MET MISSIENL'ivïfviER
Eag5si^aivMjaa;es^^33E2gros^r«^.w^v^&v^'^a»yaLigs
aTdeeling haar eigen inlandsche semina
rist!
Rector Tli. M. P. BEKKERS
Nat. Dir. S. P. L.
De Fransiscaamche p
Missiebond I
Onder de vele Missiovereenigiugen, wel
ke alle onzen steun en hulp vragen, en
ten volle verdienen, behoort voorzeker ook
de „Franciscaansche Missiebond". Deze
hond, goedgekeurd voor alle landen, door
onzen roemrijk regeerenden Paus Pius
XI, met vele volle en gedeeltelijke aflaten
verrijkt, stelt zich ten doel vooreerst ken-
nis, belangstelling en liefde voor de Mis
sies aan te kweeken en Missie-roepingen
te bevorderen, vervolgens de Missies der
Minderbroeders te steunen door gebeden
en aalmoezen.
Dat deze bond reden beeft van bestaan
zult gij gemakkelijk begrijpen als gij
weet, dat meer dan 25C0 Minderbroeders
als Missionarissen arbeiden en wat ons
land betreft ongeveer 100 Neder-
landscbe Franciscanen in Chi
na, Brazilië en in het H. Land hun beste
krachten geven voor de verbreiding van
ons heilig Geloof. Begrijpt gij, wat dat
zeggen wil? Wat er noodig is om hen ten
minste van het hoogst noodzakelijke te
voorzien, vooral in China, waar hun een
Missiegebied is toegewezen, dat zonder
twijfel behoort onder de armste gedeelten
van geheel China? Geen wonder dus dat
zij een beroep doen op de alom bekende
liefdadigheid van hun landgehooten, voor
al in dezen tijd, nu zoovele zielen konden
gered worden als zij over voldoende mid
delen konden beschikken.
Onlangs nog schreef de Zeereerw. Pater
II. Huberts, leeraar aan het Seminarie
van onze Missie in Zuid-Chansi: „Het
„Katholiek geloof gaat misschien in geen
„enkel heidensch land zoo vooruit als in
„China en do gezindheid der heidenen je-
„gens den Katholieken godsdienst is thans
„over het algemeen welwillend. Had onze
„Missie niet zulk een gebrek aan geldelij-
„ke middelen, men zou van de gunstige
„strooming nog meer gebruik maken door
„de aanstelling van onderwijzers en cate
chisten, en door het bouwen van bede
lhuizen. Mogen toch .de overige Katho
lieken ons ruimschoots helpen om dit
„schoone, veelbelovende land voor God te
„winnen".
Vele Katholieken hebben aan deze bede
om hulp gehoor gegeven en zijn toegetre
den als lid van dezen bond; doch hoevelen
zouden nog kunnen helpen aan dat heer
lijk schoone werk. De moeite' en kosten
zijn zoo gering. Wekelijks één Onze Va
der en Wees-gegroet bidden voor de Mis
sies en daarbij elke week één cent bijdra
gen, .zietdaar, alles' En door dat weinige
helpt gij werkdadig mede aan het groote
werk, ■vfëLarvoor Christus leed en stierf,
n.l. de zaligmaking van onsterfelijke zie
len; daardoor neemt gij deel aan het ver-
hevenste wat er bestaat, n.l. zielen brengen
tot God, terwijl gij tegelijkertijd zorgt
voor uwe eigen zaligmaking, want wie de
ziel redt van een ander, redt zijn eigen
ziel.
Geeft u dus dezer dagen nog op als lid
van den Franciscaanschen Missiebond,
Pastorie Hartebrug, Leiden.
P. F.
4 De Missie en de jeugd p
Hoe men de Jeugd sympathie
voor de Missie kan leeren Is
Hij zat rechts van Moe, do dreumes van
zes jaar, zijn zusje aan den anderen, leant,
beiden met groote oogen en open mond..
Moe las voor uit een Missie-almanak. En
„het schoen spannend te zijn dat verhaal
van reizen en trekken, van bedieningen
in den nacht na uren loopèn door woeste
bcsschen, het doorwaden van beeken en
liet klauteren over volle boomstammen.
