Tweede Blad nog meer van dat „HAKSTROO'I Jerwijl hij eens van zijn werk kwam, 0 hij voetstappen achter zich, of men t J w^e inhalen. Hij lette er verder °Pi doch dacht aan zijn kind, dat nu wel op de stoep zou staan. f,,9 Voe'stappen achter hem gingen vlug 01 hij voelde zich of het ongeluk doch ^n^alen- Hij keek niet om, liep harder, tot opeens een ifeé arm ziJno schoof, en een ,iSlicht zonder baard en met kort ge hoofdhaar hem aankeek, ij; 11 schrok geweldig: „Wenzel", riep \^aar k°m jij vandaan?" T u'j üi Dinsdag 23 October 1923 p0 Volkskrant schrijft: Donderdag is er in ons 'bla-d op ge- ttcaen, dat zekere overste, met name Hackstroh, onzen nieuwen minister van Financiën van een staatsgreep^ verdenkt. Dij stelt dien bewindsman op één lijn met Mussolini en een De Riviera.. Mot zulke belachelijke praatjes zullen ij ons niet bezig houden. Iets anders ligt ons op het hart. Wij hoorden en lazen in den laats ten tijd hoe ook sommige katholieken minister Colijn beoordeelden en zich zelfs niet ont- zjen dien naam en het crgelijkste kapita lisme in het nauwste verband te brengen. En hierbij worden dan scheldwoorden gebezigd, die versch zijn overgenomen uit hft, Volk en andere socialistische bladen. Do sociaal-democraten moeten het zelf uiaar verantwoorden, wanneer zij op deze 'irijzo hun fatsoen te grabbel gooien en de politiek in het algemeen verlagen tot het peil van de achterbuurt. Maar aan de onzen een zeer ernstige warschuwing. Niet om het burgerlijk fat- soen en nog veel minder om de politiek, maar om de eer en de waardigheid van onze hoogste beginselen. Het gaat niet aan, dat een christen, oen katholiek onverschillig welk persoon en eer zeker niet een gezagsdrager^ een lid „er landsregeering, zoo geheel liefdeloos bejegent als de socialisten zich dit ver oorloven tegenover den heer Colijn. Wij hoorden ook door katholieken over dezen, bewindsman oordoelen in bewoor dingen, welke letterlijk zijn ontleend aan de socialistische pers en vlakweg grievend zijn. En hierbij bleek nog, dat die katho lieken den heer Colijn niet kenden en zelfs nooit van hem gehoord hadden voor ij in 1922 weer optrad als politiek per- ion. Wij kennen den heer Colijn sinds een paar jaar persoonlijk, maar zullen hier zijr.e goede eigenschappen en deugden niet noemen, ook niet vermelden wat wij zelf sbben vernomen uit den mond van mand uit zijn vroeger talrijk personeel m wat betrekking had. op de sociale ge- roelens van dezen leider. Daar is het niet i( :m. te doen. Zelfs is best mogelijk, dat j,, tij zooals ook reeds gebleken is egeeringsdaden van den nieuwen minis- Ier van Financiën ernstig moeten bestrij den; maar wij achten ons verplicht met kracht op te komen tegen do absoluut on- hristclijko wijze, waarop sommigen, di© och góede christenen willen zijn, zich ver- lorloven to spreken over den heer Colijn In welke wereld leven wij dan toch? Welk een geest bezielt sommige men- -'ien? Cm het welbegrepen volksbelang en om letgeen men de „ware democratie" noemt, ueenen wij ernstig te moeten waarschu- ten togen feiten als hier bedoeld. Wij leven in een grooten tijd. Met ver ende krachten zullen wij moeten optrek- ii vijanden en tegenstanders te kee- ,_.'n, vijanden en tegenstanders van op- eebto democratie en christelijke hervor- ning, maar willen wij den strijd winnen, n lan is voor alles noodig, dat wij goede atholieke menschen zijn, in woord en laad en voorbeeld, dat wij kunnen steu- ea op groote zedelijke kracht, dat wij Mc beginselen niet maken tot„hak- KIE VERTEGENWOORDIGDE ONZEN MINISTER VAN ONDERWIJS? Wij lozen in De Nieuwe Venlo- clie Courant: de plechtige opening der R.