„Ie leldsclio Eoni" Tweede Blad) De Koninklijke Koopman. baandag 30 Juli 1923 eiüüEStlLAüe BEGRAFENIS DR. H. VAN DER VELDEN Zaterdag om 10 uur had le Nijmegen de plechtige ter aardebestelling plaats van het stoffelijk overschot van Dr. H. van der Velden, benoemd professor en bibliotheca ris aan de de R.-K. Universiteit te Nij megen. In de St. Ignatiuskerk der E.E. P.P. Je- zuieten werd de plechtige H. Mis van Re quiem opgedragen door -den zeereerw. hooggeleerden heer dr. Jos. Schrijnen, benoemd rector-magnificus der R.-K. Uni versiteit, geassisteerd door de weleerw. paters J. Keulen S.J. en H. Janssen S.J., kapelaans der parochie. Aan een zij-altaar droeg de zeereerw. hooggel. pater W. Mulder S.J., benoemd hoogleeraar aan de R.-K. Universiteit, ook een H. Mis voor de zielerust van den overledene op. Onder de aanwezigen waren de eerw. paters van het Canisiuscollege en van het St. Dominicuscollege, alsmede vele eerw. lieeren geestelijken uit do stad en ómge- Het kerkgebouw was verder geheel ge vuld met geloovigen. Nadat de plechtigheden in de kerk wa ren beëindigd, had de teraardebestelling plaats. Aan het graf was een groote groep be langstellenden verzameld. Het plotseling overlijden van dr. H. van der Velden heeft, naar de correspon dent van „De Tijd" schrijft, in Nijmegen diepen indruk gemaakt. Hij werd daar be schouwd als de grootste stuwkracht voor de vestiging der R.-K. Universiteit in de Keizer Kareis tad. Op hem rustte ook voornamelijk de or ganisatie van de voorbereidende maatre gelen tot officieele opening der Katholieke Universiteit. Deze officieele plechtigheid zou begin October plaats hebben. Thans gaat er weer eenige tijd verloren met het zoeken naar een plaatsvervanger van wij len dr. H. v. d. Velden die zich geheel had ingewerkt in de Nijmeegsche universiteits organisatie. Mogelijk is nu, dat de -dag der officieele universiteits-opening zal worden vertraagd. IN MEMORSAM STAATSRAAD STRUYCKEN. In verschillende bladen wordt oen ge voelig „In Memoriam" gewijd aan de na gedachtenis van prof. mr. dr. -Stinivcken- D e T ij d schrijft: „Men mocht het somwijlen met zijn actieven geest oneens wezen, men mocht een gebaar van bedenkelijkheid maken, als hij wel eens een gewaagde positie ver dedigde wars van de traditie en met een uiterst verstandelijke rèdeneering, die niet altijd de verstandige scheen, men moest echter de Katholieke partij gelukwen- schen met deze stellige figuur, die op haar wijze baan maakte voor onze eman cipatie en de erkenning van onze betee- kenis voor hei vaderlandsche en interna tionale intellectueels leven". En het blad besluit: „Het is diep tragisch, dat deze hoog be gaafde op vijftigjarigen leeftijd wordt weggeroepen uit den herbouw eener chaotische wereld. Maar zijn christelijke berusting, die niet alleen zijn eigen leven in de handen van den vaderlijken Schep- oer aller dingen begaf, wist ook den loop der wereldgebeurtenissen in de beschik king van de Voorzienigheid, wier werk machtiger is dan het pogen der men- schen!" Uit De Maasbode: „Maar het begrip van „vaderland" bleef bij Struycken niet tot de enge lands grenzen beperkt. En niet alleen Neder land, maar ook Europa en tot op zekere hoogte heel de wereld heeft het verlies van dezen man te betreuren. Want bij was een van de weinige, maar daarom haast zoo onmisbare werkers, die hun ta lenten en him gaven in dienst gesteld heb ben van den opbouw van een nieuwe we reldorde. Niet een van die mannen, die met groote geestdrift en met veel idealis me van betere wereld-toestanden spreken! maar het bij woorden laten; hij werkte mede on wijdde zijn beste krachten aan liet volkenbonds-werk en zijn langzamen opbouw en liet zich daarbij door