„De LeiJsÉ Courant"
Vierde Blad.
De laatste der Czaren.
mr m
Zaterdag 24 November 1923
In de ruinfe van het
E eelal.
Aan het begin van iedere maand vinden
jrij in onze courant den sterrenhemel af
gedrukt, zooals deze te zien is in de
Jagen. Men vindt er slechts enkele ster-
?engroepen aangegeven, om zich beter te
bunnen oïiëntearen bij het beschouwen
»an de sterrenpracht. Het is zoo mooi op
?en helderen avond eens omhoog te kijken
gaar het flonkeren .van deze duizenden
dichtjes. Het is een illuminatie, die gratis
wordt gegeven en iederen avond en nacht
weer, als onze Hollandsche wolken niet
poppig zijn.
Maar hoe mooi en grootsck deze illu
minatie van den nachthemel ook moge
wezen, zij kan ons niet voortdurend in
dezelfde mate blijven bekoren. Aan het
dagelijks terugkeerende went een mensch
maar al te gemakkelijk. Wanneer men
echter in den sterrenhemel iets anders
ziet dan een koepelvormige verzameling
van schitterende puntjes en bedenkt, dat
die puntjes enorme hemellichamen zijn,
die in reusachtige banen zich bewegen,
dan bekruipt ons een huivering voor die
wereld van oneindigheid, dan spreken wij
niet langer van de „lieflijke sterrenglans"
maar van de ontzagwekkende majoriteit
van het heelal.
Hoe groot is wel het heelal?
Hoe ver is de uiterste grens van den
sterrenhemel van ons verwijderd? Wij
zullen eens probeeren te gaan meten ln
de wereldruimte, maar niet met een elle-
maat of een meter. Daarmee schieten wij
niet op. Dan krijgen wij zulke groote ge
tallen, dat wij er onmogelijk mee kunnen
werken. Neen men werkt in de sterre-
kunde met andere maten. Zoo heeft men
b.v. de astronomische eenheid, d. i. de
afstand van de aarde tot de zon, oftewel
150 millioen K.M. en wanneer men dus
een afstand van 450.000.000.000 meter
heeft uit te drukken, kan men beter zeggen
3 astr. eenheden dan het bovenstaande
getal met de nullen-parade. Van de astr.
eenheid maakt men gebruik bij bet meten
dei* afstanden van ons planetenstelsel.
Ofschoon deze afstand al een flink
eindje is (wanneer u het zoudt moeten
loopen, deedt u er zonder rust 'n kleine
3500 jaar over!) is deze maat al weer te
klein om te gebruiken in do wereldruimte.
De wereldruimte is zooveel uitgestrekter
dan ons planetenstelsel, dat „slechts" om
vat de zon met haar 8 planeten, n,L Mer-
curius, Venus, Aarde, Mars, Jupiter, Sa-
turnus, Uranus en Neptunus. Komt men
buiten dit kringetje dan verzinkt de astro
nomische eenheid in het niet. Dan gaat
men gebruiken de z.g. „parsec", die gelijk
is aan 206.265 astronomische eenheden.
Er zelfs met deze maat worden de ge
tallen nog te groot, en moet men dikwijls
zijn toevlucht nemen tot de kiloparsec
(1000 parsec).
Een iets kleinere maat is het z.g. licht
jaar dat is de afstand dien het licht in
een jaar lijd doorloopt. Als men nu weet,
dat het licht zich voortplant met e.en snel
heid van 300.000 K.M. per seconde, dan
kan men nagaan, hoeveel kilometer het wel
„verslindt" in een jaar. Ook deze maat is
„betrekkelijk" klein en daarom ge
bruikt men dikwijls de lichteeuw, dus de
afstand, welke liet licht in 100 jaar tijd
kan doorloopen. Een licht-eeuw komt
overeen met ongeveer 30 parsee's.
