■weken over soorten d r i n k w a t e r (regenwater, oppervlaktewater en grond water) over waterverontreini ging, waterleidingen en ont smetting v a n w a t e r heeit intus- sehen de wekenlange regenbui (de aanlei ding voor dit onderwerp) opgehouden en zullen wij voor de volgende week een „droger" onderwerp kiezen. Een watermop. Het spreekwoord zegt: „Over dc smaak valt niet te twisten". Hit schijnt ook voor j water waar (c zijn. Zoo was ik eenigen tijd geleden bij een landbouwer, wonende cp een plekje hier in den omtrek algemeen bekend bij liefhebbers van watersport. Vooral des Zondags komen daar velen hun r.er om aldaar hun watervoorraad aan boord aan te vullen en algemeen, 7.00 werd mij gezegd, riep men over het heerlijke zeldzame drinkwater daar te krijgen. „Beertje, Boertje, zoo was de algemeene roep der sportliefhebbers, wat heb jij toch een heerlijk drinkwater, zoo drinken wij het in de stad nooit." Ik verwenderde mij hierover, want goed drinkwater is in mijn gemeente een witte raaf. Op mijn vraag aan den .eigenaar of hij dan zulk een goede welput had. lachte de man eens fijntjes en antwoordde hij: „Weineen, ik schep daags te voren uit de vaart 4 a 5 groo-.e mclkketels vol en zet die op „de kaai" ter beschikking van de dames en heeren uit de stad. Zij drinken het. water met smaak en vinden het zeker erg lekker, want zij komen trouw terug". (Historisch). W. W. OUD-HOLLANDSCME WIJSHEID. Over water. Niet- allerhande nat en dient tot dranck [bereijt, Dus maeckt in dit geval een noodigh [ondergcheijt. Het water was voor eerst, een dranek [voor alle menschen. En niemant van het volek en kond.e beter [wenschen. Het bier was onbeként dat lieden wonder [doet, En daer en werdt geen druiif getreden [met den voet. Men wist geen honigh-raet met water [op te zieden, Pm voor een soeten dranck de gasten [aan te bieden, Heen, neen, een suijver nat was [dicnstigli aan den mont Het was gemeenen dranck-en iieder [bleef gesont; Doch naer het. eerste" volck van Godt is [afgeweken, 800 woont' er slim vergif oook in de [reijne beken. Hier vindt men seltsaem vocht dat [suur en bitter smaeckt, En elders killigh nat dat dicke droppen [maeckt. Ghy, wilje na de kunst gesonde waters [kiezen, Waervoor haer Tchoone verw geen [maeght en sal verliesen. Geen man sijn jeugdigh bloetsoo komt [geminde vrient, En leest hier wat gekooekt of ran [gedroneken dient. Idem. XVI. Zeg u het anders maar gerust, als ik u verveel, mevrouw. Ik ben een beetje lang dradig; als ik eenmaal op mijn praatstoel zit, weet ik soms van geen ophouden. Nu dan! Dat tijdperk van mijn leven staat mij zoo levendig voor den geest, dat ik ware ik schilderes dit stap voor stap kon in beeld brengen, of had ik de kunst om te schrijven, dan zou ik een roman dichten, zoo naar de natuur geteekend, dat allen, die mij gekend hebben, mij zouden terug gevonden hebben, uitgebeeld tot in de kleinste bijzonderheden. Doch wat hol ik. door! Ik schaam mij zooveel beslag te leg gen op uwen, misschien kostbaren tijd en ....u zoo te zullen vervelen. Neen, neen vrouwtjeU verveelt mij volstrekt niet. Ik zei het reeds. Ik vind al les zoo interessant, dat u me werkelijk verplichten zult met uw verhaal voort to zetten, als het vele spreken u tenminste niet al te zeer vermoeit en niet al te veel van uw krachten vergt. Heelemaal niet mevrouw! Ik voel me vandaag wonderwel. En nooit werden me dergelijke -woorden in den mond gelegd, zooals nu het geval is. Ik meende mijn geschiedenis te moeten bewaren in het diepst