geen moeilijkheden terugschrikken, of desillu sies ontgoochelen. In do commissies van den volkenbond speelde bij een belangrijke rol; zijn rap port over de moeilijke kwestie van het be kende artikel 10 van bet pact van den vol kenbond trek o.m. op de verleden jaar in September gehouden volkenbonds-verga- dering aller aandacht en waardeering". Het (Lib.) Handelsblad: „Zeer zeker zal deze doodstijding in breede kringen met innige deelneming wor den. vernomen. Hier toch is in de volle kracht des levens een man weggerukt, wiens hoogst eervolle loopbaan nog zoo veel van hem voor ons land had mogen doen verwachten. Want prof. Struycken kan gerangschikt worden onder degenen in ons land, die door hun groote geestes gaven de aandacht trekken en op wier wetenschappelijke kennis dan ook gaarne beslag wordt gelegd. Hij zocht de vooraan staande plaatsen niet, maar men zocht er beun voor uit. Dit was het geval, toen hij op even 30-jarigen leeftijd tot het profes sorale ambt werd geroepen; dat was het geval, toen hem, eenige jaren later, zit ting werd verleend in den Raad van Sta te; dat was óók het geval bij zijn benoe ming in internationale commissies, waar door zijn naam tot ver over onze lands grenzen als wetenschappelijk man, als kenner van het internationaal recht en van het volkenrecht met eere is bekend ge worden. Want talrijke malen liet de re geering inzonderheid buitenlandsche zaken de keuze op hem vallen voor ver tegenwoordiging van ons land bij inter nationale conferenties, of voor liet zitting nemen in commisises, waar volkenrechte lijke vraagstukken onderwerp van beraad slaging uitmaakten",. De (Lib.) Nieuwe Rott. Gr.t,: „Struycken heeft door zijn groote ken nis, zijn magistrale behandeling van de stof en zijn pittigen betoogtrant altijd het oor gehad van hét publiek, tot hetwelk hij zich richtte. Dat zijn, met krachtige over tuiging verdedigde wetenschappelijke denkbeelden altijd in een vruchtbaren 1>Ot dem zijn gevallen, kunnen wij met dat al niet zeggen. Zij verrasten dikwijls door originaliteit, doch, hoe goed gedocumen teerd ook, aan hun levensvatbaarheid moest men wel eens twijfelen". Een oud-leerling van den overledene schrijft in Het (Lib.) Vaderland; „rroi. öiruyc!i.eu uoou. roer wie net groote voorrecht heeft gehad zijn leerling te zijn, al was het slechts korten tijd, heeft deze tijding iets verpletterends, Toen prof. Struycken lid werd van den Raad van State en heen zou gaan als hoogleeraar in het staatsrecht te Amster dam, was de aandrang, om althans iets van hem voor de Amsterdamsche Univer siteit te behouden, zóó groot zijn stu denten wilden hem niet missen dat hij zich bereid verklaarde, eens in de week een college algemeen staatsrecht te komen geven. Die Vrijdagochtenden! Van half 11 tot 12 zaten zij, die dit facultatieve college volgden, en het waren er altijd velen, in het oude zaaltje. En zij waren geboeid van het oogenblik af, dat prof. Struycken begon te spreken tot hij heenging. Ik herinner me een college over de ontwikke ling der democratie. Het was een wonder van klaarheid, methode en schoonen vorm In een reeks lessen liet prof. Struycken ons zien, helder en met scherpe lijnen, zoo dat het ons waarlijk voor oogen stond, hoe de democratie zich had ontwikkeld. Met welk een genialen zwier legde hij uit, hoe het koningschap in deze ontwikke ling gezien moet worden juist als de hand haver dezer democratie, die hij lief had. Ja, lief had. Liefde is het woord voor wat deze man voelde voor wat hij ons gaf. En kan het anders, dan dat zijn lief de liefde wekte bij zijn studenten? Hij was oen zeer bemind leeraar, prof. Struycken, ook, en niet het minst om de eigenschappen van den mensch Struycken Voor