t LeMscfic taf
weede Blad
boe]|!r
ideli
ai]13
eisj- ic
b. 3ü
wk
01 f
1,1
O.50.
lüaandag i4 $ei 1323
binnenlasisd
JESPRAAK VAN Z. H. PAUS PJUS XI
DE NEDEBLANDSCHE PELGRIMS
Sadal Mgr. dr. H. Poels - Donderda;
Z. H. den Paus in particuliere audiën
ff as ontvangen, heelt den dag daarna,
Vrijdag, Z. Eminentie W, Kardinaal
Rossum de Mis voor de Nederland
pelgrims opgedragen in de kapel der
janda. Studenten, die te Rome hun
siiëa voltooien, assisteerden Zijne Emï-
lie, die persoonlijk de H. Communie
jcikte en een toespraak %vol unctie hield
de trouw aan het katholiek geloof,
den namiddag ontving Z. H. Paus
XI in de Sala Ducale do Nederland-
pelgrims in gehoor; zij stonden daar
dom den pauselijken troo-n geschaard
rijf rangen en onder hen bevonden zich
heer en mevrouw O. van Nispen tot
inacr.
liet plechtig binnenschrijden door
don Paus met een gevolg van Zwit-
garden, edelwachten en Kamer-
onder wie de heer Laane ging
een hartelijk en geestdriftig gejuich uit
pelgrims op. De H. Vader deed de ron
de zaal, herhaaldelijk door nieuwe
tbrsliiigen van enthousiasme en diepe
|ïlfi ioering begroet. Op beminnelijke wijze
lerhzeld Z. H. zich met den heer H.
imans en met het bestuur van de Fede-
vergezeld van Mgr. Mutsaerts, Mgr.
ai den lieer Laane. Drie oud-zouaven
zich bij de pelgrims bevonden, wer-
minzaam door den EL Vader gecom-
nenfeerd met. den weasch, dat God hun
moclit, nog eens naar de Eeuwige
weer te keeren.
irwijl de Paus hierna op den troon rit
uaal, hield de heer Hermans in het
isch een toespraak, waarin hij de ge-
lens van kinderlijke liefde en aanhan-
jkheid betuigde der aanwezige pel-
en der honderddertig duizend ar
iërs, door hen vertegenwoordigd,
pr. herinnerde aan de getrouwheid,
itmee zij de voorschriften, vermanin-
raadgevingen van de Encycliek Re-
Novarum hadden toegepast en de ge-
i&amheld, welke zij steeds aan de lei
der Bisschoppen hadden betoond. In
eenheid aldus de heer Hermans
«rost het geheim van onze macht en
kt succes, dat wij hebben behaald,
doel is mede te werken tot de gees-
godsdienstige en zedelijke ontwik-
onzer leden, en de katholieke begin-
in het openbare leven te verdedigen,
]ïêl als de zedelijke cn stoffelijke -he
in der leden te behartigen,
ut het vormen eener politieke orga-
lie of een syndicaat houden wij ons
aldus spr., die besloot met het af-
a eener hernieuwde betuiging va» gc-
amheid aan den Paus en de kerke-
ovorheden en het vragen van den
lolisclien zegen voor de aanwezige en
lige leden der Federatie en hun fa-
chi
15» '5
veria
ff. Mutsaerts voegde hieraan in do
sclie taal nog de gevoelens toe van
Comité der Bedevaart en der pelgrims
vöiii )llo klassc-n van de samenleving, voor
liij eveneens den zegen des Pausen
icekte.
