IIBBLBI
5
fiuïs' van Sen laten HSrTsb en krimpen bp
iedcren windstoot; dan zijn do grachten
en lanen besmeurd, met lieb slijk, waarin
de dorre bladeren vergaan....
Doch nu, bij het scheiden! van den zo
mer eiï in den vroegen herfst, geeft aan
ieder, die oogen heeft .om te zien, het
stadsbeeld momenten van zeldzame pracht
Zoo op een ochtend aan den 'Amstel
toen do dag gevezen kwam boven de blin
kende rivier. Heel den nacht hadden buien
nccrgeplast; nog glommen straten en ka-
don, en het Amstelwater scheen helder,
als gewa-sschen, met zilveren schijnsels. In
do verte over do nevelige stad, hingen do
nevelen nog als witte sluiers en do grauw-
paarse wolken schenen te botsen tegen, do
vage daken en torens. Doch boven de
stad had do herfstzon reeds do wolken
weggedreven; de blauwe lucht, een enkele
witte wolk drijvend statig als een zwaan
met uitgespreide vleugels, spiegelend in
hot deinende watervlak. De zon zond gou
den pijlen op de huizen aan den' Amstcl-
dijk, en op den hoek vlamde het herfstreed
van wilden wingerd, tusschen den zonne
schijn en het pure blauw van den he
mel
Dat was in den ochtend. De avond was
vaal en druilig. In het graehteduister be
gonnen de lantaarns al vroeg te glimmen;
zoetjes schommelde het licht tegen het
geel en groen der bladeren. Dan moet ge
bespieden hoe dan hier dan daar, het licht
aanploft achter de vensters en do huizen,
opeens schijnen open te breken in glan
zen van oranje en geel en hoe het vertroos
tende licht dan lokt. De wind stak op, zoel
en vaag, ritselende blaren warrelden een
elfendans rond den wandelaar en uit een
der huizen, waar oranjestrepen gloeiden in
het venster, sidderden de lange snikken
van vioolmuziek.
De weemoed van herfst dringt ui ieders
ziel era niemand ontsnapt aan de beklem
mende boodschap, dat het scheiden de
laatste en opperste les is, die heb leven
ons leert. En niemand kan' do gedachte
van zich afschud den, dat ons leven wel
stralen kan in goud en purper als het
herfstblad, doch dat dit de pracht is voor
het scheiden, als van het herfstblad
Monotoon gaat het sterven der dagen
voort. De grijze lucht staat nu vaal uit
gespannen boven de huizen. Het regent
J zachtkens over de stad. Als de wind op
komt, tegen den nacht, zullen weer meer
bladeren vallen1. En do avond zal lang en'
donker zijn, met veel nevels en trie sten
regen-
Zal ik weer spoedig den gedempten
hoefslag hooren van uw vaal ros, o
vreemdo Ruiter, in een' dier stervende la
nen, waarin ge als onder gouden1 boog,
voorbijrijdt, zacht en ongezien over het
gevlekte tapijt van dorrende bladeren?
Zoo stil en zonder te toevleü rijdt gij
voort, maar ieder jaar komt uw blijd
schap: do boodschap van den! valen Op
roerling, die breekt de stilte binnen onze
afzondering met de geweldige tijding, dat
alle menschen broeders zijn voor het .won
der van den Dood.
Uw geweldige en troostende tijding» In
dien alle menschen broeders zijn, zijn, zij
kinderen van één Vader. - - ,i
In de wondere vroege Lente waren er
boomen in hot bosch, waaraan de groene
knoppen verschenen, terwijl nog ros-bruine
herfstblaren hingen aan de takken,
Zoo te leven, dat onze aardsche omme
gang wegsterft in vlammende kleuren, ter
wijl de geurende knoppen der Eeuwigheid
reeds zwellen in onze ziel.... v
I VOOR DE%ROUWEN.
DE VROUW IN DE KEUKEN.
