i/66d6 Blad 2 Lm, 5 September. nsdag 5 Septemberl923 'wittïÉHLABBD D.lr REGEEBINGS-IUBIUEUM VAN ,tf DE KONINGIN. «blntoch t 'n d!> tooJdstad Ui De voorbereiding. 8 is yandaag de groote dag, de dag gel» intocht. Maanden achtereen is het kantoor van Blaauwhoedcn— leem aan do Heerengracht gecon- 'C': £r 2ijn daar door den Voorzitter 'Mj geatraal Bestuur vafi do Huldi- nmnissie, den heer C. G. Vattint d(. plannen gemaakt, waarbij hon- 8 B "en nos eens honderden personen °Dti nerlei Vereenigingen hem met raad e 5 ad hebben bijgestaan. Zelfs beeft lie i -(gemeten den intochtsweg in de t u zoowel als in de breedte. d c -jgest immers berekend worden 1 mensclien zich in het geheel ach- a&: i Koninklijken Stoet zouden kunnen ke[: nen, om als aanstonds de stoet op :erj m 'aankomt, alle deelnpmers dit n a nationale plein te laten opmar- 5 Ir n Koti boevele detauls de organisatoren fat? ,bben rekening te houden, valt na gel i niet te vermelden, maar ieder stijl it dat juist de kleinigheden volko- ocdê orde moeten zijn, om het geheel te vei lagen. i3 men dan eindelijk uit-geconfe- eQ het met veel moeite ontworpen tan den intocht, dat naar ieders bting het schoonste nummer zal j van het geheele juhileumprogram, ms uitgevoerd worden. r te De drukte langs dsn intochtsweg. reeds vroeg vol in de geheele stad. itni l3JÜ aan (rekt ieder de richting uit en weg, waarlangs de intocht zal behben. Alle voorbereidingen zijn en, zoowel officieel als meer huise- W neer ook wij in die richting gaan, e, dat bij vele particulieren do ra- ijn weggenomen, zoodat men ge- hjker de stoet kan gadeslaan. De is druk in den weer, vooral bij het an aankomst, het slation Willems- om orde te brengen in de steeds .1 ieiende menigte. Aan de Vereeni- I» die met hun vaandels langs den illen gschaard staan, worden hun en aangewezen. Inderdaad krijgt jflj lie vaandels de weg een nog meer jk aanzien. iveer éen» uur wordt overal het rij- p langs den intochtsweg stopgezet; ,SUSi Luto mag er meer rijden, de tram- heeft niet meer plaats. De menigte echter in beweging. Steeds voller het overal. Ig vensters in den omtrek worden be- ik op de daken der huizen hebben ^][j koloniën, zich genesteld. r en meer komt er als het ware een ir|8u innur, waardoor de weg zich duide- lat afteeken en. Zoo nu en dan gaat een officieele auto naar het statiop 6 nspark. Hoe meer het uur van aan- nadert, hoe meer officieele perso- ^3sn het 6tation komen. Uit do verte reeds een hartelijk gejuich. Het is :ht van burgers te paard, die costuum van blauw- net oranjestrik op den linkerschou- di pantalon met goud galon en de op met witte struisveeren, wekt alge- bewondering. Overal worden deze hartelijk toegejuicht, oogenhlik van aankomst nadert ten meer. De rijtuigen van den stoet, do witte calèche, zijn ook Teeds men. Het pleintje voor het sta- s nu geheel door de politie ontruimd S do rechterzijde van het gebouw heb- 'ii H oen aantal leden van de feest- !f>io met hun dames opgesteld, laifl andere zijde staan de leden van iid FEUILLETON (Nadruk verboden). Signora Hudello, Signorina Marietta N kondigde de hofmeester van het 1 aan, terwijl do bruid van de Medici 'o zijde van haar moeder den drem- ictrad. Onderwijl Pietro zijn bruid 1 snelde, begroette Cosimo de Signora. Het was een koude, vor- groet; want maar al te goed kende ki het intriguante, heerschzuchtig© r der toekomstige schoonmoeder zo.