ilciisÉ Courant" Tyyesde Blad Koninklijke Koopman Zaterdag 22 Sept. 1923 de ambtenaarssalarissen. H 01 Weekblad van het Bbt schrijft mr. G. H. Beekhuis, icbter in de arr.-recktbank te Rotter- geruchten omtrent het voornemen ie regeering om op de salarissen van ambtenaren eene korting te gaan toe- ,D een vas teren vorm hebben ge- n' mag, naar het mij voorkomt, een yan ontsteltenis, ja van ontzetting er betgeen hier stafit te gebeuren, in voornaamste rechtsgeleerd weekblad achterwege blijven. Hier ziet men dus eene regeering, eene iristelijke regering, die zich boven alle dere groepen acht te waken voor do lelijke waarde van ons volk, die, na nog cji(g ruim een jaar geleden bij monde een harer leden, dat sprak namens r aan hare ambtenaren een belofte in meest stelligen vorm en omgeven met Itborgen te hebben gedaan, zich niet biet thans tot maatregelen over te waarbij die belofte en die waarbor gt voeten worden getreden. Of die belofte en die waarborgen juist ircu en of de regeering-blijk gaf van een aanvaarden beleid, toen zij die belofte waarborgen aflegde en gaf, doet'bier [uui'lijk niets ter zake. Ook aan een contract, gesloten door een licht ingen optimist, kan bezwaarlijk verbin- ido kracht ontzegd worden. moet dat zich losmaken van vrij- llig gedane toezeggingen gerechtvaar- d worden? Door een inderdaad wel r simpel beroep op den regel: „nood sekt wet". Alsof alle middelen om even- ]ht te brengen tusschen de ontvangsten uitgaven 'van den Staat verder waren geput. Alsof niet met wat meer durf en minder ouverschillghcid of gemak- jht op elk departementaal gebied bezui- ingen waren aan te brengen, die ruim- loois zouden opwegen tegen de bespa gen, verkregen door do voorgenomen ilregelen. ioumen kunnen vergeten, dat het „Not nt kein Gebot" in booge mate beeft legewerkt tot den betreurenswaarcligen stand, waarin bet Duitscho Rijk zich kt «ogenblik bevindt? liet do regeering dan niet in, dat vooral do tögenwöordigo tijdsomstandigheden aria de steeds toenemende werkeloos- d de criminaliteit zoo in de band dreigt werken, een beroep "van rëgeeringswege 'ien regel funeste gevolgen moet heb- R'aar zoo groote zedelijke belangen op staan, past geen kalm, zakelijk oog. Daar is het een eisch, dat tot hg komt; de angst, dat het zou kunnen- kon, dat men leeft in een tijd van een ig zedelijk verval, dat zelfs eene eering straffeloos zich kan overgeven een trouwbreuk, nog wel tegenover eigene ambtenaren. )ge die Tamp ons bespaard l>lijven. )e redactie teekent bij dit stuk aan: Vij ontvingen dit artikel vóór de plaat- van ons hoofdartikel. Na de kennis- ning daarvan wilde de geëerde inzen- zijne bijdrage wel terugnemen. Wij tsen haar echter, meenende dat het r de Regeering nuttig kan zijn te weten in de verschillende kringen over haar 'nemens wordt gedacht. ER KOMT KLAARHEID. nder dit opschrift schrijft D e Vo 1 k s- in t „Millioencn-nota" heeft einde- ^nige zekerheid gebracht omtrent de tonen, die van regeeringswege worden pogen, om de inkomsten en uitgaven 11 den Staat met elkander in overeen- jming te brengen. jjjjjlannen betreffen' uiteraard maat- feuilleton (Nadruk verboden). hernoem dan, dat de Duca Orsini Duj als uw landsman en vriend van gestorven vader een zeldzaam verzoek van uw genegenheid voor Edmon- crnarclelli is hij eerst na zijn huwe- u, door uw vader onderricht ge- en' ^pders zou hij eerder als man eer zijn teruggetreden, om den bevoor voorrang te gunnen. Zonder hij op zijn mededinger, want nadat hij u onverbreekbaar aan gebonden wist, deed hij Bernardel- tu reve1u'dat