DROOMEN IS BEDROG
v n.
Maar zag hij goed? hadden de vrouwen
dan heelemaal geen schaamte meer? Durf
den de jongelieden in 't openbaar allea,
letterlijk alles bestaan?(Versomber
den niet aanhoudend meer de gelaatstrek
ken van zijn vorst?) Wat moesten zijn
ooien voor taal hooren! W'at durfde de
jeugd in 't openbaar bestaan! Geen
schaamte meer, geen eenvoud, geen be
scheidenheid noch in gesprekken, noch in
kleeding of omgang. Waren dat wel zijn
bloedeigen nazaten?.... „Het beeld van
uw huiselijk leven, vader Goed!".... Nu
kwam ailes in opstand in zijn binnenste!
Alleen de dreigende blik van zijn vorst
weerhield hem om 't niet uit te schreeu
wen; maar was 't dan zoo erg in mijn ge
zin?Jk kon toch niet voorzien, dat het
kwaad steeds grooter wordt en elk volgend
geslacht iets minder zou zijn dan het
voorgaande? Hoe kon ik nu weten, dat
van mijn dochtertjes, die gekleed gingen
als de Madonna in de huiskamer, zulke
lichtzinnige schepselen zouden groeien?
Hoe kon ik nu vermoeden, dat mijn jon
gens, die ik niet lastig wilde vallen om
eenige ruwe of misschien minder gepaste
uitdrukkingen zulke vloekers en vuilbek
ken zouden worden! Ik kon toch niet voor
zien, dat die onbewaakte omgang mijner
kinderen onderling en met vreemden zulke
heidensche zeden onder hen zou kweeken!"
Zou hij 't eens wagen zich te verdedi
gen?'t Was of de vorst hem door zijn
ziel keek; één strenge blik en hij zweeg...
Het angstzweet brak hem uit. Dat had
hij nu voor zijn goed-zijn! Hadden zij nu
zoo naar zijn woorden geluisterd?
Wat gaf hij nu om al dat geld en goed dat
liij hun verworven had, nu hij zag, hoe zij
grimmig ontevreden in vijandschap met
elkaar en zonder hooger levenskracht los
zinnig voortleefden. Hij begon te voelen,
dat zijn - verdedigingsgronden hoe langer
hoe zwakker werden. Zoo dikwijls was
hem' zijn slapheid in do opvoeding verwe
ten, zijn gemakzucht en zichzelf-zoeken,
zijn gebrek aan waakzaamheid en genot-
zieke lichtzinnigheid
Maar dat deed de deur dicht!De
vorst was op zijn inspectiereis met vader
Goed bij de Kerk gekomen. Even uitstap
pen bij dit middelpunt van leven! De her
der, vergrijsd (van jaren of kommer?) ont
ving hen en deed verslag van 't godsdien
stig leven. Zooveel ongedoopte kinderen in
de stad, zooveel gemengde huwelijken,
zoovelen houden him Paschen niet, zoo
weinig H.H. Communiën, bijna niemand
in 't Lof. Zoo slecht is 't gesteld met Zon-,
dagvieringDe woorden van den grij-
«en pastoor klonken dof en verwijtend;
„het schijnt dat de voorvaderen van dit
geslacht meer menschen voor de aarde,
dan voor den hemel opkweekten"Dat
kan toch niet. op mij slaan, dacht vader
Goed; ik zei de toch altijd aan inijn kin
deren naar de kerk te gaan, zelf ging ik
toch driemaal in 't jaar, „ten Hoogtij" en
met Kerstmis kwam ik altijd in de namid
dagoefening, waar zoo mooie uitvoering
van Kerstliederen was! Aan tafeKwerd wel
niet gebeden, tenminstenu ja
maar 's avonds in bed bad ik toch altijd
een onze Vader en Wees gegroet „voor al
les en allen"
Onder dit gepeins trof hem plotseling
de stem van den hoogstverbolgen vorst;
vader Goed, gij zijt mijn geheel onwaar
dige onderdaan. Gij hebt door uw halfheid
een geheel geslacht menschen gekweekt,
die voor mijn rijk en mijn dienst verloren
zijn. Ik verklaar u verbannen uit mijn
- gunst, onherroepelijk en voor altijd"
Hè!vader Goed schrok wakker!
Het angstzweet droop hem van 't voor
hoofd. Hij beefde over al zijn ledematen:
het was hem te moede of hij het oor
deel ondergaan had, de groote inspectie
van den Koning der Koningen!Aan.- 't
ontbijt was hij stil en teruggetrokken....