Dat zijn afstanden, waarvan men zich
geen denkbeeld kan vormen. Als men den
sterrenhemel beziet, schijnen die kleine
twinkelende lichtjes zoo dichtbij en toch
is do meest nabijo ster nog meer dan 4
lichtjaren van ons verwijderd. .Dat wil dus
zeggeu, dat wanneer op dit oogenblik die
ster plotseling werd uitgedoofd, het nog 4
jaren zou duren voordat wij dat merkten.
Gedurende meer dan 4 jaar zou Iiaar licht*
nog schijnen, nog onderweg zijn, terwijl
de ster zelf reeds uitgedoofd was.
Wat 'n afstanden!
FSUlLLËTOti
(Historisch verhaal uit het hedendaagsche
Rusland).
door Narrator.
SO)
Heeds den volgenden dag werd er bij
gevoegd, dat ook gebleken was, dat dö
keizer zich aan verraad, jegens het vader
land, had schuldig gemaakt.
Men kan begrijpen hoe deze lasterlijke
Beschuldigingen oorzaak waren, dat het
leven der heide vorstelijke personen, door
aoreele en physieke kwellingen werd ver
giftigd.
Toen de Gzaar dan -ook op Vrijdag ge
dwongen werd afstand van do Regeering
te doen, vaardigde liij een proclamatie
waarin hij afscheid nam van zijn sol
daten.
In krachtige bewoordingen wierp hij
dozen vuigen laster verre van zich af en
gaf uiting aan zijn onwankelbare trouw
aan de heilige Russischo zaak en smeekte
^ijn soldaten nimmer de wapens neer te
-eggen voor Duitschland was overwonnen
Deze proclamatio heeft echter nooit de
soldaten bereikt, want de publicatie er
a'an werd door liet Departement van Oor-
fog niet alleen belommerd, maar zelfs ten
6|i'engst0 verboden.
Daarentegen werd de laster omlrent de
vorstelijke personen, zooal niet door de
"togeering uitgestrooid, dan toch krachtig
verspreid.
'llï Hom en veld werden deze las-
En het ïs maar gelukkig ook van één
kant, dat daar in den sterrenhemel zulke
reusachtige afstanden bestaan. Want die
sterren met hun kolossale afmetingen vlie
gen met een groote snelheid door do ruimte
Wat een chaos zou er ontstaan als er eens
een botsing kwam. En als wij naar den
hemel opkijken naar die duizenden dicht
opeen geplaatste hemellichamen, dan staan
wij er over verstomd, dat er niet reeds
lang zulk een chaos ontstaan is. Toch
staan do sterren veel en veel verder van
elkaar af, dan wij zouden denken. Want
wij zien de sterren alle geplaatst naast
elkaar, alsof het lichtende puntjes waren,
gestoken aan een koepel-rond gewelf. In
werkelijkheid zijn 2 sterren, die oogen-
schijnlijk naast elkander staan, zeer ver
van elkaar verwijderd. De een staat veel
meer naar achter dan de ander, dat kun
nen wij echter niet waarnemen, omdat
wij het perspectief niet in do sterren kun
nen zien. Wij kunnen niet onderscheiden
of een bepaalde ster een kleine ster is, die
dichtbij slaat, of een groote ster, die
veraf slaat. Alleen door nauwkeurige me
tingen eu rekenkuneten kan men daar
achter komen.
Hoeveel sterren zouden er wel aan den
hemel zijn?
Wanneer u normale oogen hebt, kunt
u op een helderen avond ongeveer 6000
sterren onderscheiden, 't Is een beetje
veel om het na te tellen. Doch met een
kijker komen wij lot grootere getallen en
dan blijkt liet, dat er in o n s sterrenstelsel
(oftewel het z.g. melkwegstelsel) zich on
geveer 650 millioen sterren bevinden.
Wat is dat, ons sterrenstelsel of melk
wegstelsel.
