Tweede Blad idij erk( Maandag 23 April 1923 OE BEZETTING VAN HEX ROERGEBIED. EEN REDE VAN CURZDN. dodiging der Britsche politiek. I ford Curzon heeft. in bet Hoo rbuis een uiteenzetting gegeven van den «laud in'verband met do bezetting van jlRuhrgebied en daarbij de politiek der lscho regeering verdedigd, ui oyr..memoreerde koe op ket Duitsche bi erzoek om een moratorium door do En- èlschen een voorstel was gedaan op do uijseko Conferentie, dat door de overige een* paliieerdcn werd verworpen. Het Engel- niklü plan was meer dan edelmoedig, doek en a ètlemin was ket doel, om de grootst mo- &t[ olijke schadeloosstelling van Duitschland verkrijgen, terwijl in laatste instantie Hini; rastiscke sancties opgolegd zouden wor- [IUsIliu ïerij. bl luit i. h bueto*LAK^ Spr. wees verder op ket neutrale stand- is int, door de Engelscke regeering steeds Zatw ijenoinen ten opzichte van de geschillen li êschen Frankrijk en Engeland onder- ij;, Voortgaande wees Curzon er op, dat de rilscko regeering een dergelijke houding vriendschappelijke afzijdigheid had ogenomen jegnes verschillende opge- irpen denkbeelden tot interventie in ket ©M roei, dat tenzij Frankrijk en Duitsch- id tot elkaar konden komen een inmen- ig van buitenaf weinig zou baten en i t, als wij ons voorbarig in de zaak e lede ragden, wij wel eens meer kwaad dan id zouden kunnen doen. Dat dit licht leurd zou kunnen zijn, bleek maar al duidelijk uit redevoeringen van Fran- o ministers. Evenmin had Duitschland dusver zijn bereidwilligheid geuit om dezen van buitenaf Ie aanvaarden. Wij hadden voorspeld, dat de economi- resultaten van Frankrijk's poliiiek icnredig zouden zijn aan de verrichte cktsinspanning, de gemaakte kosten en jeked gebrachte offers. Tot dusver was die «spelling uitgekomen. Wij voorzagen ydaad, dat er een toestand zou ont- in, die niet alleen het economisch her- van Europa zou vertragen, maar zou tot een toestand van geprikkeldheid :ergd zijn tusschen Duitschers en 76,-B Mchen. onderd dagen zijn verloopen sedert de Hing begon en vrij schijnen niet dich- bij het eind te zijn. Wat wij te doen Jen, zeide Gurzon, was den toestand 'erwegen zooals die zich voordeed en igaan of er een uitweg te ontdekken Uit de verklaringen, sedert de bezet- afgelegd door Fransche ministers, t do Fransche houding er een te zijn onwrikbaro vastberadenheid en een schier onverzettelijke vastbesloten elieziji Kd z uui Tel lono llrn eds o it few Ié op l Seyii: Vat Duitschland betreft, dit heeft onge feld een gescliiktheid tot verzet ge ld, die zoowel zijn tegenstanders als f menden heeft verbaasd, ij schijnen aldus Gurzon, zeer beslist liet doodo punt te zijn gekomen. Wij ien het schouwspel van twee trotsche machtige volken, het een met een diep gerechtvaardigd gevoel van onrecht, toigd dat het gedupeerd en beelgenc- U2 i is door een verslagen vijand en dat nationaal bestaan eenmaal weer kan ounii 'en blootgesteld aan een onüitgelokten ervoed ^an c'Gn anderen kant hebben, wij Volli aG'^cr V0'K> evenzeer overtuigd dat .yj jj ^1 wordt getrokken en zal worden indi'i °"'en van zijn zwakheid en uitputting hot te verlagen tot een staat van blij- 1e dienstbaarheid en het te berooven zijn voornaamste ,productieve bron van inkomsten. Is er ooit een moei- samengestelder toestand geweest? „a B Curzon. bi voorstel, dat de Volkenbond tus- inlfj ™°'do moot komen, moet groote be- m rhfli illifl oi»3 cl zorgdlicid wekken. Het schadevergoedings vraagstuk is door het verdrag definitief toevertrouwd aan andere autoriteiten en door het aan den Volkenhond op te leggen, zou men op den Volkenbond een last leg