hij jaren lang waarnam, wedervaren, om u te bewijzen, hoe Ia ^an uwe keuze waardig kcur- I, .1'. heengaande, al zijn liefde en Can drukken voor het geluk dat Lj. uw gevonden had, draagt JA11*9 vereeniging met Edmondo «I voor te bereiden en in zijn sac d'pfj ZGgei1 te sc^ienken aan het der 1 'le.me^ voor elkaar bestuurd I todijken wil vergeefs gezocht j10 scheiden. J* weduwe barstte in tranen uit. jLj6edel was hij! zeide zij tvenr,r ^een> neen, ik zal den naam én \i Gn dien hij mij achterliet en ü^o a5s met dubbele vreugde draag! loeven GCn Trien^' een broeder, Koert ,ln °Pnieuw op mijn levens- gelijk voorheen! Hoe zou ik regelen, om tot verlaging van uilgaven te geraken, want aan verhooging van be lasting is eenvoudig niet te denken. En dat zich bij de besnoeiing der uit gaven allerlei moeilijkheden voordoen is zoo vanzelf sprekend, dat in elk geval tal van volksgroepen meenen, dat zij in hun rechten worden tekort gedaan. Reeds nu rijzen van alle kanten klachten over de bezuinigingsmaatregelen, en het laat zich aanzien, dat ze nog wel zullen toenemen. Dat schijnt even onvermijdelijk als de bezuiniging zelf. Dg plannen zullen nog dikwijls in'on derdoelen besproken worden, omdat ze zich voor een Collectieve beoordeeling moeilijk leenen. Wij wenschen hier voorshands de aan dacht te vestigen op twee punten, welke ons in de kwestie der ambtenaarssala rissen-het meest zijn opgevallen. Vooreerst wordt medegedeeld, dat van de herclassificatie definitief wordt afge zien. Gezien do storm door deze plannen ont ketend, en de zakelijke bezwaren daar tegen ingebracht, zal deze mededeeling ongetwijfeld voldoening wekken. Wij hadden dit besluit van den nieuwen minister van Financiën verwacht, gezien hetgeen hij daaromtrent als Kamerlid reeds heeft betoogd. En wij vinden het een verstandig be sluit. Minder verstandig vinden wij het andere punt dat ons opviel, n.l, het stopzetten der periodieke verhoogingen. Dat heeft naar onze meening een sterk onhillijken kant. Dat veroorzaakt een zeer onregelmatige werking in de salarisvermindering, om dat het de ambtenaren en werklieden, die nog niet op hun maximum salaris staan, dubbel treft." Deze onbillijkheid toont het blad dan verder aan. Zooals men weet, heeft de regeering reeds een besluit genomen om in 1924 de periodieke verhoogingen wèl te doen door gaan. BINNEftLAHD Het zesde eeuwfeest van Sint Thomas van Aquino. In aansluiting bij de bijzonderheden, welke wij reeds over de viering van dit eeuwfeest in het Dominicanerklooster te Zwolle*, gaven, deelt men ons mede, dat -na afloop van de Pontificale Hoogmis van Maandag een plechtige bijeenkomst in 't klooster zal plaats vinden, waaronder het kloosterkoor, behalve een nieuwe compo sitie van W. Heijdt, ook een Thomas- hymne (woorden van B. H. Molkenhoer O. P.) ten gehoore zal brengen en P. Lr. P. Krcling, professor te Huissen, een rede zal houden over „Het intellectualisme van den H. Thomas". Op den sluitingsavond (Woensdag) zal F. Molkenhoer weer als feestpredikant op treden. Het muzikale gedeelte der plechtighe den staat onder leiding van de Z.Eerw. Paters D. van der Geest en G. van Kalmt- hout. Het congres, dat Dinsdag 25 en Woens dag 26 September wordt gehouden, heeft, naar men weet, als algemeene stof van be handeling: Het Protestantisme, hijzonder in Nederland. Een onderwerp, belangrijk en actueel tegelijk, nu de mogelijkheid, om dé door St. Thomas zoo machtig ver dedigde waarheid ook tot anderen dan tot de eigen geloofsgenooten te brengen, met den dag grooter wordt en een zuivere