,1 Mate teat]
Tweede B!ad^
Donderdag 25 October 1823
STATEH-QEHERJMII. 1
FËUILLETOfó
Een Kind der Smarte.
sTflRSiaiEysrs
;t
TWEEDE KAMER.
yd g a d o r i n g van gist er en
De Vlootwet.
Voortgegaan wordt met het wetsont
werp tot vaststelling van de sterkte en
samenstelling der zeemacht en aanleg van
steunpunten en versterkingen in Ned.-In-
ïie (Vlootwet 1924).
Do heer Rutgers (A.-R.) zal vóór
Jit ontwerp stemmen in de vaste overtui
ging, dat hij daarmedo dient het werk
.van den vrede en van het recht. Het is
zijn wensch buiten ie deren oorlog to blij
ven en onze neutraliteit te handhaven. In
dien gcdachtengang hebben wij steeds
onze defensie gehandhaafd; voor iedere
andere verklaring ontbreekt elke schijn en
schaduw. Ons leger heeft in 19141918
beteekenis gehad en er is rekening mee
gehouden, hetgeen spr. illustreert uit een.
aanhaling van Churchill.
Ons leger bewaart voor ons den vrede
en beschermt het recht door het onrecht
der schending der neutraliteit tegsn te
gaan. Die opvatting wordt ook door tegen
standers van deze wet gehuldigd en is het
standpunt, dat door de deskundigen is
overgenomen. Spr. beroept* zich daarbij
.o.a. op den beer de Beaufort. Daarbij is
niemand verplicht meer te doen dan hij
kan doen gezien zijn middelen, maar de
Terplichting om redelijke voorzorgen tot
bescherming van de neutraliteit bestaat.
Ieder heeft te zorgen dat zijn land niet
een haard van gevaar wordt voor andere
landen. De heer Marchant wil afzien van
iedere verdediging van de neutraliteit en
zich alleen beroepen op het recht. Mr.
Loder beteekende meer dan eenige forten
Dus wil mr. Marchant wel een beroep
doen op het recht, maar zijn plicht nala
ten. Daaraan doet spr. niet mede. In mi
litaire zaken is iedere voorspelling ge
waagd en daarom dient men op alles te
zijn voorbereid. Spr. herinnert er aan, dat
de heer Hugenholtz vroeger heeft v'èr-
klaard, dat de oorlog hem veel .had ge
leerd ten aanzien van de beteekenis der
kleinere strijdkrachten en dat hij daarom
voortaan met minder geringschatting over
de beteekenis van onze defensie zou spre
ken. De toestand iu de wereld is allesbe
halve zóó, dat wij van bewapening kun
nen afzien. Men moet zijn vertrouwen op
den Volkenbond niet te hoog spannen,
want voorloopig heeft deze bond nog niet
don invloed d'.en men hem gaarne gunde.
Bij de kwestie van de organisatie van
de vloot staan bet belang van de conti
nuïteit en het inziclit van den dag tegen
over elkaar.
Het inzicht van de meerderheid der
Kamer is thans in staat plotseling een
spaak in het wiel te steken en zelfs den.
aanbouw van schepen, die reeds- ver ge
vorderd is, stop te zetten. Daarin schuilt
een gevaar wanneer er onvastheid bestaat
in de organisatie. De continuïteit heeft
een groot voordeel, al ontkent spr. niet,
dat or een nadeeltje aan verbonden kan
zijn. Do moeilijkheid, die de heer van
Schaik gevoelt, moet niet te zwaar worden
genomen. Feitelijk wil die afgevaardigde
wel continuïteit met recht van ingrijpen
Dat is mogelijk, mits de continuïteit van
het algemeen vaststaat. In de parlemen
taire arsenal zijn stellig wel wapenen te
vinden, die de lieer van Schaik zou kun
nen aangrijpen om tegen een eventueel
nadeel van de continuïteit op te treden.
Voor lichtvaardigo koersverandering wil
spr. waken en dat doet juist deze Vloot
wet. Daarom is do aanneming van deze
wet een landsbelang.
