puroli
Uitw@rkci©p|
^ERESCHULD.
f Klucht Sn één bedrijf door AJO.
(Auteursrecht voorbehouden; recht van
opvoering aan te vragen bij de Eedactie).
Het tocneel stelt voor sjofele zitkamer,
sporen van betere tijden vertoonend. Eén
min of meer kostbaar voorwerp moet er
•wezen, 't zij een antiek kastje, een mooie
schilderij, een rek met merkwaardige ga
pens of iets dergelijks.
Personen"?
Baron van Schemerlamp tot Oliekruik'.
John, zijn huisknecht.
Een deurwaarder der belastingen.
Twee bij dezen behoorende personen,
(fï O-u ran ten).
Bij 't opgaan van 't scherm zit de baron,
gekleed in een chambercloack, de krant
te lezen.
Er wordt geklopt.
Baron (min of meer schrikkende1, krant
üpcrwerpend): Binner
John (achteloos binnenkomend, biedt
brieven aan op een houten blad): De post,
ujoneer de baron.
Baron Bah, wat ergert me dat bou
ten blad! M'n voorvaderen moesten dat
eens zien.
,T o b n (vriipestig)Ik kan 't niet helpen.
Baron .Bat hoef jii me niet te vertel
len. (Neemt de brieven; John gaat een paar
schreden achteruit.) Zal wel weer niet veel
biGonders wezen.
John: Dat heb ik ook al gedacht.
Ba r on (geërgerd)Bemoei ik me soms
met jon correspondentie? Je kunt wel gaan.
(John blrft staan.) APemaal rekeningen.....
Brrr., zeker weer zoo'n brutale maanbrief.
(J"hn kuehth Sta je daar nog?
John: Ja, ik zou u gaarne wat willen
tr-1 eron.
Baron En 1
John Wanneer zou het meneer de
ion schikken mijn honorarium uit te
be'alen?
Baron Hoe kom je daar zoo
iBoons op?
John: Och. die post voorspelde weer
too weinig goeds en i fc heb ook mijn
ve-nlich tingen.
Baron (boos^Hoor eens, niet die toon!
Ook miin vemlichtincenJe moet
je niet met mii verceliiken. En dan: die
vraae is eonimun, zeer commun. Sinds wan
neer betaku de baronnen van Lanvoensche-
m*r tot Oliekruik hun ondergeschikten niet
m°er.
John (vriipostie): Sinds ehnige maan
den niet meer, mekeer, de baron van
L°moenschem°r tot Oliekruik.
Baron: Wat beteekent dat? Jii kunt
je best redden. anrlevs was ie wel eer zoo
onaet'-edfln. 't Hemt immers in orde. Zoodra
ik p-eVt beb betaal ik natuurlijkNa-
tu"rb"k.
John: Daar ben ik van' overtuigd,
maar als ik U mag oomerken: veel te ver-
koonen is hier o'.k niet meer, of 't zou dat
k"s^e (die schilderij of iets anders) moeten
ween.
Baron (opstuivend): Schei uit, schei
uit! Dat kostbare erfstuk! 't Zou een schan
de wezen voor mijn geslacht. Onze betoud-
ora"rootvader
John: Dat. 'g lans geleden!
Baron: O zoo. Vraat? nu maar niets
mn°r. Vanavond b^n ik misschien wel ge-
b'kkig on de club. Eu in ieder gegvalals
nr"n oom sterft
John: Da ar kan ik moeilijk op wachten.
m""Qer de baronAls u toch dat
k^atie
Baron '(boos): Ga weg. ga weg! Ik
ik moet miin pr -1 heliand°len.
John (schouderophalend af).
Baron Zoo'n brutale rekelDat
hadden miin voorvaderen eens moeten be
leven. GTeemt zim brieven ter hand). Nu ja,
die rekeningen fstoot ze ongeopend in een
lade) en deze briefParbleu, ze begin
nen afte drm>en. Affreus. (Loopt ze-
nuwachtio: rond bliift peinzend voor het
kastje (of schiHerii) staan. Schudt plotseling
ontkennend). Neen, daar kan ik niet van
e"heiden. Sapristie, waarom hebben die lui
niet een beetie-vertrouwen in mijn toe
komst. Een ba*-ou van Lampensehemer
éEr wordt geklopt).