-K. Uni- ersiteit te Nijmegen waren alle Katho lieke ministers en Katholieke Kamerleden' trhinderd tegenwoordig te zijn. De politiek hield hun vast in Den Haag Alleen minister Aalberse was buiten ijs. Wo treden niet in de vraag, of deze mis schien niet aanwezig had kunnen zijn,als vertegenwoordiger van dc katholieke le den der regeering en van de R.-K. Staats partij en hare afgevaardigden der Tweede Kamer. Ook de minister van Onderwijs' liad reeds tevoren bericht gezonden door ambts bezigheden verhinderd te zijn. Accoord' Op hetzelfde recht, waarmede onze katholieke ministers afwezig moes ten blijven, kon ook minister De Visser zich beroepen. Maar zond hij, het officieelo hoofd van onderwijs in Nederland, een vertegen woordiger? Hij ging zelf wijlen Couperus in een geestdriftige toespraak geluk wcnschen hij diens zestigsten verjaardag, en hij deed zich nu was het de heer De Visser per soonlijk, verklaarde hij later vertegen woordigen, daarna, bij de crematie van den gestorven letterkundige. Wie was nu de vertegenwoordiger van den Minister van Onderwijs hij do stich ting eener nieuwe universiteit; een feit van historsche beteekens voor ons onder wijs en onze cultuur? Een feit van onberekenbaar grooter be- teekenis voor ons volk dan' de zestigste verjaardag van een Nederlandschen let terkundige, al was bij ook een der beste van onze hedendaagsche schrijvers. En van, naar onze bescheiden meening, iels meer gewicht nog dan do lijkverbran ding van een literator. 't Is maar een bescheiden vraag. Waarop wc echter hopen antwoord te krijgen. SlgggHEtiLltÉtëSS R.-K. Bond i Grcote Gezinnen. Jaarvergadering. Zondag en gisteren werd in het R.-K. Vereenigingsgebouw „Unitas" te Nijmo- gen de jaarvervaderinq- gehouden van den R.-K. Bond voor Groote''Gezinnen te gelijk werd het eerste hondslustrum heer- dacht. Van de 23 afdeelingen waren er 16 aanwezig. Zaterdagmiddag opende de bondsvoor zitter, de heer dr. P. van der Heyden uit 's Bosch het congres en schetste de wor dingsgeschiedenis van den hond, waarbij hij bijzondere hulde bracht aan den stichter van den Bond, den heer M. H. Jansen, die mede gewaardeerd werd om zijn propagandistische kracht. Ondanks tegenwerking van zelfs onver wachte zijden, is de hond uitgegroeid tot een organisatie van 7000 leden en werd er veel nuttigs bereik., in het geestelijk en stoffelijk belang van de groote gezinnen. De boudssecretaris, do heer H. v. Alien uit 's Bosch, gaffen lustrum-ver slag. De secretaris releveerde het vele werk der afdeelingen en wees vooral op de oprichting van een brokkenhuis in de af- deeling Nijmegen en op de stichting van een R.-K. vacantie- cn rustoord door de afdeeling Amsterdam, Het goedgekeurde financieel verslag van den penningmeester, den lieer Lobach uit 's Bosch, wees een balig saldo aan. De begrooling voor 1924 sloot do in komsten en uitgaven met f3000. De aftre dende bestuursleden, de heeren H. van Alfen uit 's Bosch, J. van Meijeren uit Venlo en B. Nieuwenhuis uit Amsterdam werden herkozen. De volgende jaarvergadering zal in Utrecht gehouden* worden. Verschillende voorstellen werden nu be handeld. Aangenomen werd een voorstel-Nijme- gen om in samenwerking met andere or ganisaties propaganda te voeren voor een algemeene kinderbijslag-rekening en zóó mogelijk een algemeen rijkskinderfonds! en bij de regeering aan te dringen op de indiening van een daarop betrekking heb bend wetsontwerp. Aangenomen werden voorstellen van de afdeelingen Venlo, Nij megen, Utrecht en 's Bosch voor het tref fen van een