ITweede Blad Woensdag 30 Januari 1924 BINNEMLflESU Een Staatsgreep in Nederland Een verzinsel. Een EL N.-tcIegram uit Weenen meldt: Het sociaal-democratisch parlementslid IZelenka heeft in de volksvertegenwoordi ging een reeks mededeelingen gedaan, die grooto sensatie hebben gewekt, doch als volkomen ongeloofwaardig worden be schouwd. Hij beweerde o.a. dat Mr. Zim-. merman twee werklieden uit bet Oasten- rijksche zoutbedrijf bij zich had. ontbodén om zich over den stand van zaken in do zout-industrie te laten inlichten. Hij zou deze arbeider? echter naar Nederland hefr- -hen gezonden om daar aan de Nederland-; scho regeering mededeelingen te verstrek-; kon omtrent een staatsgreep, die in Neder-: land zou zijn voorbereid. Zelenka beweerde' verder, dat deze twee Oostenrijkers in con tact zouden zijn gekomen met een bloed-; yenvant van Koningin Wilhehnina. Mr. Zimmerman heeft aanstonds officieel laten verklaren,, dat van de geheel© ge schiedenis geen woord waar is, niettemin hebben Zeienka's beweringen fe meer in druk gemaakt, omdat bij de voorzitter is van den'bond van sociaal-democratisch Overheidspersoneel.. Uit het meubelbedrijf. Collectief contract. Op een in Den Haag gehouden confe- rentio van vertegenwoordigers van den Bond van Meubelfabrikanten in Neder land, den Algera.. Bond van Meubelfabri kanten in Nederland en den Nederï. Bond van Behangers- en Meubelmakerspatrooris en die van de betrokken moderne, Christe lijke en R.-K. arbeidersorganisaties, zijn besprekingen gevoerd over liet sluiten van 'een collectief contract voor 1924/1925. Do besturen der patroonshonden deelden mee, prijs te stellen op de totstandkoming van een nieuw contract, maar vroegen van d.e werknemers concessies ten aanzien van de Volgende punten: medewerking tot het verkrijgen van overwsrkvergunningen in tien ruims ten zin des woords, tot verlaging van do productiekosten; opheffing van den bijslag voor overuren; het laten vervallen van de doorbetaling van do vacantiedagen; "loonsverlaging van een vast gelijk bedrag voor allo gemcenteklassen en groepen; in óverleg met do commissie van werkgevers do arbeidsvoorwaarden vast te stellen, doch bet loon plaatselijk door de betrokken werkgevers en werknemers onderling te laten regelen.. Do besturen van de arheidersorganisa- ties hebben gezegd, dat zij zich daaromtrent ■Mets uitlieten, voordat de werkgevers liun voorstellen hadden geformuleerd. Duitsche dienstmeisjes. Steeds meer ver trek kondon. Naar raen uit Enschedé, meldt, is Let in de Nederlandsche grensplaatsen góed merkbaar, dat iedere week meer Duitsche dienstmeisjes ons land weer verlaten. Som migen schatten het aantal meisjes, dat sedert Nieuwjaar ons land heeft verlaten, .op 5000, anderen mcenen zelfs, dat er wel 10.000 teruggekeerd zijn. Hqewel dit laat ste getal misschien wel wat overdreven is, is het toch een feit, dat de stroom weke lijks groofer woTdt, hetgeen in verband met (1e stabilisatie van do iuark begrijpelijk is. Denkt men daarbij aan de verhooging der 'paskosten, dan is voor do Duitschers een verblijf in ons land niet meer zoo aanlok kelijk als korten tijd geleden in do billioe- nenperiodc. Hef Bewaarschool-onderwijs. In den Utrechlschen Raad is lang ge sproken over het bewaarschool-onderwijs mede in verband met het régeerings- bcsluit, waarop wij gisteren in een drie- - star wezen. Door een .Katho liek en Chr.-Hist. lid werd de volgende motie ingediend: lo. B. en W. uit te noodigen ten spoe digste een regeling van het fröbelonderwijs le ontwerpen en bij den Raad in to die nen, waarbij, de Gemeente zich niet verder met het doen geven van dat onderwijs be last, doch de besturen, bedoeld in art. 97 der wet op het L. O. 1920, alsmede de be sturen van andere rechtspersoonlijkheid bezittende instellingen en vereenigingon, die fröbelonderwijs doen geven,, op gelij ken vtc" subsidieert mits dat onderwijs voldoet aan door den Raad vast te stellen cischen. 