i/66d6 Blad
2 Lm, 5 September.
nsdag 5 Septemberl923
'wittïÉHLABBD
D.lr REGEEBINGS-IUBIUEUM VAN
,tf DE KONINGIN.
«blntoch t 'n d!> tooJdstad
Ui De voorbereiding.
8 is yandaag de groote dag, de dag
gel» intocht. Maanden achtereen is
het kantoor van Blaauwhoedcn—
leem aan do Heerengracht gecon-
'C': £r 2ijn daar door den Voorzitter
'Mj geatraal Bestuur vafi do Huldi-
nmnissie, den heer C. G. Vattint
d(. plannen gemaakt, waarbij hon-
8 B "en nos eens honderden personen
°Dti nerlei Vereenigingen hem met raad
e 5 ad hebben bijgestaan. Zelfs beeft
lie i -(gemeten den intochtsweg in de
t u zoowel als in de breedte.
d c -jgest immers berekend worden
1 mensclien zich in het geheel ach-
a&: i Koninklijken Stoet zouden kunnen
ke[: nen, om als aanstonds de stoet op
:erj m 'aankomt, alle deelnpmers dit
n a nationale plein te laten opmar-
5 Ir n
Koti boevele detauls de organisatoren
fat? ,bben rekening te houden, valt na
gel i niet te vermelden, maar ieder
stijl it dat juist de kleinigheden volko-
ocdê orde moeten zijn, om het geheel te
vei lagen.
i3 men dan eindelijk uit-geconfe-
eQ het met veel moeite ontworpen
tan den intocht, dat naar ieders
bting het schoonste nummer zal
j van het geheele juhileumprogram,
ms uitgevoerd worden.
r te De drukte langs dsn intochtsweg.
reeds vroeg vol in de geheele stad.
itni l3JÜ aan (rekt ieder de richting uit
en weg, waarlangs de intocht zal
behben. Alle voorbereidingen zijn
en, zoowel officieel als meer huise-
W neer ook wij in die richting gaan,
e, dat bij vele particulieren do ra-
ijn weggenomen, zoodat men ge-
hjker de stoet kan gadeslaan. De
is druk in den weer, vooral bij het
an aankomst, het slation Willems-
om orde te brengen in de steeds
.1 ieiende menigte. Aan de Vereeni-
I» die met hun vaandels langs den
illen gschaard staan, worden hun
en aangewezen. Inderdaad krijgt
jflj lie vaandels de weg een nog meer
jk aanzien.
iveer éen» uur wordt overal het rij-
p langs den intochtsweg stopgezet;
,SUSi Luto mag er meer rijden, de tram-
heeft niet meer plaats. De menigte
echter in beweging. Steeds voller
het overal.
Ig vensters in den omtrek worden be-
ik op de daken der huizen hebben
^][j koloniën, zich genesteld.
r en meer komt er als het ware een
ir|8u innur, waardoor de weg zich duide-
lat afteeken en. Zoo nu en dan gaat
een officieele auto naar het statiop
6 nspark. Hoe meer het uur van aan-
nadert, hoe meer officieele perso-
^3sn het 6tation komen. Uit do verte
reeds een hartelijk gejuich. Het is
:ht van burgers te paard, die
costuum van blauw-
net oranjestrik op den linkerschou-
di pantalon met goud galon en de
op met witte struisveeren, wekt alge-
bewondering. Overal worden deze
hartelijk toegejuicht,
oogenhlik van aankomst nadert
ten meer. De rijtuigen van den stoet,
do witte calèche, zijn ook Teeds
men. Het pleintje voor het sta-
s nu geheel door de politie ontruimd
S do rechterzijde van het gebouw heb-
'ii H oen aantal leden van de feest-
!f>io met hun dames opgesteld,
laifl andere zijde staan de leden van
iid
FEUILLETON
(Nadruk verboden).
