Tweede Blad Koninklijke Koopman. Vrijdag 27 Juii 1923 R. K. Vrouwer.-Landdag. Vandaag ia er een B. K. Vrouwen-Land- a<r (e Utrecht. 3 |cn verslag dezer eerste grootsche na- anale samenkomst der katholieke vrou- •n kunnen wij in dit nummer met opne- jlaar hier geven wij reeds plaats aan het rslag eencr rede van mevr. Vinkesteijn— tetmulder over: er3tel van oude Katholieke gebruiken in het H uis ge z in. We willen terugbrenging van ouderwet se, oogeuschijnlijk nietige gebruiken, aar die de zoo noodige huiselijkheid in e gezinnen doen terugkeeren Bespreken wij nu het eerste punt: de [verloving; overeenkomstig den wensch ,n het hoofdbestuur. Vroeger, als er een zoon of dochter uit |t gezin zich verloofde, was er eVen rootTfeest als nu en elkeen wedijverd; om 1 ns ef broer blijken van meeleving te too- dat is nu nog even zoo, maar dat i Sonkeré „maar" van tegenwoordig. 0. onze strenge ouder3 van vroeger, wat begrepen zij goed dat zij moesten 'zijn: een „Baar wercldsche Engelbewaarders, wed ijverend met de Hcmelsehe Engelbewaar ders hunner kinderen. men bijv. met het volgend ver doek. van inwilliging zou geen sprake zijn: Hé Ma, morgen komt Han tot Maan- üasavend. toe moedertje, laat hem nu bij ons op de logeerkamer slapen, gut Ma. jtet is zoo kostbaar, als hij in een hotel gaan, en wij sparen zoo dapper tegen ïjfoordig, en waarom de flauwe ideeën, dat tbet niet hoort, dat het niet mag, alsof u [ns niet vertrouwt. Kindje-lief, zeide moeder. Je kent ijn opinie, ik bezwijk niet, al ben je nog jo'n lief, braaf dochtertje, vraag het Pa Hetzelfde vleistemmetje bij vader. Toe Paps, enz. enz. Brr, wat een koudwaterstraal kreeg het tbattico blondje. Kind, boe durf je hét te vragen. Twee verloofden onder één dak! Geeft t niet tc denken? Waar blijft het goede Oorbeeld voor onze ondergeschikten? En blijft de achting, die gij je Han ver- inikligd ziit? Hoor eens, je aanstaande i zou zelfs uit lespeet voor jou, je geboden gastvrijheid weigeren. Eerbied :,n -achting, de grondslagen voor een reine •'ïefïk. zonden iiv de knel-komen, ïff-- Kind, zeide vader, later begrijpt gij iieter de groote zorgen van je ouders, gij nu strengheid noemt. h Ga maar vlug en herhaal het verzoek joifc weer. Ons blond meisje durfde het nooit meer ,scn. 'Moeders en nu? Wedt bet niet bekrompen, benepen, [ht ouderwctsch gevonden, gebrek aan den verloofde van uw id logies te weigeren? [O, handhaven wij toch dio gebruiken, moeilijk het ook ons moge vallen. Maar toonen wé echter in onze streng el. dat wij toch meevoelen met de jeugd. I] ontvangen bijv. den bewusten Han zoo izellig mogelijk; dan gaat hij 's avonds preden naar hotel of familielid, vol eer- cd en dankbaarheid voor de degelijke Voeding, dio zijn meisje gegeven wordt jhli zal ook naar het ouderlijk huis van n lieveling verlangen, als naar de plaats, ar ock voor hem het gclukzonnctje het fr'erst schijnt. Heï tweede punt, dat. het bestuur wenselit porokon te zien, is de huissleutel. Oe huissleutel mag nooit een vrijbrief n r.rn zoo laat thuis te komen, als men kiest. huissleutel, moeders,, is en b 1 ij f fc verboden waar voor kin deren van 14 of 15 jaar, om er mede naar een dansclub of avondje te gaan. En he laas, er zijn ouders, dio dat euvel begaan, die kinderen op dien leeftijd dc sleutel medegeven. Natuurlijk zijn cr omstandigheden, dat de tijd van naar bed gaan verlaat moet worden, bij feesten voor oudere zoons of dochters.'Geeft u de sleutel mede, dan is dit een bewijs, dat men de kinderen ver trouwt en vertrouwen maakt sterk en zij zullen van het bezit van de heussleutel geen misbruik maken. Echter moet