schoolgeldregeling, waarbij de groote gezinnen bevoordeeld worden. Het hoofdbestuur zal een nadere regeling aanbevelen. Aangenomen werd een voor- stel-Amsterdam, en warm verdedigd door het eerste kamerlid den heer Haazevoet, om door het hoofdbestuur een commissie te doen benoemen tot onderzoek naar wat daadwerkelijk van bondswege gedaan kan worden ter bevordering van do volksge zondheid en de volkshuisvesting, speciaal in het belang der groote gezinnen. Het hoofdbestuur zal deze kwestie nadet op lossen. Do tweede congresdag werd begonnen met een H. Mis in de St. Franciscuskerk. Met een kleine wijziging werd aange nomen een voorstel-Utrecht om er bij de openbare cn bijzondere arbeidsbeurzen op aan te dringen vooral werk te ver schaffen aan werklooze kostwinnaars uit groote gezinnen. Lang werd gesproken over een voorstel- Leiden, waarin werd betoogd, dat in de gemeentelijke verordeningen meer dan tot nu too rekening moest gehouden met de draagkracht der gezinnen. Leiden wil een grooteren aftrek voor noodzakelijke levensonderhoud zien toegekend aan ge huwde kostv/innaars dan aan ongehuwde Leiden wil kinderaftrek zien toegestaan voor alle minderjarige kinderen, zoolang deze ten laste der ouders komen. Volgens de afdeeling Leiden moet het noodzake lijk geacht worden dat in onze belasting wetgeving de bevoorrechting der onge- huwden verdwijne. Dit Leidsche voorstel weid aan het hoofdbestuur ter afhande ling overgelaten. Aangenomen werd een voorstel-Venlo 'tot krachtige bestrijding van bet neo- malthusianismo. Getracht zal worden uit een tijdelijk© contributieverhooging in de verschillende afdeelingen de middelen te putten tot het voeren van een krachtige propaganda. Aangenomen werd een voorstel-Alk- maar, dat het hoofdbestuur te bevoegder plaatse stappen zal doen ter voorkoming van veelvuldig vrijgeven op bijzonder L. O. Scholen. Mocht deze actie plaatselijk niet slagen, dan dient het hoofdbestuur hierover gewaarschuwd te worden. Aangenomen werd een voorstel-Utrecht om de schooljeugd in de vacantie nuttig bezig te houden. Een voorstel-Utrecht om het hoofdbe stuur in overweging te geven, zoonoodig In overleg of samenwerking met Herwon nen Levenskracht of andere R.-K. instel lingen, een centraal R.-K. Herstellings oord en kindervacantiekolonies op te richten, word ter afwerking overgelaten aan een daartoe benoemde commissie. Bij de róudvraag werd besloten bij de regeering aan te dringen, dat bij de even- tueelo 10 pCt. salarisverlaging voor amb tenaren de kindertoeslag hlijve gehand haafd. Alg. R.-K. Werkgeversvereniging in het Bisdom Haarlem. "Winterprogram. 23 October 1923. Pater Dr. Cassianus Hentzen, adviseur der Limburgscho R.-K. Werkgeversvereniging, over: De R.-K. Werkgeversbeweging in onzö dagen. 27 November 1923. De heeren Albert v. do Kallen, hoofdredacteur van „Do Gel derlander", en Max van Poll, Hoofdre dacteur van „De Nieuwe Eeuw" en „De R.-K. Gemeentepolitiek", over: De Onder neming en de Politiek. Bespreking van 't rapport-Barge. De heer Van der Kallen zal de navol gende stellingen verdedigen: Het Rapport-Barge is een gewaardeer de en verdienstelijke poging, om do ten- denzen tot splitsing in onze partij op te vangen, maar draagt daardoor het ka rakter cener gelegenheidswetgeving met al de schaduwzijden ervan. De door het stelsel Barge ingevoerde Verkiezingsraad is een van buiten inge schoven instrument, dat de eigen taak aan aan de kiezersorganisaties ontneemt. Het instrument zelf, in hoofdzaak sa mengesteld uit sociale organisaties, die uit haren aard geroepen zijn tot het be hartigen barer eigen standsbelangen, is