodig voor de sla. En 'nu moet de Mal thezer salade bereid worden. U kunt reeds van deze drie eierdooiers mayonnaisesaus maken, hier is een halve flesch slaolie en een halve flesch azijn. Met de salade zelf zal ik U nog wel helpen. Voor de twee eierschctels, die wij nu gaan bereiden, deen wij 200 gram suiker in dezo pan, daarop een liter melk en brengen dit aan do kook. En in dit pan netje wordt een weinig boter (lOQjjram) te smelten gelegd. In een ander plat pan netje roer ik drie eierdooiers met een lepel witten suiker, met een bouten lepel zoo danig, dat ze als room worden. Nu neem ik een lepel vol met een inhoud van één maatje van de gekookte melk met suiker, en giet dio al roerende bij de eier dooiers. In plaats van met houten lepci, roer ik nu -met een gard (eierkiopper) de massa over het vuur, tot legen de kook. Neem het pannetje dan af van het vuur, en giet de inhoud schielijk door oen punt- zcef in een steenen schaal. De beier moot, als ze gesmolten is, geklaard worden. Dit geschiedt door de boter voorzichtig over te gieten in een ander pannetje zoodat alle schuim in liet eerste pannetje terug blijft. Giet nu de geklaarde boter met een straal tje op de eierdooiers. U vraagt natuurlijk waarom ik met den top van mijn vinger in de boter kom? Wel, heel eenvoudig om te voelen of de boter niet te warm is. In dit geval zouden de eierdooiers schiften en dan hadden wij tevergeefs gewerkt. Zie zoo, de crème is klaar. Doe nu hij de ge kookte melk en suiker dit stokje vanille en een pijpje -kaneel en den schil van een halve citroen. Dit mengsel laten wij een kwartier trekken. In dien tijd nemen wij het eiwit der drie eieren, waarhij de mayonnaisesaus hoort en do drie eiwitten van de dooiers waarvan de crème gemaakt is en doen die te samen in een eierbekken slaan ze met een gard tot een stijf schuim en roeren er dan met de gard 50 gram bloem en 50 gram poedersuiker door met wat dobbelsteentjes en ananas. Nu breng ik de melk, na de vanille, kaneel en citroenschil er uit verwijderd te hebben, weer aan de kook en voeg er met een eet lepel een of twee scheppen scliuimgeslagen eiwit bij. Na een paar minuten draai ik niet 'een lepel de sneeuweieren om, opdat zo aan beide kanten gaar worden, neem daarna met een schuimlepel uit de kok«nde melk en leg ze op een zeef om uit te druipen. En nu onze gebakken eieren met Italiaanselie saus. Voor de saus neem ik 50 gram boter en laat daar een lepel bloem in gaar fruiten tot deze bruin ziet. Nu giet ik er een M Liter vleesch jus op en den inhoud van een flacon tomatocit- cliup en laat dit een weinig naast het vuur zachtjes inkoken. In deze biefsluk- pan gieten wij liter slaolie, zet deze een weinig schuin op het vuur zoodat de olie aan een kant drijft. Let nu eens op' De olie is heet en ik sla dit ei op den rand van die hiefstukpan stuk, zoodat de ge- heelo inhoud sissend en proestend in de lieete olie valt. Nu neem ..ik twee tafel messen en rol het bakkende ei vlug om en om, het wit schielijk over den dooier vouwende. Dit moet vlug geschieden, an ders wordt de dooier hard en het wit ver brandt.) Als liet ei een mooie bruine kleur heeft (lichtbruin) neem ik het uit de pan en leg het op een stuk schoon grauw papier. Zoo bak ik één voor één, zes eieren Laten wij eens zien, boe het met de an- dero gerechten staat. De mayonnaise-saus is gereed: hier hebt u een half pond ra- goutsaucijsjes, die moet u even opkoken en dan koud laten worden; en nog een half blik spersicboonen, een half blik doperw ten, een half blik worteltjes, en een half blik bloemkool. Maak de blikken open met een blikkenmes, giet er bet water af en zet ze ieder afzonderlijk op een diep bord. Het vleesch mag niet geheel gaar worden* dat kan dus uit de klapstuk. Van de kalfs- tong, die ik in koud water doop, wordt 't vel afgetrokken, en 't strotstuk met 't vet verwijderd en op 'n schoone snijplank met wat zout bestrooid. Strooi er wat overheen, bedek dit met een tafelbord zet or iets zwaars op, bijwijze van pei-ct!J Nu gaan wij de gebakken eieren op oe. schotel leggen en do salade gereed maken Do Pommes de terre Paille, moeten Z e,ens in do heeten frituur, opdat ze ee licht bruine kleur krijgen. Daarna friteor go even deze pieterselie; die mag niai even in de gloeiend heete frituur. Neen niet los in do frituur, ook in de frituur' mand, evenals de stukjes aardappel Ntf leg ik de stokjes aardappel op een ronï den schotel, schik ze zoo, dat er