beslist aan deze gunst een voorwaarde verbonden zijn, waarvan wij onder geen beding afwijken. Dc kinderen moeten zich, bij hun thuis komst melden aan onze slaapkamer, ons de sleutel geven en zij moeten wachten tot wij hun tc kennen hebben gegeven, dat wij terdege weten, dat zij thuis zijn. Doch niet altijd kunnen wij zoo hande len; zoo zijn er naturen in kinderen vol goeden wil, maar bwalc, o zoo zwak, om medelijden mede te hebben. Och, moeders, steunt dio arme kinderen in hun zwakheid, geeft ze den sleutel niet mee, blijft op hen wachten, maar bidt veel voor hun zelfstandigheid. En zoo gaat het vaak in het leven, wat voor den één nuttig is, leidt voor den ander ten verderve. Och, warme verstandige moederliefde is zoo'n machè, vooral als zij gesteund wordt door het gebed. Wat konden onze ouderwetsche moeders toch kracht putten uit hun beduimeld kerk bock en groote versleten rozenkrans. Onze moeders en hun daden zij leven voort in onze gedachten. Wat staan ze hoog in onze herinnering, laten wij ook trachten, dat onze kinderen later, als wij reeds ter verantwoording zullen zijn geroepen, dankbaar terugden ken aan ons leven, vol zorgen voor hun welzijn. Maar aar», onze zorgen paren we ook pretjes vorr onze kinderen, het opgroeien in een gelukkig gezin, is de zonnige weelde onzer jeugd, daarom moeten wij trachten geheel mee te leven met onze kinderen. Een derde punt van bespreking is het dansen. Tk hoorde iemand zeggen: 't is stand, politesse, educatie, dat onze kinderen dansen loeren, maar stand, politesse, edu catie zijn nog geen vrijbrieven voor een vrijere jeugdopvoeding. Soit! dansen moet er geleerd worden, al is liet Jieusch geen noodig iets om in den hemel te komen. Marar dat ben ik eens, wij moeten onze eigen meisjesjaren niet vergeten. Yelen onzer dansten vroeger ook, had den ook hun clubje, maar ik durf gerust zeggon, met heel wat meer eenvoud. Wat voelden wij ons jong en genoegelijk, bij een slepende Donauwals, op een dansavondje in huiselijken kring. Waarom tegenwoordig dio verandering? Spreker herinnert aan de sterke veroor deeling van Dr. do Vletter, een niet-lcatho- lick rector van een Lyceum iri ons land, in zijn brochure aan Ouders en Opvoeders over kindervermaak en modern dansen. V7e spelen met vuur op onze moderne bals, schrijft hij. Dansen zonder toezicht van ouderen is uit den booze. .Elke dag in het huisgezin vraagt ons een korten tijd van ernst. Na tufel of iets later het rozenhoedje of gemeenschappelijk gebed. Zalig de gezin nen, waar het oud gebruik ingeroest is, waar zelfs de zoon, student geworden, des avonds het rozenhoedje meebidt. Maar ook zijn er gezinnen, die 's avonds direct na het middagmaal gewoon op hun plaats blijvend even met elkaar een tien tje van de rozenkrans en „de toewijding van het huisgezin aan het Heilig Hart" bidden. Spr. komt in de' herinnering het beeld van haar eigen eenvoudige Moeder, hoe zij bii haar heengaan naar de eeuwigheid en reeds stervende, een kwartier voor haar dood, in haar 81ste levensjaar, die jaren niet afsloot, zonder van haar 10 kinderen, die rond haar bed geschaard stonden, af scheid te nemen, door hen met stervende, bevende handen, één voor éen, het Moc- derkruisje op het voorhoofd te drukken, ge lijk zij dat bij hunne geboorte en iedcrcn di'g bij het naar bed gaan placht te doen. Verder vraagt spr. aandacht voor de kleine Roomsche gebruiken in het huisge zin. De huiselijkheid sterft, waar geen gezel ligheid gekweekt wordt. Waar gezelligheid ontbreekt, wordt geen huiselijkheid ge kweekt. O, die huiselijke haard, zoo vaak bezongen door onze dichters, Laat