„De LeiJsÉ Courant" Vierde Blad. De laatste der Czaren. mr m Zaterdag 24 November 1923 In de ruinfe van het E eelal. Aan het begin van iedere maand vinden jrij in onze courant den sterrenhemel af gedrukt, zooals deze te zien is in de Jagen. Men vindt er slechts enkele ster- ?engroepen aangegeven, om zich beter te bunnen oïiëntearen bij het beschouwen »an de sterrenpracht. Het is zoo mooi op ?en helderen avond eens omhoog te kijken gaar het flonkeren .van deze duizenden dichtjes. Het is een illuminatie, die gratis wordt gegeven en iederen avond en nacht weer, als onze Hollandsche wolken niet poppig zijn. Maar hoe mooi en grootsck deze illu minatie van den nachthemel ook moge wezen, zij kan ons niet voortdurend in dezelfde mate blijven bekoren. Aan het dagelijks terugkeerende went een mensch maar al te gemakkelijk. Wanneer men echter in den sterrenhemel iets anders ziet dan een koepelvormige verzameling van schitterende puntjes en bedenkt, dat die puntjes enorme hemellichamen zijn, die in reusachtige banen zich bewegen, dan bekruipt ons een huivering voor die wereld van oneindigheid, dan spreken wij niet langer van de „lieflijke sterrenglans" maar van de ontzagwekkende majoriteit van het heelal. Hoe groot is wel het heelal? Hoe ver is de uiterste grens van den sterrenhemel van ons verwijderd? Wij zullen eens probeeren te gaan meten ln de wereldruimte, maar niet met een elle- maat of een meter. Daarmee schieten wij niet op. Dan krijgen wij zulke groote ge tallen, dat wij er onmogelijk mee kunnen werken. Neen men werkt in de sterre- kunde met andere maten. Zoo heeft men b.v. de astronomische eenheid, d. i. de afstand van de aarde tot de zon, oftewel 150 millioen K.M. en wanneer men dus een afstand van 450.000.000.000 meter heeft uit te drukken, kan men beter zeggen 3 astr. eenheden dan het bovenstaande getal met de nullen-parade. Van de astr. eenheid maakt men gebruik bij bet meten dei* afstanden van ons planetenstelsel. Ofschoon deze afstand al een flink eindje is (wanneer u het zoudt moeten loopen, deedt u er zonder rust 'n kleine 3500 jaar over!) is deze maat al weer te klein om te gebruiken in do wereldruimte. De wereldruimte is zooveel uitgestrekter dan ons planetenstelsel, dat „slechts" om vat de zon met haar 8 planeten, n,L Mer- curius, Venus, Aarde, Mars, Jupiter, Sa- turnus, Uranus en Neptunus. Komt men buiten dit kringetje dan verzinkt de astro nomische eenheid in het niet. Dan gaat men gebruiken de z.g. „parsec", die gelijk is aan 206.265 astronomische eenheden. Er zelfs met deze maat worden de ge tallen nog te groot, en moet men dikwijls zijn toevlucht nemen tot de kiloparsec (1000 parsec). Een iets kleinere maat is het z.g. licht jaar dat is de afstand dien het licht in een jaar lijd doorloopt. Als men nu weet, dat het licht zich voortplant met e.en snel heid van 300.000 K.M. per seconde, dan kan men nagaan, hoeveel kilometer het wel „verslindt" in een jaar. Ook deze maat is „betrekkelijk" klein en daarom ge bruikt men dikwijls de lichteeuw, dus de afstand, welke liet licht in 100 jaar tijd kan doorloopen. Een licht-eeuw komt overeen met ongeveer 30 parsee's. Dat zijn afstanden, waarvan men zich geen denkbeeld kan vormen. Als men den sterrenhemel beziet, schijnen die kleine twinkelende lichtjes zoo dichtbij en toch is do meest nabijo ster nog meer dan 4 lichtjaren van ons verwijderd. .Dat wil dus zeggeu, dat wanneer op dit oogenblik die ster plotseling werd uitgedoofd, het nog 4 jaren zou duren voordat wij dat merkten. Gedurende meer dan 4 jaar zou Iiaar licht* nog schijnen, nog onderweg zijn, terwijl de ster zelf reeds uitgedoofd was. Wat 'n afstanden! FSUlLLËTOti (Historisch verhaal uit het hedendaagsche Rusland). door