Tweede Blad
Woensdag 25 Juli 1923
Herziening van de Gemeentewet.
Een wetsontwerp tot herziening van do
Gemeentewet is bij de Tweede Kamer in
gediend.
Aan de Memorie van Toelichting is het
volgende ontleend:
Na raadpleging van Ged. Staten en on-
dersckeideno gemeentebesturen kon de mi
nister zich onbezwaard achten, de voor
stellen der Staatscommissie, welke was in
gesteld tot voorbereiding van do herziening
der Gemeentewet, in hoofdzaak ongewij
zigd, tot de zijne te maken.
Overlading van den Raad. Gewezen
[werd op de moeilijkheden, dio ondervonden
worden van de regeling in de Gemeente
wet van de bevoegdheden der drie orga
nen van het gemeentebestuur en van hun
verhouding tot elkander. Zij zijn oorzaak,
in de eerste plaats dat de Raad overbelast
is. Hij is niet alleen verordenende en con-
troleerendo macht, maar ook in grooten
omvang bestuursorgaan.
De zeer toegenomen taak van den Raad
en zijn veranderd karakter merken nadee-
lig op het college van B. en W. terug. Zijn
leden worden zeer in beslag genomen door
do velo en lange raadsvergaderingen
Andere verdeeling van de bestuurstaak
[tusschen Raad en burgemeester en wet
houders is daarom datgene, wat bij de
herziening der Gemeentewet meer dan iets
anders nijpt. De Raad moet van de be
stuursfuncties voor een zeer aanzienlijk
;deel worden bevrijd en deze moet over
gaan op burgemeester en wethouders. De
Raad moet echter onbeperkt en ongedeeld
[blijven de regelende, de wetgevende macht
in de gemeente, zij het, dat hij aan B. en
[W. een aanvullende regelende bevoegdheid
moet kunnen toekennen. Do Raad zal in
hoofdzaak worden het lichaam, dat de ver
ordeningen in het leven roept, het orgaan,
dat, bij uitzondering het bestuur in eigen
hand houdende, als regel zich er toe be
paalt de beginselen aan te geven en te om
lijnen, waarnaar hij het bestuur wil zien
gevoerd; het lichaam voorts dat controlo
oefent op het college van B. en TV., dat in
onbeperkte mate van zijn bestuur reken
schap schuldig zal zijn aan den Raad, die
door het uitoefenen van toezicht en ook
langs andereji weg, met name door ge
bruikmaking van het recht van interpella
tie, do gelegenheid vinden zal er voor te
[waken, dat het bestuur volledig in zijn
geest wordt gevoerd en naar zijn uitzicht
zich richt.
Art. 144 eerste lid, tweede zinsnede der
Grondwet gedoogt thans niet, dat een an
dere macht dan do raad deze overdracht
sahctionncert. Het wetsontwerp nu
gooft onderscheidene be
stuursbevoegdheden aa'n B. en
W., maar bepaalt, dat deze slechts kun
nen uitgeoefend worden, als de R a a d
'aartoe besluit.
Door het aanvaarden van de voorstellen
op dit punt zal de Raad niets van zijne
tegenwoordige stelling verliezen. Onbeperkt
blijft ook zijn budgetrecht.
Overlading van burgemeester en v/et-
houders. Gaan de bestuursfuncties-, die
in de art. 13b e. v. der Gemeentewet aan
den Raad zijn opgedragen in haar alge
meenheid op B. en W. over, dan zal dit
college voor een niet gering deel worden
bevrijd van den voorbereidenden arbeid
voor de in den Raad te behandelen zaken.
Het zal ook minder van zijn tijd behoeven
M te staan voor het verdedigen in de ver
gaderingen van den Raad van zijn voor
dellen. Daartegenover echter staat, dat
zijn bestuursfuncties in andere opzichten
door de verandering worden verzwaard,
p de groot© gemeenten staan B. en W.
voor oen to zwaar geworden taak. Het
reusachtig toegenomen zelfbestuur is voor
ccn^ aanzienlijk deel in hun handen ge
legd. Hun arbeid groeit nog steeds aan. Hu
kan in de wet de gelegenheid worden ge-
jopond om in de grootste gemeenten hot
Ërmlri w ethoud e r s op te voeren bo
ven het tegenwoordig maximum van zes.
