puroli Uitw@rkci©p| ^ERESCHULD. f Klucht Sn één bedrijf door AJO. (Auteursrecht voorbehouden; recht van opvoering aan te vragen bij de Eedactie). Het tocneel stelt voor sjofele zitkamer, sporen van betere tijden vertoonend. Eén min of meer kostbaar voorwerp moet er •wezen, 't zij een antiek kastje, een mooie schilderij, een rek met merkwaardige ga pens of iets dergelijks. Personen"? Baron van Schemerlamp tot Oliekruik'. John, zijn huisknecht. Een deurwaarder der belastingen. Twee bij dezen behoorende personen, (fï O-u ran ten). Bij 't opgaan van 't scherm zit de baron, gekleed in een chambercloack, de krant te lezen. Er wordt geklopt. Baron (min of meer schrikkende1, krant üpcrwerpend): Binner John (achteloos binnenkomend, biedt brieven aan op een houten blad): De post, ujoneer de baron. Baron Bah, wat ergert me dat bou ten blad! M'n voorvaderen moesten dat eens zien. ,T o b n (vriipestig)Ik kan 't niet helpen. Baron .Bat hoef jii me niet te vertel len. (Neemt de brieven; John gaat een paar schreden achteruit.) Zal wel weer niet veel biGonders wezen. John: Dat heb ik ook al gedacht. Ba r on (geërgerd)Bemoei ik me soms met jon correspondentie? Je kunt wel gaan. (John blrft staan.) APemaal rekeningen..... Brrr., zeker weer zoo'n brutale maanbrief. (J"hn kuehth Sta je daar nog? John: Ja, ik zou u gaarne wat willen tr-1 eron. Baron En 1 John Wanneer zou het meneer de ion schikken mijn honorarium uit te be'alen? Baron Hoe kom je daar zoo iBoons op? John: Och. die post voorspelde weer too weinig goeds en i fc heb ook mijn ve-nlich tingen. Baron (boos^Hoor eens, niet die toon! Ook miin vemlichtincenJe moet je niet met mii verceliiken. En dan: die vraae is eonimun, zeer commun. Sinds wan neer betaku de baronnen van Lanvoensche- m*r tot Oliekruik hun ondergeschikten niet m°er. John (vriipostie): Sinds ehnige maan den niet meer, mekeer, de baron van L°moenschem°r tot Oliekruik. Baron: Wat beteekent dat? Jii kunt je best redden. anrlevs was ie wel eer zoo onaet'-edfln. 't Hemt immers in orde. Zoodra ik p-eVt beb betaal ik natuurlijkNa- tu"rb"k. John: Daar ben ik van' overtuigd, maar als ik U mag oomerken: veel te ver- koonen is hier o'.k niet meer, of 't zou dat k"s^e (die schilderij of iets anders) moeten ween. Baron (opstuivend): Schei uit, schei uit! Dat kostbare erfstuk! 't Zou een schan de wezen voor mijn geslacht. Onze betoud- ora"rootvader John: Dat. 'g lans geleden! Baron: O zoo. Vraat? nu maar niets mn°r. Vanavond b^n ik misschien wel ge- b'kkig on de club. Eu in ieder gegvalals nr"n oom sterft John: Da ar kan ik moeilijk op wachten. m""Qer de baronAls u toch dat k^atie Baron '(boos): Ga weg. ga weg! Ik ik moet miin pr -1 heliand°len. John (schouderophalend af). Baron Zoo'n brutale rekelDat hadden miin voorvaderen eens moeten be leven. GTeemt zim brieven ter hand). Nu ja, die rekeningen fstoot ze ongeopend in een lade) en deze briefParbleu, ze begin nen afte drm>en. Affreus. (Loopt ze- nuwachtio: rond bliift peinzend voor het kastje (of schiHerii) staan. Schudt plotseling ontkennend). Neen, daar