°n' en ^eernd aan huichelarij wht hij geen gevoelens te toonen, die "ot bezat. «ra Gismonda daraentegen straalde mugde, zij zag het doel harer wen- nabij; het volk had jubelend haar ïs'oel begroet, waarin zich de toekom- moeder van de erfgenamen der Me- ■Daar ^et verlovingsfeest liet dragen; eens Beatrice Alhizzi dacht zij zich Tos overdeze licht ontvlambare ^'ko zij door Pietro's hand wilde ,cnaar ha&r grillen, naar haar wil. van zulke toekomstdroomen of en glans, die de horst des moe zwellen, leefde er in het hart Van schuchteren, vromen aan den wil harer moeder on- had zij niet lang naar het toen Signora Rudello tot bruid -van den jongen ie» voor wien zij reeds lang afging koesterde 1 hef hart ide Koninklijke Liedertafel „Apollo", die straks de Koningin zullen toezingen. Bij deze vereeniging hebben zich aan gesloten deputaties van allo Koninklijke Liedertafels met hun vaandels. Op het Station Willemspark. Het geheele perron van het Station Willemspark is in een bloemenprieel her schapen. Men heeft zelfs voor dit speciale doel aan den Zuidelijken vleugel van dit an ders zoo rustige station een houten over kapping gemaakt om den aanblik van het „dorps-stationnetje" grootsteedsch te maken; De gangen, waar de Koninklijke stoet uitrijdt, zijn met bloemen, planten en dundoek versierd. In de wachtkamer, tweede klasse, zijn do leden van do Huldigingscommissie, on- rlcr leiding van hun onvermoeiden presi dent van het Centraal Bestuur7 den heer C. G. Valtier Kraane saamgekomen. Op het perron bevinden zich verschil lende autoriteiten, o.w. do Burgemees ter van Amsterdam, do heer W. de Vlugt, in ambtsgewaad. Op den rechtervleugel van het station staat het Muziekcorps van de Amsterdamscho politie opgesteld. Alles is gereed om de juhileerende Vorstin (e ontvangen. De aankomst. 't Is tien minuten over tweeën." Het sein van aankomst wordt gegeven. Even is alles stil! En als dan eenige seconden daarna do Koninklijke trein, waarop de Koninklijko Standaard wappert, het sta tion komt binnenrollen, zet het „Amster- damsche Politic-Muziekgezelschap", on der leiding van zijn directeur, den heer Hub. Rijgersberg, het Wilhelmus, de oude toonzetting, in. Als do tienduizenden, die builen op het Stationsplein de eerste tonen van de mu ziek hooren, ten teeken, dat de Koningin is gearriveerd, klinkt een levendig hoera geroep/dat tot op het perron doordringt. Hare Majesteit stijgt uit en wordt ver welkomd door den Burgemeester, die ver volgens den Prins en Prinses Juliana hartelijk begroet. Korten tijd onderhoudt de Koninklijke Familio zich met de aanwezige autoritei ten en de Koningin betuigt Hare groote erkentelijkheid jegens de Amsterdainsche politie voor het door haar gegeven eerste feestelijk eeresaluut. Dan begeeft Hare Majesteit zich naar de met planten en bloemen versierde 2e klasse-wachtkamer, waar de leden van de HuldigingsconirrTissie aan de Koninklijke Familio worden voorgesteld. Daar blijft men een 10-tal minuten ver wijlen. Vol belangstelling wordt gewacht dat de Koninging met Haar gevolg zal ver schijnen. Do deuren gaan open. Er komt plotseling ©enige beweging buiten. De dirigent van „Apollo", de heer Fred. Roeske, heft den dirigeerstok op en tusschen de planten en bloemen wordt de Koningin zichtbaar. Aan alle pijden klinkt hoera op en het- is alsof de oranjevaandels aan de hooge masten, die het plein versieren, Haar toe wuiven. Hare Majesteit buigt naar alle zijdenen dan klinkt over het plein do zang van „Apollo": Geuzenvondel op den Thuis- marsch", van F. L. Hemkes. Wanneer de laatste tonen van den zang zijn weggestor ven stapt de Koningin onder luid gejuich in de witte calèche, hetzelfde rijtuig waar in zij naast Haar Moeder gezeten, voor 25 jaren Haar intocht deed. Nu neemt naast Haar plaats Haar