gen, grooter dan hij kan dragen. Duitsch land en de Vereenigde Staten zijn niet vertegenwoordigd in den Volkenbond en wat veel ernstiger is, hot onderwerpen van dit probleem aan den Volkenbond zou tot het uittreden van Frankrijk kunnen lei den en ten slotte tot de ontbinding en'de verdwijning van den Volkenhond. Li Januari van dit jaar had de Brit sche regeering inderdaad een zeer bepaald plan ingediend. Een denkbeeld van grooter waarde in de verklaring der Labourpartij was, dat. er geen poging moest worden achterwege ge laf en om in voortdurend contact to blij ven met beide partijen, teneinde voordeel te trekken van iedere nieuwe wending, die de-kloof tusschen de tegenstrijdige aan spraken zou vernauwen en de zaak over het doode punt heen zou brengen. Dat was juist wat de Britsche regeering de laatste drie maanden gedaan had. Doch spr. had van de Fransche regeering geen andere verklaring ontvangen dan die, be lichaamd in de redevoeringen van Poin- caró en anderen. Wat Duitschland betrof, kon Gurzon niet nalaten te meonen, dat indien het een aanbod deed van zijn bereidwiUighc'd en voornomen om te betalen en dio betalingen te doen vaststellen door de autoriteiten, aan wie do taak toekomt, en als het be paalde waarborgen bood voor een voort zetting dier betalingen, er dan een stap vooruit kon worden gedaan. De ontvangst te Berlijn. De rede van lord Gurzon wordt te Ber lijn als een zeer belangrijke uiting opge vat. De indruk is algemeen, dat hier een werkelijk staatsman in een vorm, die bo ven de tot nu toe van Entente-zijde ge houden redevoeringen verre uitgaat, tracht een weg te yindeji om uit de tegen woordige moeilijkheden te geraken. Van Duitschp zijde zal daarom ongetwijfeld alles worden beproefd om in positieven zin op de verschillende aanwijzingen van Curzon te reageeren. Van bijzondere be teekenis wordt de besliste toezegging be schouwd, dat de Fransche en Belgische regeeringen eventuoelc Duitsche voorstel len in overleg met do overige geallieerde mogendheden zullen bespreken. Als pro gram wijst de rede van Gurzon op een wij ziging van de tot nu door Engeland aan genomen houding in de Ruhrkwestie. Ook in Berlijnsche bankkringen is men hef cr over eens. dat de rede van Gurzon in zekeren zin als een voorlooper van onderhandelingen is te beschouwen. In Duitsche industrickringen meent men bovendien, dat tusschen de Rijksdagrcde van Stresemann en die van Gurzon een opmerkelijk innerlijk elkaar begrijpen is te bemerken. De Duitsche pers. De rede van Gurzon wordt door de Duitsche pers van groot belang geacht. In kringen, die met de Duitsche rijksregee- ring in con4act staan, heerscht de indruk, dat die rede, zoo van Fransche en En- gelscho zijde werkelijk gezindheid tot het voeren van onderhandelingen bestaat, den weg effent voor een oplossing van hef Ruhrcon flict. BIHNENLAMU Uit de Communistische Partij. Heerlijkevrijheidl Naar „Het Volk" verleemt is in de jongste vergadering van het partijbestuur der Communistische Partij, waarin de heeren Colly en Sirach „terecht geroyeerd" weden verklaard, de heer De Kadt, lid van het partijbestuur, ter verantwoording geroepeh wegens bet feit, dat hij deel uit maakt van een commissie van opposanten uit de Communistische Partij, in welke commissie ook de heer Colly zitting heeft. Den heer De Kadt werd door den voor zitter, den heer Wijnkoop, de eisch ge steld, dat hij over partij-aangelegenheden geen besprekingen met buitenstaanders en der Communistische Partij vijandige ele menten meer zou voeren. De tweede opposant-partijbestuurder, die eveneens deel uitmaakt van het oppo