En teen Moe uitgelezen was, zeido de zes
jarige peuter, en zijn woorden kwamen
uit zijn hartje: „Hè, wat is dat mooi! Ik
moet ook missionaris worden." En
die indruk op dat jong gemoed is blijvend
geweest. De knaap heeft nooit gezegd dat
bij conducteur, soldaat of ijswafelman
moest worden; bij heeft nooit iets anders
dan de Missie, dan de zwartjes gewild, en
reeds eenige jaren is bij priester in oen
Missie-Congregatie. Dat beeft het
voorlezen van Moe gedaan.
Deze kleine, ware anecdote geef ik
ten beste voor de pessimisten, voor hen, die
zeggen dat de kinderen er niets van begrij
pen; dat de indruk bij hen niet blijvend
kan zijn; dat die lezingen met lichtbeel
den, die Ivindsbeid-feesten maar afleidin
gen zijn, vermaken zonder meer.
Men kan do kinderen opwekken tot lief
de voor de missie, men kan indruk op ben
maken en blij venden indruk, als men. zelf
iets voelt voor bet groote werk, als men
zelf vurig voorstander is, en niet een mis
sie-verhaaltje vertelt bij gebrek aan „Rood
kapje", de „Zeven Geitjes" of iets derge
lijks. Een kind merkt zoo gauw of de
spreker meeleeft; zijn geestdrift ontvlamt
zoo gemakkelijk aan het vuur van den
voorlezer of verteller.
Wat moet den kinderen dat vuur voor
de Missie bijbrengen? Het gezin, de cate
chismus, .de school, i. a. w. de ouders
de moeders vooral de priester, do onder
wijzeres.)
In geen gezin - mogen ontbreken geïllu
streerde missie-lectuur en een missie-busje.
Ge moet eens zien hoe de kinderen er
soms over krieuwen wie den opgevecgden
cent in bet busje mag gooien. Ge zult zeg
gen„Dat zouden ze ook doen als dat
busje voor een ander doel was." Zeker,
maar juist dat inwerpen van dien cent
geeft den ouders gelegenheid om op het
doel te wijzen, om de zaak uit te leggen,
om te wijzen óp het verschil tusschen bet
leven van die zwarte of bruine kindertjes
en dat van de blanke. Langzamerhand
treedt bet besef in van en komt er ware,
begrepen liefde bij voor bet groote werk.
Men zal zien dat bet niet blijft bij den
gevonden cent, maar dat de kinderen
spontaan een gekregen geldstuk in bet
busje werpen. De voorbeelden ,dio ik zou
kunnen aanhalen zijn legio: Een Moeder,
die ik ken zet 's Zondags bij de „koffie
met koek" het misrie-busje op tafel. De
groote zoons, die al verdienen, gooien er
wat in en de kleinen volgen bet voorbeeld
met een van bun Zondagscenteru.
Voorlezen en plaatjeskijken is het an
dere middel bij uitnemendheid. De mcnsch
is van nature avontuurlijk geneigd; hij
houdt van het buitengewone, het vreem
de. Het kind deelt in dezen trek. Zoo gauw
de jongen do boeken van een Carl May of
een Fcnimare Cooper kan spellen, raakt
hij or in verdiept en de lotgevallen vaneen
Roodkapje", van oen „Hans en Grietje"
weten de kleinsten in spanning te hou
den. Dit kunnen ook de missie-verhaaltjes
doen, als men ze wat weet lo schiften en
die weet uit te zoeken welko liet best bij
de jaren passen. Neem gerust iets ern
stigs. Het kind zal luisteren cn vooral
thuis vragen, als het iets niet begrijpt
of beter wil weten, vooral als er plaatjes
bij zijn.
Ook de Leering kan veel missie-liefJo
opwekken. Er zijn onderwerpen genoeg,
waar de missie bijgehaald kan worden:
ongedoopte kindertjes; sterven zonder do
Laatste Sacramenten, groote opstanden
tusschen do kerken enz. Bovendien zal oen
vorgelijking tusschen bet lot der beiden-
kindertjes cn bet geluk der blanke-kindcr-
tjes niet weinig bijdragen tot waardeering
van het werk der priesters en vooral tob
gevoelens van dankbaarheid jegens God.
