„Ie leldsclio Eoni"
Tweede Blad)
De Koninklijke Koopman.
baandag 30 Juli 1923
eiüüEStlLAüe
BEGRAFENIS DR. H. VAN DER VELDEN
Zaterdag om 10 uur had le Nijmegen
de plechtige ter aardebestelling plaats van
het stoffelijk overschot van Dr. H. van der
Velden, benoemd professor en bibliotheca
ris aan de de R.-K. Universiteit te Nij
megen.
In de St. Ignatiuskerk der E.E. P.P. Je-
zuieten werd de plechtige H. Mis van Re
quiem opgedragen door -den zeereerw.
hooggeleerden heer dr. Jos. Schrijnen,
benoemd rector-magnificus der R.-K. Uni
versiteit, geassisteerd door de weleerw.
paters J. Keulen S.J. en H. Janssen S.J.,
kapelaans der parochie.
Aan een zij-altaar droeg de zeereerw.
hooggel. pater W. Mulder S.J., benoemd
hoogleeraar aan de R.-K. Universiteit, ook
een H. Mis voor de zielerust van den
overledene op.
Onder de aanwezigen waren de eerw.
paters van het Canisiuscollege en van het
St. Dominicuscollege, alsmede vele eerw.
lieeren geestelijken uit do stad en ómge-
Het kerkgebouw was verder geheel ge
vuld met geloovigen.
Nadat de plechtigheden in de kerk wa
ren beëindigd, had de teraardebestelling
plaats.
Aan het graf was een groote groep be
langstellenden verzameld.
Het plotseling overlijden van dr. H.
van der Velden heeft, naar de correspon
dent van „De Tijd" schrijft, in Nijmegen
diepen indruk gemaakt. Hij werd daar be
schouwd als de grootste stuwkracht voor
de vestiging der R.-K. Universiteit in de
Keizer Kareis tad.
Op hem rustte ook voornamelijk de or
ganisatie van de voorbereidende maatre
gelen tot officieele opening der Katholieke
Universiteit. Deze officieele plechtigheid
zou begin October plaats hebben. Thans
gaat er weer eenige tijd verloren met het
zoeken naar een plaatsvervanger van wij
len dr. H. v. d. Velden die zich geheel had
ingewerkt in de Nijmeegsche universiteits
organisatie. Mogelijk is nu, dat de -dag
der officieele universiteits-opening zal
worden vertraagd.
IN MEMORSAM STAATSRAAD
STRUYCKEN.
In verschillende bladen wordt oen ge
voelig „In Memoriam" gewijd aan de na
gedachtenis van prof. mr. dr. -Stinivcken-
D e T ij d schrijft:
„Men mocht het somwijlen met zijn
actieven geest oneens wezen, men mocht
een gebaar van bedenkelijkheid maken,
als hij wel eens een gewaagde positie ver
dedigde wars van de traditie en met een
uiterst verstandelijke rèdeneering, die niet
altijd de verstandige scheen, men moest
echter de Katholieke partij gelukwen-
schen met deze stellige figuur, die op
haar wijze baan maakte voor onze eman
cipatie en de erkenning van onze betee-
kenis voor hei vaderlandsche en interna
tionale intellectueels leven".
En het blad besluit:
„Het is diep tragisch, dat deze hoog be
gaafde op vijftigjarigen leeftijd wordt
weggeroepen uit den herbouw eener
chaotische wereld. Maar zijn christelijke
berusting, die niet alleen zijn eigen leven
in de handen van den vaderlijken Schep-
oer aller dingen begaf, wist ook den loop
der wereldgebeurtenissen in de beschik
king van de Voorzienigheid, wier werk
machtiger is dan het pogen der men-
schen!"