sitie-comité, is, aldus „Het Volk", de heer Bouwman, voorzitter van de Federatie van Transportarbeiders. Deze was evenwel op de laatste partijbostuurdersvórgadering niet aanwezig. Do heef De Kadt antwoordde, naar aan het blad werd medegedeeld, op de hem ge- stelden eisch met oen uitvoerige rede, waarin hij hot partijbestuur het recht ontzegde hem voor te schrijven met welke personen hij wel of niet zou mogen om gaan en waarin hij de onwettigheid van het royement-Colly betoogde. In do afgeloopen week heeft de heer De Kadt een brief ontvangen van den heer Geton, secretaris van de Communisti sche Partij, waarin wordt meegedeeld, dat het partijbestuur besloten heeft hem te schorsen als lid van dat bestuur, aange zien hij geweigerd heeft, de politieke re latie te verbreken met uit dc partij ge royeerde personen. Dwangmaatregelen in de gevangenissen. Het „Hbld." verneemt, dat de Minister van Justitie het gebruik van de plank in de strafgevangenissen definitief heeft ver boden. Onlangs had hij (in circulaire 808, hieronder genoemd) reeds een tijdelijk verbod uitgevaardigd. Bij de gevangenis directeuren is thans de volgende circu laire, gedagteekend 20 April 1923, inge komen: In vervolg op mijne circulaire van 13 December 1922, no. 808, heb ik de eer u te berichten, dat mij uit een correspon dentie met mijn ambtgenoot van Binnen- landscho Zaken en Landbouw en met den waarnemendem» inspecteur van den genees kundigen dienst bij de landmacht is ge bleken, dat dwangmaatregelen, als in die circulaire bedoeld, op in staat van opge wondenheid verkeerendo personen, in de krankzinnigengestichten en in de mili taire ziekeninrichtingen niet worden toe gepast. Wel wordt gebruik gemaakt van hydrotherapentische maatregelen als ge prolongeerde baden en natte inwikkelin gen, en van Chemotherapeutische midde len, als injectie met narcotica. Het komt mij voor, dat de toestanden in do gevangenissen al kunnen zij niet geheel op één lijn gesteld worden met die in genoemde eiekeninrichtingen 3 niet zoodanig afwijken, dat men zich niet als regel naar de daar gebruikelijke maat regelen zou kunnen richten. Dit geeft mij aanleiding thans te be palen, dat het binden op de brits of aan het hek in een strafcel hetgeen trou wens is gebleken tot dusver slechts in enkele gestichten te zijn toegepast niet meer mag plaats vinden. In voorkomende gevallen, die onmiddel lijk optreden noodzakelijk maken, zullen in afwachting van de komst van den ge stic htsgenees heer die zoo spoedig moge lijk ontboden zal moeten worden voor- loopig (en dit zal in den eersten tijd als een proef moeten worden beschouwd) geen andere maatregelen getroffen behooren te worden dan het, in tegenwoordigheid van een lid der directie, plaatsen in een dwangbuis of dwangpak, en, indien nood zakelijk, als uiterste middel het met hand en voetboeien van linnen of van andere doelmatige stof vervaardigd, en met een zeel over de bocht bevestigen op een krib welke van een stroozak is voorzien, waar bij nog voor zoover mogelijk maatregelen zullen zijn te treffen ter voorkoming van ontreiniging. Welke maatregelen verder getroffen zuilen moeten worden, is ter beslissing van den geneesheer. Ik verzoek u de(n) directeur (en) en den geneesheer van het (de) onder uw be heer slaande gesticht(en) hiermede in kennis te stellen onder mededeeling ver der dat het mijn uitdrukkelijk verlangen is dat nauwlettend worde toegezien dat ruwheid wordt vermeden. Ten slotte deed ik u nog mede, dat mocht zich te uwent een los dekstuk van een brits zoogenaamde plank bevin den, tot verwijdering daarvan zal dienen te worden overgegaan. De Minister van Justitie, HEEMSKERK. In bovenstaande circulaire mogen wij beluisteren de beschaafde toon van een Christelijk bewindsman. Inderdaad: ruw heid is óók in gevangenissen e.d. een be schaafde samenleving onwaardig. - De R.