Narrator. SO) Heeds den volgenden dag werd er bij gevoegd, dat ook gebleken was, dat dö keizer zich aan verraad, jegens het vader land, had schuldig gemaakt. Men kan begrijpen hoe deze lasterlijke Beschuldigingen oorzaak waren, dat het leven der heide vorstelijke personen, door aoreele en physieke kwellingen werd ver giftigd. Toen de Gzaar dan -ook op Vrijdag ge dwongen werd afstand van do Regeering te doen, vaardigde liij een proclamatie waarin hij afscheid nam van zijn sol daten. In krachtige bewoordingen wierp hij dozen vuigen laster verre van zich af en gaf uiting aan zijn onwankelbare trouw aan de heilige Russischo zaak en smeekte ^ijn soldaten nimmer de wapens neer te -eggen voor Duitschland was overwonnen Deze proclamatio heeft echter nooit de soldaten bereikt, want de publicatie er a'an werd door liet Departement van Oor- fog niet alleen belommerd, maar zelfs ten 6|i'engst0 verboden. Daarentegen werd de laster omlrent de vorstelijke personen, zooal niet door de "togeering uitgestrooid, dan toch krachtig verspreid. 'llï Hom en veld werden deze las- En het ïs maar gelukkig ook van één kant, dat daar in den sterrenhemel zulke reusachtige afstanden bestaan. Want die sterren met hun kolossale afmetingen vlie gen met een groote snelheid door do ruimte Wat een chaos zou er ontstaan als er eens een botsing kwam. En als wij naar den hemel opkijken naar die duizenden dicht opeen geplaatste hemellichamen, dan staan wij er over verstomd, dat er niet reeds lang zulk een chaos ontstaan is. Toch staan do sterren veel en veel verder van elkaar af, dan wij zouden denken. Want wij zien de sterren alle geplaatst naast elkaar, alsof het lichtende puntjes waren, gestoken aan een koepel-rond gewelf. In werkelijkheid zijn 2 sterren, die oogen- schijnlijk naast elkander staan, zeer ver van elkaar verwijderd. De een staat veel meer naar achter dan de ander, dat kun nen wij echter niet waarnemen, omdat wij het perspectief niet in do sterren kun nen zien. Wij kunnen niet onderscheiden of een bepaalde ster een kleine ster is, die dichtbij slaat, of een groote ster, die veraf slaat. Alleen door nauwkeurige me tingen eu rekenkuneten kan men daar achter komen. Hoeveel sterren zouden er wel aan den hemel zijn? Wanneer u normale oogen hebt, kunt u op een helderen avond ongeveer 6000 sterren onderscheiden, 't Is een beetje veel om het na te tellen. Doch met een kijker komen wij lot grootere getallen en dan blijkt liet, dat er in o n s sterrenstelsel (oftewel het z.g. melkwegstelsel) zich on geveer 650 millioen sterren bevinden. Wat is dat, ons sterrenstelsel of melk wegstelsel. Bij een heldere inaanlooze avondlucht kan men dikwijls langs den hemel een flauwe hreede streep zien loopen, die als het ware uit duizenden stofsterrctjes schijnt te bestaan. Dat is de melkweg. zDie .melkweg loopt in een wijden kring om onzo heele aarde heen. Onze aarde schijnt in het middelpunt te staan van een cir kel, die door den melkweg wordt gevormd. Wanneer wij met een kijker dezen melk weg beschouwen, blijkt hij inderdaad te hestaan uit ontelbare kleine sterren. Dat wil zeggen „kleine" sterren, voor ons oog ten minste. Want in werkelijkheid zijn deze sterren van hetzelfde gehalte als overal, d.w.z. klein en groot door elkaar. Ook staan zij niet dichter bij elkaar dan de overige sterren. Maar dat wij zo zoo dicht opeen en in zulk een groot aantal zien, komt daarvandaan, dat wij dwars door een lange ,stcrrenlaag" "heenzien. - "Wanneer wij een langwerpige glazen bak met water zouden nemen en daarin glinsterende puntjes uilstrooien, die in bet water zouden blijven zweven, gelijkmatig verdeeld over de geheele ruimte, dan zou den wij meer puntjes bijeen zien, wan neer