Do beteekenis van het petionnement
acht spr. niet groot. Als richtsnoer voor
staatsbeleid kan het niet worden aan
vaard, omdat het financieele punt hierbij
to veel heeft gewogen.
De heer Ketelaar (V. D.): Was dat
niet het geval met het onderwijspetition-
nement? (Gelach).
De heer Rutgers (A. R.) beroept
zich op den heer Troelstra, die zich tegen
het referendum verzette met do stelling,
dat wetgeven geen zaak is van den klei
nen man. Een massale petitie heeft hier
wel dezelfde beteekenis als een referen
dum.
Uit het Duitsch naverteld door .V. W.
(Nadruk verboden).
En nu herinnerde ik mij nog een ge
beurtenis om dienzelfden tijd. Een werk-
i vriend uit mijn kindertijd, zeido
toij een week later: „Wij hadden daar bij-
na °en arend gevangen!"
«Een groote?" vroeg ik.
"Nu mijnbeer, èn of. Hij was in dien
w dien ouden put gevlogen, de hemel weet
ouden put gevlogen; do hemel weet wat
SjWen te groot, hij sloeg en werkte er moe
het duurde lang voor hij uit den put
hadden geen knuppels om hem
ood te slaan. En dan, mijnheer, stinken
p het er deed! Het was om er wee van
worden. Het beest had er zeker zijn aas
10 laten vallen".
Ik .had er toen niet verder bij gedacht,
sidderde toen ik mij dat alles herinner
Ik wist dat voor eenige jaren de put
KWempt vva s.
k deed het licht uit, en liet het raam
opdat ik het leven van buiten zou
hooren. De slaap kwam laat, en
a zag i]j ie(Si Op een stralenden mor-
Ten slotte sluit spr. zicli aan bij den
heer Schokking. .Do wereldvrede komt niet
op aarde vóór de Christus is weergekeerd
Tot zoolang mag geen regeering de macht
laten varen om zich tegen onrecht te ver
zetten.
Mej. K a t z (C.-H.) meent, dat met dat
al langs do Vlootwet heengegaan is. Er is
o. a. gesproken van de vrouwen, die vóór
de vredesbeweging strijden. Ook in spr.'s
kiing bestaat 't verlangen naar den vrede.
Waar is echter de schakel'usschen dat ver
langen en het veroordeelen van dit ont
werp
(Geroep:. Theorie en pracLijk
Spr. herinnert aan de rede van prof.
Slotemakcr de Bruine, waarin deze de
verhouding van macht cn recht heeft ge
schilderd. Do heer Nolens heeft die ver
houding nogeens helder en duidelijk uit
eengezet. (Gelach). Het gros der vrouwen
zal meer haar gevoel dan haar verstand
laten werken. Iedere vrouw die in de poli
tiek wil mee oordeelen, zal de vraagstuk
ken moeten onderzoeken en nauwkeurig
beoordeelen. In samenwerking van gevoel
en verstand zal een zuivere voorstelling
van de zaken worden verkregen. Wie
werkelijk de stukken van de Vlootwet be
studeert, zal een ander inzicht krijgen.
Het kan niet de bedoeling dezer Regee
ring zijn om een oorlog te maken. Het is
echter niet onschuldig, de gedachte te pro-
pageeren, dat de regeering en een groep
in ons land milirairistisch zouden zijn.
Deze zaak is van groot gewicht cn wij
moeten naast onze idealen de realiteit
zien. Die realiteit ziet spr. zóó, dat de
Regeering alleen een wet wil hebben om
onze neutraliteit en nationaliteit te hand
haven. Die taak acht spr. ons land door
God opgelegd en daarom moet de verdedi
ging zoo goed mogelijk zijn.
Eerst dient gevraagd te worden wat
recht is. Is neutraliteitshandhaving recht?
