Je LeÉcSe Conl" Derde Blad. Dr. A. van. Rijn, Leiden, gemeenle-arts. Prof. J. D. v. d. Waals, Amsterdam, na tuurkundige. G. Breitner, Amsterdam, kunstschilder. N. de Zwart., Leiden, architect. Louis Couperus, De Steeg, Nederl. let terkundige. Prof. dr. J. van Wageningen, Gronin gen, hoogleeraar. Prof. dr. A. Reddingius, hoogleeraar, Groningen. A. W. Weismann, Haarlem, architect. Prof. dr. G. Kalff, Leiden, hoogl. Ned. letterkunde. Taco H. de Beer, 's-Gravenhage, letter kundige. L. J. Kamps, Sittard, leeraar aan het Bisschoppelijk College. L. A. H. do Wolff, 's-Gravenhage, ar chitect. F. J. F. Tyssen, Eindhoven, oud-scliool- opziener. Pater D. Borghorst O. F. M., Heerlen, taalleeraar. Marcellus Emants, Meran, schrijver. M. de Klerk, Amsterdam, architect. K. C. P. do Bazel. Bussum,. architect. Frans Netscher, Haarlem, letterkundige. Prof. dr. J. J. A. J. Frantzen, oud-hoog- leeraar, Utrecht. Dr. G A. L. Rademakzer, paedagoog. Dr. A. H. Nyland, Leiden, oud-directour 's Lands koepokinrichting Weltevreden. D. Nieuwenhuizen, Rotterdam, acteur. Dr. J. W. Lely, Leiden, oud-leeraar aan het Gymnasium. F. A. Dee, Leiden, oud-pedeL Jozef Thyssen, operazanger. Alexander Gustaaf Eifel. f Ambtenaren, enz. G. v. d. Pol, Oudewater, oud-wethouder. Piet Nolling, lid Amsterdamschen Ge meenteraad. Jos. Loopuit, lid der S. D. A. P.,fractie in Amsterdamschen gemeenteraad. Cr. H. Ivokxhoorn, Leiden, gemeente-ont vanger. llr. A. J. M. Vos de Waal, oud-wethou der-loco-burgemeester van Zwolle. Mr. J. G. Schölvinck, Amsterdam, oud- welhouder. Dr. H. J. Zwiers, Leiden, conservator Sterrenwacht, oud-gemeenteraadslid. Kerk. Pater A. G. M. van Es, Amsterdam. Kapalaan dir. Henniug, Bergen (N.B.). Mgr. Th. J. A. Bosman, deken van Am sterdam. Prof. Kamps, Sittard, prof, aan het Bisschoppelijk College. P. A. R. Padberg, pastoor-aalmoezenier te Ede. Pater Jac. Bogaerts, Witlem. J. J. van Leipzig, oud-pastoor v. Heems kerk. J. P. Weslcrhof, pastoor te Noordwij- kerliout. J. J. Vernieuwc, oud-pastoor te Leiden, Rijswijk. Dr. J. W. Gunning, directeur Zendings school Leiden. Handel en Industrie. J. B. v. Heek, Enschede, industrieel. P. Bogaers, Helmond, industrieel. G. J. Droste, -Haarlem, industrieel Georges Calvé, Delft, industrieel. Joost v. Vollenhoven, een der directeuren v. d. Nederl. Bank. A. I. v. d. Bergli, Rotterdam, industrieel. H. Swarttouw, Delft, industrieel. G. Waller, Heemstede, oud-dir. dor E. S. M. C. H. Krautz, industrieel, Warmond. Mr. J. Hoogenstraten, industrieel, Leidon. Gemengde Berichten. De dubbele moord te Culemborg. Zaterdagmiddag is op do begraafplaats to Culemborg de vermoorde Gerritjo van Wiggen ter aarde besteld. Er 'was zeer grooto belangstelling. Ds. Dorgelo voerde het woord. Do burgemeester was bij de droeve plechtigheid tegenwoordig. Aanslag op een maréchaussee. Te Groenendijk (gain. Hontenisse) is de maréchaussee de M. door een Belgisch de serteur, den schaapherder Sch., met een mes aan den slagader van zijn hals ern stig verwond. De politieman schoot zijn re volver af en trof Sch. in den huik, Deze werd daarop gearresteerd. De maréchaus- sée maakt het naar omstandigheden vrij-? wel. Do maréchaussee is evenals do dader zelf naar het ziekenhuis to Middelburg overgebraolit ter observatie. De Belg, die in den buik werd geschoten door de M. na do aanranding, schijnt in een vlaag van waanzin te hebbeu gehandeld. De poging tct doodslag te Hoofdplaat. Door de Belgische justitie zijn uitgelee verd de Nederlandsche arbeiders C. M. 24' jaar en J. van G. 39 jaar, beide wonende te Hoofdplaat en verdacht van inbraak en poging tot doodslag op den bejaarden mo lenaar aldaar in den nacht van 30 op 31: October j.l. Het ongeluk in Delft. Naar men verneemt gaat do overweg-* wachter H. inzake het Vrijdag plaats ge^ .had hebbende auto-ongeluk met doodelij- ken afloop niet vrij uit. Do wekkerseinen .