Tweede Blad
nog meer van dat „HAKSTROO'I
Jerwijl hij eens van zijn werk kwam,
0 hij voetstappen achter zich, of men
t J w^e inhalen. Hij lette er verder
°Pi doch dacht aan zijn kind, dat nu
wel op de stoep zou staan.
f,,9 Voe'stappen achter hem gingen vlug
01 hij voelde zich of het ongeluk
doch ^n^alen- Hij keek niet om,
liep harder, tot opeens een
ifeé arm ziJno schoof, en een
,iSlicht zonder baard en met kort ge
hoofdhaar hem aankeek,
ij; 11 schrok geweldig: „Wenzel", riep
\^aar k°m jij vandaan?"
T u'j üi
Dinsdag 23 October 1923
p0 Volkskrant schrijft:
Donderdag is er in ons 'bla-d op ge-
ttcaen, dat zekere overste, met name
Hackstroh, onzen nieuwen minister van
Financiën van een staatsgreep^ verdenkt.
Dij stelt dien bewindsman op één lijn met
Mussolini en een De Riviera..
Mot zulke belachelijke praatjes zullen
ij ons niet bezig houden.
Iets anders ligt ons op het hart.
Wij hoorden en lazen in den laats ten
tijd hoe ook sommige katholieken minister
Colijn beoordeelden en zich zelfs niet ont-
zjen dien naam en het crgelijkste kapita
lisme in het nauwste verband te brengen.
En hierbij worden dan scheldwoorden
gebezigd, die versch zijn overgenomen uit
hft, Volk en andere socialistische bladen.
Do sociaal-democraten moeten het zelf
uiaar verantwoorden, wanneer zij op deze
'irijzo hun fatsoen te grabbel gooien en de
politiek in het algemeen verlagen tot het
peil van de achterbuurt.
Maar aan de onzen een zeer ernstige
warschuwing. Niet om het burgerlijk fat-
soen en nog veel minder om de politiek,
maar om de eer en de waardigheid van
onze hoogste beginselen.
Het gaat niet aan, dat een christen, oen
katholiek onverschillig welk persoon en
eer zeker niet een gezagsdrager^ een lid
„er landsregeering, zoo geheel liefdeloos
bejegent als de socialisten zich dit ver
oorloven tegenover den heer Colijn.
Wij hoorden ook door katholieken over
dezen, bewindsman oordoelen in bewoor
dingen, welke letterlijk zijn ontleend aan
de socialistische pers en vlakweg grievend
zijn. En hierbij bleek nog, dat die katho
lieken den heer Colijn niet kenden en
zelfs nooit van hem gehoord hadden voor
ij in 1922 weer optrad als politiek per-
ion.
Wij kennen den heer Colijn sinds een
paar jaar persoonlijk, maar zullen hier
zijr.e goede eigenschappen en deugden niet
noemen, ook niet vermelden wat wij zelf
sbben vernomen uit den mond van
mand uit zijn vroeger talrijk personeel
m wat betrekking had. op de sociale ge-
roelens van dezen leider. Daar is het niet
i( :m. te doen. Zelfs is best mogelijk, dat
j,, tij zooals ook reeds gebleken is
egeeringsdaden van den nieuwen minis-
Ier van Financiën ernstig moeten bestrij
den; maar wij achten ons verplicht met
kracht op te komen tegen do absoluut on-
hristclijko wijze, waarop sommigen, di©
och góede christenen willen zijn, zich ver-
lorloven to spreken over den heer Colijn
In welke wereld leven wij dan toch?
Welk een geest bezielt sommige men-
-'ien?
Cm het welbegrepen volksbelang en om
letgeen men de „ware democratie" noemt,
ueenen wij ernstig te moeten waarschu-
ten togen feiten als hier bedoeld.
Wij leven in een grooten tijd. Met ver
ende krachten zullen wij moeten optrek-
ii vijanden en tegenstanders te kee-
,_.'n, vijanden en tegenstanders van op-
eebto democratie en christelijke hervor-
ning, maar willen wij den strijd winnen,
n lan is voor alles noodig, dat wij goede
atholieke menschen zijn, in woord en
laad en voorbeeld, dat wij kunnen steu-
ea op groote zedelijke kracht, dat wij
Mc beginselen niet maken tot„hak-
KIE VERTEGENWOORDIGDE ONZEN
MINISTER VAN ONDERWIJS?