oriënteering, in het licht van St. Thomas' leer, wenschelijker wordt dan ooit. Het congres zal, na een plechtige con- ventueele H. Mis worden geopend met een „Beredeneerd overzicht van het Neder- landsche Protestantisme" door P. Lr. Jos. van Wely, professor te Zwolle. De po gingen, om in het Protestantisme een ze kere eenheid te handhaven, zullen worden behandeld door P. Lr. P. Kreling, pro fessor te Huissen, in een voordracht over „Religieuze ervaring als gemeenschappe lijk Protestantsch beginsel", en door Pr. Lr. A. van Oorschot, professor te Zwolle, die het woord zal voeren over „Uiterlijke middelen van eenheid (Geloofsbelijdenis en Geloofsdwang)". Den tweeden dag van het congres zul len allereerst de oorzaken der Protesfan- sohe verdeeldheid nader worden be den doode beter eeren, dan door dit, zijn laatst verlangen, met tranen van dank baarheid to eeren maar niet te vervul len? Niet ik, Orsjni's weduwe, ïnag aan een huwelijk denken; ginds zit mijn doch ter en haar een echtgenoot te kiezen, haar vader waardig, waardig den naam dien zij draagt, is mijn hoogste, mijn eenigste doel. En gij zult het bereiken, zeide de Medici en zag met be teekenis naar bet jonge paar, dat, spoedig kennis gemaakt, in hun vertrouwelijk gesprek, de wereld hen vergat, en voegde er hij: Zie daar onze kinderen, beide van goed geslacht! Sterk en gezond, de knaap zachtmoedig en vroom door den invloed van godsdienst en wetenschap, het meisje bekoorlijk in haar maagdelijke onschuld Orsini en Medici namen van goeden klank edele twijgen heide, vol hoop en vertrou wen mogen zij do toekomst tegemoet zien onder wier hoede zij opkwamen, wellicht dat de gevreesde bloesem eenmaal rijpt tot een heerlijke vrucht! HOOFDSTUK III. Er was een gejuich in Florence, zooals het oor nimmer had vernomen, een pracht als liet oog nauwelijks voorheen had aan schouwd. Van den diepblauwcn hemel straalde de zon en goot haar schitterende stralen uit over bloemfestoenen, feestelijk getooide menschen en do heerlijke bouw werken, den trots der Republiek, over het rijk niet bloemen en tapijten versierde domplein, dat door een lage omheining omgeven was, om het middengedeelte voor schouwd. P. Lr. Alpk. Bergman, professor te Huissen, zal spreken over „Fundamen- teele en oorspronkelijke oorzaken van ver deeldheid"; P. dr. J. B. Kors, hoogleeraar te Nijmegen, over: „Moderne oorzaken van verdeeldheid", en P. Lr. Jos van Wely, professor te Zwolle, over: „Protes- stantsche verdeeldheid en Proteestantsch kerkbegrip". Teu slotte zal P. dr. B. C. van Ben- them, professor te Zwolle, een voordracht houden over „Objectiviteit en eenheid der waarheid"-, waarin het Katholieke grond beginsel tegen modernisme en pluriformi teit nog een afzonderlijke behandeling zal vinden. „Tijd". kebkbheuws HET SEMINARIE „HAQEVELD" TE HEEMSTEDE. De inwijding door Z.D.H. Mgr. Gallier. De eerste steenlegging van de kapel. Nadat Woensdag j.l. het nieuwe Klein seminarie „Hageveld" to Heemstede door 320 studenten was batrokken, had gister morgen do inwijding van den nieuwen houw plaats door Z.D.H. Mgr. A. J. Gallier, Bisschop van Haarlem. Tevens werd door Z.D.H. do eerste steen gelegd van den bouw voor de nieuwe kapel, die tusschen do heide vleugels zal verrijzen. Donderdagavond was ter plaatse, waar het hoogaltaar zal komen, door den Hoog- e-erw. heer regent van het Seminarie, het wil-hoüten kruis geplaatst. De plechtigheid van Vrijdagmorgen droeg een zeer intiem en eenvoudig karak ter. Slechts de huisgenooten, benevens de heer J. Stuijt, do architect, de heer