ITweede Blad
Woensdag 30 Januari 1924
BINNEMLflESU
Een Staatsgreep in Nederland
Een verzinsel.
Een EL N.-tcIegram uit Weenen meldt:
Het sociaal-democratisch parlementslid
IZelenka heeft in de volksvertegenwoordi
ging een reeks mededeelingen gedaan, die
grooto sensatie hebben gewekt, doch als
volkomen ongeloofwaardig worden be
schouwd. Hij beweerde o.a. dat Mr. Zim-.
merman twee werklieden uit bet Oasten-
rijksche zoutbedrijf bij zich had. ontbodén
om zich over den stand van zaken in do
zout-industrie te laten inlichten. Hij zou
deze arbeider? echter naar Nederland hefr-
-hen gezonden om daar aan de Nederland-;
scho regeering mededeelingen te verstrek-;
kon omtrent een staatsgreep, die in Neder-:
land zou zijn voorbereid. Zelenka beweerde'
verder, dat deze twee Oostenrijkers in con
tact zouden zijn gekomen met een bloed-;
yenvant van Koningin Wilhehnina.
Mr. Zimmerman heeft aanstonds officieel
laten verklaren,, dat van de geheel© ge
schiedenis geen woord waar is, niettemin
hebben Zeienka's beweringen fe meer in
druk gemaakt, omdat bij de voorzitter is
van den'bond van sociaal-democratisch
Overheidspersoneel..
Uit het meubelbedrijf.
Collectief contract.
Op een in Den Haag gehouden confe-
rentio van vertegenwoordigers van den
Bond van Meubelfabrikanten in Neder
land, den Algera.. Bond van Meubelfabri
kanten in Nederland en den Nederï. Bond
van Behangers- en Meubelmakerspatrooris
en die van de betrokken moderne, Christe
lijke en R.-K. arbeidersorganisaties, zijn
besprekingen gevoerd over liet sluiten van
'een collectief contract voor 1924/1925. Do
besturen der patroonshonden deelden mee,
prijs te stellen op de totstandkoming van
een nieuw contract, maar vroegen van d.e
werknemers concessies ten aanzien van de
Volgende punten: medewerking tot het
verkrijgen van overwsrkvergunningen in
tien ruims ten zin des woords, tot verlaging
van do productiekosten; opheffing van den
bijslag voor overuren; het laten vervallen
van de doorbetaling van do vacantiedagen;
"loonsverlaging van een vast gelijk bedrag
voor allo gemcenteklassen en groepen; in
óverleg met do commissie van werkgevers
do arbeidsvoorwaarden vast te stellen, doch
bet loon plaatselijk door de betrokken
werkgevers en werknemers onderling te
laten regelen..
Do besturen van de arheidersorganisa-
ties hebben gezegd, dat zij zich daaromtrent
■Mets uitlieten, voordat de werkgevers liun
voorstellen hadden geformuleerd.
Duitsche dienstmeisjes.
Steeds meer ver trek kondon.
Naar raen uit Enschedé, meldt, is Let
in de Nederlandsche grensplaatsen góed
merkbaar, dat iedere week meer Duitsche
dienstmeisjes ons land weer verlaten. Som
migen schatten het aantal meisjes, dat
sedert Nieuwjaar ons land heeft verlaten,
.op 5000, anderen mcenen zelfs, dat er wel
10.000 teruggekeerd zijn. Hqewel dit laat
ste getal misschien wel wat overdreven is,
is het toch een feit, dat de stroom weke
lijks groofer woTdt, hetgeen in verband met
(1e stabilisatie van do iuark begrijpelijk is.
Denkt men daarbij aan de verhooging der
'paskosten, dan is voor do Duitschers een
verblijf in ons land niet meer zoo aanlok
kelijk als korten tijd geleden in do billioe-
nenperiodc.
Hef Bewaarschool-onderwijs.
In den Utrechlschen Raad is lang ge
sproken over het bewaarschool-onderwijs
mede in verband met het régeerings-
bcsluit, waarop wij gisteren in een drie-
- star wezen.