Ik heb u, geachte lezeressen, lang laten
wachten, doch eindelijk zal ik mijn be
lofte, om u allen aan het werk te zetten,
gestand doen. Wij zullen maar dadelijk
aan het koken gaan. Willen wij eens een
lunch klaar maken?
Den eersten keer, dat wij te zamen
komen, moet er maar eens een feestje
van gemaakt worden, vindt u niet? Dan
maar een spijskaart gemaakt voor een
feestlunch:
Gekookte eieren met 'dragon-saus,
Garnalen-salade,
Kalfscoteletten met aardappelen en
pieterselieboter,
Bananen beignets,
Wij zullen maar eens aannemen, 'dat
wij met 6 personen zijn. Wij maken dus
een servies. En nu aan het werk, hoor!
U neemt het eerste maar:. 12 eieren
halfzacht koken, afpellen, en in een pan
met warm water leggen, tot u ze moet
gebruiken. Hier is versche dragon; u
neemt er 24 mooie blaadjes van af en
legt die in wat azijn, opdat ze mooi groen
worden. Dan trekt u eenige blaadjes af,
doet die in een plat pannetje, giet er wat
azijn op, doet er eenige gestooten peper-
korreltjes bij en laat alles inkoken tot 't bij
na verkookt is. Nu 1 ons boter er bij met
een paar lepels bloem, en dat omroeren
met de garde (eierklopper). Giet er nu
bijna liter bouillon op, roer; alles op
het vuur tot het kookt. Laat de saus naast
het vuur wat inkoken, tot ze smeuig dik
wordt en voegt er een weinig zout bij
naar smaak.
Ziezoo. Vooreerst heeft u werk" genoeg.
Straks maken wij de saus. Wie van do
dames kan mayonaisie-Saus maken? U?
Goed zoo. Dan maakt u de garnalen-salade
klaar! Maak eerst maar eens een
mayonaise-saus van 3 dooiers. Hier
heeft u een Yi literbus doperwten, A liter
bus worteltjes, en Y* literbus spercieboo-
nen. Worteltjes en spercieboonen worden
aan schuine, vierkante stukjes gesneden,
en bij de doperwten gedaan. Alles laat u
op een zeef even uitlekken. Wat blieft u?
.Waarom geconserveerde groente?
Wel, om spoedig met zoo'n slaatje
klaar te zijn. Men kan ook versche groente
nemen, als het in den tijd is. Daarom
hoeft men onze Hollandsche conserven
niet minder te achten. Ik hoop u bij een
andere gelegenheid het een en ander over
onze Hollandsche conserven te zeggen.
Men heeft ook in den handel flacons
mayonaisesaus. Of deze ook goed is,
vraagt u? Goed is ze wel, doch u moet
daar geen eierdooiers in zoeken. Mayo
naise-saus, zooals Engelsche fahriekenj
'die in den handel brengen, is een samen
stelling van „corn flower", dit is een
zeer luchtige bloem, van Britsch-Indisch!
koren verkregen, 'welke wordt gekookt
met azijn en slaolie en dan door een
machine gewreven. Ze wordt geconser
veerd met benzoëzure natron, en in fla
cons in den handel gebracht.
t Maar nu, onze mayonaisesaus. U is
druk bezig om 'de saus te doen schiften!
Hoezoo? _Wel, u wilt eerst olie op do
dooiers gieten en dat is verkeerd. Ook
hebt u geen zout in uw dooiers.
Kijk nu eens. Eerst een paar theelepel
tjes zout op do' 'drie dooiers. En niet met
'een houten lenel roeren, maar gerust met
een eierklopper, hoor! Zoo, dan wordt het
feen flink o klont. 7n nu wat azijn er op.
Ziet u wel, dat de dooiers nu nog meer
inkrimpen? En maar flink roeren. Nu
"pen scheutje olio (hoe heter do slaolie is,
ïooveel te dikker wordt de mayonaise).
■Nu weer oen weinig azijn. E:i dan neemt
men de flesch met 'do ceno hand in het
midden en giet langzaam ruim een V>
flesch slaolie op de dooiers, terwijl men
ipot de andere hand flink slaat met den
eierklopper. Daarna nog wat azijn, en 't
laatste do rest van de flesch slaolie. Een
weinig .Worcester sa us verhoogt den
smaak.