Baron: Ja
John (komt binnen)Daar zie ik in de
fcteaab een deurwaarder aankomen.
Baron Hoe weet je dat.
John: Ik ben hier lang genoeg om zo
to kennen.
Baron: Ik heb je al meer gezegd: niet
die toon!Jii moet in ieder geval welen
waar je staan moet.
John: Ik ben hier nog nooit gaan zit
ten meneer de baron.
Baron (na John woedend te hebben
aangezien): Zeg maar dat ik ziek ben.
J o h n Zal niet helpen. Hij heeft zijn
getuigen al bij hem en zal wel, „sprekende
met deszclfs huisgenoot
Baron: Huisgenoot
John: Ja, met mijRustig zijn
gang gaan.
Baron Wat dan?
Jolin: Wel, z'n laatste papier afgeven
en een bewaarder hier laten.
Baron: Een bewaarder Zoo'n
soort gevangenbewaarder.
J oh n Dat juist niet. Die blijft op de
boel passen, tegen dat alles gerechtelijk
verkocht wordt.
Baron (wanhopig): Dat hadden! mijn
voorvaderen eens moeten zienEen
gevangenbewaarder bij een baron van Laoi-
pensehemerZeg maag dat ik geld
wachtende ben.
John Zal ook niet helpen. Ik heb zoo
iets meer bijgewoond. Als 't eenmaal zoover
is, gaan ze alleen uitdelen weg voor klinken
de munt. ;t
Baron (valt in zijn stoel): Canaille.
(Er wordt gebeld)
J o li ii Daar zullen ze zijn. (Wal weg
Baron:' Och, John, Btuuv zé weg.
John (onverschillig): Zal niet gaan.
Baron: En als ik nu toch werkelijk
ongesteld Ven.
John (ijskoud)Helpt niemendal. Hij
doet er zijn werk. evengoed om.
Baron: Werk.... Mooi werk!
John (krijgt, naar uit zijn gebaren
blijkt, een soort ingeving): Ja, u zult hem
dus toch te woord moeten staan.
Baron: Affreus. Affreus!
(Er wordt weer geloeid).
John Wil ik het voor u doen?
'Baron: Wat?
'John Met hem praten.
Baron: Aan do deur
John Neen, dat geeft niet. Hier!
Baron Hier
John: Ja, hier. In uw plaats.
Baron: Jij hier?Waarom?
John: Misschien kan ik beter met
hem opschieten.
Baron (begint te bgrijpen): Nu goed.
dan zal ik weggaan. (Wil do kamer verla
ten.)
John (hem legenlioudend): Maar hoe
komt die man dan hior?
Baron Jij doet took open.
John: Ik? Of ik dan aan de deur met
hem praat of hier blijft 'hetzelfde. Hij moet
denken dat i k hier woon.
Baron: Jij hier?
John: Hoor eens, meneer do baron,
zoo kunnen we niét aan den gang blijven.
Speel een half uurtje comedie, dan zullen
we zien wat ervan terecht komt. Kijk, (ont
neemt den baron zijn chambercloack en geeft
hem zijn gestreept jasje) u doet mijn jasje
aan, 't staat prachtig.... Ik uw kamerjapon;
gaat ook heel best
(Er wordt langdurig gebeld).
John: En nu zou ik maar gauw gaan
opendoen als ik u was. (Duwt de baron, die
nog tegenstribbelt, de deur uit.)
Baron (weggaande)Dat moesten mijn
voorvaderen
John (alleen gebleven). Ziezoo, nu eerst
eens ongevraagd, ongeweigerd een sigaar
tje opgf stoken. (Giïipt in een kistje; blijkt
leeg.) Ook al op. Dan maar een van m'n
eigenEen lucifertje zal 'hij ten minste
nog wel bobben. (Vind er een in bet stan-
daadrrdje.) Dat valt tenminste niet tegen,
't Kon waarachtig nog miserabeler zijn.
(Gaat rookende op de plaats van den baron
zitten). Dat moesten ni ij n voorvaderen
nu eens zien.