Door een .Katho liek en Chr.-Hist. lid
werd de volgende motie ingediend:
lo. B. en W. uit te noodigen ten spoe
digste een regeling van het fröbelonderwijs
le ontwerpen en bij den Raad in to die
nen, waarbij, de Gemeente zich niet verder
met het doen geven van dat onderwijs be
last, doch de besturen, bedoeld in art. 97
der wet op het L. O. 1920, alsmede de be
sturen van andere rechtspersoonlijkheid
bezittende instellingen en vereenigingon,
die fröbelonderwijs doen geven,, op gelij
ken vtc" subsidieert mits dat onderwijs
voldoet aan door den Raad vast te stellen
cischen.
2o. B. on W. te machtigen, de gehouwen
van het bestaande fröbelonderwijs, dosge-
wenscht met inventaris en leermiddelen
aan bovenhedóeido besturen op billijke
voorwaarden te verhuren.
Op voorstel van den voorzitter wordt be
sloten dit voorstel op nader te bepalen dag
en wel tegelijk met do voordracht van B.
en "W. inzake de tojreffert onderwijsrege-
ling te behandelen. t
STATEN-GEWERAflL
TWEEDE KAMER.
Vergadering van gisteren
Irterpellatie-Post-, Chèque- en
Girodienst.
Voortgegaan wordt 'niet de behandeling
der -interpellatie-Boon-omtrent de werking
van den Post-chèque- en Girodienst en de
stopzetting van dat .bedrijf.
Mej. Van Dorp (Lib.) wil niet spre
ken 'over de vraag vaif centralisatie en de
centralisatie, maar meer over. do vraag,
hoe wij uit deii chaos kunnen geraken. Zij
wenscht een postzegel voor den giro inde
voeren en verlaging van de rentevergoe
ding. Hef lagere personeel heeft naar
spr.'s meening zijn best gedaan, maar de
leiding deugde niet. Den Minister treft
ook veel schuld, omdat hij zich liet sus
sen met onvoldoende mededeelingen van
de justitie.
Spr. betoogt verder dat de stopzetting
al 2 millioen gulden Iieeft gekost. Gemis
van goede lijn eh toezicht heeft ontbroken
en geschooldheid in het bedienen, der
pons-machines eveneens.
Aan het slot barer rede dient spr. een
motie in, waarin wordt betreurd, dat nóg
steeds do stopzetting voortduurt met ern
stige gevolgen daaraan verbonden, en
waarin word gevraagd onverwijld hulp in
te Toepen van ter zake van mechanisatie
van het bedrijf en bedrijfstechniek des
kundigen.
De heer Oud (V.D.) meent dat do hou
ding des Ministers niet gelukkig is. Al
heeft de Minister zich laten bedotten door
zijn ambtenaren dan blijft hij nog ver
antwoordelijk voor den gang van zaken.
Terecht heeft do heer Rutgers gezegd dat
door de crisis do ministeri'celo verant
woordelijkheid heeft geleden..
De heer Krij g e r (G H.) interrum
peert. TJ is bezig de Kamer te bedotten.
De heer Oud" (V.D.) protesteert tegen
dio mtermmptie.
De Voorzitter vraagt den hoer
Krijger of hij zich nader wil verklaren.;
Do heer K r ij g e r (C.-H.) zegt allepn
de uitspraak van den heer Rutgers te
hebben willen tegenspreken.
Do Voorzitter: Heeft u het woord
„bedotten" gebruikt
Da heer K r ij g e r (G.-H.) zegt dat wel
gebruikt le hebben maar reeds een iiitleg
te hebben gegeven.
Do heer Oud (V.D.) zal er maar niet
verder op ingaan. De heer Krijger moet
dat maar met den heer Rutgers uitvechten
Spr. betoogt dat decentralisatie meer in
het belang van het publiek is maar het is
do Vraag of zij wel houdbaar is.
