alender der week )erd@ I iterlag 7 April 1923 1I IDAG 8 April. Beloken Pa- i Mis: Quasi modo. Gloria en Qeen Gedachtenis. Prefatie v. Pa- (inyullen: vooral in dezen tijd), der Misgewaden: Wit. Als niet anders wordt aangeduid dnze week iedere H. Mis Gloria eu Paschen mot bovengenoemde Zondag draagt in de kerkelijke den naam van Dominica in Albis Zondag van het afleggen der witte n). De op Paaschzaterdag gedoopten a vroeger geheel het Paaschoctaaf en-aden, ter herinnering aan de on- in liet H. Doopsel verkregen. In (1? gewaden waren zij iederen dag H. Misoffer tegenwoordig; van oor liet eerst in gewone kleeren. In m erband moeten ook de Misgebeden y sen dag worden verstaan. I- ieuwgedoopten moeten als pasgebo- l inderen een oprechte begeerte heb- 7ii de onvervalschte melk der iijh Leer (Introitus). Hun geloof lerker worden. Als uit God gebo- n zij, door de genade van het H. aan Jesus' Godheid, aan Vader, Geest, die Drie toch Eén zijn, d (ketterij en ongeloof) overwin- Epislel). Wanneer him door God reinheid des harten mocht hesmet üni< lor eenige zonde, kan zij weer te- K onnen worden, dank Gods goed- oor het H. Sacrament der Biecht, den dag der Verrijzenis,. Ihristns aan Zijne Apostelen ver- Deze verschijning, alsmede die dagen later, waarbij de ongeloo- lioraas overtuigd werd, verhaalt Evangelist Joannes. De H. Kerk Erf door dit Evangelie te laten lezen taling van den Evangelist tot de opdat de pas-gedoopten gelooven flat Jesus Christus is de Zoon geloovenden het (eeuwig) leven hebben in Zijn Kaam. Alleluja- Offertorium spreken ons van verrijzenis. De Communio is, anloiding van Thomas' ongeloof aio opwekking tot geloof, es moet ons herinneren aan ons Past) looosel en ons opwekken om cfe des harten (Paaschbiecht en immunie) te bewaren, als wij iet Christus verrijzen willen ton lieven. DAG 9 April. Feest van Maria m:ap' (Omdat Palmzondag viel op - t, is de viering, van dit feest ver tot 9 Arrril). Mis Vultum üium. isaal 25 Maart; achter den Introi- :dt tweemaal, achter Offertorium ununio éénmaal Alleluja -gezegd, en Tractus worden vervangen Alleluja-vers: Ave Maria enz.) 'refatie van Maria (invullen: en ■Ven; Boodschap). Kleur der Misgewa- ahie lig ca E-: it mg. >r dis wen sein (lilt ook voor de feesten van Heili- '2 een! ijebeden op Heiligenfeesten gedu- bt va! reheelen Paaschtijd). Vandaag 6 H. Kerk de erkiezing van it Moeder van Gods Zoon. 'AD 10 April. Mis v. d. vorigen Quasi modo. 2o gebed ter eere uia (Concede) 3o voor Kerk of leur der Misgewaden: Wit. ISDAG 11 April. Mis v. d. H. Leo Belijder en Kerkleeraar. In Me- P gedachtenis, tweede Epistel uit itstgi ^schappelijke der kerkleeraars, fur der Misgewaden: Wit. N.B. er aan in de Misgebeden, ge- |w.t het Gemeenschappelijke der Martelaren enz. wanneer hij zon der voor den 1 'i d z ij n.opgesteld, ach- Introilus tweemaal en achter Of- en Communio eenmaal Alleluja en inplaats van het Graduale Ie bidden het aangegeven Alle- üoze regel geldt ook voor de van de Heiligen, die eigen, den Paaschtijd opgestelde Mis- i fa DAÜ ad. clijii hert con u, I ^0 Groote Paus (MO461) aomo tegen de woede der Hun- At tila en der Vandalen onder Krachtig handhaver was hij o?1^er Kerk ~n het gezag 'i°el tegen de pogingen van.Kei- in" zuchtige Patriarchen. Hij o l j Algemeen© Kerkvergadering J (m. w gton (444). DAG 12 April. Mis als cer- yam. m8 v. a. H. Her- 3' "rirtelaar. Mis Protexisti. 2e i>wA *?e«Taa Maria (Concede). 3e an 9 toi va"S- uit hot Ge- n:' ut, van Bisschop-Mar rit* 1 ,r Misgewaden: Rood. dp? loterij van het Aria- v,n oninoSzoon, na vele mar- ïfatrÏÏJ. »»est-bothen in Spanje) on- Tü onri n ehben, een heldhaftigen si?» 585 0rven op het Hoogfeest v. Y^nk^J ^pr^- Y- d. H. ïe,<t em.5 Maagd. Heilige v. eenshi!0 ^om- Mis Dilexisti uit Ron f7^pe^ike der Maagden. Ie iHp °ader de Heiligen v. h. 