■functioneerden goed, doch bij heeft zo waarschijnlijk niet gehoord. Door den rook van den a'oorbijgaanden trein heeft hij den naderenden sneltrein niet zien aan komen. Verdronken. Te Snikzwaag is Vrijdag het 5-jarig zoontje van H. S. achter de ouderlijek wo* ning in een bijt geraakt en verdronken. Bloedvergiftiging. De heer T. te Dedemsvaart kreeg deze* dagen een wond aan zijn hand. Door on voldoende verzorging kwam er bloedver giftiging bij, waaraan hij thans is overle den. Gevaarlijke inbrekers gesnapt. Te Enschedé zijn door de politie drie 18-jarige jongens op heeterdaad betrapt bij een poging tot inbraak in de broodfabriek „De Volharding". Zij bleken ook schuldig te zijn aan een zevental inbraken gedu- i-ende de laatste weken aldaar gepleegd. Het gevaar van kolendamp. Zaterdagnacht werd ontdekt, dat de op varenden van het scheepje „Risico", dat langs het gemeen terrein aan de Nassau- haven te Rotterdam ligt, in de roef van het vaartuig buiten bewustzijn lagen, be dwelmd, tengevolge van kolendamp. Het geval liet zich aanvankelijk niet ernstig aanzien, maar toen verplegers van den Ge neeskundigen Dienst, die te hulp geroepen waren, arriveerden, constateerden ze, dat een der mannen reeds eenige uren overle den was. Van de twee anderen moest er één in het ziekenhuis ter verpleging wor den opgenomen. Do toestand van den der de is niet zoodanig, dat een speciale be handeling in het ziekenhuis noodzakelijk was. De politie heeft het lijk van den over ledene in beslag genomen, ter schouwing. Het lijk is herkend als dat van den 23- jarigen A. v. d. V. uit Ouderkerk a. d. IJssel. Vrijdagnacht is het gezin L. te Wecsp op 't kantje af aan kolenkdampverstik king ontsnapt. Op een gegeven oogenblik werd mej. L. wakker door het geschrei van de kleine; terzelfder tijd wekte zij haar man, daar zij zich plotseling zoo benauwd gevoelde. Toen deze haar vroeg wat haar scheelde, bleek het dat zij reeds bewuste loos was; ook het kindje was buiten ken nis geraakt. Hevig ontsteld wilde L. zich naar de achterkamer begeven, waar zijn bejaarde moeder met bet oudste kind slie pen. Zoodra de man echter oen paar stap pen had gedaan, viel hij bewusteloos in do achterkamer, op den grond. Het bleek, -dat het voorvertrek geheel gevuld was met kolendamp. Do oude moeder wierp on middellijk de deur der achterkamer open; L. kwam door do binnenstroomende fris- scke lucht weer zoover bij, dat hij op han den en voeten naar de deuropening kon kruipen. Zijn moeder slaagde er met de grootste moeite in, 'haar schoondochter met do kleine naar de achterkamer over to brengen, waar zij beiden in bewusleloozon toestand moest achterlaten, daar zij hulp wilde halen. In nachtgewaad en blootvoets waadde de bejaarde vrouw door de.dikko sneeuw naar een buurman, die echter ver klaarde „d'r ook niets aan te kunnen doen". Een overbuurman was menscli- lievender. Hij begaf zich op weg naar dok ter en politie, zoodat spoedig voldoendo hulp aanwezig was. Allo personen kwamen weer lot bewust zijn. Maandag 31 üec. 1923 OUDEJAAR. 