Uit De Maasbode:
„Maar het begrip van „vaderland"
bleef bij Struycken niet tot de enge lands
grenzen beperkt. En niet alleen Neder
land, maar ook Europa en tot op zekere
hoogte heel de wereld heeft het verlies
van dezen man te betreuren. Want bij
was een van de weinige, maar daarom
haast zoo onmisbare werkers, die hun ta
lenten en him gaven in dienst gesteld heb
ben van den opbouw van een nieuwe we
reldorde. Niet een van die mannen, die
met groote geestdrift en met veel idealis
me van betere wereld-toestanden spreken!
maar het bij woorden laten; hij werkte
mede on wijdde zijn beste krachten aan
liet volkenbonds-werk en zijn langzamen
opbouw en liet zich daarbij door geen
moeilijkheden terugschrikken, of desillu
sies ontgoochelen.
In do commissies van den volkenbond
speelde bij een belangrijke rol; zijn rap
port over de moeilijke kwestie van het be
kende artikel 10 van bet pact van den vol
kenbond trek o.m. op de verleden jaar in
September gehouden volkenbonds-verga-
dering aller aandacht en waardeering".
Het (Lib.) Handelsblad:
„Zeer zeker zal deze doodstijding in
breede kringen met innige deelneming wor
den. vernomen. Hier toch is in de volle
kracht des levens een man weggerukt,
wiens hoogst eervolle loopbaan nog zoo
veel van hem voor ons land had mogen
doen verwachten. Want prof. Struycken
kan gerangschikt worden onder degenen
in ons land, die door hun groote geestes
gaven de aandacht trekken en op wier
wetenschappelijke kennis dan ook gaarne
beslag wordt gelegd. Hij zocht de vooraan
staande plaatsen niet, maar men zocht er
beun voor uit. Dit was het geval, toen hij
op even 30-jarigen leeftijd tot het profes
sorale ambt werd geroepen; dat was het
geval, toen hem, eenige jaren later, zit
ting werd verleend in den Raad van Sta
te; dat was óók het geval bij zijn benoe
ming in internationale commissies, waar
door zijn naam tot ver over onze lands
grenzen als wetenschappelijk man, als
kenner van het internationaal recht en
van het volkenrecht met eere is bekend ge
worden. Want talrijke malen liet de re
geering inzonderheid buitenlandsche
zaken de keuze op hem vallen voor ver
tegenwoordiging van ons land bij inter
nationale conferenties, of voor liet zitting
nemen in commisises, waar volkenrechte
lijke vraagstukken onderwerp van beraad
slaging uitmaakten",.
De (Lib.) Nieuwe Rott. Gr.t,:
„Struycken heeft door zijn groote ken
nis, zijn magistrale behandeling van de
stof en zijn pittigen betoogtrant altijd het
oor gehad van hét publiek, tot hetwelk hij
zich richtte. Dat zijn, met krachtige over
tuiging verdedigde wetenschappelijke
denkbeelden altijd in een vruchtbaren 1>Ot
dem zijn gevallen, kunnen wij met dat al
niet zeggen. Zij verrasten dikwijls door
originaliteit, doch, hoe goed gedocumen
teerd ook, aan hun levensvatbaarheid
moest men wel eens twijfelen".
Een oud-leerling van den overledene
schrijft in Het (Lib.) Vaderland;
„rroi. öiruyc!i.eu uoou. roer wie net
groote voorrecht heeft gehad zijn leerling
te zijn, al was het slechts korten tijd,
heeft deze tijding iets verpletterends,
Toen prof. Struycken lid werd van den
Raad van State en heen zou gaan als
hoogleeraar in het staatsrecht te Amster
dam, was de aandrang, om althans iets
van hem voor de Amsterdamsche Univer
siteit te behouden, zóó groot zijn stu
denten wilden hem niet missen dat hij
zich bereid verklaarde, eens in de week
een college algemeen staatsrecht te komen
geven.