Do Minister meent, dat do groots to ge
meenten op dit punt vrij kunnen worden
gelaten en hij draagt een wijziging in de
zen zin voor. Het colegiaal karak
ter van B. en W, dien! echter gehand
haafd to worden. Wel heeft do wethouder
meer en meer een grooto mate van zelf
standigheid gekregen; dit is too to juichen
en de Minister stelt dan ook aanpassing
van art. 91 aan de tegenwoordige vervul
ling der wethoudersfunctie voor. Maar
's wethouders zelfstandigheid moet niet
zóóver gaan, dat hij alléén beslist over- en
alléén tegenover den Raad staat voor de
aangelegenheden, die tot den aan zijn spe
ciale zorg toevertrouwden tak van dienst
behooren. Het moeten beslissingen van bet
college blijven.
Evenmin als de comraissïo is do Minis
ter voorstander van het toekennen van
zelfstandige bevoegdheden aan de lei
dende hoofdambtenaren. Wel
kan aan gemeente-ambtenaren de uitvoe
ring van een deel van do verordeningen,
speciaal van die van tcchnisclien aard wor
den opgedragen, waarbij hun inzicht over-
heerscliend is. De Minister draagt wijzi
gingen in dezen geest voor. Voorts maakt
art. 169 het mogelijk, dat B. en W. in den
Raad bij het behandelen van hun voorstel
len zich door een ambtenaar doen bijstaan.
Vaste commissiën van bestuur. De
Minister lean niet overnemen het denk
beeld der Staatscommissie om vaste com
missies van bestuur in de grooto gemeen
ten aan te stellen, ter verlichting van de
taak van B. en TV.
Overlading van den burgemeester.
Wat do positie van den burgemeester als
Rijksorgaan betreft, het is niet noodig en
niet wensclielijk, dat de burgemeester ge
heel buiten het zelfbestuur wordt gehou
den. Do Minister stelt daarom ook voor
den burgemeester in art. 126 der Gemeen
tewet in te lijven. De hoog noodige ver
lichting op dit gebied wil hij zien aange
bracht door ook den burgemeester
recht toe te kennen, de van hem gevorder
de medewerking te dolegeeren op
gemeenteambtenaren behoudens
beroep op hem, bijv. wat betreft "het tee
kenen van liet legio aantal stukken onder
zekere beperkingen en onder eigen verant
woordelijkheid. Bovendien zal onder de
nocdige waarborgen de uitvoering van be
sluiten van B. en W., die bij den burge
meester berust, aan een ander lid van het
college of aan ambtenaren, en die van be
sluiten van den Raad, die aan B. en TV.
behoort, aan ambtenaren kunnen worden
opgedragen.
Het voorzitterschap van den Raad. Wijze
van benoeming van den burgemeester.
De regeling, voorgedragen door de Staats
commissie, krachtens welke de burgemees
ter van gemeenten van ten minste 40.000
zielen zich dcsverlangd kan ontslaan van
de taak om den Raad te presïdeeren, meent
de regeering niet te moeien overnemen.
In de wijze van benoeming van den bur
gemeester wenscht do Minister, evenmin
als do commissie, verandering gebracht te
zien.
Samenwerking van gemeentebesturen.
