ilciisÉ Courant"
Tyyesde Blad
Koninklijke Koopman
Zaterdag 22 Sept. 1923
de ambtenaarssalarissen.
H 01 Weekblad van het
Bbt schrijft mr. G. H. Beekhuis,
icbter in de arr.-recktbank te Rotter-
geruchten omtrent het voornemen
ie regeering om op de salarissen van
ambtenaren eene korting te gaan toe-
,D een vas teren vorm hebben ge-
n' mag, naar het mij voorkomt, een
yan ontsteltenis, ja van ontzetting
er betgeen hier stafit te gebeuren, in
voornaamste rechtsgeleerd weekblad
achterwege blijven.
Hier ziet men dus eene regeering, eene
iristelijke regering, die zich boven alle
dere groepen acht te waken voor do
lelijke waarde van ons volk, die, na nog
cji(g ruim een jaar geleden bij monde
een harer leden, dat sprak namens
r aan hare ambtenaren een belofte in
meest stelligen vorm en omgeven met
Itborgen te hebben gedaan, zich niet
biet thans tot maatregelen over te
waarbij die belofte en die waarbor
gt voeten worden getreden.
Of die belofte en die waarborgen juist
ircu en of de regeering-blijk gaf van een
aanvaarden beleid, toen zij die belofte
waarborgen aflegde en gaf, doet'bier
[uui'lijk niets ter zake. Ook aan een
contract, gesloten door een licht
ingen optimist, kan bezwaarlijk verbin-
ido kracht ontzegd worden.
moet dat zich losmaken van vrij-
llig gedane toezeggingen gerechtvaar-
d worden? Door een inderdaad wel
r simpel beroep op den regel: „nood
sekt wet". Alsof alle middelen om even-
]ht te brengen tusschen de ontvangsten
uitgaven 'van den Staat verder waren
geput. Alsof niet met wat meer durf en
minder ouverschillghcid of gemak-
jht op elk departementaal gebied bezui-
ingen waren aan te brengen, die ruim-
loois zouden opwegen tegen de bespa
gen, verkregen door do voorgenomen
ilregelen.
ioumen kunnen vergeten, dat het „Not
nt kein Gebot" in booge mate beeft
legewerkt tot den betreurenswaarcligen
stand, waarin bet Duitscho Rijk zich
kt «ogenblik bevindt?
liet do regeering dan niet in, dat vooral
do tögenwöordigo tijdsomstandigheden
aria de steeds toenemende werkeloos-
d de criminaliteit zoo in de band dreigt
werken, een beroep "van rëgeeringswege
'ien regel funeste gevolgen moet heb-
R'aar zoo groote zedelijke belangen op
staan, past geen kalm, zakelijk
oog. Daar is het een eisch, dat tot
hg komt; de angst, dat het zou kunnen-
kon, dat men leeft in een tijd van een
ig zedelijk verval, dat zelfs eene
eering straffeloos zich kan overgeven
een trouwbreuk, nog wel tegenover
eigene ambtenaren.
)ge die Tamp ons bespaard l>lijven.
)e redactie teekent bij dit stuk aan:
Vij ontvingen dit artikel vóór de plaat-
van ons hoofdartikel. Na de kennis-
ning daarvan wilde de geëerde inzen-
zijne bijdrage wel terugnemen. Wij
tsen haar echter, meenende dat het
r de Regeering nuttig kan zijn te weten
in de verschillende kringen over haar
'nemens wordt gedacht.
ER KOMT KLAARHEID.
nder dit opschrift schrijft D e Vo 1 k s-
in t
„Millioencn-nota" heeft einde-
^nige zekerheid gebracht omtrent de
tonen, die van regeeringswege worden
pogen, om de inkomsten en uitgaven
11 den Staat met elkander in overeen-
jming te brengen.
jjjjjlannen betreffen' uiteraard maat-
feuilleton
(Nadruk verboden).
hernoem dan, dat de Duca Orsini
Duj als uw landsman en vriend van
gestorven vader een zeldzaam verzoek
van uw genegenheid voor Edmon-
crnarclelli is hij eerst na zijn huwe-
u, door uw vader onderricht ge-
en' ^pders zou hij eerder als man
eer zijn teruggetreden, om den bevoor
voorrang te gunnen. Zonder
hij op zijn mededinger, want
nadat hij u onverbreekbaar aan
gebonden wist, deed hij Bernardel-
tu reve1u'dat hij jaren lang waarnam,
wedervaren, om u te bewijzen, hoe
Ia ^an uwe keuze waardig kcur-
I, .1'. heengaande, al zijn liefde en
Can drukken voor het geluk dat
Lj. uw gevonden had, draagt
JA11*9 vereeniging met Edmondo
«I voor te bereiden en in zijn
sac d'pfj ZGgei1 te sc^ienken aan het
der 1 'le.me^ voor elkaar bestuurd
I todijken wil vergeefs gezocht
j10 scheiden.