(Wordt geklopt).
John: Binnen
Baron (binnentredend en de deur ach
ter zich sluitend): Daar is 's ie!
John: Laat binnenkomen, John.
Baron (Veërgerd): John?
John: We ruilden immers.
Baron (onwillig af).
John: Hij kan er zich niet best iir
schikkenIk des te beter.
Baron (laat deurwaarder binnen' en
verdwijnt weer).
John (nonchalant):' Ha, meneer„ het
doet mii genoegen eens met een deurwaar
der kennis to maken. (Reikt hem de hand.)
Ga zitten.
Deurwaarder (afgemeten) f Par
don, ik ben hier toch terecht hij baron van
LaniDenschemer tot Oliekruik?
John (lachend): De kruik was leeg en
toen is de lamo uitgegaan.
Deurwaarder: TT meent.
J ohn: Die baron heeft hier wel ge
woond, maar nu woon ik er.
Deurwaarder Dit ameublement
herken ik anders heel goed. Ik kom hier niet
voor 't eerst.
John: O zoo. Kom, ga zitten en steek
eens van me op. Dat praat gemakkelijker.
Deurwaarder (steekt op en neemt
plaats): 't Gebeurt me niet altiid, dat ik
zoo ontvangen word. In den regel.
John Och, ik vind het wel een aardig
avontuur, want je bent bepaald in de war.
Deurwaarder:.... in den regel heeft
men nogal 't land als ik kom.
John: Maar ik heelemaal niet. Vertel
me eens: wat komt ge bier eigenlijk doen?
Deurwaarder (waardig): Mijn ambt
voert mij overal, waar men weigex*t z'n
schulden te betalen. En nu heeft die ba
ron
John (lachend en den deurwaarder op
zijn knie slaand): Ja, dat weet ik. Die 2it
er tot over z'n ooren in. Daardoor zit ik
juist hier!
Deurwaarder (afgemeten)Als be
waarder?
John (waardig)Meneer, mijn" naam is
John Sternenfeld en ik ben eigenaar van
dit heele boeltje.
Deurwaarder! Eigenaar T
John: Overgenomen ter afdoening van
een eereschuld.
Deurwaarder:' Speelschuld dus.
J o h n In onze kringen noemt irnen dat
eereschuld. De baron kan ik het helpen
dat hij ongelukkig was had geen Hin
kende munt en toen ben ik maar zoo goed
geweest
Deurwaarder Dus u beweert, dat
deze meubelen.
John: Beweren? Als u mij niet gelooft
Ik zal mijn knecht eens roepen (belt).
Dien heb ik er ook bij overgenomen. Dc
arme man wiet niet zoo gauw waar hij
heen moest.
Deurwaarder":' Dat 's dan wel leuk
gegaan.
John:' Verbazend leuk. Laat ik u dit
eens zeggen: als je goed spelen kunt
goed, begrepen?
Deurwaarder (lachend)Ja, ja„ ja
John: Dan behoef je niet veel anders
te doen.
Deurwaarder! Ik ben tooh maar
liever deurwaarder.
Jolm: Ieder z'n meugKomt die
kerel haast. (Belt weer en loopt meteen
naar do deiir, roepend) -John!Ja, kom
eens hier.
Baron (bedremmeld binnen).
John: Je behoeft zoo beteuterd niet te
kijken. Bij je vorigen meester zul je deur
waarders genoeg gezien hebben.
Deurwaarder Dat kan uitkomen.
Baron (wil eerst antwoorden, maakt
dan afwerend gebaar).
J ohn: Zeg je daar maar liever niemendal
op? Familiegeheimen zeker en daar zijn
huisknechts altijd voorzichtig mee. Ant
woord. maar eens kort en bondig: wie is
de baas hier?
1 Wintervoeten
Winterteenen
J Winterhanden.
Baron (na eenige aarzelingl17.
John: Wie kan je ontslaan als hij wil?
Baron: U.
John: Waar is je vorige patroon?
Baron (aarzelt).
John: Ja, niet dat 't mij. kan schelen.
Die meneer hier (wijst op deurwaarder) wil
graag alles weten.