Gemaal en tegen over het Koninklijk Echtpaar Hun doch ter. Wanneer er beweging in den stoet komt sluiten zich daarbij dadelijk aan de vaan dels van het Politiemuziekgezelschap en die van de Koninklijke Zangvereenigingen Om en achter het rijtuig van de Konink lijke familie heeft zich do eerewacht ge schaard. Langzaam gaat het den Amstel- veenschen weg en daarna den Koninginne weg op, onder de laan van Oranje door. De jubsitocht. Nu komt eerst do versiering op de Koninginneweg goed tot haar recht. Op korte afstanden van elkander zijn Oranje velums gespannen, en op kruisingen met andere straten is de reeks velums afge broken dcor palen met Oranje doeken naar Jaoansch model. I zvrI I«arietta. gelooft gaarne, wat het lief heeft. Wel was ook lot haar het gerucht doorgedron gen, dat de muren van een paleis deelt met do leemen wanden van een hut, en hadden- haar ingefluisterd van do vreese- lijko scène, toen de vertwijfelde broeder lijk zijner zuster-legde aan do voeten vah Pietro's vader en het een offer noem de van zijn zoon; maar geen vraag kwam over haar lippen, zij kon, zij wilde het vreeselijke niet gelooven, door tranen en .gebed zocht zij in de eenzaamheid den ge liefden van alle schuld to ontlasten, in dien hem die werkelijk drukte. En hoven- dien was Pietro, sedert hij haar voor do eerste maal met den zoeten naam bruid begroette, zoo goed, zoo beminnelijk, dat spoedig allo verdenking verdween, als had hij steeds haar en haar alleen zijn hart gewijd. En het was bij Pietro ernstig gemeend, Hem was Marietta, dio hij nu eerst had leeren kennen in haar eenvoud en bevallig heid, lief geworden en met ongehuichelde hartelijkheid drukte hij een kus op de hand der blozende jonkvrouw, die in te genstelling met do vorstelijke pracht ha rer moeder in een eenvoudig wit- zijden kleed' verschenen was. Alleen een krans van zilveren bladeren tooide haar rijke lokken, wat voortreffelijk stond hij baar zachte gelaatstrekken. Reeds hij het bin nenkomen van Pietro was Edmondo op gestaan om te vertrekken, alleen een vrien delijke wenk van Cosimo had hem terug gehouden. Nu vatte de Medici hem. hij de hand en hem tot Marietta voarend, zeide hij: J Mijn dochter vergun mij u reeds nu zoo te noemen 5=5 ik breng u een ver Langzaam rijdt de stoet voorwaarts en enthousiast klinken overal de toejuichin gen, welke de Koningin en de Prinses, wuivende met de banden, vriendelijk in ontvangst nemen. Hulde van oude vrouwen en mannen. Op den hoek van do Emmalaan blijft do wite calèche staan voor eeno tribune, waar op driehonderd ouden van dagen, verpleeg den van het Diaconie Oude Mannen- en Vrouwenhuis der Nederduitsch Hervormde Gemeente onder leiding van Mevrouw A. M. T. de Jonge-Post, leidster van de Ka bouters van groep IV van de afdeeling „Amsterdam" van het Nederlandsche Meisjesgilde, hijeen zijn. Een der oudjes, mej. G. J. Mattiesing, treedt op het Koninklijk rijtuig 'toe en biedt Hare Majesteit bloemen aan, terwijl de oude vrouwen en mannen op de tribune een driewerf „Leve do Koningin"! roepen Ook Prinses Juliana ontvangt bloemen, dio door do Kabouter, Mej. Louis Flesse- man worden overhandigd. Dan trekt do stoet weer verder naar den Willemsparkweg en ook daar staat aan beide zijden van den weg een ontzaggelijke menigte geschaard, die geestdriftig de Koninklijke familie begroeten. Op de halcons der heerenhuizen en voor de vensters verdringt men zich, om mede te jubelen bij liet voorbijtrekken Tan de jubelstoet. Stapvoets wordt verder gereden langs de Van Baerlestraat, Gabriël Metsu- straat, naar het Johannes Vermeerplein. Hare Majesteit