J* weduwe barstte in tranen uit.
jLj6edel was hij! zeide zij
tvenr,r ^een> neen, ik zal den naam
én \i Gn dien hij mij achterliet en
ü^o a5s met dubbele vreugde draag!
loeven GCn Trien^' een broeder,
Koert ,ln °Pnieuw op mijn levens-
gelijk voorheen! Hoe zou ik
regelen, om tot verlaging van uilgaven te
geraken, want aan verhooging van be
lasting is eenvoudig niet te denken.
En dat zich bij de besnoeiing der uit
gaven allerlei moeilijkheden voordoen is
zoo vanzelf sprekend, dat in elk geval tal
van volksgroepen meenen, dat zij in hun
rechten worden tekort gedaan.
Reeds nu rijzen van alle kanten klachten
over de bezuinigingsmaatregelen, en het
laat zich aanzien, dat ze nog wel zullen
toenemen.
Dat schijnt even onvermijdelijk als de
bezuiniging zelf.
Dg plannen zullen nog dikwijls in'on
derdoelen besproken worden, omdat ze
zich voor een Collectieve beoordeeling
moeilijk leenen.
Wij wenschen hier voorshands de aan
dacht te vestigen op twee punten, welke
ons in de kwestie der ambtenaarssala
rissen-het meest zijn opgevallen.
Vooreerst wordt medegedeeld, dat van
de herclassificatie definitief wordt afge
zien.
Gezien do storm door deze plannen ont
ketend, en de zakelijke bezwaren daar
tegen ingebracht, zal deze mededeeling
ongetwijfeld voldoening wekken.
Wij hadden dit besluit van den nieuwen
minister van Financiën verwacht, gezien
hetgeen hij daaromtrent als Kamerlid
reeds heeft betoogd.
En wij vinden het een verstandig be
sluit.
Minder verstandig vinden wij het andere
punt dat ons opviel, n.l, het stopzetten der
periodieke verhoogingen.
Dat heeft naar onze meening een sterk
onhillijken kant.
Dat veroorzaakt een zeer onregelmatige
werking in de salarisvermindering, om
dat het de ambtenaren en werklieden, die
nog niet op hun maximum salaris staan,
dubbel treft." Deze onbillijkheid toont het
blad dan verder aan.
Zooals men weet, heeft de regeering
reeds een besluit genomen om in 1924 de
periodieke verhoogingen wèl te doen door
gaan.
BINNEftLAHD
Het zesde eeuwfeest van Sint Thomas
van Aquino.
In aansluiting bij de bijzonderheden,
welke wij reeds over de viering van dit
eeuwfeest in het Dominicanerklooster te
Zwolle*, gaven, deelt men ons mede, dat
-na afloop van de Pontificale Hoogmis van
Maandag een plechtige bijeenkomst in 't
klooster zal plaats vinden, waaronder het
kloosterkoor, behalve een nieuwe compo
sitie van W. Heijdt, ook een Thomas-
hymne (woorden van B. H. Molkenhoer
O. P.) ten gehoore zal brengen en P. Lr.
P. Krcling, professor te Huissen, een rede
zal houden over „Het intellectualisme van
den H. Thomas".
Op den sluitingsavond (Woensdag) zal
F. Molkenhoer weer als feestpredikant op
treden.
Het muzikale gedeelte der plechtighe
den staat onder leiding van de Z.Eerw.
Paters D. van der Geest en G. van Kalmt-
hout.