In de Leering kan ook over bet gebrek
aan priesters cn zusters gesproken wor
den en menige roeping aangemoedigd
worden.
Dan kernen wij tenslotte tot de school.
In het verslag dat ik voor „Het Kath.
Schoolblad" 1) schreef van bet „Het
Eerste Nederlandscho Missie-Congres" to
Maastricht lees ik dat Pater Desiderius
Cox s.s. c. c. bet volgende 2)- gezegd
heeft:
„De Missie is een groot helpster voor
karakter-vorming. Zij past zich gansch-na
tuurlijk aan bij do intellectueclo ontwikke
ling. Zij geeft nan de aardrijkskunde le
ven en spanning, aan land- en volkenkunde
tastbare, frappante voorbeelden: Als alle
Chineezcn, vier per seconde, laags ons
voorbijtrokken, dan was er negen jaar
voor den Optocht noodig. Waarom kan
men in een som in plaats van „F. ging van
B. tot W." niet zeggen Pater Franciscus
fietste van Buitenzorg naar Weltevreden
„In één woord: Er moet meer Rocmsche
kleur aan bet onderwijs gegeven worden.
Missie-actie is Roomscbe verfstof bij uit
nemendheid. Het missie-werk biedt dat
aan wat bij elk schooljaar past; men
beeft slechts uit te zoeken.
Hot is echter absoluut noodzakelijk dat
de onderwijzer zelf een kleurbekenner is
en voor de missie voelt."
Ja de school kan veel voor de missie
doen en het schoonste is, dat het onderwijs
er ook bij wint.
Waarom kunnen niet al onze Roomscbe
scholen leesboekjes invoerep. waarin ook
toissie-verhaaltjes voorkomen? Er zijn er,
on o zulke mooie. 3)
Waarom kan zuster, juffrouw of meester
niet in de klas zoo nu en dan eens vertel
len wat zij of bij in een Anaal- of mis
sieboekje gelezen beeft? Ik zeg „vertel-
1 e n", niet voorlezen, zooals ook Broeder
Cyprianus zei'de op het Missie-Congres in
Utrecht. Want als men navertelt, in eigen
weerden, ziet men de kinderen aan, legt
men er meer van bet hart in cn bet hart
spreekt ook door de oogen.
Laten de onderwijzers(esscn) den raad
volgien van Pater Desiderius Cox en mis
sie-namen voegen in lesjes en sommen die
zij zelf maken. Laten de schrijvers van
schoolboeken, betzelfde doen. Zij dienen
de goede zaak zonder veel moeite.
Laat ik eindigen met woorden van den
heiligen Paus Pius X. 4)
„Ik durf niet beslissen aan welke kinde
ren bet Genootschap der H. Kindsheid
meer nut aanbrengt., of wel aan de beiden-
sche kinderen die daardoor de genade er
langen van bet H. Doopsel, ofwel aan de
Christelijke kinderen die daardoor tot be
oefening van de verste christelijke deug
den gebracht worden."
1) 22 Juli 1021.
2) Niet'letterlijk.
3) „Het Katholieke Leve n." 6
deeltjes. Uitg. Malmberg.
4) „Missiewerkü; „Missie en School"
door Mgr. A. Hermus.
KRUISAFNEMING.
Het troepje Indianen dat vooruitliep aar
zelde verder te gaan, keek vragend naar
den missionaris, die volgde met de ande
ren. Of hij bet begreep?
Voor de dalende zon hadden zij zien
omhoog-krui ven de geweldige wolken, die
zich tilden boven allo wereld uit als drei
gende golven van storm-zee, die schielijk
hooger steigerden, tot hal ver wegen den
hemel zich hieven: of ze zich dan over de
vlakte zouden heen-storten en alles ver
nietigen; wit schuimden hare randen van
liet verdoovende licht er nog achter. Daar
na was het duister geworden, langzaam en
onheilspellend; weerlicht flapte de kim
langs, onophoudelijk, en hel: of ginder een
bosch in brand vloog, cn plots weer uit
woei; maar nog geen donderslag.