Op de vraag van zijn vrouw, waarover hij
„piekerde", antwoordde hij ik heb toch
zoo naar gedroomd„Och, kerel, maak
je toch niet akelig om een droom! Droo-
men is immers altijd bedrog!"
G. P. J. v. d. BURG,
HageveldVoorhout. Pr.
insgelijks mede aan de erkenning, dat
waarlijk ook uit Nazareth veel goeds kan
komen.
Jhr. mr. V. E. L. de S t u e r s was
meerdere jaren lid der Tweede Kamer,
maar niet als zoodanig behoort hij in deze
reeks vermeld. Zijn ware kracht ontplooi
de hij elders, in het departement van
Binnenlandscho Zaken, waar hij referen
daris was en boven zijn deur onbe
schroomd te iez^n stond: „La politique est
l'art de dégénérer les responsabilité's."
Dat de kunst van verleden en heden op
nieuw waardeering vond onder ons volk
en bevordering der kunst wel degelijk
regeeringszaak werd al is het wensche-
lijke op dit gebied nog niet bereikt was
gevolg van zijn onverschrokken, onverdro
ten en baanbrekend optreden.
Mgr. Dr. H. J. A. M. Schaepman,
grandioos toonbeeld van stoere kracht, re
denaar, proza-schepper, dichter, kerkhis-
toricus en politicus, dwong aller eerbied
af voor zijn persoonlijke gaven, bewerkte
in het zweet zijns aanschijns wat Thijm
had gezaaid, stichtte vaak niet begrepen
en in gelatenheid krenkend miskend de
R.-Katholieke Staatspartij, werkte jaren
tiouw met Kuyper en Lohman aan de
toen nog verre zege der Christelijke poli
tieke en sociale beginselen de tbans be
haalde school-zege is onzerzijds vooral
zijn werk geweest stierf te Piome vei
lig l'juis; hij heeft zich letterlijk doodge-
werkt, maar blijft leven in ons allen, bij
wie de tijd ten spijt zijn nagedach
ten?.? s'oeds inniger wordt. AJO.
Voor Huis en Hof
WAT ELKE MAAND TE DOEN GEEFT.
(2e helffc Juli.)
Op Sint Jacob of Sint Anne
Is het koren in schuur of wanne.
'Aldus de volksmond van weleer. Sint
Jacob is, gelijk men weet, 25 Juli, Sint
Anna 26 Juli. Ofschoon de eerste week van
Juli ons den zomer volop heeft gebracht,
zal het toch in menige streek met den rog-
gc-oogst wel wat later worden en zal op
genoemden datum lang al het koren niet
geborgen zijn. Toch mag men nu reeds zijn
gedachten laten gaan, te midden der druk
te van allerlei werkzaamheden, welke ons
overstelpen, over den roggezaai, welke ons
weer spoedig, volgen zal. Een belangrijke
vraag is: hoeveel rogge moet ik zaaien
per Hectare? Von Lochow, de beroemde
kweeker der Petkuser-rogge gebruikt niet
meer dan SO, zegge tachtig, K.G. per H.A.,
terwijl zij, die voor hem aanbouwen, 100
K.G. krijgen. De bodem te Petkus is lichte
zandgrond. Wij gebruiken heel wat meer
in den regel. Velen kunnen, Von Lochow's
voorbeeld volgende, wel 100 K.G. per H.A.
besparen. De heer Louwe, destijds rijks-
landb.-consulent voor Overijsel, becijferde
in 1919, toen hij met Von Lojpliow had ken
nis gemaakt., dat de Nederl. roggebouwers
tezamen 20.000 ton zaaizaad zouden kun
nen hesparen, dat was vtflgens de toen
geldende prijzen een kapitaal-besparing
van ongeveer f 6.000.000 (zegge zes millioen
gulden.) Een besparing, welke geen nadeel
integendeel voordeel nog in den oogst kan
geven. De eerste berichten kwamen in
van waargenomen aardappelziekte, de
ziekte. Bespuiting met Bordeausclïe- of
Bourgondische pap ter bestrijding daarvan
moet worden aangewend, zoodra men de
ziekte waarneemt, liefst nog eerder, zelfs
a-1 eind Juni begin Juli bij vochtig-warm
dus broeiend weer. Met slappe Bordeau
sclïe pap waarin wat Parijsch groen is ge
mengd, kan men ook de rupjes bij: worm
stekigheid der vruchten besproeien. Vraag
liefst nauwkeurig voorschrift van uw rijks-
tuinbouwconsulent of deskundige in uw
omgeving. Denkt er om, dat Parijsch
groen zwaar vergift is, era geef van genoem
de besproeiing niets aan uw perziken.