Do chaos is te betreuren omdat men
daarin één argument tegen centralisatie
ziet en dit is onbillijk.
Over do ïento is het moeilijk te beslis
sen. Bij lagere rente wordt de omzet klei
ner, hij hoogere rente grooter. Dé bedoe
ling "schijnt te zijn geweest om de bedra
gen bij den dienst zoo hoog mogelijk op
te voeren, en dat acht hij niet geheel
juist. Men moet den giro-dienst girodienst
laten en niet tot depositodienst maken.
In die richting wordt evenwel niet ge
werkt. Een algemeen giro-bedrijf is, in ons
land noodig en do heer van Tienliovén
heeft dat al verdédigd, zelfs als staatsbe
drijf, mits do girodienst niet deposito-
dienst zij.
De heer Schouten (A.-R.) acht van
belang wat cr in de toekomst zal gebeuren
met dezen dienst. Do Kamer acht hij
niet het aangewezen lichaam om over het
vraagstuk der centralisatie te heslissen.
De praetijk en de insiders hebben te he
slissen. Over de rentevergoeding en de ta
rieven valt theoretisch.te praten, maar zij
houden onderling verhand met elkaar en
de minister heeft daarover een beslis
sing te nemen. Spr. vraagt den minister
het advies der commissie ad hoe te publi-
ceeren, opdat de Kamer op de hoogte
wordt gebracht.
Al deze onderwerpen houden verband
inët elkaar en niet incidenteel dient daar
over heslist te worden. Aan de motie-Boon
kan hij daarom zijn stem niet geven,
evenmin als aan die van mej. van Dorp,
die de Kamer een beslissing wil laten ne
men, die buiten haar capaciteit valt.
De heer Mar chant (V.D.) wenscht
nog een enkel woord toe te voegen aan
het betoog van den hod* Oud.
Spreker constateert verder, dat
het Girobedrijf een prachthedrijf is ge
weest en geen bank kan er over denken
daartegen to concurreeren. Het bedrijf
dient daarom hersteld te worden fn den
ouden bloei. Alles is bedorven door twee
fouten, n.l. door alles gratis te geven en
door'de onbeholpen organisatie. De belas
tingbetalers moeten nu het gat stoppen.
Het komt niet doordat het bedrijf een
overheidsbedrijf is. De keuze der leiders
was font. Er zijn in het bedrijt krachten
té vinden dio'voldoende op de hoogte zijn
en het was niet noodig van buiten krach
ten tb betrekken. Spr. keurt liet goed dat
de Minister openlijk erkent dat hij bedot
is. Maar dat is niet voldoende. Spr. moet
waarborgen hebben dat hij niet meer be
dot zal worden. Bij de P.T.T. kunnen, vol
gens inlichtingen die spr. kreeg, wel 2000
a 3000 ambtenaren gemist worden. Hoe
denkt do Minister het gansohe bedrijf op
pöoten te zetten? Spr. wenscht op die.
vraag een 'duidelijk antwoord.
De Minister van Waterstaat, de héér
Van S w a a 7 beantwoordt de sprekers.
Hij blijft hetoogen, dat sluiting onvermij
delijk was en dat werken met blanco re
keningen niet mogelijk was. De rekening
houders hadden geen lust gehad met
blanco rekeningen te beginnen, terwijl zij
grooto bedragen op den giro hadden
.staan, Een dubbele dienst ware in elk ge
val noodig gpweest. Er is meer personeei
in dienst maar dat is omdat het uitzoeken
der fouten veel personeel eisclit. Bij een
goede centralisatie zouden 700 ambtenaren
noodig zijn. Van de rekeningen hoven
100.000 12 duizend zijn er 9278 te
rug-ontvangen waarvan 8433 cr goed zijn,
514 niet goed, en do rest kleine verschil
len opleveren. Slechts 117 leverden groo-
tero verschillen.
De motie-Boon heeft weinig nut. Abso
lute zekerheid kan .niemand geven, zelfs
niet hij terugkeer tot decentralisatie.