immifêma hield Z. H de Paus met heldere
bier en daar een bijzonderen nadruk
baalde uitdrukkingen leggend, de
ja ade toespraak in zeer vloeiend
corned,;
dierbare pelgrims uit Holland,
fel is voor Ons een bijzonder groote
de. Uier zoo talrijke zonen verga-
iozien, zooverre gekomen uit het Ons
M be Nederland, hetwelk klein mag
•nu grondgebied, maar dat groot is
zijn werken. Met voldoening hebben
it deu mond van Uwe leiders ver-
'iet getuigenis Uwer kinderlijke
ro gehoorzaamheid jegens den Paus
'Episcopaat, en Wij achten Ons ge-
beia
1 lukkig hier de vertegenwoordigers tc be
groeten der Katholieke werkliedenklassén,
welke in het kleine land op zoo'n groot
succ.cs mogelr bogen in den huldigen tijd
en het ongetwijfeld nog meer zullen doen
in de toekomst. Het kan wel niet anders
of de gevolgen moeten zegenrijk zijn zoo-
lang in een getrouwe eenheid wordt sa
mengewerkt met de Katholieke Kerk, den
Paus en de bisschoppen. Wie met de bis
schoppen is, is ook met den Paus, en wie
met den Paus is, is ook met Christus.
„Wij wenschen u geluk met de vrucht
baarheid van Uw werkzaamheden en Wij
smeeken God, dat Hij U steeds rijkelijker
en overvloediger met zegeningen bezoeke,
U en het gebeele dierbare Nederland".
Thans het woord nemend, in de Fran-
Sche taal, welke Hij even vloeiend sprak,
vervolgde Z. H.:
„TerwijlWij ons dan gelukkig achten,
zooveel bemind© zonen uit Nederland
rondom ons te zien, zijn Wij verheugd te
kunnen getuigen van uw prachtigen
godsdienstzin, welke Ons bekend is, uw
ijverigen geest van geloof, en het sehoona
voorbeeld, dat Gij alom geeft. Dit voor
beeld predikt, dat men tegelijkertijd goe
de burgers en goede Katholieken kan zijn.
„Wij wekken u op, om dit voorbeeld te
vervolgen tegelijk met het leeken-aposto-
laat, dat op zoo roemrijke wijze door u
wordt beoefend.En opdat Gij de vruchtbaar
heid van Uwe actie moogt vermenigvul-
dign, verleenen Wij u Onzen Apostolischen
Zegen, die moge neerdalen over u, over
de priesters en hunne parochies".
Nadat de hand des Pausen zegenend
over de pelgrims was neergedaald, werd
uit harten vol geestdrift het lied „Aan U,
o Koning der Eeuwen" aangeheven, het
welk door den Paus met de grootste belang
stelling werd aangehoord.
Alvorens de H. Vader van de pelgrims
afscheid ram, sprak Z. H., thans staande
aan den voet van den Pauselijken troon,
hen nog eenmaal toe, hen dankend enge-
Iukwenschend, terwijl Hij zeide: „Gij
gaat aanstonds wel vertrekken, maar uwe
harten blijven hier; zij blijven bij den Va
der, gelijk het hart van den Vader zijn
dierbare zonen naar Holland begeleidt."
Schier niet eindigende toejuichingen
volgden op deze woorden.
Op den Damasus-Iiof brachten de pel
grims een ovatie aan Gezant v. Nispen tot
Sevenaer, wien zij het „Wien Neder-
landsch bloed" toezongen.
Nadat een kiekje van de pelgrims geno
men was, brachten zij een bezoek op het
graf van wijlen Mgr. Dr. Schaepman, al
waar prachtige bloemengaven werden
neergelegd.
De heer Hermans voerde hier het
woord en herdacht in ontroerde taal den
grooten strijder voor de emancipatie van
het Katholieke Nederland, aan wien wij
zoo sprakhij 1 alles te danken hebben,
wat wij zijn.
Na den heer Hermans voerde deken Van
der Waerden nog het woord, om den groo
ten Doctor in diens toewijding aan Paus,
de Bisschoppen en de Kerk te herdenken.
Het is voor de Nederlandsche pelgrims
een dag van onbeschrijfelijk enthousias
me geweest.
De werklieden zijn gistermorgen via
Milaan naar Zwitserland vertrekken en
zouden heden in Nederland terugkeeren.