Wat dat is? Ja, cok al een Engelsch
fabrikaat! Ook heel onschuldig hoor! Een
samenstelling van groGDfcs-rxfra.ct (daar
over later), gekookt met Spaafsche peper,
gember, uien, knofloof en stroop van gem-
b£*. Ook weer benzoë-zure natron voor
conserveering.
En nu, geluk met uw mayonaise, tot
straks! Nu moet ik een dame hebben om
de kalfscoteletten met de gestoofde aard
appelen met pieterselieboter klaar te ma
ken. Alstublieft! Hier heeft u 6 mooie
kalfscoteletten van 2 ons per stuk en eên
pannetje mooie uitgezochte kleine nieuwe
aardappeltjes. Zet de aardappelen maar
vast op en kook ze half gaar. De kalfscote
letten bestrooit u met zout en een weinig
peper. (Het is smakelijker als men geen
peper gebruikt). Bak nu de coteletten in
een hiefstukpan aan beide kanten mooi
bruin. Giet de boter uit de pan en zet de
coteletten weer even op het vuur, met een
deksel op de pan. Even daarna giet men
er een 1/4 liter bouillon hij, en direct de
deksel er weer op. Zet ze nu een oogen-
blik naast het vuur, om gaar te worden.
De aardappelen zullen nu wel half-gaar
zijn. Giet u ze maar af. Schud ze nu op
met een flink stuk boter en bestrooi ze
met gehakte pieterselie, en zet ze gedekt
naast het vuur. Maar nu vertrouw ik ze
u toe, dat u ze van tijd tot tijd omschudt
en ook oplet, dat de coteletten niet te gaar
worden.
En u moet mij de bananenbeignets klaar
maken. Kunt u dat niet? Gemakkelijk ge
noeg, hoor! Hier heeft u 6 groote bana
nen, half schuin doorgesneden, en die lig
gen te weeken in de suiker, ziet u 't? Hier
heeft u een platte pan met gloeiend rund-
vet en hier heeft u een deegje, gemaakt
van 1 pond bloem, 2 eieren en 1 liter bier,
bijgevoegde melk zoo wat tot het deeg dik
aan den lepel hangt. Heeft u al eens ap
pelbeignets gemaakt? Ja? Nu, behandel
de bananen evenzoo. En nu, geluk er me
de!
En hoe is het met uw "dragonsaus? Hier
heb ik een beetje aardappelpure. Neem nu
de eieren eens uit het warme water. Kijk,
let nu eens op! Nu doe ik de puré in een
spuitzak en spuit 12 kringetjes op een
ronde schotel, en leg op ieder kringetje een
ei in z'n lengte. En nu wrijf ik de saus
door een puntzeef in een schoon pannetje,
breng ze nog even aan de kook, terwijl
goed roerende, neem ze van het vuur,
meng er 1/4 liter room door met nog een
stukje boter, en de saus is gereed. Nu
schept u de saus met 'n lepel uit,en bedekt
er dc eieren mee. Daarna legt u op ieder
ei kruisgewijs 2 blaadjes dragon die u in
de azijn hebt gezet. En dien deze schotel
maar alvast op, met de garnalensalade.
Is die nog niet klaar? Kom, gauw!
Hier is een half pond garnalen, meng ze
door do groenten (doperwten, gesneden
worteltje en spersiehoonen) met een flin
ke schep mayonaisesaus. Zet de massa
op een schotel en bestrijk ze met mayonaU
se-saus. Zoo, en nu wat mooie slablaadjes
er omheen, met in vieren gesneden toma
ten. Goed zoo, breng nu maar binnen.
En nu do coteletten! Zet ze op een scho
tel. De beentjes naar boven. Giet do bo
ter, waarmede u de coteletten gebraden
hebt vcov de helft over de coteletten. De
andere helft giet u in de hiefstukpan, waar
u de kalfscoteletten uitgehaald hebt. Laat
"os to samen nog eens op het vuur sissen
giet all - door een puntzeef, in een saus
en. Dan "i dappelen op een schaal en
nog eens m 1 gehakte pieterselie be
strooien en dien dc kalfscoteletten met de
jus en de aardappelen nu maar op.