die hui selijke haard vooral toch vol gezelligheid zijn. Als Vader en Moeder in alles meeleven kunnen zij ook veel gedaan krijgen. Op d?n lsten Vrijdag bijv. gaan Vader en Moeder met allen ter Communie. Den Vastentijd wil VaHer gehandhaafd zien, niet strenger dan de Paus, maar bijv. geen dansclub in den heiligen tijd van den vas ten. Hooge feestdagen, 1ste Kerstdag, lste Paaschdag, lste Pinksterdag, dat zijn ook groote feestdagen voor heb gezin. Moeder tracteert, maakt heb feestelijk gezellig. Wij moeten onder geen beding zoo'n hoogen feestdag buitenshuis laten vieren; op die dagen is er feest en in de Kerk en in het huisgezin. Geen invitaties bij ande ren worden op zoo'n lste Kerst-: Papch- en Pinksterdag aangenomen; in hoogst feestelijke stemming is men thuis veree- nigd, muziek en zang en gezelschapsspelen brengen bekoring. Den 2den Kerst-, Paa3cli- en Pinksterdag wordt gaarne gelegenheid gegeven zich daarbuiten to vermaken. En zoo viert het Katholiek huisgezin thuis de groote Kerkelijke feesten mee. Onwillekeurig zal iemand mij toevoegen: „Is de taak, die volgens U op de Moedor rust, niet zoo zwaar, dat zij haar geheel in beslag neemt, en haar geen gelegenheid laat om nu cn dan. haar aandacht te schenken aan zaken, die buiten het eigen lijke gezinsleven liggen?" Neen, hoe zwaar onze plichten ook zijn, tijd kunnen wij maken. Overleg vindt al-, tijd een weg, en het is waar. En nu, vrouwen, moeders, opvoedsters, zco besluit spreekster haar mooie en war me voordracht, nemen wij op dezen eer sten landdag een kloek en ernstig besluit. Wij willen zijn vroolijk en blij, als St. Franciscus, de groote vriend der tertia- Eenvoudig en bescheiden als Maria, onze patrone8se, kortom, wij willen zijn, vrouwen met echt vrouwclijken aard, die vrouw zijn, in en ondanks de moderne wereld. Moeders met reine kinderliefde, die haar huisgezin, de wereld en zich-zelf tot zegen zijn. Dames, besluiten wij met deze woorden van een bekend schrijver: Goede moeders is het hoogste wat de Vrouwenbeweging zich kan denken. De R.-K. Universiteit te Nijmegen. Z. D. H. Mgr. de Aartsbisschop verricht de inwijdings- plechtig hei d. De „Utr. Ct." vernoemt, dat in het begin van October .-de officieel©- plechtige inwij ding zal plaats hebben van de gebouwen der R.-K. Universiteit to Nijmegen. Deze plechtigheid zal worden verricht door Z. D. H. Mgr. H. van do Wetering, Aartsbisschop van Utrecht, die, op nader te bepalen datum, in de parochiekerk der paters Jesuïeten (Molenstraat, Nijmegen) vóór de inwijding een Pontificale H. Mis zal opdragen. Hierbij zullen alle Bisschoppen van Ne derland tegenwoordig zijn. Voor dc assistentie zal Mgr. zijn eigen clergé meenemen. Het blad meent voorts te weten, dat het ook de uitdrukkelijke wensch van Mgr. was was, dat het zangkoor der kathedrale kerk van Utrecht, „St. Gregorius Magnus", yoor de muzikale opluistering dier grootsche ge beurtenis zou zorg dragen. Zeer waar schijnlijk zal alzoo dit koor dien dag naar Nijmegen gaan om, onder leiding van zijn directeur, Joh. Winnubst, uit te voeren Diepenbroclc's groote „Missa iu die Festö,,. Reorganisatie der Rijksgebouwen. Naar hot „Vad." verneemt, lagen de plannen van een uitgebreide en ingrijpende reorganisatie van de Rijksgebouwen reeds geruimen tijd gereed, maar wachtte de uit voering op het resultaat van het onder zoek naar de gedragingen van den Rijks bouwmeester voor de onderwijsgebouwen. Do reorganisatie zal thans met kracht (Nadruk verboden. EERSTE DEEL. Cosimo. i HOOFDSTUK I. imculen in hot woud, door oen wcolderi- jn plantengroei als het ware voor het oog j orgon, *n