'Boor do spanning van bot menschen- 3cven beeft het rhytlime der dagen, klopt :ilo hamerslag der uren. Onverbiddelijk fcchoki het voort en met eiken nieuwen {tilyihmenstoot zinken de dagen, storten de •uren weg in de kolken van het verleden. Soms zoudt ge ze willen vasthouden, de ifchoono stonden, waarin God U buitenge- (woon- bevoorrechtte, waarin ge gelukkig [waart. Maar niets weerhoudt de maatslag van den tijd, die zonder weifelen U de slotmaat aangeeft van Uw schoonste levensliederen ,en U nog slechts uit het verleden enkele «echo's toekaatst. - Soms zoudt ge het rhytlime der uren willen versnellen, wanneer ge in angst en spanning verkeert of smart en bekommer nissen U pijnigen. Maar niets weerhoudt do maatgang van «den tijd en van uw leed krijgt ge de volle .U toegemeten maat en dan schijnen de trcurmarschen van het leven U langer uit gesponnen dan ooit de "vreugde uwer schoonste dagen kon zijn. Oude jaar I "VVij overzien de maanden, dio voorhij gingen; wij doorleven op dezen slag, op dezen .avond vooral de hoofd momenten van vreugde en smart, van voor spoed en tegenspoed, welke ons ten deel vielen. Wij buigen ons eenige oogenblikken over unae herinneringen zooals een eenzame on derzoeker zich buigt over een oud perka ment, waravan hij nog niet weet of de slotconclusies vertroostend of ontmoedigend sullen- zijn. Wij zoeken in onze herinnering de paar- len van geluk door God ons toegekend ge durende het voorbijgesnelde jaar en wij vlechten ze tot een snoer in onze dankbare gedachtenis. Wij gedenken ook smart en verlies en soms zijn do paarlen der tranen talrijker dan die van 't geluk. En als wo dan alle tijdelijke dingen to gen elkaar opwegen, en ons afvragen, welke ^waarde ze hadden voor de opvoeding onzer ziel en als wo dan zinnend en mij merend do balans van 't verleden opma ken, dan hooren we door het rhythme der laatste uren zacht en zeker de karteklop ,dor eeuwigheid. Snel verglijden de laatste stonden door onze vingeren als de beiers van een bid- snoeier. Beier na beier vallen zij neer en wij kunnen ze niet tegenhouden. En wij wenschten wel, dat ondanks onze goede meening, al onze uren gebeden waren ge weest, gebeden in daden, woorden en ge dachten als rozen neergevallen voor Gods y oefen. In mijmerij verstild herinneren we ons, jclab we in veel te kort geschoten zijn en wij vragen God: „Heer, Gij die ons zoo veel goeds hebt gegeven, reken ons niet te «zwaar toe onze nalatigheden, onze verzui men, onze opstandigheid en boosheid soms ,G ij-weet dat wij arme, zwakke menschen zijn, die aan niets zoozeer behoefte heb ben, dan aan de sterkte van Uw heiligen liefdearm, de kracht van Uw Goddelijk Of- feii Heer, schenk ons Uw durende erbar- mi'ng". Wij hebben onze ziel soms gevoed met gintui gelijke dingen; wij waren soms te zeer aan de stof gehecht. Thans zien wo .weer schrikwekkend duidelijk, hoe vergan kelijk dat alles is. Wij zien de geestelijk heid- van ons wezen, de bestemming onzer gicl, thans, nu de klop der oneindigheid pns hart beroert. Wij, bobben het leven soms liefgehad niet «our Christus' wil, maar alleen om de vreugde der zinnen, om de kennis van jijdelo dingen, en wij vergaten de ontzag lijke werkelijkheid des geestes; we verga pen, dat elke blik van onze oogen, elke Öekrede van onzen voet, elke klop van &ns hart de laatste kan zijn en wij van Aangezicht tot aangezicht komen Ie