Ge kunt nu nog winterandijvie zaaien,
maar maak eerst het zaaibed goed voch
tig; in droge aarde zou liet zaad niet op
komen. Neem geen zomer-andijvie, deze
is niet zoo hard en in 't najaar minder te
gen de vorst bestand dan do wintersoort.
Het is nu ook de tijd om andijvie te plan
ten; "dit doet men in goeden, behoorlijk
lossen grond, welke men daartoe één
steek heeft omgespit. Giet na planting,
als het droog is, de planten nat. Ze vatten
dan beter aan. Schoffel bij veel regen tus-
schen de planten den grond wat los. Vele
planten zijn vooral thans zeer dankbaar
voor een begieting met vloeibare mest,
welke men echter nooit te sterk moet ne
men: een herhaalde zwakke bcgieting is
veel beter. Doe dit niet, als de planten
droog zijn, dus niet midden op den dag of
als de zon erg schijnt, maar tegen den
avond. Wie roet tot zijne beschikking heeft
kan met een slappe oplossing hiervan ook
zeer den groei den aanwakkeren en daar
mee aan zijn planten een frissche groene
kleur bezorgen. Pluk uw frambozen als
ze donkerrood zijn en bij de minste aanra
king in de hand vallen, dan eerst zijn ze
rijp. Voor verzending late men ze echter
niet zoo rijp wor'den. Let op de wojmpjes,
die er vaak binnenin zitten. Door was-
sching gaat veel van het aroma verloren,
daarom wassche men ze alleen als ze niet
rein zijn. Ook do morellen plukke men
eerst dan, of liever: men knippe ze met
een schaartje om kneuzing te voorkomen,
als ze een donkerroode kleur hebben. Be
scherm uw morellen en bessen tegen de
musscben, door er een net over te hangen.
Velen snoeien ook thanè do bessen, ze
krijgen door inkorting der loten meer zon
en worden daardoor spoediger rijp en
zoeter. Ook de zwarte aalbessen zijn door
de vogels erg gewild en moeten dus, als
men ze behouden wil, beschermd worden.
Weet ge wel huismoeder, dat van de
zwarte bessen een uitstekende gelei kan
'worden bereid, welke tegen verkoudheid
en andere ongesteldheden een heilzaam
middel is?
Beleefdheid.
Jantje was altijd zoo onbeleefd. Jantje
z:n ouders probeerden het hem af te leeren,
maar het hielp zoo weinig.
Geef het zout eena aan! zei Jantje gis
teren aan tafel.
Maak je zin af! antwoordde moeder,
geef het zout aan als je
Als je d'r bij kan! voltooide Jantje.
Altijd hulpvaardig.
Antoontje van ons naast, heeft een vlie
gende Hollander. Laatst kwam er een mo
torrijder hem achterop en die vroeg naar
de Haarlemmerweg.
O, zei Antoontje, gaat u mij maar ach
terna. Ik ga er ook heen.
Humor op schoof.
„School en Huis", vertaalt uit de „Schweiz
Lehrez." de volgende school-humorstukjes:
Een klas heeft opgekregen, zinnen te
maken met „deels",-„deels". Een van 'de
meisjes heeft er erg veel last mee. Eindelijk
komt ze stralend van blijdschap bij de juf
frouw. In haar schrift stond: Mijn ouders
zijn deels van het mannelijk, deels van het
vrouwelijk geslacht.
Het zoontje van een stationschef' komt
voor 't eerst op school. Hij blijft lang in ge
dachten verzonken voor de banken staan.
„Je kunt wel gaan zitten." zegt de onder
wijzeres vriendelijk. Maar 't kereltje vraagt
„Heeft u hier alleen maar derde klas?"
Krachtig optreden.
Politie-agent: „Ik begrijp niet, hoe zoo'n
zwakke vrouw als u, de kracht had om
den dief *zoo 'stevig vast te houden."
Mevrouw (op weeken toon): ,,'t Was
pikdonker en ik dacht, dat 't mijn man
was, die weer Iaat thuis kwam"
.Letteren".