Allen zwegen, in wrong van angst voor
het onheil dat zij zeker wisten, vertwij
feld turend naar de roerigo lucht.
En het was zoo beklemmend stil ver
rondom hen.
Ook de missionaris zweeg, ook begrij
pend wat er gebeuren zou; bij die grillige
weersgesteldheid hier in die vulkanische
streken; heel onverwachts een onweer dat
dagen kon duren.
Hij overwoog: of zij terug zouden kee-
ren naar de rivier die zij uren geleden over
zwommen, of doorreizen tot df volgende
rivierdie lag anders cok nog uren
erwijderd maar zeker niet blijven
tusschen twee rivieren in, dat werd te ge
vaarlijk: wanneer ginds noodweer woedde,
wies de eeno rivier na den ander, over de
oevers heen, bleef wassen dat de gansche
vlakte in minder dan een uur meters on
der water stond; terug dusof vooruit?
konden zij het halen 1misschien,
daarom toch beter: terug was dichter
bij de missiepost, met het voordeel dat er
bosschen waren, allen in de bocmen
konden klimmen, als de vloed hen over
viel.
Maar eerst bidden voor den goeden af
loop; en zijn catechist bad hardop het ge
bed van voor de reis: „Langs den. weg
van vredeen allen baden mee, de
pasbekeerden, de catechumenen: „Langs
den weg van vrede, langs den weg van
.voorspoed leido ons de almachtige en 1
barmhartige God, en Zijn engel Raphael
vergezcllo ons op onze wegen, dat wij
veilig en gelukkig mogen wederkeereru"
Doch of het oen beproeving was: boven
do biddenden sloot zich de hemel dicht.
Sproei van bliksemstralen trillende
knallen of cr een berg spleet; en aan hord
den de winden, en al maar neer petsten'
lange regendroppen, di.c kletterende gul-,
pen, die gierende vlagen water werden.
Na uren door dat noodweer: zij liepen
gebukt onder den dood boven hen: drei
ging van aldoor bliksem en donder; cn
zoo langzaam vorderden zij, daar hun voe
ten wegzakten in den grond die één mod
der werd; zij hijgden, benauwd bij die
slaande, striemende hoozing, moe, hon
gerig zonder meer duidelijk te denken,
slechts met een gevccl in zich van algc-
heclo afhankelijkheid, van berustende over
gave aan Hem die boven hun hoofden
over don dood beval; alleen de catechu
menen waren ongerust.
Do dood aldoor boven hendo dond
snelde hen. ook tegemoet, haalde hen ook in
„De rivieren!"
Een schreeuwde het: wanhoopsgil tegen
stormen en regenen in.
Angst verstijfde allen, zij konden niet
meer loopen, ziende bij het wilde wcer-
liehtvmir, daar, en daar: glinsterende plas
sen die golfden, voor hen, achter hen.
Noodelccs naar opzij int to wijken,
dadelijk zou er het water hen omsluiten.
Gek van schrik begonnen de catechu
menen luidop *te huilen.
„Naar de bosschen!"
De missionaris riep het, cn als oen be
vrijding klonk liet; pakken erTzakken wer
den weggeworpen om .gemakkelijker te
loopen.... gauwer: het water omspoelde
reeds huri enkelshet stijgende water..
half hun keenenhet stijgende water..
hun knieën
Zij bereikten de bosschen.
Maar r.ls zij in do bocmen klommen, het
water klom hen na.
God, de bocmen waren niet hoog ginoeg,
verder de takken in
Maar het water hen na.
Boven, op de kruinen
En het water bon natot bijna
Alleen "do missionaris met zijn catechist
had nog zoo geduldig kunnen zijn om een
hcogeren boom uit te zoeken; gevlucht in
de- liruin zaten zij daar voorlocpig veilig.
Maar hier hoorde de missionaris de aan-
houder.do hulpkreten van zijn kinderen.
Hoe zou hij hen helpen?