staan (tegenover den Rechter. Ai. ■WM—Mg FEUILLETON VOGELVRIJ. Ware schetsen uit Fransche familie archieven door G. VAN BEUGNY. Nadat hij een oogenblik mijnheer Van (Vassière met een blik vol eerbied en bene penheid had aangekeken, begon hij: „Verontschuldig mij, mijnheer, als ik $oo vrij ben, te vragen, wat u in ons on- elukkig land wilt doien? Men «had mij erleld, dat u uitgeweken was." ;,Jo zult alles vernemen. Maar hang jerst iets voor het raam naast de deur. Er namelijk een spleet in het luik, waar door men alles ziet wat hier gebeurd; je Zult immers wel begrepen hebben, dat wij Èiet' bepaald wenschen beloerd te worden", i Josep haalde dadelijk een linnen doek, dien hij voor hot raam uithing en keerde poen weer naar zijn bezoekers terug. „Wat ben ik toch onoplettend!" verweet bij zichzelf. „U bent doornat en ik denk •#r niet eens aan, u andere kleeren te ge- jen. Ik heb wel slechts gewone werkmans- tleeren, maar ik hoop dat u die zult wil len aantrekken, ze zijn tenminste droog". „Het oogenblik zou slecht gekozen zijn, f-r0sto Joseph, om daartegen bezwaar - te nebben, je voorstel is ons integendeel zeer (welkom". En^ onmiddellijk bracht de boer Albert u* aaar do aangrenzende ka mer, waar hij zijn heele garderobe tot hun beschikking stelde. l Bif de meeste Fransohe boerenwoningen Wij hadden vreugde aan de natuur. Wij zagen den opgang van het jonge leven in de lente; wij genoten de bloesen.weelde van Mei on do zonnezangen die trilden door milde hemelen; wij verlustigden ons in den vollen, bruisenden overvloed van den zomer; wij zagen do gouden vruchten rij pen en vernamen de symphonic tin, welke do herfst toovert over duin en bosch. Maar wij bedachten niet altijd, dat dit vergan kelijke in zijn uitbundigste pracht niet meer dan oen gelijkenis is van de eeuwige schoonheid, die uit God is en da/t de ver gankelijke schoonheid der aarde altijd weer heen moet wijzen naar de schoonheid Gods. Zoo is er weemoed in het verglijden der laatste uren. Maar ook hoop en vertroos ting; want alles wat ens stelt voor 't aan gezicht der eeuwigheid vertedert het hart en dwingt ons tot vernedering voor God. En dan ds de mensch op zijn best, wan neer hij neergebogen ligt en zijn diepe on macht bekent tegenover zijn Schepper. Hoop en vertroosting I Want de belijde nis van onmacht wekt het verlangen om de toekomst met geheiligd hart en aan Gods 'hand weer tegemoet te gaan, geloovig en vertrouwend en met volle overgave, opdat do ziel naar oen Oud-Testamentisch woord „eens wordo ingebonden bij het bundelke der levenden bij God", Oudejaar! Door het rumoer van het wereldgebeu ren dreunt de bazuinstoot der vergankelijk beid en de menschheid verstilt tot naden- kei ij ke zelfbezinning. Snel verglijden de uren; als de beiers van een bidsnoer glijden ze door do hand der menschheid. O, waren al onze uren gebeden geweestI Hoeveel gelukkiger zou de wereld zijn; hoeveel minder haat en wraakzucht, na ijver, woeling en verwarring zou er op dc wereld geweest zijn. Waren al onze uren gebeden geweest! Dan Ara ren vredesgedachten, verzoenings gezindheid gerijpt in 't hart der volkeren, ■dio nog steeds in gramschap elkaar het licht des levens benijden. Straks is hot snoer weer afgeteld en het droeve jaar A'an haat en Avoeling- stort neer in dc zaa'ijgende eeuwigheid. In de stilte van het even rusten, even terugzien, vragen Ave ons af of ons gebed ook oen bede om den vredo der Avercld