'e Bisdom 14 April). 2e go- 30 v- d. H.H. Ti- ia Schiedam valt dit »a]8' ,ve in gelezen Missen). JWit '^k^eiligeii. Kleur der J^a, is ons vaderlandsch wonderbaar geduld en en- We overgeving aan Gods H. Wil voor hen, die een langdurig, smartelijk ziekbed heb ben. Tengevolge van een val op heft ijs brak zij, als meisje van 15 jaren, een rib be. Sinds dien .heeft zij een smartelijk ziekbed gehad tot haren 53-jarigen leef tijd. 'TZiJN TOCH OOK GEEN DOMME JONGENS. Meheer! Ik heb het boekjo gelezen, waarin wordt gezegd, dat do ware wetenschap nooit vijandig kan staan tegen het geloof. Als do geleerden b.v. zeggen, dat de menscli een redelijke ziel hooft, en de aap niet, dan komen geloof en wetenschap zeer goed overeen. Nu heb ik echter een lee- lijke bedenking; er zijn een massa ge leerden, die niet allen ongcloovig zijn, maar het geloof van alle kanten aanval len en er afbreuk aan doen. Zij leeren b.v., dat de apen v/el vorstand hebben en willen zoodoende met hun wetenschap het geloof tegenspreken. Als ze zeggen, dat apen verstand hebben, dan zijn het toch ook geen domme jongens, ik bedoel na tuurlijk niet de apen, maar de geleer den. Hoe moet ik daarmee uit den weg? Kunt u mij de oplossing geven van dezen rebus: er is geen strijd tusschen geloof en wetenschap, terwijl een hcele massa ge leerden geen domme 4°noens het geloof bestrijden? Met een woordje zoudt u mij zeer verplichten. Uw dienaar X. WelEdele Heer! Uw moeilijk-uitziende rebus is gemak kelijk te ontwarren, als we het volgende bedenken: Veel geleerden, die het geloof bestrij den, zijn alleen geleerd in hun vak. Een dokter kan verschrikkelijk geleerd zijn in operaties en in kennis van ziekten en me dicijnen, en tegelijkertijd onwetend zijn op het terrein, waar geloof cn wetenschap elkander ontmoeten. Zij maken in dit op zicht geen verschil met ieder bekwaam i;akkundige, dien ik bij deze op zijn ma nier een geleerde in zijn vak noem. Maar als de kundigste schoenmaker van heel het land zegt, dat de apen versland hebben, dan doet die .„geleerde" dom met zich niet bij zijn léést te houden. Zoo zijn er een massa geleerden, dok ters, die veel kennis hebben van de-apo theek, advokaten, dio alle wetboeken kennen uit het hoofd, maar daarom nog niet bevoegd zijn, om een oordeel uit te spreken over kwesties, of b.v. apen ver stand hebben. Zo staan daarin bij alle schoenmakers in den lande gelijk. Eerst als uitgemaakt is, dat apen verstand heb ben, komen zij er aan te pas, want dan hoort 'n zieke aap niet moer bij den vee arts thuis, maar bij den huisdokter; en dan moet een ondeugende aap worden gedaagd voor het gerecht. Veronderstel, dat zulke geleerden, geen domme jongens als zo zijn, wat meer ge lezen hebben dan hun eigen vakstudieboe ken, dat zo diepzinnige studie gemaakt hebben van de wijsbegeerte, en van de zielkunde in het bijzonder, en er zijn een heelo massa, die het geloof bestrijden door te zeggen, dat apen verstand hebben, danvolgt daaruit, dat erg geleerde men- schen het somtijds leelijlc mis hebben. Dit blijkt al hieruit, dat een heele mas sa anderen, in geleerdheid cn begrip volstrekt niet onder doende, minstens evenveel weten van wijsbegeerte en ziel7 kunde, en er anders over denken, n.l. dat apen stomme dieren zijn. Wie van de twee partijen dan ook gelijk hebben, al toos zal vaststaan, dat een heele massa geleerden ook geen domme jongens het in zulk een kwestie inis hebben; want dat apen tegelijk verf&nd en geen ver stand hebben, kan niet