De andere pelgrims vertrokken Zaterdag
naar Napels, om in den loop dezer week
opnieuw Rome aan te doen.
„Tijd".
Nationale Versenicjing tegen de
Werkeloosheid.
Zaterdag is te Amsterdam een vergade
ring gehouden van de Nationale Yereeni-
ging tegen de Werkloosheid: Op deze bij
eenkomst is de vraag behandeld: Werden
de indirecte voordeelen, die een gevolg zijn
van de geldende regeling der werkeloos-
heidszorg, door de uit die regeling voort
vloeiende indirecte nadee'len ook over
troffen?
Hierop waren drie praeadviezen uitge
bracht, .11.1. door prof. mr. W. A. Bonger,
dr. Emile Venders en mej. dr. E. G. van
Dorp.
Prof. Bonger komt tot de slotsom: le
Dat het gemis aan werkeloosbeidszorg in
de 19de eeuw zeer ernstige maatschappe
lijke gevolgen heeft gehad, die te zamen
gevat kunnen worden als: moreele en phv-
sieke inzinking, ten deele van blij venden
aard; 2e. dat de bestaande werkeloosheids-
zorg nog van recenten datum is en der
halve alle sociale gevolgen niet met zeker
heid reeds kunnen vastgesteld worden,
doch dat er nu reeds belangrijke gunstige
resultaten te bespeuren zijn; 3e. dat van
het bestaan van arbeidsschuwheid als
massaal verschijnsel geen bewijs geleverd
is; dat, mocht zulks te eeniger tijd blijken,
er geen reden is om aan te nemen, dat
hiertegen maatregelen kunnen genomen
worden, zonder de werkoloosheidszorg zelf
op te heffen; 4e. dat de maatschappelijke
voordeelen, die der eventueele en in dit ge
val te bestrijden nadeelen verre overtref
fen.
Dr. Emile Vervier s zegt in zijn
praeadvies. dat de volksmond zonder voor
behoud bevestigend antwoordt op de ge
stelde vraag. Hij geeft in het algemeen
aan de hoofdbezwaren tegen de geldende
regeling en doet daarna eenige aanwijzin
gen voor hetero regeling van het voor
naamste onderdeel, nl. de geldelijke rege
ling der gevolgen van de werkeloosheid.
In zijn eerste hoofdbezwaar zegt de prae-
adviseur, dat er in ons heelo stelsel van
sociale politiek geen lijn of teekening zit.
Hot is een lappendeken. Een parlement
heeft er aan meegewerkt, dus is het daar
door reeds veroordeeld. Wat het tweede
hoofdbezwaar aangaat: Er zit niet vol
doende oenheid in het geldende stelsel van
werkeloosheidssorg. Als derde hoofdbe
zwaar mag gelden, dat de zwakke zijde
van liet stelsel zijn zwakheid te wijten
heeft aan 't feit, dat de financieele gevol
gen der werkeloosheid in dat stelsel te
eenzijdig worden bezien.
Dr. Vervicrs geeft dan eenige aanwij
zingen voor de geldende regeling van de
gevolgen der werkloosheid. Van die aan
wijzingen noemen wij:
Vooreerst moet de verzekering dienst
baar gemaakt worden aan de individueele
bezitvorming en aan de algemeene kapitaal
vorming. Hierdoor wordt een dubbel doel
bereikt: vermindering der werkeloosheid
zelf ön verzachting van haar nadeelige ge
volgen.
Vervolgens moet de verzekering zooveel
mogelijk menschen kunnen, omvatten en
den strijd tegen do nadeelige gevolgen zoo
lang mogelijk kunnen voortzetten.
Het element der staatsbedeeling moet
geleidelijk verdwijnen en zoolang bet nog
noodig is, moet bet opvoedkundig werken.
Het verband tusschen den onderschei
den loonstandaard in do verschillende vak
ken en do groote der werkeloozenuitkee-
ringen moet zooveel mogelijk verdwijnen.