wij er dwars doorheen keken, dan wanneer wij er .van boven af doorheen zagen. Dat is duidelijk. Zoo is het ook gesteld met onzen melk weg. Ons sterrenstelsel is te vergelijken met-twee op elkaar gelegde horlogeglazen, gevuld met 650 millioen kleinere cn grootere lichtende stofjes. In het midden bevindt zich de zon, waaromheen de aarde cirkelt cn daaromheen draaien de sterren in een kring rond. In werkelijkheid is de middellijn van deze^reuzenliorlögegla- zen 17.000 parsec, terwijl de grootste hoogte tusschen de heide glazen, in liet midden dus, bedraagt 3300 parsec. Denken wij ons nu staando in het midden en onze aarde bevindt zich werkelijk nagenoeg in het midden dan zullen wij omhoog ziendo slechts een dun bezaaiden sterrenhemel zien, maar kijken wij naar de uiterste cirkel, daar waar de horloge- glazen op elkaar passen, dan zien wij er veel meer, omdat wij dan door een heele „laag" sterren heen kijken. Bovendien schijnen de sterren zich ook werkelijk samen te groepen tot een soort schijf. In het vlak, getrokken door de cirkel van de heide horlogeglazen, hoo- pen zich de meeste sterren op en wel zóó, dat de grootste dichtheid gemeten wordt in do nabijheid van het middelpunt d. i. de zon en do aarde terwijl hot aantal voortdurend afneemt, naarmate men dich ter nadert tot de uiterste kring. In de buurt van do zon komen do meeste sterren voor, n.l. 45 sterren per duizend kubieke parsec. Dat is niet veel, zal men opmerken, in aanmerking genomen de reusachtige afmetingen door een kubieke parsec uitgedrukt. Inderdaad; daar is ruimte genoeg. Zelfs in liet dichtst be- terverhalen in allerlei blaadjes gepropa geerd, in het leger werden ze druk ver spreid a zelfs de militairen die het pa leis bewaakten rekenden het zich tot oen verdienste om de Gzarenfamilie te kwellen en to beleèdigen, terwijl zelfs leden van hun gevolg lien in den steek lieten. Men kan zich indenken, hoe teergevoe lige personen als de keizer en de keizerin leden onder deze valsche beschuldiging, waartegen zij zich niet konden verweren. Maar ook de kinderen begonnen te lij den onder het verschrikkelijke waarin zij plotseling gekomen warén en zoowel de vier dochters als do kroonprins werden door oen ernstige zenuwziekte aangetast, die hen op liet bed wierp. Dit zou echter nog maar. het begin van het lijden zijn. Do beschuldigingen van landverraad, welke overal waren gepropageerd, hadden onder het volk een groote verontwaardi ging gewekt en had men aanvangelijk me delijden met de Gzarenfamilie, nu was dit medelijden overgegaan in haat en zij dwongen de regeering, de zaak in liet open baar te onderzoeken. Do Regèering voelde,dat zij hieraan niet kon ontkomen en den 20sten Maart vaar digde zij oen proclamatie uit, waarbij de vorstelijke familie tot gevangenen van den Staat werd verklaard. In den morgen van den 2.ls(en Maart kwam generaal Kornilof naar Tsarskoje Solo om het besluit van -den ministerraad over te brengen. De Czaar was dien morgen met oen van zijn officieren een wandeling gaan maken in een der groote tuinen, welke deze bui tenverblijfplaats der keizerlijke! familie volkte sterrenkwartier ïieeft &us iedere ster nog te beschikken over een ruimte van. 22 kubieke parsec, voor zich alleen. Om deze verhoudingen eens duidelijk te maken in voor ons begrijpelijke afstanden en ruimten, zullen wij die 22 kubieke par sec eens verkleinen tot een bol met een straal van 100 K.'M., d. i. ongeveer de af stand van Leiden naar Arnhem. Dus een middenpuntsvlak in die bol zou een zefcr groot deel van ons land beslaan, op sommige punten zelfs zich tot over de grenzen uitstrekken. De ster, die zich in het middelpunt be vindt dus ergens in do buurt van Zeist of Doom zou naar dezelfde