van mijn hart, maar wat is de mensch? Gisteren nog zou ik voor nog zoo veel niet ook maar oen tipje hebben van den sluier opgelicht, waaronder mijn vorig le ven als begraven lag en thans licht ik niet alleen een tipje op, maar schuif den vollen sluier weg en gun u een blik in mijn ver leden niettegenstaande ik u niet ken en niet meer weet van u, dan dat uw woorden spraken tot mijn hart en uw goedige blik ken drongen tot in mijn ziel en daar het vertrouwen wakker riepen in den even- meniseli. Ja mevrouw, 700 is dc toestand en 200 staan wij zonder het te weten, nader tot elkaar als voor twee vreemden moge lijk geacht wordt te kunnen tot elkaar staan Marietje heeft do breikous zachtkens aan ,°P baar schoot gelegd en ziet over de gore daken der huizenreeksen, die zich daar uitstrekken, zoover haar oog reikt. Maar Wat iedere maand tc doen geeft. (lste helft Juli.) Juli: Hooimaand. Juni heeft aan zijn naam „Zomermaand" weinig beantwoord, meer willen we er maar niet van zeggen. Moge Juli een meer zomersch karakter dragen! Het ongunstige weer der laatste weken belemmert en vertraagt de werk zaamheid zeer; nu moet men dientengevol ge op den akker en in t hooiland tegelijk zijn. Allèrwege vragen de bietenvelden ver zorging, vele staan er door de veelvuldige regens slecht voor. Aanbeveling verdient het de leege plaatsen aan te vullen met koolrapen, men mag dan een beteren oogst vorwachlen dan bij aanvulling met man gels (voederbieten) zelf, die dan in den re gel slechts een halve vrucht geven. Tus- schen de bieten zoowel bij dc suiker als bij de voederbieten moet herhaalde lijk ge-schoffelcl worden ter vernietiging van het onkruid; met een scboffelmachine gaat dit vlug en goedkoop; bij nat weer late men het na, men zou den grond slechts vastfcrappen. Ook de aarclappe'.akkers ver- eirschen in de volgende weken onze aan dacht en zorg. Men houdo ze ook zooveel mogelijk vrij van onkruid, eerst door er in te schoffelen; gaat dat later niet meer, dan plukke men de groote onkruidplanten, als melde, kruiskruid, herik, dauwnetel e.a. met de hand. uit. Geen onkruid, dat zaad draagt, mag naar de mestvaalt wor den gebracht; op die manier zou men het volgende jaar onkruid zaaien. Voorts passo men bij aardappels selectie toe: men mer- ke de lDeste struiken, b.v. met gekleurde stokjes, en de slechte stoelen met onge kleurde. Zulke planten verwijdere men, eveneens de bruinplanten, die besmet kun nen zijn. Bestrijding der gewone aardap pelziekte geschiedt steeds aigemeener en met goede resultaten, n.l. door besproeiing met Bordeauxsche of Bourgondische pap. In den hof: Hebt ge misschien in uw bloemenhof een mozaikperk? Zie het dan wekelijks na. Zoo n perk bestaat uit plan ten van verschillende kleur; men ziet er ook wel bloeiende planten in, maar dan kan het den naam van mozaikperk niet meer dragen. De planten moeten van ge lijke hoogte blijven; te hoog opschietende moeten worden ingeknepen. De kleuren komen dan beter uit. Gieten zoolang de plantjes Hein zijn. Is liet perk volgegroeid dan is dit niet zoo noodig meer, omdat de grond dan net zooveel meer uitdroogt! Bij mooi zomerweer zijn er in dezen tijd volop rozen in bloei. Om den anderen dag worden ze nagezien, de uitgebloeide wor den verwijderd; doet men dit niet dan kunnen ze bij aanraking de andere be smetten. Verwijder de uitlocpers aan den stam. Pluk oolc op de andere bloemper ken geregeld de uitgebloeide bloemen af, de overigen bloeien des te rijker en mooier verwijder eveneens de gele bladeren, die