wordt toegezongen. Voor het huis van den Burgemeester wordt halt gehouden. Een meisjeskoor, be staande uit 160 personen, zingt hier voor het Koninklijk Gezin de volgende twee lie deren: „O Heer, die daar des Hemels Tente spreidt" uit Valerius; „Gedenckclanck" en „Zegenbede" van Catharina van Rennes. Weer worden aan Hare Majesteit bloe men aangeboden en dan gaat de stoet, waarachter zich telkens de deputaties der deelnemende corporaties met hun vaandels aansluiten, voorwaarts langs de Johannes Vermeerstraat, Honlhorststraat, Museum straat, Weteringschans, Leidscheplein, Leidschestraat naar de Keizersgracht 369, alwaar voor het Weeshuis van de .Ned. Hervormde Gemeente de weezen staan ge schaard. Uit hun midden is een muziekkorps, on der leiding van den heer H. V. B. Schoon- derbeek, gevormd, dat voor Hare Majesteit ten gehoore brengt: „Geluckig Vaderland" en „O Heer, die daar des Hemels Tente spreidt", beide liederen uit Valerius' „Ge denckclanck". Als wederom aan do Koningin eïl de Prinses bloemen zijn overhandigd, wordt de jubeltocht vervolgd langs de oneven zijde van de Keizersgracht, Raadhuis straat, N. Z. Voorburgwal en Paleisstraat naar den Dam. Allo langs de wegen opgèstelde deputa ties van verschillende vereenigingen met hunne vaandels, banieren en vlaggen, hebben zich dan achter dèn stoet aange sloten. Het zijn in het geheel ruim 4U0 vereenigingen, dio ieder een deputatie van ZG9 personen hebben kunnen laten deelne men en als hot Koninklijk rijtuig den Dam opzwaait, bevindt do staart van den stoet zich nog op de Keizersgracht. Op den Dam. Leeg ligt het hoofdplein van onze stad en toch is het zoo vol. Op de straat zelve wordt niemand toegelaten. Het plein is afgezet tot do lijn Dam-Rokin, maar in en op de gehouwen is een comparte menigte Alle ramen en daken der aanliggende ge bouwen zijn dichtbezet van de Nieuwe Kerk tot de Groote Club. De groote tribune recht tegenover het Kon. Paleis, nu met vlaggen en groen keurig gedrapeerd, zit vol met een belang stellende menigt^ Tusschen dezo tribune en de afzetting beweegt zich nog een rustc- looze menigte, die hoe langer hoe meer, naar het oogenhlik nadert» dat de Konink lijke Stoet op den Dam zal komen, ver start. Nauw, dicht opeengepakt wacht men op het groote oogenhlik, dat de stoet komt Uit de verte hoort men het reeds; in de Paleisstraat ziet men allerwege wuiven; men rekt de halsen; het eerste rijtuig zwenkt uit de Paleisstraat den Dam op. Weldra wordt ook do witte calèche zicht haar. De eerewacht is in het geweer ge komen; de muziek heft het Wilhelmus aan Do eerewacht van burgers schaart zich er om heen, Hare Majesteit betreedt het Pa leis, waarop nu de Koninklijke Stan daard wordt geheschen. Nog eenige oogen blikken, dan gaan de balcondeuren open en treedt do Koninklijko Familie op het balcon, terwijl do militaire muziek nog maals speelt. Intusschen komen de vertegenwoordigers der ruim 400 Vereenigingen met hun ba nieren, vlaggen en vaandels den Dam op gemarcheerd. Het duurt heel lang voor allen er zijn en telkens weer klinkt ge juich. Wanneer allen aanwezig zijn, buigen zij en langzaam begint de aftocht, en brengen een vaandelgroet. Inmiddels heeft do Koninklijke Familie zich in het Paleis teruggetrokken. De eerewacht van burgers trekt ook weg en langzaam aan herneemt de Dam zijn gewoon aanzien, vol lawaai van een vroo- lijke menschenmenigto, waarvan nog hon derden het oude grijze Paleis blijven aan staren. WAAROM MINISTER DE GEER HEENGING. rtDe Nederlander" heeft betoogd, dat, wordt de Vlootwet aangenomen, de Mari ne-begrooting nooit meer