Signora Hudello, Signorina Marietta
N kondigde de hofmeester van het
1 aan, terwijl do bruid van de Medici
'o zijde van haar moeder den drem-
ictrad. Onderwijl Pietro zijn bruid
1 snelde, begroette Cosimo de
Signora. Het was een koude, vor-
groet; want maar al te goed kende
ki het intriguante, heerschzuchtig©
r der toekomstige schoonmoeder
zo.°n' en ^eernd aan huichelarij
wht hij geen gevoelens te toonen, die
"ot bezat.
«ra Gismonda daraentegen straalde
mugde, zij zag het doel harer wen-
nabij; het volk had jubelend haar
ïs'oel begroet, waarin zich de toekom-
moeder van de erfgenamen der Me-
■Daar ^et verlovingsfeest liet dragen;
eens Beatrice Alhizzi dacht zij zich
Tos overdeze licht ontvlambare
^'ko zij door Pietro's hand wilde
,cnaar ha&r grillen, naar haar wil.
van zulke toekomstdroomen of
en glans, die de horst des moe
zwellen, leefde er in het hart
Van schuchteren, vromen
aan den wil harer moeder on-
had zij niet lang naar het
toen Signora Rudello
tot bruid -van den jongen
ie» voor wien zij reeds lang
afging koesterde 1 hef hart
ide Koninklijke Liedertafel „Apollo", die
straks de Koningin zullen toezingen.
Bij deze vereeniging hebben zich aan
gesloten deputaties van allo Koninklijke
Liedertafels met hun vaandels.
Op het Station Willemspark.
Het geheele perron van het Station
Willemspark is in een bloemenprieel her
schapen.
Men heeft zelfs voor dit speciale doel
aan den Zuidelijken vleugel van dit an
ders zoo rustige station een houten over
kapping gemaakt om den aanblik van
het „dorps-stationnetje" grootsteedsch te
maken;
De gangen, waar de Koninklijke stoet
uitrijdt, zijn met bloemen, planten en
dundoek versierd.
In de wachtkamer, tweede klasse, zijn
do leden van do Huldigingscommissie, on-
rlcr leiding van hun onvermoeiden presi
dent van het Centraal Bestuur7 den heer
C. G. Valtier Kraane saamgekomen.
Op het perron bevinden zich verschil
lende autoriteiten, o.w. do Burgemees
ter van Amsterdam, do heer W. de Vlugt,
in ambtsgewaad. Op den rechtervleugel
van het station staat het Muziekcorps van
de Amsterdamscho politie opgesteld.
Alles is gereed om de juhileerende
Vorstin (e ontvangen.
De aankomst.
't Is tien minuten over tweeën." Het
sein van aankomst wordt gegeven. Even is
alles stil! En als dan eenige seconden
daarna do Koninklijke trein, waarop de
Koninklijko Standaard wappert, het sta
tion komt binnenrollen, zet het „Amster-
damsche Politic-Muziekgezelschap", on
der leiding van zijn directeur, den heer
Hub. Rijgersberg, het Wilhelmus, de oude
toonzetting, in.
Als do tienduizenden, die builen op het
Stationsplein de eerste tonen van de mu
ziek hooren, ten teeken, dat de Koningin
is gearriveerd, klinkt een levendig hoera
geroep/dat tot op het perron doordringt.
Hare Majesteit stijgt uit en wordt ver
welkomd door den Burgemeester, die ver
volgens den Prins en Prinses Juliana
hartelijk begroet.
Korten tijd onderhoudt de Koninklijke
Familio zich met de aanwezige autoritei
ten en de Koningin betuigt Hare groote
erkentelijkheid jegens de Amsterdainsche
politie voor het door haar gegeven eerste
feestelijk eeresaluut.
Dan begeeft Hare Majesteit zich naar
de met planten en bloemen versierde 2e
klasse-wachtkamer, waar de leden van de
HuldigingsconirrTissie aan de Koninklijke
Familio worden voorgesteld.
Daar blijft men een 10-tal minuten ver
wijlen.