men bij nat weer het meest aantreft. In den moestuin is ook geregeld werk: Men schoffele de paden, en tussclien de regels (rijen.) der verschillende gewassen: dit laatste niet alleen tor wille der net- heid, maar ook om den groei te bevorde- racn. Daarmee ligt men ver voor. De rup sen vertoonen zich weer; het beste middel blijft: afzoeken, waarmee men niet moet wachten tot er veel zijn. Men begint als men de eerste opmerkt. Bind al het zo- morlot van uw perzikboomen aan. Is er zeer veel hout aan, dan moet wat worden weggesneden. Verwijder het wild of z.g. aterlot, of snijd het in, naar omstandighe den. Ge kunt nu kool planten, selderij en prei. Zet de kool met den kop naar heb noorden, door de zon worden ze dan recht getrokken; dit zal u best bevallen, als ge b.v. boerenkoclplantcn hebt, die al vrij groot zijn geworden. Ge krijgt dan later mooie kroeze, niet al te hoog opschietende planten. Vele bconen zijn tot heden door dc natte koude mislukt; meerdere legsels soms na elkaar. Een boon moet met wg-rmte den grond uitkomen, bet gaat dan heel vlug. Wie er nog niet voldoende heeft, of te veel met* kwade harten enz., kan nu nog vroege stamprincessen leggen; bij gunstig zomerweer, dat niet te vroeg eindigt, kan nog een goede opbrengst ver wacht worden. Voor Etokboonen is het te laat. Aan het tuinbouw-weckblad „Floralia" (Assen) ontleenen wij de volgende prac- tische wenken. Rhododendrons cn Azalea's. Het was dit jaar laat aleer de bloei van Rhododendrons cn bladverliezende Azalea was afgclcopen, maar nu zal het met de meeste wel gedaan zijn. Laat de uitge bloeide bloemen niet zitten, zoodat dezo zaad gaan vormen, maar verwijder die restanten zoo gauw mogelijk. Het is in de eerste plaats een leelijk gezicht, ten tweede hindert het den heester in het vormen van knoppen voor volgend jaar, terwijl de zaadvorming gaat ten koste van de plant en in mindering van een volgenden bloei. Aanbeveling verdient het nu wat vloei- mest tusschen de heesters te brengen. Ook bij andere uitgebloeide heesters handelen we eveneens zoo. Stokken bij Dahlia's. Hoewel de groei der Dahlia's nog wel niet van dien aard is dat ze aangebonden moeten worden, is het toch gewenscht er nu vast de stokken bij te zetten, voor zoo ver men liet niet direct bij het planten deed. "Wie groote en mooi gevormde bloe men op een stevigen stengel wenscht, laat niet meer dan hoogstens drie, beter een of twee scheuten per plant, de overtollige worden verwijderd. Beter is het zelfs nog maar een scheut te laten doorgroeien. Staan de stokken er bij, dan kunnen zoo noodig de verste scheuten worden aange bonden welke anders bij den velen wind der laatste weken gauw zullen afbreken. Leirozen aanbinden. Bij een goede ontwikkeling hebben vele leirozen reedsflinke jonge scheuten ge maakt. Het is zaak. deze zooveel mogelijk aan te binden, bij wind loopt men anders veel kans dat ze afBï^kcn en liet zijn juist deze scheuten waa.r'vau we een volgend jaar bloemen verwachten. Bovendien staan die wapperende scheuten langs waranda of gevel minder fraai. Boonen. Door het ongekend slechte weer staan Maar ik gaf Frits geen toestemming, bang als ik was, dat hij te woest en te ver rijden zou en ik hem alsdan uit 't oog zou verliezen en nog banger, dat de bok, koppig, als hij was, in den vijver zou te recht komen als hij de zweep van Frits voelde en een zijsprong maken zou. De Redacteur. (Wordt vervolgd.) CORRESPONDENTIE. Lieve kinderen! de boon en overal zeer slecht cn als dc tweede helft van