t LeMscfic taf weede Blad boe]|!r ideli ai]13 eisj- ic b. 3ü wk 01 f 1,1 O.50. lüaandag i4 $ei 1323 binnenlasisd JESPRAAK VAN Z. H. PAUS PJUS XI DE NEDEBLANDSCHE PELGRIMS Sadal Mgr. dr. H. Poels - Donderda; Z. H. den Paus in particuliere audiën ff as ontvangen, heelt den dag daarna, Vrijdag, Z. Eminentie W, Kardinaal Rossum de Mis voor de Nederland pelgrims opgedragen in de kapel der janda. Studenten, die te Rome hun siiëa voltooien, assisteerden Zijne Emï- lie, die persoonlijk de H. Communie jcikte en een toespraak %vol unctie hield de trouw aan het katholiek geloof, den namiddag ontving Z. H. Paus XI in de Sala Ducale do Nederland- pelgrims in gehoor; zij stonden daar dom den pauselijken troo-n geschaard rijf rangen en onder hen bevonden zich heer en mevrouw O. van Nispen tot inacr. liet plechtig binnenschrijden door don Paus met een gevolg van Zwit- garden, edelwachten en Kamer- onder wie de heer Laane ging een hartelijk en geestdriftig gejuich uit pelgrims op. De H. Vader deed de ron de zaal, herhaaldelijk door nieuwe tbrsliiigen van enthousiasme en diepe |ïlfi ioering begroet. Op beminnelijke wijze lerhzeld Z. H. zich met den heer H. imans en met het bestuur van de Fede- vergezeld van Mgr. Mutsaerts, Mgr. ai den lieer Laane. Drie oud-zouaven zich bij de pelgrims bevonden, wer- minzaam door den EL Vader gecom- nenfeerd met. den weasch, dat God hun moclit, nog eens naar de Eeuwige weer te keeren. irwijl de Paus hierna op den troon rit uaal, hield de heer Hermans in het isch een toespraak, waarin hij de ge- lens van kinderlijke liefde en aanhan- jkheid betuigde der aanwezige pel- en der honderddertig duizend ar iërs, door hen vertegenwoordigd, pr. herinnerde aan de getrouwheid, itmee zij de voorschriften, vermanin- raadgevingen van de Encycliek Re- Novarum hadden toegepast en de ge- i&amheld, welke zij steeds aan de lei der Bisschoppen hadden betoond. In eenheid aldus de heer Hermans «rost het geheim van onze macht en kt succes, dat wij hebben behaald, doel is mede te werken tot de gees- godsdienstige en zedelijke ontwik- onzer leden, en de katholieke begin- in het openbare leven te verdedigen, ]ïêl als de zedelijke cn stoffelijke -he in der leden te behartigen, ut het vormen eener politieke orga- lie of een syndicaat houden wij ons aldus spr., die besloot met het af- a eener hernieuwde betuiging va» gc- amheid aan den Paus en de kerke- ovorheden en het vragen van den lolisclien zegen voor de aanwezige en lige leden der Federatie en hun fa- chi 15» '5 veria ff. Mutsaerts voegde hieraan in do sclie taal nog de gevoelens toe van Comité der Bedevaart en der pelgrims vöiii )llo klassc-n van de samenleving, voor liij eveneens den zegen des Pausen icekte. immifêma hield Z. H de Paus met heldere bier en daar een bijzonderen nadruk baalde uitdrukkingen leggend, de ja ade toespraak in zeer vloeiend corned,; dierbare pelgrims uit Holland, fel is voor Ons een bijzonder groote de. Uier zoo talrijke zonen verga- iozien, zooverre gekomen uit het Ons M be Nederland, hetwelk klein mag •nu grondgebied, maar dat groot is zijn werken. Met voldoening hebben it deu mond van Uwe leiders ver- 'iet getuigenis Uwer kinderlijke ro gehoorzaamheid jegens den Paus 'Episcopaat, en Wij achten Ons ge- beia 1 lukkig hier de vertegenwoordigers tc be groeten der Katholieke werkliedenklassén, welke in het kleine land op zoo'n groot succ.cs mogelr bogen in den huldigen tijd en het ongetwijfeld nog meer zullen doen in de toekomst. Het kan wel niet anders of de gevolgen moeten zegenrijk zijn zoo- lang in een getrouwe eenheid wordt sa mengewerkt met de Katholieke Kerk, den Paus en de