Vol belangstelling wordt gewacht dat de
Koninging met Haar gevolg zal ver
schijnen.
Do deuren gaan open. Er komt plotseling
©enige beweging buiten. De dirigent van
„Apollo", de heer Fred. Roeske, heft den
dirigeerstok op en tusschen de planten en
bloemen wordt de Koningin zichtbaar.
Aan alle pijden klinkt hoera op en het-
is alsof de oranjevaandels aan de hooge
masten, die het plein versieren, Haar toe
wuiven.
Hare Majesteit buigt naar alle zijdenen
dan klinkt over het plein do zang van
„Apollo": Geuzenvondel op den Thuis-
marsch", van F. L. Hemkes. Wanneer de
laatste tonen van den zang zijn weggestor
ven stapt de Koningin onder luid gejuich
in de witte calèche, hetzelfde rijtuig waar
in zij naast Haar Moeder gezeten, voor
25 jaren Haar intocht deed. Nu neemt
naast Haar plaats Haar Gemaal en tegen
over het Koninklijk Echtpaar Hun doch
ter.
Wanneer er beweging in den stoet komt
sluiten zich daarbij dadelijk aan de vaan
dels van het Politiemuziekgezelschap en
die van de Koninklijke Zangvereenigingen
Om en achter het rijtuig van de Konink
lijke familie heeft zich do eerewacht ge
schaard. Langzaam gaat het den Amstel-
veenschen weg en daarna den Koninginne
weg op, onder de laan van Oranje door.
De jubsitocht.
Nu komt eerst do versiering op de
Koninginneweg goed tot haar recht. Op
korte afstanden van elkander zijn Oranje
velums gespannen, en op kruisingen met
andere straten is de reeks velums afge
broken dcor palen met Oranje doeken naar
Jaoansch model.
I zvrI
I«arietta.
gelooft gaarne, wat het lief heeft. Wel
was ook lot haar het gerucht doorgedron
gen, dat de muren van een paleis deelt
met do leemen wanden van een hut, en
hadden- haar ingefluisterd van do vreese-
lijko scène, toen de vertwijfelde broeder
lijk zijner zuster-legde aan do voeten
vah Pietro's vader en het een offer noem
de van zijn zoon; maar geen vraag kwam
over haar lippen, zij kon, zij wilde het
vreeselijke niet gelooven, door tranen en
.gebed zocht zij in de eenzaamheid den ge
liefden van alle schuld to ontlasten, in
dien hem die werkelijk drukte. En hoven-
dien was Pietro, sedert hij haar voor do
eerste maal met den zoeten naam bruid
begroette, zoo goed, zoo beminnelijk, dat
spoedig allo verdenking verdween, als had
hij steeds haar en haar alleen zijn hart
gewijd.
En het was bij Pietro ernstig gemeend,
Hem was Marietta, dio hij nu eerst had
leeren kennen in haar eenvoud en bevallig
heid, lief geworden en met ongehuichelde
hartelijkheid drukte hij een kus op de
hand der blozende jonkvrouw, die in te
genstelling met do vorstelijke pracht ha
rer moeder in een eenvoudig wit- zijden
kleed' verschenen was. Alleen een krans
van zilveren bladeren tooide haar rijke
lokken, wat voortreffelijk stond hij baar
zachte gelaatstrekken. Reeds hij het bin
nenkomen van Pietro was Edmondo op
gestaan om te vertrekken, alleen een vrien
delijke wenk van Cosimo had hem terug
gehouden. Nu vatte de Medici hem. hij de
hand en hem tot Marietta voarend, zeide
hij:
J Mijn dochter vergun mij u reeds
nu zoo te noemen 5=5 ik breng u een ver
Langzaam rijdt de stoet voorwaarts en
enthousiast klinken overal de toejuichin
gen, welke de Koningin en de Prinses,
wuivende met de banden, vriendelijk in
ontvangst nemen.