is geweest. Oude jaar' Nu gij heengaal, neem met U de herin nering aan zooveel ongoddelijks, zooveel boosaardigdheid, zooA'eel opstandigheid in 't hart der volkeren. Neem met U mede de haat en de Avraakzucht, de vijandschap en de bloeddorst. En laat onze laatste gebeden to«t den Vredevorst in het Oudo jaar en onze eer ste in het Nieuwe gebeden zijn voor de verzoening der volkeren cn Aroor een ont plooiing van goddelijk leAren in 't hart der gehecle menschheid. N. J. H. S. Necrologie 1923. Hieronder volgt een lijst van min of meer bekende personen, die in het afgeloo- pen jaar zijn overleden die, gelijk wij zoo vaak die groote levenswaarheid uit drukken, het tijdelijke met het eeuwige hebben verwisseld. De lijst is verre van arolledig Arele lezers zullen deze nog wel kunnen aanvullen. BUITENLAND. Vorstelijke personen. Prins Sadanaru Foeshini, oom van den Mikado van Japan. Ex-Koning Konstantijn Aran Grieken land. Prius Alfred von Salm-Salm, bestuurder van het Vorstendom-AnholL Grootkortogin-weduwe Louise van Baden Ex-Groothertog van SaksenWeimar Wilhelm Ernst. Prins Fabrizio Coloima v. Italië. Hertog Paul Frederik Willem Hendrik van Mecklenburg, halfbroeder Aan Prins Hendrik. Ex-Koningin Milena A'an Montenegro. Prinses Ghristoffel aran Griekenland. Prins Kita Sjirakawa, schoonbroeder v. d. Mikado Arau Japan. Kaliof Mulay il Melidi bin Ismaël, neef van den Sultan van Marokko. Snr Sayaji Rao Gaekwar van Baroda, Britsch-Indischo prins. komt men namelijk van buiten onmiddel lijk in een groot vertrek dat tegelijk als woonkamer, keuken, ja, niet zelden ook als slaapkamer dient; men vindt dan daarin naar gelang A'an do grootte der familie verschillende bedsteden. Toen de vrienden in de voorste kamer terugkwamen, vonden zij Aroor d'en haard een tafel met eetwaren. „Heeren", zei Joseph, „u zult zeer zeker eenige versterking nooclig hebben, ik heb «kier een eierkoek, en bovendien liggen er nog aardappelen in de a,sch to braden. U moet mij verontschuldigen, maar ik kan u niets beters aanbieden; het is alles, wat ik heb". „Wat! dat is immers uitstekend!" ant woordde de reizigers als uit één mond. „Je uitnoodiging komt heel gewenscht, want wij hebben een razenden honger". „Om geen tijd te verliezen", ging dé heer Van Vassière voort, nadat zij aan ta fel plaats hadden gonomen, „zullen wij maar dedelijk met onze aangelegenheden voor den dag komen. Maar eerst stel ik je mijn vriend, graaf Bercleaux, A'oor". „Ik ben zeer vereerd, mijnheer!" stot terde Joseph, terwijl hij boog. „Hm' vereerd!" antwoordde de graaf glimlachend, „in den tegenwoordigen tijd misschien daardoor in groot gevaar". Bij deze woorden richtte de boer zich vastbesloten op en zijn oogen fonkelden. „Wordt maar niet to A'urigl" viel mijn heer Van Vassière in, „ik ken je en weet heel goed, dat vrees een onbekend gevoel voor je is; en juist daarom hebben wij op je gerekend'" „„Mijn vriend, mijnheer LVan Vassière, Prins Michaol Braganza, Portugcesch kro o nprel end ent. Prinses van Saksen Meiningen. Prinses Ghristiaan Aran Sleeswijk-Hol- stein-Sonderburg-Augustenburg. Prinses Victoria Margaretha A'an Prui sen, vroeger prinses van Reuss. Aartshertog Karei Stephan van Oosten rijk. De Hertog van Cumberland, indertijd pretendent voor den hertogszetel in Brons wijk. Prins Eduard von Salm Horstmar, Ge- neraal-Adjudant van den cx-Keizer. Politieke personen. M. de Freycinet, oud-premier van Frank rijk. Alex