J. Veldman, hoofdopzichter,, de heer Jonck- bloedt, aannemer, en eenige andere, die bij den bouw zijn heirokken, waren er bij tegenwoordig. Hef ligt in de bedoeling grootere fees- stelijkhed.en uit te stellen tot de in den loop van het volgend jaar hopelijk de consecratie van de nieuwe kapel zal plaats hebben. Om 9 uur verzamelden afle professoren, studenten en verdere aanwezigen zich in den refter, van waaruit processiegewijzo werd getrokken, onder het zingen van de Litanie van Alle Heiligen, naar de aula, die voorloopig tot kapel is ingericht. Na het zingen van den Veni Creator vingen de. wijdingsplechtigheden aan. Z.D.H. werd geassisteerd door de Zecr- eerw. heeren G. Kuys, diaken; M. Th. v. d. Drift, sub-diaken; H. J. M. T. van den Heuvel, cruciferarius. W, W. v. Leeu wen, ad baculum; N. L. A. Ammerlaau, ad mythram; W. J. J. de Jongb, ad as- persorum; L. J. H. Wolf. thuriferarius; J J. Lauwrier, ad lavabo; allen professoren; en den Weleerw. heer J. M. v. d. Tuyn, secretaris van Z.D.H. als ceremoniarius. Na den gebruikelijken rondgang door hot gebouw en de wijding der kruisen, welke plechtigheid in den refter plaats had, droeg Z.D.H. een stille H. Mis op met assistentie van den ILoogeerw. heer Th. E Ebbmkhuysen, regent van het Seminarie, en den Zeereerw. heer C. J. Boekhorst, professor. De schola cantorum van het Seminarie luisterde de plechtigheid op _met gezangen en voerde na de H. Mis zeer goed uit het vierstemmig ,Salutis humanae" van Halier on het vierstemmig „Cantate Domino" van Pitoni. Wederom processiegewijze werd dan naar de plaats getrokken, waar de funda menten der kapel reeds een heel eind bo ven den grond uitsteken. In de zijkapel aan den Evangeliekant werd door Z.D.H. de eerste steen gelegd. Rond de stellages stelden zich de studen ten op en even werd door de talrijke werklieden het werk gestaakt. Terwijl de schola cantorum de Litanie van Alle Hei ligen zong, werd de oorkonde, die zou wor den ingemetseld, geteekend door Z.D.H. den Bisschop, door den regent, sub-regent on alle pro-fessoren van het Seminarie en verder door de heeren J. Stuyt, J. Veld man, G. A. M. Jonckbloedt, j. Pondman, teekenaar, en K. Rooijers, uitvoerder van het bouwwerk. De oorkonde luidt als volgt: Op heden, feestdag van den Heiligen Apostel Mattheus, toen Pius XI de H. Kerk Gods bestuurde, is van deze kapel, toegewijd aan den H. Jozef, dé eerste steen gelegd door Z.D.H. Mgr. A. J. Gallier, Bisschop van Haarlem, bij gele genheid der ingebruikneming van het Bis schoppelijk Seminarie, in tegenwoordig heid van vele belangstellenden ten blijkc waarvan de oorkonde werd onderteekend door (volgen de namen). De hardsteen draagt het volgende op schrift: „Hujus vacelli primarium lapidem posuit Augustinus Josephus, Episcopus Harlemen., Anno Domini MGMXXIII ad XI Kal. Oct. Aan het slot werd aan de aanwezigen 50 dagen aflaat verleend. Hiermede behoorde de eenvoudige, maar beteekenisvolle en voor het bisdom Haarlem vreugdevolle plechtigheid der in gebruikneming van het nieuwe Seminarie „Hageveld", tot het verleden. Allo versiering en feestbetoon was ach terwege gelaten. Alleen aan den hoofdin gang was een kleine decoratie aangebracht van slingers en laurieren in paarse bloem bakken cn van do pui wapperde de Ne- derlandsche driekleur met bisschoppelijke wimpel. 