Juni en de volgende maanden niet goed maken wat do zomer tot nu toe bedierf, komt er van de boonen en andere warmte verlangende gewassen niet veel of niets terecht. Voor bet leggen van stokboonen is het reeds te laat, alleen stamboonen op een beschutte plaats kau nog en dan is het gewenscht, dat er zoo gelegd wordt, dat er later ramen of mat ten over de bedden gebracht kunnen wor den, want een vroege nachtvorst kan in één nacht het geheele gewas vernielen. Wie ledige bakken heeft, kan daarin zaaien en als het weer nog ongunstig is, kan het glas er op. 't Is te hopen dat dit niet noodig is. Spruiikool planten. Spruitkool wordt veelal geplant tus schen andere gewassen, die in dezen tijd het veld ruimen, als vroege aardappelen, tuinboonen, erwten en peulen. Ze zullen dit jaar wel iets langer de ruimte moeten doelen, want alles is ten achter in ont wikkeling. Lang wachten mot het uitplan- ten is niet gewenscht. De koolplanten zijn niet slecht ontwikkeld en ze worden spoe dig te lang en slap. We gaven vroeger aan om tuinboonen te zaaien op dubbele rijen en tusschen die rijen een strook van 1.20 M. open te laten. Daar kunnen nu twee rijen spruiten komen. Tusschen vroege aardappelen kan ook, vooral als daar met het planten op gerekend is door de derde rij iets ruimer te nomen. Daar komt nu de spruit te staan. Verder kun nen ze staan tusschen vroege bloemkool. Een goede maat voor spruitkool is GO c.M. Prei. Wanneer er een hoekje tuin of eenigo bedden vrij komen, kan daar prei geplant worden. Prei kan niet of slecht tusschen vroege groenten, 't Land wordt gespit en zoo noodig gemest. De rijen geven we 30 c.M. afstand en op de rij 10 a 15 c.M. Het planten gaat goed met een zwaar poot- hout, bijv. een stuk schoppensteel. Er kun nen dan diepe gaten gemaakt worden, die open blijven als de planten er in staan. De wortels van de preiplanlen snijden we af op een paar c.M. en als het blad lang is, korten we dit ook wat in. Door dit die pe planten wordt de prei langer en is het blanke gedeelte grooter. Late Bloemkool. Wat we schreven over spruitkool, gaat ook op voor de lierfstbloemkool, alléén moet er iets ruimer geplant worden.Vooral de reuzenkool, als Lombokkers en Veitch Autumn Giant vragen veel ruimte cn 80 c.M. is wel de minimum afstand. DE ZAK MET RIJST, „Zoo, kinders!" „Dag, Juffrouw!" Vriendelijk; klonken de stemmen door het lokaal, 't Was taalles, waarin ze al tijd werk maakten, en waarbij de Juffrouw uit .de derde rondliep en oplette; dc Zus ter gaf dan handwerken aan de" klanten van de Juffrouw. Even keek ze wat zc doen moesten. Een versje was 't! 'n Prachtig gedicht van veel coupletjes. „Plicht" stond er met statige letters boven. Haar plicht! Ja, ze moest van deze kleinen, „menschen" maken, menschen bestand tegen storm en ook had. Dat klinkt gek, maar het was zoo Er was zooveel stof, dat op plaatsing wachtte. Daarbij zou het zonde geweest zijn, als we Goud-Elsje niet aan 't woord hadden gelaten en Oom Wim konden we toch ook niet aan de deur laten staan, is niet zoo? Maar jij komt vandaag in de krant en danspringt Carl van ple zierop het land. Dat rijmt ook nog vriendje. En hoe is het met de raadsels? Ik verwacht ze van jullie allemaal vriend, en ga ook eens bij je buurman informeeren hoe die er mee staat? De lijst moet vol, weet dat wel. Dag C'arl! Veel groetjes thuis. Ella, Oegsigeest. Dank je wel, mijn vriendinnetje, al is het nu juist geen wa gon vol, het zijn er toch 10 en de oplossin gen er bij. Dat laatste vooral vind ik