bestaan. Vervolgens zijn de meeste, uitspraken van wetenschappelijke menschen daarom nog geen uitspraken der wetenschap. Zeer velen praten elkander zonder on derzoek na. Weer anderen zetten geen zekerheid op, maar een vermoeden, een bewering op losse gronden. Wie b.v. zegt, dat apen verstand hebben, omdat zij zul ke diepe rimpels hebben op hun voor hoofd, of omdat zo zoo erg gelijken op leclijke menschen, of omdat ze zoo ver standig kunnen naapen, hij geeft wel ean aardigheid ten beste, maar treedt, al is hij nog zoo'n geleerde, heelemaal niet geleerd op. Voor het uitmaken dier zaak is nog een beetje meer noodig dan al leen maar sommige uiterlijke trekken van gelijkenis. Verder moeten we niet vergeten, dat het bestrijden van het geloof door de geleer den, niet zoozeer een kwestie is van ga= leerdheid als wel een kwestie van liet hart. Daar ligt veelal de diepste grond. Hun haat tegen het geloof, hnn hoog moed, die zich niet aan het geloof wil onderwerpen, drijft hun verstand een een zijdige richting uit; en nu is het te be grijpen, dat zo in dat geval in hun ge leerdheid een gevaarlijk wapen hebben. Hun spitsvondigheid weet dan den schijn te redden, door hun een valsche overtui ging op te dringen. Warén ze niet zoo vijandig aan het geloof, dam bestond er vijftig procent meer kans, dat ze uitkwa men bij de uitkomsten van hen, die ge dreven worden door liefde tot het geloof. Wanneer ten slotte werkelijk waar is, dat de geleerde menschen het over zulke kwesties zoo wanhopig oneens zijn bij ware wetenschappen is dit echter meestal niet het geval dan zien wij meer en meer de redelijkheid in, dat God op een voudige manier door het geloof do op lossing Van dergelijke raadsels geeft. Als de geleerden het er niet over eens zijn op werkelijke wetenschappelijke gTonden, dan mogen we zoo'n kwestie een echte re bus noemen. Ziellier hoe de zaak is bij Tebussen. De redactie van onze courant geeft 's Zaterdags op d8 achterste bladzijde een heel moeilijke rebus. Goede oplossingen worden ingewacht totop een bepaalden datum. In den loop vaoi dien tijd beproeven menschen, die verstand van rebussen hebben, hun krachten aan do oplossing. Goede en verkeerde oplos singen worden, opgestuurd. Op den vast- gestelden datum maakt de redactie de op lossing bekend. Alzoo een openbaring, dio de redactie doet tot opheldering der on zekerheid, die nog bestond, en tot aan wijzing van hen, die het bij het rechte eind hadden. Is het iets anders met het geloof? In het geloof geeft God zelf dooi; een openbaring de oplossing van kwes ties, waarvan de menschen rebussen hebben gemaakt Goede oplossingen maak ten zij, die met de openbaring overeen kwamen. ,En hoe knap anderen ook 'tri och ten. wezen, duidelijk .blijkt, dat zij' do kwestie verkeerd hebben opgelost, daar God zelf een andere oplossing bekend maakte. Voorloopig zult U good doen, U door de geleerdheid der ongeloovigen niet te laten verontrusten. Uw dienaar Piet Kwansuis. W. J. VAN SANTÉ, Pr. BORNEO. (TER INLEIDING.) A'lphen a/d. Rijn, 22 Maart 1923. Daar tlingeren zich a-ond den evenaar duiz end e eilanden, greet en klein, die d oor Multjabuli ia zijn befaamd .boök yergele- iken werden bij een gordel Tan smaragd. Geen beiter geslaagde vergelijking -voor dio heerlijke tropische eilandengroepen is mogelijk. Waait inderdaad, als men van Singapore, het brandpunt vanhandel en het centrum der scheepvaart in 't Verre Oosten, zich inscheept op een drijvend paleis der Java-lijnen, of op de eenvoudi ger hal fpassagier&bo o ten van de kust vaart, en men vaart slechts één haUf uur afstand, dan ia men reeds bedelven onder een schat van juweeltjes, die met hun Heine