vragen stond hij altijd open, debat op het colelge moedigde hij aan en ner gens was het natuurlijker en vrijer dan bij hem, en wie zich eens schriftelijk tot hem wendde kon op een ernstig en vrien delijk antwoord rekenen. Ook een hartstochtelijk man was prof. Struycken, en scherp, als hij meende, dat het moest. Toen hij, in den loop van den oorlog i—het was tijdens de zand- en grind- kwestie hij kwam zoo juist uit een zit ting van den Raad van State, meiende, dat onze democratie bedreigd was, heeft hij daarover tot ons gesproken met zulk een diepe en trillende stem, dat wie daarbij was, dat ontroerend college wel nooit zal vergeten. Allen waren onder den ban van dezen grooten mensch, en toen bij heen ging stonden allen op. Prof. Struycken, wie u ooit zullen ver geten, uw leerlingen nooit!" PROVINCIALE STATEN VAN ZUID-HOLLAND, (Vervolg.) De heer De Zeeuw wijst uitvoerig op verschillende pia-ctijkon, welke zijn gevolgd bij de jongste Statenverkiezing, en o,p de voorlichting, welke daarbij aan de kiezers is verstrekt. De beer Van Zadelhoff wenscht, ten aanzien van het subsidie aan de volks universiteiten, een motie in te dienen waar over hij prae-advies van Ged. Staten vraagt, en waarover de Staten in de na jaarszitting dan een beslissing kunnen ne men. Spreker herinnert aan de aanneming met 30 tegen 29 stemmen, van de motie- Hoffman, in een verloopen najaarszitting. Dit was niet de zuivere stemming van de Staten en daarom heeft spr. het gewenscht geoordeeld, mede thans na de nieuwe ver kiezingen, de Staten opnieuw in de gele genheid te stellen, zich zuiver uit te spre ken. Spreker dient de volgende motie in: „De Staten, van oordeel, dat het op den weg der provincie ligt, financieelen steun aan de volksuniversiteiten te verleenen, verklaren zich in beginsel bereid tot het verleenen van subsidie aan bestaande of nog op te richten volksuniversiteiten, en gaan over tot de orde van den dag". Voorts wijst spreker nog op het nut van "een goede drinkwatervoorziening en ves- i tigt er de aandacht op, dat nog heele ge deelten der provincie van behoorlijk drink water verstoken zijn. De voorzitter deelt mede, dat het college van Ged. Staten over de motie I prae-advies zal uitbrengen. We heer B r a a t geeft bij bet verbeteren der wegen in ooverweging, niet. altijd te blijven op het standpunt, dat db wegen met keien bestraat moeten worden. Naar sprekers meening kan zeer goed met kei- Voorts wijst spreker op de noodzaiièxijK- heid van het bepalen van een limiet voor de belasting waarmede auto's over de we gen mogen rijden. Tn tegenstelling met den heer ter Laan acht spreker bet wenscbe- lijker, dat de provincie de eventueel op te i leggen belasting op bet gebruik der wegen zelve int. Spreker bepleit voorts bezuiniging op subsidies aan kerken enz. erf dringt aan op algemeene bezuiniging. De beer De Graaf kan zich met het oog op zijn standpunt tegenover gubsidiën aan R. K. instellingen niet met do ont- werp-begrooting van 1924 in ongewijzigden vorm vereenigen. Eerst meende spreker te kunnen volstaan met een voorstel tob wijziging in te dienen zonder toelichting, aangezien spr. zijn zienswijze bij de behandeling van de sub- sidiën voor den proeftuin Nieuw Leven te Noorden en de bevordering van de geiten- fokvereenigingen in Zuid-Holland bad ver klaard. Waar echter eenige leden spr. te kennen hebben gegeven, of door afwezigheid of door de heerschende luidruchtigheid het betoog niet goed te hebben kunnen volgen, wenscht spr. zijn standpunt nog eens in het kort uiteen te zetten. Spreker acht het zijn plicht tegen elke subsidieering van R. K. instellingen op te komen, daar hij daarin ziet een bevoorrechting van het R. K. ge deelte onzer