Baron (verschrikt): Meneer de baron
isis.nergens te vinden.
Deurwaarder: Is hij al lang weg?
Baron: Niet zoo heel lang.
Deurwaarder: Geen adres achter-
Baron: Mij niet bekend.
John: Mij ook nietHaha
Deurwaarder: 't Is een vreemde
boel.
John: In onze kringen is zoo iets
heelemaal niet vreemd. Een eereschuld is
een eereschuld. MeD doet die snel af en
daarmee is de zaak uit de voeten.
Deurwaarder: Mag ik uw bediende
nog eens wat vragen.
John: Ga uw gang.
Deurwaarder: Heel deze inboedel
heeft toch behoord aan baron van Lampen-
schemer tot Oliekruik.
Baron (met nadruk)Ja.
Deurwaarder: En nu is hij weg?
Baron: JaMeneer hier (wijst op
John).
John: Meneer hier is nu de eigenaar.
Baron: Ilr zal 'fc niet tegenspreken.
John: Neen, dat begrijp ikNog
iets vragen, meneer?
Deurwaarder Dank u.
John: Jp kimt gaan, John.
(Baron af).
John: U ziet, meneer, er is hier niets
voor n te halen.
D eurwaarder: Pardon, heeft u be
wijzen?
John (opstuivend): Bewijzen? Ie het
oord van een eerlijk man en van dien
knecht niet voldoende? Wat voor bewijzen
verlangt u nu nog?
Deurwaarder: Een gelegaliseerde
acte van overdracht bijv. of een dito acte,
waaruit blijkt
John: Wat een geleerde woorden alle
maal! Ik heb wel verstand van van whisten
en écarteeren, maar van die dingen weet
ik niets.
Deurwaarder:' t Zal ze u uitleg
genEen verkoopacto
John (in lachen uitbarstend)Ik kan
el zien,, dat u in onze kringen niet thuis
is. Een eereschuld en een verkoopacteHoe
oommunNeen, meneer, als u zoo
iets bedoelt, dat heb ik niet.
Deurwaarder (opstaande): Dan zal
ik toch beslag moeten leggen.
John (boos): Wat geloof je ine niet?
Deurwaarder: Zonder bewijzen
mag ik u niet gelooven.
John: Bewijzen? Ik heb toch een ge
tuige (belt).
Deurwaarder:' Laat ma-ar, meneer,
aan zulke getuigenissen heb ik niets.
John: Ik wil toch hebben dat u 't hoort
Wat denkt u wel van me. (Belt weer en
loopt naar de deur.) John!
Baron (komt binnen): En?
John: Vertel nu eens duidelijk:" Was
jij er bij of niet toen die baron mij de boel
plicht doen. Ik kan hier niet aan 't praten
blijven. Hier kunt n lezen, dat ik in mijn
/echt ben (geeft eeD papier over) en nu ga ik
een bewaarder hier laten tot de boel ver
kocht wordt.
John (op heb papier starend): Gaat dat
zoo? Met whisten en écarteeren zult ge me
niet gauw te pakken krijgen, maar dat
ding
Deurwaarder (loopt naar de cleur).
John: Neen, wacht-nog eens even. Ik
mag toch eerst wel wat meer inlichtingen
Baron (met overtuiging):' Ik was er
zeer zeker bij.
John: Weet jij er alles van of niet?
Baron: 'k Weet er alles van.
John: Komt hij terug zoolang ik hier
wat te vertellen heb?
Baron: Ik zou 't niet denken.
John: Weet je 'm te vinden? Dat zou
meneer hier vooral graag weten.
Baron: Al zou 'k het weten
Deurwaarder: Och, die huisknech
ten-confidenties ken ik wel. Geef u maar
geen moeite meer, meneer Sterren
John: Juist, Sternenfeld.
Deurwaarder: Meneer Sternenfeld.
Zwart op wit moet ik *t hebben, behoorlijk
gelegaliseerd, anders(tot baron). Laat
die andere beeren even binnenkomen.
John: Neen, laat zo nog maar even
buiten. (Tot baron:) Je kunt gaan, John.