2o. B. on W. te machtigen, de gehouwen van het bestaande fröbelonderwijs, dosge- wenscht met inventaris en leermiddelen aan bovenhedóeido besturen op billijke voorwaarden te verhuren. Op voorstel van den voorzitter wordt be sloten dit voorstel op nader te bepalen dag en wel tegelijk met do voordracht van B. en "W. inzake de tojreffert onderwijsrege- ling te behandelen. t STATEN-GEWERAflL TWEEDE KAMER. Vergadering van gisteren Irterpellatie-Post-, Chèque- en Girodienst. Voortgegaan wordt 'niet de behandeling der -interpellatie-Boon-omtrent de werking van den Post-chèque- en Girodienst en de stopzetting van dat .bedrijf. Mej. Van Dorp (Lib.) wil niet spre ken 'over de vraag vaif centralisatie en de centralisatie, maar meer over. do vraag, hoe wij uit deii chaos kunnen geraken. Zij wenscht een postzegel voor den giro inde voeren en verlaging van de rentevergoe ding. Hef lagere personeel heeft naar spr.'s meening zijn best gedaan, maar de leiding deugde niet. Den Minister treft ook veel schuld, omdat hij zich liet sus sen met onvoldoende mededeelingen van de justitie. Spr. betoogt verder dat de stopzetting al 2 millioen gulden Iieeft gekost. Gemis van goede lijn eh toezicht heeft ontbroken en geschooldheid in het bedienen, der pons-machines eveneens. Aan het slot barer rede dient spr. een motie in, waarin wordt betreurd, dat nóg steeds do stopzetting voortduurt met ern stige gevolgen daaraan verbonden, en waarin word gevraagd onverwijld hulp in te Toepen van ter zake van mechanisatie van het bedrijf en bedrijfstechniek des kundigen. De heer Oud (V.D.) meent dat do hou ding des Ministers niet gelukkig is. Al heeft de Minister zich laten bedotten door zijn ambtenaren dan blijft hij nog ver antwoordelijk voor den gang van zaken. Terecht heeft do heer Rutgers gezegd dat door de crisis do ministeri'celo verant woordelijkheid heeft geleden.. De heer Krij g e r (G H.) interrum peert. TJ is bezig de Kamer te bedotten. De heer Oud" (V.D.) protesteert tegen dio mtermmptie. De Voorzitter vraagt den hoer Krijger of hij zich nader wil verklaren.; Do heer K r ij g e r (C.-H.) zegt allepn de uitspraak van den heer Rutgers te hebben willen tegenspreken. Do Voorzitter: Heeft u het woord „bedotten" gebruikt Da heer K r ij g e r (G.-H.) zegt dat wel gebruikt le hebben maar reeds een iiitleg te hebben gegeven. Do heer Oud (V.D.) zal er maar niet verder op ingaan. De heer Krijger moet dat maar met den heer Rutgers uitvechten Spr. betoogt dat decentralisatie meer in het belang van het publiek is maar het is do Vraag of zij wel houdbaar is. Do chaos is te betreuren omdat men daarin één argument tegen centralisatie ziet en dit is onbillijk. Over do ïento is het moeilijk te beslis sen. Bij lagere rente wordt de omzet klei ner, hij hoogere rente grooter. Dé bedoe ling "schijnt te zijn geweest om de bedra gen bij den dienst zoo hoog mogelijk op te voeren, en dat acht hij niet geheel juist. Men moet den giro-dienst girodienst laten en niet tot depositodienst maken. In die richting wordt evenwel niet ge werkt. Een algemeen giro-bedrijf is, in ons land noodig en do heer van Tienliovén heeft dat al verdédigd, zelfs als staatsbe drijf, mits do girodienst niet deposito- dienst zij. De heer Schouten (A.