provincie. Een rasechte anti-papist-!). Naar sprekers oordcel mag dit zoo niet langer voortduren, aangezien daardoor het protestantsch karakter der natie )sic!) steeds meer wordt ondermijnd. Waar de R. Katholieken hun steun tot oprichting van gemengde vereenigirigon en instellingen weigeren, dus specifiek R. K. vereenigingen wenschen, moeten zij dan ook maar op eigen kosten handelen. Spr. hoopt, dat vele leden zich gedron gen zullen gevoelen het voorstel, dat spre ker zal indienen, te ondersteunen, opdat bij de stemming duidelijk mogo blijken, welke de houding is van het protestantsch gedeelte der hier aanwezige leden. De heer Van Voorst Vader wijst er o.a. op, dat de gemeente Delft ten on rechte profiteert van de tol, waaraan een einde moet worden gemaakt. De v o o r z. merkt op, dat het in zijn voornemen ligt, de leden weder tegen Dins dag a.s. bijeen te roepen, wanneer mocht blijken, dat de vergadering heden niet op een behoorlijk uur, bijv. 5 uur, kan wor den gesloten. De heer Schouten stelt voor, in dat geval de vergadering, mede in verbond met de vacanties, uit te stellen tot Maandag 3 September. De heer J. ter Laan kan zich met het voorstel-Schouten vereenigep, wanneer mocht bli'jken, dat er. overwegende bezwa ren bestaan tegen vergadering op mor gen. De V o o r z. is ook voorstander van een goede behandeling der begrooting en daar om kan hij zich wel met. het voorstel- Schouten vereenigen. De heer D r e e s hepleit de vergadering op morgen, Zaterdag, te houden. De heer De Zeeuw is voorstander van het voorstel-Schouten. De heer Braat komt op tegen de on derbreking van deze zitting. De heer Schouten handhaaft zijn voorstel. De Voorz. en de heer D r e e s repli- ceeren. Het voorstel-Schouten, om de vergade ring op Maandag 3 September voort te zetten, wordt aangenomen met 41 tegen 20 stemmen. De algemeen© beschouwingen worden vort ge zet. De heer Hoffman is ook voorstander van de verspreiding van lectuur ten platte lande, maar liij is van meening, dat dit niet op neutrale wijze moet geschieden. Voorts bestrijdt spr. de opvatting van den heer Ter Laan ten opzichte van de verkiezing van leden van Ged. Staten en van den heer De Zeeuw over de voorlich ting bij de verkiezingen. De heer Ten Hope vraagt of Ged. Staten niet kunnen nagaan, of het sluiten van wegen voor auto's niet op minder kostbare wijze kan worden uitgevoerd. De heer Limburg, lid van Ged. Sta. ten, merkt ten aanzien van de drinkwater- slifïF zicif ^aas- drinkwater voorziet, dan wanneer ze het water van Rotterdam zou betrekken. Ten aanzien van den weg Den Haag Rotterdam zegt spr. dat de belangen van dezen weg beter kunnen worden bepleit aan de overzijde van het Binnenhof, waar aandrang op de regeering kan worden uit geoefend. Wanneer het rijk de verbetering nalaat, moet de provincie deze dan ter hand nemen? Spr. acht daarvoor geen en kele reden aanwezig. Wel kunnen Ged. Sta ten bij de regeering aandringen op spoe dige verbetering, en dat geschiedt dan ook Uit den aard der zaak is de weg Den Haag —Rotterdam een rijksweg. Ged. Staten dringen dus met Idem bij de regeering 'aan op bespoediging der weg- verbetering, terwijl zij zelfs hebben laten doorschemeren, dat zij wol bereid zouden zijn aan de Staten een voorstel te doen, I om voor bepaalde gedeelten een subsidie -T>é verleenen. Wat betreft den tol cp den weg Den Haag—Delft, deelt spr. mede, dat Ged. Sta ten ile gemeente Delft hebben gedreigd met intrekking der concessie, wanneer de gelden, welke deze tol opbrengt, niet wor den aangewend voor de wegverbetering. Uit het rapport van den provinciaal hoofd ingenieur is echter gebleken, dat de ge- meente Delft inderdaad verbeteringen in den weg heeft aangebracht. De heer Y o n F i s o n n e, lid van Ged Staten deelt, mede, dat. tengevolge van cor respondentie herhaaldelijk min of rnaop strenge bepalingen in gemeentelijkó poli- tie-vorordeningen worden verzacht. Heeft deze correspondentie tusschon G«d. Slaton en het betrokken gemeentebestuur niet het gewenschte gevolg, dan gebeurt het vele keer en, dat een dergelijke verorden in g tor vernietiging aan de Kroon wordt voci go dragen. 