De medewerking der vakorganisatie aan
de verzekering dient behouden te blijven,
maar het monopolie dient opgeheven te
worden.
Mej. E. G. van Dorp concludeert,
dat de tegenwoordige regeling te kort
schiet, omdat zij de begrippen verzekering
en steun verwart en den steun buiten
noodzakelijkheid heeft uitgebreid, wat een
demoraliseerende werking uitoefent, maar
bovenal doordat zij het geldende loon als
norm aanneemt en aldus do werkeloosheid
vergroot en de welvaar te-mogelijkheden
verkleint. Zulk een stelsel zou zeer scherp
moeten onderscheiden tusschen verzeke
ring en steun cn de steun moet uiteraard
vallen binnen het terrein van de Armen
wet
De beraadslagingen over de drie prae
adviezen werden geopend door ir. A. Plato
(Rotterdam), die er tegen op kwam, dat
mej. mr. Van Dorp te veel theoretiseert.
In tegenstelling met mej. Van Dorp meent
spr., dat werkverschaffing wel een der
middelen is tot oplossing van 't werkeloo-
zenvraagstuk. Met dr. Verviers geloofde
bij, dat niet alleen economisch maar ook
geestelijk het vraagstuk beschouwd moet
worden al voegde hij daaraan onmiddei-
lijk toe, dat de levensbeschouwing van dr.
Verviers niet de zijne is.
Ook de heer B. E. Boekman (Amster
dam) betoogde, dat de loonen niet, de
oorzaak zijn van de werkeloosheidscrisis
en verwierp het uitgangspunt en tevens
ook de conclusies van het praeadvies van
mej. mr. Van Dorp. Z. i. is. deze en ook de
heer Verviers in gebreke gebleven aan te
toonen dat de nadeelen grooter zijn dan
de voordeelen van de werkeloozenzorg.
De heer E. Kupers (Amsterdam) bestreed
ook het praeadvies van mej. van Dorp en
zette uiteen, dat geen enkel systeem van
werkeloozenzorg het hoofd zou kunnen
bieden aan een crisis, als wij die de laat
ste jaren meemaken. Beneden zijn waar
digheid acht hij het over het praeadvies
van dr. Verviers te polemiseeren, temeer
waar deze het niet de moeite waard heeft
gevonden zijn scheldwoordenboek te komen
verdedigen. (Do heer Verviers vertoeft
buitenslands.)
Baron van Tuijll van Serooskerken
(Zeist) meende, dat de fouten verbeterd en
de controle verscherpt moeten worden van
de werkeloosheidsverzekering. Het groot
ste gevaar is de struisvogelpolitiek van
prof. Bonger, die als een axioma aanneemt
dat iemand liever f 24 verdient met wer
ken dan f 18 met nietsdoen. Toen spr. be
toogde dat aan de controle heel wat ont
breekt en vele arbeiders frauduleus ge
poogd hebben werkeïoozenuitkeering te
verkrijgen werd hij herhaaldelijk in de
rede gevallen. Vele door mej. van Dorp ge
uite grieven zijn z. i. volkomen juist, al
was hij het in vele opzichten met dit prae
advies noch met dat van dr. Vorviers eens.
Mr. A. A. van Rhijn (Amsterdam) zette
met voorbeelden uit het drukkersbedrijf
uiteen, dat de stelling van moj. van Dorp,
dat de werkeloosheid feitelijk een loon-
kwestie is, niet te argumenteeren is. Men
moet deze crisis zien door to komen door
een proces van geleidelijke loondaling door
te voeren met daarnaast een behoorlijke
werkeloosheidssteun.
Dr. A. van Lookeren Compagne was het
met de hoofdpunten van dr. Verviers eens,
hoewel hij in tegenstelling met dezen van
oordeel is, dat niet de pers een der hoofd
schuldigen van alle maatschappelijk
kwaad fs.