En do bananenheignefs, legt u die maar
op een schotel. 0! wacht ;o. U moet ze
eerst met poedersuiker bestrooien. Zoo/
nu op een schotel. En maar opdienen.
Nu, dames, u hebt u kranig gedragen
hoor! Onthoudt het rU maar goed. Een
volgenden keer maken wij eens ccn feest
maal hoor! Zoo'n extra fijn diner, dan
zal ik de dames eens laten werken. Nu
kunt u nog een kopje koffie genieten en
nog eens over het een en ander praten.
Zijn cr die iets willen vragen, doe het
maar gerust hoor!
Uw dienaar
T n T- -ST
L. e:.
- NUTTIGE WENKEN.
Onze pannen.
Een goede huisvrouw weet dat de pan
nen altijd na het gebruik met een stijve
boender moeten uitgedaan worden cn is
er soms per ongeluk c!en bodem erg aan
gezet of aangebrand dan gebruikt zo een
puimsteen, en als dat nóg niet helpt, kookt
ze zoo'n pan uit met sodawater. Doch
nooit of nimmer schraapt zo haar potten
of pannen en vooral geen émaille met een
mes uit.
Wat trouwens zeer gevaarlijk is, want
als een stukje émail loslaat, is dat het
begin van een eindeloos afschilferings-
proces en stukjes émail in ons darmka
naal verzeild geraakt, kunnen daar ern
stige ontstekingen, ja zelfs een operatie
ten gevolge hebbeu.
.Voor een extra beurt maakt men émail
le vaatwerk van buiten het beste schoon
met krijt. Nadat het met heet sodawater
is afgewasSchen, worden de nog vochtige
'pannen met een in krjit gedoopten doek
afgewreven, dan nog eens met lauw wa
ter nagespoeld en goed afgedroogd.
Goed onderhouden pannen gaan ook
veel langer mee.
Cacao en Chocolade.
ïn Midden- en Zuid-Amerika heeft
men voor 't eerst den cacaoboom aange
troffen; daarbij is Theobroma genoemd,
wat zooveel beteekent als: „godenspijs".
Deze naam door Linnó eraan gegeven,
getuigt wel van de bijzondere waardee
ring, die deze heer voor de cacao aan den
dag legde. En al id het product ook heden
ten dage vrijwel voor ieder sterveling be*
reikbaar geworden, men hoort toch een
bakvischje hij 't poezelig oppeuzelen van
een stukje chocolade nog wel eens „god-;
delijk" uitroepen.
De vruchten van den cacaoboom zijn
net komkommers in 't bruin en hebben
evenals deze van Linnen een wit vrucht-;
vleesch met in 't midden een lange rij za
den. Om deze zaden is het begonnen, zoo
dat de eerste bewerking moet zijn dat
vleesch te verwijderen. Dit gebeurt op
zeer natuurlijke wijze door verrotting en
hij de temperatuur van de landen van
oorsprong is dat proces na 3 of 4 dagen
voltooid. Dan is er dus niets meer aan*
wezig dat later bij vervoer aanleiding tot
bederf zou kunnen geven. Tevens zijn de
boonen daarbij in smaak vooruit gegaan
en hechtte men dus aan deze fermentatie
groote waarde. Onderzoekers van den
laatsten tijd hebben echter bewezen, dat
eenvoudige sterilisatie hetzelfde effect
had en waar hij het rottings-procédé vele
handen noodig waren voor het telkens
omkeeren van de vmchtmassa, beteeken-
de deze ontdekking een enorme hesparing
aan arbeidskrachten.
Bekijken, we nu de verkregen cacaoboo-
nen eens nader, dan treft ons de groote
gelijkenis met een amandel, zoowel naar
vorm als grootte.