de nabijheid der ruach- "ïo Républiek Florence, de armoedige pjeruu „Do Zwarte Beer". u een klein dakkamertje van het hüisje k en naast elkander twee bedjes van rV ^out getimmerd, met een stroozak als I ciiage en een oude, dunne wollen deken Menige warme dekking. I UOu kinderen, van óngevoer vijf, zes °n, rustten op dit harde leger; donker zwartoogig was de knaap, blondlokkig meisje. Het waren do kinderen van f» waard; Loronza, de oude huisiioud- (Y° S!nds lang bij de kiemen de iais der moeder innam, had kon zoo- pn to .ocd gebracht. e -ceto lentelucht stroomde mild door Do,r llle> r?.ude' rue'; tralievcerk voorziene 07- vü^0?' ho°S- hi den muur de plaats ior i°rS in"amon> en gedenipt door 't I'm/ ',lö(?se hoornen viel een straal van I S !'jhl esn kunstloos, maar kleu- cio tafe eeW dCr |J°l een uitdrukking van innige droef- i dó"? 1 00° der Hemelkoningin neder I ncc reine, schuldelooze kleinen, wien slechts schande en misdaad wachtten Want liet ouderlijk huis was berucht als de verzamelplaats eener bende roovers; en hoewel men Filippo, den herbergier, hoog stens voor een paar kleine misdrijven zou kunnen vsroordeelen,- het was toch alom hekend, dat in zijn huis menig donkere daad werd beraamd en menig geheim ver- horgen lag, dat wel reden had om het dag licht te schuiven. Filippo, slaapt ge al? klonk zacht als een zucht <J.e stem van het jonge meisje Neen,, Julia, ik ben nog wakker, ant woordde de knaap uit zijn bedje. Zijt ge hang, Julia? Ach ja, Filippo, ik hen zoo bang, wanneer ik heneden die ruwe menschen, die 's nachts zoo stil. binnen sluipen, hoor zingen en vloeken. Filippo, dat zijn heel slechte mannen, die niet aan God geloo- ven en aan de heilige Madonna. De oogen van den knaap schitterden in het bewustzijn van vroeg ontwaakte kracht Was ik maar eerst groot en sterk, Julia, fluisterde hij zijn zusje toe, dan kocht ik mij een zwaard en joeg ze allen hier vandaan, dan konden ze mijn Julia niet bang meer maken. Dat zou heerlijk zijn, niet waar, Julia? Ach, ze zouden je vermoorden, Fi lippo, zei het kind,- angstig; neen, laten wij hen liever laten schreeuwen, wij sla pen toch wel in! Misschien komen ze heden niet. Ze komen, Julia, sprak daarop de knaap heslist, de ccne, voor wien al 'de an deren buigqn. SaYolIo noemen zc hem, was reeds vroeg dezen middag bij vader, en luister maar, nu zijn er ook al eenigen be neden. worden ter hand genomen, ja zij ging reeds geleidelijk in uitvoering. Het spreekt vanzelf, dat bezuiniging en inkrimping de wachtwoorden zijn en de noodzakelijke maatregelen onaangenaam zullen zijn voor hen, die er door worden getroffen. Vermoedelijk nadert nu ook de beslissing over het Leidsche Ziekenhuis. Het werk van „Botlemcuituur". „Het Vaderland", dat indertijd een ar tikel heeft gewijd aan het werk van de stichting Bodemcultuur, wijdt nu weer een beschouwing aan deze stichting on der den titel: „De-eerste resultaten". Een der redacteuren heeft een bezoek gebracht aan de gronden tusschen Box tel en Oirschot, die tot dusver het voor naamste terrein vormen van de werk zaamheden dezer stichting. Aan het verslag van zijn bevindingen laat de redacteur voorafgaan een herhaal de en dus korte samenvatting van wat Bo demcultuur beoogt: „Het Spaarfonds voor Bodemculluur, gevestigd te Leiden, werd opgericht op initiatief van dr. Emile Vervier, die daar bij onmiddellijk krachtig gesteund werd door wijlen mr. J. Loeff en mr. P. J. M. Aalberse. Het doel der oprichters was tweeledig: het op productieve wijze in cultuur brengen van woeste" of verwaar loosde gronden in Nederland met steun van Nederlands ch klein