'a' «-J**.. De heer Kolkman, lid van God. Sla ten, antwoordt op een opmerking van den heer Braat, dat do ontvangers-salarissen inderdaad te hoog waren on daarom heb ben Ged. Staten deze dan ook aanmerke lijk verlaagd. Do vergadering wordt te 5 uur verdaagd tot Maandag 3 September le 11 uur. 1 Dc haring. Stopzet ting haringvisschor ij' li „Wie inonze visscherijplaatsen komt, hoort een klacht over de enorme hoeveel heid haring en het gebrek aan afzetgebied. De smakelijke visch wordt ongeveer voor niets verkocht. Hier en daar voor een cent per stuk, wel te verstaan in de aanvoerplaatsen. De kleinhandelaar vraagt altijd nog van 815 cent per stuk. Wat dom toch! De gelegenheid is prach- 3 tig, om het zeebanket onder het groote pu- 2' bliek te brengen, doch in plaats daarvan I zit men wanhopig te staren naar een bui- tenland, dat niet koopen kan cn natuur- 1 lijk loopt dat uit op een poging de schat- I kist om hulp aan te spreken. |<j Ieder voelt, dat liet de dwaasheid ge- I 'kroond zou zijn regeeringsliulp te verleo- I nen, waar de belanghebbenden zelf den I binnenlandschen afzet, die veel en veel l grooter zou kunnen zijn, belemmeren door I belachelijke' prijzen. Laat het haringbedrijf zichzelf helpen en dergelijke prijzen wei- geren." I Aldus schrijft het „Vad." In de Vrijdag te 's-Gravenhage geliou- I -den druk bezochte vergadering van ree- K ders van haringschepen is met slechts één stem tegen den wensch uitgesproken, het haringvisscherijbedrijf in verband met den huidigen toestand ontijdig stop te zetten. Omtrent heUtijdsfcip, waarop die stop zetting zou plaats hebben, bleken de stom men verdeeld. De vergadering was bet er eenstemmig over eens, dat reeds thans de aanvoeren' beperkt dienden te worden. Fonds „Uiikeering bij overlijden". Donderdag 26 Juli hield het fonds „Uit< keering bij Overlijden", instelling van Ds Hanze in bet Bisdom Haarlem, zijn der tiende jaarvergadering in het Hanze-Ge- bouw te Haarlem. Van deze gelegenheid werd gebruik ge maakt om tevens op bescheiden wijze do herdenking te vieren van het 12 AA-jarig bestaan van het Fonds. Nadat des morgens door deft Geest. Ad. visenr der afd. Haarlem, Rector Kok, aan het Gilde-Altaar van de Hanze in de Ka thedraal de H. Mis was opgedragen tot in tentie van de overleden en levende leden cieelé jahrvérgailerin'g -gêrWecre;dx presidium van den heer G. de Wolf. Het Hoofdbestuur van de Hanze, zoo mede verscheidene Ilanze-Instellingcn had den zióh doen vertegenwoordigen of gc- lukwonsclien gezonden. Naar aanleiding van een schrijven der fondsleden te Delft, vestigde de voorzitter er nog eens nadrukkelijk de aandacht op, dat het bestuur bij bot volledig in werking treden der Levcnsverzekingswet de noo- digo maatregelen zal treffen, om aan de door de wet gevorderde formaliteiten le voldoen, en geenszins voornemens is het beheer van bet fonds aan anderen over te dragen. Het bestuur heeft zelfs in beginsel besloten, plannen in studie te-nemen tot stichting van een o verlij densfonds voor de kinderen van de Hanzeleden, waarover bet in een volgende vergadering uitgebreidero mededeelingen hoopt tc kunnen doen. De vergadering kon volledige goedkeu ring hechten aan de jaarverslagen va*, secrétaris en penningmeester, waaruit o.a. bleek, dat in het afgeloopen