Zoo ja, dan dienen wij dat recht te ver
dedigen met alle kracht. Spr. gelooft in
nieuwe banen voor de toekomst, maar zij
wil niet te kort schieten in de handhaving
van hetgeen nog heden noodig is. Laten
wij strijden voor de nieuwe banen van de
toekomst; maar zoolang die er niet zijn
hebben wij onze nationaliteit te verdedi
gen. Spr. gelooft niet, dat deze wet een
belemmering is voor deze toekomst. Ware
dat zóó, dan zou zij zich er tegen ver
zetten.
De heer W ij n k o o p (C.P.) betoogt,
dat deze vloot moet dienen voor de olie en
de hoogovenbedrijveïi.
Spr. betoogt verder, dat de vloot in In-
dië is als een fakkel op een vulkaan. Men
provoceert Japan en zal toch niet staat
zijn dat land te weerstaan. Spr. geeft
geen man en geen cent voor dit doel en
hij roept de arbeiders op zich tegen deze
wet te blijven verzetten. Het zal de zorg
zijn der tegenstanders te maken, dat er
geen personeel komt voor deze vloot.
De heer Schouten (A.-R.) wensclit
enkele punten te behandelen. Hij zet voor
op, dat do Kamer zich thans alleen kan
binden tot hetgeen nu wordt voorgesteld,
n.l. voor een tijdvak van zes jaar en ih
1929 zal een nieuwe beslissing moeten
worden genomen. Dan moet heslist wor
den wat men verder wil doen.
Vervolgens verdedigt hij de instelling
van een fonds, dat z.i. wel degelijk betee
kenis heeft voor de betalingsmethode.
Volgens hem heeft de heer van Gijn on
gelijk.
Het fonds reguleert de betaling over een
aantal jaren en daartegen is geen bezwaar
aan te voeren. Over het begrip fonds wil
spr. niet twisten maar hij acht den naam
niet onjuist voor het syteem van verreke
ning dat men hierbij wil volgen.
Ook de berekening van de heeren Dres-
selhuys en Oud acht hij onjuist, hetgeen
hij met voorheelden illustreert De Regee-
ring heeft, zoover haar mogelijk was, ge
gevens verstrekt.
Betoogd is, dat alle^aaningen op mari
tiem gebied weinig waarde hebben en
daarbij is gewezen op de beide kruisers.
Die verwijzing gaat niet op, aangezien die
kruisers in de zeer duro tjden zijn ge
bouwd. Alle ramingen in 1915 en'1916
Voor groote werken zijp. verre overtroffen
Dat geldt! niet alleen voor kruisers, maar
even goed voor woningen bijvoorbeeld.
Juist echter al dergelijke, wisselingen zijn
een reden om een vaste lijn voor dén vloot
bouw aan te geven.
Minister Ruys de Beeren-
b r o u c k wijst op de noodzakelijk
heid van meer vastheid. Wil men dit, dan
dient dit in een wet te geschieden en moet
men dus iets' van de vrijheid opofferen.
Dat kan niet anders. Vroeger zijn derge
lijke gevallen ookvoorgekomen, dat de
Kamer een deel har er vrijheid opgaf. Spr
gen kwam een reiskoets met twee lieve
oude luidjes langs ons huis, en voorop de
zitbank zat Ghristientjp, die mij vriende
lijk groette toen ze mij zag. Zoo vertrok
zij uit ons stadje.
Het oude Marike was reeds lang in hot
St. Jurgensgesticht overleden.
De donkerbruine bond kwispelde met
zijn staart toen ik 's morgens beneden
kwam. Hij beschouwde mij als een welko
me gast.
Toen ik do buiskamer binnentrad, was
er niemand.