kan ik niet van e"heiden. Sapristie, waarom hebben die lui niet een beetie-vertrouwen in mijn toe komst. Een ba*-ou van Lampensehemer éEr wordt geklopt). Baron: Ja John (komt binnen)Daar zie ik in de fcteaab een deurwaarder aankomen. Baron Hoe weet je dat. John: Ik ben hier lang genoeg om zo to kennen. Baron: Ik heb je al meer gezegd: niet die toon!Jii moet in ieder geval welen waar je staan moet. John: Ik ben hier nog nooit gaan zit ten meneer de baron. Baron (na John woedend te hebben aangezien): Zeg maar dat ik ziek ben. J o h n Zal niet helpen. Hij heeft zijn getuigen al bij hem en zal wel, „sprekende met deszclfs huisgenoot Baron: Huisgenoot John: Ja, met mijRustig zijn gang gaan. Baron Wat dan? Jolin: Wel, z'n laatste papier afgeven en een bewaarder hier laten. Baron: Een bewaarder Zoo'n soort gevangenbewaarder. J oh n Dat juist niet. Die blijft op de boel passen, tegen dat alles gerechtelijk verkocht wordt. Baron (wanhopig): Dat hadden! mijn voorvaderen eens moeten zienEen gevangenbewaarder bij een baron van Laoi- pensehemerZeg maag dat ik geld wachtende ben. John Zal ook niet helpen. Ik heb zoo iets meer bijgewoond. Als 't eenmaal zoover is, gaan ze alleen uitdelen weg voor klinken de munt. ;t Baron (valt in zijn stoel): Canaille. (Er wordt gebeld) J o li ii Daar zullen ze zijn. (Wal weg Baron:' Och, John, Btuuv zé weg. John (onverschillig): Zal niet gaan. Baron: En als ik nu toch werkelijk ongesteld Ven. John (ijskoud)Helpt niemendal. Hij doet er zijn werk. evengoed om. Baron: Werk.... Mooi werk! John (krijgt, naar uit zijn gebaren blijkt, een soort ingeving): Ja, u zult hem dus toch te woord moeten staan. Baron: Affreus. Affreus! (Er wordt weer geloeid). John Wil ik het voor u doen? 'Baron: Wat? 'John Met hem praten. Baron: Aan do deur John Neen, dat geeft niet. Hier! Baron Hier John: Ja, hier. In uw plaats. Baron: Jij hier?Waarom? John: Misschien kan ik beter met hem opschieten. Baron (begint te bgrijpen): Nu goed. dan zal ik weggaan. (Wil do kamer verla ten.) John (hem legenlioudend): Maar hoe komt die man dan hior? Baron Jij doet took open. John: Ik? Of ik dan aan de deur met hem praat of hier blijft 'hetzelfde. Hij moet denken dat i k hier woon. Baron: Jij hier? John: Hoor eens, meneer do baron, zoo kunnen we niét aan den gang blijven. Speel een half uurtje comedie, dan zullen we zien wat ervan terecht komt. Kijk, (ont neemt den baron zijn chambercloack en geeft hem zijn gestreept jasje) u doet mijn jasje aan, 't staat prachtig.... Ik uw kamerjapon; gaat ook heel best (Er wordt langdurig gebeld). John: En nu zou ik maar gauw gaan opendoen als ik u was. (Duwt de baron, die nog tegenstribbelt, de deur uit.) Baron (weggaande)Dat moesten mijn voorvaderen John (alleen gebleven). Ziezoo, nu eerst eens ongevraagd, ongeweigerd een sigaar tje opgf stoken. (Giïipt in een kistje; blijkt leeg.) Ook al op. Dan maar een van m'n eigenEen lucifertje zal 'hij ten minste nog wel bobben. (Vind er een in bet stan- daadrrdje.) Dat valt tenminste niet tegen, 't Kon waarachtig nog miserabeler zijn. (Gaat