verhouding verkleind, een middellijn hebben van VA m.M. Zegge en schrijve: anderhalve mil limeter. Deze „reuzenster" beweegt zich met een snelheid van 0.4 m.M per uur; zou zich dus in een jaar 3.4 Meter ver plaatsen en zou pas na 3000 jaar aan do uiterste grens van den bol zijn aange komen. Én zulk een ontzettende ruimte heeft iedere ster voor zich zelf in het dichtst bevolkte gedeelte. Aan den uiter sten rand van ons borlogeglazen-stelsel is deze ruimte nog vijfmaal zoo groot. Voor een botsing is dus niet zoo heel veel gevaar, als men denken zou bij bet bezichtigen van den sterrenhemel. Er zijn builen dat liorlogeglasstelsel nog veel meer sterren, naar schatting wel dui zend tot tien duizend maal meer. Die lig gen nog weer een eindje verder. Wanneer wij ons echter deze afstanden, verhou dingen en ruimten gaan voorstellen, dan krijgen'wij een aanval van ruimte-vree9. Stel u voor onze kleine aarde in die ont zaglijke ruimte. Ons horlogeglazenstelsel is nog maar het duizendste of tienduizendste gedeelte van do geheele ruimte. En uit dit stelsel nemen wij weer het midden stuk van 10 parsec in het kubiek (do lengte en hoogte bedraagt resp. 17.000 en 330.0 parsec!) In dat stuk, waar do zon in het midden staat, kunnen, zooals wij ge zien hebben nog 45 sterren voor. Nu hebben wij uitgerekend, dat dus ieder van die sterren een ruimte van 22 kubieke parsec voor zijn portio krijgt. Derhalve ook do zon. Dus van die kubus van 10 parsec hoog, bread en diep, nemen wij nu nog bot 45sto gedeelte en dat laatste gedeelte is nog zoo groot, dat de zon een bolletje van IA millimeter zou zijn. wanneer wij de verhoudingen gingen verkleinen zooals wij boven gedaan heb ben, In een bol met een straal van 100 K.M. zou de zon 1A millimeter middellijn bob ben en de aarde Met een sterk ver grootglas zou men dan misschien een uiterst klein slofje kunnen ontdekken met een middellijn van een veertigste millime ter en dat in een jaar rondom dat kleino bolletje van de zon een cirkel beschrijft van 27 c.M. straal. Wat een allerkleinst prul is dus onze aarde vergeleken niet de reusachtige af standen van do Ileelal-ruimte. En wat zijn wij vergeleken hij de aarde? Bij al deze beschouwingen worden wij zoo nietig of.... de" sterrenhemel zóó groot, dat wij nu beter dan anders de waarheid begrijpen van het «Schriftuur woord: ,,De hemelen verkonden Gods luis ter en van zijn glorie verhaalt het fir mament." HET ACCOORD VAN 1922. In De Maasbode geeft het Kamer lid mr. J. R. H. van Schaik oen uiteen zetting van liet politieke accocrd in 1922. Mr. van Schaik schrijft: „In hare Zomervergaderingen van 1922 is inderdaad de Katholieke Kamerfractie in beginsel met een haar voorgelegd werkpro gram van het kabinet Kuys de Beeren- brouck—De Geer medegegaan. Wtio zich met zoodanig .program vere.enigt, accep teert c&ncvzijds de toezegging der Regee ring, dat zij bepaalde punten van staats beleid zal trachten te verwezenlijken, en betuigt anderzijds zijn bereidheid aan die verwezenlijking zijne medewerking te ver kenen. In het werkprogram was ook de behan deling van het cntwerp-Vlootwet zeer con creet cn zonder, voorbehoud opgenomen Do behandeling zou echter worden aange houden, totdat ©ene Commissie, de latere Commissie-Patijn, aan eeno overigens be perkte opdracht zou hebben uitvoering ge- omringden en zou eerst tegen den middag terugkeeren. Het lenlezonnetje scheen op dezen eer sten lentedag vriendelijk op da ontwaken de natuur neer en op dringend verzoek van de Gzaritsa was dc Gzaar voor ver strooiing een flinke wandeling gaan ma ken in de buitenlucht. De Gzaritsa bevond zich in -de speelka mer van haar kinderen, toen generaal Kornilof, als vertegenwoordiger van de Voorloopigo Regeering werd aangediend. Do keizerin weigerde hem alleen te ont vangen en vroeg kolonel Kobyniski, den gouverneur van Tsarskoje Selo, bij bet onderhoud tegenwoordig to zijn. Toen deze bij haar was, verzocht ze ge neraal Kornilof binnen te laten. Deze maakte een korte buiging en vroeg daarna kolonel Kobyniski hem met do keizerin alleen to laten. 