Wij lozen in De Nieuwe Venlo-
clie Courant:
de plechtige opening der R.-K. Uni-
ersiteit te Nijmegen waren alle Katho
lieke ministers en Katholieke Kamerleden'
trhinderd tegenwoordig te zijn.
De politiek hield hun vast in Den Haag
Alleen minister Aalberse was buiten
ijs.
Wo treden niet in de vraag, of deze mis
schien niet aanwezig had kunnen zijn,als
vertegenwoordiger van dc katholieke le
den der regeering en van de R.-K. Staats
partij en hare afgevaardigden der Tweede
Kamer.
Ook de minister van Onderwijs' liad
reeds tevoren bericht gezonden door ambts
bezigheden verhinderd te zijn.
Accoord' Op hetzelfde recht, waarmede
onze katholieke ministers afwezig moes
ten blijven, kon ook minister De Visser
zich beroepen.
Maar zond hij, het officieelo hoofd van
onderwijs in Nederland, een vertegen
woordiger?
Hij ging zelf wijlen Couperus in een
geestdriftige toespraak geluk wcnschen hij
diens zestigsten verjaardag, en hij deed
zich nu was het de heer De Visser per
soonlijk, verklaarde hij later vertegen
woordigen, daarna, bij de crematie van
den gestorven letterkundige.
Wie was nu de vertegenwoordiger van
den Minister van Onderwijs hij do stich
ting eener nieuwe universiteit; een feit
van historsche beteekens voor ons onder
wijs en onze cultuur?
Een feit van onberekenbaar grooter be-
teekenis voor ons volk dan' de zestigste
verjaardag van een Nederlandschen let
terkundige, al was bij ook een der beste
van onze hedendaagsche schrijvers.
En van, naar onze bescheiden meening,
iels meer gewicht nog dan do lijkverbran
ding van een literator.
't Is maar een bescheiden vraag.
Waarop wc echter hopen antwoord te
krijgen.
SlgggHEtiLltÉtëSS
R.-K. Bond i Grcote Gezinnen.
Jaarvergadering.
Zondag en gisteren werd in het R.-K.
Vereenigingsgebouw „Unitas" te Nijmo-
gen de jaarvervaderinq- gehouden van den
R.-K. Bond voor Groote''Gezinnen te
gelijk werd het eerste hondslustrum heer-
dacht. Van de 23 afdeelingen waren er 16
aanwezig.
Zaterdagmiddag opende de bondsvoor
zitter, de heer dr. P. van der Heyden uit
's Bosch het congres en schetste de wor
dingsgeschiedenis van den hond, waarbij
hij bijzondere hulde bracht aan den
stichter van den Bond, den heer M. H.
Jansen, die mede gewaardeerd werd om
zijn propagandistische kracht.
Ondanks tegenwerking van zelfs onver
wachte zijden, is de hond uitgegroeid tot
een organisatie van 7000 leden en werd er
veel nuttigs bereik., in het geestelijk en
stoffelijk belang van de groote gezinnen.
De boudssecretaris, do heer H. v. Alien
uit 's Bosch, gaffen lustrum-ver slag.
De secretaris releveerde het vele werk
der afdeelingen en wees vooral op de
oprichting van een brokkenhuis in de af-
deeling Nijmegen en op de stichting van
een R.-K. vacantie- cn rustoord door de
afdeeling Amsterdam,
Het goedgekeurde financieel verslag
van den penningmeester, den lieer Lobach
uit 's Bosch, wees een balig saldo aan.
De begrooling voor 1924 sloot do in
komsten en uitgaven met f3000. De aftre
dende bestuursleden, de heeren H. van
Alfen uit 's Bosch, J. van Meijeren uit
Venlo en B. Nieuwenhuis uit Amsterdam
werden herkozen.
De volgende jaarvergadering zal in
Utrecht gehouden* worden.
Verschillende voorstellen werden nu be
handeld.