rookende op de plaats van den baron zitten). Dat moesten ni ij n voorvaderen nu eens zien. (Wordt geklopt). John: Binnen Baron (binnentredend en de deur ach ter zich sluitend): Daar is 's ie! John: Laat binnenkomen, John. Baron (Veërgerd): John? John: We ruilden immers. Baron (onwillig af). John: Hij kan er zich niet best iir schikkenIk des te beter. Baron (laat deurwaarder binnen' en verdwijnt weer). John (nonchalant):' Ha, meneer„ het doet mii genoegen eens met een deurwaar der kennis to maken. (Reikt hem de hand.) Ga zitten. Deurwaarder (afgemeten) f Par don, ik ben hier toch terecht hij baron van LaniDenschemer tot Oliekruik? John (lachend): De kruik was leeg en toen is de lamo uitgegaan. Deurwaarder: TT meent. J ohn: Die baron heeft hier wel ge woond, maar nu woon ik er. Deurwaarder Dit ameublement herken ik anders heel goed. Ik kom hier niet voor 't eerst. John: O zoo. Kom, ga zitten en steek eens van me op. Dat praat gemakkelijker. Deurwaarder (steekt op en neemt plaats): 't Gebeurt me niet altiid, dat ik zoo ontvangen word. In den regel. John Och, ik vind het wel een aardig avontuur, want je bent bepaald in de war. Deurwaarder:.... in den regel heeft men nogal 't land als ik kom. John: Maar ik heelemaal niet. Vertel me eens: wat komt ge bier eigenlijk doen? Deurwaarder (waardig): Mijn ambt voert mij overal, waar men weigex*t z'n schulden te betalen. En nu heeft die ba ron John (lachend en den deurwaarder op zijn knie slaand): Ja, dat weet ik. Die 2it er tot over z'n ooren in. Daardoor zit ik juist hier! Deurwaarder (afgemeten)Als be waarder? John (waardig)Meneer, mijn" naam is John Sternenfeld en ik ben eigenaar van dit heele boeltje. Deurwaarder! Eigenaar T John: Overgenomen ter afdoening van een eereschuld. Deurwaarder:' Speelschuld dus. J o h n In onze kringen noemt irnen dat eereschuld. De baron kan ik het helpen dat hij ongelukkig was had geen Hin kende munt en toen ben ik maar zoo goed geweest Deurwaarder Dus u beweert, dat deze meubelen. John: Beweren? Als u mij niet gelooft Ik zal mijn knecht eens roepen (belt). Dien heb ik er ook bij overgenomen. Dc arme man wiet niet zoo gauw waar hij heen moest. Deurwaarder":' Dat 's dan wel leuk gegaan. John:' Verbazend leuk. Laat ik u dit eens zeggen: als je goed spelen kunt goed, begrepen? Deurwaarder (lachend)Ja, ja„ ja John: Dan behoef je niet veel anders te doen. Deurwaarder! Ik ben tooh maar liever deurwaarder. Jolm: Ieder z'n meugKomt die kerel haast. (Belt weer en loopt meteen naar do deiir, roepend) -John!Ja, kom eens hier. Baron (bedremmeld binnen). John: Je behoeft zoo beteuterd niet te kijken. Bij je vorigen meester zul je deur waarders genoeg gezien hebben. Deurwaarder Dat kan uitkomen. Baron (wil eerst antwoorden, maakt dan afwerend gebaar). J ohn: Zeg je daar maar liever niemendal op? Familiegeheimen zeker en daar zijn huisknechts altijd voorzichtig mee. Ant woord. maar eens kort en bondig: wie is de baas hier? 1 Wintervoeten Winterteenen J Winterhanden. Baron (na eenige aarzelingl17. John: Wie kan je ontslaan als hij