Er om heen 'bevindt zich een 'dunne
schil, die na 't branden der boonen ge
makkelijk losgemaakt kan worden en dan
door een ventilator wordt weggezogen. Dit
branden, hoewel minder sterk, geheart op
gelijke manier als bij koffie en om dezelf*
de reden n.l. het omzetten van de in de
boonen aanwezige suiker tot caramel. Nu
zijn ze gereed om vermalen te worden,
doch het poeder, dat men dan verkrijgt
is zoo niet geschikt voor consumptie.
Maakte men hier een drank van dan zou
die veel te machtig zijn daar de cacao
massa niet minder dan 50 pCt. vet bevat,
anderzijds zit er voor de fabricage van
reepen en dergelijke weer niet genoeg van
dat vet, de cacaoboter in. Dat die naam
boter nog niet zoo gek is, merkt men
's zomers, het smelt dan even spoedig als
het zuivelproduct, waaraan die naam is
ontleend. Behalve voor de fabricage van
chocolade wordt cacaoboter juist om dat
lage smeltpunt veel gebruikt voor de be-:
reiding van zalf en pommade.
Men verkrijgt het door de gemalen ca-
caohoonen warm uit te persen, het vet
loopt dan vloeibaar uit. De overblijvende
koek wordt nu tot poeder vermalen en dit
moet zeer fijn en zorgvuldig geschieden
opdat niet in de eruit bereide drank een
bezinksel ontstaat.
Hoewel sterk ontvet bevat dit poedor
nog altijd 20 tot 30 pCt. cacaoboter. Een
Hollandsche uitvinding is, om te maken
dat dit vet niet tot klonters aanleiding
zal geven, het verkregen poeder met so
da te behandelen, waardoor immers alle
vetten in fijn verdeelden toestand worden
gebracht, zoodat de aldus bewerkte cacao
zich goed in water zal verdeeleu, oplos
sen, zooals dc gewone ofschoon minder
juiste term luidt.
In 1920 steeg de prijs van cacaoboter
zoo sterk dat het loonend werd om onder
aanwending van meerderen druk nog
grooter gedeelte vet uit do boonen te per
sen. Het poeder dat men daarvan over
hield was aanmerkelijk magerder en men
zal zich herinneren dat het juist in dezen
tijd was dat plotseling die vèel goedkco*
pere cacao in do winkels verscheen.
Waarschijnlijk, als een terugslag hiervan
ging het volgend jaar de prijs van cacao
boter met een derde achteruit. Het gevolg
bleef ook nu niet uit: scherpe concurren
tie tusschen do chocoladefabrikanten, die
immers cacaoboter als grondstof gebrui
ken. Wat het vórig jaar met .het poeder
was gebeurd zagen v.e rui hij dc reepen,
een wedlccp van prijzen, uie naar bene
den holden, zeer tot genoegen van het pu
bliek natuurlijk.
Nu cacao niet meer zoo'n duur artikel
is, zijn ook de vervalschingeu minder tal
rijk geworden. Meestal bestond deze uit
een hijmenging van meel met daarbij om
de kleur te herstellen, een toevoeging van
dcodekop of roede oker, hetgeen zich ver
raadt door veel en een zanderig bezink
sel. Vaak zijn liet ook de schillen der ca-
caoboonen, die men mee vermalen heeft.
Dikwijls is men nog dc meening toege
daan als zou de verval selling schadelijk
heid voor de gezondheid in zich sluiten.
Dit laatste behoeft echter nog geenszins
het geval te zijn om toch het feit reeds
strafbaar te meJcc-n. Men spreekt dam van
„misleiding van het publiek". Zoo b.v. 'de
vermenging van margarine in natuurbo
ter, waarbij oen vermindering van voe
dingswaarde zelfs nog bewezen moet wor
den.
In 't algemeen en voor cacao b). 't hij-
zonder geldt dat gesloten verpakking en
een bekende firmanaam U de beste waar
borg zullen zijn voor do zuiverheid van
het artikel. Deze firma's zouden niet.
graag, hij het geringe voordeel, dat haar
een vervalsching zou geven, zich de onbe
rekenbare schade door het verliezen van
haar naam op den hals halen
De abdis van Rijnsburg.