Terwijl nl. in het vroegere wetsontwerp
gemeenschappelijk regeling door de op
richting eener naamlooze vennootschap
werd uitgesloten, voor zoover ^ij die rege
ling de belangen der ingezetenen recht
streeks betrokken zijn, wordt deze vorm
in het onderhavig ontwerp vrii gelaten. In
dit ontwerp is wel, evenals in het vroegere
ontwerp, do bevoegdheid gegeven omtrent
het beheer van gemeenschappelijke belan
gen eene regeling vast te stellen met afwij
king van de voorschriften der gemeente
wet, maar is niet ook de bevoegdheid ge
schonken ter behartiging van gemeene be
langen een bond te vormen, waarover het
bestuur is opgedragen aan een Raad, sa
mengesteld uit door ieder van de samen
werkende gemeentebesturen aan te wijzen
leden. In bet onderhavig ontwerp is de
dwangoefening tot samenwerking toege
staan, die in het vroeger ontwerp ontbreekt
Vereenigïng van gemeenten. Dat de
Minister allerminst schroomt om, waar de
omstandigheden daartoe leiden, voorstellen
tot vereeniedng van gemeenten aanhangig
te maken, hebben de afgeloopen jaren be
wezen. -Maar den redenaarstrant, welken
do Staatscommissie op dit punt volgt, kan
hij toch niet tot den ziinen maken, van
meening als hij is, dat ieder geval op zich
zelf beschcnwd moet worden en dat in het
geen door den loop der tijden is gewassen,
niet buiten noodzaak, ruw moet worden
ingegrepen. Intusscben kan hij zich wel ver
eenigen met do bepalingen, die de commis
sie voordraagt om do grenswijzigin-
gen to vergemakkelijken..
Hei polilievraagsiuk. De Staatscom
missie komt, mede aan do hand vah de
adviezen der door haar geraadpleegde
deskundigen tot de slotsom dat bestendi
ging van de gemeentelijke politie, nevens
de Rijkspolitie, aanbeveling verdient.
Met deze conclusie kan de Minister zich
vereenigen, zij het dat hij bij de uitwer
king zich eenigo afwijkingen heeft veroor
loofd. Ook gaat hij accoord met de mee
ning, dat de burgemeester de taak der
handhaving van de openbare orde in de
gemeente geheel naar eigen inzicht en
zelfstandig binnen de grenzen der wet,
moet kunnen uitoefenen, maar dat de mo
gelijkheid aanwezig moet zijn 's burge
meesters gezag op een andere autoriteit—
door den met de uitvoering der wet be
lasten Minister aan te wijzen te doen
overgaan als do stoornis der openbare
orde in meer gemeenten der Provincie in
treedt, of de handhaving er van govaar
loopt.
Do Minister zou aan een algemeenen
maatregel van bestuur voorbehouden wen
schen to zien de wijze waarop de ge
meente-poli tie hulp verleent aan de Rijks
politie. Met name de dienst der recherche
kan aldus aan vaste regels gebonden wor
den. Ook ware in de wet do mogelijkheid
te openen dat, in de kleinste gemeenten
de Rijkspolitie de taak der gemeentepoli
tie overneemt. Eindelijk aanvaardt de Mi
nister de gedachte, dat het innig verhand
tusschen het gemeentelijk- en 't Rijkpoli-
tiegezag het wenschelijk maakt dat de
Kroon invloed uitoefent op de bezoldiging,
de samenstelling cn do eischen van be
noembaarheid, het aantal en de rangen
van het politiepersoneel. Het 3de lid van
artikel 184 van het ontwerp geeft aan
deze gedachte uitdrukking.
Onder de algemceno beschouwingen voor
het politievraagstuk heeft de commissie
rekenschap gegeven van de redenen, die
haar hebben geleid niet te tomen aan de
tweede alinea van artikel 188 der Ge
meentewet. In onzen tijd van snel en ge
makkelijk verkeer en veelvuldige open
bare critiek is de schaduwzijde, aan de
bestaande regeling verbonden, bij uitstek
gering. De bepaling volkomen te schrap
pen zou bedenkelijk zijn, daar zij een
heilzame preventieve werking heeft, die
niet behoort te worden prijsgegeven, 's Bur
gemeesters beslissing aan beroep te onder
werpen zop weinig practisch zijn en bo
vendien de omzichtigheid en de objectivi
teit, waarmede iedere burgemeester deze
bepaliug behoort te hanteeren, kunnen
verzwakken.