Aangenomen werd een voorstel-Nijme-
gen om in samenwerking met andere or
ganisaties propaganda te voeren voor een
algemeene kinderbijslag-rekening en zóó
mogelijk een algemeen rijkskinderfonds!
en bij de regeering aan te dringen op de
indiening van een daarop betrekking heb
bend wetsontwerp. Aangenomen werden
voorstellen van de afdeelingen Venlo, Nij
megen, Utrecht en 's Bosch voor het tref
fen van een schoolgeldregeling, waarbij de
groote gezinnen bevoordeeld worden. Het
hoofdbestuur zal een nadere regeling
aanbevelen. Aangenomen werd een voor-
stel-Amsterdam, en warm verdedigd door
het eerste kamerlid den heer Haazevoet,
om door het hoofdbestuur een commissie
te doen benoemen tot onderzoek naar wat
daadwerkelijk van bondswege gedaan kan
worden ter bevordering van do volksge
zondheid en de volkshuisvesting, speciaal
in het belang der groote gezinnen. Het
hoofdbestuur zal deze kwestie nadet op
lossen.
Do tweede congresdag werd begonnen
met een H. Mis in de St. Franciscuskerk.
Met een kleine wijziging werd aange
nomen een voorstel-Utrecht om er bij de
openbare cn bijzondere arbeidsbeurzen
op aan te dringen vooral werk te ver
schaffen aan werklooze kostwinnaars uit
groote gezinnen.
Lang werd gesproken over een voorstel-
Leiden, waarin werd betoogd, dat in
de gemeentelijke verordeningen meer dan
tot nu too rekening moest gehouden met
de draagkracht der gezinnen. Leiden wil
een grooteren aftrek voor noodzakelijke
levensonderhoud zien toegekend aan ge
huwde kostv/innaars dan aan ongehuwde
Leiden wil kinderaftrek zien toegestaan
voor alle minderjarige kinderen, zoolang
deze ten laste der ouders komen. Volgens
de afdeeling Leiden moet het noodzake
lijk geacht worden dat in onze belasting
wetgeving de bevoorrechting der onge-
huwden verdwijne. Dit Leidsche voorstel
weid aan het hoofdbestuur ter afhande
ling overgelaten.
Aangenomen werd een voorstel-Venlo
'tot krachtige bestrijding van bet neo-
malthusianismo. Getracht zal worden uit
een tijdelijk© contributieverhooging in de
verschillende afdeelingen de middelen te
putten tot het voeren van een krachtige
propaganda.
Aangenomen werd een voorstel-Alk-
maar, dat het hoofdbestuur te bevoegder
plaatse stappen zal doen ter voorkoming
van veelvuldig vrijgeven op bijzonder L.
O. Scholen. Mocht deze actie plaatselijk
niet slagen, dan dient het hoofdbestuur
hierover gewaarschuwd te worden.
Aangenomen werd een voorstel-Utrecht
om de schooljeugd in de vacantie nuttig
bezig te houden.
Een voorstel-Utrecht om het hoofdbe
stuur in overweging te geven, zoonoodig
In overleg of samenwerking met Herwon
nen Levenskracht of andere R.-K. instel
lingen, een centraal R.-K. Herstellings
oord en kindervacantiekolonies op te
richten, word ter afwerking overgelaten
aan een daartoe benoemde commissie.
Bij de róudvraag werd besloten bij de
regeering aan te dringen, dat bij de even-
tueelo 10 pCt. salarisverlaging voor amb
tenaren de kindertoeslag hlijve gehand
haafd.
Alg. R.-K. Werkgeversvereniging in
het Bisdom Haarlem.
"Winterprogram.
23 October 1923. Pater Dr. Cassianus
Hentzen, adviseur der Limburgscho R.-K.
Werkgeversvereniging, over: De R.-K.
Werkgeversbeweging in onzö dagen.
27 November 1923. De heeren Albert v.
do Kallen, hoofdredacteur van „Do Gel
derlander", en Max van Poll, Hoofdre
dacteur van „De Nieuwe Eeuw" en „De
R.-K. Gemeentepolitiek", over: De Onder
neming en de Politiek. Bespreking van 't
rapport-Barge.
De heer Van der Kallen zal de navol
gende stellingen verdedigen:
Het Rapport-Barge is een gewaardeer
de en verdienstelijke poging, om do ten-
denzen tot splitsing in onze partij op te
vangen, maar draagt daardoor het ka
rakter cener gelegenheidswetgeving met
al de schaduwzijden ervan.
De door het stelsel Barge ingevoerde
Verkiezingsraad is een van buiten inge
schoven instrument, dat de eigen taak aan
aan de kiezersorganisaties ontneemt.