-K. Stüdenfenvcrcsniging „Canctus Virgilius" ie Delft. Aan den vooravond van het vijfde lus- slrum der R.-K. Delflsche Studenten ver eeniging „Sanctus Virgilius" werd Vrij dagavond om 8 uur de réunistenbijeen- eenkomst geopend in het gebouw op het Oude Delft, onder leiding van Ir. L. J. M. Feber, oud-voorzitter der vereeniging. Zaterdagochtend droeg Z. D. H. Mgr A. J. Callier, Bisschop van Haarlem, om 9 uur in de St. Hippolytuskerk een Ponti- Scalo Hoogmis op 'tot intentie van de oud leden en leden van „Virgilius", waaronder algemcene H. Communie voor de deelne mers aan het Lustrum. Haarlems Opperpriester werd daarbij geassisteerd door den Hoogeerw. Heer De ken J.J. de Graaf als presbyter assistent, de troondiakens waren de ZeerEerw. Pas toors H. A. vanKessel en A. M. Ellerbeck, de moderator van St. Virgilius; de Zeer Eerw. Pater Germanus Vrijmoed (O. F. M.) fungeerde als diaken de Welecrw. Heer Kap. P. T.h van Diest als subdia ken, terwijl -de overige H.H. bedieningen door priester-studenten werd» vervuld. Nadat een gezamenlijk ortfbijt was ge bruikt en het bestuur van St. Virgilius in de pastorie van deken De Graaf zijn op wachting had gemaakt bij Monseigneur had in het Vereenigingsgebouw aan de Oude Delft een receptie plaats. Ook hie>r kwam Z. D. H. de Bisschop het bestuur complimenteeren. Nadat al de leden van St. Virgilius aan Mgr. waren voorgesteld, nam de moderator Pater Vrijmoed, het woord. Pater Vrijmoed gaf daarop een kort overzicht van datgene, waarvan het stu dententehuis als middelpunt kan worden beschouwd, daarbij de verklaring afleg gend, dat dit alles gedragen wordt door den Katholieken geest. Als symbool daar van wees. spreker op het kruisbeeld, dat de wanden van het Vereenigingsgebouw siert. Nogmaals zeide de Eerw. spr. daar op aan Mgr. dank en legde namens allen de belofte af, dat Mgr. in de leden van St. Virgilius steeds de meest aanhaknelijke en meest trouwe zonen zou vinden der Katholieke Kerk. Hierop nam Z. D. H. Mgr. Gallier het woord en verklaarde zonder aarzeling de uitnoodiging te hebben aanvaard, wijl hij blij was te knnnen verkeeren te midden eener vereeniging, die al zijn belangstel ling en waardeering heeft. Mgr. sprak er zijn vreugde over uit, dat de studenten hier een eigen gebouw be zitten, waarzij ontspanning en vermaak kunnen vinden. De vreugde toch, besloot Mgr., behoort tot het wezen der Christe lijke levensbeschouwing naar het woord van St. Paulus: Verheugt U in den Heer. Spontaan zongen de studenten hierop 't Vaandellied en nadat Mgr. het gebouw had bezichtigd en er zijn groote tevredenheid over had betuigd, deden de studenten den Doorluchtigen bezoeker uitgeleide, onder hartelijk gejuich. Om 3 uur had onder zeer groote belang stelling in het Vereenigingsgebouw de offi- cieele opening van het feest plaats door den eere-voorzitter van S. Virgilius, Z.Exc Minister G. J. van Swaaij. Gisterenmiddag te half 3 uur werd in de Stads Doelen een feestvergadering ge- honden, waarop dr. Jac. v. Ginniken S.J. de feestrede hield. Dioc. Comité der K. S. A. in het Bisdom Haarlem. De vergadering voor de leden van ge noemd comité is op Woensdag 2 Mei a.s. des namiddags half drie in het Gildenhuis aan de Warmoesstraat te Amsterdam. Verkozen moeten worden drie bestuurs leden. Aftredend en herkiesbaar is de heer A. J. M. Angenent, terwijl twee leden aan het bestuur worden toegevoegd, te kiezen uit een voordracht, in te dienen door den Dioc. R.