Bij een heldere inaanlooze avondlucht
kan men dikwijls langs den hemel een
flauwe hreede streep zien loopen, die als
het ware uit duizenden stofsterrctjes
schijnt te bestaan. Dat is de melkweg. zDie
.melkweg loopt in een wijden kring om
onzo heele aarde heen. Onze aarde schijnt
in het middelpunt te staan van een cir
kel, die door den melkweg wordt gevormd.
Wanneer wij met een kijker dezen melk
weg beschouwen, blijkt hij inderdaad te
hestaan uit ontelbare kleine sterren. Dat
wil zeggen „kleine" sterren, voor ons oog
ten minste. Want in werkelijkheid zijn
deze sterren van hetzelfde gehalte als
overal, d.w.z. klein en groot door elkaar.
Ook staan zij niet dichter bij elkaar dan
de overige sterren. Maar dat wij zo zoo
dicht opeen en in zulk een groot aantal
zien, komt daarvandaan, dat wij dwars
door een lange ,stcrrenlaag" "heenzien.
- "Wanneer wij een langwerpige glazen
bak met water zouden nemen en daarin
glinsterende puntjes uilstrooien, die in bet
water zouden blijven zweven, gelijkmatig
verdeeld over de geheele ruimte, dan zou
den wij meer puntjes bijeen zien, wan
neer wij er dwars doorheen keken, dan
wanneer wij er .van boven af doorheen
zagen. Dat is duidelijk.
Zoo is het ook gesteld met onzen melk
weg. Ons sterrenstelsel is te vergelijken
met-twee op elkaar gelegde horlogeglazen,
gevuld met 650 millioen kleinere cn
grootere lichtende stofjes. In het midden
bevindt zich de zon, waaromheen de aarde
cirkelt cn daaromheen draaien de sterren
in een kring rond. In werkelijkheid is
de middellijn van deze^reuzenliorlögegla-
zen 17.000 parsec, terwijl de grootste
hoogte tusschen de heide glazen, in liet
midden dus, bedraagt 3300 parsec. Denken
wij ons nu staando in het midden
en onze aarde bevindt zich werkelijk
nagenoeg in het midden dan zullen wij
omhoog ziendo slechts een dun bezaaiden
sterrenhemel zien, maar kijken wij naar
de uiterste cirkel, daar waar de horloge-
glazen op elkaar passen, dan zien wij er
veel meer, omdat wij dan door een heele
„laag" sterren heen kijken.
Bovendien schijnen de sterren zich ook
werkelijk samen te groepen tot een soort
schijf. In het vlak, getrokken door de
cirkel van de heide horlogeglazen, hoo-
pen zich de meeste sterren op en wel zóó,
dat de grootste dichtheid gemeten wordt
in do nabijheid van het middelpunt d. i.
de zon en do aarde terwijl hot aantal
voortdurend afneemt, naarmate men dich
ter nadert tot de uiterste kring.
In de buurt van do zon komen do meeste
sterren voor, n.l. 45 sterren per duizend
kubieke parsec. Dat is niet veel, zal men
opmerken, in aanmerking genomen de
reusachtige afmetingen door een kubieke
parsec uitgedrukt. Inderdaad; daar is
ruimte genoeg. Zelfs in liet dichtst be-
terverhalen in allerlei blaadjes gepropa
geerd, in het leger werden ze druk ver
spreid a zelfs de militairen die het pa
leis bewaakten rekenden het zich tot oen
verdienste om de Gzarenfamilie te kwellen
en to beleèdigen, terwijl zelfs leden van
hun gevolg lien in den steek lieten.
Men kan zich indenken, hoe teergevoe
lige personen als de keizer en de keizerin
leden onder deze valsche beschuldiging,
waartegen zij zich niet konden verweren.
Maar ook de kinderen begonnen te lij
den onder het verschrikkelijke waarin zij
plotseling gekomen warén en zoowel de
vier dochters als do kroonprins werden
door oen ernstige zenuwziekte aangetast,
die hen op liet bed wierp.
Dit zou echter nog maar. het begin van
het lijden zijn.