Een ontzetting temeer beving hem, als
hij meende te hooren,.... waren ook de
dieren verrast, uit hun wildernissen ge
jaagd, en zwommen die nu op het water,
tijgers, buffels, leeuwen?
Als om uitkomst staarde hij naar de
lucht: waar het razen bleef van allerlei
geluid; boven zijn boom vonkten de blik
sems: de kruin suisde, ruk op nik werd hij
heen en weer geslingerd wat zou het
einde wezen? zou hij nog hocger moe
ten klimmenja, het moest: de cate
chist v.'as reeds tweemaal van tak veran
derd; zijn boenen; hingen ook al in het wa
ter.
Zijn arme kinderen, wat met die als zij
niet hooger konden; hij hoorde hun kre
ten, verstond ze niet in dab regen- en
storm- en dondcr-ge-loeiwat kon hij trou
wens vcor zo doen.
Zijn boem schudde; onder kolkte het
donkere water op.
Hij greep cmhcog, willend zich optrek
kend plots, oen geklets als van een
zwaren zweepslag vlak naast hem: een
reusachtige slang slingert zich cm oen tak:
do gevreesde koningsslang, hij herkent ze,
ziende in schemering als zij nader kruipt:
de breedgetande vlekken-strcep over haar
rug, zoo dicht-bïj glijdt zo cn beneden
hem do gulzige golven, en naast hem het
monster dat liem ieder oogonblilc kan cm-
wurgen.... daar kraakt clo tak af onder
hot gewicht van het dier, en het pletst op
het water, kronkelt een eind verder nu, en
zoekt veiliger toevlucht.
Uren hingen zij zonder een woord le
spreken, de missionaris en do catechist-, in
kramp van verbijstering bewegingloos ook,
Eindelijk hield het onweer op, maar do
donkerte bleef en do regen.
De kruin hing nu stil te druipen over liet
water.
AVas het nacht nog? Of dag reeds?
Angstig cn gespannen, luisterde de mis
Dit geldt voor alle Missie-actie onder de
jeugd.
- Father Thd. W. LEFEBER,
pr. mis. v. Mill .Hill.
Een ieder die in zijn leven wel eens het
voorrecht heeft gehad een H. Priester
wijding bij te wonen, moet wel getroffen
zijn geworden door het Hemelscho geluk,
dat zich als 't ware afspiegelde op het ge
laat van den jongen Priester, die op het
verheven en plechtig oogenblik zijn hoog
ste ideaal ziet bereikt.
Eveneens echter zal hij ontroerd ge
worden zijn door do blijdschap en de
vreugde, ja door dc rechtmatige trots, die
de bloedverwanten, vooral do vader en de
moeder van den nieuwen Priester op dat
oogenblik bezielen en de tranen van vreug
de, die zij niet kunnen weerhouden, zijn
er do duidelijkste bewijzen van. Zij toch
achten het een buitengewone gunst van
den goeden God dat hun zoon, hun broer,
tot die verheven roeping is uitgekozen en
zij achten dit een oer voor de geheele fa
milie.
En inderdaad, wanneer men zich in
denkt in het heilig ambt van den Priester,
den bemiddelaar tusschen God en de men-
schen, wanneer men denkt aan den groo-
ten macht den Priester door God geschon
ken, dan moet men de familie on het
huisgezin gelukkig prijzen, waaruit een
Priester is voortgekomen.
Waaraan is die hooge eer, dat buitenge
wone voorrecht te danken? Zeer zeker kun
nen de ouders, door hun «pvoeding er veel
toe bijdragen om de roeping van hun kind
te bevorderen, doch de roeping zelf heb
ben zij toch niet in handen.
Het is God zelf, die hun kind roept.
Doch waarom juist dit kind, waarom juist
een lid van dit of dat gezin?
Alhoewel Gods wegen onnaspeurlijk
zijn kunnen wij toch trachten een ver
klaring te vinden en treffend is voorze
ker het antwoord van Prof. Geurts, de
schrijver van de artikelen: „Van week tot
week" in „De Tijd".