-R.) acht van belang wat cr in de toekomst zal gebeuren met dezen dienst. Do Kamer acht hij niet het aangewezen lichaam om over het vraagstuk der centralisatie te heslissen. De praetijk en de insiders hebben te he slissen. Over de rentevergoeding en de ta rieven valt theoretisch.te praten, maar zij houden onderling verhand met elkaar en de minister heeft daarover een beslis sing te nemen. Spr. vraagt den minister het advies der commissie ad hoe te publi- ceeren, opdat de Kamer op de hoogte wordt gebracht. Al deze onderwerpen houden verband inët elkaar en niet incidenteel dient daar over heslist te worden. Aan de motie-Boon kan hij daarom zijn stem niet geven, evenmin als aan die van mej. van Dorp, die de Kamer een beslissing wil laten ne men, die buiten haar capaciteit valt. De heer Mar chant (V.D.) wenscht nog een enkel woord toe te voegen aan het betoog van den hod* Oud. Spreker constateert verder, dat het Girobedrijf een prachthedrijf is ge weest en geen bank kan er over denken daartegen to concurreeren. Het bedrijf dient daarom hersteld te worden fn den ouden bloei. Alles is bedorven door twee fouten, n.l. door alles gratis te geven en door'de onbeholpen organisatie. De belas tingbetalers moeten nu het gat stoppen. Het komt niet doordat het bedrijf een overheidsbedrijf is. De keuze der leiders was font. Er zijn in het bedrijt krachten té vinden dio'voldoende op de hoogte zijn en het was niet noodig van buiten krach ten tb betrekken. Spr. keurt liet goed dat de Minister openlijk erkent dat hij bedot is. Maar dat is niet voldoende. Spr. moet waarborgen hebben dat hij niet meer be dot zal worden. Bij de P.T.T. kunnen, vol gens inlichtingen die spr. kreeg, wel 2000 a 3000 ambtenaren gemist worden. Hoe denkt do Minister het gansohe bedrijf op pöoten te zetten? Spr. wenscht op die. vraag een 'duidelijk antwoord. De Minister van Waterstaat, de héér Van S w a a 7 beantwoordt de sprekers. Hij blijft hetoogen, dat sluiting onvermij delijk was en dat werken met blanco re keningen niet mogelijk was. De rekening houders hadden geen lust gehad met blanco rekeningen te beginnen, terwijl zij grooto bedragen op den giro hadden .staan, Een dubbele dienst ware in elk ge val noodig gpweest. Er is meer personeei in dienst maar dat is omdat het uitzoeken der fouten veel personeel eisclit. Bij een goede centralisatie zouden 700 ambtenaren noodig zijn. Van de rekeningen hoven 100.000 12 duizend zijn er 9278 te rug-ontvangen waarvan 8433 cr goed zijn, 514 niet goed, en do rest kleine verschil len opleveren. Slechts 117 leverden groo- tero verschillen. De motie-Boon heeft weinig nut. Abso lute zekerheid kan .niemand geven, zelfs niet hij terugkeer tot decentralisatie. Spr. heeft niet eerder ingegrepen om dat hij niet genoeg gegevens had. Hij kan het publiek niet inlichten omdat hij zelf geen gegevens had. Spr. is ten volle verantwoordelijk maar hij heeft om te be ginnen de erfenis van zijn voorganger moeten overnemen. (Geroep: En dié werd directeur-generaal 1) Hij is door de sala risregeling gebonden en kan voor de sala rissen niet de krachten krijgen die hij noodig heeft. (Geroep: Och kom: u kunt daarbuiten gaan!) Het doet spr. genoegen dezo interrup tie te hooren. Het is voor het eerst dat hij die opvatting hoort. Voor de rekeninghouders heeft de Re geering gedaan wat zij kon. Zij heeft de gelegenheid geopend om geld terug te ont vangen. Het was onmogelijk dit te doen zonder goede waarborgen. Achteraf is het gemakkelijk te zeggen, dat do Regeering eerder had moeten ingrijpen, maar de "toestand in de eerste dagen was zeer in gewikkeld. De motie-van Dcrp acht spr. ook over bodig omdat hij de adviezen der Commis sie wil afwachten. Moties zijn daarom thans van geen nut. De heer Boon (V.B.) dupliceert. Hij wijst op do beslissing van de Haagsche Rechtbank, die den Staat in hetongelijk heeft gesteld en heeft veroordeeld tot 5 pet. rentevergoeding. De