Was de ahclij van Rijnsburg een merk-
.waardig klooster, haar abdis was even
zeer een merkwaardige persoonlijkheid,
zooals we zien zullen uit volgende bijzon
derheden, ontleend aan het voortreffelijke
hoek, dat Maria Hüffer aan die middel-
eeuwsche inrichting wijdde 1).
Over de verkiezing van een abdis en de
eischen, welke aan de persoon der candi
date werden gesteld, worden we nauwkeu
rig. ingelicht door een in 't Latijn gesteld
schrijven, waarin namens do nonnen van
het klooster den Utrechtschen bisschop
Jan van Arkel werd medegedeeld, hoe
voorzien was in de vacature na het over
lijden op 4 Maart 1358 der abdis. Mar-
garetha van Langerak.
Volgens dezen brief kwamen de kloos
terlingen reeds den llden Maart d.a.v. bij
een in het z.g. kapittelhuis voor de keu
ze en verheffing eener nieuwe abdis, ten
einde de gevaren te voorkomen, welke voor
de abdij konden ontstaan, indien de plaats
der kloostervTOuwe lang onbezet bleef.
Nadat de bijstand van den H. Geest
was ingeroepen, werd met algemeene stem
men de priorin van het convent, zuster
Clarissima van Scenghen gekozen, die ge
profeste non was, ouder dan 30 jaren, uit
een wettig huwelijk voortgekomen, van
onberispelijke zeden, in geestelijke en we
reldlijke bestuurszaken ervaren en door
haar eigenschappen van geest en hart het
meest geschikt om de hoogste waardigheid
in de abdij to bekleeden.
Aan het einde van den brief verzoeken
de nonnen den bisschop, voor 'zoover zijn
ambt en zijn bevoegdheden het met zich
brachten het klooster was „exempt",
d.w.z. alleen aan den Paus onderworpen,
waarop nog eens nadrukkelijk wordt ge
wezen de keuze te bevestigen.
Al was wegens die „exemptie" heï ge
zag van den bisschop over de abdij zede
lijk niet bijzonder groot, finacieel was 't
toch wel van beteekenis. We lezen toch
omtrent een andere abdisverkiezing, dat
voor de bevestiging der keuze den bisschop
van Utrecht moest worden betaald niet
minder dan 313 pond, 10 schelling en 12
penningen, welke som overeenkomt met
1650 gulden, berekend volgens de gelds
waarde van vóór «den oorlog van 1914.
Geen wonder, dat de nonnen bij voorkeur
een niet al te jeugdige kloosterlinge tot
abdis kozen, want jonge lieden kunnen
ook wel sterven, maar oudere plegen 't toch
eer te doen en daarmede hield men zui-
nighidshalve rekening.
De eeuwen door hadden de abdissenver-
kiezingen zonder belemmering of strub
beling plaats, totdat in 1535 Karei V zich
erin mengde. Na 't overlijden der abdis
Adriana van Botland op 14 April van dat
jaar haastte hij zich, de non Maria van
Toutenburg, uit het aanzienlijke Thuring-
scho geslacht Schenck van Toutenburg, tot
haar opvolgster aan te wijzen. Hij heriep
zich daarbij op de rechten hem door den
H. Stoel voor zijn landen Verleend, ten
gevolge waarvan niemand eenig geestelijk
ambt van beteekenis kon krijgen, tenzij
door den keizer daartoe „genomineerd".
Don kapittelvrouwen bleef niet anders
over dan zich aan 's keizers wil te onder
werpen, zcodat, ofschoon niet met alge
meene stemmen, Maria van Toutenburg
tot abdis verkozen wercL en op de gebrui
kelijke wijze gehuldigd.