De heer B. Lansink Jr. bracht hulde
aan dr. Verviers voor de klare en open
hartige v/ijze, waarop hij het vraagstuk
der werkeloosheid belicht heeft.. Deze op
vatting van het probleem leeft in menig
Nederlandsch gemoed. Hoe de loonen ook
bepaald zijn, in het kapitalisme zal de
werkeloosheid altijd blijven bestaan.
De beide praeadviseurs mej. mr. E. C.
van Dorp cn prof. Bonger beantwoordden
de debaters.
Prof. mr. W. A. Bonger, sociaal-demo
craat, was van bet praeadvies van dr. Ver-
viers geschrokken. Hij had o.a. gelezen:
„De ramp der staatscommissies heeft
zulke funeste uitwerking op ons openbaar
leven, dat ik den kérkel. Overheden van
Nederland in overweging zou willen geven
om openbare gebeden uit te schrijven, ten
einde den Gever van allo goede gaven te
smeeken ons van deze plaag te verlossen
en ons een „werkloosheidsdictator" te
schenken. Zoo iemand zou het euvel der
werkloosheid spoedig onder de knie heb
ben".
Als spreker geloovïg was, zou hij hei
een bespotting hebben gevonden. Ntx vond
hij er aanleiding in het praeadvies, dezo
„nonsens", maar niet verder te lezen.
De voorzitter sprak hierna een kort slot
woord, waarin hij dank bracht aan de
praeadviseurs, ook aan dr. Verviers, al
had de vergadering misschien nog wel zoo
geanimeerd verloopen, wanneer hij aan
wezig ware geweest.
R. K. Universiteit.
Naar wij vernemen is Vrijdagmiddag
op het stadhuis te Nijmegen het contract
getèekend tusschen het bestuur der St.
Radboudsüchting en de gemeente Nijme
gen.
Als gevolmachtigde voor de St. Rad-
boudstichting trad op Dr. J. Hoogveld en
voor do gemeente Nijmegen de burge
meester en de secretaris.
De plannen voor de inwendige verbou
wing van de drie aangekochte perceelen
zijn opgedragen aan den architect
Estourgie.
De plannen zijn reeds gereed en binnen
zeer korten tijd zal de aanbesteding
plaats hebben.
De verbouwing moet op 1 September
a.s. gereed zijn. „Gtr."
De uitsluiting in de Textiel-industrie,
f 50.000 voor de uitgestotenen
bescbikbaar gesteld.
In de Vrijdagavond gehouden raads
vergadering te Almelo is met 15 tegen 2
stemmen besloten om f 50.000 uit te trek
ken voor steun aan de uitgesloten arbei
ders.
De premicbouw en de werkloosheid.
De bepaling t. a. v. onttrekking
van woningruimte.
De Minister van Arbeid heeft aan de
gemeentebesturen de volgende circulaire
gezonden:
Volgens de laatstelijk in de bijlage van
mijn rondschrijven van 28 Dec. 1921 op*
genomen bepaling woeden premies al*
leen gegeven voor woningbouw in ge*
meenten, welker besturen aan de toestem*
ming tot onttrekking van woningen aan
hare bestemming de voorwaarde verbin-»
den, dat de woningen, welker bestemming
veranderd wordt, op kosten van den be*
langhebbende worden vervangen door aivi
dere. Onder de tegenwoordige omstaiw
digheden acht ik het echter als regel goe
wenscht, dat onttrekking zonder of on*
der minder bezwarende voorwaarde!*
wordt toegestaan, wanneer zij leiden z»
tot verruiming van werkgelegenheid, zoo»
als bij oprichting en meestal bij uitbrek
ding van een bedrijf het geval is. Te®
aanzien van zoodanig geval van onttrefc.
king kan vorenbedoelde bepaling van <te
premieregeling thans als vervallen weer
den beschouwd; uiteraard blijven de g&b
meentebes turen behoudens mijne beslis;
sing in beroep, bevoegd om voor verliet
van woonruimte vergoeding te vorderen
of door het opleggen van andere voors
waarden verergering van woningnood t*~
voorkomen telkens wanneer daar tafe
naar hunne meening wel aanleiding be
staat, - r' _'r J
Tapverbod en regecringsjubileuin.