bisschoppen. Wie met de bis schoppen is, is ook met den Paus, en wie met den Paus is, is ook met Christus. „Wij wenschen u geluk met de vrucht baarheid van Uw werkzaamheden en Wij smeeken God, dat Hij U steeds rijkelijker en overvloediger met zegeningen bezoeke, U en het gebeele dierbare Nederland". Thans het woord nemend, in de Fran- Sche taal, welke Hij even vloeiend sprak, vervolgde Z. H.: „TerwijlWij ons dan gelukkig achten, zooveel bemind© zonen uit Nederland rondom ons te zien, zijn Wij verheugd te kunnen getuigen van uw prachtigen godsdienstzin, welke Ons bekend is, uw ijverigen geest van geloof, en het sehoona voorbeeld, dat Gij alom geeft. Dit voor beeld predikt, dat men tegelijkertijd goe de burgers en goede Katholieken kan zijn. „Wij wekken u op, om dit voorbeeld te vervolgen tegelijk met het leeken-aposto- laat, dat op zoo roemrijke wijze door u wordt beoefend.En opdat Gij de vruchtbaar heid van Uwe actie moogt vermenigvul- dign, verleenen Wij u Onzen Apostolischen Zegen, die moge neerdalen over u, over de priesters en hunne parochies". Nadat de hand des Pausen zegenend over de pelgrims was neergedaald, werd uit harten vol geestdrift het lied „Aan U, o Koning der Eeuwen" aangeheven, het welk door den Paus met de grootste belang stelling werd aangehoord. Alvorens de H. Vader van de pelgrims afscheid ram, sprak Z. H., thans staande aan den voet van den Pauselijken troon, hen nog eenmaal toe, hen dankend enge- Iukwenschend, terwijl Hij zeide: „Gij gaat aanstonds wel vertrekken, maar uwe harten blijven hier; zij blijven bij den Va der, gelijk het hart van den Vader zijn dierbare zonen naar Holland begeleidt." Schier niet eindigende toejuichingen volgden op deze woorden. Op den Damasus-Iiof brachten de pel grims een ovatie aan Gezant v. Nispen tot Sevenaer, wien zij het „Wien Neder- landsch bloed" toezongen. Nadat een kiekje van de pelgrims geno men was, brachten zij een bezoek op het graf van wijlen Mgr. Dr. Schaepman, al waar prachtige bloemengaven werden neergelegd. De heer Hermans voerde hier het woord en herdacht in ontroerde taal den grooten strijder voor de emancipatie van het Katholieke Nederland, aan wien wij zoo sprakhij 1 alles te danken hebben, wat wij zijn. Na den heer Hermans voerde deken Van der Waerden nog het woord, om den groo ten Doctor in diens toewijding aan Paus, de Bisschoppen en de Kerk te herdenken. Het is voor de Nederlandsche pelgrims een dag van onbeschrijfelijk enthousias me geweest. De werklieden zijn gistermorgen via Milaan naar Zwitserland vertrekken en zouden heden in Nederland terugkeeren. De andere pelgrims vertrokken Zaterdag naar Napels, om in den loop dezer week opnieuw Rome aan te doen. „Tijd". Nationale Versenicjing tegen de Werkeloosheid. Zaterdag is te Amsterdam een vergade ring gehouden van de Nationale Yereeni- ging tegen de Werkloosheid: Op deze bij eenkomst is de vraag behandeld: Werden de indirecte voordeelen, die een gevolg zijn van de geldende regeling der werkeloos- heidszorg, door de uit die regeling voort vloeiende indirecte nadee'len ook over troffen? Hierop waren drie praeadviezen uitge bracht, .11.1. door prof. mr. W. A. Bonger, dr. Emile Venders en mej. dr. E. G. van Dorp. Prof. Bonger komt tot de slotsom: le Dat het gemis aan werkeloosbeidszorg in de 19de eeuw zeer ernstige maatschappe lijke gevolgen heeft gehad, die te zamen gevat kunnen worden als: moreele en phv- sieke inzinking, ten deele van blij venden aard; 2e. dat de bestaande werkeloosheids- zorg nog van recenten datum is en der halve alle sociale gevolgen niet met zeker heid reeds kunnen vastgesteld worden, doch dat er nu