Hulde van oude vrouwen en mannen.
Op den hoek van do Emmalaan blijft do
wite calèche staan voor eeno tribune, waar
op driehonderd ouden van dagen, verpleeg
den van het Diaconie Oude Mannen- en
Vrouwenhuis der Nederduitsch Hervormde
Gemeente onder leiding van Mevrouw A.
M. T. de Jonge-Post, leidster van de Ka
bouters van groep IV van de afdeeling
„Amsterdam" van het Nederlandsche
Meisjesgilde, hijeen zijn.
Een der oudjes, mej. G. J. Mattiesing,
treedt op het Koninklijk rijtuig 'toe en
biedt Hare Majesteit bloemen aan, terwijl
de oude vrouwen en mannen op de tribune
een driewerf „Leve do Koningin"! roepen
Ook Prinses Juliana ontvangt bloemen,
dio door do Kabouter, Mej. Louis Flesse-
man worden overhandigd.
Dan trekt do stoet weer verder naar den
Willemsparkweg en ook daar staat aan
beide zijden van den weg een ontzaggelijke
menigte geschaard, die geestdriftig de
Koninklijke familie begroeten.
Op de halcons der heerenhuizen en voor
de vensters verdringt men zich, om mede
te jubelen bij liet voorbijtrekken Tan de
jubelstoet. Stapvoets wordt verder gereden
langs de Van Baerlestraat, Gabriël Metsu-
straat, naar het Johannes Vermeerplein.
Hare Majesteit wordt toegezongen.
Voor het huis van den Burgemeester
wordt halt gehouden. Een meisjeskoor, be
staande uit 160 personen, zingt hier voor
het Koninklijk Gezin de volgende twee lie
deren:
„O Heer, die daar des Hemels Tente
spreidt" uit Valerius; „Gedenckclanck" en
„Zegenbede" van Catharina van Rennes.
Weer worden aan Hare Majesteit bloe
men aangeboden en dan gaat de stoet,
waarachter zich telkens de deputaties der
deelnemende corporaties met hun vaandels
aansluiten, voorwaarts langs de Johannes
Vermeerstraat, Honlhorststraat, Museum
straat, Weteringschans, Leidscheplein,
Leidschestraat naar de Keizersgracht 369,
alwaar voor het Weeshuis van de .Ned.
Hervormde Gemeente de weezen staan ge
schaard.
Uit hun midden is een muziekkorps, on
der leiding van den heer H. V. B. Schoon-
derbeek, gevormd, dat voor Hare Majesteit
ten gehoore brengt: „Geluckig Vaderland"
en „O Heer, die daar des Hemels Tente
spreidt", beide liederen uit Valerius' „Ge
denckclanck".
Als wederom aan do Koningin eïl de
Prinses bloemen zijn overhandigd, wordt
de jubeltocht vervolgd langs de oneven
zijde van de Keizersgracht, Raadhuis
straat, N. Z. Voorburgwal en Paleisstraat
naar den Dam.
Allo langs de wegen opgèstelde deputa
ties van verschillende vereenigingen met
hunne vaandels, banieren en vlaggen,
hebben zich dan achter dèn stoet aange
sloten. Het zijn in het geheel ruim 4U0
vereenigingen, dio ieder een deputatie van
ZG9 personen hebben kunnen laten deelne
men en als hot Koninklijk rijtuig den Dam
opzwaait, bevindt do staart van den stoet
zich nog op de Keizersgracht.
Op den Dam.
Leeg ligt het hoofdplein van onze stad
en toch is het zoo vol. Op de straat zelve
wordt niemand toegelaten. Het plein is
afgezet tot do lijn Dam-Rokin, maar in en
op de gehouwen is een comparte menigte
Alle ramen en daken der aanliggende ge
bouwen zijn dichtbezet van de Nieuwe
Kerk tot de Groote Club.