S c h r i j v e n van Minister d?
Aalberfe.
Do Minister van Arbeid, N. en H. heeft
naar aanleiding van een versoek van het
Nationaal Comité tegen het Alcoholisme
onder de aandacht van de gemeentebestu
ren gebracht de vraag of het geen aanbe-t
veling verdiend op de dagen van de vie-(
ring van het 25-jarig regeeringsjubileum
van de Koningin een tap verbod van ster-»
ken drank nit te vaardigen. De Minister
noodïgt de gemeentebesturen uit do wers.
schelïjkheid van éen zoodanig tapverbo4-
te overwegen.
Beperkte invoer van schoenen.
Installatie Commissie.
Bij Kon. besluit van 8 dezer is eer:
commissie ingesteld, welke de regeerin^
van advies zal dienen bij het vaststellet
van de voorwaarden, waarop ingeval van
invoerverbod van schoenwerk, beperkte
invoer van schoenen zal worden toege-J
staan. De samenstelling van deze conn
missie is als volgt:
Lid en voorzitter L. L. F. de Greve,
voorheen tijdelijk administrateur, hoofd
der afdeeling crisiszaken-textiel, van liet
voormalige departement van landbouw,
nijverheid en handel te Hilversum; leden:
L. F. Verwoerd te Amsterdam; Jos. Klij-
berg te Waalwijk; H. Hannaerts te Til
burg; H. de Jong te 's-Hertogenbc sch;
W. Drukker te Amsterdam; A. A. J. Ver
hagen te Rotterdam; K. van Dongen te
Rotterdam; F. Hessels te 's-Gravenhage
en G. Roeftenberg te Kaatsheuvel.
De -commissie, die Zaterdag namens
den minister van arbeid, handel en nij
verheid door den. chef der afdeeling han.«*
del en nijverheid is geïnstalleerd, heef?
haar werkzaamheden roods aangevangen.
fSssrasssgsla ʧBsaasihites3.
Do moord te Wapse.
VrijdagAvónd heeft men in de omgeving
van Wapse A. B., die ziin vrouw en kiu£:
heeft vermoord, gearresteerd. Hij is Zater
dag gevankelijk naar Assen, overgebracht.
Op de tram gesprongen.
Een achtjarige knaap, eenige zoon, te
Stadskanaal, sprong spelenderwijs op een
paardentram. Bij het afspringen kwam hij
tegen een boom en viel onder de tram. Hij
is in het Ziekenhuis te Groningen aan de
bekomen verwondingen overleden.
Twee personen verdronken:
Op den Rijn onder Millingen. even over
de Duitsehe grens, is een ernstig ongeluk
gebeurd. Do dokter van dit Duitsch'e
grecsplaatsjc was met een drietal vrien
den een boottochtje op den Rijn paan
maken. Tengevolge van een stormvlaag
sloeg 't vaartuigje om cn verdwenen, de in
zittenden in de diepte. Twee rden wor
den gered, dcch de beide anderen, waar
onder de dokter, kwamen om het leven.
Een der lijken is opgehaald.
FEUILLETON
en Baron-Bandiet.