Spr. heeft niet eerder ingegrepen om
dat hij niet genoeg gegevens had. Hij
kan het publiek niet inlichten omdat hij
zelf geen gegevens had. Spr. is ten volle
verantwoordelijk maar hij heeft om te be
ginnen de erfenis van zijn voorganger
moeten overnemen. (Geroep: En dié werd
directeur-generaal 1) Hij is door de sala
risregeling gebonden en kan voor de sala
rissen niet de krachten krijgen die hij
noodig heeft.
(Geroep: Och kom: u kunt daarbuiten
gaan!)
Het doet spr. genoegen dezo interrup
tie te hooren. Het is voor het eerst dat hij
die opvatting hoort.
Voor de rekeninghouders heeft de Re
geering gedaan wat zij kon. Zij heeft de
gelegenheid geopend om geld terug te ont
vangen. Het was onmogelijk dit te doen
zonder goede waarborgen. Achteraf is het
gemakkelijk te zeggen, dat do Regeering
eerder had moeten ingrijpen, maar de
"toestand in de eerste dagen was zeer in
gewikkeld.
De motie-van Dcrp acht spr. ook over
bodig omdat hij de adviezen der Commis
sie wil afwachten. Moties zijn daarom
thans van geen nut.
De heer Boon (V.B.) dupliceert. Hij
wijst op do beslissing van de Haagsche
Rechtbank, die den Staat in hetongelijk
heeft gesteld en heeft veroordeeld tot 5
pet. rentevergoeding. De Minister moet nu
niet al le optimistisch zijn. Hij hoopt her
opening binnen eenige weken; spr. stelt
dat eenige op ten hoogste vier, maar het
is onmogelijk om den dienst over vier we
ken te heropenen. De Minister wordt nog
bedot of bedot zichzelf. Als hij een goede
kracht voor directeur-generaal kon krijl
gen, zou "hij stellig liet noodige salaris
daarvoor kunnen krijgen.
Spr. trekt zijn motie in nu de Minister
heeft toegezegd dat hij de Kamer zal in
lichten over de adviezen van de Commis
sie.
De heer March anti (V.D.) dient een
motie in,, waarin de Kamer uitspreekt, dat
onvoldoend© organisatie en beheer in het
bedrijf der P.T.T. is gebleken en do Re
geering wordt nitgenoodigd de noodige
maatregelen te nemen voor hetere organi
satie en beheer.
De lieer Schaper (S.D.) begrijpt niet
wat dezo motie wil.
De heer Nolens (R.-K.) vindt dat er
niets in die motie staat. De gansche inter
pellatie bedoelde verbetering te bplelten.
Dat behoeft nog niet eens in een motie
gezegd te worden.
De heer Boon (V.-B.) acht de motie
ook overbodig.
De lieer Marchant (V.D.) zegt dat
hij wil constateeren dat de desorganisatie
bij. den giro een symptoom is van desor
ganisatie hij de P.T.T. en dat spreekt do
motie uit.
De Minister zegt dat de motie-
Marchant te ver gaat en buiten de inter
pellatie loopt over het geheele bedrijf der
P.T.T. Dat behoort bij do P.T.T.-begroo>-
ting thuis.
Mej. Van Dorp (Lib.) trekt baar mo
tie ia.
De motie-Marchant wordt verworpen
met 49 tegen 16 stemmen. Vóór sociaal- en
Vrijzinnig-demoeraten.
De vergadering wordt verdaagd tot he-
Do Kamerleden van de Bilt, Troelstra
en Sehreurer, woonden gister wegens on
gesteldheid do KamorzitU.cg niet bij.
UIT OE OMGEVING
ALPHEN AAN DEN RIJN.
R. K. Huisv.-Comité.
Het bestuur maakt bekend, dat 12 Febr.
een transporttrein teruggaat naar Duitse h-
land. Kinderen, die daarmede zullen terug
reizen, moeten vóór 5 Febr. worden opge
geven bij den secretaris, den heer J. B.
v. Halderen, v. Mandersloosfcraat 42.