wil? Baron: U. John: Waar is je vorige patroon? Baron (aarzelt). John: Ja, niet dat 't mij. kan schelen. Die meneer hier (wijst op deurwaarder) wil graag alles weten. Baron (verschrikt): Meneer de baron isis.nergens te vinden. Deurwaarder: Is hij al lang weg? Baron: Niet zoo heel lang. Deurwaarder: Geen adres achter- Baron: Mij niet bekend. John: Mij ook nietHaha Deurwaarder: 't Is een vreemde boel. John: In onze kringen is zoo iets heelemaal niet vreemd. Een eereschuld is een eereschuld. MeD doet die snel af en daarmee is de zaak uit de voeten. Deurwaarder: Mag ik uw bediende nog eens wat vragen. John: Ga uw gang. Deurwaarder: Heel deze inboedel heeft toch behoord aan baron van Lampen- schemer tot Oliekruik. Baron (met nadruk)Ja. Deurwaarder: En nu is hij weg? Baron: JaMeneer hier (wijst op John). John: Meneer hier is nu de eigenaar. Baron: Ilr zal 'fc niet tegenspreken. John: Neen, dat begrijp ikNog iets vragen, meneer? Deurwaarder Dank u. John: Jp kimt gaan, John. (Baron af). John: U ziet, meneer, er is hier niets voor n te halen. D eurwaarder: Pardon, heeft u be wijzen? John (opstuivend): Bewijzen? Ie het oord van een eerlijk man en van dien knecht niet voldoende? Wat voor bewijzen verlangt u nu nog? Deurwaarder: Een gelegaliseerde acte van overdracht bijv. of een dito acte, waaruit blijkt John: Wat een geleerde woorden alle maal! Ik heb wel verstand van van whisten en écarteeren, maar van die dingen weet ik niets. Deurwaarder:' t Zal ze u uitleg genEen verkoopacto John (in lachen uitbarstend)Ik kan el zien,, dat u in onze kringen niet thuis is. Een eereschuld en een verkoopacteHoe oommunNeen, meneer, als u zoo iets bedoelt, dat heb ik niet. Deurwaarder (opstaande): Dan zal ik toch beslag moeten leggen. John (boos): Wat geloof je ine niet? Deurwaarder: Zonder bewijzen mag ik u niet gelooven. John: Bewijzen? Ik heb toch een ge tuige (belt). Deurwaarder:' Laat ma-ar, meneer, aan zulke getuigenissen heb ik niets. John: Ik wil toch hebben dat u 't hoort Wat denkt u wel van me. (Belt weer en loopt naar de deur.) John! Baron (komt binnen): En? John: Vertel nu eens duidelijk:" Was jij er bij of niet toen die baron mij de boel plicht doen. Ik kan hier niet aan 't praten blijven. Hier kunt n lezen, dat ik in mijn /echt ben (geeft eeD papier over) en nu ga ik een bewaarder hier laten tot de boel ver kocht wordt. John (op heb papier starend): Gaat dat zoo? Met whisten en écarteeren zult ge me niet gauw te pakken krijgen, maar dat ding Deurwaarder (loopt naar de cleur). John: Neen, wacht-nog eens even. Ik mag toch eerst wel wat meer inlichtingen Baron (met overtuiging):' Ik was er zeer zeker bij. John: Weet jij er alles van of niet? Baron: 'k Weet er alles van. John: Komt hij terug zoolang ik hier wat te vertellen heb? Baron: Ik zou 't niet denken. John: Weet je 'm te vinden? Dat zou meneer hier vooral graag weten. Baron: Al zou 'k het weten Deurwaarder: Och, die huisknech ten-confidenties ken ik wel. Geef u maar geen moeite meer, meneer Sterren John: Juist, Sternenfeld. Deurwaarder: Meneer Sternenfeld. Zwart