In het beleid van den burgemeester, aan
wien zoovele groote belangen zijn toever
trouwd, meent de commissie ook op dit
punt voldoende vertrouwen te mogen stel
len. Do Minister kan dzich met dien bier
weergegeven gedachtengang volkomen ver
ocnigen en stelt dan ook' voor art. 188 in
dit opzicht ongewijzigd te laten.
Hel financieel beheer. 1 De Minister
is tot de overtuiginggekomen, dat het
n i et gewenscht is den o n tv a n g e r, al
ware het onder anderen naam, in de wet
te handhaven in zijn oorspronkelijke
functie van verantwoordelijk beheerder
Her geheele gemeentekas, omdat daarvoor
opheffing der afzonderlijke kassen der be
drijven en diensten noodig zou zijn. Ook
is het ongewenscht de bevoegdheden van
den ontvanger uit te breiden met het al
gemeen leiderschap van het financieel be
heer. De entvanger zal kasbeheerder moe
ten blijven en veelal andere verantwoor
delijke kasbeheerders naast zich moeten
heisben.
In verband met de schrapping der be
palingen overfden ontvanger is in nieuwe
bepalingen het financieel© beheer volledig
aan B. en W. opgedragen.
K. S. A.-reizen naar Rome.
Er is tot omstreeks 20 Augustus nog ge
legenheid om zich aan te molden tot deel
name aan do K. S. A.-reizen naar Rome en
Italië, welke 8 September aanvangen. Het
zal echter ten zeerste op prij3 gesteld wor
den, indien men zich zoo spoedig mogelijk
opgeeft. Inlichtingen verschaft het Cen
traal Bureau der K. S. A. te Leiden, mits
10 ct., aan porto wordt bijgevoegd.
Schriftelijke cursussen in Staatsinrichting.
Yoor gemeenteraadsleden en anderen,
die een geordende kennis willen, verwerven,
van do grondbeginselen der Nedcrlandsche
Staatsinrichting vangt 15 September a.s.
een schriftelijken cursus aan, welko wordt
georganiseerd door het Centraal Bureau
der K. S. A. in Nederland to Leiden. Het
prospectus wordt op aanvrage r;u belang
stellenden toegezonden.
"Het Katholieke cursuswczcn.
Het is nu de tijd, waarin de verschil
lende plaatselijk© vereenigingen zich alom
opmaken, ten einde een win ter-programma
voor hare leden te ontwerpen. Plannen
worden beraamd om door dezen of geren
spreker een voordracht t« doen houden.
Ontwikkelingscursussen worden voorbereid
Thans zij het aan de K. S. A. vergund
bij allen, die gemoeid zijn met do organi
satie dezer zaken, nog eer.3 in dc herinne
ring terug te roepen het verloop der bij
eenkomst, welke op 24 October j.l. op initi
atief van het Dagelijksch Bestuur der IC.
S. A. plaats had, van vertegenwoordigers
van den N"ed. Boerenbond, den Ned. R. K.
Middenstandsbond, do Federatie van Dioc.
Werklieden-vereendgingen, liet R. K. Vak
bureau, do Kath. Jonge Wcrkgevers-ver-
©eniging cn den Bond van R. K. Volks
universiteiten.
Men was daar bijeengekomen om te be
spreken do werkelijk gebleken behoefte
om meer eenheid, systeem en concentratie
te brengen in de talrijke soms overtal-
rijke cursussen, die door onderscheiden
vereenigingen worden gegeven.
Samenwerking en onderling overleg tus
schen cle verschillende cursus-gevende
vereenigigngen werd van groot belang ge
acht met het oog op het bezoek der cur
sussen, het vinden van geschikte leiders,
de bestrijding der kosten en het systema
tisch werken. Het ontbreken van deze
samenwerking openbaart zich in menige
stad door het verschijnsel, dat te gelijker
tijd door verschillende vereenigingen
vaak met moeite voorbereidende cursussen
zeer matig plegen bezocht te worden.