CTot deurwaarder:) 't Is toch ongehoord,
meneer. Moet ik nu die last hebben voor een
andermans schuld? Is daar nu waarachtig
geen mouw aan te passen?
Deurwaarder: De eenige mouw is
>ld,
John: Mijn geld omDat kunt
ge begrijpen.
Deurwaarder: Meneer, ik ga mijn
Deurwaarder (ongeduldig)Meneer,
ik heb meer te doen
.John: Duurt zoo'n verkooping lang?
Deurwaarder (rondkijkend): Het
hangt ervan afTot er genoeg geld
hijeen is voor schuld en onkosten. Heel veel
bijzonders is hier niet.
John: Helaas neen. t Is me, om de
waarheid te zeg een, ook niet meegevallen.
Deurwaarder: De andere kamers net
zoo?
John: Kamers, kamers't Was
maar een vrijgezel zoo als ik. Nog 'n slaap
kamer.
Deurwaarder (familiair)Dan zal
die speelschuld
John: Eereschuld
Deurwaarder: Die eereschuld dan
ook wel niet zoo heel croot zijn geweest.
John (waardig)Meneer, in onze krin
gen laat men zich daar niet over uit.
Deurwaarder (rondziende): In onze
kringen zou men eieenlijk alleen voor dat
kastje een behoorlijken prijs bieden.
John Is dat werkelijk zoo mooi? Dan
is 't wel een mirakel dat 't er nog staat.
Deurwaarder: Des te beter voor
ons.
John (verwonderd): Voor ons?
Deurwaarder (lachend): Ja, des te
eer zijn we allebei van de soesa af.
John: Moet dat nu heuseh gebeuren?
Deurwaarder: U zult het zien en
ondervinden. Ik zal tenmincte maar veTder
ran.
John: Wacht nog evenAls 't dan
toch moet, koop dat kastje dan maar da
delijk. Ik moet van al die soesa niets heb
ben.
Deurwaarder: TT bedoelt?
John (joviaal): Wat geef je ervoor?
Zou 't genoeg wezen om je lastgevers tevre
den te stellen?
Deurwaarder (nadenkend): Dat 'e te
John: Ik zal je er eens wat over laten
hooren. (Belt en loopt meteen naar de
deur.) John!'
Baron (binnenkomend)
John: Zeg eens, John, wat vertelde die
baron ook weer altijd over dat kastje?
Baron (opgetogen): Een erfstuk, me
neer. Een paar eeuwen oud. Onze betond-
overgrootvader had heb al en onze familie.
John: Jou 'betoudovergrootvader?
Loop rond. (Tot deurwaarder:) Hebt u wel
eens opgemerkt hoe dat bij dit volkje gaat?
Dat praat van ons huis, onze meube
len, onze familie, alsof ze ook van de
permitatie zijn. En nu gaat hij zich die
betoudovergrootvader ook al toeëigenen.
(Tot baron:) Die oude heer mag je voor mijn
part houden, maar over dat kastje zal ik nu
eens beschikken. Ik beb geen zin om hier een
gerechtebike verkooping te krijgen. Jij
soms wel?
Baron (met afgrijzen)O neen
John: Dan zal ik 't wel opknappen. Je
kunt wel weer gaan. (Tot deurwaarder). U
hoort wat 'n oud ding het is.
Deurwaarder: Dat had. ik al wel
gezien.
John:' Best, maar ik wou 't zelf ook
nog eens goed wetenWat geef je
ervoor?
Deurwaarder: Dat wordt een
■eemde geschiedenisDit kastje is
dus op eerewoord van TT?
John: Is m'n eerewoórd am opeens
Deurwaarder:' Als ik 't koop, dan
doe ik het als particulier en dan
John: Meneer, als ik 't geld maar zie,
schenk ik je de uitlegging. Ik begrijp er
misschien toch niets van. Dat 's zeker; je
kunt er geen kwaad bij.
Deurwaarder: Nu dan, ik bied
John: Zachtjes. Die knecht behoeft heb
niet te hooren. Ik denk zeker, dat hij staat
te luisteren. (Loopt naar de deur, die be
weegt). Zie je wel: ik ken dat volkje,
(Deurwaarder en John praten zacht sa
men
John: Dus dat krijg ik nog toe?