Het congres, dat Dinsdag 25 en Woens
dag 26 September wordt gehouden, heeft,
naar men weet, als algemeene stof van be
handeling: Het Protestantisme, hijzonder
in Nederland. Een onderwerp, belangrijk
en actueel tegelijk, nu de mogelijkheid,
om dé door St. Thomas zoo machtig ver
dedigde waarheid ook tot anderen dan
tot de eigen geloofsgenooten te brengen,
met den dag grooter wordt en een zuivere
oriënteering, in het licht van St. Thomas'
leer, wenschelijker wordt dan ooit.
Het congres zal, na een plechtige con-
ventueele H. Mis worden geopend met een
„Beredeneerd overzicht van het Neder-
landsche Protestantisme" door P. Lr. Jos.
van Wely, professor te Zwolle. De po
gingen, om in het Protestantisme een ze
kere eenheid te handhaven, zullen worden
behandeld door P. Lr. P. Kreling, pro
fessor te Huissen, in een voordracht over
„Religieuze ervaring als gemeenschappe
lijk Protestantsch beginsel", en door Pr.
Lr. A. van Oorschot, professor te Zwolle,
die het woord zal voeren over „Uiterlijke
middelen van eenheid (Geloofsbelijdenis
en Geloofsdwang)".
Den tweeden dag van het congres zul
len allereerst de oorzaken der Protesfan-
sohe verdeeldheid nader worden be
den doode beter eeren, dan door dit, zijn
laatst verlangen, met tranen van dank
baarheid to eeren maar niet te vervul
len? Niet ik, Orsjni's weduwe, ïnag aan
een huwelijk denken; ginds zit mijn doch
ter en haar een echtgenoot te kiezen, haar
vader waardig, waardig den naam dien
zij draagt, is mijn hoogste, mijn eenigste
doel.
En gij zult het bereiken, zeide de
Medici en zag met be teekenis naar bet
jonge paar, dat, spoedig kennis gemaakt,
in hun vertrouwelijk gesprek, de wereld
hen vergat, en voegde er hij: Zie daar
onze kinderen, beide van goed geslacht!
Sterk en gezond, de knaap zachtmoedig
en vroom door den invloed van godsdienst
en wetenschap, het meisje bekoorlijk in
haar maagdelijke onschuld Orsini en
Medici namen van goeden klank
edele twijgen heide, vol hoop en vertrou
wen mogen zij do toekomst tegemoet zien
onder wier hoede zij opkwamen, wellicht
dat de gevreesde bloesem eenmaal rijpt
tot een heerlijke vrucht!
HOOFDSTUK III.
Er was een gejuich in Florence, zooals
het oor nimmer had vernomen, een pracht
als liet oog nauwelijks voorheen had aan
schouwd. Van den diepblauwcn hemel
straalde de zon en goot haar schitterende
stralen uit over bloemfestoenen, feestelijk
getooide menschen en do heerlijke bouw
werken, den trots der Republiek, over het
rijk niet bloemen en tapijten versierde
domplein, dat door een lage omheining
omgeven was, om het middengedeelte voor
schouwd. P. Lr. Alpk. Bergman, professor
te Huissen, zal spreken over „Fundamen-
teele en oorspronkelijke oorzaken van ver
deeldheid"; P. dr. J. B. Kors, hoogleeraar
te Nijmegen, over: „Moderne oorzaken
van verdeeldheid", en P. Lr. Jos van
Wely, professor te Zwolle, over: „Protes-
stantsche verdeeldheid en Proteestantsch
kerkbegrip".
Teu slotte zal P. dr. B. C. van Ben-
them, professor te Zwolle, een voordracht
houden over „Objectiviteit en eenheid der
waarheid"-, waarin het Katholieke grond
beginsel tegen modernisme en pluriformi
teit nog een afzonderlijke behandeling zal
vinden. „Tijd".
kebkbheuws
HET SEMINARIE „HAQEVELD"
TE HEEMSTEDE.
De inwijding door Z.D.H. Mgr. Gallier.
De eerste steenlegging
van de kapel.
Nadat Woensdag j.l. het nieuwe Klein
seminarie „Hageveld" to Heemstede door
320 studenten was batrokken, had gister
morgen do inwijding van den nieuwen
houw plaats door Z.D.H. Mgr. A. J.
Gallier, Bisschop van Haarlem. Tevens
werd door Z.D.H. do eerste steen gelegd
van den bouw voor de nieuwe kapel, die
tusschen do heide vleugels zal verrijzen.
Donderdagavond was ter plaatse, waar
het hoogaltaar zal komen, door den Hoog-
e-erw. heer regent van het Seminarie, het
wil-hoüten kruis geplaatst.