1 Ik heb den kolonel juist ontboden bij ons onderhoud tegenwoordig to zijn, merkte Gzaritsa koel en met eenigen trots op. Dan zal ik liem moeten gelasten heen te gaan, antwoordde Kornilof. Dat antwoord deed haar een oogenblik duizelen. Die hevelende loon van een offi cier tegen haar, de keizerin, sneed haar door de ziel, zij had het uit kunnen gillen, maar hield zich kalm. Krampachtig greep zij zich vast aan den stoel cn gaf kolonel Kobyniski oen wenk om heen te gaan. Deze voldeed zwijgend aan dit verzoek. Nadat deze verdwenen was, richtte de keizerin zich op in haar volle gestalte en- het hoofd opgeheven, vroeg ze: En nu generaal wat is uw boodschap geven. Echter 13 de voor het eerst na de verwerping der Vlootwet gehoorde bewe ring, dat de rechtsche kamerleden door het zoogenaamd aceoord-1922 aa-n het ka binet eeno soort vrijbrief zouden hebben gegeven om, ongeacht de resultaten dier Commissie en zelfs zonder daarmede reke ning te houden, op elk oogenblik 59 stem men voor do onmiddellijke ongewijzigde aamieming en. invoering der Vlootwet op te eischen, voor mij eene ware verrassing geweest. Het is inderdaad toenmaals niet tot mij doorgedrongen, dat bij anderen de bedoe ling heeft voorgezeten, dat de 32 Katholie ke kamerleden door het aangaan van een arbeidscovcnant met inbegrip van het on derdeel-Vlootwet het bovenaangeduide zonderlinge obligo zouden op zich nemen. In aanmerking nemende, dat reeds veel over het ontwerp, dat ook in Katholieken kring zooveel tegenkanting had ontmoet, was te doen geweest en in de overtuiging, dat liet rapport der toen nog niet eens benoemde commissie allicht gezichtspun ten zou opleveren, die nadere beschouwing en overweging zouden waard zijn, hob ik het in 1922 vanzelfsprekend gevonden, dat deze precaire materie voorloopig van do baan zou zijn, *en dat, vooraleer zij op nieuw aan do orde zou komen, zij een punt van nader overleg tusschen liet kabinet en dc rechtsche meerderheid zou uitmaken. Eene eigenlijke bespreking van het ont werp in de zomervergaderingen der Ka tholieke fractie in 1922 heb ik dan ook in het geheel niet noodig geoordeeld. Zou men echter willen volhouden, dab •dit- obligo ook tegen de bedoeling van een deel der Katholieke Kamerleden in 1922 op hen is komen te rusten, dan lijdt het toch geen twijfel, dat zij sinds Augustus j.l. zich daarvan bevrijd mochten rekenen. Door tweeërlei omstandigheid. Vooreerst toch kwam toen aan den dag, dat niemand minder dan de Minister van Financiën, de man die zelf mede het Vloot- programpunt in 1922 had voorgesteld, de oogenblikkelijke uitvoering daarvan in aperten strijd met 's lands belang oordeel de. Hij achtte zich zelfs verplicht, alleen daarom de samenwerking met de overige leden van het kabinet af te brekSli. Heb enkele feit, dat het kabinet op dit hoogst belangrijke punt in tweejin "uiteenging, gaf m. i. ook aan de meerderheids-fracties en hare leden de vrijheid van beweging betreffende do Vlootwet voorzooveel noo dig terug. Niet alleen toc-h, dat de uittre ding van den lieer De Geer over-do strek- hing van dit programpunt een zeer ernstig dubium had in het leven geroepen maar door de omstandigheid dat "t juist do Mi nister van Financiën van 1922 was. die do verantwoordelijkheid voor do Vlootwet niot kon dragen, mocht elk reclitsch Ka merlid zich ontslagen rekenen van de ver plichting, die