De groote tribune recht tegenover het
Kon. Paleis, nu met vlaggen en groen
keurig gedrapeerd, zit vol met een belang
stellende menigt^ Tusschen dezo tribune
en de afzetting beweegt zich nog een rustc-
looze menigte, die hoe langer hoe meer,
naar het oogenhlik nadert» dat de Konink
lijke Stoet op den Dam zal komen, ver
start.
Nauw, dicht opeengepakt wacht men
op het groote oogenhlik, dat de stoet komt
Uit de verte hoort men het reeds; in de
Paleisstraat ziet men allerwege wuiven;
men rekt de halsen; het eerste rijtuig
zwenkt uit de Paleisstraat den Dam op.
Weldra wordt ook do witte calèche zicht
haar. De eerewacht is in het geweer ge
komen; de muziek heft het Wilhelmus aan
Do eerewacht van burgers schaart zich er
om heen, Hare Majesteit betreedt het Pa
leis, waarop nu de Koninklijke Stan
daard wordt geheschen. Nog eenige oogen
blikken, dan gaan de balcondeuren open
en treedt do Koninklijko Familie op het
balcon, terwijl do militaire muziek nog
maals speelt.
Intusschen komen de vertegenwoordigers
der ruim 400 Vereenigingen met hun ba
nieren, vlaggen en vaandels den Dam op
gemarcheerd. Het duurt heel lang voor
allen er zijn en telkens weer klinkt ge
juich.
Wanneer allen aanwezig zijn, buigen zij
en langzaam begint de aftocht, en brengen
een vaandelgroet.
Inmiddels heeft do Koninklijke Familie
zich in het Paleis teruggetrokken.
De eerewacht van burgers trekt ook weg
en langzaam aan herneemt de Dam zijn
gewoon aanzien, vol lawaai van een vroo-
lijke menschenmenigto, waarvan nog hon
derden het oude grijze Paleis blijven aan
staren.
WAAROM MINISTER DE GEER
HEENGING.
rtDe Nederlander" heeft betoogd, dat,
wordt de Vlootwet aangenomen, de Mari
ne-begrooting nooit meer dan één millioen
omhoog zal gaan. Naar aanleiding hiervan
vraagt een inzender aan het "blad „waarom
dan een man als Minister De Geer daar
voor is heengegaan."
Het hoofdorgaan der OhristTHistorischen
antwoordt hierop het volgende:
„De zaak is inderdaad zoo als inzender
ze uit onze woorden heeft begrepen.
De Vlootwet is niet anders dan eene
wettèlijke vaststelling van het soort en
het aantal schepen en vliegtuigen, waaruit
ons Marine-materieel zal zijn samenge
steld.
Verschillende onderdeelen van dit ma
terieel zijn reeds aanwezig of in aanbouw.
Althans is alles zoo bepaald, dat de uitga
ven in Nederland riiet meer zullen bedragen
dan hetgeen zonder Vlootwet, toch op de
Marine-begrooting telken jare wordt toe
gestaan.
ïndië zal echter belangrijk meer bij moe
ten passen, dan tot heden op de Indische
begröoting voor de Marine pleegt te wor
den uitgetrokken.
Minister De Geer ging dan ook niet heen
omdat er zooveel meer voor Marine zou
worden uitgegeven; maar omdat hij, nood
zakelijk ^chtend eene algemeene bezuini
ging over alle hoofdstukken der begrooting
vreesde, dat deze bezuiniging moeilijk zou
zijn door te zetten, indien op Marine wel
niet meer dan tot heden maar ook niet
minder dan tot heden, zou worden uitgege
ven.
Wij krijgen dus geen vloot voor één mil
lioen. Maar het verschil tusschen het Ma
rine-budget met Vlootwet en zonder Vloot
wet zal zeer beslist niet meer zijn dan één
millioen. Bij voortgaande prijsdaling zal
ook dit millioen. verdwijnen."
LASTIGE VRAGERS OOK!