schitterende kopjes opduiken boven de phosphorlidhtgevende golfjes van den Indischen Oceaan. Dit zijn waarlijk Heine smaragdjes, groen fonkelend door haar «ltijdgroenende booth jee, frisch flikkerend bij de morgenstralende zon door de dauw druppels van 'n tropisch en nacht, die zich op elk groen blaadje hebben neergetoo- verod. Wat hemeleche schoonheid vertoont hier Gods scheppende hand; en hoe kwis- tig! klaar, geachte 'lezer, ik noodig u uit mij te vergezellen naar een eiland, dait in machtige groo'bheid de kroon spant dier duizend e andere. Wij gaan zien het won- dereiland Borneo. Oh, bij 't hooren van dien naam, wait al fantastische ideeën dringen zich bij ons op! Een land van mysteriën, verreweg nog onbetreden en ongezien door het speu rend oog der Europeanen! In diepe ge dachten staart ge voor u uit, maar dra huivert ge bij de gedachte aan die wilde b cesehen, die koorts gevende, moorddadige moerassen, die wilde waterkolken dier woest bruis diende rivieren, ja een afkeer maakt zich van ons meester als men denkt aan dat alles en te midden daarvan den wilden bloeddorstigen. Dajak, de Koppen snellers van BorneoNeen. zegt ge, 't is toch geen land van belofte! Zoo denkt men algemeen, en zoo dacht ook ik vóór een 11-tal jaren, toen mij als missdeveld Borneo werd aangewezen. Maar hoe ge heel anders heeft de ervaring mij .geleerd'! Wat al' dwaze verbalen zijn er bij ons in omloop over Borneo en niet het minst omtrent den koppensnellenden Dajak, die mij, in weerwil van zijn groote gebreken, is geworden een sympathiek natuurmensch en voor mij, als geestelijk heelmeester, la-st not least een schoon materiaal, wat na forsche slagen en ruwe afkappingen, na kleinere insnijdingen en ten 6lot.to na da gelijks polijsten en beschaven, is gewor den een proeve van Katholieke Kunst, een veredeld kind van God, hetwelk zioh zon der blozen en dikwijls zelfs voordeellg kan meten met menig ander Christen, die door omstandigheden van geboorte of lands aard meer vertroeteld is of zich op zettelijk heeft afgewend van de zorg zame en moederlijke zorgen onzer schoo- ne, heilige Rocmsche Kerk, met 'haar heer lijke w er eklcath o'li ci t ei t Nog als den dag van gisteren staat mij voor den geest onze afvaart van Singa pore. Wij waren daar met drieën pa® aan gekomen, mot een der luxueus e b ooten der voormali.ge N. D. Lloyd, de „Prins Ludwig", een schuit van 18,000 ton. Dan gingen wij eolieep op de „Radjah of Sa- xanck" en konden onze oogen niet. geloo ven. Wat een Hein onooglijk notedopje van 650 ton, met een paar koeterwalende „kelners". Zou dit scheepje wel veilig zijn om ons naar Borneo te brengen? Zoo dachten en spraken wij onder elkander, want andere passagiers waren er niet. Wij gingen zeewaarts en 't duurde niet lang of we lagen op onze dekstoelen, die vasc- gebonden werden aan de pilaren der stoomboot, overgegeven aan zeeziekte met al haar uitwerkingenwarit de zee waa vol storm en onze stoelen konden niet Wijven staan zonder flinke touwen. Van eten was geen sprake, al kwam soms een der Oosterlingen ons vragen om iets te gebruiken ten minste zoo gasten wij, ziek en akelig als we daar op 't dele lagên. Na twee dagen kwam er land' in zicht. D.o golven verminderden, en wo lagen vóór d'e mondingen der „Tebas", een rivier, dis wij- zouden opstooanen. Wij waren dus in Borneo, waar we zouden gaa-n werken voor God. En al was onze eerste indruk nu juist niet zoo bevredigend, wij gingen voort en oordeeldien niet. Ach er ging in die tijden te veel den geest voorbij. Het was één. wilde jacht van allerlei onsamenhangende tafereelen. Waar zou cle geest bij blijven stil staan. Toc-h op deze eerste