kapitaal, en daar naast het tegengaan van den trek naar de groote steden inet hun proletariaatvorming of, positief, het vormen van een krachtige agrarische bevolking. Hierin zien de lei ders van Bodomcultuur niet slechts een economisch, maar ook een sociaal belang, (daar, naar zij zeggen, landarbeiders, die naar de stad trekken, meestal vervallen tot tot pauperisme en zoodoende de gelederen versterken van hen, die een voortdurend gevaar vormen voor onze huidige maat schappelijke samenstelling. Door economisch to werken heeft de zaak ook het eigen financieel belang, ge diend, en een gemiddeld rendement ver kregen van 8 pCt. Om het bedrijf met be hulp van groote kapitalen krachtig te kun nen doorzetten en tevens om den spaar ders de gelegenheid te geven hun andere bankzaken bij Bodemcultuur te behande len, heeft het bestuur van het Spaarfonds besloten tot oprichting van de Bank voor Bodomcultuur" Do redacteur vertelt verder van zijn be vindingen o.m.: Allereerst bezocht-en we,, aan de gTens van het hoofdterrein, het huisje van een spoorwegarbeider uit Boxtel. Het is gloed nieuw; ontworpen, evenals alle huizen van Bodomcultuur, door dr. Verviers zelf. Voor dit kleiuste frisch en practisch ingerichte woninkje betaalt de huurder f 4.25 per week, daarbij inbegrepen de pacht van 't stukje land van SO A., waar hij haver, rogge, groote hoonen, aardappelen en knolrapen verhouwt. En gemiddeld leveren dezè huurbedragen, de Bank nog 8 pGf. rente opl Bij den verderen tocht over de terreinen bleef de indruk: goedkoop, frisch, prac tisch. Wij zagen een groepje arbeiders woningen, woningen, waarbij 50 A. grond ligt (men verbouwt er in hoofdzaak haver) en waar tuintjes voor komen. Wij zagen een oude boerderij, die door Bodemculluur verbeterd is, zóó verbeterd, dat terwijl de tijden slechter zijn en de pacht verhoogd is, de menschen toch gemakkelijker die paoht betalen". - En hij besluit aldus: „Eerste resultaten", schreven we hier boven. De bezittingen der maatschappij, die een waarde hebben van vijf ton, wor den reeds bewoond door 300 menschen, een klein dorp. Reeds, zeker, maar ook: nog kras. Bodemcultuur is trotsch op het bereikte, maar uit alles bleek ons, dat de heeren, zoo gauw de middelen het toe lieten, niets liever willen dan uitbreiden. Niet slechts, in Brabant, maar ook in an dere streken van ons land wil Bodemcul tuur gaan werken. Een prachtig aanbod in de buurt van Mep pel heeft men nog pas, wegens onvoldoende middelen, moeten laten loopen. U kunt hieruit zien, zei dr. Verviers ons, dat wij volstrekt niet alleen, zooals men wel eens denkt, in Katholieke streken willen werken. Onze maatschappij is, wat dat betreft, volkomien neutraal. Wij heb ben nict-Kalholiokc spaarders en «waleel- houders en ook hier in Brabant enkele niet-Katholicke pachters. De nnmon dar oprichters hebben de zaak iri zekeren zin een Katholiek cachet gegeven, maar hoe gaat dat? ging dr. Verviers voort. Als men zoo'n plan heeft, praal mon pr over met z'n vrienden. Dat waren Looff en Aalberse Als ik Colijn of Kröllcr bad gekend, zou ik er met hen over gesproken hebben. En bovendien, als zich een maatschappij met een zelfde doel als hot onzo zou vormen, een stichting waarvan het liiet-Kalholiek- zijn voor ieder volkomen duidelijk was, dan zouden wij niets liever willen dan innig met zulk een maatschappij samen werken. Want do hoofdzaak voor Bodem- cultuur is de bevordering van dit nationa le belang: het vormen van con krachtiger agrarische bevolking". Uit de textielindustrie. Do lextielarbeidersorganisalies „Do Eon- dracht", „Sint Lambertus" on „Unitas" to