Dit laatste geschiedde op Zaterdag 22
Mei_ 1535 na do gezongen Mis van den dag,
in tegenwoordigheid van 21 kapittelvrou-
wen (nonnen), terwijl mede aanwezig wa
ren de Rentmeester der abdij, Willem van
Alkemade, de baljuw van Rijnsburg,
Frans van Hoogstraten, Maria's broeder
Frederik, de latere aartsbisschop van
Utrecht', destijds nog proost van de St.
Pieterskerk aldaar, benevens verschillen
de andere ridders en edelvrouwen.
Nadat de notaris de Latijnschen beves
tigingsbrief van den Utrechtschen bisschop
had voorgelezen en op-verlangen der non
nen vertaald en toegelicht, legde Maria
van Toutenburg den gebruikelijken eed
van trouw af en ontving zij bij monde
van de priorin Elisabeth van Amstel, na:
mens het gefhecle convent de belofte, dat
men haar steeds als abdis zou eerbiedi
gen en haar als leidster en bestuurster der
abdij de verschuldigde gehoorzaamheid
zou bewijzen. Van haar kant beloofde do
nieuwe abdis dat zij de oude gebruiken,
door haar voorgangsters ingesteld, zou
handhaven, dat zij in de behandeling der
kloosterlingen steeds eene rechtvaardige
gelijkheid zou betraohten, dat zij niemand
zou tekort doen in do eenmaal verkregen
vrijheden en rechten en dat zij zich hij
al hare handelingen slechts zou laten lei
den door het algemeen welzijn 'der abdij.
*Toen op deze wijze de voortzetting van
dierbaar geworden tradities ook onder
het nieuwe bestuur gewaarborgd J "was,
volgde de eigenlijke ceremonfo der hul
diging. De nonnen, de schooljonkvTOuwen,
de beambten en dienaren der abdij* nader*
den in de volgorde, die met ieders ambt en
waardigheid overeenkwam, tot de abdis,
om, hetzij onder aanbieding van de sleu
tels der verschillendo departementen, het
zij met een vredekus of met een kniehui-
ging, haar als do nieuwe gebiedster te be
groeten. Daarra verlieten- allen het ka
pittelhuis "en brachten do nïoüre
feestelijkcn stoet naar de vöo» i
stemde vertrekken. Onder fan i,
van het gebruikelijko cerernoai?5
zij daar binnengevoerd en van d1
blik af was Maria ToiUeiiW-
biedster.
Do nieuwe abdis zag zich te n-
voor geen gemakkelijke taak --
Door Karel's wil aan do abdij
meer opgedrongen, ondervond
rende heel haar bestuur oen -ai.' 3
trouwen van den kant dor con'wJ
dat zich in bedekte en openlijke lo!'
king uitte cn ook gedeeltelijk de zeer
pe afkeuring verklaart, na Maria'*
ten opzichte van haar gedrag en\'
uitgesproken. In hoofdzaak echler
de over 't algemeen minder goeds
standhouding tusschen do kapitteln
cn de abdis worden geweten aai
moeilijk karakter, dat haar weiDjf
schikt maakte voor het eerbieö
ambt, waarvoor de keizer haar had'
aanwijzen. Karei V zou waarlijk
hebben gedaan zich ten dezo niet J
kloosterlijke aangelegenheden te
moeien; hij zal echter het
-- a&nzienl
slacht Toutenburg nader aan zich U
willen verbinden.
Door een twintigtal tijdgenoot®
abdis: nonnen, ambtenaren en gee^tó
van de abdij, werden in 1553, bij
heid eener visitatie van het klooster!
voerig getuigenissen afgelegd, waani
de eigenschappen van Maria vaii
burg en de drijfveeren, waardoor ai,
liet leiden, beter kennen dan van j
abdis van Rijnsburg ook. Dank
bronnenstudie van Maria Hüffer ba
wij daardoor een scherp omlijnd h
terbeeld van deze adellijke kloosterd
Volgens den pastoor van RijnsM
den rentmeester der abdij was zij j
van herten" en prachtlievend: z"
„an heur lijf goude braceletten
steenten, gelijck oft een groote weerj
(wereldlijke) princess3 geweest ha-5
Trotsch op haar uitverkiezing
verreweg de meerdere voelend
omgeving, wilde de abdis al hare h
zonder de minste tegenwerking uitga
ziien en duldde noch aanmerkingen
haar handelwijze, noch vermaning»
werden dezo haar ook door een pi*
gegeven. Daarenboven was hare hi
gemoedsaard, die haar dikwijls had
onbillijk deed zijn, oorzaak dat de na
zich niet krachtig durfden verzetten 5
djen wil der abdis, zelfs niet in die
len waarin het belang van het kloosi
de ernst van het gemeenschappelijk 1
dit eigenlijk vereisehten.