8®s»ie®it©ia0 Een hulde aan de redders van Saini Sauvcur. De heer Kuypers ïe Haarlem, de eenige overlevende van de ramp bij Saint-San- veur, heeft, volgens de „N. H. Crt." twee horloges gekocht, om zo aan elk zijner beide redders ten geschenke te geven als betoon zijner dankbaarheid aan de beide mannen, aan wier ongelooflijke inspan ning hij het te danken heeft, dat hij bij de catastrophe op den 13den Augustus bij Luz er het leven heeft afgebracht. Elk horloge is van een inscriptie voor zien. Aan deze mededeeling kan het blad nog toevoegen, dat de heer Kuypers van het hein overkomen ongeval geen nadeelige ge volgen meer ondervindt. Zijn gezondheids toestand is uitstekend, lichamelijk en geestlijk. Slechts heeft zijn rechterbeen nog zekere stijfheid behouden, welke ech ter, dank zij speciale behandeling, gesta dig verbetert en spoedig geheel verdwenen zal zijn. Huiselijks twist. Een Duitsch meisje, in dienst bij de familie Hangjas in de Zwanenburger- straat te Amsterdam, kreeg Donderdag twist met den lieer des huizes over "de betaling van de verlenging van haar pas poort. De familie mengde zich er in en de twist liep zoo hoog, -dat het meisje een ketel met kokend water naar de vrouw dos huizes wierp. Deze werd deerlijk ge wond en ging naar het Binnengasthuis om zich te laten verbinden. De heer des huizes en zijn zoon wierpen daarop het meisje van de trap en hebben haar later op straat zoo getrapt en geslagen, dat zij hij de politie een aanklacht wegens mis handeling heeft ingediend, doch daarna in het ziekenhuis is opgenomen. Een gevaarlijk heerschap. De boerenknecht G. G., die bekend heeft den brand in de boerderij „Holstage", van den heer W. G. Hengstegoor, te Gelselaar, waar hij in dienst was, te hebben aange stoken, is gevankelijk naar Zutphen over gebracht. Voor eenigen tijd had hij f 100 gestolen van den heer H. Deze diefstal is toen niet aangegeven. Op den morgen van den 6den September werd hem de dienst opgezegd, waarna hij des middags de brandstichting pleegde. In de boerderij, waar hij na den brand onderdak vond, heeft hij ook nog diefstal gepleegd. Diefstal. Verdacht van diefstal van een som van f 1000 is het dienstmeisje K. G. te Heer len gevankelijk naar Maastricht overge bracht. Brand. Een Duitsch dienstbode was Donder dagmiddag te Rotterdam op den zolder van het bovenhuis van den heer G. 'Biel aan de Diergaardelaan bezig met het schoonmaken van inmaakpotten. Daarbij schijnt zij met een brandenden lucifer met zwavel in aanraking gekomen te zijn ten gevolge waarvan brand ontstond. De zolder is gedeeltelijk uitgebrand en het dak aan de zijde van de Diergaardelaan ■is afgebrand. Behalve in de woning van den hoer G. Biel, waar alles van het water dreef, is in het benedenhuis, bewoond door den lieer H. J. H. van Clarëhheek, heel wat schade aangericht. Fraude. De secretaris-penningmeester der R. K. bouwvereeniging St. Laurentius te Weesp is in zijn functie geschorst. Do gemeente sommeerde hem tob driemaal toe, do ver plichte annuïteiten te voldoen. Hij bleef echter in gebreke. Het gemeentebestuur heeft toen alle bescheiden van de vereeni- ging ook de huurboekjes, naar het gemeen tehuis laten brengen. Een rijksaccountant heeft daarop een onderzoek ingesteld. Men spreekt van een tekort van f COOO a f 7000. De justitie bemoeit zich met de zaak. De weldaden van den Girodienst. Een leeraar van de Rijks Hoogcre Bur gerschool te Heerenveen, heeft dezer dagen per giro tweemaal zijn maandelijksch trac- temenb ontvangen. Een berooving door middel van verdooving. In de „Tel." vinden we een ingezonden stuk, onderteekend van den Broek, waar in de schrijver verhaalt hoe hij in een trein, die op het station Brussel stilstond, slachtoffer is geweest van een berooving, met zoo groote sluwheid gepleegd, dat de mooiste