Die Vrijdagochtenden! Van half 11 tot
12 zaten zij, die dit facultatieve college
volgden, en het waren er altijd velen, in
het oude zaaltje. En zij waren geboeid
van het oogenblik af, dat prof. Struycken
begon te spreken tot hij heenging. Ik
herinner me een college over de ontwikke
ling der democratie. Het was een wonder
van klaarheid, methode en schoonen vorm
In een reeks lessen liet prof. Struycken
ons zien, helder en met scherpe lijnen, zoo
dat het ons waarlijk voor oogen stond,
hoe de democratie zich had ontwikkeld.
Met welk een genialen zwier legde hij
uit, hoe het koningschap in deze ontwikke
ling gezien moet worden juist als de hand
haver dezer democratie, die hij lief had.
Ja, lief had. Liefde is het woord voor
wat deze man voelde voor wat hij ons
gaf. En kan het anders, dan dat zijn lief
de liefde wekte bij zijn studenten? Hij
was oen zeer bemind leeraar, prof.
Struycken, ook, en niet het minst om de
eigenschappen van den mensch Struycken
Voor vragen stond hij altijd open, debat
op het colelge moedigde hij aan en ner
gens was het natuurlijker en vrijer dan
bij hem, en wie zich eens schriftelijk tot
hem wendde kon op een ernstig en vrien
delijk antwoord rekenen.
Ook een hartstochtelijk man was prof.
Struycken, en scherp, als hij meende, dat
het moest.
Toen hij, in den loop van den oorlog
i—het was tijdens de zand- en grind-
kwestie hij kwam zoo juist uit een zit
ting van den Raad van State, meiende, dat
onze democratie bedreigd was, heeft hij
daarover tot ons gesproken met zulk een
diepe en trillende stem, dat wie daarbij
was, dat ontroerend college wel nooit zal
vergeten. Allen waren onder den ban van
dezen grooten mensch, en toen bij heen
ging stonden allen op.
Prof. Struycken, wie u ooit zullen ver
geten, uw leerlingen nooit!"
PROVINCIALE STATEN VAN
ZUID-HOLLAND,
(Vervolg.)
De heer De Zeeuw wijst uitvoerig op
verschillende pia-ctijkon, welke zijn gevolgd
bij de jongste Statenverkiezing, en o,p de
voorlichting, welke daarbij aan de kiezers
is verstrekt.
De beer Van Zadelhoff wenscht,
ten aanzien van het subsidie aan de volks
universiteiten, een motie in te dienen waar
over hij prae-advies van Ged. Staten
vraagt, en waarover de Staten in de na
jaarszitting dan een beslissing kunnen ne
men. Spreker herinnert aan de aanneming
met 30 tegen 29 stemmen, van de motie-
Hoffman, in een verloopen najaarszitting.
Dit was niet de zuivere stemming van de
Staten en daarom heeft spr. het gewenscht
geoordeeld, mede thans na de nieuwe ver
kiezingen, de Staten opnieuw in de gele
genheid te stellen, zich zuiver uit te spre
ken. Spreker dient de volgende motie in:
„De Staten, van oordeel, dat het op den
weg der provincie ligt, financieelen steun
aan de volksuniversiteiten te verleenen,
verklaren zich in beginsel bereid tot het
verleenen van subsidie aan bestaande of
nog op te richten volksuniversiteiten, en
gaan over tot de orde van den dag".
Voorts wijst spreker nog op het nut van
"een goede drinkwatervoorziening en ves-
i tigt er de aandacht op, dat nog heele ge
deelten der provincie van behoorlijk drink
water verstoken zijn.
De voorzitter deelt mede, dat het
college van Ged. Staten over de motie
I prae-advies zal uitbrengen.
We heer B r a a t geeft bij bet verbeteren
der wegen in ooverweging, niet. altijd te
blijven op het standpunt, dat db wegen
met keien bestraat moeten worden. Naar
sprekers meening kan zeer goed met kei-
Voorts wijst spreker op de noodzaiièxijK-
heid van het bepalen van een limiet voor
de belasting waarmede auto's over de we
gen mogen rijden. Tn tegenstelling met den
heer ter Laan acht spreker bet wenscbe-
lijker, dat de provincie de eventueel op te
i leggen belasting op bet gebruik der wegen
zelve int.