De plechtigheid van Vrijdagmorgen
droeg een zeer intiem en eenvoudig karak
ter.
Slechts de huisgenooten, benevens de
heer J. Stuijt, do architect, de heer J.
Veldman, hoofdopzichter,, de heer Jonck-
bloedt, aannemer, en eenige andere, die
bij den bouw zijn heirokken, waren er bij
tegenwoordig.
Hef ligt in de bedoeling grootere fees-
stelijkhed.en uit te stellen tot de in den
loop van het volgend jaar hopelijk de
consecratie van de nieuwe kapel zal
plaats hebben.
Om 9 uur verzamelden afle professoren,
studenten en verdere aanwezigen zich in
den refter, van waaruit processiegewijzo
werd getrokken, onder het zingen van de
Litanie van Alle Heiligen, naar de aula,
die voorloopig tot kapel is ingericht.
Na het zingen van den Veni Creator
vingen de. wijdingsplechtigheden aan.
Z.D.H. werd geassisteerd door de Zecr-
eerw. heeren G. Kuys, diaken; M. Th. v.
d. Drift, sub-diaken; H. J. M. T. van den
Heuvel, cruciferarius. W, W. v. Leeu
wen, ad baculum; N. L. A. Ammerlaau,
ad mythram; W. J. J. de Jongb, ad as-
persorum; L. J. H. Wolf. thuriferarius; J
J. Lauwrier, ad lavabo; allen professoren;
en den Weleerw. heer J. M. v. d. Tuyn,
secretaris van Z.D.H. als ceremoniarius.
Na den gebruikelijken rondgang door
hot gebouw en de wijding der kruisen,
welke plechtigheid in den refter plaats
had, droeg Z.D.H. een stille H. Mis op met
assistentie van den ILoogeerw. heer Th. E
Ebbmkhuysen, regent van het Seminarie,
en den Zeereerw. heer C. J. Boekhorst,
professor.
De schola cantorum van het Seminarie
luisterde de plechtigheid op _met gezangen
en voerde na de H. Mis zeer goed uit het
vierstemmig ,Salutis humanae" van Halier
on het vierstemmig „Cantate Domino" van
Pitoni.
Wederom processiegewijze werd dan
naar de plaats getrokken, waar de funda
menten der kapel reeds een heel eind bo
ven den grond uitsteken.
In de zijkapel aan den Evangeliekant
werd door Z.D.H. de eerste steen gelegd.
Rond de stellages stelden zich de studen
ten op en even werd door de talrijke
werklieden het werk gestaakt. Terwijl de
schola cantorum de Litanie van Alle Hei
ligen zong, werd de oorkonde, die zou wor
den ingemetseld, geteekend door Z.D.H.
den Bisschop, door den regent, sub-regent
on alle pro-fessoren van het Seminarie en
verder door de heeren J. Stuyt, J. Veld
man, G. A. M. Jonckbloedt, j. Pondman,
teekenaar, en K. Rooijers, uitvoerder van
het bouwwerk.
De oorkonde luidt als volgt:
Op heden, feestdag van den Heiligen
Apostel Mattheus, toen Pius XI de H.
Kerk Gods bestuurde, is van deze kapel,
toegewijd aan den H. Jozef, dé eerste
steen gelegd door Z.D.H. Mgr. A. J.
Gallier, Bisschop van Haarlem, bij gele
genheid der ingebruikneming van het Bis
schoppelijk Seminarie, in tegenwoordig
heid van vele belangstellenden ten blijkc
waarvan de oorkonde werd onderteekend
door (volgen de namen).
De hardsteen draagt het volgende op
schrift: „Hujus vacelli primarium lapidem
posuit Augustinus Josephus, Episcopus
Harlemen., Anno Domini MGMXXIII ad
XI Kal. Oct.
Aan het slot werd aan de aanwezigen
50 dagen aflaat verleend.
Hiermede behoorde de eenvoudige,
maar beteekenisvolle en voor het bisdom
Haarlem vreugdevolle plechtigheid der in
gebruikneming van het nieuwe Seminarie
„Hageveld", tot het verleden.