Alleen de gezusters Philippa en
teld van Uitenham, henevens de pr!
van het klooster, Elizabeth van is
die dit ambt reeds onder de vorige si
sen had bekleed, maakten, hierop
uitzondering. Doch de pastoor van R;
burg, die dit vermeldt, voegt er onmi-i
lijk aan toe, dat Maria deze nonnen
om „niet zeer lief en hadde'V
Maar ook de conventualen, welke 1
grootere meegaandheid van karakter
het misnoegen der abdis opwekten
wie zij dientengevolge de verschil
ambten in het klooster opdroeg, diei
namen aan de feesten en banketten. 2
vertrekken der abdis aangericht, en!
vergezelden op haar spelevaarten 1
Kloosterschuur en andere plaatsen h
nabijheid van Rijnsburg, schijnen
meer gevreesd dan bemind te hebben
Uit de getuigenissen, welke de m
na het overlijden van Maria van Te
burg over haar aflegden, blijkt,
handelingen der abdis soms zelfs ca!
ten graad van krankzinnigheid dedö
derstellen. In ieder geval is in die uil?
ken weinig of niets te vinden, dat opt
toegenegenheid wijst.
Slechts Maria's nicht, Anna van To:
burg, die do capellanes.se" (assith
der abdis was, kent haar den lof ta
abdij althans wat het stoffelijke fc
„wel geregeerd" te hebben, omdat
bij haar dood niet met schulden
zwaard. Hieraan zal echter het va
dig beleid van Willem van Alkcmaè
gedurende 20 jaren (15331553)
meester der abdij was, ook wel niet 1
zijn geweest.
Daarentegen zien we tusschen
van Toutenburg en de It i insla?
jonkvrouwen een eensgezinde sa®
king bestaan hij hare pogingtinin 1
dij, welke te en sinds 400 jaar der
van Sint Benedictus had gevolgd, li
scheppen in een zoogenaamd Stift ol-
legium van Canonessen" (kanunnik
wat meer in den geest van dien Ur
en een minder verstorven levens^
veroorloven, ook wijl dan de belonj
persoonlijke armoede zou vervallen.'
Of eD in hoeverro deze pogineö
geslaagd is niet duidelijk; van eeni?
slissing, hetzij van den keizer, litó*
den Paus is in do Rijnsburgschcj
ven niets te vinden. Wel blijktdah-
nen de zaak inmiddels zelf ter bas-
ben genomen en getracht hebben®
sluiten van een onderlinge overeo
hare wenscbc-n aangaande een
strengen leefregel gedeeltelijk ate
binnen zekere grenzen te verwer-
Door het overlijden van Maria v-
tenhurg op 13 December 1552, vos
V die ook al eens inbreuk bad f
op do rechten der abdis zelve,
straks andermaal gelegenheid w
zag in de schaal te werpen. Hu
echter 'ditmaal hij zijn keuzeil®
het gevoelen van do meerderheid
pittelvTOUwen, waarschijnlijk a
'door 'de minder aangename eI'
der vorige maal. De groote ff®
'der nonnen wees de priorin j
Langerak aan, dio toen 47 jare^
en niet gehoord had tot „den 8
de overleedeno abbesse".
Meer dan bij een harcr .voor
treedt bij deze abdis, naast
lijke waardigheid, het karakt
reldtijko vorstin op den voor^
krachtens de rechten van een
lijke gebiedster het bestuor -
1 de heerlijkheden der abdij»