detective-roman er door wordt overtroffen. Ziehier het verhaal: Aan het station te Brussel, waar de trein van Parijs stil hield, stond ik in de galerij van een D-trein naar de drukte op 't perron te kijken. Twee heeren kwa men links en rechts van mij staan. Die aan mijn rechterzijde ging vlak legen mij aan staan. Ik duwde hem met don rech terarm terug. Hij kwam weer naar mij toe, alsof hij ruzie met mij wilde maken, doch op dat oogenblik scheen degene, die links van mij stond, in mijn linkerhand, welke ik ophield, omdat ik tusschen mijn duim en wijsvinger een sigaar vasthield, een prik te hebben gegeven met een spuit je, 't welk een snel werkend verdoovings- middel bevatte (dit bleek later). Mijn zoon, dio in den coupé zat, zag mij in schuine houding staan, met hoofd eu rug geleund tegen den. wand van den coupé, met beide handen slap neerhangend, zelfs een poos nadat de heeren zich hadden ver wijderd. Van die gelegenheid maakten zij gebruik om uit den binnenzak van mijn jas een geldportefeuille weg te nemen, be vattende een credietbrief van de Factory, van pl.m. f 2000 en muntbiljetten (Indi sche, Fransche en Zwitserscho) van pl.m f 2000. Toen ik tot bezinning kwam en weer in mijn coupé ging zitten (schijn baar nog niet geheel tot mij zelf gekomen) hoorde ik een medereizenden Hollander aan mijn vrouw vertellen, dat in één der achterwagens een beer bestolen was voor f2000.' Ik schrok- liiérvu-n op en voelde naar mijn portefeuille, welke verdwenen was. Onmiddellijk na aankomst te Antwer pen ging ik naar den stationschef, die.mij naar den officier van justitie verwees, die hij aankomst der treinen steeds in het station aanwezig is. Ik deelde hem het gebeurde mede, waarvan hij -aanteekening hield. Het verdoovingsmiddel werkte zoo snel, dat ik bijna plotseling huiten bewustzijn raakte. Ik kon mij later niets meer her inneren dan wat ik hierboven heb mee gedeeld. Ondanks dat in de galerij verscheidene dames en heeren stonden en anderen ons passeerden, heeft niemand er iets van ge merkt. Als reden hiervan gaf mijn vrouw op, dat de heer aan mijn linkerzijde deed, als of hij druk met mij in gesprek gewik keld was, terwijl ik geen enkel woord met de heeren gesproken heb. Den nacht van dien dag werd ik wak ker met hevige pijn in den rug van mijn hand, welke sterk gezwollen was, waar van ik de oorzaak niet kon verklaren, Toen de morgen aanbrak, maakte ik mijn vrouw wakker en toonde haar mijn hand. Zij wees mij op oen rood plekje vlak onder mijn pink en ringvinger, in het midden waarvan oen donker puntje zicht baar was. Het raadsel was opgelost. Zooals zoo dikwijls in Indische couran ten werd medegedeeld over aanrandingen, do voornaams ten der Republiek en de ge- noodigden vrij te houden. De lang ver- wachto dag, waarop het volk van Florence zijn edels ten burger een schitterend feest zou aanbieden, was gekomen. Eerbetoon op eerebetoon hadden do burgers der Re publiek gestapeld op het hoofd van den Medici, met de wel verdiende burger kroon zijn hoofd getooid, waaraan zooveel edele en goede gedachten ontsproten waren, en in triumf hadden zij hem en de zijnen naar het tournooi geleid, dat met alle denkbare praal op het grootste plein der stad plaats had en waarbij zelfs re- geerendo vorsten, als gasten van de Medici liet niet heneden zich achtten een lans te breken met do edelste patriciërs der stad. Een minder krijgshaftig en inspannend feest zou intusschen op het domplein plaats vinden; de beste en meest gevier de zangers zouden hier voor het ver zamelde volk hun liederen doen hoor