Allo versiering en feestbetoon was ach
terwege gelaten. Alleen aan den hoofdin
gang was een kleine decoratie aangebracht
van slingers en laurieren in paarse bloem
bakken cn van do pui wapperde de Ne-
derlandsche driekleur met bisschoppelijke
wimpel.
8®s»ie®it©ia0
Een hulde aan de redders van
Saini Sauvcur.
De heer Kuypers ïe Haarlem, de eenige
overlevende van de ramp bij Saint-San-
veur, heeft, volgens de „N. H. Crt." twee
horloges gekocht, om zo aan elk zijner
beide redders ten geschenke te geven als
betoon zijner dankbaarheid aan de beide
mannen, aan wier ongelooflijke inspan
ning hij het te danken heeft, dat hij bij
de catastrophe op den 13den Augustus bij
Luz er het leven heeft afgebracht.
Elk horloge is van een inscriptie voor
zien.
Aan deze mededeeling kan het blad nog
toevoegen, dat de heer Kuypers van het
hein overkomen ongeval geen nadeelige ge
volgen meer ondervindt. Zijn gezondheids
toestand is uitstekend, lichamelijk en
geestlijk. Slechts heeft zijn rechterbeen
nog zekere stijfheid behouden, welke ech
ter, dank zij speciale behandeling, gesta
dig verbetert en spoedig geheel verdwenen
zal zijn.
Huiselijks twist.
Een Duitsch meisje, in dienst bij de
familie Hangjas in de Zwanenburger-
straat te Amsterdam, kreeg Donderdag
twist met den lieer des huizes over "de
betaling van de verlenging van haar pas
poort. De familie mengde zich er in en
de twist liep zoo hoog, -dat het meisje een
ketel met kokend water naar de vrouw
dos huizes wierp. Deze werd deerlijk ge
wond en ging naar het Binnengasthuis
om zich te laten verbinden. De heer des
huizes en zijn zoon wierpen daarop het
meisje van de trap en hebben haar later
op straat zoo getrapt en geslagen, dat zij
hij de politie een aanklacht wegens mis
handeling heeft ingediend, doch daarna
in het ziekenhuis is opgenomen.
Een gevaarlijk heerschap.
De boerenknecht G. G., die bekend heeft
den brand in de boerderij „Holstage", van
den heer W. G. Hengstegoor, te Gelselaar,
waar hij in dienst was, te hebben aange
stoken, is gevankelijk naar Zutphen over
gebracht. Voor eenigen tijd had hij f 100
gestolen van den heer H. Deze diefstal is
toen niet aangegeven. Op den morgen van
den 6den September werd hem de dienst
opgezegd, waarna hij des middags de
brandstichting pleegde. In de boerderij,
waar hij na den brand onderdak vond,
heeft hij ook nog diefstal gepleegd.
Diefstal.
Verdacht van diefstal van een som van
f 1000 is het dienstmeisje K. G. te Heer
len gevankelijk naar Maastricht overge
bracht.
Brand.
Een Duitsch dienstbode was Donder
dagmiddag te Rotterdam op den zolder
van het bovenhuis van den heer G. 'Biel
aan de Diergaardelaan bezig met het
schoonmaken van inmaakpotten. Daarbij
schijnt zij met een brandenden lucifer
met zwavel in aanraking gekomen te zijn
ten gevolge waarvan brand ontstond. De
zolder is gedeeltelijk uitgebrand en het
dak aan de zijde van de Diergaardelaan
■is afgebrand.
Behalve in de woning van den hoer G.
Biel, waar alles van het water dreef, is
in het benedenhuis, bewoond door den
lieer H. J. H. van Clarëhheek, heel wat
schade aangericht.
Fraude.
De secretaris-penningmeester der R. K.
bouwvereeniging St. Laurentius te Weesp
is in zijn functie geschorst. Do gemeente
sommeerde hem tob driemaal toe, do ver
plichte annuïteiten te voldoen. Hij bleef
echter in gebreke. Het gemeentebestuur
heeft toen alle bescheiden van de vereeni-
ging ook de huurboekjes, naar het gemeen
tehuis laten brengen. Een rijksaccountant
heeft daarop een onderzoek ingesteld. Men
spreekt van een tekort van f COOO a f 7000.
De justitie bemoeit zich met de zaak.
De weldaden van den Girodienst.
Een leeraar van de Rijks Hoogcre Bur
gerschool te Heerenveen, heeft dezer dagen
per giro tweemaal zijn maandelijksch trac-
temenb ontvangen.