Spreker bepleit voorts bezuiniging op
subsidies aan kerken enz. erf dringt aan
op algemeene bezuiniging.
De beer De Graaf kan zich met het
oog op zijn standpunt tegenover gubsidiën
aan R. K. instellingen niet met do ont-
werp-begrooting van 1924 in ongewijzigden
vorm vereenigen.
Eerst meende spreker te kunnen volstaan
met een voorstel tob wijziging in te dienen
zonder toelichting, aangezien spr. zijn
zienswijze bij de behandeling van de sub-
sidiën voor den proeftuin Nieuw Leven te
Noorden en de bevordering van de geiten-
fokvereenigingen in Zuid-Holland bad ver
klaard.
Waar echter eenige leden spr. te kennen
hebben gegeven, of door afwezigheid of
door de heerschende luidruchtigheid het
betoog niet goed te hebben kunnen volgen,
wenscht spr. zijn standpunt nog eens in het
kort uiteen te zetten. Spreker acht het zijn
plicht tegen elke subsidieering van R. K.
instellingen op te komen, daar hij daarin
ziet een bevoorrechting van het R. K. ge
deelte onzer provincie. Een rasechte
anti-papist-!).
Naar sprekers oordcel mag dit zoo niet
langer voortduren, aangezien daardoor het
protestantsch karakter der natie )sic!)
steeds meer wordt ondermijnd.
Waar de R. Katholieken hun steun tot
oprichting van gemengde vereenigirigon
en instellingen weigeren, dus specifiek R.
K. vereenigingen wenschen, moeten zij dan
ook maar op eigen kosten handelen.
Spr. hoopt, dat vele leden zich gedron
gen zullen gevoelen het voorstel, dat spre
ker zal indienen, te ondersteunen, opdat
bij de stemming duidelijk mogo blijken,
welke de houding is van het protestantsch
gedeelte der hier aanwezige leden.
De heer Van Voorst Vader wijst
er o.a. op, dat de gemeente Delft ten on
rechte profiteert van de tol, waaraan een
einde moet worden gemaakt.
De v o o r z. merkt op, dat het in zijn
voornemen ligt, de leden weder tegen Dins
dag a.s. bijeen te roepen, wanneer mocht
blijken, dat de vergadering heden niet op
een behoorlijk uur, bijv. 5 uur, kan wor
den gesloten.
De heer Schouten stelt voor, in dat
geval de vergadering, mede in verbond met
de vacanties, uit te stellen tot Maandag 3
September.
De heer J. ter Laan kan zich met het
voorstel-Schouten vereenigep, wanneer
mocht bli'jken, dat er. overwegende bezwa
ren bestaan tegen vergadering op mor
gen.
De V o o r z. is ook voorstander van een
goede behandeling der begrooting en daar
om kan hij zich wel met. het voorstel-
Schouten vereenigen.
De heer D r e e s hepleit de vergadering
op morgen, Zaterdag, te houden.
De heer De Zeeuw is voorstander van
het voorstel-Schouten.
De heer Braat komt op tegen de on
derbreking van deze zitting.
De heer Schouten handhaaft zijn
voorstel.
De Voorz. en de heer D r e e s repli-
ceeren.
Het voorstel-Schouten, om de vergade
ring op Maandag 3 September voort te
zetten, wordt aangenomen met 41
tegen 20 stemmen.
De algemeen© beschouwingen worden
vort ge zet.
De heer Hoffman is ook voorstander
van de verspreiding van lectuur ten platte
lande, maar liij is van meening, dat dit
niet op neutrale wijze moet geschieden.