De dienstbode opende even de deur, en
ging mijn gastvrouw en gastheer waar
schuwen. Ik keek onderwijl eens naar de
schilderijen die tegen den muur hingen,
en twee geslachten zagen op mij neer. Er
waren ook jacht- en dierstukken, en hoven
de sopha een kruisafneming naar Rubens
En tusschen de vensters in do schaduw
een half verbleekt portret met den krans
van immortellen, die mevrouw gisteren
geplukt liad. Ik ging naderbij om het te
zien. Het was het portret van een soldaat
in uniform, zooals men zo laat maken als
men in dienst komt, om naar buis te zen
den. Het hoofd was vrij goed bewaard
gebleven en deed mij dadelijk John
Gliickslad herkennen, maar de trekken
droegen nog geen sporen van ellende.
wijs? op ide Lager Onderwijs- en Nijver-
heidsonderwijswet, waarin subsidies vast
gelegd zijn en de Staten-Generaal dus geen
medezeggenschap meer hebben. Do Militie
wet doet hetzelfde met de oproeping der
miliciens en de vaststelling der kosten
daarvan.
Als toevallige meerderheid den pas aan
geeft bij de organisatie van do marine,
dan komt men weer op het oude pad. Ten
aanzien van de leermaterialen en vlieg
tuigen wijst spr. er op dat deze buiten
het Vlootfonds blijveh en dus onder bet
gewone budget blijven. Mochten zich in
de eerstvolgende jaren omstandigheden
voordoen dio belangrijk do vloot-plannen
beïnvloeden, dan wil de Regcering deze
wet toch niet voor een heilig huisje ver
klaren. Als het getij verloopt, zal men do
bakens verzetten. De Kamer houdt haar
controleerende taak en kan ioder jaar na
gaan hoe de positie is. De Regeering zal
toch niet aarzelen de hand aan deze wet
te slaan als zij dat noodig acht. In dit op
zicht dient men vertrouwen te hebben in
do Regeering.
Do Vlootwet baalt den achterstand in die
er op vloofigebied bestaat. Mevrouw Brons
veld heeft zich beroepen op het Pauselijk
schrijven en betoogt dat sommige perso
nen tö veel speling laten aan do geleide
lijkheid. Van algemeene ontwapening is
in dien brief geen sprako en evenmin van
geleidelijkheid, maar wel van gelijktijdig
heid van ontwapening. Vervolgens geeft
spr. eenige cijfers van de marinebegroo-
ting qm to bewijzen dat de Regeering wel
degelijk bezuinigingen betracht: de totale
uitgaven daalden van 59 tot 42 milfioen in
een tijdvak van 4 jaar. Hetzelfde geldt
voor de begrooting voor oorlog, die van
87 tot 62 inillioen daalde in vier jaar
tijds, terwijl de uitgaven voor pensioen
nog zeor zijn gestegen. Tal van maatrege
len tot bezuiniging zijn genomen o.a. ver
korte oefening, vermindering van contin
gent en afvloeiing.
Spr. noemt het vredeswerk dat ons le
ger en onze vloot door handhaving van
de neutraliteit ons buiten conflicten hou
den.
Het waro gemakkelijk geweest de Vloot
wet te laten rusten, maar een behoorlijke
vloot ware dan niet te krijgen. Het was
meer dan tijd eens een beslissing te nemen
Over het volkspetitionnement zal spr.
niet spreken. De vergelijking mot het vroe
gero petitionnement gaat niet geheel op,
omdat het andere zaken betrof.
Spr. citeert den brief van do Regeering
aan do Kamer, waarin op spoedige be
handeling der Vlootwet werd aangedron
gen. Het Kabinet in zijn geheel en ieder
lid individueel zal de verantwoordelijk
heid voor de verwerping van deze wet
niet kunnen dragen. (Rumoer).
Do Minister van Marine, de heer W o s-
t er veld, beantwoordt eenigo technische
detailpunten. Hij deelt o.a. mede, dat de
heide kruisers 35.4 millioen zullen kosten
Voor Indië is de vloot onmisbaar, gelijk
de minister-president reeds heeft betoogd
Spr gaat van die stelling uit. De nationale
veiligheid en de handhaving der neutrali
teit zijn de onderwerpen der verdediging
Het Volkenbondsverdrag legt daartoe de
verplichting op met de middelen waar
over ieder land zal kunnen beschikken.