In een dier artikelen, waarin hij be
schrijft het gezin van den braven nêderi-
gen landman Jansen, uit welk gezin werd
geboren de stichter van de Congregatie
„De Missionarissen van Steyl", zegt hij
o.a.: „De ouders moeten, volgens het
apostolisch woord, schatten vergaderen
voor hunne kinderen.De apostel sprak
hier van geld en goed. Er is echter een
andere familie-schat, waaruit geslachten
kunnen putten, en waaiop de verre kinds
kinderen soms nog teren, het is de gees
telijke schat van gebeden en zegeningen,
die overgeërfd wordt van vader op zoon,
van moeder op dochter.
Oorlogen, revoluties, crisissen, bank-
faillissemonten, rampspoeden cn ziekten
kunnen de aardsche, stoffelijke voorraden,
die bestemd schenen om de families van
geslacht tot geslacht in stand te houden
en zekere welvaart te verzekeren, doen
slinken en zelfs geheel doen vergaan; de
gebeden- en de genade-schatten, die aan
den Heer werden toevertrouwd en bij wel
ker brandkast Hij zelf zich als bewaker
opstelde, blijft onveranderd en onge
schonden.
Op een oogenblik, dat niemand er aan
denkt en niemand er de oorzaak van
speurt, haalt God uit dien schat een groote
genade te voorschijn, die scheen te slui
meren als een doodo kracht en er ver
schijnt op het wereldtooneel plotseling een
man vol van den geest des Heeren, die
sionaris, of ge>en kreten tot hem doordron
gen van zijn larderen!, maar niets hoorde
hijen hij riep, doch kreeg geen antwoord
kon hij ze dan slechts zien, maar die duis
ternis overal.
En hij huiverde, z;jn natte 1:1 eeren
plakten zwaar aan zijn lijf; en hij voelde
zich opeens zoo eenzaam, en moest praten,
'en begon tegen zijn catechist, maar die...
hij zag even een zwijgeud-zwart iets met
witte vlekken van gezicht en handen, een
dood ding dat zoo zou vallen: wat was die
uitgeput! naderbij schuivend, greep hij
hem vast> merkte toen hoe uitgeput hij
zelf was: kon slechts heel langzaam hem
tusschen do takken terugtrekken.
Nog hiermee bezig, dacht hij aan die
slang weer, geplas hoorend onder liem
tot er een stem klonk een Indiaan zwom
rond den boom en riep, als die zijn vader
ontdekte: dat drie catechumenen den dood
nabij waren en dringend vroegen om het
II. Doopsel, en ook drio pas-gedoopten, en
die smeekten om de absolutie.
Aan zich zelf denken, deed de missiona
ris niet; maar: den catechist alleen moe
ten laten de man was slap over heel
zijn lijf alleen do vingers MamcLen stijf als
haken; hij ken in de takken blijven han
gen, maar dan moest, er iemand bij blij
ven, en anders zou hij vallen, en verdrin
ken maar do anderen moesten ook ge
holpen worden.
Niet lang overlegde de missionaris; hij
trachtte den catechist biecht to hooren
voor zoover dat ging: de catechist maak
te enkel wat schokkende bewegingen met
het hoofd; cn hij wekto hem op tot berouw
gaf do absolutie.
Dan gleed hij af in het water', zwom
moeizaam den Indiaan achterop.
Do missionaris was teruggazwommen na
blind worstelen in water cn donkerte;
God!, dat hij zijn boom had kunnen berei
kenmet zooveel pijn, want vlijmende
doornen hadden liet vel van z.ijn gezicht
en zijn handen stuk geschrampt, en afge
slagen takken oen drong cr met heel de
punt diep zijn been in cn knapte af, en
dien hael hij niet kunnen verwijderen,
nog niet toen hij weer tusschen de takken
hingmet uilgestrekto armen, bloe
dend.
Doornat, voelde hij niets van dat ver
nieuwe werelden voor het fir-i
veroveren. Ons lijkt het als o?
machina, maar den LnJ.
verborgen hoe geslacht na ge5]
baar werd gemaakt aan het vj
van zulk een gezegenden held'
langs een omweg heeft de
lot van menschen en famiUest
zien grooten aan ons doen to4
slechts weinigen vermoeden
waarom zulk oen kind van
dit en niet- uit eien ander
sproot".