Deurwaarder: (Knikt toestemmend).
John: En ben ik dan overal af
Deurwaarder: Voor dit geval ja,
maar wat er nog meer voor schulden zijn....
John (luchthartig)Dat 'a van later
zorg. Geef maar op de dubbeltjes. (Ontvangt
bankpapier).
Deurwaarder: Meneer, ik zal het
vanmiddag laten halen.
John: Neen 't moet dadelijk mee. Ik
houd van afdoen. Weg er mee. (Belt).
Baron (komt binnen).
John: Je had wel aldoor zoo vlug kun
nen wezen, luistervink. Laat die twee hee-
ren eens binnenVersta je me niet
(baron af).
Deurwaarder:' Waar moet ik 't nu
zoo gauw laten?
John: Mijn zorg! Zet het zoolang bij de
buren of in een winkelWeg er mee.
(John komt binnen met de twee getuigen
des deurwaarders).
J o n h: Allo mannen', pak op dat ding.
John, help een handje.
(Mannen dragen kastje weg, baron wan-
honig er achteraan).
Deurwaarder: Zoo iets is me nog
nooit overkomen.
J ohn: Mij ook niet.
Baron (in do deur): Mij ook niet.
John (luchthartig)Ja, 'n niensch weet
maar nooit wat hem overkomen kan.
Deurwaarder: Meneer(af).
John: Saint (laat zich in fauteuil val
len). Hé, hé, dat 'e oen karwei geweest.
(Telt het geld na). Prachtig, m'n heele sala
ris verdiend en nog een kleinigheidje voor
hem over. (Schaterlachend). Dat hadden
m'n voorvaderen eens moeten zien.
(Baron zonder kloppen binnen en gooif
jasie in een hoek).
Baron: Ik heb me staan ergeren ach*
ter de deui'.
John (kalm): Dacht ik wek En is u nu
niet opgeiuCht?
Baron (boos)Opgelucht
John: Ja, die deurwaarder komt niet
meer terug.
Baron Zoo kan ik 't ook wel.
John: Had het dan gedaan. (Doet
chambercloack uit). TJ moest me dankbaar,
wezen, want u krijgt nog geld toe. (Geeft'
f 25.
Baron (geërgerd): Wat f 25.—. Heeft'
het zoo weinig opgebracht.
John: Neen, maar mijn salaris is nu
ook voldaan.
Baron: Ongehoord
John: Zooals 't behoort...... Ik heb
tevens dc eer U te groeten...... Zoo'n be
trekking kan ik eiken dag wel krijgen. (Af).
Baron (met de armen in de hoogte):]
Dat hadden mijn voorvaderen eens moeten!
zien!
G o r d ij n.
IURGERLIJKE STANDI
-J
ALKEMADE.
Geboren Simon, zoon van S. de Boer
en N. Commandeur Johanna Maria, doch
ter van A. v. d. Meer en N. Hoogenboom i
Wilhelmina Maria, dochter van L. A. v. <L
Meer en M. W. den Hollander Ohristiaani
Nicolaae, zoon van C. van der Meer en Jt
Heemskerk Helena Johanna, dochter
van W. van Beek en A. Loos.
Overleden: Leonardus van. der Aar,
wed., 79 jaar.
Ondertrouwd Johannes van Zeijl,
wed. 00 jaar met Cornelia van der Ploeg
jd. 55 jaar.
Gehuwd Hendrikus Hendrik Lek jnn
22 jaar met Johanna Maria de Jong jd. 25 j.
Gevestigd: L. P. J. M. van Akkeren!
en gezin uit Rotterdam M. Taats uit
Rotterdam A. M. Kuypers van Leinlui
den H. Kalker en gezin van Haarlemmer
meer M. de Wit uit Echt.
Vertrokken: K. M. de Wit naar
Haarlemmermeer E. J. Pouw en gezin)
naar Nieuwkoop J. C. van Linden naar
Axel G. Los naar Hazerswoude C. G.