op wit moet ik *t hebben, behoorlijk gelegaliseerd, anders(tot baron). Laat die andere beeren even binnenkomen. John: Neen, laat zo nog maar even buiten. (Tot baron:) Je kunt gaan, John. CTot deurwaarder:) 't Is toch ongehoord, meneer. Moet ik nu die last hebben voor een andermans schuld? Is daar nu waarachtig geen mouw aan te passen? Deurwaarder: De eenige mouw is >ld, John: Mijn geld omDat kunt ge begrijpen. Deurwaarder: Meneer, ik ga mijn Deurwaarder (ongeduldig)Meneer, ik heb meer te doen .John: Duurt zoo'n verkooping lang? Deurwaarder (rondkijkend): Het hangt ervan afTot er genoeg geld hijeen is voor schuld en onkosten. Heel veel bijzonders is hier niet. John: Helaas neen. t Is me, om de waarheid te zeg een, ook niet meegevallen. Deurwaarder: De andere kamers net zoo? John: Kamers, kamers't Was maar een vrijgezel zoo als ik. Nog 'n slaap kamer. Deurwaarder (familiair)Dan zal die speelschuld John: Eereschuld Deurwaarder: Die eereschuld dan ook wel niet zoo heel croot zijn geweest. John (waardig)Meneer, in onze krin gen laat men zich daar niet over uit. Deurwaarder (rondziende): In onze kringen zou men eieenlijk alleen voor dat kastje een behoorlijken prijs bieden. John Is dat werkelijk zoo mooi? Dan is 't wel een mirakel dat 't er nog staat. Deurwaarder: Des te beter voor ons. John (verwonderd): Voor ons? Deurwaarder (lachend): Ja, des te eer zijn we allebei van de soesa af. John: Moet dat nu heuseh gebeuren? Deurwaarder: U zult het zien en ondervinden. Ik zal tenmincte maar veTder ran. John: Wacht nog evenAls 't dan toch moet, koop dat kastje dan maar da delijk. Ik moet van al die soesa niets heb ben. Deurwaarder: TT bedoelt? John (joviaal): Wat geef je ervoor? Zou 't genoeg wezen om je lastgevers tevre den te stellen? Deurwaarder (nadenkend): Dat 'e te John: Ik zal je er eens wat over laten hooren. (Belt en loopt meteen naar de deur.) John!' Baron (binnenkomend) John: Zeg eens, John, wat vertelde die baron ook weer altijd over dat kastje? Baron (opgetogen): Een erfstuk, me neer. Een paar eeuwen oud. Onze betond- overgrootvader had heb al en onze familie. John: Jou 'betoudovergrootvader? Loop rond. (Tot deurwaarder:) Hebt u wel eens opgemerkt hoe dat bij dit volkje gaat? Dat praat van ons huis, onze meube len, onze familie, alsof ze ook van de permitatie zijn. En nu gaat hij zich die betoudovergrootvader ook al toeëigenen. (Tot baron:) Die oude heer mag je voor mijn part houden, maar over dat kastje zal ik nu eens beschikken. Ik beb geen zin om hier een gerechtebike verkooping te krijgen. Jij soms wel? Baron (met afgrijzen)O neen John: Dan zal ik 't wel opknappen. Je kunt wel weer gaan. (Tot deurwaarder). U hoort wat 'n oud ding het is. Deurwaarder: Dat had. ik al wel gezien. John:' Best, maar ik wou 't zelf ook nog eens goed wetenWat geef je ervoor? Deurwaarder: Dat wordt een ■eemde geschiedenisDit kastje is dus op eerewoord van TT? John: Is m'n eerewoórd am opeens Deurwaarder:' Als ik 't koop, dan doe ik het als particulier en dan John: Meneer, als ik 't geld maar zie, schenk ik