De Soc. Dem. ïeideTS hebben geweldig
veel bezwaren tegen de Koninginnefees-
ten.
De „bewuste" arbeiders mogen daaraan
niet meedoen evenmin als hunne kinde
ren die ze moeten leeTen dat de Koningin
maar een „heel gewone vrouw" is.
Een iiitnoodiging aan voormannen der
>S. D. A. P. om mee te werken tot de sa
menstelling van een officieel Gedenkboek
werd dan ook afgewezen.
Toen echter een verzoek van de uitge
vers om hun portret voor het Gedenkboek
af te staan, de rooden Kamerleden be
reikte, waren ze daartoe volgaarne be
reid.
Daartegen hadden de heeren geen prin-
cipieele bezwaren.
Dit was sommige volgelingen toch wel
wat al te kras. Zij begrepen dat niet.
Vandnar dat de heer Bergmeijer in
„Het Volk" inlichtingen vroeg.
Maar „Het Volk" zweeg.
Nu komt weer een ander inzender en
vraagt waarom niet geantwoord werd
Maar „Het Volk" zwijgt.
Do ietwat ijdele Kamerleder, breken
zicb nu het hoofd over de vraag hoe zij
zich uit deze netelige positie moeten Ted-
den en hoe ze zich van deze lastige vra-
i gers kunnen afmaken.
STAOSHiEytHS
GEMEENTERAAD.
(Vervolg.) -
0. Benoeming van twee leden van dei
Commissie voor do Strafverordeningen, (va^
catures: do heeren Mr. J. C. van der Lip eq
Mr. D. A. van Eek).
In de vacature van der Lip wordt geko
zen de heer van der Wal met 17 stemmen;
tegien 4 op deni heer Witmans, 2 op den,
heer Groeneveld, op de heeren Sijtsma, eq
V. Hamel, 1 op Mevr. v. Itallio en 5 blanco.
In de vacature van Eek wordt gekozen;
de heer van Eek met 29 stemmen.
10. Benoeming van vier leden van de
Commissie voor de Stedelijke Fabrieken
van Gas en Electriciteit, (vacatures: de
heeren F. Eikerbout, Mr. D. A. van Eek, B.
J. Huurman- en J. F. X. Sanders).
Gekozen worden de heeren Eikerbout
met 24, van Eek met 29, do heer Huurman
26 en' in de vacature Sanders de heer Speni
del met 14 .st. tegen 4 op den heer Wit
mans, 2 op den heer Heemskerk en. 1 op
de leden Mevr. v. Itallie, v. Hamel, v.
Stralen, Coster, Sanders, Rosmalen en v.
d. Wal.
11. Benoeming- van vier leden van de
Commissie van Beheer over de gestichten
„Endegeest", „Voorgeest" en „Rhijngeest",
(vacatures: de heeren B. J. Huurman, M.
Dubbeldeman, J. B. Meijnen en A. J. Oost-
dam).
Gekozen worden de heeren Huurman
met 24 en Dubbeldeman met 26 stemmen.
In de vacature Oostdam wordt gekozen
Mevr. v. Itallie met 22 stemmen tegen 2
op den heer Oostdam en 2 op Mevr. Stop
pelaar.
In de vacature Meijnen worden uitge
bracht op de leden Pera 13, Witmans 5,
Meijnen. 3, Mevr. v. Itallie 4, cn Mevr. de
Stoppelaar en den heer Verweij I.
Bij tweede stemming worden uitgebracht
op do leden Pera 17, Witmans 4, Verweij
2, Meijnen, v. Hamel, Mevr. de Stoppelaar
Mevr. v. Itallie ieder 1 stem, zoodat ge
kozen is de heer Pera.
12. Benoeming van twee leden van do
Commissie van Beheer over het Grondbe-i
drijf, (vacatures: de heeren J. Splinter Gzn.
en J. F. X. Sanders).