reeds belangrijke gunstige resultaten te bespeuren zijn; 3e. dat van het bestaan van arbeidsschuwheid als massaal verschijnsel geen bewijs geleverd is; dat, mocht zulks te eeniger tijd blijken, er geen reden is om aan te nemen, dat hiertegen maatregelen kunnen genomen worden, zonder de werkoloosheidszorg zelf op te heffen; 4e. dat de maatschappelijke voordeelen, die der eventueele en in dit ge val te bestrijden nadeelen verre overtref fen. Dr. Emile Vervier s zegt in zijn praeadvies. dat de volksmond zonder voor behoud bevestigend antwoordt op de ge stelde vraag. Hij geeft in het algemeen aan de hoofdbezwaren tegen de geldende regeling en doet daarna eenige aanwijzin gen voor hetero regeling van het voor naamste onderdeel, nl. de geldelijke rege ling der gevolgen van de werkeloosheid. In zijn eerste hoofdbezwaar zegt de prae- adviseur, dat er in ons heelo stelsel van sociale politiek geen lijn of teekening zit. Hot is een lappendeken. Een parlement heeft er aan meegewerkt, dus is het daar door reeds veroordeeld. Wat het tweede hoofdbezwaar aangaat: Er zit niet vol doende oenheid in het geldende stelsel van werkeloosheidssorg. Als derde hoofdbe zwaar mag gelden, dat de zwakke zijde van liet stelsel zijn zwakheid te wijten heeft aan 't feit, dat de financieele gevol gen der werkeloosheid in dat stelsel te eenzijdig worden bezien. Dr. Vervicrs geeft dan eenige aanwij zingen voor de geldende regeling van de gevolgen der werkloosheid. Van die aan wijzingen noemen wij: Vooreerst moet de verzekering dienst baar gemaakt worden aan de individueele bezitvorming en aan de algemeene kapitaal vorming. Hierdoor wordt een dubbel doel bereikt: vermindering der werkeloosheid zelf ön verzachting van haar nadeelige ge volgen. Vervolgens moet de verzekering zooveel mogelijk menschen kunnen, omvatten en den strijd tegen do nadeelige gevolgen zoo lang mogelijk kunnen voortzetten. Het element der staatsbedeeling moet geleidelijk verdwijnen en zoolang bet nog noodig is, moet bet opvoedkundig werken. Het verband tusschen den onderschei den loonstandaard in do verschillende vak ken en do groote der werkeloozenuitkee- ringen moet zooveel mogelijk verdwijnen. De medewerking der vakorganisatie aan de verzekering dient behouden te blijven, maar het monopolie dient opgeheven te worden. Mej. E. G. van Dorp concludeert, dat de tegenwoordige regeling te kort schiet, omdat zij de begrippen verzekering en steun verwart en den steun buiten noodzakelijkheid heeft uitgebreid, wat een demoraliseerende werking uitoefent, maar bovenal doordat zij het geldende loon als norm aanneemt en aldus do werkeloosheid vergroot en de welvaar te-mogelijkheden verkleint. Zulk een stelsel zou zeer scherp moeten onderscheiden tusschen verzeke ring en steun cn de steun moet uiteraard vallen binnen het terrein van de Armen wet De beraadslagingen over de drie prae adviezen werden geopend door ir. A. Plato (Rotterdam), die er tegen op kwam, dat mej. mr. Van Dorp te veel theoretiseert. In tegenstelling met mej. Van Dorp meent spr., dat werkverschaffing wel een der middelen is tot oplossing van 't werkeloo- zenvraagstuk. Met dr. Verviers geloofde bij, dat niet alleen economisch maar ook geestelijk het vraagstuk beschouwd moet worden al voegde hij daaraan onmiddei- lijk toe, dat de levensbeschouwing van dr. Verviers niet de zijne is. Ook de heer B. E. Boekman (Amster dam) betoogde, dat de loonen niet, de oorzaak zijn van de werkeloosheidscrisis en verwierp het uitgangspunt en tevens ook de conclusies van het praeadvies van mej. mr. Van Dorp. Z. i. is. deze en ook de heer Verviers in gebreke gebleven aan te toonen