Ribot, oud-premier A'an Frankrijk. Theophilé Delcassé, oud-minister van Buitenl. Zaken van Frankrijk. Graaf Droste zu Visschering, eten der groote Katholieke leiders in Duitschland. Enver Pasha, Torksch politicus. Mgr. Keesen, oudste lid v. d. Belgischen Senaat. Generaal Villa, rebellenleider in Mexico. Bonar Law, oud-minister-president van Engeland, Kunst, Wetenschap, Onderwijs. W. K. Röntgen, uitvinder A'an de Rönt genstralen. Sarah Bernhardt, Fransch actrice. Joseph Pembaur, Duitsch componist. Virginië Loveling, Vlaamsche schrijfster Kerk. Mgr. Fabre, bisschop van Marseille. Kardinaal Prisco, aartsbisschop van Na pels. Kardinaal Bacilieri, aartsbisschop van Verona. Mgr. Varady, aartsbisschop van Kalas. Mgr. Martel, bisschop a'an Digne. Mgr. Espinosa, aartsbisschop A-an B.- Ayres. Mgr. Arboleda, aartsbisschop v. Popayen Mgr. Boedkiv.itz, Russisch R.-K. gees telijke. Mgr. Josua Signori, aartsbisschop van Genua. Mgr. Joseph Michaël Fr. Bonnet, bis schop a'an Verviers. Kardinaal Marini, Rome. Mgr. Escoffier, bisschop van Metropolis Mgr. Fodéré, bisschop van Saint Jean. Mgr. Crooy, bisschop van Doornik. Mgr. Stoffels, wijbisschop van Keulen. Mgr. Stojan, Aartsbisschop v. Olmütz. Mgr. J. van Reeth, bisschop A'an Point de Galles (Ceylon). Kardinaal Soldavilla, aartsbisschop van Saragossa. Kardinaal Richelmy, aartsbisschop van Turijn. NEDERLAND EN KOLONIËN. Regeering en vertegenwoordigende lichamen. Jean Beckers, Brussel, oud-lid Tweede Kamer. P. van der Pols, Rotterdam, oud-lid Prov. Staten v. Zuid-Holland. LIr. M. M. Schinf van der Loeff, oud-lid Tweede Kamer W. J. M. G. Triesec, Grave, oud-lid Tav cede Kamer Staatsraad prof. mr. A. A. H. Struycken. F. A Moerel, Oude water, R-K. lid Twee de Kamer Mr. G. J. A. Bichon A'an Ysselmonde, 's-Gravenhage, oud-lid Tweede Kamer. Mr. Th. I. A. Nuyens, Haarlem, oud-gou- verneur van Curasao. P. W. van der Sleyden, 's-Gravenhage, oud-minister A'an Waterstaat. Gezanten. Jlir. Mr. W. H. de Beaufort, Nederl. gezant te Athene. Jhr. Mr F. G. van Panhuys, Nederl. ge zant te Bern. Rechterlijke macht en Juristen. Mr. Seep Gratama, 's-Gravenhage, vicc- president van den Hoogen Raad. Mr. E. W. H. Duyzings, advocaat en procureur te Utrecht. Mr. F. L. Witteubrood, Leiden, oud-pres. A'an den Raad Ar. Justitio te Padang. Mr. G. W. Volgraff, 's-Gravenhage, vico- president a'. h. Haagsch Gerechtshof. Mr. J. J. Gars ten, oud-officier van Jus titio bij de Haagscho Rechtbank. Kunst, Wetenschap, Onderwijs. Prof. dr. G. v. d. Sande Bakhuyzen, Lei den, oud-hoogleeraar. heeft mij verteld, dat u mijnheer Van Vi- my gekend hebt", zei nu graaf Bercleaux. „Ja, mijnheer de graaf, ik heb -de eer gehad sedert mijn achttiende jaar zijn boschwachter te zijn; ik heb bij de familie Van Vimy gediend. Hun naam was de aanzienlijkste A'an beel Bethiuie en mijn heer Van Vimy Averd in den beelen omtrek door niemand geëvenaard. Hij had een zachtmoedig karakter, was A'riendelijk te gen iedereen en altijd bereid, om iederen ongelukkige zijn diensten te bewijzen Het gepeupel heeft hem gevangen genomen naar Arras gesleept en onder do guillo tine gebracht". „Weet u Avaar freule Valentine is?" „Neen, mijnheer de graaf', antwoordde Joseph treurig. „Ik heb wel naar haar schuilplaats gezocht, maar tot nu toe te vergeefs. „En toch moeten wij haar vinden'! Ik heb gezworen haar te redden en ik zal haar rediden al zou ik er mijn leven bij verlie zen!" „Ik ben ten allen