Het instrument zelf, in hoofdzaak sa
mengesteld uit sociale organisaties, die
uit haren aard geroepen zijn tot het be
hartigen barer eigen standsbelangen, is
een negatie van het algemeen karakter
onzer partij.
Het stelsel-Barge is voor de eenheid
der partij, zoo deze vervormd werd
naar het stelsel-Barge c.s., allergevaar
lijkst.
De stellingen van den heer Poll luiden:
Do Katholieke Partij is geen Partij
zooals een andere.'Zij heeft zich histo
risch ontwikkeld tot een der sterkste ver
dedigingswapenen van het Katholicisme
in Nederland. Tengevolge daarvan kan
zij er aanspraak op maken, dat alle Ka
tholieken zich hij haar aansluiten.
In zuiver politieke, economische en der
gelijke vraagstukken is do Katholiek vrij
van iederen van buiten opgelegden
dwang.
Hij heeft daarbij, echter te rekenen
met zijn geweten; met zijn overtuiging
ten aanzien van betgeen al dan niet in
het algemeen belang is.
Indien nu in de partij, bij meerderheid
van stemmen, kan worden beslist, omtrent
hetgeen te doen staat in allerlei zuiver
politieke en economische vraagstukken,
kan er voor de minderheden een gewetens
conflict ontstaan tusschen hun plicht om
tot de Katholiek© Partij te blijven behoo-
ren en bun gewetensplicht, om te hande
len overeenkomstig hetgeen zij achten}
in bet algemeen belang te zijn.
De Katholieke Partij mag noch kan
ooit erkennen, dat do helft plus één te
beslissen heeft over hetgeen in politicis
al dan niet goed is en nog minder, dat zij
zeggenschap heeft over de gewetens.
Derhalve moet zij in haar organisaties
aan alle geoorloofde opinies op politiek
en economisch terrein volkomen gelijko
rechten toekennen. Do plaats voor com
promissen is de Kamerclub. Bij "de verkie
zingen echter moeten alle opinies gelijke
rechten en een evenredige vertegenwoor
diging gewaarborgd hebben.
Dit was niet bereikbaar bij de tot dus
ver gevolgde organisatie en verkiezings
methoden in de Katholieke JPartij.
De commissie-Barge kwam aan dezen
primordialen eisch van recht en geweten
in de Katholieke Partij tegemoet. Zij
slaagde erin, niettemin toch een krachtige
leiding te handhaven door middel van hut
politiek advies van den Verkiezingsraad.
Het instituut van den Verkiezingsraad
heeft voor* en nadeelen. De nadeelen
zijn, door eenige geringe wijziging in de
samenstelling, gemakkelijk te ondervan
gen.
De instelling van den Verkiezingsraad
is, als eerste stap in organische richting,
van belang.
De Verkiezingsraad is ook voor de Ka
tholieke Patroons van groote heteekenis.
13 December 1923. Prof. Volmer uit
Delft, over Economische Bedrijfsbeheer.
Februari 1924. (Een nader bekend
te maken spreker) over Ons Belasting
wezen.
Vragen van Kamerleden.
Lijkverbranding.
Op vragen van het lid der Tweede Ka
mer den heer Scheurer betreffende verte
genwoordiging der regeering bij de ver
branding van het stoffelijk overschot van
wijlen mr. A. J. Gnoop Kcopmans, heeft
de minister van waterstaat geantwoord,
dat op bet oogenblik, waarop hij besloot
zich bij de uitvaart van wijlen mr. Gnoop
Koopmans te doen vertegenwoordigen,
niet bekend was, dat verbranding van het
stoffelijk overschot zou plaats vinden.
Eerst toen deze had plaats gehad, heeft
hij er uit de dagbladenkennis van ge
nomen.
De Jachtwet.
Op de vraag van het lid der Tweede
Kamer, den heer Braat, betreffende hot
tijdstip van inwerkingtreding der nieuwe
Jachtwet, beeft de minister van binnen-
landsche zaken en landbouw geantwoord:
Ten einde de voorschriften ter uitvoe
ring van de Jachtwet 1923 to kunnen
doen onderwerpen, is het advies gevraagd
van verschillende organisaties op het ge
bied van den land- en tuinbouw en van
de jacht en ten aanzien van enkele spe
ciale punten ook van andere deskundige
vereenigingen. Zoodra deze adviezen zul
len zijn ingekomen en de uitvoerings
voorschriften zullen zijn vastgesteld, zal
de datum van inwerkingtreding der wet
worden bepaald. Naar alle waarschijn
lijkheid zal deze inwerkingtreding in het
begin van bet volgend jaar kunnen wor
den gesteld.