en. Met spanning en ongeduld verwachtte men den veelgeprezen Edmondo Bernardelli, wiens room op aller lippen was. Zijn aan komst-was vertraagd, en eerst gedurende het tournooi verbreidde zich het gerucht, dat da lang verwachte in gezelschap van. twee leerlingen in de stad was aange komen. Door leden van de Signoria be groet, was hij onmiddellijk na$r het voor liem bestemde kwartier geleid, om zich vandaar, na een korte rust, naar liet Dom plein te hegeven. Een schitterende stoet was reeds daar heen op weg. Het "tournooi was geëindigd. Pietro's bevallige gemalin had den zan gers den riddergroet gebracht, en allen spoedden zich naar de plaats waar het feest zou beginnen. Achter den stoet van patriciërs verdrong zich het juichende volk, wat menig edel ros schuw deed steigeren, zoodat het met moeite door zijn ruiter in bedwang kon worden gehouden. Do vroolijk golvende pluimen op helmen en baretten, de wap perende zijden, met goud en kostbare steenen versierdo kleedcren der ridders, de zadeldekken der paarden, de trompet ters die met schetterende fanfaren den stoet openden, de herauten met hun in scharlaken igckleede trawanten, 1 alles te zamen bood zulk een schoon en kleu- renrijk schouwspel, dat het oog niet wist waarheen zich het eerst te richten. Onder de ruiters trok de kleinzoon van den grooten Medici, Lorenzo, ondanks zijn jeugd, de meeste aandacht. Algemeen had men in de Republiek van hem de schoon ste verwachtingen. Algemeen prees men zijn goedheid, zijn weetgierigheid, zijn energie, rustte ieder mannenoog op hem mot achting en eerbied; met heimelijke bewondering volgde hem menige vrouwen- blik. Want was Lorenzo di Medici ook niet schoon te noemen, ontbrak hem zelfs de bevalligheid der jeugd, hij bezat een fiere, krachtige gestalte en een donker, levendig oog. dat aller harten voor hem innam, en getrouw het zieleleven van den jongeling weerspiegelde. Op de plaats, waar Lorenzo reed, was het gedrang het sterkst; had men den grootvader toegejuicht. men wilde den kleinzoon niet vergeten. De grijsaard en do jongeling, zij alleen schenen de harten der Florentijners geheel te vervullen. Voor Pietro was weinig sympathie. Wel was hij ook om zijn welwillendheid bij het volk bemind, doch zijn weifelend karakter, dat altijd steun van anderen behoefde, baarde wantrouwen voor de toekomst en zijn trouwo raadgever, Diotisalvi Neri, welke het bijgeloof der menigte met een geheim zinnig waas omgaf, was zelfs gehaat. Heil de Medici! schalde het om Lo renzo, die met een vriendelijken lach, bijna beschaamd over de onderscheiding naar alle zijden boog. Lang leve Lo renzo di Medici! Heil do Medici! Een aardig, donkeroogig meisje, hoe wel zichtbaar een kind van Italië, doch blondharig, drong door de menigte en wierp een bloemkrans om den nek van het paard, hetwelk Lorenzo bereed; het' was een volkskind, daarvan legde haasi kleeding getuigenis af; ofschoon de leven-a digheid van het zuiden zich in haar bewo-* gingen en trekken weerspiegelde was zij niet onbescheiden of opdringerig. Dank, Signorina! riep de jongeling met luider stemme, en een bloem uit den krans trekken, zeide hij, terwijl hij haa* op zijn horst bevestigde: Aan u zij de eer! Doch op hetzelfde oogenblik' sprong kif bliksemsnel van zijn paard. Een kreet van schrik weerklonk; het meisje was onvoor-: zickfig te veel tusschen het gedrang ge* raakt en een der paarden, schuw gewor den, steigerde hoog op en bedreigde haaj met het grootste gevaar. (Wordt vervolgd)!

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1923 | | pagina 7