De weermacht moet dus op deze verdedi
ging zijn berekend. Zonder vloot kunnen
wij onze rechten niet verdedigen, bescher
men en handhaven. Aan welke gevaren
wij kunnen bloot staan is reeds Toldoende
gezegd.
Spr. ontkent dat een versterkt punt een
aantrekkingspunt is voor den vijand. Dat
is een theorie die niet op gaat. Juist het
openlaten van ons huis acht spr. een pro
vocatie. Alleen als agressieve bedoelingen
bij onze vloot voorzaten, zou men de Re
geering verwijten kunnen doen.
De bedoeling van dit ontwerp is: het
scheppen van 'n vasten band voor de
vlootorganisatie in verband met onze fi
nancieele middelen.
Spr. bestrijdt allereerst do opvatting
dat do Kamer zich thans verbindt om
over zes jaar de tweede helft te voteeren
Dio bedoeling heeft nooit bestaan en de
Kamer kan nergens bet bewijs daarvoor
vinden. De Regeering is van meening dat
Indië de hcelo vloot behoeft voor baar
verdediging. Onze middelen laten echter
niet toe in eens te betalen en daarom leg
gen wij eerst een lichter dak. (Gelach).
Voor het oogenhlik vraagt de Regeering
slechts de kosten van een lichter dak. La
ter kan de Kamer verder beslissen en van
camouflage mag geen sprake zijn.
Bindt dit ontwerp de Kamer niet te
veel? De technische bezwaren weerlegt
spr. Het ligt voor do hand, dat spr. der
gelijk vragen ook heeft overwogen en juist
Het kleino snorretje onder de
adelaarsneus en do oogen dio jo ernstig
en zeker aankeken waren van John Han
sen, zoals hij in het hart van zijn doch
ter leefde. Met dezen John had John
Gluckstad niets to maken. Jo hebt ge
dwaald, John, doch ook geboet, dacht ik
Laat je dochter haar goedo gedachten jou
omtrent houden.
Ik hoorde de stem van mijn gastheer en
keerde mij om, om hem te begroeten. Ook
mevrouw kwam en ik maakte excuus
voor mijn langslapen, dat zij lachend
aannam.
Het was nog een heerlijke lentedag daar
buiten, en toen ik 's avonds laat met den
houtvester nog een rondgang deed, ver
telde ik bem alles wat ik mij den vorigen
avond herinnerd had en hoe ik nu het le
ven van John Glückstad beschouwde.
„Zooiets moet men bij een advocaat
zoeken", zeido hij.
Ik scbuddo het hoofd: „Noem het me
degevoel of liefde voor mijn goede gast
vrouw".
„Dank u", zeido hij. „Ik wist slechts
weinig van den vader mijner vrouw, doch
zoo is hij mij altijd voorgekomen".
„Het kan niet anders", zeido ik, „bij
alles wat ik mij herinner van hein ge
hoord te hebben".
.Vol gedachten kwamen wij de kamer
daarom ook was do beperking tot zes jaer
gewenscht. In zoo'n korten tijd zal de
techniek niet zooveel veranderen dat zij
de ganscbe plannen omver werpt.
Het materiaal voor de hulpdiensten wil
spr. wel weglaten, zoodat dit onder het
jaarlijksche budget van marine zal blijven
Men achtte dit tijdstip psychologisch
niet gelukkig voor dit ontwerp. Welk mo
ment is dat wel? Misschien alleen het
moment waarop het gevaar nabij is; De
Regeering, die daarop wacht, komt stellig
te laat.
Voor de Regeering bestaat oen ander
psychologisch moment. De waarde van de
vloot is in do laatste jaren zeer vermin
derd en zij is eenzijdig samengesteld, zij
heeft geer. vloot-basis en heeft geen vol
doende flottielje-vaartuigen. Hei moment
•is dus belangrijk genoeg oan tot reorgani
satie over te gaan.