flink van je, want er waren moeilijke bij, moei lijker dan die, ik als prijsraadsel heb op gegeven. Je bent zeker op dit oogenblik al klaar en broertje zeker ook wel! Ik ben weer eens benieuwd, wie de gelukkigen zul len zijn. Je moet maar eens goed bidden, misschien? Men kan nooit weten? Een prijsje was anders niet te versmaden, bé Ella! Nogmaals dank! Ik houd me voor nog meer raadsels en oplossingen aanbevo len Marietje de Hosson, Haagschc Schouw. Zoo Marietje, kom jc ook weer eens met een mooi versje aandragen? Om je de waarheid te zeggen, ik ruiste je en dacht: „nou maar, dat Marietje kon ook wel eens wat laten van zich hooren en toenhet was net, alsof heb zoo wou zijn, daar kwam je briefje en ik natuurlijk blijEn heb je dat nu heelemaal alleen gemaakt. Z-oo ja! dan vind ik dit een kra nig stuk werk en laat het drukken ook. Probeer nu eens gauw aan onze raadsels en vraag al je vriendinnetjes en schoolka meraadjes of ze er al mee klaar zijn. De prijzen lachen jullie al tegen! Dag Ma rietje Adriaan v. d. Voort, Leiden. Wel, Heine baas! dat heb je d'r goed afge bracht! Je hebt bet heel goed onthouden, wat Mijnheer in school verteld heeft, of vergis ik me? Zoodra er plaats is kom jij cn Willem Jansen, die liet eerste deel in leverde van zijn vertelling vast aan de beurt. Maar.jullie moeten nog een beetje geduld hebben en nu al vast beginnen met de raadseltjes op to sturen. Por do andere jongens van de 4de Has eens aan Adriaan en jj ook Willem, want ik verwacht jullie allemaal bij me op visite, ik wil zeggen ik verwacht van alle vriendjes de goede op lossingen? En nu zal ik eer.s zien, wie een prijsje waard is. Dag jongens! En nu lieve vrienden, ben ik voor van daag uitgepraat. Zooals ilc gezegd heb. noodweer, tegen 't wel en wee van 't da- gclijksck beslaan. Vechters voor God cn godsdienst, degelijke bravo Katholieken, Zou zo T kunnen Zc ras zelf zwak en zo meest hun in alles oen voorbeeld geren Zwaar drukte vaak die verantwoording, maar toch vol vertrouwen werkto ze, gaf zo zich aan de kinderen en dan moest On ze Lievo Keer dc rest maar doen. Ilij zou ieder wel op haar bestemming bren gen„Plicht!" een. echt vers voor die peuters van zeven, acht jaar! Zouden 7.' er iels van begrijpen. Straks eens vragen hier en daar! Eerst moesten zo 't af hebben, want wat opgegeven is, kan af. zei ze al tijd, en zc hield er zich aan. Menigmaal zat oen slordige Hant na school in 't groolc leege lokaal 't werk over tc maken, want 't moest netjes zijn ook, zonder vlek ken of doorhalen. Zo konden zooiets best vermijden, als zo een beetje oplettend wa ren. Veelal werkten ze to vlug, maakten gauw, gauw 't werk af cn dan was het na tuurlijk slordig, gevlekt of met groote doorhalen van verkeerde cijfers en woor den. Onverbiddelijk moesten ze dan na school boeten! Ja, zelf had de Juffrouw nooit netjes gewerkt, zoover ze 't zich herinneren kon, zelfs in de „vierde" van do kweek, deed ze 't roef, roef met hanepoo- ten, al was 't zonder vlekken. Nu kon ze zich wel indenken, dat ze vaak wanhopig haar schrift hadden neergegooid! Enfin, ze had nu zelf ook zulke klanten. Jc kreeg immers altijd kinderen, diö je eigen fou ten en streken uithaalden. Veel last had z' er nog niet van, maar, 't kon nog ko men Wat was 't angstig voor 'n kind, als 't na school alleen, héél alleen, in 't groote holle lokaal zat; elk geluid van zich zelf, 't krassen van de pen, 't omslaan van 'n blad zoo duidelijk boorde. Ze had vaak ge zien, hoe ze dan telkens even opkeken, bang, dat er