verantwoordelijkheid wel te dragen. I11 de tweede plaats was door do zich sedert 1922 ten ongunste gewijzigd hebben- do economische c-n financieele omstandig heden Tiet financieel maar daarom ook het politiek karakter van het Vlootontwerp ge leid dijk veel sterker op den voorgrond ge treden. Staatkundige plicht gebood der halve, liet voorstel, ook gelet op het rap port der Vlootwet-commissie, opnieuw te bezien in het raam van de tijdsomstandig heden en van het geheel der financieele reconstructie-plannen. AVaro do Vlootwet in den zomer van 1923 tot voorwerp van nieuw overleg ge maakt-, dan zou hoogstwaarschijnlijk de loop van zaken een geheel andere zijn ge weest, dan zij nu is geworden. Door cle houding van het kabinet werd echter de gelegenheid tob een nieuw accoorcl feite lijk afgesneden. Eene aanneming van het vlootontwerp druischte m.i. zoozeer in tegen 's lands belang, clat ik meende zelfs tegen een door het kabinet noodig geoordeelde aftreding bij verwerping niet te mogen opzien. Zou ik desondanks mijn stem aan het ontwerp liebben gegeven uitsluitend op grond van hetgeen 111 1922 ia geschied, dan zou ik met toekenning van eene geforceer de beteekenis aan het. actoord en mijn oog sluitende voor de wijzigingen', die do politieke eischen en noodzakelijkheden in een tijdsperiode van 14 maanden hadden ondergaan, wat- ik als mijn plicht be schouwde, hebben verzaakt". -) Een der leden maakte bij cle bespre- Mevrouw ik hoorde, dat de Czaar is uitgegaan. Ja, en ik verwacht hem niet voor liet middaguur terug'. Mijn boodschap geldt echter zoowel Uw gemaal als U Mevrouw, antwoordde Kornilof op beleefden toon. Do Voorloopi go Regeeriiig heeft mij opgedragen U bei den in haar naam gevangen te nemen. Gevangen to nemen, herhaalde do Gzaritsa, terwijl zij elke lettergreep lang? zaam en op vragende wijze uitsprak. Helaas, ja Mevrouw. En waarom? Om de beschuldigingen van landver raad, die tegen Uwe Majesteit worden geuit, to onderzoeken. Worden die krankzinnige verzinsels dan in ernst geloofd? vroeg do Gzaritsa op een toon, die duidelijk haar minach ting cn verontwaardiging liet blijken. Juist om die beschuldigingen den kop in te drukken, beeft de Voorloopige Regeering een instructie tegen U geopend En was daar onze gevangenneming noodzakelijk voor. Mevrouw, sprak generaal Kornilof, ik ben slechts de uitvoerder van een hevel aan mij gegeven. En waarin bestaat die gevangenne ming? Uw Majesteit met den kroonprins, en grootvorstinnen zullen enkele kamers toe gewezen worden, welke door militairen zullen worden bewaakt. En de Czaar? vroeg cle keizerin op angstigen toon. De betrouwbaarheid van het onder zoek oiseht, dat hem een ander gedeelte Tan het paleis wor.dt toegewezen. long van het werkprogram in eene fractie vergadering van 1922 oenig voorbehoud ton oa-nzien van de Vlootwet- Deze reserve schoen mij destijds te getuigen van on- noodige en overdreven vcoraichtlgbcid ort dus O'-erbodig. UIT DE OMGEVIMC HAZERSWOUDE. Personalia. Tegen 1 Januari 1924 is be noeimdjot onderwijzeres aan do St. Mi- chaël-school (Dorp), mej. W. van der Peet, te Rijswijk. WARMOND. Gemeenteraad. Voorzitter: burgemeester A. J. Schol- rinck. Afwezig Weth odder Heemskerk. Na opening met gebed worden de notu-» len gelezen Onder de ingekomen stukken is een aan vraag van het R.-K. Schoolbestuur, om voor de gegeven lessen in de nuttige hand werken de wettelijk bepaalde vergoeding te mogen ontvangen. De Voorz. zegt, dat de daarvoor gestelde f 250 zullen moeten worden uitgekeerd. De heer Heijl vraagt, of dat onderwijs op de R.-K. School, niet evengoed onder de lessen door kan gegeven worden zooals in de Ghr. School geschiedt. De heeren v. Stijn cn Haverkort, lichten toe, dat dit onderwijs aan de R.