rivier van Bor neo rangschikten zich onze gedachten eenigszlns en er waren twee ideeën, die zich hij ons opdrongen: 't bos*ch en do menschen. BoschJa^ wc waren nu reeds 2 lange uren op de Tchro en nog staarde ons oog op een onafzienbaar wou dean beide kan ten der havenlooze-onvcrzongdo covers en „groen", aüs we toon waren, vroegen we elkander: Als we hier eens vrij hout bon den kappen, wat heerlijke Kerkjes en scholen zouden er spoedig verrijzen. En wij droomden reeds van plannen om een bijl en zaag te koopen. Onze vage plannen werden nog versterkt door het onverstoor baar goede humeur van onzon j oriole n kapitein, die ons antwoordde„Jelui kun- zooveel hakken als ge wilt, als ge zelf do rommel maar opruimt." Maar de men schen, die wilden van Borneo, waar zijn zo toch? Leven die soms diep weg in die wouden, of zijn ze tc schuw om uit hun stfhuilpl'-aa.tsen langs de oevers t© komen? Al 2 uren varen wij en we hebben ai meer apen en krododillen gezien dan menschen. Of liever, nog niet één menschelijk wezen heeft zich vertoond. Deze twoo gedachten duiden aan twee typeerende verschijn selen in Borneo. Bosch! Alles is één on doordringbaar oerwoud, van vde weet hoe- vele eeuwen, waar al 't plantaardige, wat eenig levensvatbaarheid heeft, zich heeft neergestort op den over vruchtbaren bo dem. Daar staan, het en haar dooréén, in groote verscheidenheid majestueuze woud reuzen hun dichte bladerenkruin! heeft den bodem afgesloten voor 't stralend zon licht. Maar waar ook een plaatsje openvalt, daar groeien weer Heine planten, varens en palmen, daar heerscht een struggle for- life op kolossalen schaal, want zelfs reuze- boomen, slechts door 5 6 man te omyr men, worden behaagd en uitgezogen door de auigpLanten, dio do reuzen verraderlijk bekruipen, om zè na jaren van een ik>Hj- nend bestaan, als doode Goliaths, reer te ploffen tusschen de opkomende geslach ten. Dan dondert het anders zoo stille woud' als 't slaan van een doffe Mok in een stille zaal. En voort spoedt dé nieuwe groei, ongeLoofél'ijk snel, en voort" ook spoedt de vernietiging. Het is alles zoo grootsch in Borneo en toch ook zoo klein. „Mirabilia opera- fcua, Domine!" Zoo is dus Borneo, lezer, juist zooals het na den chaos der schepping bestondwant geluk kig of jammer, naar men oordeelt, zijn daar geen wegen, die do plaatsen verbin den, waar het moderne vervoer van auto of fiets het verkeer vervluggendaar is niet één spoorlijn, die als een sissende slang de donkere wouden kan door-snorren. Neen, 't past hier niet! Wij moderne menschen kunnen niet buiten dat wereldnet van we gen. Maar het is alles zoo gejaagd hier, zoo machinaal, zoo onnatuurlijk.. En de mensdhen, waar en hoe zijn ze? Is het land- nog een stuk natuur, onaangeroerd door ingenieur of zijn machines, zoo ook is de wilde Borneesdh. Hij is een. pracht kerel Ja zoo moeten Adam cn Eva geweest rijn, zoo eenvoudig en ongekunsteld en toch zoo diep van inzicht en rijk begaafd met een gezond onbewaasd verstand. Vraag ze niot naar stoom of electrische kracht,te- lcphoon of telegraaf, t Is hun vreemd en trouwens ook onverschillig. Eenvoudi ger riog, vraag hen geen rekenprobleem, dat hier een jongen van 12 jaar u direct, voorrekent. Hij kan tellen, ja, dat heeft de natuur hen noodgedwongen eemgszins geleerd, én bij eeuige complicatie staan zijn eigèn handen en teenen hem ten dien ste, als practische machines met, decimaal stelsel. En bij hoogere berekeningen dan 20, roept hij zijn medemensdhen, die eik met hun handen en voeten het probleem vergemakfcelijken en met 20 opwerken. De ander© omstanders zullen de rekenkundige vingers en teenen wol vasthouden of los laten, al