Een berooving door middel van
verdooving.
In de „Tel." vinden we een ingezonden
stuk, onderteekend van den Broek, waar
in de schrijver verhaalt hoe hij in een
trein, die op het station Brussel stilstond,
slachtoffer is geweest van een berooving,
met zoo groote sluwheid gepleegd, dat de
mooiste detective-roman er door wordt
overtroffen. Ziehier het verhaal:
Aan het station te Brussel, waar de
trein van Parijs stil hield, stond ik in de
galerij van een D-trein naar de drukte
op 't perron te kijken. Twee heeren kwa
men links en rechts van mij staan. Die
aan mijn rechterzijde ging vlak legen mij
aan staan. Ik duwde hem met don rech
terarm terug. Hij kwam weer naar mij
toe, alsof hij ruzie met mij wilde maken,
doch op dat oogenblik scheen degene, die
links van mij stond, in mijn linkerhand,
welke ik ophield, omdat ik tusschen mijn
duim en wijsvinger een sigaar vasthield,
een prik te hebben gegeven met een spuit
je, 't welk een snel werkend verdoovings-
middel bevatte (dit bleek later). Mijn
zoon, dio in den coupé zat, zag mij in
schuine houding staan, met hoofd eu rug
geleund tegen den. wand van den coupé,
met beide handen slap neerhangend, zelfs
een poos nadat de heeren zich hadden ver
wijderd. Van die gelegenheid maakten zij
gebruik om uit den binnenzak van mijn
jas een geldportefeuille weg te nemen, be
vattende een credietbrief van de Factory,
van pl.m. f 2000 en muntbiljetten (Indi
sche, Fransche en Zwitserscho) van pl.m
f 2000. Toen ik tot bezinning kwam en
weer in mijn coupé ging zitten (schijn
baar nog niet geheel tot mij zelf gekomen)
hoorde ik een medereizenden Hollander
aan mijn vrouw vertellen, dat in één der
achterwagens een beer bestolen was voor
f2000.'
Ik schrok- liiérvu-n op en voelde naar
mijn portefeuille, welke verdwenen was.
Onmiddellijk na aankomst te Antwer
pen ging ik naar den stationschef, die.mij
naar den officier van justitie verwees,
die hij aankomst der treinen steeds in
het station aanwezig is.
Ik deelde hem het gebeurde mede,
waarvan hij -aanteekening hield.
Het verdoovingsmiddel werkte zoo snel,
dat ik bijna plotseling huiten bewustzijn
raakte. Ik kon mij later niets meer her
inneren dan wat ik hierboven heb mee
gedeeld.
Ondanks dat in de galerij verscheidene
dames en heeren stonden en anderen ons
passeerden, heeft niemand er iets van ge
merkt.
Als reden hiervan gaf mijn vrouw op,
dat de heer aan mijn linkerzijde deed, als
of hij druk met mij in gesprek gewik
keld was, terwijl ik geen enkel woord met
de heeren gesproken heb.
Den nacht van dien dag werd ik wak
ker met hevige pijn in den rug van mijn
hand, welke sterk gezwollen was, waar
van ik de oorzaak niet kon verklaren,
Toen de morgen aanbrak, maakte ik
mijn vrouw wakker en toonde haar mijn
hand.
Zij wees mij op oen rood plekje vlak
onder mijn pink en ringvinger, in het
midden waarvan oen donker puntje zicht
baar was. Het raadsel was opgelost.
Zooals zoo dikwijls in Indische couran
ten werd medegedeeld over aanrandingen,
do voornaams ten der Republiek en de ge-
noodigden vrij te houden. De lang ver-
wachto dag, waarop het volk van Florence
zijn edels ten burger een schitterend feest
zou aanbieden, was gekomen. Eerbetoon
op eerebetoon hadden do burgers der Re
publiek gestapeld op het hoofd van den
Medici, met de wel verdiende burger
kroon zijn hoofd getooid, waaraan zooveel
edele en goede gedachten ontsproten
waren, en in triumf hadden zij hem en de
zijnen naar het tournooi geleid, dat met
alle denkbare praal op het grootste plein
der stad plaats had en waarbij zelfs re-
geerendo vorsten, als gasten van de Medici
liet niet heneden zich achtten een lans te
breken met do edelste patriciërs der stad.