Winterswijk hebben tegen 30 Juli een sta king aangekondigd bij de firma J. H. Meijerink en Zonen aldaar, die de richt- loonen terugbracht van f 26.50 tot f 24. In „De Textielarbeider" lezen we om trent de oorzaken van dit conflict het vol gende: Deze firma wil de Christelijke feestdagen niet meer uitbetalen en heeft daar naast in do fabriek bekend gemaakt,' dat de richt- loonen teruggebracht zijn van f 26.50 tot f 24.00 per week. Onderhandelen met de hoofdbesturen wilde deze firma niet. Met een commissie uit de arbeiders confer ecren, dat zou des noods nog gaan, maar geen hoofdbestuur ders. Om een conflict zoo mogelijk te mijden werd toen op een fabrieksvergadering, waar ook do hoofdbesturen waren verte genwoordigd, besloten een dergelijke com missie uit de arbeiders le benoemen. De firma werd hiervan schriftelijk mededeo- ling gedaan, maor ook met deze commis sie wilde zij niet onderhandelen. Toen was een. staking onvermijdelijk en werd deze door drie arbeidersorganisaties ge proclameerd tegen Maandag 30 Juli. Men schrijft uit Tilburg: De Vereeniging van R.-K. Werkgevers in het textielbedrijf heeft een loonsverla ging in do tapijtindustrie aangekondigd. In deze industrie heeft tol nu toe geen loons verlaging plaats gehad. In den desbetref- fenden brief aan do hoofdbesturen der tex- tiedarbeidersbonden wordt om. medege deeld, dat het vorige jaar in de wollen- stoffen-, en katoen fabrieken, bont- en co- cosweverijen, band- en veterfabrioken een verlaging van 10 pCt. is ingevoerd, doch dat do arbeiders der tapijlfabrieken nog dezelfde hooge loonèn verdienen als in de beste dagen van de hoogconjunctuur. Do tapijtindustrie ondervindt echter evengoed de gevolgen der algemeen o malaise; door de builenlandsche concurrentie is ook haar positie bemoeilijkt: ook haar productie kosten moeten omlaag. De verlaging (10 pCt.) gaat 30 Juli in. In een vergadering van het bestuur der Vereeniging van Tüburgsclie wollenslorfen- fabrikanten met do hoofdbesturen der tex- tielarbeidcrsverecni: in - o is medegedeeld, dat de fabrikanten clc loon en. opnieuw wenschen te verlagen. Na jiospreking met de hoofdbesturen werd toegezegd, dat de fabrikanten de verlaging nog eens in eigen kring zullen bespreken om daarna, indien noodig, opnieuw een bespreking te houden. In de daarna gehouden ledenvergaderin gen van „De Eendracht" en „Sint Lamber tus" is vastgesteld, dat van verdere verho ging van de loonen geen sprake kan zijn Aan de hoofdbesturen Averd opgedrager alles in het werk to stellen om verdere ver laging te voorkomen. Gemengds Berichisre. Een zsilsloep omgeslagen. Twee meisjes verdronken. Gisterenavond omstreeks half tien zag ruen van de boot- van de reederij Fop Smit en Co., die om 8 uur van Hoek van Hol land was afgevaren, tusschen VJaardingen en Schiedam, op ongeveer 500 mete afstand een zeilsloep omslaan. Naderbij gekomen, zag men vijf personen te water liggen, die men, door hun dreggen, werplijnen enred- lnderdaad drong een gedempt gerucht uit de kroeg door een dunnen houten vloer naar boven, als het geschuifel met stoelen en het rinkelen van drinkbekers. Da knaap richtte zich in zijn bedje op; trillend van koortsachtige opwinding; Julia,' ik sluip naar heneden en ga luisteren. Filippo, ga niet, laat mij niet alleen! vleide do kleine, liet gezicht tot schreien vertrokken. Ze slaan u,' Filippo, en dan. we hebben .ons avondgebedjo nog niet ge beden, dat de goede Lorenza ons geleerd heeft, Filippo, laten we bidden! In haar bedje nederknielend, vouwde het meisje do handjes samen en richtte den blik op liet Madonnabeeld. Half onwillig had ook de