Voorts bestrijdt spr. de opvatting van
den heer Ter Laan ten opzichte van de
verkiezing van leden van Ged. Staten en
van den heer De Zeeuw over de voorlich
ting bij de verkiezingen.
De heer Ten Hope vraagt of Ged.
Staten niet kunnen nagaan, of het sluiten
van wegen voor auto's niet op minder
kostbare wijze kan worden uitgevoerd.
De heer Limburg, lid van Ged. Sta.
ten, merkt ten aanzien van de drinkwater-
slifïF zicif ^aas-
drinkwater voorziet, dan wanneer ze het
water van Rotterdam zou betrekken.
Ten aanzien van den weg Den Haag
Rotterdam zegt spr. dat de belangen van
dezen weg beter kunnen worden bepleit
aan de overzijde van het Binnenhof, waar
aandrang op de regeering kan worden uit
geoefend. Wanneer het rijk de verbetering
nalaat, moet de provincie deze dan ter
hand nemen? Spr. acht daarvoor geen en
kele reden aanwezig. Wel kunnen Ged. Sta
ten bij de regeering aandringen op spoe
dige verbetering, en dat geschiedt dan ook
Uit den aard der zaak is de weg Den Haag
—Rotterdam een rijksweg.
Ged. Staten dringen dus met Idem bij de
regeering 'aan op bespoediging der weg-
verbetering, terwijl zij zelfs hebben laten
doorschemeren, dat zij wol bereid zouden
zijn aan de Staten een voorstel te doen,
I om voor bepaalde gedeelten een subsidie
-T>é verleenen.
Wat betreft den tol cp den weg Den
Haag—Delft, deelt spr. mede, dat Ged. Sta
ten ile gemeente Delft hebben gedreigd
met intrekking der concessie, wanneer de
gelden, welke deze tol opbrengt, niet wor
den aangewend voor de wegverbetering.
Uit het rapport van den provinciaal hoofd
ingenieur is echter gebleken, dat de ge-
meente Delft inderdaad verbeteringen in
den weg heeft aangebracht.
De heer Y o n F i s o n n e, lid van Ged
Staten deelt, mede, dat. tengevolge van cor
respondentie herhaaldelijk min of rnaop
strenge bepalingen in gemeentelijkó poli-
tie-vorordeningen worden verzacht. Heeft
deze correspondentie tusschon G«d. Slaton
en het betrokken gemeentebestuur niet het
gewenschte gevolg, dan gebeurt het vele
keer en, dat een dergelijke verorden in g tor
vernietiging aan de Kroon wordt voci go
dragen. 'a' «-J**..
De heer Kolkman, lid van God. Sla
ten, antwoordt op een opmerking van den
heer Braat, dat do ontvangers-salarissen
inderdaad te hoog waren on daarom heb
ben Ged. Staten deze dan ook aanmerke
lijk verlaagd.
Do vergadering wordt te 5 uur verdaagd
tot Maandag 3 September le 11 uur.
1 Dc haring.
Stopzet ting haringvisschor ij' li
„Wie inonze visscherijplaatsen komt,
hoort een klacht over de enorme hoeveel
heid haring en het gebrek aan afzetgebied.
De smakelijke visch wordt ongeveer
voor niets verkocht. Hier en daar voor
een cent per stuk, wel te verstaan in de
aanvoerplaatsen. De kleinhandelaar vraagt
altijd nog van 815 cent per stuk.
Wat dom toch! De gelegenheid is prach- 3
tig, om het zeebanket onder het groote pu- 2'
bliek te brengen, doch in plaats daarvan I
zit men wanhopig te staren naar een bui-
tenland, dat niet koopen kan cn natuur- 1
lijk loopt dat uit op een poging de schat- I
kist om hulp aan te spreken. |<j
Ieder voelt, dat liet de dwaasheid ge- I
'kroond zou zijn regeeringsliulp te verleo- I
nen, waar de belanghebbenden zelf den I
binnenlandschen afzet, die veel en veel l
grooter zou kunnen zijn, belemmeren door I
belachelijke' prijzen. Laat het haringbedrijf
zichzelf helpen en dergelijke prijzen wei-
geren." I
Aldus schrijft het „Vad."