Tevens ia heden ook de wagon levens
middelen en kleeding verzonden naar
Duitócliland, inhoudende een gewicht van
5000 K.G., hetwelk in dezen kring is ver
zameld.
Uit Alp hen aan den Rijn: 575 K.G. le
vensmiddelen, ?3Q K.G. aardappelen, 50
K.G. kaas, benevens 45 pakken kleed ing.
Uit Nieuwveen: 88 V* K.G. levensmidde
len, 180 K.G. aardappelen, 10 pakken klee
ding.
Uit Ter-Aar: 735 K.G. ingemaakte boo-
nen, 200 K.G. tarwe,' 140 K.G. aardappe
len, en 2 pakken kleeding.
Uit Zevenhoven: 100 K.G. levensmidde
len (voor do Priesters), 580 K.G. levens
middelen, 25 K.G. Kaas, 3 pakken kleeding.
Uit Aarlanderveen: 730 K.G. levensmid
delen. 1 pak kleeding voor Duitscho Pries
ters, 8 pakken andere kleedingstukken, he
nevens bij de inzameling nog ontvangen
f95 voor hetzelfde doel.
Alsook uit Zevenhoven: f 11, waaronder
f 5 voor de Duitsche Priesters.
Naar aanleiding van het bovenstaande,
zegt het bestuur aan allen, die aan deze
inzameling hebben medegewerkt en hun
gaven hebben beschikbaar gesteld, liarte-
telijk dank. Het resultaat is werkelijk ho
ven verwachting geweest. Het bestuur ont
ving deze week nog een aanvraag om aan
zes kinderen een plaatsje te geven, allen
tusschen 4 en 10 jaren, uit Duitschland af
komstig. "Wie ontfermt zich over één dezer?
Zeer gaarne wordt opgave daarvan te
gemoet gezien vóór 15 Pebr. a.s. Deze kin
deren komen begin Maart naar Holland.
HAZERSW0UDE,
R, K. Land- en Tuinbouwbond. Maan
dag Ll. kwamen de leden van genoemden
bond om 9 'aur bijeen in de. parochiekerk
uct H.H. Engelbewaarders, om ouder
H. Mis voor de levende en overledene leden
Gods zegen af te smeeken over do vereeni-'
ging, waarna, men zich begaf naar de jaar
vergadering. Na opening met den christe-
lijken groet heette ;ic voorzitter de aanwe
zigen haTtelijk welkom, ofschoon hij zijn
leedwezen, moest betuigen over de minder
talrijke opkomst dei* leden. Als het verslag
der vorige vergadering was goedgekeurd,
en het batig saldo van dc rekening en ver
antwoording van d!en Penningmeester aller
goedkeuring had verworven, bracht de se
cretaris eeri, beknopt verslag uit over do
werkzaamheden der vereeni ging in het af-
geloopsn jaar, gevolgd door hetzelfde van!
de groep „melkveehouders'"' waartoe slechts
22 leden behoorden. De jaaxlijksche con
tributie der leden van f 4.bleef gehand
haafd, gelijk de twee aftredende bestuurs
leden N. P. Kaptein en F. Kempen mot
bijna algemeene stemmen werden herko
zen. Alsnu werd door den voorzitter mode-
gedeeld, dat het bestuur in het belang der
leden de afdeeling had aangesloten bij da
actie der commissie van do slachtvarkena-
verzekeiing ju Noord- en Zuid-Holland,
waarna de secretaris verslag uitbracht van
de daartoe gehouden vergaderingen te
Amsterdam en Gouda; mét oen krachtda
dig woord werden alle ledén aangespoord
allen zonder ééne uitzondering zich hiertoe
op te geven bij J. v. S aas sen. of R.. v. Vliet,
wijl men hierdoor niet de ruinste risico
op zich neemt, doch alleen voordeel be
haalt.