een negatie van het algemeen karakter onzer partij. Het stelsel-Barge is voor de eenheid der partij, zoo deze vervormd werd naar het stelsel-Barge c.s., allergevaar lijkst. De stellingen van den heer Poll luiden: Do Katholieke Partij is geen Partij zooals een andere.'Zij heeft zich histo risch ontwikkeld tot een der sterkste ver dedigingswapenen van het Katholicisme in Nederland. Tengevolge daarvan kan zij er aanspraak op maken, dat alle Ka tholieken zich hij haar aansluiten. In zuiver politieke, economische en der gelijke vraagstukken is do Katholiek vrij van iederen van buiten opgelegden dwang. Hij heeft daarbij, echter te rekenen met zijn geweten; met zijn overtuiging ten aanzien van betgeen al dan niet in het algemeen belang is. Indien nu in de partij, bij meerderheid van stemmen, kan worden beslist, omtrent hetgeen te doen staat in allerlei zuiver politieke en economische vraagstukken, kan er voor de minderheden een gewetens conflict ontstaan tusschen hun plicht om tot de Katholiek© Partij te blijven behoo- ren en bun gewetensplicht, om te hande len overeenkomstig hetgeen zij achten} in bet algemeen belang te zijn. De Katholieke Partij mag noch kan ooit erkennen, dat do helft plus één te beslissen heeft over hetgeen in politicis al dan niet goed is en nog minder, dat zij zeggenschap heeft over de gewetens. Derhalve moet zij in haar organisaties aan alle geoorloofde opinies op politiek en economisch terrein volkomen gelijko rechten toekennen. Do plaats voor com promissen is de Kamerclub. Bij "de verkie zingen echter moeten alle opinies gelijke rechten en een evenredige vertegenwoor diging gewaarborgd hebben. Dit was niet bereikbaar bij de tot dus ver gevolgde organisatie en verkiezings methoden in de Katholieke JPartij. De commissie-Barge kwam aan dezen primordialen eisch van recht en geweten in de Katholieke Partij tegemoet. Zij slaagde erin, niettemin toch een krachtige leiding te handhaven door middel van hut politiek advies van den Verkiezingsraad. Het instituut van den Verkiezingsraad heeft voor* en nadeelen. De nadeelen zijn, door eenige geringe wijziging in de samenstelling, gemakkelijk te ondervan gen. De instelling van den Verkiezingsraad is, als eerste stap in organische richting, van belang. De Verkiezingsraad is ook voor de Ka tholieke Patroons van groote heteekenis. 13 December 1923. Prof. Volmer uit Delft, over Economische Bedrijfsbeheer. Februari 1924. (Een nader bekend te maken spreker) over Ons Belasting wezen. Vragen van Kamerleden. Lijkverbranding. Op vragen van het lid der Tweede Ka mer den heer Scheurer betreffende verte genwoordiging der regeering bij de ver branding van het stoffelijk overschot van wijlen mr. A. J. Gnoop Kcopmans, heeft de minister van waterstaat geantwoord, dat op bet oogenblik, waarop hij besloot zich bij de uitvaart van wijlen mr. Gnoop Koopmans te doen vertegenwoordigen, niet bekend was, dat verbranding van het stoffelijk overschot zou plaats vinden. Eerst toen deze had plaats gehad, heeft hij er uit de dagbladenkennis van ge nomen. De Jachtwet. Op de vraag van het lid der Tweede Kamer, den heer Braat, betreffende hot tijdstip van inwerkingtreding der nieuwe Jachtwet, beeft de minister van binnen- landsche zaken en landbouw geantwoord: Ten einde de voorschriften ter uitvoe ring van de Jachtwet 1923 to kunnen doen onderwerpen, is het advies gevraagd van verschillende organisaties op het ge bied van den land- en tuinbouw en van de jacht en ten aanzien van enkele spe ciale punten ook van andere deskundige vereenigingen. Zoodra deze adviezen zul len zijn