Wijziging da* Hinderwet.
Voorloopig Verslag.
Verschenen is het Voorloopig Verslag
der Tweede Kamer omtrent de nieuwe
overweging in de afdeelingen over het
wetsontwerp tot wijziging der Hinderwet.
Verscheidene leden achtten dezen tijd
weinig geschikt om het vraagstuk van de
verontreiniging der openbare wateren tot
een oplossing te brengen, terwijl het ont
werp voor de industrie groote gevaren
oplevert. Is de wet ook wel zoo noodig?
De Hinderwet laat nu reeds voldoende
ruimte om tegen waterverontreiniging
door fabrieksafval op te treden. Boven
dien zullen er weer nieuwe ambtenaren
noodig zijn.
Vele andere leden verklaarden zich van
de noodzakelijkheid van wettelijke maat
regelen, zelfs van do urgentie daarvan,
doordrongen. Dit reeds zoo lang aanhan
gig© vraagstuk moet eindelijk tot een op
lossing komen, ongeacht do ongunstige
toestand der industrie.
In de vrees, dat de toepassing van doel
treffende reinigingsmethoden in het al-i
gemeen zoo hooge uitgaven zou vorde
ren, konden deze leden overigens niet
deelen. Echter zouden ook zij het op prijs
stellen indien do regeering omtrent het'
kostenvraagstuk nadere gegevens zou wilj
len meedeelen.
Verscheidene leden achtten een doeI->
treffende regeling der materie slechts rao-'
gelijk in één wet, strekkende tot bestrij
ding der waterverontreiniging in het al
gemeen.
Aan het verslag is toegevoegd een uit
voerige nota van den heer Lovink, waar
in deze uiteenzet de in hooge mate scha-<
delijke gevolgen, welke de zoetwatervis-
scherij van de waterverontreiniging on
dervindt.
Rioolwet.
Voorloopig verslag.
Verschenen is het Voorloopig Verslag
omtrent de nieuwe overweging in de af
deelingen betreffende bet wetsontwerp
voor gemeentelijken afvoer van vuil. Ook
nu nog is gebleken, dat dit wetsontwerp
bij zeer vele leden ernstige bedenking on
dervindt. De daarin opgenomen regeling
vormt naar hun meening een krasse in
breuk op de autonomie der gemeenten en
kan voor de gemeentelijke financiën zeer
bedenkelijke gevolgen hebben.
Gemengde lepicSiten.
Moordaanslag.
Gisterennacht heeft ten huizo .van B. in
dc Pluimerstraat te Groningen een moord
aanslag plaats gehad. B. werd om 3 uur
verschrikt wakker, doordat hij plots werd
vastgegrepen en zijn keel werd toegekne-
per, waardoor hij bijna, stikte. B. wist zich
lo3 te rukken, waarop de dader vluchtte.
Op het hulpgeschreeuw schoten twee huis-
genooten tee. Er ontstond een worsteling,
maar de dader wist te ontkomen. Uit een
kast is 900 gulden ontvremd. De dader is
onbekend. De politio stelt een onderzoek
■in. werd aan zijn hals licht gewond.
Twee personen werden verdacht, die op den
hoek van de Pluimerstraat en Schuitendiep
om 2 uur hebben gefloten en langs het
Schuitendiep verdwenen.
Nader vei neemt de „Tel." dat dc re
cherche er in geslaagd is den bedrijver van
den moordaanslag en den diefstal in de
Pluimerstraat te vinden. De bestolene, de
45-jarige ongehuwde heer B., had eenige
jaren geleden uit medelijden zijn zuster,
die weduwe was geworden, met drie kin
deren bij zich in huis genomen. De oudste
dezer kinderen, de 23-jarigo H. B. Visscher,
is veertien dagen geleden weggegaanom
in Limburg werk in een der mijnen te zoe
ken. Hij is daar inderdaad geweest, doch'
hij is kort geleden als werklooze terugge
komen, hetgeen hem inmiddels niet verhin
derde dezer dagen in Wildervank te gaan
trouwen. Zondag is hij 's nachts in de wo*
ning in de Pluimerstraat teruggekomen.