Minister moet nu niet al le optimistisch zijn. Hij hoopt her opening binnen eenige weken; spr. stelt dat eenige op ten hoogste vier, maar het is onmogelijk om den dienst over vier we ken te heropenen. De Minister wordt nog bedot of bedot zichzelf. Als hij een goede kracht voor directeur-generaal kon krijl gen, zou "hij stellig liet noodige salaris daarvoor kunnen krijgen. Spr. trekt zijn motie in nu de Minister heeft toegezegd dat hij de Kamer zal in lichten over de adviezen van de Commis sie. De heer March anti (V.D.) dient een motie in,, waarin de Kamer uitspreekt, dat onvoldoend© organisatie en beheer in het bedrijf der P.T.T. is gebleken en do Re geering wordt nitgenoodigd de noodige maatregelen te nemen voor hetere organi satie en beheer. De lieer Schaper (S.D.) begrijpt niet wat dezo motie wil. De heer Nolens (R.-K.) vindt dat er niets in die motie staat. De gansche inter pellatie bedoelde verbetering te bplelten. Dat behoeft nog niet eens in een motie gezegd te worden. De heer Boon (V.-B.) acht de motie ook overbodig. De lieer Marchant (V.D.) zegt dat hij wil constateeren dat de desorganisatie bij. den giro een symptoom is van desor ganisatie hij de P.T.T. en dat spreekt do motie uit. De Minister zegt dat de motie- Marchant te ver gaat en buiten de inter pellatie loopt over het geheele bedrijf der P.T.T. Dat behoort bij do P.T.T.-begroo>- ting thuis. Mej. Van Dorp (Lib.) trekt baar mo tie ia. De motie-Marchant wordt verworpen met 49 tegen 16 stemmen. Vóór sociaal- en Vrijzinnig-demoeraten. De vergadering wordt verdaagd tot he- Do Kamerleden van de Bilt, Troelstra en Sehreurer, woonden gister wegens on gesteldheid do KamorzitU.cg niet bij. UIT OE OMGEVING ALPHEN AAN DEN RIJN. R. K. Huisv.-Comité. Het bestuur maakt bekend, dat 12 Febr. een transporttrein teruggaat naar Duitse h- land. Kinderen, die daarmede zullen terug reizen, moeten vóór 5 Febr. worden opge geven bij den secretaris, den heer J. B. v. Halderen, v. Mandersloosfcraat 42. Tevens ia heden ook de wagon levens middelen en kleeding verzonden naar Duitócliland, inhoudende een gewicht van 5000 K.G., hetwelk in dezen kring is ver zameld. Uit Alp hen aan den Rijn: 575 K.G. le vensmiddelen, ?3Q K.G. aardappelen, 50 K.G. kaas, benevens 45 pakken kleed ing. Uit Nieuwveen: 88 V* K.G. levensmidde len, 180 K.G. aardappelen, 10 pakken klee ding. Uit Ter-Aar: 735 K.G. ingemaakte boo- nen, 200 K.G. tarwe,' 140 K.G. aardappe len, en 2 pakken kleeding. Uit Zevenhoven: 100 K.G. levensmidde len (voor do Priesters), 580 K.G. levens middelen, 25 K.G. Kaas, 3 pakken kleeding. Uit Aarlanderveen: 730 K.G. levensmid delen. 1 pak kleeding voor Duitscho Pries ters, 8 pakken andere kleedingstukken, he nevens bij de inzameling nog ontvangen f95 voor hetzelfde doel. Alsook uit Zevenhoven: f 11, waaronder f 5 voor de Duitsche Priesters. Naar aanleiding van het bovenstaande, zegt het bestuur aan allen, die aan deze inzameling hebben medegewerkt en hun gaven hebben beschikbaar gesteld, liarte- telijk dank. Het resultaat is werkelijk ho ven verwachting geweest. Het bestuur ont ving deze week nog een aanvraag om aan zes kinderen een plaatsje te geven, allen tusschen 4 en 10 jaren, uit Duitschland af komstig. "Wie ontfermt zich over één dezer? Zeer gaarne wordt opgave daarvan te gemoet gezien vóór 15 Pebr. a.s. Deze kin deren komen begin Maart naar Holland. HAZERSW0UDE, R, K. Land- en Tuinbouwbond. Maan dag Ll. kwamen de leden van genoemden bond om 9 'aur bijeen in de. parochiekerk uct H.H. Engelbewaarders, om ouder H. Mis voor de levende en overledene leden Gods zegen af te smeeken over do vereeni-' ging, waarna, men zich begaf naar de jaar vergadering. Na opening met