Een jaar uitstel van de Vlootwet zou
nadeel opleveren, omdat de werkloosheid
bestreden kan worden door spoedige werk
verschaffing en dus uitgaven ter bestrij
ding daarvan worden" uitgespaard, met
spoedige inwerkingstelling.
Het vlootplan acht spr. het beste dat op
dit oogenhlik is samen te stellen. Natuur
lijk is er critiek op te oefenen, maar waar
om zouden de deskundigen der regeering
nu juist do minste zijn?
De heer Marchant (V.D.): „Hoe ver
ligt Singapore van Riouw? (Gelach). De
„mist" van deskundige van Hengel (Ge
lach).
De Minister vervolgt en bestrijdt
allerlei deskundige critiek op bet plan
uitgeoefend. Onderling zijn zij het niet
eens en de Regeering voelt zich veilig bij
haar adviseurs (Rumoer). Do opvatting
van den beer Bomans deelt spr. niet:
diens plan voor de verdediging van ons
land acht spr. niet goed, ook al omdat er
to weinig mijnenleggers bij zijn opgeno
men. Het is spr. niet duidelijk waarom de
heer Bomans tegen dit ontwerp is, want
die afgevaardigde heeft niet aaugetoond
dat Indië nog meer kan betalen dan nu al
wordt voorgesteld.'
De Minister stelt nu de vraag of genoeg
luchtvaartuigen zijn ontworpen.Naar zijn
mccning wel en hij beroept zich op buiten
landsche deskundigen die niet zoo'n over
wegende beteekenis hechten aan de vlieg
machines in den zee-oorlog.
Een poli tie-vloot acht spr. van geqn be
teekenis. Zij beteekent niet meer dan een
bordje „verboden toegang" voor iemand
die binnen wil gaan. Do verdediging en
beveiliging van dat gebied eisclien meer
dan dat.
Wat de vlootbasis betreft, spr. acht
deze noodig om de vloot to steunen cn te
voeden. Hij hoopt op de onderdeden van
dit punt hij de artikelen terug te komen.
Do Minister erkent dat ieder dool van
de vloot zijn eigen personeel heeft en in
die richting zal spr. gaarne werkzaam
zijn. Aan de bezwaren van een incom
pleet van hooger personeel zal spr. tege
moet komen.
Tenslotte verdedigt spr. de ramingen
van dit plan. De bezwaren daartegen zijn
niet met cijfers gestaafd. Zijn ramingen
zijn met ze-ei' veel voorzichtigheid gesteld
en zoo zuiver mogelijk gehouden.
Met nadruk dringt spr. aan op aanne
ming van dit vlootplan, dat niet verder
bindt dan wat het ontwerp vraagt.
Do vergadering wordt verdaagd tot be
den 1 uur.
aumi iiiiiiiiiiinuiniiioriri rmfr
GEMEENTÉRAAn.
1 RIOLEERING EN DEMPING.
Een centrale rioleering.
Bij Raadsbesluit van 28 Februari 1921
werden gelden beschikbaar gesteld ten
behoeve van de kosten, verbonden aan
liet instellen van een deskundig onder
zoek en het inwinnen van advies in zake
de rioleering van deze gemeente, in het
bijzonder van de buitenstad. Ter uitvoe
ring van dit besluit droegen B. en W. aan
den heer ingenieur F. ,G. J. Van den Steen
van Ommeren Adjunct-directeur van Pu
blieke Werken te 's-Gravenhage, op, hun
omtrent deze aangelegenheid advies uit
te brengen.
De rec'htstreekscho aanleiding, die B. en
W. noopte op 't sinds lang bestaande rio-
leeringsvraagstuk in deze gemeente terug
te komen, lag in den onhoudbaren toe
stand, welke bij de steeds toenemende
bebouwing aan den. zoom van de stad
allengs op rioleeringgebied is ontstaan.
Behalve dit, maakten ook redenen van
algemeen-hygiënschen aard het noodza
kelijk, eindelijk daadwerkelijk de verbe-
binnen, waar mevrouw ons lachend tege
moet kwam.