ingekomen en de uitvoerings voorschriften zullen zijn vastgesteld, zal de datum van inwerkingtreding der wet worden bepaald. Naar alle waarschijn lijkheid zal deze inwerkingtreding in het begin van bet volgend jaar kunnen wor den gesteld. Wijziging da* Hinderwet. Voorloopig Verslag. Verschenen is het Voorloopig Verslag der Tweede Kamer omtrent de nieuwe overweging in de afdeelingen over het wetsontwerp tot wijziging der Hinderwet. Verscheidene leden achtten dezen tijd weinig geschikt om het vraagstuk van de verontreiniging der openbare wateren tot een oplossing te brengen, terwijl het ont werp voor de industrie groote gevaren oplevert. Is de wet ook wel zoo noodig? De Hinderwet laat nu reeds voldoende ruimte om tegen waterverontreiniging door fabrieksafval op te treden. Boven dien zullen er weer nieuwe ambtenaren noodig zijn. Vele andere leden verklaarden zich van de noodzakelijkheid van wettelijke maat regelen, zelfs van do urgentie daarvan, doordrongen. Dit reeds zoo lang aanhan gig© vraagstuk moet eindelijk tot een op lossing komen, ongeacht do ongunstige toestand der industrie. In de vrees, dat de toepassing van doel treffende reinigingsmethoden in het al-i gemeen zoo hooge uitgaven zou vorde ren, konden deze leden overigens niet deelen. Echter zouden ook zij het op prijs stellen indien do regeering omtrent het' kostenvraagstuk nadere gegevens zou wilj len meedeelen. Verscheidene leden achtten een doeI-> treffende regeling der materie slechts rao-' gelijk in één wet, strekkende tot bestrij ding der waterverontreiniging in het al gemeen. Aan het verslag is toegevoegd een uit voerige nota van den heer Lovink, waar in deze uiteenzet de in hooge mate scha-< delijke gevolgen, welke de zoetwatervis- scherij van de waterverontreiniging on dervindt. Rioolwet. Voorloopig verslag. Verschenen is het Voorloopig Verslag omtrent de nieuwe overweging in de af deelingen betreffende bet wetsontwerp voor gemeentelijken afvoer van vuil. Ook nu nog is gebleken, dat dit wetsontwerp bij zeer vele leden ernstige bedenking on dervindt. De daarin opgenomen regeling vormt naar hun meening een krasse in breuk op de autonomie der gemeenten en kan voor de gemeentelijke financiën zeer bedenkelijke gevolgen hebben. Gemengde lepicSiten. Moordaanslag. Gisterennacht heeft ten huizo .van B. in dc Pluimerstraat te Groningen een moord aanslag plaats gehad. B. werd om 3 uur verschrikt wakker, doordat hij plots werd vastgegrepen en zijn keel werd toegekne- per, waardoor hij bijna, stikte. B. wist zich lo3 te rukken, waarop de dader vluchtte. Op het hulpgeschreeuw schoten twee huis- genooten tee. Er ontstond een worsteling, maar de dader wist te ontkomen. Uit een kast is 900 gulden ontvremd. De dader is onbekend. De politio stelt een onderzoek ■in. werd aan zijn hals licht gewond. Twee personen werden verdacht, die op den hoek van de Pluimerstraat en Schuitendiep om 2 uur hebben gefloten en langs het Schuitendiep verdwenen. Nader vei neemt de „Tel." dat dc re cherche er in geslaagd is den bedrijver van den moordaanslag en den diefstal in de Pluimerstraat te vinden. De bestolene, de 45-jarige ongehuwde heer B., had eenige jaren geleden uit medelijden zijn zuster, die weduwe was geworden, met drie kin deren bij zich in huis genomen. De oudste dezer kinderen, de 23-jarigo H. B. Visscher, is veertien dagen geleden weggegaanom in Limburg werk in een der mijnen te zoe ken. Hij is daar inderdaad geweest, doch' hij is kort geleden als werklooze terugge komen, hetgeen hem inmiddels niet verhin derde dezer dagen in Wildervank te gaan trouwen. Zondag