(Naar het Duitsch.)
irresli
b
Ruis'
Daarmede houd ik mij niet gaarne
Iielff'zeide von Bremen lachende,
jl liever alles aan den tijd over, dan
wij reeds vooraf het hoofd er over
1 1 Wanneer Wilhelm niet de boeken-
Hitö Mwrc, die hij is, dan voorzeker kon
povcn. -maar dit ware dwaas-
jdaff -
tig® J schertste Emilie. Wat zou
rnedf fcheid zijn?
derf? 'owillen gelooven, dat Wilhelm von
op 3'léen er ernstig aan dacht, zich in
e kasteel eene levensgezellin te ne-
Lei
jus dit geloof noemt ge dwaasheid?
zal J ie Emilie, half spijtig, half zegevie-
Gij weet zeker niet, dat Wilhelm
wettend en galant was, gedurende
«wezigkeid mij bijna dagelijks te
om naar mijn welstand te ver-
ïniii voor a^° mogeliik6 en on-
Hirnè p Sevallen raad en bijstand te bie
bMninnennswaardigheid, die gij
^Jialijk in den boekenwurm niet
i d»! belangstelling spiegelde zich
1 telaat van von Bremen.
arvan wist ik bepaald niets,
''■wie hij, en raden kon ik het
eu nu heeft de graaf het ijs ge-
TO in dien brief aanzoek gedaan
hand.
tornen ontvouwde den brief, dien
zijn zuster hem ter hand stelde, en begaf
zich naar het venster, om hem to lezen.
Ik ontving den brief eerst hedenmor
gen, kort voordat gij uitging, zeide zij,
toen kon ik niet meer met u spreken.
En wat wilt gij antwoorden?
Wat kan ik anders antwoorden dan
een oprecht gemeend ja. De man, wien
mijn hart behoort heeft immers het recht,
mijne hand te eiscken.
Dan wensch ik u van ganscher harte
geluk, zeide hij, haar de beide handen
reikende; ik zou niemand weten wien
ik liever uwe toekomst wilde toevertrou
wen.
Hij trok het blozende meisje aan zijn
horst, kuste haar en zag met innige liefde
in hare stralende oogen.
Hebt gij hem nog geen antwoord ge
zonden? vroeg hij.
Neen, eerst moest het u bekend rijn
Twijfeldet gij aan mijne toestem
ming?
Dat niet, maar gij moest mij niet het
verwijt kunnen maken, dat ik tegenover
u niet oprecht genoeg- ben.
In dit geval zou ik u dat niet kwalijk
hebben genomen, antwoordde bij lachend,
gij wist immers, dat Wilhelm sedert den
dood zijns broeders mijn beste vriend is.
Maar wij mogen nu niet dralen; want hij
heeft mij verzocht, hem terstond een bede
te zenden. Wees dus zoo goed en schrijf
eenige regels; de rijknecht zal den vos
zadelen-en zich oogenhlikkelijk op weg
begeven.
Heeft 't zulk een haast, vroeg Emilie
schertsend, terwijl zij voor de sierlijke
schrijftafel plaats nam. Hij had dit ant
woord vroeger kunnen hebben, wanneer
hij slechts zoo moedig was geweest to
vragen.
Yon Bremen legde de handen op den rug
en wandelde langzaam heen en wredcr; de
dienaar, dien hij geroepen had, verscheen
en verwijderde zich weder, om het ont
vangen bevel ten uitvoer te brengen.
Emilie had slechts weinige regels go-
schreven; reeds na eenige minuten lag de
brief voor haar. Zij stond op en legde do
hand op don schouder haars broeders.
Laat ons 1 lopen, dat ook gij dit zoe
te geluk weldra deelachtig wordt, zeide
zij zacht.
Hij bleef staan; twijfelend schudde hij
het hoofd.
Wie kan het weten, luidde zijn ant
woord. Nog geloof ik er niet aan; ik
vrees integendeel dat het dwaas zou zijn,
een hoop weer te doen ontwaken, waar
van ik reeds lang afstand heb gedaan.
- Ida is vrij
Zij is het niet, zij is door het woord
haars vaders gebonden
Aan een man, dien rij veracht, wien zij
nooit het jawoord zal geven. Ik ben er be
paald van overtuigd, dat Ida haar vader
innig lief heeft, maar ik weet ook, dat rij
rich niet aan zijn wil zal onderwerpen,
wanneer hij beproeft haar tot dit "gehate
huwelijk te doen dwingen.