„Wat hebben jullie langzaam geloopen"
zei-de zij. „Hadden jullie mij vergeten?"
Den volgentien morgen vertrok ik, door
beiden een eind weegs vergezeld.
„Ik zal je schrijven", zei de opperhout
vester. „Ik ben weliswaar geen drukke
briefschrijver, maar wij moeten weten
waar je bent, om nog dikwijls den weg
naar ons buis te vinden".
„Ja, ja, je moet terugkomen", zeide me
vrouw. „Anders zou het afscheid te treu
rig zijn".
Ik beloofde het en reikte beiden de
hand. Ze zagen mij na; zij had haar
hand zacht in den arm van haar man ge
legd, en keek naar hem op.
„Vaarwel! John Glückstad's dochter"»
zeide ik zacht, „het geluk is je bijgeble
ven en zal bij jo blijven. Ja bent het
waard",
Na veertien dagen ontving ik reeds een
brief van den opperhoutvester. Onder an
deren kwam erin voor: „Je belofto be
hoef je niet meer te houden. Des avonds
reeds heb ik Christiene van haar vader ver
teld, juist zooals ik bet van je hoorde. Ik
geloof nu nog meer, dat je gelijk hebt, en
dat hij heel anders .was dan zijn dochter.
tering .van do EeidsoEe STacïiteii; for tiafct
ie nemen. - I x
Het nu verschenen rapport van don^
heer van d$n Steen van Ohimeren 'doqT
eene afdoende en in financiëel opzicht'l
bereikbare, oplossing van bet voor deze*
gemeente zoo gewichtige rioleering-sT
vraagstuk a»n de hand, aldus B. en wj
in hun praeadvies, waaraan wij het vow
gende ontleenen:
Het door dezen deskundige ontworm
pen plan beoogt, te komen tot cene ge-j
deellelijke opheffing van de 'boezemver-»
vuiling, in dier voege, dat het menage-»'
en industriewater in oen gesloten rioolsyV
steem komt, vanwaar het door een auto-
matische electrisc'ho bemaling buiten da
bebouwing wordt afgevoerd. Alle afvoer-
stoffen, incl. regenwater, 'zullen dus in
één riolennet worden opgevangen; de stad
wordt gesplitst in twee gedeelten, een
noordelijk en een zuidelijk, elk met een
verzamelstation; de stoffen worden weg-
geperst uit het zuidelijk naar het noor
delijk pompstation en van laatstgenoemd
station naar elders verwijderd. Ook naar
do meening van de Commissie van Fa
bricage en den Directeur der Gemeente-'
werken is de door den rapporteur aange-
gegeven weg de beSte, zoo niet de eenige,
om tot eene definitieve oplossing van do
rioleeringsmoeilijkheden in deze ge
meente te geraken.
Intusschen behoeft deze. weg niet in liet
vlugst denkbare tempo te wórden afge
legd; integendeel, het is. zoowel om finan
ciële redenen, als mei het oog op andere
factoren, wenschelijk het ontworpen rio-
leeringsplan niet aanstonds in zijn vollen
omvang, doch geleidelijk uit te voeren.
Eenerzijds toch zou het onverdedigbaar
zijn, om, waar directe invoering van do
centrale rioleering voor de gansche ge
meente niet noodzakelijk is5 niettemin
reeds nu den zwaren financieelen last,
verbonden aan den bouw van twee pomp
stations c.a., op de gemeente te leggen,
terwijl anderzijds bij de uitvoering van
de rioleeringsplannen met eene mogelijke
verbetering van de walerverversching in
de binnenstad, bijv. een krachtiger circu
latie van het grachtwater als gevolg van
wellicht door de provincie en het 'hoog
heemraadschap van Rijnland te r.emen
maatregelen op v.ateistaatkundig gebied
(het inlaten van IJselwater te Gouda met
afmaling te Katwijk), rekening moet wos-
den gehouden.