naa-r gelang der som. Zoo is het Borneosch natuuranenisöh. Hij kent de na tuur door zijn eigen natuurlijken eenvoud en de natuur is hem genoeg en zelfs te rijk om zijn poëtisch bestaan uit te leven. Zijn eenige behoefte is de rijst, de vrucht van zijn arbeid, en verder wat hom toe vallig aan wild, risch, bc schvruehten, wortels en kruiden ten deel valt. Doordot deze mensehen zoo uiterst primitief leven en hoofdzakelijk door eigen werk het le ven doorgaan, ook doordat, een ruimer be- staacslevon vanwege do dikwerf zware werkzaamheden, b.v. bosschen ontginnen, reuzen omkappen, groote boomen. ver plaatsen etc., niet door één gezin kan worden volgehouden, tevens ook uit de natuurlijke zucht naar gezelligheid en ve- derkcerige hulp bij aanvallen, ziekten etc., leeft de natuurmensch bij voorkeur inland huizen, in koloniën van 10 tot 50 families. En hieruit nu volgt, dat men ia Borneo, uitgestrekt als het reeds is, en relatief nog dim bevolkt, soms uren kan voorttrekken, vooral langs minder vrucht-bare, over stroomde gronden, zonder één monsch to ontmoeten. Uit deze "beschrijving, gcadhto lezer, zult u wel kunnen opmaken, dat het in Borneo voor Europoanen, maar vooral voor den Katholieken missionaris die zijn schapen meet opzoeken, waar dan .ook, uiterst, ja bovenmo nschel ijk m-oeiclijk werk is Er rijn geen wogen en do volken wonen uren, soms -degen van elkander. Wij reizen dan ook hot best© nog langs de rivieren, al gaat het don ook per uil-ge holde n. boom, langzaam en soms gevaarvol Want ééii uur gaans slechts door een boschwoud, zélfs met weinig bagage, kost u altijd op z'n minst wat" schrammen, ter wijl vaak in natte streken do bloedzuigers u van alle kanten aanvallen en nog druk bcrig zijn u to verslinden, wanneer ge, ■uitgoputvan 't klauteren en afgemat door de hitte, u neervlijt, jas en verdere over tollig© Moeren afschudt, en u zelf aan schouwt letterlijk badend in bloed. Dit schrijven over deze merkwaardige missie in Borneo, is slechts bedoeld om u een algenieenen kijk to geven van t land' en 't volk. 't Is uiteraard wal dor, maar ik hoop, dat ik hierdoor voor ^cle lezers en lezeressen een sleutel gegeven h< ter ver klaring van de vaak oiTgehtofeiijk© avon turen cn veelpl overdreven gewaande voorstellingen over primitieve mis sielanden. ONS HOEKJE OVER OPVOEDING. KONING ALCOHOL. Wat lieoft nu toch in 's hemelsnaam op voeding te maken, met 't koningschap van zeker personnaadje: „Alcohol" gekeeton,? Ja, waarde lezer (en lezeres!) tot het rijles- gebied van Zijne Ma^psteit Alcohol bc-koo- ron behalve zijn stafofficieren: de neus geteekendo drinkers en zijn mannen (cn vrouwen!) van de estafettondienst: de slingerende gelegenheids dronkaards cn de trouwe deftige gocd-gezelen burgers van rijn rijk: do sterk- en druk-borreiend® hceren van zijn rijks-soosook tcgeiv woordig velo kinderen, die zijne Majesteit van jongs-af trouw leeren dienen. Hcfc eigenaardigo en tegenstellende i3 hier, dak waar in de gewone ordening ^ler diogeu. do kinderen binnengehaald worden, de „grooteren" vaak „verdrongen" worden, hier in dezen zakcnloop groot en klein elkander „in de hand werkt." Wie „klein* drinkt, drinkt „groot" nog meer. De „groo- ten." behoeven er niets minder om te drin ken, al doen „do kleinen" dapper mee. Do gelederen van Koning Alcohol worden steeds sterker. Vele kindereu worden drankzuchtig gemaakt, zonder kun „slok je" kunnen ze niet etenkunnen ze onmogelijk „in slaap komen.".Die bon bons, rumboonen, vinden zij zoo heerlijk! Meeproeven uit vaders (of moeders:) glaasje vindt zijn loon in het zelf standig optreden: ik wil ook 'u „oigon glaasje!" Nu zouden wij voor de