Het Centraal Bureau der K. S. A. in
Nederland vestigt thans nogmaals met na
druk aller aandacht op deze zoo belang
rijke aangelegenheid, en hoopt vurig, dat
het nieuwe cursusseizoen, dat straks voor
de deur staat, reeds duidelijk het effect
moge toonen van den wensch naar ver
eenvoudiging.
Want waarlijk, bij onze Katholieken is
de vrije volksontwikkeling gelukkig rijk
ontwikkeld, doch helaas niet zelden, al te
zeer versnipperd, met al öo na-deelige ge
volgen van dien. Efficiency, versobering
ten aanzien van cursussen en vergaderin
gen zonder ook maar ©enigszins schade te
doen aan de goede resultaten, moet geens
zins een holle mode-leuB worden geacht.
Het is één kerngezond denkbeeld, dat. naar
plaatselijke omstandigheden, met beleid
in toepassing gebracht, tijd, geld en krach
ten kan vrijmaken voor zooveel ander nut
tig werk, waaraan handen to kort komen.
Lat nu ieder belanghebbende eens in
eigen kring rondzien in hoeverre en op
welko wijzo daar iets kan worden gedaan
in deze richting.
R.-K. Bond van Woningbouwverenigingen
in het Bisdom Haarlem.
In het thans in druk verschenen jaar
verslag over 1922 deelt de secretaris, de
heer Ant. J. Angenent o.m. mede, dat do
beperkende bepalingen, van ministerieele
zijde getroffen, en het nog steeds door den
economischen toestand gebonden zijnde
particulier initiatief -verschillende der in
het leven geroepen woningbouwverenigin
gen met lamheid hebben geslagen, waar
door verscheidene niet tot activiteit' kon
den geraken.
Naast vele huishoudelijke aangelegenhe
den vermeldt het verslag als practischen
arbeid êenige adressen en een resolutie van
den Minister van Arbeid.
Medegedeeld wordt nog, dat do Bond is
aangesloten bij de Federatie van Diocesane
Woningbouw-Centralen, welk echter niets
van zich laat hooren.
Int. Bakkerij-tentoonstelling.
In tegenwoordigheid van vele genoodig-
den, gemeentelijke autoriteiten en vertegen
woordigers van organisaties, is Maandag
in „Musis Sacrum" te Arnhem de Inter
nationale Bakkerij-tentoonstelling (I. T. O.
B. A.) officieel geopend.
Na een welkomstwoord van den voorzit
ter van het uitvoerend comité, den heer
H. J. van Asselt, sprak do waarn. burge
meester, wethouder H. Goedhart Jr., een
openingsrede uit waarin hij do ontwikke
ling van de techniek in het bakkersbedrijf
schetste.
De tentoonstelling die ongeveer 120 in
zendingen omvat, wordt gehouden behalve
in do zalen van „Musis", in een houten
gebouw daarnaast.
UIT PË QjjfiGEVBBB
ALPHEN AAN DEN RIJN.
Verdronken. Gistermorgen is op 4»n
Rijn nabij Goudscho Rijpad een naar
schatting 35 a 40-jarige schipper, zekere
J. K., wonende in Den Haag, van zijn
vaartuig over boord geslagen en verdron
ken.
Ongeval. Gistermiddag reed zekere
B. met zijn motorfiets tegen de leuning
der Smolcnaarsbrug. Dc motor werd dien
tengevolge zoodanig beschadigd dat de
reis niet verder kon worden vervolgd. B
liep eenige lichto verwondingen op.
Concert. Het laatste concert, dat gis
teravond in het Burg. Visserpark door
Leiden's Muziekgezelschap „Orpheus'*
werd gegeven, trof het wat het weder be
treft, bijzonder gc-ed, in tegenstelling met
den vorigen avond, toen het concert van
het Alphcnsch Mannenkoor door den re
gen wel cenigszins in het water viel. Er
was ccn zeer grooto belangstelling.