-K. Vrouwenbond. Verder komt aan de orde: bespreking der financiën, afdracht door de plaatse lijke comité's, verhouding Diocesaan Co mité en plaatselijke comlté's. R.-K. Kiesvereeniging te Haarlem. Een protest. Het volgend protest, door een groot aan tal int'-ï<^*«»len en middenstanders van Haarlem geteekend, is heden bij het be stuur der R.-K. Kiesvereeniging to Haar lem ingediend: „Do ondergeteekenden, allen R.-K. kie zers en leden of gewezen leden der R.-K. Ki es vereen iging. FEUILLETON en Baron-Bandiet, (Naar het Duitsc-h.) evfiüi In dat oogenblik wordt het mij eans- J" duidelijk, dat en waarom ik 't offer intrige geworden ben, zeide hij met wdo stem. Uwe stom herinnert mij n avond voor mijne gevangen ?E; bevond mij in het café du r& en zat dicht bij de deur, die de 1 Kamers met elkander verbindt. De j ffas gesloten,, maar uit de» aaugren- i buaer trof menig woord mijn oor r mij ook de beteekenis van het gevoerdo onderhoud niet duidelijk, F«nde ik t betrof, voor welker geheimhou- Vlfj •T7?(*e ft toch, dat het eene aange- I iod j voor welker geheimhou- ®r der beide sprekers zijn woord Overspande. van ontsteltenis staarde Bom «in '"611 onkeiïsPcllende gloed schit- |g,j °°gea; angst en woede spie- En 'n ontstelde trekken. uw stera herken ik nu weder, ging voort, wellicht vind ik ook an- aaa dit onderhoud deel namen. mn, a' e( zwaar en diep adem; hij itf.Wbia ziin 0VGr de °°gèn en zette Gii L aar?£ezicht in diepe plooien. ZejJ'^kt mij straks van een in- en llw vind tusschen dit ver- '^«a»m£ee.meded9elil,g 'M dm ïn, alleen,om mij te doen ge- zijt- j.^ 1Van deze intrige onbe- eehter doorzie baar. Door het dienstmeisje of door een toeval kunt gij vernomen hebben, dat dit onderhoud mij bekend was geworden, zoodat gij het raadzaam achtte, mij onschadelijk te ma ken Niet verder, mijnheer, dit vermoe den is beleedigend, viel Born hem veront waardigd in de rede. Wat kunt gij op uwen spionpost vernomen hebben? Niets waarvoor ik mij bevreeds zou moeten ma ken. Betrof het niet een manschenleven, met hetwelk een misdadig spel werd ge- dieven? Gij bedriegt u; er was sprake van een zaak van eer, van eene aangelegenheid, die gij niet begrijpt, en die daarom niet aan uw oordeel behoeft onderworpen te worden. Hetgeen gij vernomen hebt, weet ik niet, maar ik geef u den raad te zwij gen en niet verder na te vorschen, de haat der cfaarbij belanghebbende personen kon u verpletteren. Dat gij mij van een intrige beschuldigt, is, goed beschouwd, kinderachtig, ik geef u nogmaals de ver zekering, dat ik niet het minste belang er bij heb, u openlijk of in het' geheim aan te tasten, daar gij mij tot het oogenblik uwer arrestatie geheel onbekend waart. Ik moet het u overlaten, of gij al dan niet aan deze verzekeringen geloof wilt slaan, maar ik waarschuw u, uwe aanklacht te gen mij in het openbaar te herhalen; gij zoudt mij daardoor noodzaken, reken schap van u te vorderen en uwe arrestatie met alle voorafgegane bijzonderheden der openbaarheid prijs te geven. Ook zonder dat zal zij algemeen be kend worden. Wanneer gij z-.alf stilzwijgen daar omtrent bewaart, wie zou het in uwe woonplaats dan gewaar worden? Neem u in acht: ik zeg u nogmaals: een ovor- haaste stap is schielijk geschied, en later heeft men er dubbel berouw van. Meng u niet in aangelegenheden van anderen en geloof niet, dat gij het toeval, dat u ontdekt heeft, in uw eigen belang kunt aanwenden. Gij zult mij dus zeker ook verbieden den dief van het gestolen juweelkistje op het spoor te komen? vroeg de jongeman, het