En gesteld, gij hadt gelijk roet uw
vermoedens, kan ik daarop dan eeno be
paalde hoop grondvesten? Kan en mag
ik mij vereenigen met de gedachte, dat
Ida mijne liefde zal beantwoorden? Moet
niet de herinnering aan den doode zich als
éen ondoordringbare scheidsmuur tus
schen ons plaatsten.
Neen, Keïnricb, antwoordde Emilie
vastberaden, do noodzakelijkheid daarvan
erken is niet. Hadt gij vroeger den moed
gehad, naar de hand van Ida te dingen,
dan was Gustaaf von Fallersiebon niet
haar verloofde geworden.
Opnieuw een vermoeden, zeide hij,
met gerimpeld voorhoofd.
In geenen de.ele.lda was tien jaar mijn
beste vriendin; zij had geen geheimen voor
mij. Haar hart neigde nu eens tot u, dan
eens tot den graaf over, al naar haar
stemming was. Wie van u beiden het eerst
het beslissende woord sprak, dien moest
de prijs ten deel vallen.
En dit zegt gij mij eerst nu? vroeg
hij verwonderd.
Vergeef piij, zoo gij meent, mij des
wege een verwijt te kunnen maken. Ik
wilde u er niet opmerkzaam op maken;
gij moest Immers zelf weten, hoe ver gij
gaan mocht, en toen gij u eindelijk terug
trok, tóen kon ik niet vermoeden, dat gij
het met een bloedend hart deedt. Gij hadt
mij niet in de geheimen van uw hart iu-
gewijd en mijn raad niet verlangt, wel
licht ware hij afgewezen geworden, indien
ik hem u gegeven had.
Von Bremen had op een stoel plaats ge
nomen; hij steunde het hoofd op den arm
en staarde somber voor rich heen.
Ter wille van mijn vriend meende ik
afstandte moeten doen, antwoordde hij
zacht; ik wist immers, dat hij in de ver
bintenis met Ida geheel zijn levensgeluk
zocht. Wel hebt gij gelijk, ik deed bet met
een bloedend hart: maar ik hield het voor
plicht, en in den loop des tijds was ik er
in geslaagd, den droom te vergeten, die
eenmaal mij de schoonste beelden voor
don geest had xloen verrijzen.
En wilt gij ook nu zwijgen? Wanneer
het u gelukt, dien von Felsen als een eer-
loozen lafaard als moordenaar te brand
merken, zal dan de heer von Steinfels zir.li
nog verder aan zijn woord gebonden hou
den? En is Ida weder vrii. wie kan haar
dan beletten, it hand en hart te schen
ken?
Gij vertoont mij een aanlokkend doel,
doch ik geloof niet, dat ik het ooit berei
ken zal, zeide hij.
En is dit dan niet het doel uwer on
vermoeide pogingen, den sluier op te lich
ten, die over het eïndo van den graaf ligt
uitgespreid?
Neen, Emilie, het doel, dat ik daarbij
heb, is dit: vergelding uit te oefenen.
En wanneer dit bereikt is, dan
Laat dat zuster, ik heb destijds zwaar
genoeg moeten strijden, om afstand te
kunnen doen; ik zou niet nogmaals^zulk
een strijd willen doorstaan.
Het onderhoud werd afgebroken door
de komst van den rijknecht. Von Bremen
stelde hem den brief ter hand en verliet
eenige oogenblikken later ook het huis.
Het geluk zijner zuster, hoe hartelijk en
oprecht hij het haar gunde, had hem niet
tcmin in een treurige stemming gebracht,
en "tie herinnering aan Ida was geenszins
geschikt, zijn goede luim te bevorderen.
Hij had haar bemind, en dat hij haar
nog aldoor lief had, dat was hem in dit
oogen blik duidelijker geworden dan ooit;
maar zijne liefde beschouwde hij als ho
peloos, ook voor het geval, dat liij er in
slaagde, von Felsen to ontmaskeren.
(Wordt vervolgd).