Bij de rondvraag bemerkte X B. Wesse-
lingh Sn, dat de secretaris te bescheiden
was. geweest in zijn jaarverslag over de
grootwerkzaamheid van heb bestuurt Dib
was eene schooae aanleiding voor den
Geest el. Adviseur om de leden naa te spo
ren meer-mot het bestuur .mede to werken
daar het voor 'het* bestuur ontmoedigen/a
was, dat o.a. zoo weinig leden toetraden
tob den melkveehoudrsbond; met warme
woorden bepleitte Z-Eerw. hoe eendracht
macht maakt, en Kot niet aanging om
maar enkele leden te laten werken om eene
gowensckte prijs to laten bewerken voor do
melk, en dan zelf zijn hand op zijn zak
te houden, terwijl dit toch. oan algemeen
belang was voor alle leden, waarom hij
d-en wensch uitsprak, dat de leden dit
voortaan beter zouden begrijpen, en een
parig, door allen lid te worden van den
Melkveehoudersbond, zouden medewerken
om met elkander op te trekken en met el
kander de kosten to bestrijden. Met eenj
dankwoord voor aller tegenwoordigheid f
sloot daarna, de voorzitter do vercraideriag.
F.CELOFARENDSVEEN.
Zeilvereenifjing. Zondagavond hield
de zeilvereeniging „Brasemermeer" in het
café van den heer v. d. Geest alhier haar
jaarL ledenvergadering. De voorz., de heer
v. d. Meer, opende de vergadering en heette
alle aanwezigen van harte welkom. Spr.
moest tot zijn spijt constateeren, dat slechts
weinigen gevolg hadden gegeven aan de
uitnoodigmg, want slechts 26 leden, waar
onder het bestuur, vulden de vergaderzaal.
Hierna werden door den secr.. den heer
Wesselman, de notulen van de vorige ver
gadering gelezen, welke onveranderd wer
den vastgesteld. Vervolgens bracht liij eeu
keurig jaarverslag uit, waaruit de bloei
Van de vereeniging bleek. Een 3-tal wed
strijden waren in het afgeloopen jaar ge
houden, welko alle goed van stapel zijn ge-
loopen. Het bestuur breidde zich tenge
volge van de vele werkzaamheden uit en de
vereeniging werd in 'n anderen naam omge
doopt. Het jaarverslag werd onder dank
aan den secr. met applaus goedgekeurd.
De heer v, d.. Meer deed rekening en
verantwoording van zijn gevoerd beheer;
de ontvangsten bedroegen f 658.95 en de
uitgaven f 807.39, alzoo een nadeelig saldo
van f 148.44. Dit nadeelig slot was door
een goedgunstig lid gedekt, waarvoor do
Voorz. den gullen gever nogmaals dank
bracht. De vergadering beantwoordde de
zen dank door een applaus.. Do Voorz.
dankt den heer v. d. Meer voor z'n gevoerd
beheer en wees de heeren J. van der Zwet
en X Verdel aah tot het nazien van de boe
ken en bescheiden van den penningm.
Beide heeren namen deze benoeming aam
Hierna werd aan de orde gesteld: verkie
zing van drie leden wegens periodieke af
treding van do heeren Verhaar, Wessel
man en v. d. Meer. De lieer Gortzak stelde
voor deze heeren weer bij acclamatie to be
noemen, hetgeen onder applaus werd aan
genomen. .De aftredende heeren namen
FEUiS.LETÖM
VOGELVRIJ.
"VVaro schetsen uit Fransche familie
archieven
24)
Be bedelaar bleef staan en luisterde, in
de hoop dat misschien het knarsen Van
een deur, het blaffen van een hond of iets
dergelijks, het .huis zou aanwijzen, dat de
vervolgde binnentrad. Maar heizij deze
de weide al over over was of -een afgele-
gen schuilplaats liad gezocht, of dat hij
al vroeger de noodige maatregelen had
genomen om stilletjes in een huis te ko
men de spion verkreeg niet do minste
aanwijzing. Omdat hij desondanks do ver
volging niet wilde opgeven, sprong hij
eveneens over een hek en liep op goed ge
luk door in de verwachting, dat het toe
val hem weer op het spoor zou brengen.