In de Vrijdag te 's-Gravenhage geliou- I
-den druk bezochte vergadering van ree- K
ders van haringschepen is met slechts één
stem tegen den wensch uitgesproken, het
haringvisscherijbedrijf in verband met den
huidigen toestand ontijdig stop te zetten.
Omtrent heUtijdsfcip, waarop die stop
zetting zou plaats hebben, bleken de stom
men verdeeld.
De vergadering was bet er eenstemmig
over eens, dat reeds thans de aanvoeren'
beperkt dienden te worden.
Fonds „Uiikeering bij overlijden".
Donderdag 26 Juli hield het fonds „Uit<
keering bij Overlijden", instelling van Ds
Hanze in bet Bisdom Haarlem, zijn der
tiende jaarvergadering in het Hanze-Ge-
bouw te Haarlem.
Van deze gelegenheid werd gebruik ge
maakt om tevens op bescheiden wijze do
herdenking te vieren van het 12 AA-jarig
bestaan van het Fonds.
Nadat des morgens door deft Geest. Ad.
visenr der afd. Haarlem, Rector Kok, aan
het Gilde-Altaar van de Hanze in de Ka
thedraal de H. Mis was opgedragen tot in
tentie van de overleden en levende leden
cieelé jahrvérgailerin'g -gêrWecre;dx
presidium van den heer G. de Wolf.
Het Hoofdbestuur van de Hanze, zoo
mede verscheidene Ilanze-Instellingcn had
den zióh doen vertegenwoordigen of gc-
lukwonsclien gezonden.
Naar aanleiding van een schrijven der
fondsleden te Delft, vestigde de voorzitter
er nog eens nadrukkelijk de aandacht op,
dat het bestuur bij bot volledig in werking
treden der Levcnsverzekingswet de noo-
digo maatregelen zal treffen, om aan de
door de wet gevorderde formaliteiten le
voldoen, en geenszins voornemens is het
beheer van bet fonds aan anderen over te
dragen. Het bestuur heeft zelfs in beginsel
besloten, plannen in studie te-nemen tot
stichting van een o verlij densfonds voor de
kinderen van de Hanzeleden, waarover bet
in een volgende vergadering uitgebreidero
mededeelingen hoopt tc kunnen doen.
De vergadering kon volledige goedkeu
ring hechten aan de jaarverslagen va*,
secrétaris en penningmeester, waaruit o.a.
bleek, dat in het afgeloopen jaar wederom
zestig leden tot bet fonds waren toegetre
den, zoodat het ledental vermeerderde tot
1198. Verder, dat dit jaar aan de reserve
weder een bedrag van f 11,000 kon worden
toegevoegd, waardoor deze gestegen is tot
f 65.400.
Commissarissen hadden maandelijks
boeken en bescheiden gecontroleerd, en
brachten ter vergadering een onverdeeld
gunstig rapport uit.
vaders, terwijl zij met vochtig oog tot hem
opzag.
Hoe moet ik u danken, antwoordde
zij met zilverreine stem. Hebt gij niet den
wensch mijns harten vervuld en toege
staan, dat ik u naar Italië" mocht vergezel
len? Mijn hart ging open toen ik Italië's
lucht kon inademen en met eigen oogen d&
wonderwerken zien, waarvan ik reeds zoo
veel had. vernomen. Wat is ons Duitsch*:
land met zijn ijzige winters tegen dit al
tijd bloeiend paradijs? En zelfs hier, inde
zwijgende eenzaamheid zwelt mij de borst
van vreugde.
Het gelaat van Meester Hiller stond
ernstig.