Do beschuldigingen van landverraad,
welke overal waren gepropageerd, hadden
onder het volk een groote verontwaardi
ging gewekt en had men aanvangelijk me
delijden met de Gzarenfamilie, nu was dit
medelijden overgegaan in haat en zij
dwongen de regeering, de zaak in liet open
baar te onderzoeken.
Do Regèering voelde,dat zij hieraan niet
kon ontkomen en den 20sten Maart vaar
digde zij oen proclamatie uit, waarbij de
vorstelijke familie tot gevangenen van den
Staat werd verklaard.
In den morgen van den 2.ls(en Maart
kwam generaal Kornilof naar Tsarskoje
Solo om het besluit van -den ministerraad
over te brengen.
De Czaar was dien morgen met oen van
zijn officieren een wandeling gaan maken
in een der groote tuinen, welke deze bui
tenverblijfplaats der keizerlijke! familie
volkte sterrenkwartier ïieeft &us iedere
ster nog te beschikken over een ruimte
van. 22 kubieke parsec, voor zich alleen.
Om deze verhoudingen eens duidelijk te
maken in voor ons begrijpelijke afstanden
en ruimten, zullen wij die 22 kubieke par
sec eens verkleinen tot een bol met een
straal van 100 K.'M., d. i. ongeveer de af
stand van Leiden naar Arnhem.
Dus een middenpuntsvlak in die
bol zou een zefcr groot deel
van ons land beslaan, op sommige punten
zelfs zich tot over de grenzen uitstrekken.
De ster, die zich in het middelpunt be
vindt dus ergens in do buurt van Zeist
of Doom zou naar dezelfde verhouding
verkleind, een middellijn hebben van VA
m.M. Zegge en schrijve: anderhalve mil
limeter. Deze „reuzenster" beweegt zich
met een snelheid van 0.4 m.M per uur;
zou zich dus in een jaar 3.4 Meter ver
plaatsen en zou pas na 3000 jaar aan do
uiterste grens van den bol zijn aange
komen. Én zulk een ontzettende ruimte
heeft iedere ster voor zich zelf in het
dichtst bevolkte gedeelte. Aan den uiter
sten rand van ons borlogeglazen-stelsel is
deze ruimte nog vijfmaal zoo groot.
Voor een botsing is dus niet zoo heel
veel gevaar, als men denken zou bij bet
bezichtigen van den sterrenhemel.
Er zijn builen dat liorlogeglasstelsel nog
veel meer sterren, naar schatting wel dui
zend tot tien duizend maal meer. Die lig
gen nog weer een eindje verder. Wanneer
wij ons echter deze afstanden, verhou
dingen en ruimten gaan voorstellen, dan
krijgen'wij een aanval van ruimte-vree9.
Stel u voor onze kleine aarde in die ont
zaglijke ruimte. Ons horlogeglazenstelsel is
nog maar het duizendste of tienduizendste
gedeelte van do geheele ruimte. En uit
dit stelsel nemen wij weer het midden
stuk van 10 parsec in het kubiek (do
lengte en hoogte bedraagt resp. 17.000 en
330.0 parsec!) In dat stuk, waar do zon in
het midden staat, kunnen, zooals wij ge
zien hebben nog 45 sterren voor.
Nu hebben wij uitgerekend, dat dus
ieder van die sterren een ruimte van 22
kubieke parsec voor zijn portio krijgt.
Derhalve ook do zon. Dus van die kubus
van 10 parsec hoog, bread en diep, nemen
wij nu nog bot 45sto gedeelte en dat
laatste gedeelte is nog zoo groot, dat de
zon een bolletje van IA millimeter zou
zijn. wanneer wij de verhoudingen gingen
verkleinen zooals wij boven gedaan heb
ben,
In een bol met een straal van 100 K.M.
zou de zon 1A millimeter middellijn bob
ben en de aarde Met een sterk ver
grootglas zou men dan misschien een
uiterst klein slofje kunnen ontdekken met
een middellijn van een veertigste millime
ter en dat in een jaar rondom dat kleino
bolletje van de zon een cirkel beschrijft
van 27 c.M. straal.