Maar nauwelijks had hij honderd
schreden ver geloopen, toen hij bij zijn
kraag werd gepakt. „Wien zoek je?" riep
een bekende stem hem toe.
Pardon'" stortterde do schurk.
«Jij, schoft, nu smeek je om genade,
oniöal er geen gendarmen hij de hand
rijn, die je beschermen. Waarom vervolg
J^mij? Om mij aan te klagen, niet waar?
én tegelijk de brave menschen in het on
geluk te storten, die mij met levensgevaar
éen schuilplaats verleenen? Maar voor je
vak ben je nog niet slim genoeg; ik wist
!'eeJ goed, dat je mij volgde en nu heb
ik je!" Bij deze woorden schudde de pries
,er rijn gevangene flink heen en weer, óm
som de kracht van zijn arm te laten voe
len. „Als ik wilde", zei bij toen, „zou je
niet levend uit pijn handen komen; maar
je bent mij te min, cm je te behandelen
zooals je verdient. Maar Iet goed op mijn
raad: het is nu do tweede keer, dat ik je
hij het spioneeren betrap; laat het niet
voor een derden keer gebeuren! want dan
zou ik mijn geduld wel een3 kunnen ver
liezen. En nu weg met je!"
Toen de schurk bemerkte, dat hij vrij
gelaten was, verwijderde hij zich zoo
vlug als zijn voeten hem konden dragen;
maar in zijn binnenste woedde een storm
van haat en wraakzucht, en hij was vas
ter dan ooit besloten, den priester in Het
verderf te storten.
Drie dagen later vinden wij hem in een.
herberg te Rocquotoire aan een met fles-
schcn. en glazen bedekte tafel. Tegenover
hem zat een jonge man in de kleeding van
een rijken pachter.
„Je bent dus niet uit het dorp?" vroeg
deze.
„Neen, burger; maar ik kom hier toch.
iedere week".
„Dan moet je het wel goed kennen!"
„Even goed als mijn woonplaats".
„Je schijnt niet bijzonder rijk te zijn?"
„Ach, burger, alles is' zoo duur en men
doet in deze ellendige streek niets voor
een goed patriot".
„Dan zou je wel niet kwaad worden, als
je een goudstuk kon verdienen?"
„Een goudstuk? Ik dacht, dat er alleen
nog maar zilverbons bestonden. Zijn er
werkelijk nog goudstukken?"
„Voor hen, die ze weten te verdienen,
zijn er altijd nog genoeg aanwezig".
„Geef dan maar op en zeg, wat ik moet
doen
„Een oogenblikje! Alles móet eerst
verdiend zijn. Als je mij naar wensch
helpt, zul je niet slechts een maar twee
zelfs vier goudstukken hebben".
„Laat eens hooren! Ik zou niet weten,
wat ik voor vier goudstukken niet deed,als
het ten minste niet de redding van een
vroeger en priester of van een aristocraat
betreft. En ten slotte", ging hij voort, ter
wijl hij met zijn oogen knipte en zijn ge
zicht tot een kwaadaardigen glimlach
vertrok, „zou men ook dat kunnen; want
u begrijpt, dat na de ontvangst der vier
goudstukken niets mij belet, om te doen
wat ik wil".
„Ik zie", zei de andere, „dat je de aris
tocraten evenmin moogt lijden, als ik en
dat treft prachtig; want je moet mij juist
helpen tot de gevangenneming van twee
aristocraten".
„Hm! er zal toch niet veel gevaar mee
verhonden zijn?"
„Volstrekt niet; je behoeft mij alleen
maar te vertellen, waar zij zijn; de rest
neem ik op mij."
„Ik ben tot uw dienst; laat eens hoo
ren!"
„Heb je in de laatste dagen geen nego-
tielui gezien, die streek afliepen?"