hoofd trotsch achterover werpende. Neen, ik heb u in het geheel niets te verbieden, maar nadat de overheid niet geslaagd is in hare nasporingen, zullen de uwe waarschijnlijk ook zonder den ge- wenschten uitslag blijven. Of gij niette min n de vergeefsche moeite wilt getroos ten, moet gij zelf weten. En nu vraag ik u nogmaals, of en onder welke voorwaar den gij genegen zijt het aanbod van me vrouw Blote aan te nemen? Gij hebt reeds mijn antwoord op deze vraag. En in dit antwoordt volhardt gij? Ja. i Wanneer gij cr rijpelijk over wilt na denken, dan kunt gij uw laatste besluit ons hedenavond mededeelen. De schilder schudde het hoofd. Hier is geen rijp beraad noodig, ant woordde hij, ik heb u de redenen genoemd die mij de anne-ming van die aalmoes ver bieden, De eenige schadeloosstelling, dio men mij geven kan is die, dat men mij herstel van eer geeft. 3 En hoe zou dit kunnen geschieden? Slechts daardoor, dat men den wer- kclijken dief opspoort en openlijk ver klaart dat ik onschuldig in deze aangele genheid gewikkeld was geworden. Zoolang dit niet geschied is zult gij mij niet kun nen verbieden, anders omtrent de zaak te denken dan gij haar wilt voorstellen. Ons onderhoud zal nu wel teneinde zijn; vaarwel; ik hoop on wensch, dat onze we gen zich niet weder kruisen. Hij wachtte geen antwoord af, en toen hij de kamer verliet, zag hii zich weder tegenover den "kellner, die hom daar bui ten verwachtte. Ik hoop, de tijd zal u op uw post niet lang gevallen zijn, zeido hij spot tend. Het is niet mijn schuld, dat gij dio rol moet spelen. Dat geloof ik, antwoordde de kell ner met een blik op de deur, die do schil der achter zich gesloten had, Het gaat me Digmaal raar toe in de wereld, maar met den besten wil kan men cr geen verande ring in brengen. Wat wilt gij daarmede zeggen? Eigonlijk niets. Het is menigmaal ge vaarlijk, te spreken; uit men een vermoe den dan worden terstond bewijzen ver langd, en heeft men deze niet, dan is men een lasteraar. Ertman zag hem verwonderd aan; hij begreep de beteekenis dier woorden niet, maar hij giste, dat alleen hij ze moest aantrekken. Is het een vermoeden, dat mij be treft? vroeg hij. Misschien. Spreek dan; ik zal er de waarheid wel uit ontdekken. En dan maakt gij alarm en beroept u op mij, sprak de kellner angstig. Ik zal mij wel in aebt nemen. Zoö lang het sei Onder het Vergroofglas. H«4 jubileum der Lichtfabrieken Ie Luiden. In den schoonmaaktijd komt nog wel eens iets voor den dag, wat vergeten was geworden. Dat zal iedere huismoeder ons toegeven. En daarom durven wij nu weer eens het vergrootglas gebruiken, dat wij zoo lan-. gen tijd onder de stof haddon laten liggen. We gebruiken het nu, om uit het ver slag over het 75-jarig-jubileum der Licht-' fabrieken, dat heel erg groot in ons vorig nummer is opgenomen, een en andca naar voren te brengen en meer van nabi| te bezien. Daar is vooreerst de verklaring van des voorzitter van het Jubileum-comité, daë het personeel aan dc Lichtfabrieken mcfe liefde en toewijding zijn taak wil vervul den een verklaring bevestigd door d3n Directeur, en door den Voorz. van commis sarissen en den Burgemeester nog eens onderstreept. In zijn slotwoord zeide de voorzitter van het Jubileum-comité, dat hij hoopte, dat ook de burgerij het personeel bij de Lichtfabrieken zal beschouwen als de behartigers van het algemeen belang. Ook wij hopen zulks en hopen óók, dat bet personeel steeds zal toonen te zijn, doortrokken van een geest, als de feest viering van Zaterdag scheen tot iïhiSÉree- ren, en die door den waarn. wethouder Sanders „een buitengewoon gunstig ver schijnsel" werd genoemd. Dat buitengewoon gunstig verschijnsel wilden we hier even onder het vergroot glas leggen. En daarnaast tegelijkertijd iets *.cci an ders, n.l. eenige woorden, door den heer Sanders in dezelfde mooie rede gesproken. Hij noemde daarin het ambt van wethou der „zwaar en schoon". En zóó is het. Wie dit ambt alleen schoon vindt, hij kent het niet en zal er wellicht ook niet geschikt voor zijn. En wie er alleen den zwaren kant van ziet, hij blijkt niet te begrijpen do ver-strekkende en diep-ingriinor-l.