dat de nadeelen grooter zijn dan de voordeelen van de werkeloozenzorg. De heer E. Kupers (Amsterdam) bestreed ook het praeadvies van mej. van Dorp en zette uiteen, dat geen enkel systeem van werkeloozenzorg het hoofd zou kunnen bieden aan een crisis, als wij die de laat ste jaren meemaken. Beneden zijn waar digheid acht hij het over het praeadvies van dr. Verviers te polemiseeren, temeer waar deze het niet de moeite waard heeft gevonden zijn scheldwoordenboek te komen verdedigen. (Do heer Verviers vertoeft buitenslands.) Baron van Tuijll van Serooskerken (Zeist) meende, dat de fouten verbeterd en de controle verscherpt moeten worden van de werkeloosheidsverzekering. Het groot ste gevaar is de struisvogelpolitiek van prof. Bonger, die als een axioma aanneemt dat iemand liever f 24 verdient met wer ken dan f 18 met nietsdoen. Toen spr. be toogde dat aan de controle heel wat ont breekt en vele arbeiders frauduleus ge poogd hebben werkeïoozenuitkeering te verkrijgen werd hij herhaaldelijk in de rede gevallen. Vele door mej. van Dorp ge uite grieven zijn z. i. volkomen juist, al was hij het in vele opzichten met dit prae advies noch met dat van dr. Vorviers eens. Mr. A. A. van Rhijn (Amsterdam) zette met voorbeelden uit het drukkersbedrijf uiteen, dat de stelling van moj. van Dorp, dat de werkeloosheid feitelijk een loon- kwestie is, niet te argumenteeren is. Men moet deze crisis zien door to komen door een proces van geleidelijke loondaling door te voeren met daarnaast een behoorlijke werkeloosheidssteun. Dr. A. van Lookeren Compagne was het met de hoofdpunten van dr. Verviers eens, hoewel hij in tegenstelling met dezen van oordeel is, dat niet de pers een der hoofd schuldigen van alle maatschappelijk kwaad fs. De heer B. Lansink Jr. bracht hulde aan dr. Verviers voor de klare en open hartige v/ijze, waarop hij het vraagstuk der werkeloosheid belicht heeft.. Deze op vatting van het probleem leeft in menig Nederlandsch gemoed. Hoe de loonen ook bepaald zijn, in het kapitalisme zal de werkeloosheid altijd blijven bestaan. De beide praeadviseurs mej. mr. E. C. van Dorp cn prof. Bonger beantwoordden de debaters. Prof. mr. W. A. Bonger, sociaal-demo craat, was van bet praeadvies van dr. Ver- viers geschrokken. Hij had o.a. gelezen: „De ramp der staatscommissies heeft zulke funeste uitwerking op ons openbaar leven, dat ik den kérkel. Overheden van Nederland in overweging zou willen geven om openbare gebeden uit te schrijven, ten einde den Gever van allo goede gaven te smeeken ons van deze plaag te verlossen en ons een „werkloosheidsdictator" te schenken. Zoo iemand zou het euvel der werkloosheid spoedig onder de knie heb ben". Als spreker geloovïg was, zou hij hei een bespotting hebben gevonden. Ntx vond hij er aanleiding in het praeadvies, dezo „nonsens", maar niet verder te lezen. De voorzitter sprak hierna een kort slot woord, waarin hij dank bracht aan de praeadviseurs, ook aan dr. Verviers, al had de vergadering misschien nog wel zoo geanimeerd verloopen, wanneer hij aan wezig ware geweest. R. K. Universiteit. Naar wij vernemen is Vrijdagmiddag op het stadhuis te Nijmegen het contract getèekend tusschen het bestuur der St. Radboudsüchting en de gemeente Nijme gen. Als gevolmachtigde voor de St. Rad- boudstichting trad op Dr. J. Hoogveld en voor do gemeente Nijmegen de burge meester en de secretaris. De plannen voor de inwendige verbou wing van de drie aangekochte perceelen zijn opgedragen aan den architect Estourgie. De plannen zijn reeds gereed en binnen zeer korten tijd zal de aanbesteding plaats hebben. De verbouwing moet op 1 September a.s. gereed