Alhoewel do schrijver van h
noerado hier in 't hijzonder
heeft den stichter dor Gonj
Missionarissen van Steyl"
dit citaat een aanneemlijkT
voor do groote genade en hei
door God verleend aan do ge^
godsdienstig van geslacht 0p
wanneer uit zulk een gezin
voortkomt, dio zijn verheven
oefent, hetzij hier in ons mij
in vorro gewesten als Mission*
W.
EEN HEIDEN OVER DE KAT
MISSIONARISSEN
In do jongste aflevering van
de Marie" vertelt pater Lemoii
„Den 7en Juni werd na 4. t
gadering van den Bond van'
eenigingen voor den Kalhoiid
dienst aan de drio groote
van Tokio een thee gegeven,
van het oude huis van markia
die do eerste president van del
geweest was. De hoogleeraar j
raai, Nakagiri, die, hoewel g
voorzitter is van onze vereen!
bij deze gelegenheid een korlj
waarin hij o.m. verklaarde;
Do Katholieke Missions
handelen hun geloovigen
ders, en in het bijzonder
hun ter harte; zij werken ins
gerucht te maken. Sinds ik dl
gesteld, koester ik een bijzon»
liefdo voor den Katholieken
BEHAR7ENSW AARDIGE
Indien op elke 1000 onzer:
Nodorlandscdio Katholieke
er eens één priester-anission?
zouden wij 300 missionarissen
Indien ieder onzer
mis-sionaris won, zou Kathol
land 4000 missionarissen k
den.
Indien ieder van onze tweer
tholieken jaarlijks geeft een:
den, zou dit jaarlijks een i
voor de missies bedragen.
Indien elke van onze Kathol
jaarlijks f 25 bijdroeg voor
in de missies, wat zouden vele
den gered.
Uit het Weekblad De!
HELDENMOED VAN EEN Ml!
„Do heldenmoed van een
miaan, die tot een afschuw!
was veroordeeld teneinde de
van Molokai te kunnen helper
„Croix", is niet ecnig meerii
riologium der missionarissen
Te Belemdo Para vertoeft es
pucijn van de Lombardijscla j
pater Daniël van Samarti,
jaar als missionaris in
zaam geweest en reeds g
in het melaatschenhuis vanï
ra is opgesloten, daar hij w g
vreeselijke ziekte is aangetast
3rasH
edure i
heen
het
lichij
iel i"s
,b deel 8
bloeden ;wel was het, of
water en wind om hem
in werkelijkheid?, of
geest? hij wilde opletten
oogener sche<en licht,
van den morgen?, van den
sendo licht-geuben over
oogen staken ervan.,
rood zich rekten en-
dat kon zoo niet zijn, dat
geest hij wilde opletten!
wold zich to herinneren der
die hij kort nog ondervond
menien, wien liij het heilig
toegediend, vielen daarna
en verdronken!, en zoo ook
ten.hij zag hoe zij vielen,
oen van hen het gezicht van
duidelijk ma-ar dat speel:
verbeelding, want de catecb
naast hemof niet? e:
lachte teen hardopwaafi
en! hij begon hardop tfl®
dat hij van alles door elkss
men) uit zijn brevier, gebe1"
lige mis; en-oude p roeken
rend zijn eigen stem als
der, preeken waar hij nooit i
gedacht, van zijn seminarie-'-
priesters niet aan het krui'
leni de wereldlingen. zeggen»-
gen? hij lachto weer, ko
rnet zenuw-schokken dio al
den!: als-wij-pries terS^a
hangen.
Onderlusschen zakt© bet
als het was opgekomen»
rivieren^ achterlatend pl-
sen, en daarin dreven still*
ren en van menschen.
Plots schrok d© misaio^
bezwijmiughij had do cc
gozegdneeni, neen), bl]
en weer bezwijmend bo
den dichtbijen ver.-
Onder hem stonden da
cn de helpers van de A*
klommen den boem in
sionaris eerbiedig van W
JOH. VW'(
1» UC' C