dan één millioen omhoog zal gaan. Naar aanleiding hiervan vraagt een inzender aan het "blad „waarom dan een man als Minister De Geer daar voor is heengegaan." Het hoofdorgaan der OhristTHistorischen antwoordt hierop het volgende: „De zaak is inderdaad zoo als inzender ze uit onze woorden heeft begrepen. De Vlootwet is niet anders dan eene wettèlijke vaststelling van het soort en het aantal schepen en vliegtuigen, waaruit ons Marine-materieel zal zijn samenge steld. Verschillende onderdeelen van dit ma terieel zijn reeds aanwezig of in aanbouw. Althans is alles zoo bepaald, dat de uitga ven in Nederland riiet meer zullen bedragen dan hetgeen zonder Vlootwet, toch op de Marine-begrooting telken jare wordt toe gestaan. ïndië zal echter belangrijk meer bij moe ten passen, dan tot heden op de Indische begröoting voor de Marine pleegt te wor den uitgetrokken. Minister De Geer ging dan ook niet heen omdat er zooveel meer voor Marine zou worden uitgegeven; maar omdat hij, nood zakelijk ^chtend eene algemeene bezuini ging over alle hoofdstukken der begrooting vreesde, dat deze bezuiniging moeilijk zou zijn door te zetten, indien op Marine wel niet meer dan tot heden maar ook niet minder dan tot heden, zou worden uitgege ven. Wij krijgen dus geen vloot voor één mil lioen. Maar het verschil tusschen het Ma rine-budget met Vlootwet en zonder Vloot wet zal zeer beslist niet meer zijn dan één millioen. Bij voortgaande prijsdaling zal ook dit millioen. verdwijnen." LASTIGE VRAGERS OOK! De Soc. Dem. ïeideTS hebben geweldig veel bezwaren tegen de Koninginnefees- ten. De „bewuste" arbeiders mogen daaraan niet meedoen evenmin als hunne kinde ren die ze moeten leeTen dat de Koningin maar een „heel gewone vrouw" is. Een iiitnoodiging aan voormannen der >S. D. A. P. om mee te werken tot de sa menstelling van een officieel Gedenkboek werd dan ook afgewezen. Toen echter een verzoek van de uitge vers om hun portret voor het Gedenkboek af te staan, de rooden Kamerleden be reikte, waren ze daartoe volgaarne be reid. Daartegen hadden de heeren geen prin- cipieele bezwaren. Dit was sommige volgelingen toch wel wat al te kras. Zij begrepen dat niet. Vandnar dat de heer Bergmeijer in „Het Volk" inlichtingen vroeg. Maar „Het Volk" zweeg. Nu komt weer een ander inzender en vraagt waarom niet geantwoord werd Maar „Het Volk" zwijgt. Do ietwat ijdele Kamerleder, breken zicb nu het hoofd over de vraag hoe zij zich uit deze netelige positie moeten Ted- den en hoe ze zich van deze lastige vra- i gers kunnen afmaken. STAOSHiEytHS GEMEENTERAAD. (Vervolg.) - 0. Benoeming van twee leden van dei Commissie voor do Strafverordeningen, (va^ catures: do heeren Mr. J. C. van der Lip eq Mr. D. A. van Eek). In de vacature van der Lip wordt geko zen de heer van der Wal met 17 stemmen; tegien 4 op deni heer Witmans, 2 op den, heer Groeneveld, op de heeren Sijtsma, eq V. Hamel, 1 op Mevr. v. Itallio en 5 blanco. In de vacature van Eek wordt gekozen; de heer van Eek met 29 stemmen. 10. Benoeming van vier leden van de Commissie voor de Stedelijke Fabrieken van Gas en Electriciteit, (vacatures: de heeren F. Eikerbout, Mr. D. A. van Eek, B. J. Huurman- en J. F. X. Sanders). Gekozen worden de heeren Eikerbout met 24, van Eek met 29, do heer Huurman 26 en' in de vacature Sanders de heer Speni del met 14 .st. tegen 4 op den heer Wit mans, 2 op den heer Heemskerk en. 1 op de leden Mevr. v. Itallie, v. Hamel, v. Stralen, Coster, Sanders, Rosmalen en v. d. Wal. 11. Benoeming- van vier leden van de Commissie van Beheer over de gestichten „Endegeest", „Voorgeest" en „Rhijngeest", (vacatures: de heeren B. J. Huurman, M. Dubbeldeman, J. B. Meijnen en A. J. Oost- dam). Gekozen worden de heeren Huurman met 24 en Dubbeldeman met 26 stemmen. In de vacature Oostdam wordt gekozen Mevr. v. Itallie met 22 stemmen tegen 2 op den heer Oostdam en 2 op Mevr. Stop pelaar. In de vacature Meijnen worden uitge bracht op de leden Pera 13, Witmans 5, Meijnen. 