Gekozen wordt do heer Splinter met 23
stemmen en; in de vacature Sanders, do
heer Oostdam met 14 stemmen, tegen 3
op den heer Wilbrink en 1 op do ledon
Mevr. v. Itallie, Sanders, Groeneveld, Wit
mans, v. Hamel, Pikaar en Dubbeldeman.
13. Benoeming van vier leden van dö
Commissie voor den Geneeskundigen
Dienst en den Keuringsdienst van Waren',
(vacatures: de heeren B. J. Huurman, Th.
B. J. Wilmer, J. Splinter Gzn. en T. Groe
neveld).
Gekozen worden de lieeren Huurman
met 17 en Wilmer met 22 stemmen.
Voor de vacature Splinter worden uit*
gebracht op "de leden Splinter 8, Mevr. do
Stoppelaa-r 11, Mevr. JDietrich 2, Sijtsma 1
en Wilmer 1. Bij tweedo stemming worden
uitgebracht op do leden Splinter 8, Mevr.
de Stoppelaar 12, Mevr. Dietrich 3, Wil
mer 1 en 3 blanco.
Eij herstemming tusschen den heer
Splinter en Mevr. de Stoppelaar wordt
laatstgenoemde gekozen met 19 st. tegeni
3 op den heer Splinter.
De heer Groenfcveld wordt herkozen
met 20 stemmen.
14. benoeming van -drie leden van dö
Commissie van onderzoek der bezwaar
schriften tegen aanslagen in de plaatselij
ke directe belasting en uit dezen van dent
Voorzitter, (vacatures: de heeren Th. B. J:-
Wflmèr, J. Splinter Gzn., en T. 'Groene-1
veld).
De aftredende leden worden allen her
kozen met 24 stemmen
Tot voorzitter wordt aangewezen dö
heer Wilmer met 22 stemmen.
15. Benoeming van 3 plaatsvervangendö
leden, van de Commissie van onderzoek def
bezwaarschriften tegen aanslagen in dö
plaatselijke directe belasting, (vacatures8
de heeren A. J. Oostdam, Th. O. F. Stijn-
man en J. J. van Stralen).
De heer Oostdam wordt gekozen met
19 stemmem
In de vacature Slijnman werdt gekozen!
de heer Coster met 15 stemmen tegen 0
op den heer Witmans, 1 op den heer Kooi-
stra, 1 op den heer v. Stralen en 1 op den'
heer Dubbeldeman.
trekkende, die ik van een schuldelooze
bruid gaarne een afscheidsgroet zou mee
geven als teeken eener gelukkige toekomst
In het ongeluk had hij hart en ziel veil
voor het huis der Medici, in het geluk
roept hem de plicht, do plaats te vermij
den, waaruit men zijn familie heeft ver-
banncn.'t Is mij als moet ik in hem 'n zoon
missen; doch ik laat hem gaan met den
zegen eens vaders, geef gij hem de wen-
schen eener zuster mede, vraag hem, om
niet voor altijd te vergeten; geef hem den
troost, geef hem ook mij, den ouden man,,
wiens dagen geteld zijn, dat hij steeds
een tehuis zal vinden hij de Medici, waar
men hem in vriendelijke herinnering hóu
den zal.
Marietta reikte den jongen man de hand
Van ganscher harte doe ik u dio be
lofte, zeido zij bewogen, zoowel uit mijn
als uit naam van mijn bruidegom. Moge
het geluk u gunstig zijn, Signor Edmondo
en moogt go u steeds herinneren, dat in
het vaderland trouwe vrienden u geden
ken en voor u open houden hart en deur te
allen tijde.
Edmondo wilde antwoorden, doch een
ongewone beweging sloot hem de lippen,
ook had Signora Rudello zich in het ge
sprek gemengd.