Wat een allerkleinst prul is dus onze
aarde vergeleken niet de reusachtige af
standen van do Ileelal-ruimte. En wat
zijn wij vergeleken hij de aarde?
Bij al deze beschouwingen worden wij
zoo nietig of.... de" sterrenhemel zóó
groot, dat wij nu beter dan anders de
waarheid begrijpen van het «Schriftuur
woord: ,,De hemelen verkonden Gods luis
ter en van zijn glorie verhaalt het fir
mament."
HET ACCOORD VAN 1922.
In De Maasbode geeft het Kamer
lid mr. J. R. H. van Schaik oen uiteen
zetting van liet politieke accocrd in 1922.
Mr. van Schaik schrijft:
„In hare Zomervergaderingen van 1922 is
inderdaad de Katholieke Kamerfractie in
beginsel met een haar voorgelegd werkpro
gram van het kabinet Kuys de Beeren-
brouck—De Geer medegegaan. Wtio zich
met zoodanig .program vere.enigt, accep
teert c&ncvzijds de toezegging der Regee
ring, dat zij bepaalde punten van staats
beleid zal trachten te verwezenlijken, en
betuigt anderzijds zijn bereidheid aan die
verwezenlijking zijne medewerking te ver
kenen.
In het werkprogram was ook de behan
deling van het cntwerp-Vlootwet zeer con
creet cn zonder, voorbehoud opgenomen
Do behandeling zou echter worden aange
houden, totdat ©ene Commissie, de latere
Commissie-Patijn, aan eeno overigens be
perkte opdracht zou hebben uitvoering ge-
omringden en zou eerst tegen den middag
terugkeeren.
Het lenlezonnetje scheen op dezen eer
sten lentedag vriendelijk op da ontwaken
de natuur neer en op dringend verzoek
van de Gzaritsa was dc Gzaar voor ver
strooiing een flinke wandeling gaan ma
ken in de buitenlucht.
De Gzaritsa bevond zich in -de speelka
mer van haar kinderen, toen generaal
Kornilof, als vertegenwoordiger van de
Voorloopigo Regeering werd aangediend.
Do keizerin weigerde hem alleen te ont
vangen en vroeg kolonel Kobyniski, den
gouverneur van Tsarskoje Selo, bij bet
onderhoud tegenwoordig to zijn.
Toen deze bij haar was, verzocht ze ge
neraal Kornilof binnen te laten.
Deze maakte een korte buiging en vroeg
daarna kolonel Kobyniski hem met do
keizerin alleen to laten.
1 Ik heb den kolonel juist ontboden
bij ons onderhoud tegenwoordig to zijn,
merkte Gzaritsa koel en met eenigen trots
op.
Dan zal ik liem moeten gelasten heen
te gaan, antwoordde Kornilof.
Dat antwoord deed haar een oogenblik
duizelen. Die hevelende loon van een offi
cier tegen haar, de keizerin, sneed haar
door de ziel, zij had het uit kunnen gillen,
maar hield zich kalm.
Krampachtig greep zij zich vast aan
den stoel cn gaf kolonel Kobyniski oen
wenk om heen te gaan.
Deze voldeed zwijgend aan dit verzoek.
Nadat deze verdwenen was, richtte de
keizerin zich op in haar volle gestalte en-
het hoofd opgeheven, vroeg ze:
En nu generaal wat is uw boodschap
geven. Echter 13 de voor het eerst na de
verwerping der Vlootwet gehoorde bewe
ring, dat de rechtsche kamerleden door
het zoogenaamd aceoord-1922 aa-n het ka
binet eeno soort vrijbrief zouden hebben
gegeven om, ongeacht de resultaten dier
Commissie en zelfs zonder daarmede reke
ning te houden, op elk oogenblik 59 stem
men voor do onmiddellijke ongewijzigde
aamieming en. invoering der Vlootwet op
te eischen, voor mij eene ware verrassing
geweest.