jaar wederom zestig leden tot bet fonds waren toegetre den, zoodat het ledental vermeerderde tot 1198. Verder, dat dit jaar aan de reserve weder een bedrag van f 11,000 kon worden toegevoegd, waardoor deze gestegen is tot f 65.400. Commissarissen hadden maandelijks boeken en bescheiden gecontroleerd, en brachten ter vergadering een onverdeeld gunstig rapport uit. vaders, terwijl zij met vochtig oog tot hem opzag. Hoe moet ik u danken, antwoordde zij met zilverreine stem. Hebt gij niet den wensch mijns harten vervuld en toege staan, dat ik u naar Italië" mocht vergezel len? Mijn hart ging open toen ik Italië's lucht kon inademen en met eigen oogen d& wonderwerken zien, waarvan ik reeds zoo veel had. vernomen. Wat is ons Duitsch*: land met zijn ijzige winters tegen dit al tijd bloeiend paradijs? En zelfs hier, inde zwijgende eenzaamheid zwelt mij de borst van vreugde. Het gelaat van Meester Hiller stond ernstig. 't Is waar, mijn kind, veel schoons hebt gij gezien en veel heerlijks zult ge nog aanschouwen als wij. de poorten van het prachtige Florence binnentrekken. En toch, niet zonder tegenzin nam ik u mede omdat ik geen vol jaar van mijn doch tertje wilde gescheiden zijn. Ik dacht wel, dat Italië's schoonheid u zou hekoren; maarEva, vergeet daarvoor ons va derland niet! Zie, ons Neurenberg, onze vaderstad is niet zoo mooi, maar de men- schen, die in de straten wandelen, dragen een stilet noch mes, om hun leven en eigendom tegen verraderlijke aanvallen te beschermen. Koud en ruw is onze lucht, maar onze heerlijke lente, Eva, vergeef ge dien? Wanneer 'een zachte wind de' eikenbladeren doet ruischen en het zon licht speelt in de heldere beek, kom, meis je, is dat ook niet schoon? (Wordt vervolgd.)- FEUILLETON (Nadruk verboden. 3) Ik hoop reeds eerder, Signor. Zoude echtgenoot van Signorina Lauretta Tambu rini zich nog in dezelfde ondernemingen steken als de bruidegom waagde? Wat be toekent onze rijkste vangst tegen het ver mogen, dat de dochter van markies Tam il urini de spruit der Albizzi's zal aanbren gen? De. jonge edelman blies in de lucht. Bah, vederlicht en in mijn handen dra versmolten als zachte was. Het voor naamste van de geheele zaak is, dat ik door dat huwelijk den wil mijner familie doe, die door een verbintenis met de Tamburini een steun denken te vinden. Inderdaad is het meisje schoon, maar een schoonheid koud als het maanHoht dat daar door het venster valt, en ik wil zon negloed en leven; al zou het mij ook hoofd en hersens zengen. Om het even, ik ben geen blèeke dwe per als Edmondo genieten is mijn doel genieten. Hij zweeg; een eigenaardig geluid, drong van buiten tot bem door, het geleek het krassen van een nachtvogel. Dat is het signaal van Bernardo, dien ik uitgezet heb, riep Roberto. Onze buit nadert; naar de knapen, Savello! Hij stond op en buide zich in zijn rui men mantel, zich overtuigend, dat het masker stevig bevestigd was, dan nog oen anaai zijn beker ledigend met één enkelen teug verliet hij, door Savello gevolgd, het vertrek. Luid gejuich begroette ,hem bij zijn komst le midden der roovers. Een dieftte nevel hing in de ruimte en de fakkels ver spreidden een onaangenamen geur, doch de jongeling uit het geslacht van Patri ciërs scheen niets daarvan te bemerken; ©ogenschijnlijk bevond bij zich thuis in deze omgeving, en met trotsch gebaar be antwoordde hij den groet der woeste ben de. Het uur is gekomen! sprak hij ben aan. Het is geen moeilijk werk en spoedig gedaan. Een Duitsch juwelier met een paar man tot geleide zal over eenige oogen blikken hier door bet bosch voorbij komen Giuseppe legt zich met drie kameraden in een hinderlaag; ik zelf zal met de overigen hen aangrijpen Ik wil