knaap de handen gevouwen en had met het zusje mede; doch nauwelijks was het kinderlijk gebed ten einde of het rumoer in de herberg werd luider, ruwe schreeuwende stemmen klonken woest door elkander. Hij verzette zich, de Jood! riep een diepe mannenstem, en gij hebt hem den hals niet omgedraaid! foei Guiseppe! Een luid gelach was bet antwoord. Dit mes kan het getuigen, 't is nog rood! Maar ik werp het weg, 't is niet eerlijk meer, er kleeft jodenbloed aan, doch h?t hoeft mij dit halssieraad opge bracht. Wie biedt er op? Een algemeen gemompel van bijval steeg op. Heerlijk, prachtig! Julia, ik ga toch naar heneden! An dermaal richtte de knaap zich overeind. Filippo, lieve Filippo, wil ik je dat mooie sprookje vertellen, dat ik van Lo renza weet? Het was het laalste reddings anker waaraan 'l meisje zicht vastklemde om haar broertje van zijn besluit af te brengen. Eu het gelukte haar. Een sprookje? vroeg Filippo nieuws gierig, de deken opnieuw over zich heen trekkend. Luister maar! Het sprookje heet: „De drie sterren". Er was eens een goede, brave man, die drie zonen had. Als hij nu ziek werd en sterven ging Schurk, de steenen zijn valsch! Geef mij mijn geld terug! Julia, hoort ge 'niets? Do stem van den knaap klonk zwakker, klaarblijkelijk deed de slaap haar rechten gelden. Luister verder, Filippo. Hij riep zijn drie zonen te zamen en zeide tót hen: „Ik laat nu ieder huns weegs gaan. Ieder uwer kieze de beste en God zegene u daar bij!" Daarna legde hij zich neder en stierf Toen zijn zonen hem begraven hadden Hulp, hij vermoordt mij! Het mes in zijn ribben, voor het verraad Stilte, kameraden, in naam van on zen hoofdman! De zonen? vroeg de knaap slaap dronken. De zonen kwamen van het graf en zagen op naar den avondhemel boven hen, die zwaar was van wolken, doch boven hun hoofden vonkelden drie sterren. Slaapt gc, Filippo? Drie sterrendrie De knaap zweeg. Het meisje borg het hoofdje onder baar deken en weende tot ook de slaap zich over haar erbarmde. Licht zij uw droom, arme kleinen, lich ter dun uw toekomst! Met gebalde vuist sloeg een magere doch flink gebouwde man van ongeveer dertig jaren met geelachtig gelaat en zwar ten baard op de houten tafel, dat dc tinnen drinkkroezen rinkelend wankelden. Zijn kleeding vertoonde een zekere verwaar loosde elegantie. De nauwe, aan beide zij den gesplitste beenbekleedsels staken in half hooge lederen laarzen, oen wambuis van verschoten fluweel en een lederen kolder omhulden zijn gestalte,' daarover droeg hij een mantel van dezelfde stof, met roodachtig bont afgezet, die, half versleten, hier en daar de verbleekte scharlaken zij den voering liet zien. Aan zijn zijde hing behalve een mes ook een eenvoudig zwaard terwijl zijn donkerharig hoofd door een soort tulband met een arendsveer getooid, werd gedekt. Stilte! gebood hij nog eens met don derende stem, ieder oogenhlik kan do hoofdman komen, moet hij een kudde sna terende ganzen of een troep eerlijke bri- ganten hier vinden? Maakt uw zaken oen andermaal uit, en gij, Guiseppe, lever uw keten den hoofdman uit, hij zal beslissenl De acht mannen, die twistend rond de tafel zaten en in hartstochtelijke woorden bereids naar hun messen hadden gegrepen schenen aan gehoorzaamheid woon, en lieten - zij 't ook onwillig - 'lkonder niet rust. Het waven ruwe. -verwilderde knapen, gekleed in grove wollen stol mot lederen kolders, terwijl bij geen cnKela mes en zwaard aan den gordel onlbjak. Guiseppe haalde ruimer adem toen hu zich van zijn tegenstanders bevrijd zag. (Wordt vorrolgd^

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1923 | | pagina 3