nog iemand was. Je kon :t nooit weten! Als ze 't zag, door 't raam in de gang, kon ze er niet langs gaan, wipte even binnen, keek naar 't werk. en als 't Hnd, maar een beetje goede wil toonde (en dat deed 't altijd!) werd het andere gedeelte, wat nog niet was overge maakt, vergeven envergeten! Ja. goed was 'b niet heelemaal; paedagogisch heel niet „men moet zich immers houden, aan wat men gezegd lieeft", maar, ja voor een Hnd in een groot, hol lokaal, zoo angstig alleen, jadaarvoor bezweek ze heusch. Of 't niet goed was, daar dacht ze maar niet aan; 't kind boette door haar angst toch ook veel uit en dat zou nog wel betere straf geweest zijn, dan 't keurig overschrijven van een lesje, of 't maken van een rijtje sommen! Ze liep nu rond tusschen dc rijer.. Ze schoten toch wel op, de kleine vingers Wat 'n toer toch om zoo'n hand in be dwang te houden, en wat beefden velen bij de lange ophalen, vooral de f was zoo moeilijk! Wat hadden die twee daar toch? Ze had ze al eer;s verboden, 't moest uit zijn! „Greet doorwerken!" klonk 't. 'n Verschrikt gezicht keek om, even mof felde ze wat, en pakte haar pen weer. „Wat heb je daar toch? Kom 's hier!" Schuldbewust ging dadelijk 't hoofd op de arm en een harverscheurend snikken stoorde plots de rustige stilte. Hè, wat een gewoonte toch, ic kon niet verbieden of het hoofd ging op de bank, en ze huilden, huilden of ze vermoord wer- hoop ik u allen te ontmoeten envan u allen een keurig briefje te ontvangen met goede oplossingen en geschreven? zoo mooi, nog mooier dan ik het zou kunnen. Met de beste groeten, en veel succes wenscht u allen: De Redacteur v. d. Kinderrubriek. Jan de Poëet. Zie hem daar zitten, dat Jantje, mijn broer Lijkt bij niet sprekend een ernstige boer? Hij tuurt in de krant nu bier cn dan daar En zoekt heel iets bijzonders, dat :s nogal [Haar. Daar beeft ie gevonden, dat hij zoekt naar ['k meen: „Voor onze kinderen' leest ie en lacht al [meteen Zijn naam prijkt daar zeker of zijn schuil naam gewis. Laten we eens hooren, of het werkelijk [zoo is? Waarachtig, daar is het, daar staat het [gedrukt. Gedrukt is het. oh heerlijk; de proef is [gelukt Het had moeite gekost en lang ook niet [min: Maar moeilijk is immers ja ieder begin. Hij voelt zich nu sterk: hi] wordt een [poët; Een.dichter van naam en God alleen weet, Hoe ver hij 't brengen zal in d'edele kunst: Die God hem toch schonk als 'n heel hooge [gunst. Nu gaat hij vast rijmen des nachts in den [droom, Of als hij de vogels ziet vliegen in den [boom. Of als hij in school zit en rekent uit het [boek, Dan zullen de versjes wel komen uit den [boek. Hij zal rijmen bij 't eten en rijmen bij t [spel, 't Is immers zoo eenvoudig, zoo makk lijk, [is 't wel? Wio dit nu niet kent, is Jan veel tc min. Met zoo iemand spreken, heeft vanzelf [geen zin. Zoo denkt nu ons Jantje, dat broertje van [mij, En meent al Leel wat met z'n rijmelarij. Maar is dit wel netjes te spreken, zoo bij [doet Een werkelijk dichter is bescheiden,zoo 't Oom WIM. zij is met hart en ziel bij 't gesprek liarer moeder en volgt zonder een woord te mis sen den draacl vandiaar verhaal en hoe zou het anders zijn! Twee menschen die zoo met en voor elkander leven als -Marietje met haar zieke moedertje, moeten wel in elkander opgaan; beide levens moeten wel samenvloeien of evenwijdig stroomen naar één doel, moeten zeg ik belangstellen in dezelfde mate, in alles, wat één der beiden raakt. Ei hoor! 