zijn. „Gtr." De uitsluiting in de Textiel-industrie, f 50.000 voor de uitgestotenen bescbikbaar gesteld. In de Vrijdagavond gehouden raads vergadering te Almelo is met 15 tegen 2 stemmen besloten om f 50.000 uit te trek ken voor steun aan de uitgesloten arbei ders. De premicbouw en de werkloosheid. De bepaling t. a. v. onttrekking van woningruimte. De Minister van Arbeid heeft aan de gemeentebesturen de volgende circulaire gezonden: Volgens de laatstelijk in de bijlage van mijn rondschrijven van 28 Dec. 1921 op* genomen bepaling woeden premies al* leen gegeven voor woningbouw in ge* meenten, welker besturen aan de toestem* ming tot onttrekking van woningen aan hare bestemming de voorwaarde verbin-» den, dat de woningen, welker bestemming veranderd wordt, op kosten van den be* langhebbende worden vervangen door aivi dere. Onder de tegenwoordige omstaiw digheden acht ik het echter als regel goe wenscht, dat onttrekking zonder of on* der minder bezwarende voorwaarde!* wordt toegestaan, wanneer zij leiden z» tot verruiming van werkgelegenheid, zoo» als bij oprichting en meestal bij uitbrek ding van een bedrijf het geval is. Te® aanzien van zoodanig geval van onttrefc. king kan vorenbedoelde bepaling van <te premieregeling thans als vervallen weer den beschouwd; uiteraard blijven de g&b meentebes turen behoudens mijne beslis; sing in beroep, bevoegd om voor verliet van woonruimte vergoeding te vorderen of door het opleggen van andere voors waarden verergering van woningnood t*~ voorkomen telkens wanneer daar tafe naar hunne meening wel aanleiding be staat, - r' _'r J Tapverbod en regecringsjubileuin. S c h r i j v e n van Minister d? Aalberfe. Do Minister van Arbeid, N. en H. heeft naar aanleiding van een versoek van het Nationaal Comité tegen het Alcoholisme onder de aandacht van de gemeentebestu ren gebracht de vraag of het geen aanbe-t veling verdiend op de dagen van de vie-( ring van het 25-jarig regeeringsjubileum van de Koningin een tap verbod van ster-» ken drank nit te vaardigen. De Minister noodïgt de gemeentebesturen uit do wers. schelïjkheid van éen zoodanig tapverbo4- te overwegen. Beperkte invoer van schoenen. Installatie Commissie. Bij Kon. besluit van 8 dezer is eer: commissie ingesteld, welke de regeerin^ van advies zal dienen bij het vaststellet van de voorwaarden, waarop ingeval van invoerverbod van schoenwerk, beperkte invoer van schoenen zal worden toege-J staan. De samenstelling van deze conn missie is als volgt: Lid en voorzitter L. L. F. de Greve, voorheen tijdelijk administrateur, hoofd der afdeeling crisiszaken-textiel, van liet voormalige departement van landbouw, nijverheid en handel te Hilversum; leden: L. F. Verwoerd te Amsterdam; Jos. Klij- berg te Waalwijk; H. Hannaerts te Til burg; H. de Jong te 's-Hertogenbc sch; W. Drukker te Amsterdam; A. A. J. Ver hagen te Rotterdam; K. van Dongen te Rotterdam; F. Hessels te 's-Gravenhage en G. Roeftenberg te Kaatsheuvel. De -commissie, die Zaterdag namens den minister van arbeid, handel en nij verheid door den. chef der afdeeling han.«* del en nijverheid is geïnstalleerd, heef? haar werkzaamheden roods aangevangen. fSssrasssgsla ʧBsaasihites3. Do moord te Wapse. VrijdagAvónd heeft men in de omgeving van Wapse A. B., die ziin vrouw en kiu£: heeft vermoord, gearresteerd. Hij is Zater dag gevankelijk naar Assen, overgebracht. Op de tram gesprongen. Een achtjarige knaap, eenige zoon, te Stadskanaal, sprong spelenderwijs op een paardentram. Bij het afspringen kwam hij tegen een boom en viel onder de tram. Hij is in het Ziekenhuis te Groningen aan de bekomen verwondingen overleden. Twee