Het is inderdaad toenmaals niet tot mij
doorgedrongen, dat bij anderen de bedoe
ling heeft voorgezeten, dat de 32 Katholie
ke kamerleden door het aangaan van een
arbeidscovcnant met inbegrip van het on
derdeel-Vlootwet het bovenaangeduide
zonderlinge obligo zouden op zich nemen.
In aanmerking nemende, dat reeds veel
over het ontwerp, dat ook in Katholieken
kring zooveel tegenkanting had ontmoet,
was te doen geweest en in de overtuiging,
dat liet rapport der toen nog niet eens
benoemde commissie allicht gezichtspun
ten zou opleveren, die nadere beschouwing
en overweging zouden waard zijn, hob ik
het in 1922 vanzelfsprekend gevonden, dat
deze precaire materie voorloopig van do
baan zou zijn, *en dat, vooraleer zij op
nieuw aan do orde zou komen, zij een punt
van nader overleg tusschen liet kabinet en
dc rechtsche meerderheid zou uitmaken.
Eene eigenlijke bespreking van het ont
werp in de zomervergaderingen der Ka
tholieke fractie in 1922 heb ik dan ook in
het geheel niet noodig geoordeeld.
Zou men echter willen volhouden, dab
•dit- obligo ook tegen de bedoeling van een
deel der Katholieke Kamerleden in 1922 op
hen is komen te rusten, dan lijdt het toch
geen twijfel, dat zij sinds Augustus j.l. zich
daarvan bevrijd mochten rekenen.
Door tweeërlei omstandigheid.
Vooreerst toch kwam toen aan den dag,
dat niemand minder dan de Minister van
Financiën, de man die zelf mede het Vloot-
programpunt in 1922 had voorgesteld, de
oogenblikkelijke uitvoering daarvan in
aperten strijd met 's lands belang oordeel
de. Hij achtte zich zelfs verplicht, alleen
daarom de samenwerking met de overige
leden van het kabinet af te brekSli. Heb
enkele feit, dat het kabinet op dit hoogst
belangrijke punt in tweejin "uiteenging,
gaf m. i. ook aan de meerderheids-fracties
en hare leden de vrijheid van beweging
betreffende do Vlootwet voorzooveel noo
dig terug. Niet alleen toc-h, dat de uittre
ding van den lieer De Geer over-do strek-
hing van dit programpunt een zeer ernstig
dubium had in het leven geroepen maar
door de omstandigheid dat "t juist do Mi
nister van Financiën van 1922 was. die do
verantwoordelijkheid voor do Vlootwet
niot kon dragen, mocht elk reclitsch Ka
merlid zich ontslagen rekenen van de ver
plichting, die verantwoordelijkheid wel te
dragen.
I11 de tweede plaats was door do zich
sedert 1922 ten ongunste gewijzigd hebben-
do economische c-n financieele omstandig
heden Tiet financieel maar daarom ook het
politiek karakter van het Vlootontwerp ge
leid dijk veel sterker op den voorgrond ge
treden. Staatkundige plicht gebood der
halve, liet voorstel, ook gelet op het rap
port der Vlootwet-commissie, opnieuw te
bezien in het raam van de tijdsomstandig
heden en van het geheel der financieele
reconstructie-plannen.
AVaro do Vlootwet in den zomer van
1923 tot voorwerp van nieuw overleg ge
maakt-, dan zou hoogstwaarschijnlijk de
loop van zaken een geheel andere zijn ge
weest, dan zij nu is geworden. Door cle
houding van het kabinet werd echter de
gelegenheid tob een nieuw accoorcl feite
lijk afgesneden.
Eene aanneming van het vlootontwerp
druischte m.i. zoozeer in tegen 's lands
belang, clat ik meende zelfs tegen een door
het kabinet noodig geoordeelde aftreding
bij verwerping niet te mogen opzien.