't Is waar, mijn kind, veel schoons
hebt gij gezien en veel heerlijks zult ge
nog aanschouwen als wij. de poorten van
het prachtige Florence binnentrekken. En
toch, niet zonder tegenzin nam ik u mede
omdat ik geen vol jaar van mijn doch
tertje wilde gescheiden zijn. Ik dacht wel,
dat Italië's schoonheid u zou hekoren;
maarEva, vergeet daarvoor ons va
derland niet! Zie, ons Neurenberg, onze
vaderstad is niet zoo mooi, maar de men-
schen, die in de straten wandelen, dragen
een stilet noch mes, om hun leven en
eigendom tegen verraderlijke aanvallen te
beschermen. Koud en ruw is onze lucht,
maar onze heerlijke lente, Eva, vergeef
ge dien? Wanneer 'een zachte wind de'
eikenbladeren doet ruischen en het zon
licht speelt in de heldere beek, kom, meis
je, is dat ook niet schoon?
(Wordt vervolgd.)-
FEUILLETON
(Nadruk verboden.
3)
Ik hoop reeds eerder, Signor. Zoude
echtgenoot van Signorina Lauretta Tambu
rini zich nog in dezelfde ondernemingen
steken als de bruidegom waagde? Wat be
toekent onze rijkste vangst tegen het ver
mogen, dat de dochter van markies Tam
il urini de spruit der Albizzi's zal aanbren
gen?
De. jonge edelman blies in de lucht.
Bah, vederlicht en in mijn handen
dra versmolten als zachte was. Het voor
naamste van de geheele zaak is, dat ik
door dat huwelijk den wil mijner familie
doe, die door een verbintenis met de
Tamburini een steun denken te vinden.
Inderdaad is het meisje schoon, maar een
schoonheid koud als het maanHoht dat
daar door het venster valt, en ik wil zon
negloed en leven; al zou het mij ook hoofd
en hersens zengen.
Om het even, ik ben geen blèeke dwe
per als Edmondo genieten is mijn doel
genieten.
Hij zweeg; een eigenaardig geluid, drong
van buiten tot bem door, het geleek het
krassen van een nachtvogel.
Dat is het signaal van Bernardo,
dien ik uitgezet heb, riep Roberto. Onze
buit nadert; naar de knapen, Savello!
Hij stond op en buide zich in zijn rui
men mantel, zich overtuigend, dat het
masker stevig bevestigd was, dan nog oen
anaai zijn beker ledigend met één enkelen
teug verliet hij, door Savello gevolgd, het
vertrek.
Luid gejuich begroette ,hem bij zijn
komst le midden der roovers. Een dieftte
nevel hing in de ruimte en de fakkels ver
spreidden een onaangenamen geur, doch
de jongeling uit het geslacht van Patri
ciërs scheen niets daarvan te bemerken;
©ogenschijnlijk bevond bij zich thuis in
deze omgeving, en met trotsch gebaar be
antwoordde hij den groet der woeste ben
de.
Het uur is gekomen! sprak hij ben
aan. Het is geen moeilijk werk en spoedig
gedaan. Een Duitsch juwelier met een
paar man tot geleide zal over eenige oogen
blikken hier door bet bosch voorbij komen
Giuseppe legt zich met drie kameraden in
een hinderlaag; ik zelf zal met de overigen
hen aangrijpen Ik wil niet, dat er bloed
zal vloeien, wanneer het niet beslist nood
zakelijk is. Bloed is een zeker spoor tot,
hem die het vergoot. Wat ge buit maakt,
geeft ge aan Savello. Laat er niets ontbre
ken! Gij weet, mijn oog dringt door uw
zakken als door uw zielen en ziet het ver
borgene al lag het op den bodem der zee.