niet, dat er bloed zal vloeien, wanneer het niet beslist nood zakelijk is. Bloed is een zeker spoor tot, hem die het vergoot. Wat ge buit maakt, geeft ge aan Savello. Laat er niets ontbre ken! Gij weet, mijn oog dringt door uw zakken als door uw zielen en ziet het ver borgene al lag het op den bodem der zee. Onbegrijpelijk was de macht, welke de jeugdige leidsman over de meest veel oudere leden der bende uitoefende. Zij volgden blindelings zijn bevelen. Was het de bekoring van het geheimzinnige, dat hem als een wolk omgaf? Bijna eerbiedig bogen zich die ruwe mannen en mompel den: Wij zullen gehoorzamen! Giuseppe! Savello zegt mij, dat gij een zaak op eigen hand. gedaan hebt en een jood goed en leven1 hebt geroofd. Ik had u tevoren kunnen zeggen, dat Messer Giofafatti slechts onedele metalen bezit, Had u door Savello tot mij gewend. Triomfantelijk blikten de roovers hun kameraad aan, terwijl Giuseppe het hoofd liet hangen. i1 Waar is het sieraad? Hier, Signor. Deemoedig bracht de roover de keten te voorschijn; de hoofdman stak deze bij zich. Waar hadt gé uwe oogen, knaap? Maar ge zult uw mes niet tevergeefs ge trokken hebben; daar, neem deze twintig florijnen en verdrink die met uw kamera den! Leve onze hoofdman! klonk het ju belend in het rond. En nu aan het werk! Weest voor zichtig en snel, en een goede buit is uw deel. Zoodra het afgeloopen is verstrooit ge u en den volgenden nacht komt ge hier om Savello rekenschap te geven. Dreigt er verraad, zoo let op het teeken aan den hollen boom, eenige schreden van hier, «•'dien ge allen kent en vermijdt dit huis! Gij weet, in dit geval béteekent een wit stuk doek, als toevallig tusschen de tak ken gewaaid, dat niet alles in orde is! En nu vooruit, het geluk is aan onze zijdel HOOFDSTUK IL De paarden in gelijkmatigen stap, trok de kleine schaar door het woud. Het maan licht, dat door de kruinen der hooge hoo rnen viel,toekende zeldzame figuren op hun pad en lichtte hier en daar spook achtig in het donkere groen. Stilte, diepe stilte heerschte rondom. Zelfs het geluid der paardenhoeven was door de weekheid van den bodem nauwelijks hoorbaar; een aaiigenam'a koeltje speelde om de slapen der reizigers. Aan het hoofd van het ge zelschap reed Meester Hiller, een Ncuren- bergsche juwelier, en aan zijn zijde zijn geliefde dochter Eva; dicht achter hem reed een oude dienaar, en eenige gewapen- den niet hellebaarden en lederen kolders sloten den stoet. De Duitscher was een man van ongeveer vijftig jaar, met ernstig, doch niet on vriendelijk gelaat;'een zekere zenuwach tige spanning hield hem op dit oognblik bezig en bezorgd wierp hij nu een blik op den goedbevestigden mantelzak achter zich, clan op het zwijgende meisje, dat als geheel in de betoovering van den lente nacht verloren scheen. Eva telde zestien jaren; haar jeugdige vormen waren nauw omsloten door een klepd van blauw laken en de rijke blonde haren door een kap van dezelfde stof ge dekt. Haar vader droeg eveneens oen la ken wambuis en daarover een wijden mantel zonder mouwen; terwijl degen en mes aan zijn gordel er op wezen, dat hij zich het gevaar van een tocht door het woud bewust was. Doch al zijn zorgen verdwenen, zoodra hij in het gelaat van zijn kind zag, ivaarop nu en dan het maanlicht zijn zilveren stralen wierp. Met volle teugen scheen Eva Hiller de betoovering van den Italiaanschen maan nacht in te ademen; stil en droomerig was de blik van het anders zoo vroolijk-e en opgewekte-kind, dat nu onbewust een traan in het blauwe oog voelde opwellen. Eva, mijn kind, zeide hij, met bewo gen stein. Zijt ge 'tevreden? Tee der drukte het meisje de hand baars

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1923 | | pagina 4