den christe- lijken groet heette ;ic voorzitter de aanwe zigen haTtelijk welkom, ofschoon hij zijn leedwezen, moest betuigen over de minder talrijke opkomst dei* leden. Als het verslag der vorige vergadering was goedgekeurd, en het batig saldo van dc rekening en ver antwoording van d!en Penningmeester aller goedkeuring had verworven, bracht de se cretaris eeri, beknopt verslag uit over do werkzaamheden der vereeni ging in het af- geloopsn jaar, gevolgd door hetzelfde van! de groep „melkveehouders'"' waartoe slechts 22 leden behoorden. De jaaxlijksche con tributie der leden van f 4.bleef gehand haafd, gelijk de twee aftredende bestuurs leden N. P. Kaptein en F. Kempen mot bijna algemeene stemmen werden herko zen. Alsnu werd door den voorzitter mode- gedeeld, dat het bestuur in het belang der leden de afdeeling had aangesloten bij da actie der commissie van do slachtvarkena- verzekeiing ju Noord- en Zuid-Holland, waarna de secretaris verslag uitbracht van de daartoe gehouden vergaderingen te Amsterdam en Gouda; mét oen krachtda dig woord werden alle ledén aangespoord allen zonder ééne uitzondering zich hiertoe op te geven bij J. v. S aas sen. of R.. v. Vliet, wijl men hierdoor niet de ruinste risico op zich neemt, doch alleen voordeel be haalt. Bij de rondvraag bemerkte X B. Wesse- lingh Sn, dat de secretaris te bescheiden was. geweest in zijn jaarverslag over de grootwerkzaamheid van heb bestuurt Dib was eene schooae aanleiding voor den Geest el. Adviseur om de leden naa te spo ren meer-mot het bestuur .mede to werken daar het voor 'het* bestuur ontmoedigen/a was, dat o.a. zoo weinig leden toetraden tob den melkveehoudrsbond; met warme woorden bepleitte Z-Eerw. hoe eendracht macht maakt, en Kot niet aanging om maar enkele leden te laten werken om eene gowensckte prijs to laten bewerken voor do melk, en dan zelf zijn hand op zijn zak te houden, terwijl dit toch. oan algemeen belang was voor alle leden, waarom hij d-en wensch uitsprak, dat de leden dit voortaan beter zouden begrijpen, en een parig, door allen lid te worden van den Melkveehoudersbond, zouden medewerken om met elkander op te trekken en met el kander de kosten to bestrijden. Met eenj dankwoord voor aller tegenwoordigheid f sloot daarna, de voorzitter do vercraideriag. F.CELOFARENDSVEEN. Zeilvereenifjing. Zondagavond hield de zeilvereeniging „Brasemermeer" in het café van den heer v. d. Geest alhier haar jaarL ledenvergadering. De voorz., de heer v. d. Meer, opende de vergadering en heette alle aanwezigen van harte welkom. Spr. moest tot zijn spijt constateeren, dat slechts weinigen gevolg hadden gegeven aan de uitnoodigmg, want slechts 26 leden, waar onder het bestuur, vulden de vergaderzaal. Hierna werden door den secr.. den heer Wesselman, de notulen van de vorige ver gadering gelezen, welke onveranderd wer den vastgesteld. Vervolgens bracht liij eeu keurig jaarverslag uit, waaruit de bloei Van de vereeniging bleek. Een 3-tal wed strijden waren in het afgeloopen jaar ge houden, welko alle goed van stapel zijn ge- loopen. Het bestuur breidde zich tenge volge van de vele werkzaamheden uit en de vereeniging werd in 'n anderen naam omge doopt. Het jaarverslag werd onder dank aan den secr. met applaus goedgekeurd. De heer v, d.. Meer deed rekening en verantwoording van zijn gevoerd beheer; de ontvangsten bedroegen f 658.95 en de uitgaven f 807.39, alzoo een nadeelig saldo van f 148.44. Dit nadeelig slot was door een goedgunstig lid gedekt, waarvoor do Voorz. den gullen gever nogmaals dank bracht. De vergadering beantwoordde de zen dank door een applaus.. Do Voorz. dankt den heer v. d. Meer voor z'n gevoerd beheer en wees de heeren J. van der Zwet en