Met een valscken sleutel opende hij do
deur en aangezien hij de situatie van het
huis goed kende, wist hij gemakkelijk door
te dringen tot de plaats, waar zijn oom het
geld placht te bewaren. Na het plegen van
den diefstal heeft hij toen getracht zijn ocm
te wurgen. Op diens hulpgeschreeuw zijn,
gelijk gemeld, de andere neven toegesneld.
Dezen wilden aanvankelijk hun broer niet
verraden.
De aangevallene heeft een bloedende wort
de aan den hals gekregen, doordat do
booswicht hem de nagels in het vleesch'
heeft gezet. De recherche heeft de zaak tob'
klaarheid gebracht maar den dader nog
niet kunnen vatten. Deze is voortvluchPig.
De moordaanslag in den Duitschen trein.
Uit een brief van mevrouw Ruben, dia'
nog steeds met haar dochtertje in het zie
kenhuis te Schuttorf vertoeft, verneemt do
Tel:, dat haar genezing langzaam vordert»
Men is van meening dat zij niet eerder
dan tegen het eind van het jaar geheel her
steld naar Amsterdam zal kunnen terug-
keeren.
De eerste drie weken na den aanval had
zij met zware wondkoortsen wegens infectie
FEUILLETON
Een Kind der Smarte.
föt het Duitsch naverteld door V. W.
(Nadruk verboden).
Kerstmis begon de sneeuw te smel-
cD> cn na ©enigen tijd, toen de zon lan-
jjw scheen, bloeiden do sneeuwklokjes en
e wefriekende viooltjes; de vogels kwa
den terug en bouwden hun nestjes.
John had weer werk, buiten de stad; in
grooten tuin, en wederom kwam zijn
I'M hem tegemoet als hij met de schop
P z'jn schouder door een zijstraatje naar
,nis Sing.
a5 hi °°k zes'jaar geweest bent,
q' heb het nog eens geprobeerd".
^HaT02"' ze* »z© mogen mij niet
ïjeg» n' Het leven is toch al hard ge
spte vlugger door, maar de ande-
hu hem.
»t het teeken van eerlijkheid op.
1 .draagt
je schouder. Dat zal mij ook goed doen".
John stond stil.
„Jo gaat weg, of"
De zwakke boef scheen bang te zijn van
den sterken John. Grijnzend zette hij zijn
pet af en zeide: „Tot weerziens, mijnheer
John. Jo bent vandaag niet beleefd tegen
een ouden kameraad".
-Hij slak de handen in zijn zakken en
ging verder hot stadje in.
John ging vol verdiet verder, 't Was of
al zijn illusies waren vervlogen. Toen
zijn dochtertje hem lachond tegemoet
kwam en aan zijn arm ging hangen, zeide
zij: „En nu zegt u niets, vader. Bent u
ziek?"
Hij keek naar zijn kind, zuchtto en
dacht: „Als wat eens gebeurd is, niet al
tijd terugkwam!"
Het meisje zag hem schroomvallig aan:
„Kan do lieve God niet helpen?" vroeg zij
vol medelijden.
„Ik weet het niet, Stine, dooh wij zul
len er om bidden".
Den volgenden <jlag zag John hem niet.
Hij had ook zijn maatregelen genomen en
was achter do tuinen om gegaan.
Maar den dag daarna zag bij liet bleeke
boevengezicht, waar nu een stoppelbaard
op stond. Hij kwam naar hem toe en zei
de: „Vriend John, ik geloof, jo zoekt mij
to ontloopen. Ben je nog kwaad?"
John bleef staan: „-Je gezicht maakt
mij niet vroolijk", zeide hij.
„Dit misschien wel?" zeide Wenzel en
hij liet hem een paar geldstukken zien.
„Ik wildo een week hij je in den kost zijn
Het gaat zoo lastig ergens onder dak te
komen"
„Ga bij den duivel in den kost" zei John
Toen zag hij langs een zijweg een poli
tieagent op hem afkomen.
„Het kan mij niet schelen", zei Wen
zel". Mijn papieren zijn in orde".
Nog voor do agent bij hem was, had hij
zijn zakboekje uit zijn zak genomen, en
gaf het dadelijk den agent, die het zorg
vuldig doorkeek. Wenzel wilde zijn kost
bare papieren terugnemen, doch de agent
borg ze veilig in zijn zak en zeide: U hebt
u nog nog niet bij de politie gemeld, en
met een snellen blik op John, liet hij
Wenzel voor zich uitloopen.