is hij 's nachts in de wo* ning in de Pluimerstraat teruggekomen. Met een valscken sleutel opende hij do deur en aangezien hij de situatie van het huis goed kende, wist hij gemakkelijk door te dringen tot de plaats, waar zijn oom het geld placht te bewaren. Na het plegen van den diefstal heeft hij toen getracht zijn ocm te wurgen. Op diens hulpgeschreeuw zijn, gelijk gemeld, de andere neven toegesneld. Dezen wilden aanvankelijk hun broer niet verraden. De aangevallene heeft een bloedende wort de aan den hals gekregen, doordat do booswicht hem de nagels in het vleesch' heeft gezet. De recherche heeft de zaak tob' klaarheid gebracht maar den dader nog niet kunnen vatten. Deze is voortvluchPig. De moordaanslag in den Duitschen trein. Uit een brief van mevrouw Ruben, dia' nog steeds met haar dochtertje in het zie kenhuis te Schuttorf vertoeft, verneemt do Tel:, dat haar genezing langzaam vordert» Men is van meening dat zij niet eerder dan tegen het eind van het jaar geheel her steld naar Amsterdam zal kunnen terug- keeren. De eerste drie weken na den aanval had zij met zware wondkoortsen wegens infectie FEUILLETON Een Kind der Smarte. föt het Duitsch naverteld door V. W. (Nadruk verboden). Kerstmis begon de sneeuw te smel- cD> cn na ©enigen tijd, toen de zon lan- jjw scheen, bloeiden do sneeuwklokjes en e wefriekende viooltjes; de vogels kwa den terug en bouwden hun nestjes. John had weer werk, buiten de stad; in grooten tuin, en wederom kwam zijn I'M hem tegemoet als hij met de schop P z'jn schouder door een zijstraatje naar ,nis Sing. a5 hi °°k zes'jaar geweest bent, q' heb het nog eens geprobeerd". ^HaT02"' ze* »z© mogen mij niet ïjeg» n' Het leven is toch al hard ge spte vlugger door, maar de ande- hu hem. »t het teeken van eerlijkheid op. 1 .draagt je schouder. Dat zal mij ook goed doen". John stond stil. „Jo gaat weg, of" De zwakke boef scheen bang te zijn van den sterken John. Grijnzend zette hij zijn pet af en zeide: „Tot weerziens, mijnheer John. Jo bent vandaag niet beleefd tegen een ouden kameraad". -Hij slak de handen in zijn zakken en ging verder hot stadje in. John ging vol verdiet verder, 't Was of al zijn illusies waren vervlogen. Toen zijn dochtertje hem lachond tegemoet kwam en aan zijn arm ging hangen, zeide zij: „En nu zegt u niets, vader. Bent u ziek?" Hij keek naar zijn kind, zuchtto en dacht: „Als wat eens gebeurd is, niet al tijd terugkwam!" Het meisje zag hem schroomvallig aan: „Kan do lieve God niet helpen?" vroeg zij vol medelijden. „Ik weet het niet, Stine, dooh wij zul len er om bidden". Den volgenden <jlag zag John hem niet. Hij had ook zijn maatregelen genomen en was achter do tuinen om gegaan. Maar den dag daarna zag bij liet bleeke boevengezicht, waar nu een stoppelbaard op stond. Hij kwam naar hem toe en zei de: „Vriend John, ik geloof, jo zoekt mij to ontloopen. Ben je nog kwaad?" John bleef staan: „-Je gezicht maakt mij niet vroolijk", zeide hij. „Dit misschien wel?" zeide Wenzel en hij liet hem een paar geldstukken zien. „Ik wildo een week hij je in den kost zijn Het gaat zoo lastig ergens onder dak te komen" „Ga bij den duivel in den kost" zei John Toen zag hij langs een zijweg een poli tieagent op hem afkomen. „Het kan mij niet schelen", zei Wen zel". Mijn papieren zijn in orde". Nog voor do agent bij hem was, had hij zijn zakboekje uit zijn zak genomen, en gaf het dadelijk den agent, die het zorg vuldig doorkeek. Wenzel wilde zijn kost bare papieren terugnemen, doch de agent borg ze veilig in zijn zak en zeide: U hebt u nog nog niet bij de politie gemeld, en met een