zich aJ het ware een vogelnesjo vormt, en strooi de gebakken pieterselie er over heen. SchiK nu de gebakken eieren in het midden vari den schotel, zoodat4 het zich laat aanziej als een groot vogelnest met bruine eiererf Nu nog de Italiaansche saus door puntzeef wrijven, gedeeltelijk in een s. kom, terwijl het andere deel over.de hakken eieren gegoten wordt. Houdt dei) schotel warm' En nu de salade. Dezij kalf steng snij ik aan dunne reepjes, ne( als de aardappelen en leg zo op oen diej hord, er wat mayonnaisesaus doorheei( roerend met een eetlepel. Even zoo doe ii| met de geconserveerde groenten; ieder apart, en de ragoutsaucijsjes. Ik fil^ eenige ansjovisjës, spoel ze af in een wei nig melk en draai ieder filetje-ansjovi$ om mijn vinger tot een rolletje. Nu leg ik in het midden van een langwerpige} schotel do aan dunne reepjes gojneöeq kalfstong, leg daar rondom de groente op do volgende manier. Boven aan den scho, tel aan weerskanten een hoopje bloera, kool, dan aan beide zijden der bloemkool een hoopje worteltjes, daarnaast aan bei. de kanten een hoopje doperwien, dap weer bloemkool en worteltjes en dan spersieboonen. U ziet, dat ik het zoo scliils dat de spersieboonen aan beide kanten op; hel midden vau den schotel komen to lig-! gen. Op de hoopjes bloemkool en wortelt;» leg ik een ragoutsaucijsje, en op de dop, erwten en spersieboonen een opgerold (h leljo ansjovis, terwijl ik tussehen do hoop* jes groente ook nog om en om ragouts, saucijsjes en filetjes ansjovis'leg. De kalfj tong-reepjes, die in liet midden der sclio* tel liggen5 als slapende in ec-n bloemperk, bestrijk ik met een dikken laag mayon naisesaus. Bij het opdienen zijn de ge bakken eieren „met de Italiaansche saus' en de „Maltezer Salade" het eerst o,an de beurt. Nu do hutspottafel waardig ge-, maakt, do -puré nog eens opgeklopt me! de bouillon, waarin het vleesch getrok ken is,en op de helft van den schotel gelegd! Strijk de puré op de helft van den schotel schuin met een tafelmes.Dan worden schuin voor de pure de gaargekookte schijfjes uien en wortelen gelegd. Nu snij ik hef klapstuk aan dunne schijven en garneer die op de scheiding der puré en der uien; alsook op de scheiding van uien en wor telen, zóó, dat het klapstuk schuine strepen' vormt over den schotel. Schép in een sauskom wat bouillon en dien den schotel op. Nu rest ons nog de Sneeuweieren a la Polignac". Leg do gekookte sneeuir-i eieren in liet midden van een taiiyrfri- pjgen schotel, ieder op een klein rond be schuitje, geweekt in do melk, waarinda eieren zijn gekookt. De crème doe ik in een spuitzakje, of een papieren peperhuisje en décoreer eenige puntjes crème op ieder der sneeuweieren, en dien ze op. Luier-vei telt ge mij wel eaa-s of het goed; gesmaakt heeft, nietwaar dames- Voor Kuis en Hof! WAT ELKE MAAND TE DOEN HEEFT. (Ie helft Februari). Februari, de maand, waarin de werkt zaainheden buiten vterden hervat. "Wan-, neer het althans niet te zeer nog wintert Van ouds achtte men het voor den land bouw nuttig, dat de vorst zich in' fe dagen wat terughoudt, do lucht méér trokken is. In den volksmond leven do weèrrijmpjes: Als Lichtmis (2 Febr.) in het donker i hulst, Dan lacht het boertje in zijn vuist. Geeft Lichtmis klaverblad, Paschen dokt met sneeuw het pad. Lichtmis donker, De hoer een jonker. De imker (bijenhouder) ""heeft echter in de eerste dagen van Februari gaarne hel der weer: Lichtmis helder cn klaar, Geeft een goed bijenjaar. Waarom? Omdat de bijen, die zoolang in korf of kast opgesloten zaten, hij der weer een reinigingsvlucht lui «men den, zich van de overtollige stoffen nen ontdoen, -zoodat het hijenvolk in den, gezonden staat blijft. Bij weer komen dus de werkzaamheden, vooé al in dit voorjaar, want in den herfst van 't vorig jaar was alles laat; liet rooien van aardappelen, voederbieten cn knolrap- geschieden later dan ooit. Met de bem<* ting kwamen velen, ook door den vr invallenden winter, niet klaar. Vie u sluitend kunstmest aanwendt, gebrw 1 per Hectare de volgende hoeveelheden, grootste hoeveelheid op grond in slecn» toestand, do kleinste op grond in g°e heinestingstoestandbij a ar d a-PP f 500-700 K.G. patentkali, 800—JOOU a slakkenmeel; bij mangelwori j 1500—2000 K.G. kainiet, 1000-2000 kalk en 10001200 K.G. slakkcmuu1 koolrapen 120O—1800 K.G. ka 1000-1500 K.G. kalk en lOOO-l^^ slakkenmeelop grasland SU

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1924 | | pagina 12