je de uitlegging. Ik begrijp er misschien toch niets van. Dat 's zeker; je kunt er geen kwaad bij. Deurwaarder: Nu dan, ik bied John: Zachtjes. Die knecht behoeft heb niet te hooren. Ik denk zeker, dat hij staat te luisteren. (Loopt naar de deur, die be weegt). Zie je wel: ik ken dat volkje, (Deurwaarder en John praten zacht sa men John: Dus dat krijg ik nog toe? Deurwaarder: (Knikt toestemmend). John: En ben ik dan overal af Deurwaarder: Voor dit geval ja, maar wat er nog meer voor schulden zijn.... John (luchthartig)Dat 'a van later zorg. Geef maar op de dubbeltjes. (Ontvangt bankpapier). Deurwaarder: Meneer, ik zal het vanmiddag laten halen. John: Neen 't moet dadelijk mee. Ik houd van afdoen. Weg er mee. (Belt). Baron (komt binnen). John: Je had wel aldoor zoo vlug kun nen wezen, luistervink. Laat die twee hee- ren eens binnenVersta je me niet (baron af). Deurwaarder:' Waar moet ik 't nu zoo gauw laten? John: Mijn zorg! Zet het zoolang bij de buren of in een winkelWeg er mee. (John komt binnen met de twee getuigen des deurwaarders). J o n h: Allo mannen', pak op dat ding. John, help een handje. (Mannen dragen kastje weg, baron wan- honig er achteraan). Deurwaarder: Zoo iets is me nog nooit overkomen. J ohn: Mij ook niet. Baron (in do deur): Mij ook niet. John (luchthartig)Ja, 'n niensch weet maar nooit wat hem overkomen kan. Deurwaarder: Meneer(af). John: Saint (laat zich in fauteuil val len). Hé, hé, dat 'e oen karwei geweest. (Telt het geld na). Prachtig, m'n heele sala ris verdiend en nog een kleinigheidje voor hem over. (Schaterlachend). Dat hadden m'n voorvaderen eens moeten zien. (Baron zonder kloppen binnen en gooif jasie in een hoek). Baron: Ik heb me staan ergeren ach* ter de deui'. John (kalm): Dacht ik wek En is u nu niet opgeiuCht? Baron (boos)Opgelucht John: Ja, die deurwaarder komt niet meer terug. Baron Zoo kan ik 't ook wel. John: Had het dan gedaan. (Doet chambercloack uit). TJ moest me dankbaar, wezen, want u krijgt nog geld toe. (Geeft' f 25. Baron (geërgerd): Wat f 25.—. Heeft' het zoo weinig opgebracht. John: Neen, maar mijn salaris is nu ook voldaan. Baron: Ongehoord John: Zooals 't behoort...... Ik heb tevens dc eer U te groeten...... Zoo'n be trekking kan ik eiken dag wel krijgen. (Af). Baron (met de armen in de hoogte):] Dat hadden mijn voorvaderen eens moeten! zien! G o r d ij n. IURGERLIJKE STANDI -J ALKEMADE. Geboren Simon, zoon van S. de Boer en N. Commandeur Johanna Maria, doch ter van A. v. d. Meer en N. Hoogenboom i Wilhelmina Maria, dochter van L. A. v. <L Meer en M. W. den Hollander Ohristiaani Nicolaae, zoon van C. van der Meer en Jt Heemskerk Helena Johanna, dochter van W. van Beek en A. Loos. Overleden: Leonardus van. der Aar, wed., 79 jaar. Ondertrouwd Johannes van Zeijl, wed. 00 jaar met Cornelia van der Ploeg jd. 55 jaar. Gehuwd Hendrikus Hendrik Lek jnn 22 jaar met Johanna Maria de Jong jd. 25 j. Gevestigd: L. P. J. M. van Akkeren! en gezin uit Rotterdam M. Taats uit Rotterdam A. M. Kuypers van Leinlui den H. Kalker en gezin van Haarlemmer meer M. de