Do burgemeester was op het Raadhuis
en de agent vervoegde zich met zijn ge
vangene direct hij hem.
„Hm", zei de burgemeester. „Een oude
bekende".
„In trof hem aan de Koestraat. John
Hansen stond met hem te praten", zeide
do agent. Het scheen mij verdacht op het
veld, want in den middag is er niemand"
„Wat denk je, Lorenzo?" zei de burge
meester. „Op John Hansen valt niets te
zeggen. Hij verdient eerlijk zijn brood
voor zichzelf en zijn dochtertje".
„Maar, heer burgemeester, ze waren
vroeger samen in do gevangenis. Het zal
zijn reden wel bobben dat zij elkaar dade
lijk weer treffen".
Maar do burgemeester schudde het
lioofd. Hij had John dezen winter wat
geld geleend, en zoodra John werk ,lmd>
was hij het terug komen betalen.
„Neen, Lorenzo", sprak hij, „laat die
man loopen. Die ken ik heler, en hij heeft
nu werk dat hij niet gaarne kwijt zou
zijn"
De agent grootte, keerde zich om, en
ging de deur uit.
De terechtwijzing van den burgemeester
liad hem ten zeerste gehinderd. Hij zou
bet John wel betaald zetten.
Denzelfden dag reeds vertelde bij hier
en daar dat hij John en Wenzel bij elkaar
had gezien cn dat Wenzel bij John in den
kost kwam. Dit laatste had hij gehoord
van Wenzel, maar den burgemeester niet
durven vertellen.
De. een vertelde het den ander, altijd
vérgrootend en het duurde slechts een
paar dagen of de geheele stad wist dat
John en Wenzel weder een aanslag be
raamd hadden en ofschoon reeds den vol
genden dag Wenzel verdwenen was en
nooit meer in de stad stad gezien werd,
het praatje bleef. Men geloofde John
schuldig, en men moest voor hem oppas
sen.
De boodschap dat hij niet meer in den
tuin behoefde ie werken, verwonderde
hem ten zeerste. Hij had gehoopt, dat de
patroon, die zijn werk en vlijt altijd prees,
hom het geheele jaar werk zou verschaf
fen; misschien kon hij er dan voor goed
blijven.
Overal waar hij om werk vroeg werd
hij afgewezen en toen hij ten laatste in
een nabijzijnd dorpje slecht betaald werk
gevonden had, werd bij ook daar spoedig
weggezonden.
Nu ontzonk hem de moed. Het kind
vooral deed hem pijn, want armoede was
in zijn hut gekomen en al gaf het oudje
het kind nu en dan van haar soep, het
gezichtje werd steeds magerder. John had
zijn schulden betaald, maar geld kwam
er niet meer in huis. Hij zat bij 't bedje
van het kind, dat echter niet sliep. Hij
keek naar het liefelijke, maar mager en
bleek gezichtje en. zeide opeens: „Chrïs-
tientjo' zou jo willen bedelen?"
„Bedelen?" Het kind schrok. „Bedelen,
vader, wat bedoelt u?"
„Ik meen", zeide liij langzaam en dui
delijk, „dat je bij de menschen zoudt
gaan, en daar een dubbeltje of een paar
centen vragen om brood te koopen?"
Dikke tranen rolden het kind over de
wangen.
„Vader, vader! Waarom vraagt u dat?,
U zegt- toch altijd, dat het een groote
schande is!"
„Er kan een tijd komen, dat schande
niet het ergste is", zeide hij. „Huil niet'
lief kind, jo behoeft niet .te bedelen. Wij
eten dan maar wat minder". j
„Nog minder?" vroeg de kleino zacht.
Hij antwoordde niet, maar het kind
hoorde hem snikken toen hij zijn hoofd
tegen het hare in het bedje legde.
Het kind droogde zijn tranen, en bracht
haar mondje tegen zijn oor: „Vader...
vader, ik denk toch wel dat ik zal kun-i
nen bedelen".
„Neen, neen, Christienlje; denk eat
maar niet meer aan". j
„Vader", zeide het kind, en sloeg
armpjes oan zijn hals, „als u ziek beOT
of honger hebt, denk ik toóh wel dat i*
het doen kan".
„Neen, neen kind. Ik ben al lijd gjw
zond".