Zou ik desondanks mijn stem aan het
ontwerp liebben gegeven uitsluitend op
grond van hetgeen 111 1922 ia geschied, dan
zou ik met toekenning van eene geforceer
de beteekenis aan het. actoord en mijn
oog sluitende voor de wijzigingen', die do
politieke eischen en noodzakelijkheden in
een tijdsperiode van 14 maanden hadden
ondergaan, wat- ik als mijn plicht be
schouwde, hebben verzaakt".
-) Een der leden maakte bij cle bespre-
Mevrouw ik hoorde, dat de Czaar is
uitgegaan.
Ja, en ik verwacht hem niet voor liet
middaguur terug'.
Mijn boodschap geldt echter zoowel
Uw gemaal als U Mevrouw, antwoordde
Kornilof op beleefden toon. Do Voorloopi
go Regeeriiig heeft mij opgedragen U bei
den in haar naam gevangen te nemen.
Gevangen to nemen, herhaalde do
Gzaritsa, terwijl zij elke lettergreep lang?
zaam en op vragende wijze uitsprak.
Helaas, ja Mevrouw.
En waarom?
Om de beschuldigingen van landver
raad, die tegen Uwe Majesteit worden
geuit, to onderzoeken.
Worden die krankzinnige verzinsels
dan in ernst geloofd? vroeg do Gzaritsa
op een toon, die duidelijk haar minach
ting cn verontwaardiging liet blijken.
Juist om die beschuldigingen den
kop in te drukken, beeft de Voorloopige
Regeering een instructie tegen U geopend
En was daar onze gevangenneming
noodzakelijk voor.
Mevrouw, sprak generaal Kornilof,
ik ben slechts de uitvoerder van een hevel
aan mij gegeven.
En waarin bestaat die gevangenne
ming?
Uw Majesteit met den kroonprins, en
grootvorstinnen zullen enkele kamers toe
gewezen worden, welke door militairen
zullen worden bewaakt.
En de Czaar? vroeg cle keizerin op
angstigen toon.
De betrouwbaarheid van het onder
zoek oiseht, dat hem een ander gedeelte
Tan het paleis wor.dt toegewezen.
long van het werkprogram in eene fractie
vergadering van 1922 oenig voorbehoud ton
oa-nzien van de Vlootwet- Deze reserve
schoen mij destijds te getuigen van on-
noodige en overdreven vcoraichtlgbcid ort
dus O'-erbodig.
UIT DE OMGEVIMC
HAZERSWOUDE.
Personalia. Tegen 1 Januari 1924 is be
noeimdjot onderwijzeres aan do St. Mi-
chaël-school (Dorp), mej. W. van der
Peet, te Rijswijk.
WARMOND.
Gemeenteraad.
Voorzitter: burgemeester A. J. Schol-
rinck.
Afwezig Weth odder Heemskerk.
Na opening met gebed worden de notu-»
len gelezen
Onder de ingekomen stukken is een aan
vraag van het R.-K. Schoolbestuur, om
voor de gegeven lessen in de nuttige hand
werken de wettelijk bepaalde vergoeding
te mogen ontvangen.
De Voorz. zegt, dat de daarvoor gestelde
f 250 zullen moeten worden uitgekeerd.
De heer Heijl vraagt, of dat onderwijs
op de R.-K. School, niet evengoed onder de
lessen door kan gegeven worden zooals in
de Ghr. School geschiedt.
De heeren v. Stijn cn Haverkort, lichten
toe, dat dit onderwijs aan de R.-K. School
buiten de leertijden gegeven wordt door
een onderwijzeres, alleen met. acte nuttige
handwerken.
In beginsel werd besloten na onderzoek
van B. en W. tot inwilliging van de aan
vraag over te gaan.
Van do Boinwakarbeidersverceniging
St. Joseph is een aanvraag om f 50 sub
sidie ingekomen, voor het houden van c-on
teekencursus.
De Voorz. vindt het aantal leerlingen
nogal gering, n.l. 10 waarvan nog 2 uit
Sassenheim.