zcov.:',b.u> maal uit de meest betrouwbare statistieken kunnen gaan bewijzen hoe sterk, hoe ge vaarlijk alcohol is voor 'b kind, voor den. jongen, vcku 't meisje. Voor welwillende en weldenkende lezers is dit echter abso luut onnoodig. Zij b'grijpen wel dat dio jeugdige organismen van ziel en lichaam die prikkels niet zonder schade verdragen. Zij weten wel hoe gevaarlijk zelfs voor 't kind de alcohol is, die vader vroeger opdronk. Zij weten wel, hoo onrechtvaar dig het is, vrouw en 1 inderen te ontstolen, al dat geld, dat wordt uitgegeven om den man aan drankeven onrechtvaardig als het geld voor de snoepzucht der vrouw I Vooral echter het kind ondervindt do nadeelen van dsn alcohol. Niet alleen het slechte voorbeeld van een drinkenden va der, niet alleen de maats .ppelijke ach teruitgang bij een abonnement op oenigo tapperijen, alleen het verlies van 'b ware gezags- -fojrinael in een gezinmaar ook wanneer aan het kind zelf, zooals te genwoordig vaak gebeurt, drank v.ordb gegeven, in vdken vorm dan ook! Het kindja, ook al is dat „kind" 15, 1618 ja-ar ,,oud"(!?) -Ren alcoholvrije op voeding is de eenig-rêdelijke, ccnig vei lige, ©enig christelijkeAfgezien van al die mooie verdichtsels, verontschuldigingen om te drinkenals 't warm is: alco hol vorfrischt en wekt op!als 't koud isalcohol verwarmt als men bc- droefd is: alcohol doet cle smart verge ten!.... als men blij is: alcohol verhoogt de vreugdeafgezien van al die ware of onware verzinsels om altijd maar te kunnen drinken.-blijft onorostootelijk staan in de overtuiging, door de ervaring gestaafd: „Alcohol'.'- voor liet' kind ver gif!" Alcoholgebruik is voor de jeugd orger dan misbruik voor den volwas sene. G. P. J. v. d. BURG nr. Hageveld, Yoorhoat. Borneo is vendcéi-d in 4 deoieu liet Hol- lamdseh gebied, dat al vrij goed is ont gonnen op vele plaatsen, verder in het N. W. de staa' van Britseh Noord-Borneo, ©enigszins gelijkend op ouzo ouderwetocho Jan Companie van Java. Ouder dezen, staajt ligt een klein, maèr hoogst int'-res- oant stadje, Brunei genaamd, Lvx-uurd door een adellijken maar maehtelcozen Sultan. Ten r-otte in :t Z. W. op den evenaar ligt! Sarawak, best uur-1 sinds 80 jaar door een. energiek Engekchman, die zich door den Maleischen Sultan van Brunei heeft laten liezen tot l\adj-ah c-f Koning van Sarawak. Heb is een uiterst primitieve mora"ehie met f zjzrchar.i be stuur, maar daardoor juist- ook eemgs zins ten ach tor in wat rc::i hier l>c cc ha ring noemt. Do bevolking daar bestaat uit allerlei rassen en talen, te veel om op te noemen, maar welker eigenaardige ge- b - v» zeden de ©tof z-ullen- vormen tot voi-eutfo en meer gespecificeerde opstel len over de, naar mijn vaste overtuiging, interessantste, bloeiende, maar teven» mociclijkstc Katholieke missie ter wereld. L. J. A. v. d. BERGH, Miss. Apost, Alphen. afin. den Rijn. P.S. Lezers, die nadere inlichtingen ven- sehen omtrent Eornoo, liaor heerlijk® missies, over handel, cultuurverzame laars van ourioaa, postzegels, natuur kundige producten, b.v. oerang cetoag- sobedels etc, zullen gaarne door schrijver dezes worden ingelicht. (Adres als boven). Een onverdacht Getuige! J. J. Rousseau oordeelt in een van dia heldere oogenblikkcn, die den ongeloovige soms een geheel onverwachte bekentenig afpersen, aldus over zijn eigen geschrlf-» ton:, „Ik kan geen mijner boeken aanzien zonder te sidderen; ik onderricht niet, maar ik bederf; in plaats van voedsel bied ik vergif; maar de hartstocht doet mij af dwalen cn ondanks al mijn fraaie woor-i den ben ik niets minder dan een boos wicht" -ü-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1923 | | pagina 11