In ieder geval echter zal rot1 het werf:
zoo dra mogelijk een begin moeien wor
den gemaakt en het is juist een van do
groote verdiensten van he£ ontwerpen
plan, dat het gedeeltelijk en geleidelijk
kan word uitgevoerd, zóo. dat elke par-
tieeie uitvoering .ten volle haar nut af
werpt, geen extra kosten veroorzaakt en
tegelijkertijd in het gfoote plan past. Dit
brengt tevens mede. dat. al naar do
noodzakelijkheid en financiële mogelijk-»
heid, de totstandkoming van de totale rio
leering der stad vlug, dan wel in oen
langzamer tempo, kan plaats grijpen.
Met do Commissie van Fabricage en
den Directeur van Gemeentewerken zijn
B. en W. op grond van het daaromtrent
hierboven aangevoerd© van oordeel, dat
de rioleering van het noordelijk
•moeten worden met den bouw van een in
aanvang moet worden gemaakt met de ri
stadsgedeelte. Daartce zal dan begonnen'
moeten .worden met den bouw van het in
het rapport gcncemd noordelijke pomp
station met persleiding naar de Slaagh-
sloot, op welk station dan achtereenvol
gens, naar de mate van da urgentie barer
rioleering, de wijken van het noordelijk
pompgebied zullen worden aangesloten.
Zooa's gezegd komen de wijken I on IV,
(Maresingel en Heerensingel) het eerst
'voor zoodanige aansluiting in aanmer
king. Rioleering daarvan kan in geen
geval achterwege blijven. Vervolgens ko
men dan de wijken Zijlsiirgel, Lauge-
gracht, Waard-Oranjegracht en Middelste
Uiterste gracht aan de beurt, waarna to
Zijner tijd de wijken van het zuidelijk
pompgebied, als Levendaal, Rapenburg,
W'.tte Singel, Heerenstraat, Vreewijk
onder handen genomen kunnen worden.
De overige wijken komen voor rioleering
binnen afzienbaren tijd niet in aanmer
king, hetzij omdat de bestaande toestand
geen- hindjr veroorzaakt, dan wel omdat
•c-en rioleering in verband met een toe
komstige, krachtige, waterverversching
(waarvan trouwens de resultaten, z-ooaht
gezegd, in het algemeen nog moeten wor
den afgewacht), gel)eel achterwege kan
blijven.
Do kosten van het meergenoemde noor
delijk pompstation, dat vermoedelijk be
noorden den Maresingel nabij het Open
baar Slachthuis zal worden opgericht,
wórden tezamen met dio van de perslei
ding naar do Slaaghslcot geraamd op
zich voorstelde. Echtgenooten moeten geen
geheimen voor elkaar hebben!
Natuurlijk was het eerst een vloed van
tranen, dio mij deed vreezen, dat mijn
vrouw het karakter van haar vader zou
hebben. Maar spoedig veranderde het
Zij was zoo lief en zacht, dat de kamper
foelie aan den boschkant nooit zoo heer
lijk geroken heeft I Het beeld van John
Glückstad draagt nu een vollen rozen
krans. Zijn dochter heeft nu meer aan
hem, niet alleen als vader, maar ook als
mensch. Ook zij herinnert zich nu namen
en voorvallen van vroeger, die zij geheel
vergeten was. Dank en groeten van mijn.
vrouw. Hoo hartelijk die klinken, kan ik
niet schrijven. Denk maar: zoo hartelijk
mogelijk". ij
Maar hoe gaat het? "Wij wisselden een
paar brieven in het jaar, altijd even. har
telijk. Nu staat mijn koffer gepakt; mor*
gen ga ik naar John Glückstad's dochter^
Het antwoord, toen. ik mijn bezoek
meldde, was: Kom, kom, wij verwachten
je met alle genoegen; te meer daar onzë
jongen juist thuis is gekomen mot do acté!
in zijn zak. Zijn mooder is dol op hem*
en jij alleen mankeert om ons geluk yoW
maakt te malden.
EINDE,