De Fransche schrijver Legouvé, lid van
do Academie fungeerde eens als peet in een
kleine provinciale stad; op het oogenblik
dat het petekind op de mairie zou inge
schreven worden, vroeg de ambtenaar::
Uw naam?
Legouvé!
Werkkring!
Letteren.
Middel van bestaan!
De pen.
Goed, zei de ambtenaar. En hij noteer
de in het register: Als getuige was aan
wezig de heer Legouvé, boekdrukker en
koopman in pennen to Parijs.
Vermagerings-kuur.
Van een der Czaren van Rusland wordt
een geschiedenis verteld waaruit voor zwaar
lijvigen een prachtige moraal te trekken is:
Bedoelde Czaar reisde eens incognito
door Finland. Daar ontmoette „Vadertje"
een man die hem mededeelde dat hij voor
zijn omvangrijke vet-afscheiding naar Pe
tersburg wilde trekken om daar een dokter
te raadplegen.
„Kent ge daar een dokter?" vroeg de
Czaar.
„Neen."
„Dan zal ik U een briefje meegeven aan
een mijner vrienden, Prins X„ die U in ken
nis zal brengen met een van de geneeshee-
ren des ke.izers."
De dikke begaf zich met het briefje naar
de woning van den Prins. Den volgenden
dag werd de arme man naar de Siberische
mijnen gesleept.
Toen veel later de Czaar eens een bezoek
aan de mijnen bracht was hij de geschiede
nis met den dikken man geheel vergeten.
Plotseling wierp een van de mijnwerkers
zijn houweel neer, snelde op den Czaar toe,
viel hem te voet, en gilde: „Genade! Gena
de! Wat heb ik toch misdaan!?"
De keizer keek hem verbaasd aan, totdat
hem een licht opging:
„Oh, ben jij het? Ik hqop dat je mij dank
baar zult wezen.
Wat ben je mager geworden.
Je bent geheel en al bevrijd van je vet-
ziekte; het is een uitstekende vermagerings
kuur geweest.
Ga nu heen, en herinner je er telkens
aan, dat werken het beste geneesmiddel is
voor die kwaal."
Bij den barbier.
Een kaalhoofdig man met een baard van
vier dagen kwam in het barbierssalon en
nam plaats op een der operatiestoelen. De
ridder van het scheermes danste naar 1
hem toe en vroeg:
„Scheren, meneer?"
„Neen," bromde de man; „ik wou me
nieuwe kleeren laten maken."
Dit verraste hooglijk den artist-coiffeur;
doch hij verwaardigde zich te zeggen:
,,'t-Is hier geen kleermakerswinkel,
meneer."
„Is het niet
„Neen." -
„Wat is 't dan
„Een kapperssalon."
„Wat voor soort werk, doen jelui hier?"
„Scheren en haarknippen, meneer."
„Denk je, dat iemand zonder haar op
zijn hoofd hier zou komen om geknipt te
worden
„Neen, meneer."
..Zie ik er uit als een gek
Dit werd slechts beantwoord door een
hoofdbeweging, die ontkennend moest zijn
doch twijfel overliet.
„"Nu, wat denk je dan, waarvoor ik hief
kwam ?-"
„Om geschoren te worden."
„Welnu, waarom vraag je dat dan
nog Waarom begin je niet dadelijk in
te zeepen, inplaats van je tijd met praat
jes te verspillen begrepen
De bediende begon de scheeToperatie en
was zoo uit 't veld geslagen, dat hij na
afloop zelfs vergat te vragen, of meneer
ook een shampooiing verlangde.
De dure.
Onze gootsteen w£ts verstopt, weshalve
wij (op een Zaterdagmiddag) een loodgie
ter ontboden. Na veel bidden en smeeken
mocht het ons ten laatste gelukken, een
menschlievende snaar in zijn gemoed te
doen trillen en kwam hij na den voor
geschreven werktijd op een uur, „waarop
hij feitelijk niet behoefde te werken", ten
onzent.
Het scheen een zware arbeid, dien hij
te verrichten had. Hij steunde en zwoegde
althans geen klein beetje, doch nadat hij
eenigen tijd was bezig geweest, verklaar
de hij, dat hij 't nu mooi genoeg vond;
bovendien: hij moest naar een sportwed-
strijd.
Dus wij bleven zitten met den verstop
ten gootsteen, waar we geen, water kon
den doorgooien, een groote last Toen
togen we ten einde raad maar zelf aan
het werk met geïmproviseerde zuigers,
en het mocht ons na een kwartiertje ge
lukken, den boel in orde te brefigen.