X Verdel aah tot het nazien van de boe ken en bescheiden van den penningm. Beide heeren namen deze benoeming aam Hierna werd aan de orde gesteld: verkie zing van drie leden wegens periodieke af treding van do heeren Verhaar, Wessel man en v. d. Meer. De lieer Gortzak stelde voor deze heeren weer bij acclamatie to be noemen, hetgeen onder applaus werd aan genomen. .De aftredende heeren namen FEUiS.LETÖM VOGELVRIJ. "VVaro schetsen uit Fransche familie archieven 24) Be bedelaar bleef staan en luisterde, in de hoop dat misschien het knarsen Van een deur, het blaffen van een hond of iets dergelijks, het .huis zou aanwijzen, dat de vervolgde binnentrad. Maar heizij deze de weide al over over was of -een afgele- gen schuilplaats liad gezocht, of dat hij al vroeger de noodige maatregelen had genomen om stilletjes in een huis te ko men de spion verkreeg niet do minste aanwijzing. Omdat hij desondanks do ver volging niet wilde opgeven, sprong hij eveneens over een hek en liep op goed ge luk door in de verwachting, dat het toe val hem weer op het spoor zou brengen. Maar nauwelijks had hij honderd schreden ver geloopen, toen hij bij zijn kraag werd gepakt. „Wien zoek je?" riep een bekende stem hem toe. Pardon'" stortterde do schurk. «Jij, schoft, nu smeek je om genade, oniöal er geen gendarmen hij de hand rijn, die je beschermen. Waarom vervolg J^mij? Om mij aan te klagen, niet waar? én tegelijk de brave menschen in het on geluk te storten, die mij met levensgevaar éen schuilplaats verleenen? Maar voor je vak ben je nog niet slim genoeg; ik wist !'eeJ goed, dat je mij volgde en nu heb ik je!" Bij deze woorden schudde de pries ,er rijn gevangene flink heen en weer, óm som de kracht van zijn arm te laten voe len. „Als ik wilde", zei bij toen, „zou je niet levend uit pijn handen komen; maar je bent mij te min, cm je te behandelen zooals je verdient. Maar Iet goed op mijn raad: het is nu do tweede keer, dat ik je hij het spioneeren betrap; laat het niet voor een derden keer gebeuren! want dan zou ik mijn geduld wel een3 kunnen ver liezen. En nu weg met je!" Toen de schurk bemerkte, dat hij vrij gelaten was, verwijderde hij zich zoo vlug als zijn voeten hem konden dragen; maar in zijn binnenste woedde een storm van haat en wraakzucht, en hij was vas ter dan ooit besloten, den priester in Het verderf te storten. Drie dagen later vinden wij hem in een. herberg te Rocquotoire aan een met fles- schcn. en glazen bedekte tafel. Tegenover hem zat een jonge man in de kleeding van een rijken pachter. „Je bent dus niet uit het dorp?" vroeg deze. „Neen, burger; maar ik kom hier toch. iedere week". „Dan moet je het wel goed kennen!" „Even goed als mijn woonplaats". „Je schijnt niet bijzonder rijk te zijn?" „Ach, burger, alles is' zoo duur en men doet in deze ellendige streek niets voor een goed patriot". „Dan zou je wel niet kwaad worden, als je een goudstuk kon verdienen?" „Een goudstuk? Ik dacht, dat er alleen nog maar zilverbons bestonden. Zijn er werkelijk nog goudstukken?" „Voor hen, die ze weten te verdienen, zijn er altijd nog genoeg aanwezig". „Geef dan maar op en zeg, wat ik moet doen „Een oogenblikje! Alles móet eerst verdiend zijn. Als je mij naar wensch helpt, zul je niet slechts een maar twee zelfs vier goudstukken hebben". „Laat eens hooren! Ik zou niet weten, wat ik voor vier goudstukken niet deed,als het ten minste niet de redding van een vroeger en priester of van een aristocraat betreft. En ten slotte", ging hij voort, ter wijl hij met zijn oogen knipte en zijn ge zicht tot een kwaadaardigen glimlach vertrok, „zou men ook dat kunnen; want u begrijpt, dat na de ontvangst der vier goudstukken niets mij belet, om te doen