Aanbesteding. Gister word dcoT do
Bouwvereeniging „Volksbelang" aaitl*»-
steed de bouw van zoven huizen aan -U
Concordiastraat. De inschrijvingen luiden
als volgt.
In massa: Donker en Jansen. Rotterdam
f 25261, J. v. Noort, Benthuizen f 22930,
J. Bouwmeester f 2469G, A. J. Vreeburg,
Leiden f 20250, G. Bergshoef, Alphen
f 22000, Hakkeling, Noordon f 22000, De
Witte f 20895, Gebr. Kwakkelbos, Nieuw
koop f 22000, K. de Jong f 19500, Moreo
f 19600, Verheij cn Hoepel, Ooltgensplaat
f19355, Donker, Alphen f18990. J. Tolk,
Alphen f 17389, behalve schilderwerk,
Voordouw-Bezuijen, Zwammerdam f 17180
behalve schilderwerk, A. v. Dam, Alphen
f 17187, Vermeij f 17934, K. v. d- Ende en
Go., Waddingsveen f 18430.
Scliilderwerp: Gebrs. Verhoef, Alphen
f 1022.70, Mesman, id. f 1176, Geertman
id. f1090.
Loodgieters werk: A. Blonk f 892, Oost-
veen f 915.
Smidswerk: J. Oudejan?, Alphen
f 175.50.
Metselwerk: L. v. d. Lek, Alphen f 9700
Donker en Jansen f 11445, A. J. Vree
burg, Leiden f 10500, J. Tolk, Alphen,
f8690, Vcllman en Zn. Alphen f91G9.
BODEGRAVEN.
Keuringsdienst. Gedurende hel 2de
kwartaal van 1923 werden in deze ge
meente en Zwammerdam ingevolge de
vleeschkeuringswet ter keuring aangege
ven: 105 runderen, 145 varkens, 5 vette cn
graskalveren, 1191 nuchtere kalveren en
33 geiten.
Personalia. Do heer T. Henzen be
haalde het diploma boekhouden „Mercu-
rius".
Bij de Ghr. H. B. S. te Alphen wer
den onze volgende plaatsgenooten bevor
derd: van de 1ste naar do 2de klas de
leerlingen L. Maaskant, W. IJdo, Chr.
Klerkx; van de 2de naar de 3de klas: G.
van Beck en J. v. cl. Marei.
Bij de H.B.S. te Woerden bevorder
den van de 1ste naar de 2de klas: J. Heus-
dens; van de 2de naar de 3do klas: H. Jen©
J. M. Phaut en J. Rijlaarsdam; van de
derde klas bevorderde H. Vis, en van de
4de klas A. C. Phaut.
Uitslag verkoopsng. De uitslag der
veiling van een winkel- en woonhuis met
pakhuis aan de Spoorstraat alhier, was
als volgt: Perceel winkel- en woonhuis,
werd in bod gebracht op f 3000 door J.
Koster: perceel 2 pakhuis op f 1500 door
A. Verboom; perceel I werd niet afgemijnd;
perceel II werd afgemijnd op f25 door
J. Rijlaarsdam. In combinatie werd het
geheel gemijnd op f 709 door J. Rijlaars
dam. Het perceel werd niet gegund.
NIEUWKOOP.
Gemeenteraad. De Raad dezer ge
meente komt Vrijdag a.s., 's morgens half
elf in openbare vergadering, bij een.
..Herwonnen Levenskracht". Zondag
feuilleton
BIJÏiJDS.
i Bang! pang!
I Dit verbeelden, lezer, twee luide slagen
P d« voordeur van een huis in do aanzien
jJlce Londenscho voorstad Islington.
Ach, lieve hemel! zuchtte mevrouw
jüiornburgh (zes maanden geledon heette
nj nog Claire Asliton). V/at is er, juffrouw
[Joyce!
De bakker, mevrouw! schreeuwde de
purvrouw van beneden omhoog, langs do
Mevrouw Thornburgh daalde haastig de
,ue traPPen af een-en-vijftig treden
samen stond voor den ongoduldigen
0 Ker. De jonge vrouw was heel buiten
cm. A]s Claire Ashton was zij zulk een
en n*et gewoon geweest.