-K. School buiten de leertijden gegeven wordt door een onderwijzeres, alleen met. acte nuttige handwerken. In beginsel werd besloten na onderzoek van B. en W. tot inwilliging van de aan vraag over te gaan. Van do Boinwakarbeidersverceniging St. Joseph is een aanvraag om f 50 sub sidie ingekomen, voor het houden van c-on teekencursus. De Voorz. vindt het aantal leerlingen nogal gering, n.l. 10 waarvan nog 2 uit Sassenheim. De oorzaak is juist, dat de deelname niet zoo groot is, want toen er door 20 leerlingen lesgeld werd betaald, was do subsidie niet noodig, zegt de heer Haver kort. De heer van Stijn vindt er ook een mo- reele zijde aan, want do jongens behoeven clan niet naar Leiden voor dat onderwijs. De heer Molhuizen zou er de bepaling bij wenschen, dat de cursus geheel zal moeten af loopen, anders zal maar ren ge deelte worden uitbetaald. "Weth. Oudshoorn zcu liever f 100 ge voteerd zien, indien de deelname maar wat gi'ooter was, doch zal er nu toch voor stemmen, waarna met algeoneenó stemmen do subsidie werd verleend. Het adres van R.-K. Kweekschool vc-or Vroedvrouwen, te Heerlen, om 'n subsidie van f 25 werd voor kennisgeving aange nomen. Tot lid van het Ned. Herv. Armbesiuu» werd gekozen de heer J. S oho om weid. Ingekomen was een schrijven van B. en TV. van Leiden over de aansluiting van deze gemeente bij den Leiclschen Keurings dienst, waarin werd medegedeeld, dat de opzegging niet tijdig is geschied, zoodat do aansluiting voor 5 jaren is geconti nueerd. De Voorz. zegt, dat nu ook aan de be zwaren was tegemoetgekomen, dus dat aanneming mogelijk was. De lieer Haverkort ziet zijn bezwaren niet opgeheven. Het is eigenlijk nog dui delijker gezegd, dat ze blijven bostaan, zegt. spr. Als er tekorten zijn is het zeker, dat wij moeten betalen. De Voorz. neemt het nog eens krachtig op voor den dienst en zijn directeur, en blijft in deze het een zegen noemen, dat wij bij Leiden aangesloten blijven. Het ia een zware dienst en Leiden doet het ook voo:r eigen belangen. De hoer Molhuizen vindt den aanhef van het schrijven al zeer onaangenaam. Do juridische spitsvondigheid „Jelui hebt niet tijdig opgezegd, dus hiermede is hot contract voor 5 jaren gecontinueerd en zijt gij weer gebonden" is geen uitlating die een gunstige gezindheid tegenover do buitengemeenten insluit. Do Voorz. zegt dat hier vreeselijk over dreven wordt: hij zou geen veearts kun- wuy .1jMJMJ! Ll I 1' J De Gzaritsa voelde het bloed naar haar voorhoofd stroomen. Zij, de trotscho kei zerin, zij Avildo zich aan de voeten wor pen van dien man, hem smeeken, bidden onder tranen, dit wreedo besluit niet uit te voeren, althans in die moeilijke uren. haar man niet van haar weg te nemen. Maar zij bedacht zich. Zij voelde de kracht weer om zich dio vernedering te besparen en haar tegen stander deze voldoening te onthouden. En is elk verkeer tusschen ons ver boden? vroeg do keizerin na eenige oogen blikken. Alleen correspondentie onder conlro-' le is toegestaan. Dus we zullen elkander niet, niet aneer mogen ontmoeten? Voorloopig niet Mevrouw. Lafaards, riep de keizerin," die een oogenblik haai* woorden niet meer mees ter was, met verontwaardiging uit. Generaal Kornilof maakte een sarcasm lischo buiging. Ik wil den keizer opwachten in dé andere kamer, voegde hij de Gzaritsa nog toe, ge kunt U dan hier op het afscheid voorbereiden. En mijn kinderen! riep de Czarilsai uit. Die kunt U hier laten ontbieden. Na deze woorden uitgesproken te hein ben verliet generaal Kornilof het vertrek Nadat deze weg was, viel do keizerin' in baar stoel en barstte in snikken uit, j (Wordt vervolgd)*

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1923 | | pagina 9