W. de Groot naar Hazerswoude J. Lang-
hout en echtgenoote nïiar Haarlemmermeer
L. Oudenaarden en gezin naar Hillegom
E. A. van Rooyen naar Lisse C. Vree
ken naar Bodegraven J. F. van dert Hoe
ven naar Voorhout H. van der Drift en'
gezin naar Warmond C. M. J. Beelen
naar Woerden.
ALPHEN AAN DEN RIJN.
Geboren: z. van N. J. v. d. Halm geb,
van Eijk (wonende te Ter Aar) zoon van)
J. H. van Wijk geboren Bergsteiin doch
ter van A. G. d. Hertog geboren Rosenboonx'
zoon van E. J. C. de Hertog geboren do
Bruin dochter van K. v. d. Lee geboren
Breed veld zoon van G. O. SfcokhunzeiU
geboren Samson dochter van M. Moe-
rings geboren Van Breukelen dochter
van A. S. van Vliet geboren van der Wilt.
Overleden: A. van Kreuningen echt
genoote van P. v. <L Eng 69 jaar W. C.
Harts jd. 16 jaar L. Kwaker-naak vr. C.
M. Kemperman, 42 jaar, overleden te Leiden)
A. O. Haak, echtgen. van A. Kofstede,
53 jaar A. M. Suijck. wed. van J. Pad
denburg, 78 jaar G. M. Gerse jd. 3 m.
D. Kerseboom, echtgen. van D. Jansen,
M jaar H. van Tol echtgen. van H. van)
Leijden, 58 jaar.
NIEUWKOOP.
Geboren Adrianus Johannes, zooiï
van A. J. Boekhorst en J. H. L. van Dijk.
Overleden: Nicolaas Hermanus O ver
vliet, 64 jaar.
Getrouwd: A. Leliveld, 27 jaar en C.
T. Tijsterman, 21 jaar.
VOORHOUT.
Geboren: Johanna Geertruida d. van
L. de Groot-v. d. Meer Gerarda Maria d.
van O. Kortekaas-Boero Engelbertus
Petrus z. van W. Vink-Koelewijn.
Overleden: Adriana Schoone, wed
van A. v. d. Geer, oud 78 jaar Johanna
Agatlxa Vink, oud 2 m. Ma-rgaretha Hen-
drika Hoogervorst, oud 19 m.
Gevestigd: H. Schuurink on gezin uit
Leiden. A. de Groot uit Heemstede
G. Vlaar uit Castricum S. J. v. d. Hulst
uit Haarlemmermeer J. F. v. d. Hoeven'
uit Alkenxado
Vertrokken: Th. H. v. d. Zijden naar
Heemstede C. J. Zoet en gezin naar
Noordwijkerhout S. M. Warmerdam naar
Noordrwijkerhoufc.
WASSENAAR.
Geboren: Agatha Diugena, dochter
van L. Compeer en P. J. M. Augustinus
Martinus Jacobus, zoon van H. J. van Oos
ten en P. G. Kooke Bartholomeus Johan
nes, zoon van L. A. Homan en A. M. W. J»
van der Meer Cornc'is Johannes Jaco
bus, zoon van W. Vos en H. M. van der
Steen Petronella Gerardina, dochter van'
A. Kloosterman en M. C. Kuipers Mari-
nus Cornclis, zoon van A. A. Raats en J.
Voeten.
WOUBRUGGE.
Geboren Jolian, zoon van J. G. Bontje
en A. M. Vreeburg Helena Anna, dochter
van C. Hilleuaar en C. W. Hoogenvcen.
TER-AAR.
Overleden: J. Wijfje 22 jaar P.
W. Kroft echtgenoot van C. W. J. M. do
Wit 55 jaar Th. Verhaar, 53 jaar.
Gehuwd: J. N. Bunnik, 42 jaar en C.
van Veen 28 jaar.
ZEGWAART.
Gerborcn: Maria Johanna. dochter
van G. Janson en C. M. Arkesteijn T ïeo-
dorus, zoon van T. Adcgeest en (-■ Berk
Dina, dochter van J. M. van der Tas en D.
HuLjs. t
Gehuwd:' A. Lamboo. 23 jaar en
Wieriks 22 jaar.
Overleden: M. van Alphei], fl jam,
wed. van A. Visser. -J