snellen blik op John, liet hij Wenzel voor zich uitloopen. Do burgemeester was op het Raadhuis en de agent vervoegde zich met zijn ge vangene direct hij hem. „Hm", zei de burgemeester. „Een oude bekende". „In trof hem aan de Koestraat. John Hansen stond met hem te praten", zeide do agent. Het scheen mij verdacht op het veld, want in den middag is er niemand" „Wat denk je, Lorenzo?" zei de burge meester. „Op John Hansen valt niets te zeggen. Hij verdient eerlijk zijn brood voor zichzelf en zijn dochtertje". „Maar, heer burgemeester, ze waren vroeger samen in do gevangenis. Het zal zijn reden wel bobben dat zij elkaar dade lijk weer treffen". Maar do burgemeester schudde het lioofd. Hij had John dezen winter wat geld geleend, en zoodra John werk ,lmd> was hij het terug komen betalen. „Neen, Lorenzo", sprak hij, „laat die man loopen. Die ken ik heler, en hij heeft nu werk dat hij niet gaarne kwijt zou zijn" De agent grootte, keerde zich om, en ging de deur uit. De terechtwijzing van den burgemeester liad hem ten zeerste gehinderd. Hij zou bet John wel betaald zetten. Denzelfden dag reeds vertelde bij hier en daar dat hij John en Wenzel bij elkaar had gezien cn dat Wenzel bij John in den kost kwam. Dit laatste had hij gehoord van Wenzel, maar den burgemeester niet durven vertellen. De. een vertelde het den ander, altijd vérgrootend en het duurde slechts een paar dagen of de geheele stad wist dat John en Wenzel weder een aanslag be raamd hadden en ofschoon reeds den vol genden dag Wenzel verdwenen was en nooit meer in de stad stad gezien werd, het praatje bleef. Men geloofde John schuldig, en men moest voor hem oppas sen. De boodschap dat hij niet meer in den tuin behoefde ie werken, verwonderde hem ten zeerste. Hij had gehoopt, dat de patroon, die zijn werk en vlijt altijd prees, hom het geheele jaar werk zou verschaf fen; misschien kon hij er dan voor goed blijven. Overal waar hij om werk vroeg werd hij afgewezen en toen hij ten laatste in een nabijzijnd dorpje slecht betaald werk gevonden had, werd bij ook daar spoedig weggezonden. Nu ontzonk hem de moed. Het kind vooral deed hem pijn, want armoede was in zijn hut gekomen en al gaf het oudje het kind nu en dan van haar soep, het gezichtje werd steeds magerder. John had zijn schulden betaald, maar geld kwam er niet meer in huis. Hij zat bij 't bedje van het kind, dat echter niet sliep. Hij keek naar het liefelijke, maar mager en bleek gezichtje en. zeide opeens: „Chrïs- tientjo' zou jo willen bedelen?" „Bedelen?" Het kind schrok. „Bedelen, vader, wat bedoelt u?" „Ik meen", zeide liij langzaam en dui delijk, „dat je bij de menschen zoudt gaan, en daar een dubbeltje of een paar centen vragen om brood te koopen?" Dikke tranen rolden het kind over de wangen. „Vader, vader! Waarom vraagt u dat?, U zegt- toch altijd, dat het een groote schande is!" „Er kan een tijd komen, dat schande niet het ergste is", zeide hij. „Huil niet' lief kind, jo behoeft niet .te bedelen. Wij eten dan maar wat minder". j „Nog minder?" vroeg de kleino zacht. Hij antwoordde niet, maar het kind hoorde hem snikken toen hij zijn hoofd tegen het hare in het bedje legde. Het kind droogde zijn tranen, en bracht haar mondje tegen zijn oor: „Vader... vader, ik denk toch wel dat ik zal kun-i nen bedelen". „Neen, neen, Christienlje; denk eat maar niet meer aan". j „Vader", zeide het kind, en sloeg armpjes oan zijn hals, „als u ziek beOT of honger hebt, denk ik toóh wel dat i* het doen kan". „Neen, neen kind. Ik ben al lijd gjw zond".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1923 | | pagina 3