wat ik wil". „Ik zie", zei de andere, „dat je de aris tocraten evenmin moogt lijden, als ik en dat treft prachtig; want je moet mij juist helpen tot de gevangenneming van twee aristocraten". „Hm! er zal toch niet veel gevaar mee verhonden zijn?" „Volstrekt niet; je behoeft mij alleen maar te vertellen, waar zij zijn; de rest neem ik op mij." „Ik ben tot uw dienst; laat eens hoo ren!" „Heb je in de laatste dagen geen nego- tielui gezien, die streek afliepen?" „Voor ongeveer acht dagen ben ik er twee tegengekomen, die ongeveer dertig jaar konden zijn. De eene was groot en breed geschouderd, mot blond haar en een bruin pak, terwijl de andere een beetje kleiner was, zwart haar had en een blauw pak droeg". „Zoo is het. Dat zijn verkleede aristo craten, teruggekeerde emigranten. Nu moeten wij oppassen, dat zij niet meer ontsnappen. Ik vermoed dat zij bij den pachter Wentel zich verborgen houden". „Ongetwijfeld zijn.zij daar. Hoor maar: voor drie dagen heeft de vroegere pastoor Bartet bij Durlens te middernacht de H. Mis gelezen. Ik was op de loer gaan lig gen, om te zien, wie van daar terug kwam en toen is Wentel met twee vreemdelingen mij voorbijgeloopen. Weliswaar herkende ik in hen de twee kooplui niet, en het ergerde mij dat ik niet wist, wie ik voor mij had, vooral omdat zij tegen de repu bliek samenzweexden. Maar nu ben ik overtuigd, dat zij hét waren. Dus moeten zij zich nog hij Wentel ophouden". „Wat je mij vertelt, versterkt mij wel in mijn vermoeden, maar het stelt mij niet tevreden. Die verstokte aristocraten hebben duizend middelen en wegen om zich te verbergen; ik wil echter zeker zijn, hen in mijn macht te krijgen. Bedenk het wel, als men in een huis een onderzoek zou instellen zonder hen te vinden zou den zij den volgenden dag al mijlen ver weg zijn. Hoe moet men het dus aanleg gen, om hen te betrappen?" Da bedelaar scheen na te denken. „Ik zal eens zien", zei hijmen is mij op de Esschenhoeve niet bijzonder genegen.... krijg ik ook mijn vier goudstukkken als ik hem gevangen laat nemen-" „Dat ia niet eens noodig, je behoeft mij alleen met zekerheid op te geven, dat zij hij Wentel zijn, en je zult je geld heb ben". „Goed, burger! Ik zal het wel achter halen. Waar tref ik u weer?" „Ik zou niet willen, dat mijn aanwezig heid hier ruchtbaar werd en zal eerst een wandeling naar het nahijzijndo dorp ma ken. Je zult mij in Racquinghem treffen". „Afgesproken1- Ik zal in de herberg op den hoek van het plein komen". De bodelaar verwijderdo zich. Zijn oogen fonkelden, als hij aan de vier goud stukken dacht en hij begon op zijn Vin gers uit te rekenen, hoeveel livres dat uit maakte. Hij kwam tot het getal zes en negentig. „Zes en negentig livres", rede-' neerde hij, „dat zijn er bijna honderd. Als ik het geluk had nog eon paar van. zulke zaakjes te doen, dan zou ik spoedig een rijk man zijn. Vier goudstukken? ba~s1 honderd livres? En nog bovendien het genoegen, twee aristocraten naar do guil lotine to sturen 1 Leve de republiek, do eene en ondeelbare republiek' Zes en ne» gentig livresl Er ontbreekt niets mooi aan, als den priester Bartet -gevangen t€ zien nemen: maax geduld, dat beleef ik ook nog wel!" Intusschen was hij op de Esschenhoeve aangeland. Zoodra do pachtersvrouw lmra bemerkte, gaf zij hom spoedig oen stuk brood en sloeg de deur voor zijp neus dicht. In hetzelfde oogenhlik kwam ook Wen tel aangeloopen en zag, dat de bedelaar naar alle kanten rondkeek. „Zeg eens jij, begon hij, „maak, dat je uit deze gemren- to komtl Wat zoek je bmr? Hier zijn goen priesters aan te klagen!" En hij palta hem hij zijn kraag en gooide hom de hoeve af.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1924 | | pagina 3