Onbegrijpelijk was de macht, welke de
jeugdige leidsman over de meest veel
oudere leden der bende uitoefende. Zij
volgden blindelings zijn bevelen. Was het
de bekoring van het geheimzinnige, dat
hem als een wolk omgaf? Bijna eerbiedig
bogen zich die ruwe mannen en mompel
den:
Wij zullen gehoorzamen!
Giuseppe! Savello zegt mij, dat gij
een zaak op eigen hand. gedaan hebt en
een jood goed en leven1 hebt geroofd. Ik
had u tevoren kunnen zeggen, dat Messer
Giofafatti slechts onedele metalen bezit,
Had u door Savello tot mij gewend.
Triomfantelijk blikten de roovers hun
kameraad aan, terwijl Giuseppe het hoofd
liet hangen.
i1 Waar is het sieraad?
Hier, Signor.
Deemoedig bracht de roover de keten te
voorschijn; de hoofdman stak deze bij
zich.
Waar hadt gé uwe oogen, knaap?
Maar ge zult uw mes niet tevergeefs ge
trokken hebben; daar, neem deze twintig
florijnen en verdrink die met uw kamera
den!
Leve onze hoofdman! klonk het ju
belend in het rond.
En nu aan het werk! Weest voor
zichtig en snel, en een goede buit is uw
deel. Zoodra het afgeloopen is verstrooit
ge u en den volgenden nacht komt ge hier
om Savello rekenschap te geven. Dreigt er
verraad, zoo let op het teeken aan den
hollen boom, eenige schreden van hier,
«•'dien ge allen kent en vermijdt dit huis!
Gij weet, in dit geval béteekent een wit
stuk doek, als toevallig tusschen de tak
ken gewaaid, dat niet alles in orde is! En
nu vooruit, het geluk is aan onze zijdel
HOOFDSTUK IL
De paarden in gelijkmatigen stap, trok
de kleine schaar door het woud. Het maan
licht, dat door de kruinen der hooge hoo
rnen viel,toekende zeldzame figuren op
hun pad en lichtte hier en daar spook
achtig in het donkere groen. Stilte, diepe
stilte heerschte rondom. Zelfs het geluid
der paardenhoeven was door de weekheid
van den bodem nauwelijks hoorbaar; een
aaiigenam'a koeltje speelde om de slapen
der reizigers. Aan het hoofd van het ge
zelschap reed Meester Hiller, een Ncuren-
bergsche juwelier, en aan zijn zijde zijn
geliefde dochter Eva; dicht achter hem
reed een oude dienaar, en eenige gewapen-
den niet hellebaarden en lederen kolders
sloten den stoet.
De Duitscher was een man van ongeveer
vijftig jaar, met ernstig, doch niet on
vriendelijk gelaat;'een zekere zenuwach
tige spanning hield hem op dit oognblik
bezig en bezorgd wierp hij nu een blik op
den goedbevestigden mantelzak achter
zich, clan op het zwijgende meisje, dat als
geheel in de betoovering van den lente
nacht verloren scheen.
Eva telde zestien jaren; haar jeugdige
vormen waren nauw omsloten door een
klepd van blauw laken en de rijke blonde
haren door een kap van dezelfde stof ge
dekt. Haar vader droeg eveneens oen la
ken wambuis en daarover een wijden
mantel zonder mouwen; terwijl degen en
mes aan zijn gordel er op wezen, dat hij
zich het gevaar van een tocht door het
woud bewust was. Doch al zijn zorgen
verdwenen, zoodra hij in het gelaat van
zijn kind zag, ivaarop nu en dan het
maanlicht zijn zilveren stralen wierp.
Met volle teugen scheen Eva Hiller de
betoovering van den Italiaanschen maan
nacht in te ademen; stil en droomerig was
de blik van het anders zoo vroolijk-e en
opgewekte-kind, dat nu onbewust een
traan in het blauwe oog voelde opwellen.
Eva, mijn kind, zeide hij, met bewo
gen stein. Zijt ge 'tevreden?
Tee der drukte het meisje de hand baars