„Voor ongeveer acht dagen ben ik er
twee tegengekomen, die ongeveer dertig
jaar konden zijn. De eene was groot en
breed geschouderd, mot blond haar en een
bruin pak, terwijl de andere een beetje
kleiner was, zwart haar had en een blauw
pak droeg".
„Zoo is het. Dat zijn verkleede aristo
craten, teruggekeerde emigranten. Nu
moeten wij oppassen, dat zij niet meer
ontsnappen. Ik vermoed dat zij bij den
pachter Wentel zich verborgen houden".
„Ongetwijfeld zijn.zij daar. Hoor maar:
voor drie dagen heeft de vroegere pastoor
Bartet bij Durlens te middernacht de H.
Mis gelezen. Ik was op de loer gaan lig
gen, om te zien, wie van daar terug kwam
en toen is Wentel met twee vreemdelingen
mij voorbijgeloopen. Weliswaar herkende
ik in hen de twee kooplui niet, en het
ergerde mij dat ik niet wist, wie ik voor
mij had, vooral omdat zij tegen de repu
bliek samenzweexden. Maar nu ben ik
overtuigd, dat zij hét waren. Dus moeten
zij zich nog hij Wentel ophouden".
„Wat je mij vertelt, versterkt mij wel
in mijn vermoeden, maar het stelt mij
niet tevreden. Die verstokte aristocraten
hebben duizend middelen en wegen om
zich te verbergen; ik wil echter zeker zijn,
hen in mijn macht te krijgen. Bedenk het
wel, als men in een huis een onderzoek
zou instellen zonder hen te vinden zou
den zij den volgenden dag al mijlen ver
weg zijn. Hoe moet men het dus aanleg
gen, om hen te betrappen?"
Da bedelaar scheen na te denken. „Ik
zal eens zien", zei hijmen is mij op
de Esschenhoeve niet bijzonder genegen....
krijg ik ook mijn vier goudstukkken als
ik hem gevangen laat nemen-"
„Dat ia niet eens noodig, je behoeft mij
alleen met zekerheid op te geven, dat zij
hij Wentel zijn, en je zult je geld heb
ben".
„Goed, burger! Ik zal het wel achter
halen. Waar tref ik u weer?"
„Ik zou niet willen, dat mijn aanwezig
heid hier ruchtbaar werd en zal eerst een
wandeling naar het nahijzijndo dorp ma
ken. Je zult mij in Racquinghem treffen".
„Afgesproken1- Ik zal in de herberg op
den hoek van het plein komen".
De bodelaar verwijderdo zich. Zijn
oogen fonkelden, als hij aan de vier goud
stukken dacht en hij begon op zijn Vin
gers uit te rekenen, hoeveel livres dat uit
maakte. Hij kwam tot het getal zes en
negentig. „Zes en negentig livres", rede-'
neerde hij, „dat zijn er bijna honderd.
Als ik het geluk had nog eon paar van.
zulke zaakjes te doen, dan zou ik spoedig
een rijk man zijn. Vier goudstukken? ba~s1
honderd livres? En nog bovendien het
genoegen, twee aristocraten naar do guil
lotine to sturen 1 Leve de republiek, do
eene en ondeelbare republiek' Zes en ne»
gentig livresl Er ontbreekt niets mooi
aan, als den priester Bartet -gevangen t€
zien nemen: maax geduld, dat beleef ik
ook nog wel!"
Intusschen was hij op de Esschenhoeve
aangeland. Zoodra do pachtersvrouw lmra
bemerkte, gaf zij hom spoedig oen stuk
brood en sloeg de deur voor zijp neus
dicht.
In hetzelfde oogenhlik kwam ook Wen
tel aangeloopen en zag, dat de bedelaar
naar alle kanten rondkeek. „Zeg eens jij,
begon hij, „maak, dat je uit deze gemren-
to komtl Wat zoek je bmr? Hier zijn goen
priesters aan te klagen!" En hij palta
hem hij zijn kraag en gooide hom de
hoeve af.