'Moeder neemt den draad op van haar verhaal en vervolgt dan Op zekeren dag ging vrouw van Baar- le verder op zekeren dag zouden we naar 't park gaan. Frits stond met den netjes opgetuigden bokkewagen voor en de Heine Annette klapte in de handjes van plezier, dat ze een toertje zou maken in haar rijtuigje, zooals zij den bokkewagen beliefde te noemen. Mevrouw Wagner knikt met haar hoofd ten teeken, dat zij heel en al oor is en met aandacht volgt maar te meer, daar zij weer een der gebeurtenissen gaat verne men, waaraan zij in jaren niet meer ge dacht heeft, omdat bij haar andere, voor haar meer gewichtiger gebeurtenissen plaats grepen, waardoor dergelijke „klei nigheden' zoo gauw in het geheugen uit- gewischt worden. Frits op den bok, mot do zweep in de hand als een echte ruiter enzus in den wagen, terwijl ik moeite had liet spannetje bij te houden, zoo kwamen we eindelijk in het park, waar halt werd gehouden en de bok even mocht rusten, net als zijn baas. We vonden net een onbezet bankje én nu gingen wij drietjes even uitblazen ter wijl Frits den bok vastbond aan de leu ning der bank, waarop wij hadden plaats gencmen. Maar lioe gaat het bij kinderen? Zij kunnen geen tien minuten stil zitten en Frils vooral sprong zoo op, voor hij behoorlijk zat en wilde weer onmiddellijk op stap-en door do lanen van het heerlijke park rijden. Het spreekt vanzelf, dat zus toen ook geen rust meer had en van de partij wilde zijn, temeer daar zij heelemaal niet moe was en het rijden, zoo heel, heel leuk vond. Nog wil ik jullie even attent maken op de opgegeven prijsraadsels van verleden Zaterdag. Den 15den dezer is de laatste datum, dat ik de oplossingen in ontvangst neem. Naar aanleiding van de opgegeven raadsels een paar opmerkingen. In raadsel no. 5 (voor de kleinen) is een fout ingeslopen. De meesten hebben het foutje wel gesnapt. Er staat met z ben ik rond, dit moet zijn met b ben ik rond enz. De rest is goed. In no. 1 voor de Grooten gaf ik te zoeken 50 uitdrukkingen en spreekwoorden, waar in een diernaam voorkomt. Ik wil even helpen. Zoo dom als een ezel; zoo stom als een visch, enz. zijn ook goed. Dergelijke zegs wijze tel ik mee; anders vrees ik, dat jullie dr moeilijk 50 bij elkaar zult halen. Toch ben ik eens benoeuwd, wat jullie er van terecht brengt. Er zijn er binnen, die aardig wat goede uitdrukkingen en spreekwoorden opgestuurd hebben. Ik zal later een stel goeie spreekwoorden laten afdrukken, dab is leerzaam voor allen, en dan kuüüen. jullie meteen eens zien, of je ze alle wel verstaat waar ik nog zoo zeker niet van ben. Doch dat is zoo heel erg niet ik zal in „de Vragenbus" de moeilijke uit drukkingen bij tijd en gelegenheid zelf verklaren. En nu vriendjes, met fikschen moed aan het werk Laat mij eens kijken, wat je kent en.wie zoo vriendelijk is met mij mee te werken. Thans rest mij nog een paar brieven te beantwoorden. Jodokus, Voorschoten. Ik heb heele maal niets tegen je schuilnaampje. Inte gendeel ik vind hem verbazend origineel en ik verzeker je, dat van al de kinderen uit Centrum én deze krant gc-en enkel dien schuilnaam gekozen heeft. Het versje vind ik heel aardig terneer daar ie nog tijd ge- vond enhebt bij jc drukke bezigheden 0111 mij ter wille te zijn. Braaf zoo, mijn kind! Heb je de raadsle3 al opgelost? Niet ver geten hoor en vooral niet te laat komen. Hét versje staat er al, kijk maar! Dag Jodokus! C a r 1 Yv esterma n. Dat was Zater dag een teleurstelling hé! Ja vriendje, ik had geen plaats meer, hoeveel plaats ik

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1923 | | pagina 9