3, Mevr. v. Itallie 4, cn Mevr. de Stoppelaar en den heer Verweij I. Bij tweede stemming worden uitgebracht op do leden Pera 17, Witmans 4, Verweij 2, Meijnen, v. Hamel, Mevr. de Stoppelaar Mevr. v. Itallie ieder 1 stem, zoodat ge kozen is de heer Pera. 12. Benoeming van twee leden van do Commissie van Beheer over het Grondbe-i drijf, (vacatures: de heeren J. Splinter Gzn. en J. F. X. Sanders). Gekozen wordt do heer Splinter met 23 stemmen en; in de vacature Sanders, do heer Oostdam met 14 stemmen, tegen 3 op den heer Wilbrink en 1 op do ledon Mevr. v. Itallie, Sanders, Groeneveld, Wit mans, v. Hamel, Pikaar en Dubbeldeman. 13. Benoeming van vier leden van dö Commissie voor den Geneeskundigen Dienst en den Keuringsdienst van Waren', (vacatures: de heeren B. J. Huurman, Th. B. J. Wilmer, J. Splinter Gzn. en T. Groe neveld). Gekozen worden de lieeren Huurman met 17 en Wilmer met 22 stemmen. Voor de vacature Splinter worden uit* gebracht op "de leden Splinter 8, Mevr. do Stoppelaa-r 11, Mevr. JDietrich 2, Sijtsma 1 en Wilmer 1. Bij tweedo stemming worden uitgebracht op do leden Splinter 8, Mevr. de Stoppelaar 12, Mevr. Dietrich 3, Wil mer 1 en 3 blanco. Eij herstemming tusschen den heer Splinter en Mevr. de Stoppelaar wordt laatstgenoemde gekozen met 19 st. tegeni 3 op den heer Splinter. De heer Groenfcveld wordt herkozen met 20 stemmen. 14. benoeming van -drie leden van dö Commissie van onderzoek der bezwaar schriften tegen aanslagen in de plaatselij ke directe belasting en uit dezen van dent Voorzitter, (vacatures: de heeren Th. B. J:- Wflmèr, J. Splinter Gzn., en T. 'Groene-1 veld). De aftredende leden worden allen her kozen met 24 stemmen Tot voorzitter wordt aangewezen dö heer Wilmer met 22 stemmen. 15. Benoeming van 3 plaatsvervangendö leden, van de Commissie van onderzoek def bezwaarschriften tegen aanslagen in dö plaatselijke directe belasting, (vacatures8 de heeren A. J. Oostdam, Th. O. F. Stijn- man en J. J. van Stralen). De heer Oostdam wordt gekozen met 19 stemmem In de vacature Slijnman werdt gekozen! de heer Coster met 15 stemmen tegen 0 op den heer Witmans, 1 op den heer Kooi- stra, 1 op den heer v. Stralen en 1 op den' heer Dubbeldeman. trekkende, die ik van een schuldelooze bruid gaarne een afscheidsgroet zou mee geven als teeken eener gelukkige toekomst In het ongeluk had hij hart en ziel veil voor het huis der Medici, in het geluk roept hem de plicht, do plaats te vermij den, waaruit men zijn familie heeft ver- banncn.'t Is mij als moet ik in hem 'n zoon missen; doch ik laat hem gaan met den zegen eens vaders, geef gij hem de wen- schen eener zuster mede, vraag hem, om niet voor altijd te vergeten; geef hem den troost, geef hem ook mij, den ouden man,, wiens dagen geteld zijn, dat hij steeds een tehuis zal vinden hij de Medici, waar men hem in vriendelijke herinnering hóu den zal. Marietta reikte den jongen man de hand Van ganscher harte doe ik u dio be lofte, zeido zij bewogen, zoowel uit mijn als uit naam van mijn bruidegom. Moge het geluk u gunstig zijn, Signor Edmondo en moogt go u steeds herinneren, dat in het vaderland trouwe vrienden u geden ken en voor u open houden hart en deur te allen tijde. Edmondo