personen verdronken: Op den Rijn onder Millingen. even over de Duitsehe grens, is een ernstig ongeluk gebeurd. Do dokter van dit Duitsch'e grecsplaatsjc was met een drietal vrien den een boottochtje op den Rijn paan maken. Tengevolge van een stormvlaag sloeg 't vaartuigje om cn verdwenen, de in zittenden in de diepte. Twee rden wor den gered, dcch de beide anderen, waar onder de dokter, kwamen om het leven. Een der lijken is opgehaald. FEUILLETON en Baron-Bandiet. (Naar het Duitsch.) irresli b Ruis' Daarmede houd ik mij niet gaarne Iielff'zeide von Bremen lachende, jl liever alles aan den tijd over, dan wij reeds vooraf het hoofd er over 1 1 Wanneer Wilhelm niet de boeken- Hitö Mwrc, die hij is, dan voorzeker kon povcn. -maar dit ware dwaas- jdaff - tig® J schertste Emilie. Wat zou rnedf fcheid zijn? derf? 'owillen gelooven, dat Wilhelm von op 3'léen er ernstig aan dacht, zich in e kasteel eene levensgezellin te ne- Lei jus dit geloof noemt ge dwaasheid? zal J ie Emilie, half spijtig, half zegevie- Gij weet zeker niet, dat Wilhelm wettend en galant was, gedurende «wezigkeid mij bijna dagelijks te om naar mijn welstand te ver- ïniii voor a^° mogeliik6 en on- Hirnè p Sevallen raad en bijstand te bie bMninnennswaardigheid, die gij ^Jialijk in den boekenwurm niet i d»! belangstelling spiegelde zich 1 telaat van von Bremen. arvan wist ik bepaald niets, ''■wie hij, en raden kon ik het eu nu heeft de graaf het ijs ge- TO in dien brief aanzoek gedaan hand. tornen ontvouwde den brief, dien zijn zuster hem ter hand stelde, en begaf zich naar het venster, om hem to lezen. Ik ontving den brief eerst hedenmor gen, kort voordat gij uitging, zeide zij, toen kon ik niet meer met u spreken. En wat wilt gij antwoorden? Wat kan ik anders antwoorden dan een oprecht gemeend ja. De man, wien mijn hart behoort heeft immers het recht, mijne hand te eiscken. Dan wensch ik u van ganscher harte geluk, zeide hij, haar de beide handen reikende; ik zou niemand weten wien ik liever uwe toekomst wilde toevertrou wen. Hij trok het blozende meisje aan zijn horst, kuste haar en zag met innige liefde in hare stralende oogen. Hebt gij hem nog geen antwoord ge zonden? vroeg hij. Neen, eerst moest het u bekend rijn Twijfeldet gij aan mijne toestem ming? Dat niet, maar gij moest mij niet het verwijt kunnen maken, dat ik tegenover u niet oprecht genoeg- ben. In dit geval zou ik u dat niet kwalijk hebben genomen, antwoordde bij lachend, gij wist immers, dat Wilhelm sedert den dood zijns broeders mijn beste vriend is. Maar wij mogen nu niet dralen; want hij heeft mij verzocht, hem terstond een bede te zenden. Wees dus zoo goed en schrijf eenige regels; de rijknecht zal den vos zadelen-en zich oogenhlikkelijk op weg begeven. Heeft 't zulk een haast, vroeg Emilie schertsend, terwijl zij voor de sierlijke schrijftafel plaats nam. Hij had dit ant woord vroeger kunnen hebben, wanneer hij slechts zoo moedig was geweest to vragen. Yon Bremen legde de handen op den rug en wandelde langzaam heen en wredcr; de dienaar, dien hij geroepen had, verscheen en verwijderde zich weder, om het ont vangen bevel ten uitvoer te brengen. Emilie had slechts weinige regels go- schreven; reeds na eenige minuten lag de brief voor haar. Zij stond op en legde do hand op don schouder haars broeders. Laat ons 1 lopen, dat ook gij dit zoe te geluk weldra deelachtig wordt, zeide zij zacht. Hij bleef staan; twijfelend schudde hij het hoofd. Wie kan het weten, luidde zijn ant woord. Nog geloof ik er niet aan; ik vrees integendeel dat het dwaas zou zijn, een hoop weer te doen ontwaken, waar van ik reeds lang afstand heb