Maar nu ontvingen wij een rekening:
„Gepoogt een gootsteen door te steeken.
f 2.50."
Pogen na gezetten tijd schijnt een kost
bare bezigheid
De goedkoopste weg.
Een dokter werd 's avonds om half-
twaalf uur uit zijn bed gehaald door een
man, die hem verzocht mee te gaan naar
een dorpje, ongeveer anderhalf uur ver.
De dokter liet inspannen en even later
reden de beide mannen door een hevigen
sneeuwstorm door het dorp.
„Wat kost 'n visite vroeg de man.
„Een rijksdaalder," zei de dokter.
Toen zweeg de man, maar bij het opge
geven adres gekomen sprong hij uit het
rijtuig, stopte den dokter een rijksdaal
der in de hand en zei:
„U kunt nu wel weer tenigrijden. Ik
kon geen enkelen taxi-chauffeur vinden,
die me voor minder dan vijf pop hierheen
wou brengen."
jaa a a g
Ja OM TE LACHEN, i
ja_ a a a gl
Wanneer de gastheer 't gezelschap niet meer aange
naam bezig weet te houden, hale hij baby; die levert
altijd twee uur stof tot conservatie.
COMPLIMENT.
„Waar is to'cli 'dab ouwe neushoorndïer gebleven, dab
je hier ik geloof wel tien jaren als typiste had zitten."
Hm, daar.... ben ik nu mee getrouwd!
„Kijk eens, dat dier vult z'n vulpen!"
DE KLEINE AUTO.
Kareltje: Mijnheertje, waar is je
andere rolschaats gebleven?
Zeg, Henri, wij moesten nu toch ein
delijk eens trouwen!
„Volkomen mijn meening! Maarmet
wie zullen wij trouwen, hé!"
Het Redmiddel.
Een onderwijzer op een Zondagsschool
heeft zijn meisjes-leerlingen gewezen op
het geluk, dat het braaf-zijn verschaft,
een geluk, dat ook gaat boven schoonheid
van gelaat, welke voor een meisje dikwijls
maar gevaren meebrengt.
Om zich ervan te overtuigen, of zijn
lessen goed begrepen zijn, zegt hij tot een
zijner discipelen:
„Nu, Marietje, wat zou jij nu liever
willen: Mooi zijn of braaf zijn
„Ja ziet zegt Marietje na eenig na
denken. „Ik zou liever mooi willen ziju
en dan voortdurend berouw hebben."
Idylle.
Als men de poëzie van het huwt
begrijpt, plaatst men een huweliji
tentie. Dan vat je eenvoudig de
zakelijk op en- behandelt je kuweli
een betrekking geldt.. Maar als j(
tot een huwelijksadvertentie en
met je figuur geen raad en je pö
door kwasterigheid je een faux
komiek te geven, dan krijg je al
taat het volgende product:
Beslist erns'tïg:
Vroeger was ik 't zonnetje
s, de jaren vloden, de donk
ken van den eenzamen vrijgezel
versomberden mijn aard. Nog ben;
van lijf en leden, maar koipt niet
eem zachte, reddende hand, wie 1
zeggen, of mijn 30-jarige gcstall
voor den tijd door de droeve eenzi
gebogen zal zijn Alleen weet ik i
jaarlijkscli inkomen van pl.m. f5ft
raad. Wie helpt den eenzamen
van orthodox-Hervormden huize'
ven, liefst met portret, aan bel
van dit blad onder No Be®
van tusschenpersonen wordt ook
aanvaard. („Opr. H.
§?EBUS.
De oplcssing van den rebus is
dervinding wijst in vele gevallen <j|
ten weg". Dezen keer waren
meer foutieve dan goede oplosser
meesten bleken over heb hoofd te
gezien, dat de ondervinding in vele.-
den rechten weg wijst. Goe<b
singen kwamen in van:
Leiden: C. Prins, H.A. Be®
Kaak, M. Vaalman, J. H. A. Bobt
A. van Tol, Jan Gordijn, T. Bon®
Macco, Anny Dirksen, J. F. Strijk,
A. P. O. Slewe, A. van Thiel.—B®
J. A. Vreeburg, Jo Simonis, Truo'j
N. Rëizevoort, J. Slewe.
Noordwijk: A. J. v. d. Zal®]
Leimuiden: Gerarda Post.
Na loting werd de prijs («en hM
gewonnen door J. H. A. Bohrt, 'e|