wilde antwoorden, doch een ongewone beweging sloot hem de lippen, ook had Signora Rudello zich in het ge sprek gemengd. En wat is hét, dat u van ons heen- drijft, Signor Edmondo? vroeg zij, niet zonder een zekere scherpte in den, toon harer stem. Het bewustzijn, de eenige Al hizzi te heeten, die nog binnen d9 muren van Florenco toeft?' Ei, over dit gewetens beswaar behoeft ge u niet te verontrusten; want sinds eenige uren doet het gerucht de ronde, dat do oude Signora Beatrice, van Ricctirdo en eenige anderen verge zeld, zich onder een vermomming in de stad ophoudt. Edmondo verbleekte. i—Mijn grootmoeder! riep hij, die on zalige oude vrouw 1 Het kan niet zijn, zij kan niet op zulk een wijze de woede des volks, nauwelijks bedaard, opnieuw willen tergen? Het is slechts een gerucht, niets meer. Ik zelf, Signora, noem het zool Het is meer, zeide Cosimo ernstig, het is de waarheid. Zooeven ontving ik bericht hierover van de Gonfaloniere, die mij tevens do plaats noemde waar zij zich ophoudt. Laat haar! Tegen haar intriges beschermt mij de nieuwe verworven liefde der Florentijnen. En tegen haar moordstaal? Hatelijk klonk de stem der Signora. Mijn leven is in Gods hand, antwoord de hij eenvoudig. Vergeef mij, Signor, wanneer ik' u tegenspreek, meende de moeder van Ma rietta, mij dunkt, uw doosvijandin in de stad te weten, en te laten is uw noodlot verzoeken. Het ware beter, indien ge scher pere maatregelen vermijden wilt, het on gunstige geslacht onmiddellijk met gewa pende hand te doen verwijderen of een woord daarover tegen het volk te uiten, dat zou dan den soldaten der Republiek het werk hesparen. Zoo denkt gij, niet ik! antwoordde Cosimo met waardigheid, voor haar vei ligheid, n»4 voor de mijne, stenwie ik met de Gonfaloniere in, om de familie onder geheime bewaking te stellen. En wellicht is hun geheele streven slechts daarop ge richt: Roberto Alhizzi uit do handen der justitie te bevrijden, maar voegde hij er bij, het fonkelend oog, op wien Cosimo de Medici eenmaal de hand heeft gelegd, diö ontkomt niet; dit mogen de beklagens- waardigen ervaren. Denkt gij er dus werkelijk aan, de uitspraak der rechters, het doodvonnis, dat over Savello en Roberto Alhizzi ge veld is, te laten voltrekken? riep de Sig nora verschrokken. Wilt ge niet, steunend op uw invloed, den ongelukkigen jonge ling in de genade der rechters aanbeve^ len? Neen, Signora, maar m éen genade, de genade van den barmhartigen God. Signor, bedenk het opzien! riep da Signora. Italië zal buiten zich zelve zijn, nog altijd is de aanhang der Alhizzi bui-* ten do muren der Republiek sterk en machtig met een bloedige wraak. Signora zoo ernstig trof haar den blik van Cosimo dat zij verschrikt zweeg i—wel'zij t ge in het huis van de Medici, maar de Medici zijt go niet. Vergun mij, dat ik u naar het rijk geleide, waar vroiw wenluim den scepter zwaait en vrouwen* wil regeert, naar de feestzaal! Reeds wacn ten onze gasten. Zondigen wij niet tegen des gastheers heilige plichten! Hij bood de dame den arm, en in fier* fiouding hierop steunend, verliet Signora' Rudello'het vertrek, doch met woede en beschaming in het hart. Zoolang de Mo* dici heerschte in den raad der Sign or ia- dat was haaT na deze eerste afwijzing diu delijk, zouden haar kuiperijen Bc^Pbreu{§ lijden op zijn onhulgzamen wil. En tocn^ leefde in het diepst baars harten do hooft een hoop die zich niet liot verdrijven, trots de krachtige, breede, mannelijke yet schijning van hem die nevens haar ging.- ("Wordt vervolgd.), j

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1923 | | pagina 7