De oorzaak is juist, dat de deelname
niet zoo groot is, want toen er door 20
leerlingen lesgeld werd betaald, was do
subsidie niet noodig, zegt de heer Haver
kort.
De heer van Stijn vindt er ook een mo-
reele zijde aan, want do jongens behoeven
clan niet naar Leiden voor dat onderwijs.
De heer Molhuizen zou er de bepaling
bij wenschen, dat de cursus geheel zal
moeten af loopen, anders zal maar ren ge
deelte worden uitbetaald.
"Weth. Oudshoorn zcu liever f 100 ge
voteerd zien, indien de deelname maar
wat gi'ooter was, doch zal er nu toch voor
stemmen, waarna met algeoneenó stemmen
do subsidie werd verleend.
Het adres van R.-K. Kweekschool vc-or
Vroedvrouwen, te Heerlen, om 'n subsidie
van f 25 werd voor kennisgeving aange
nomen.
Tot lid van het Ned. Herv. Armbesiuu»
werd gekozen de heer J. S oho om weid.
Ingekomen was een schrijven van B. en
TV. van Leiden over de aansluiting van
deze gemeente bij den Leiclschen Keurings
dienst, waarin werd medegedeeld, dat de
opzegging niet tijdig is geschied, zoodat
do aansluiting voor 5 jaren is geconti
nueerd.
De Voorz. zegt, dat nu ook aan de be
zwaren was tegemoetgekomen, dus dat
aanneming mogelijk was.
De lieer Haverkort ziet zijn bezwaren
niet opgeheven. Het is eigenlijk nog dui
delijker gezegd, dat ze blijven bostaan,
zegt. spr. Als er tekorten zijn is het zeker,
dat wij moeten betalen.
De Voorz. neemt het nog eens krachtig
op voor den dienst en zijn directeur, en
blijft in deze het een zegen noemen, dat
wij bij Leiden aangesloten blijven. Het ia
een zware dienst en Leiden doet het ook
voo:r eigen belangen.
De hoer Molhuizen vindt den aanhef
van het schrijven al zeer onaangenaam.
Do juridische spitsvondigheid „Jelui hebt
niet tijdig opgezegd, dus hiermede is hot
contract voor 5 jaren gecontinueerd en
zijt gij weer gebonden" is geen uitlating
die een gunstige gezindheid tegenover do
buitengemeenten insluit.
Do Voorz. zegt dat hier vreeselijk over
dreven wordt: hij zou geen veearts kun-
wuy .1jMJMJ! Ll I 1' J
De Gzaritsa voelde het bloed naar haar
voorhoofd stroomen. Zij, de trotscho kei
zerin, zij Avildo zich aan de voeten wor
pen van dien man, hem smeeken, bidden
onder tranen, dit wreedo besluit niet uit
te voeren, althans in die moeilijke uren.
haar man niet van haar weg te nemen.
Maar zij bedacht zich.
Zij voelde de kracht weer om zich dio
vernedering te besparen en haar tegen
stander deze voldoening te onthouden.
En is elk verkeer tusschen ons ver
boden? vroeg do keizerin na eenige oogen
blikken.
Alleen correspondentie onder conlro-'
le is toegestaan.
Dus we zullen elkander niet, niet
aneer mogen ontmoeten?
Voorloopig niet Mevrouw.
Lafaards, riep de keizerin," die een
oogenblik haai* woorden niet meer mees
ter was, met verontwaardiging uit.
Generaal Kornilof maakte een sarcasm
lischo buiging.
Ik wil den keizer opwachten in dé
andere kamer, voegde hij de Gzaritsa nog
toe, ge kunt U dan hier op het afscheid
voorbereiden.
En mijn kinderen! riep de Czarilsai
uit.
Die kunt U hier laten ontbieden.
Na deze woorden uitgesproken te hein
ben verliet generaal Kornilof het vertrek
Nadat deze weg was, viel do keizerin'
in baar stoel en barstte in snikken uit, j
(Wordt vervolgd)*