Bakker, wat is het lastig, dat je el-
en da» op een anderen tijd komt.
t Spijt me, mevrouw.
1 en me*no inslaS werd gedaan en me-
'ouw Thornburgh beklom loom de een-
:n;vlJfhg treden,
r iang! pang!
I. Mevrouw Thornburgh! (Wat kan die
[vi;ni\V£D JUMrouw Joyce soms irriteerend
PM) Do slager!
'eer i noodiS vandaag! klonk het op
[had Ü°in^a.n voldoeiling naar beneden. Zo
I gelukkig nog een stukjo koud vleesch
fr jron> Deel klein; maar ze zou het
:er ïiico doen.
I'3n°d niJ'nuten later viel de klopper
fact"* r adwoer ;n°l donderend geraas.
Ik zou wat harder kloppen, als ik
jou was! keef juffrouw Joyce, en teen;
Mevrouw Thornburgh oliel
Nog eens daalde de jonge vrouw de drie
trappen af. Toen ze, de kan met petroleum
zoekend, weer hoven was, kuild9 ze bijna.
Slechts zes maanden geleden was zij
de jonge en mooie Claire Ashton geweest
een meisje met geld! Ze was nog mooi
en nog jong, maar ze was niet meer rijk.
Ach, 't was niet goed, onder deze omstan
digheden telkens te denken aan den tijd,
die onherroepelijk voorbij was! Ze wist,
hoe dwaas en nutteloos liet was; toch
kwam dat beeld haar telkens weer voor
den geest.
Een half jaar geleden was zij do lieve
ling van haar grootvader, de afgod van
hare rijke kennissen; dat alles had zij
verlaten om de vrouw van Robert Thorn
burgh te worden, die haar niets kon aan
bieden dan zijn liefde, een klein inkomen
en een bekrompen bovenwoning. Alles
was klein en bekrompen, behalve de lief-
do van haar echtgenoot. Zij was zijn we
reld, zijn allesl Nu hij haar had, vergat
hij zijn harde werk voor een armzalig
tractement en hun povere, burgerlijke
manier van leven. Hij was in den zevende
hemel; hij wandelde op de wolken al
leen stiet zijn voet nu en dan tegen een
onbetaalde rekening. Maar wat zou dat!
Kon zij ook die onaangenaamheden des
levens vergeten? Eerst wel; maar toen be
gonnen de kleine zorgen, do eindelooze,
meedoogenlooze, knagende zorgen van het
huishouden hun sloopend werk. Waar de
honger de deur intreedt, vliegt de liefde
het venster uit, is een leelijk spreekwoord
leelijk vooral, omdat het zoo dikwijls
waarheid bevat. Ook hier dreigde dat ge
vaar.
Glairo Ashton had een vergissing be
gaan; zij was in 't geheel niet berekend op
dat leven. Eerst pakte het haar geduld
aan, toen hare zenuwen. Zij was langza
merhand opgewondener geworden en het
werd hij haar een „idéé fixe", dat er iets
gebeuren moest, wijl het zóó niet langer
kon. Deze overtuiging baande den wog voor
hetgeen volgt.
Na den jongen met olie kwam de melk
boer en toen iemand van den kruidenier
met een vreeselijk groote rekening, ver
volgens een waschvrouw, wier kreten van
verontwaardiging het huis vervulde, toen
haar werd gezegd, dat er van de vorige
wasch nog iets ontbrak, enz,, enz.tot
mevrouw Thornburgh, door verdriet over
stelpt, vluchtte iu haar zitkamer, de deur
sloot en haar hart door tranen lucht gaf.
't Is-mijn schuld, snikte zij, mijn
eigen schuld! Robert wilde wachten, tot.
tot beter tijden. Maar zóó kan het niet
blijven. Ik houd het niet vol! Het verwoest
mij.