Wit uit Echt. Vertrokken: K. M. de Wit naar Haarlemmermeer E. J. Pouw en gezin) naar Nieuwkoop J. C. van Linden naar Axel G. Los naar Hazerswoude C. G. W. de Groot naar Hazerswoude J. Lang- hout en echtgenoote nïiar Haarlemmermeer L. Oudenaarden en gezin naar Hillegom E. A. van Rooyen naar Lisse C. Vree ken naar Bodegraven J. F. van dert Hoe ven naar Voorhout H. van der Drift en' gezin naar Warmond C. M. J. Beelen naar Woerden. ALPHEN AAN DEN RIJN. Geboren: z. van N. J. v. d. Halm geb, van Eijk (wonende te Ter Aar) zoon van) J. H. van Wijk geboren Bergsteiin doch ter van A. G. d. Hertog geboren Rosenboonx' zoon van E. J. C. de Hertog geboren do Bruin dochter van K. v. d. Lee geboren Breed veld zoon van G. O. SfcokhunzeiU geboren Samson dochter van M. Moe- rings geboren Van Breukelen dochter van A. S. van Vliet geboren van der Wilt. Overleden: A. van Kreuningen echt genoote van P. v. <L Eng 69 jaar W. C. Harts jd. 16 jaar L. Kwaker-naak vr. C. M. Kemperman, 42 jaar, overleden te Leiden) A. O. Haak, echtgen. van A. Kofstede, 53 jaar A. M. Suijck. wed. van J. Pad denburg, 78 jaar G. M. Gerse jd. 3 m. D. Kerseboom, echtgen. van D. Jansen, M jaar H. van Tol echtgen. van H. van) Leijden, 58 jaar. NIEUWKOOP. Geboren Adrianus Johannes, zooiï van A. J. Boekhorst en J. H. L. van Dijk. Overleden: Nicolaas Hermanus O ver vliet, 64 jaar. Getrouwd: A. Leliveld, 27 jaar en C. T. Tijsterman, 21 jaar. VOORHOUT. Geboren: Johanna Geertruida d. van L. de Groot-v. d. Meer Gerarda Maria d. van O. Kortekaas-Boero Engelbertus Petrus z. van W. Vink-Koelewijn. Overleden: Adriana Schoone, wed van A. v. d. Geer, oud 78 jaar Johanna Agatlxa Vink, oud 2 m. Ma-rgaretha Hen- drika Hoogervorst, oud 19 m. Gevestigd: H. Schuurink on gezin uit Leiden. A. de Groot uit Heemstede G. Vlaar uit Castricum S. J. v. d. Hulst uit Haarlemmermeer J. F. v. d. Hoeven' uit Alkenxado Vertrokken: Th. H. v. d. Zijden naar Heemstede C. J. Zoet en gezin naar Noordwijkerhout S. M. Warmerdam naar Noordrwijkerhoufc. WASSENAAR. Geboren: Agatha Diugena, dochter van L. Compeer en P. J. M. Augustinus Martinus Jacobus, zoon van H. J. van Oos ten en P. G. Kooke Bartholomeus Johan nes, zoon van L. A. Homan en A. M. W. J» van der Meer Cornc'is Johannes Jaco bus, zoon van W. Vos en H. M. van der Steen Petronella Gerardina, dochter van' A. Kloosterman en M. C. Kuipers Mari- nus Cornclis, zoon van A. A. Raats en J. Voeten. WOUBRUGGE. Geboren Jolian, zoon van J. G. Bontje en A. M. Vreeburg Helena Anna, dochter van C. Hilleuaar en C. W. Hoogenvcen. TER-AAR. Overleden: J. Wijfje 22 jaar P. W. Kroft echtgenoot van C. W. J. M. do Wit 55 jaar Th. Verhaar, 53 jaar. Gehuwd: J. N. Bunnik, 42 jaar en C. van Veen 28 jaar. ZEGWAART. Gerborcn: Maria Johanna. dochter van G. Janson en C. M. Arkesteijn T ïeo- dorus, zoon van T. Adcgeest en (-■ Berk Dina, dochter van J. M. van der Tas en D. HuLjs. t Gehuwd:' A. Lamboo. 23 jaar en Wieriks 22 jaar. Overleden: M. van Alphei], fl jam, wed. van A. Visser. -J

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1924 | | pagina 13