En wat is hét, dat u van ons heen-
drijft, Signor Edmondo? vroeg zij, niet
zonder een zekere scherpte in den, toon
harer stem. Het bewustzijn, de eenige Al
hizzi te heeten, die nog binnen d9 muren
van Florenco toeft?' Ei, over dit gewetens
beswaar behoeft ge u niet te verontrusten;
want sinds eenige uren doet het gerucht
de ronde, dat do oude Signora Beatrice,
van Ricctirdo en eenige anderen verge
zeld, zich onder een vermomming in de
stad ophoudt.
Edmondo verbleekte.
i—Mijn grootmoeder! riep hij, die on
zalige oude vrouw 1 Het kan niet zijn, zij
kan niet op zulk een wijze de woede des
volks, nauwelijks bedaard, opnieuw willen
tergen? Het is slechts een gerucht, niets
meer. Ik zelf, Signora, noem het zool
Het is meer, zeide Cosimo ernstig,
het is de waarheid. Zooeven ontving ik
bericht hierover van de Gonfaloniere, die
mij tevens do plaats noemde waar zij zich
ophoudt. Laat haar! Tegen haar intriges
beschermt mij de nieuwe verworven liefde
der Florentijnen.
En tegen haar moordstaal? Hatelijk
klonk de stem der Signora.
Mijn leven is in Gods hand, antwoord
de hij eenvoudig.
Vergeef mij, Signor, wanneer ik' u
tegenspreek, meende de moeder van Ma
rietta, mij dunkt, uw doosvijandin in de
stad te weten, en te laten is uw noodlot
verzoeken. Het ware beter, indien ge scher
pere maatregelen vermijden wilt, het on
gunstige geslacht onmiddellijk met gewa
pende hand te doen verwijderen of een
woord daarover tegen het volk te uiten,
dat zou dan den soldaten der Republiek
het werk hesparen.
Zoo denkt gij, niet ik! antwoordde
Cosimo met waardigheid, voor haar vei
ligheid, n»4 voor de mijne, stenwie ik met
de Gonfaloniere in, om de familie onder
geheime bewaking te stellen. En wellicht
is hun geheele streven slechts daarop ge
richt: Roberto Alhizzi uit do handen der
justitie te bevrijden, maar voegde hij er
bij, het fonkelend oog, op wien Cosimo de
Medici eenmaal de hand heeft gelegd, diö
ontkomt niet; dit mogen de beklagens-
waardigen ervaren.
Denkt gij er dus werkelijk aan, de
uitspraak der rechters, het doodvonnis,
dat over Savello en Roberto Alhizzi ge
veld is, te laten voltrekken? riep de Sig
nora verschrokken. Wilt ge niet, steunend
op uw invloed, den ongelukkigen jonge
ling in de genade der rechters aanbeve^
len?
Neen, Signora, maar m éen genade,
de genade van den barmhartigen God.
Signor, bedenk het opzien! riep da
Signora. Italië zal buiten zich zelve zijn,
nog altijd is de aanhang der Alhizzi bui-*
ten do muren der Republiek sterk en
machtig met een bloedige wraak.
Signora zoo ernstig trof haar den
blik van Cosimo dat zij verschrikt zweeg
i—wel'zij t ge in het huis van de Medici,
maar de Medici zijt go niet. Vergun mij,
dat ik u naar het rijk geleide, waar vroiw
wenluim den scepter zwaait en vrouwen*
wil regeert, naar de feestzaal! Reeds wacn
ten onze gasten. Zondigen wij niet tegen
des gastheers heilige plichten!
Hij bood de dame den arm, en in fier*
fiouding hierop steunend, verliet Signora'
Rudello'het vertrek, doch met woede en
beschaming in het hart. Zoolang de Mo*
dici heerschte in den raad der Sign or ia-
dat was haaT na deze eerste afwijzing diu
delijk, zouden haar kuiperijen Bc^Pbreu{§
lijden op zijn onhulgzamen wil. En tocn^
leefde in het diepst baars harten do hooft
een hoop die zich niet liot verdrijven,
trots de krachtige, breede, mannelijke yet
schijning van hem die nevens haar ging.-
("Wordt vervolgd.), j