gedaan. - Ida is vrij Zij is het niet, zij is door het woord haars vaders gebonden Aan een man, dien rij veracht, wien zij nooit het jawoord zal geven. Ik ben er be paald van overtuigd, dat Ida haar vader innig lief heeft, maar ik weet ook, dat rij rich niet aan zijn wil zal onderwerpen, wanneer hij beproeft haar tot dit "gehate huwelijk te doen dwingen. En gesteld, gij hadt gelijk roet uw vermoedens, kan ik daarop dan eeno be paalde hoop grondvesten? Kan en mag ik mij vereenigen met de gedachte, dat Ida mijne liefde zal beantwoorden? Moet niet de herinnering aan den doode zich als éen ondoordringbare scheidsmuur tus schen ons plaatsten. Neen, Keïnricb, antwoordde Emilie vastberaden, do noodzakelijkheid daarvan erken is niet. Hadt gij vroeger den moed gehad, naar de hand van Ida te dingen, dan was Gustaaf von Fallersiebon niet haar verloofde geworden. Opnieuw een vermoeden, zeide hij, met gerimpeld voorhoofd. In geenen de.ele.lda was tien jaar mijn beste vriendin; zij had geen geheimen voor mij. Haar hart neigde nu eens tot u, dan eens tot den graaf over, al naar haar stemming was. Wie van u beiden het eerst het beslissende woord sprak, dien moest de prijs ten deel vallen. En dit zegt gij mij eerst nu? vroeg hij verwonderd. Vergeef piij, zoo gij meent, mij des wege een verwijt te kunnen maken. Ik wilde u er niet opmerkzaam op maken; gij moest Immers zelf weten, hoe ver gij gaan mocht, en toen gij u eindelijk terug trok, tóen kon ik niet vermoeden, dat gij het met een bloedend hart deedt. Gij hadt mij niet in de geheimen van uw hart iu- gewijd en mijn raad niet verlangt, wel licht ware hij afgewezen geworden, indien ik hem u gegeven had. Von Bremen had op een stoel plaats ge nomen; hij steunde het hoofd op den arm en staarde somber voor rich heen. Ter wille van mijn vriend meende ik afstandte moeten doen, antwoordde hij zacht; ik wist immers, dat hij in de ver bintenis met Ida geheel zijn levensgeluk zocht. Wel hebt gij gelijk, ik deed bet met een bloedend hart: maar ik hield het voor plicht, en in den loop des tijds was ik er in geslaagd, den droom te vergeten, die eenmaal mij de schoonste beelden voor don geest had xloen verrijzen. En wilt gij ook nu zwijgen? Wanneer het u gelukt, dien von Felsen als een eer- loozen lafaard als moordenaar te brand merken, zal dan de heer von Steinfels zir.li nog verder aan zijn woord gebonden hou den? En is Ida weder vrii. wie kan haar dan beletten, it hand en hart te schen ken? Gij vertoont mij een aanlokkend doel, doch ik geloof niet, dat ik het ooit berei ken zal, zeide hij. En is dit dan niet het doel uwer on vermoeide pogingen, den sluier op te lich ten, die over het eïndo van den graaf ligt uitgespreid? Neen, Emilie, het doel, dat ik daarbij heb, is dit: vergelding uit te oefenen. En wanneer dit bereikt is, dan Laat dat zuster, ik heb destijds zwaar genoeg moeten strijden, om afstand te kunnen doen; ik zou niet nogmaals^zulk een strijd willen doorstaan. Het onderhoud werd afgebroken door de komst van den rijknecht. Von Bremen stelde hem den brief ter hand en verliet eenige oogenblikken later ook het huis. Het geluk zijner zuster, hoe hartelijk en oprecht hij het haar gunde, had hem niet tcmin in een treurige stemming gebracht, en "tie herinnering aan Ida was geenszins geschikt, zijn goede luim te bevorderen. Hij had haar bemind, en dat hij haar nog aldoor lief had, dat was hem in dit oogen blik duidelijker geworden dan ooit; maar zijne liefde beschouwde hij als ho peloos, ook voor het geval, dat liij er in slaagde, von Felsen to ontmaskeren. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1923 | | pagina 3