Een minder krijgshaftig en inspannend
feest zou intusschen op het domplein
plaats vinden; de beste en meest gevier
de zangers zouden hier voor het ver
zamelde volk hun liederen doen hoor en.
Met spanning en ongeduld verwachtte men
den veelgeprezen Edmondo Bernardelli,
wiens room op aller lippen was. Zijn aan
komst-was vertraagd, en eerst gedurende
het tournooi verbreidde zich het gerucht,
dat da lang verwachte in gezelschap van.
twee leerlingen in de stad was aange
komen. Door leden van de Signoria be
groet, was hij onmiddellijk na$r het voor
liem bestemde kwartier geleid, om zich
vandaar, na een korte rust, naar liet Dom
plein te hegeven.
Een schitterende stoet was reeds daar
heen op weg. Het "tournooi was geëindigd.
Pietro's bevallige gemalin had den zan
gers den riddergroet gebracht, en allen
spoedden zich naar de plaats waar het
feest zou beginnen.
Achter den stoet van patriciërs verdrong
zich het juichende volk, wat menig edel
ros schuw deed steigeren, zoodat het met
moeite door zijn ruiter in bedwang kon
worden gehouden. Do vroolijk golvende
pluimen op helmen en baretten, de wap
perende zijden, met goud en kostbare
steenen versierdo kleedcren der ridders,
de zadeldekken der paarden, de trompet
ters die met schetterende fanfaren den
stoet openden, de herauten met hun in
scharlaken igckleede trawanten, 1 alles
te zamen bood zulk een schoon en kleu-
renrijk schouwspel, dat het oog niet wist
waarheen zich het eerst te richten.
Onder de ruiters trok de kleinzoon van
den grooten Medici, Lorenzo, ondanks zijn
jeugd, de meeste aandacht. Algemeen had
men in de Republiek van hem de schoon
ste verwachtingen. Algemeen prees men
zijn goedheid, zijn weetgierigheid, zijn
energie, rustte ieder mannenoog op hem
mot achting en eerbied; met heimelijke
bewondering volgde hem menige vrouwen-
blik. Want was Lorenzo di Medici ook
niet schoon te noemen, ontbrak hem zelfs
de bevalligheid der jeugd, hij bezat een
fiere, krachtige gestalte en een donker,
levendig oog. dat aller harten voor hem
innam, en getrouw het zieleleven van den
jongeling weerspiegelde.
Op de plaats, waar Lorenzo reed, was
het gedrang het sterkst; had men den
grootvader toegejuicht. men wilde den
kleinzoon niet vergeten. De grijsaard en
do jongeling, zij alleen schenen de harten
der Florentijners geheel te vervullen. Voor
Pietro was weinig sympathie. Wel was hij
ook om zijn welwillendheid bij het volk
bemind, doch zijn weifelend karakter, dat
altijd steun van anderen behoefde, baarde
wantrouwen voor de toekomst en zijn
trouwo raadgever, Diotisalvi Neri, welke
het bijgeloof der menigte met een geheim
zinnig waas omgaf, was zelfs gehaat.
Heil de Medici! schalde het om Lo
renzo, die met een vriendelijken lach,
bijna beschaamd over de onderscheiding
naar alle zijden boog. Lang leve Lo
renzo di Medici!
Heil do Medici!
Een aardig, donkeroogig meisje, hoe
wel zichtbaar een kind van Italië, doch
blondharig, drong door de menigte en
wierp een bloemkrans om den nek van
het paard, hetwelk Lorenzo bereed; het'
was een volkskind, daarvan legde haasi
kleeding getuigenis af; ofschoon de leven-a
digheid van het zuiden zich in haar bewo-*
gingen en trekken weerspiegelde was zij
niet onbescheiden of opdringerig.
Dank, Signorina! riep de jongeling
met luider stemme, en een bloem uit den
krans trekken, zeide hij, terwijl hij haa*
op zijn horst bevestigde:
Aan u zij de eer!
Doch op hetzelfde oogenblik' sprong kif
bliksemsnel van zijn paard. Een kreet van
schrik weerklonk; het meisje was onvoor-:
zickfig te veel tusschen het gedrang ge*
raakt en een der paarden, schuw gewor
den, steigerde hoog op en bedreigde haaj
met het grootste gevaar.
(Wordt vervolgd)!