Zij had gelijk: ze kon het niet volhouden
Zelfs al was ze dapper genoeg, ze was te
jong voor de taak. Vóór hun huwelijk had
Robert die een flauwe, heel flauwe hoop
op een erfenisje had voorgesteld te
wachten, tot hieromtrent eenige zekerheid
was verkregen. Doch Claire, die had te
kiezen tusschen tegenstand thuis en ar
moede te Londen, had aan het ladtste de
voorkeur gegeven.
Ik moet het Robert zeggen, klaagde
het vrouwtje verder; maar -wat kan hij
doen? Mijn familie is boos op mij; ik wil
Robert ook niet boos maken. Ik moet het
dragen! Robert komt van avond thuis; hy
mag mij niet wanhopig vinden. Hij zal
vroolijk aankomen en moet mij vinden
met een blij gezicht, alsof er geen hakkers
of slagers en zulke menschcn waren met
hunne vervelende rekeningen; geen koken,
geen wasschen, geen verschrikkelijke bab
belpraatjos van dat mensch beneden, geen
rumoer in de straat, waar je akelig van
wordtAch God! neen! ik kan dan alles
niet langer uithouden.
Zij had geen kracht tot weerstand
meer; ruimer vloeiden de tranen en een
brandend rood kleurde do wangen, tenvijl
do vingers krampachtig de stoolleuning
omvatten.
Rust en kalmte en verandering van
omgeving, zou een dokter voorgeschreven
hebben, aJs hij mevrouw Thornburgh had
gezien.
En op dit oogenblik kwam plotseling do
onweerstaanbare drang, het rassche be
sluit, dat verlichting gaf aan de overspan
nen zenuwen. Zij gevoelde instinctmatig,
dat ze er niet over moest nadenken; dat
zij enkel had te gehoorzamen aan dien
drang, zonder verzet. Dat gaf een heerlijk
gevoel van rost!
Robert Thornburgh was op dit oogen
blik naar Brighton, voor zaken. Hij moest
dien avond thuiskomen.
Wacht hem niet af, zei de lokstom;,
ga terug naar je huis in hot Noorden,
waar ze je vriendelijk zullen ontvangen.
Denk niet aan hem! Een paar dingen in
een tasch, vlug oen rijtuig naar Easton-
slation en al deze ellende, armoede en
tobberij liggen achter je! Yoort! voort!
Do trein van Brighton kwam het Vic-
toriastation binnen, druipend van den re
gen; het water liep in stralen van de kap
pen der wagens, kronkelde langs de raam
pjes, maakte de treeplanken vuil en glib
berig en yexcorzaakto een donderend ge
raas op de glazen bedekking van ue groo-*
te hal.
Waar is Claire? vroeg Robert Thorn
burgh zichzelf, uitstappend. Ze heeft b«>
loofd, mij af Ié halen.
Het stelde hem teleur, dat hij zijn
wijfje niet vond, maar bleef eenige mi
nuten dralen, tot do stortbui wat had uit
gewoed.
Ze is zeker thuisgebleven om het
weer, dacht hij; 't is maar goed ook.
Koud, nat cn vermoeid bereikte hij hun
huis in Islington. Zacht lclom hij de trap
op cn klopte voor de grap aan do deur van
de kleine huiskamer. Geen antwoord. Hij
trad binnenzijn vrouw was er niet.
Hij zocht haar in andcro vertrekken: ze
was er niet. Hij vond 't wel wat vreemd,
dat ze nu uit was en met zulk weer; hij
zou echter maar geduldig wachten.
Er lagen wel vier brieven op de tafel te
wachten, e*n ervan zonder adres. Hij keek
naar de vierkante enveloppen, raakte zo
even aan, zonder zo nog te openen. Op het
oogenblik dat zijn vingws dit zonderling
adres beroerden, rilde hij.
Wat is 't hier koud.'t Vuur uit?
Glairo schijnt al een poos weg te zijn.
Hij begon het vuur aan te maken, trok
oen stoel hij den haard, stak een pijp op
en begon do brieven te openen.
(Slot volgt)'