-. -.ffee kenis ervan. Het wethouderschap in een gemeente als Leiden is zwaar èn mooi! Deze zeer juiste kenschetsing wilden we ook even onder het vergrootglas bezien. verklaren zich geheel te kunnen veree nigen met het op de vergadering van 4 April j.l. door den heer Van Granenburgh gesprokene, afkeuring uit te sproken over de hou ding van het bestuur, speciaal wat betreft het opdringen van het politiek advies, het welk op de vorige vergadering van do 374 geldig uitgebrachte stemmen slechts 51 stemmen op zich heeft kunnen vereenigen; protesteeren tegen het door het bestuur gepleegde machtsmisbruik, waardoor de politieke rechten van een groot aantal kie zers zijn geschonden; besluiten dit protest ter kennis te brend gen van hot bestuur der Kiesvereeniging en de.pcrs ü8T pe VOORBOUT. R. K. Volksbond. De R. K. Volkscond vergadert op Dinsdag 24 April - o.k. de» avonds 8 uur, in 't Patronaatsgebouw, op welke vergadering de Centraal-President, de heer Silvius, uit Den Haag, tegenwoor dig zal zijn. WOERDEN. Geslaagd. Voor het acte-examen L. O. zijn te 's-Gravenhage geslaag* de ■dames L. P. M. Bangert, A. J. Bergers en A. M. Straver, alhier. ZOtTERWOUDE. Coöp. Boerenspaar- en Leenbank. Vrijdagavond M«d de Gcop. Boerenspaar- cn Leenbank de verplichto algemeene jaarvergadering in bet Café van den heer L. Dolle, Wn'.noort. De voorzitter var. den I-nad v zicht, de. heer M. Th. Kunpïc, tI© met oen kort welkomstrr.-.rd dj Torffide ling, waarna deor ë-tn secretaris, c«"-n beer G. H. de Boer, de notulen werden go- lezen, welko onveranderd werden goedge keurd. Eet verslag over 1922 getuigde van den bloei der vereeniging. Do heer Adr. van Louwen gaf con kort zoen duurt wil ik hier blijven; later is het mij onverschillig, wclko afloop het go- beurde zal hebben. Ik zal u niet in ongelegenheid b. en- gen, antwoordde do schilder bewogen. Hebt gij een ontdekking gedaan, waardoor mijn onschuld kan bewezen worden, dan zijt gij verplicht Nu gaat ge reeds te ver, viel de kell ner hem ijlings in de rede, eon dusdanigo ontdekking is in geoncn deele geschied; ik had haar den hotelhouder imm ter stond moeten mededeelen. Hier in de kamer, waarin uwe baga ge ligt; overtuigt u, dat niets ontbreekt; ik roep dan den huisknecht, dat hij ze voor u naar het spoor brengt. Slechts nog een oogenblik, zeide Ertman, terwijl hij den arm des kellncra vatte en hem weerhield. Wilt gij mij uwe vermoedens niet mededeelen? Het is werkelijk niet de moeite waard er gewag van te maken. Om 't even, voor mij kan het onein dig meer waarde hebben, dan gij wel meent. Do kellner staardo conigo oogenblikkon in gedachten verdiept voor zich heen, dan als door een plotseling besluit bezield, hief hij het hoofd op. Wilt gij mij beloven te zwijgen? vroeg hij. Ja. Nu, ik geloof niet, dat gij hot feit bedreven hebt; gij ziet er niet xiit als oen gemeonen dief of spitsboef, en een van bel den moet de kerel zijn, dio het kistje ge-' stolen heeft. Toen gij dien namiddag uit ging, liet gij den sleutel op de deur. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1923 | | pagina 3