tijden bereid om n te helpen, mijnheer de graaf". „Hoor dan, welke diensten wij A'an jc (oeAvijding vorlangen", zei Albert A*an Vassière. „Graaf Belcleaux en ik waren in het buitenland, toen wij bericht kregen A'an den dood van mijnheer Van Vimy en zijn gemalin. Mijn A'riend hier is met Va lentine verloofd en wil nu zijn bruid red den en ik heb hem mijn begeleiding aange boden Sedert wij over de grens kwa men, hebben wij onze reis alleen des nachts op afgelegen wegen A'oorlgezet, ler- Avijl Avij ons bij dag in de bosschen of in betrouwbare huizen verborgen bielden. Op deze manier zijn wij tot hier gekomen. Maar wij hebben geen papieren, waarop wij at ij en openlijk kunnen reizen, noch eenige aanwijzingen om do gezochte per sonen op het spoor te komen. Die beide dingen hopen wij intusschen door jouAV bemiddeling te verkrijgen''. „Heeren", antwoordde de boschwachter, „ik dank u voor uw A'ertrouwen, maar laat mij een oogenblik nadenken!" Toen leunde hij met zijn ellebogen op zijn knieën, hield zijn hoofd met heide handen vast en staarde nadenkend in do vlammen van den grooten haard. Na on geveer vijf minuten begon hij: „De ge- wenschte papieren, die het voor u mogelijk maken om overal vrij op to treden, zult u hebben. Morgenochtend zal ik naar deD klerk A'an het arrondissement Bethuue gaan en ik sta er voor in, dat ik van hem krijg, wat ik wil. U moet echter hier blij ven, tot ik terug kom, ik zal u niet lang laten wachten. En nu zullen wij ons ter ruste begeven, wat u ongetwijfeld noodig hebt. Gaat samen in mijn bed liggen en slaapt goed!" „En waar zul jij dan gaan liggen? vroeg Albert. „Wees voor mij maar niet bezorgd, oen bos stroo is voor mij voldoende' Ik -ben immers gewend heele nachten in het hoscli door te brengen". Daags daarna kwam de boschwachter terug met tAveo passen, dio geheel in orde waren en de persoonsbeschrijving der twee emigranten bevatten. Zij waren geschreven op do namen Karei Numa- Vasscur cn Al- hert Scipio Bartier, allebei reizende koop lui. Dat is bepaald voortreffelijk! riep Bercleaux. „Geduld, mijnheer de graaf, dat is nog niet alles' Als men wil venten, moet men een kist cn koopwaren hebben. Men is er al mee beflg om dit alles voor u klaar io maken. Morgenavond zal ik u bij een van mijn ATienden brengen, die u met alles zal voorzien". „Beste Joseph, wij zullen het jo nooit kunnen vergelden", anhvoordden do twee vrienden eenstemmig. „Als u freule Valentine redt, zal ik mij rijkelijk beloond achten". „Heb je dan tijding' A'an haar?" vroeg mijnheer Van Vassière. „Helaas, njet, maar ik hoop morgen op mijn tocht naar Bethune con gewezen ka menier der familie te ontmoeten, die Aveet misschien iets". II. Abbé Bartet. Een maand na dc beschreven lorug- komst der twee emigranten kwam een man uit een met stroo bedekte boerenwoning van Bas d'Ecques. Hij volgde den weg lot aan den voet van een onvruchlbaren heuvel en begaf zicli loon naar con pad, dat door het dal. loopt. Het was oen pries ter, dio hoogstens dertig jaar scheen to zijn. Zijn klceding bestond in oen jacohij- nerbuis A'an grove slof en oen zwarte broek waarvan het onderste gedeelte in grooto leeron laarzen A'erborgen Avas. Een \ii',en hoed. een grove das van roode ayoI, waar van do uiteinden op zijn borst hingen, zware met spijkers -beslagen schoenen vol tooiden zijn klceding. (Wordt vervolgd, ]i

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1923 | | pagina 9